rDE JEUGD-KOERIER Di ZWART! SCHADUW 3 •f FiVSIE RIN se. HalloJongens en Meisjes :l Prijsraadsel Onze mededelingen Oplossing Prijsraadsel Wij luisteren naar Een koning had vijf dochtertjes, al lerliefste prinsesjes. Wie van haar het aardigste was, kon eigenlijk niemand3 zeggen, want ze waren alle vijf even lief, vrolijk en schrander maar niet.... even dik! De jongste zag eruit, of ze na eike maaltijd nog wel tien vette olie bollen opat. De daaropvolgende zag er uit, of ze maar vijf oliebollen na haar eten beliefde. De derde leek, zoals de meesten van jullie: niet mager en niet dik. Maar danja dan volgden de oudsten, die zichzelf wel eens ondeu gend „Stopnaalden" noemden, zo ma ger waren zij. jje moesten aan een aparte tafel eten. omdat ze zo treuzelden. Wat er ook voor heerlijks werd opgediend: ze na men van alles maar een eierdopje vol. „Vreselijk", zuchtte de koningin, „af schuwelijk". mompelde de koning. Al les werd geprobeerd, maar niets scheen te helpen. Het toeval wilde echter dat de eerste kok uit de keuken ziek werd en een nieuwe zijn plaats moest innemen. Deze had gehoord hoe slecht de oudsie prinsesjes aten en had een plannetje bedacht. Hij vroeg de koningin te spreken en deze stemde verheugd toe in zijn voorstel, 's middags aan tafel be merkten de kinderen al, dat er iets bijzonders gaande was. „Jullie hoeft helemaal niet te eten", zei de koningin tegen de oudsten „maar dan mag je straks ook niet de toverpudding proe ven, die onze nieuwe kok heeft ge maakt!" Toverpudding?? Toverpudding!! Dat was niet tegen doven gezegd. In een wip waren alle bordjes leeg. Er klonk een schelletje en aanstonds kwam de kok, zijn witte muts nog op het hoofd, met een heerlijk geurende pudding uit de keuken. Het oudste prinsesje, dat nu gced gegeten had, mocht deze zelf snij den en ze zagen een klein houten ko kertje waarin een briefje stak. Nieuwsgierig vouwde ze het vlug open en las: „Lees vooral de boodschap van morgen". Opgewonden en vol ver wachting keken ze elkaar aan. Morgen, ja, morgen zouden ze er meer van 'to ren. De volgende middag waren de bord jes nog vlugger leeg. Daar kwam weel een pudding, maar nu heel anders van kleur en smaak dan gisteren. Bij het opensnijden werd weer dezelfde bood schap gevonden: „Lees vooral het be richt van morgen". De derde dag kon nauwelijks het moment worden afge wacht. waarop de pudding zou worden opgedragen. Als gold het een wedstrijd, zo gauw waren de bordjes leeg. Daar verscheen reeds de pudding, nog heer lijker dan de vorige dagen. En de bood schap? „Heel spoedig zullen jullie iets heel nieuws zien, lees vooral de bood schap van morgen". Zo ging het een maand lang. Onbe wust" aten ook de twee „stopnaalden" hun bordjes leeg die de koningin nog eens extra vol had geschept. Zo waren z,j vervuld van de wonderpudding, zo nieuwsgierig naar de dagelijkse bood schap uit het houten kokertje, dat ze niet bemerkten, hoe gevuld hun wange tjes werden. Eindelijk brak de laatste dag aan voor de nieuwe kok. Zijn laatste pud- MEI In Mei in Mei, dan leggen alle vogeltjes een ei. En waar zij zitten broeien, daar mogen wij niet stoeien. In Mei in Mei, dan leggen alle vogeltjes een ei. In Mei in Mei, dan kruipt een heel klein vogeltje uit, 't ei. Wie zou het willen deren? Het heeft nog niet eens veren. In Mei in Mei, dan leggen alle vogeltjes een ei. In Mei in Mei, dan leggen alle vogeltjes een ei. En wie die beestje hinderen, dat zijn vast boze kinderen. In Mei in Mei, dan leggen alle vogeltjes een ei. ding was mooier, dan er ooit een in het paleis was gemaakt! Toen hij de eetzaal werd binnengedragen, ging er een vijf stemmig gejuich op. Thans sneed de koning hem zelf middendoor. „Kijk in de spiegel, gij Stopnaalden, en zie, wat goed eten vermag", las bij met plechtige stem de boodschap uit de pudding voor. Daarop snelden alle vijf prinsesjes naar de grote spiegel aan ie wand en zagen nu voor het eerst, lat de „stopnaalden" niet meer bestonden. In de plaats daarvan staarden twee allerliefste stevige meisjes verwonderd naar haar eigen spiegelbeeld. De wijze les van de nieuwe kok zou blijveud helpen. Van nu af was er in het paleis geen aansporing meer nodig om goed te eten. In de volgende zinnen zijn negen namen van vruchten verborgen: Het zoontje van de bakker speelde op straat. De stalknecht liep naar een afgezon derd ruifje waarin hij wat haver deed. Toen de man ootmoedig nadertrad werd hij uitgenodigd mee te eten. Hij liet zich het maal best smaken. Onze hond liep ruim een uur los op straat. Toen de meester even de klas verliet brak er dadelijk een rumoer los. Jan liep eerst op klompen, maar nu heeft hy schoenen gekregen. De koetsier had moeite om de trap pelende paarden in bedwang te hou den. De waard beitste de wanden van de oude herberg. In iedere zin schuilt één verborgen vrucht. Probeer ze allemaal te vinden en schrijf ze op. De oplossingen ver wacht ik vóór Zondag 9 Mei op het bureau van deze courant. Onder de goede oplossers worden weer boeken verloot. Alie Deurloo, Grote Oost 31, Hoorn, zoekt een correspondentievriendinnetje in Noord-Holland. Zij zit in de vierde klas, is 12 jaar oud en houdt veel van handwerken. Voor Beppie Faber, Kerkstraat 86, Be verwijk, wordt een correspondentie vriendinnetje van 12 jaar gezocht. Liefst een meisje, dat, evenals Beppie, bij de Kabouters van de Padvinderij is. Uit de verschillende briefjes bleek mij dat de kruiswoordpuzzle van de vorige week bij vele kinderen met ge juich is ontvangen. Gelukkig kwamen er ook heel veel goede oplossingen, binnen, zodat het lot weer moest be slissen over de prijswinnaars. De ge lukkigen zijn: Hanneke Tegel (9 jaar). Noorderwijk- weg 5 A, Beverwijk. Bets Houter (13 jr.), Sijbekarspel S 111. Jan Ridder, Koningdwarsstraat 19. Den Helder. Duut Bak (12 jaar), Wilhelminastraat, Broek op Langendijk. Jopie de Haan (10 jaar), Grote Noord 97, Hoorn. En hier volgt dan de oplossing van de kruiswoordpuzzle: Horizontaal: 1. beek; 4, Rika (Rina of Rita); 7. lezen; 9. om; 11. uwe; 12. la; 13. mak; 14 lam; 15. Alkmaar; 16. are; 17. pen; 18. at; 19. pet; 21. no.; 22. Tirol; 24. boot (vlot); 25. pret. Verticaal: 1. boom; 2. el; 3. keu; 4. ree; 5. in; 6. Adam; 8. zwemmer; 10. Maart; 12. Laren; 14. lap; 16. aar; 19. pit; 20 top; 22. To; 23 l.r. Er bleef nog een woord over dat niet gevraagd was. Dat was het woordje noot". Velen hadden het in gevuld. maar wanneer dit niet was gedaan werd het natuurlijk toch goed gerekend. Dan was er nog een foutje in de puzzle. Bij vraag 20 (horizontaal), werd het woordje „no." gevraagd. Dit woordje moest op no. 21 staan. De meeste kinderen hadden dit wel ont dekt. Vandaag is Helm Jansen het eerst aan de beurt Jij stelt mij een moeilijke vraag, Helm Toch wil ik je graag helpen Schrijf maar van welke datum die courant moet zijn, dan zal ik het eens voor .1e vragen aan het bureau van dat dagblad Gelukkig dat die operette zo goed geslaagd is Je zult Ella en Ria de Raat dan ook wel kennen Je opstellenschrift heb ik nog nooit ontvangen Wil je zelf edns naar Oom Wim schrijven? Mary van Urk, jouw naam zag ik nog niet eerder bij mijn briefjes Hartelijk welkom dus! Aan Tiny Sont in Den Helder zal ik jouw naam en adres door geven Ik hoop, dat zij inmiddels nog geen ander meisje heeft gevonden, want er zijn natuurlijk kinderen, die dadelijk naar haar schrijven Schrijf zelf ook maar eens Misschien vindt zij dat erg leuk; ook omdat jij vroeger in Den Helder hebt gewoond N. Out, de puzzle was werkelijk keurig verzorgd Dat is een heel werk geweest Mariëtta Speel man, jij bent ook een nieuwelingetje Welkom, meisje Ja, je mag gerust van alles insturen, maar er is maar zo heel weinig plaatsruimte m de J-K en soms mopperen de heren van de redactie wel eens, dat Tante Iet wel erg veel ruimte nodig heeft Als ik nu en dan een plaatsje weet, kan ik wel eens wat opnemen, zoals bijvoorbeeld de vorige week het vers van Rietje Schoonen Jouw grapje is gelukkig maar klein en dat komt er in, hoor! Het is erg aardig bedacht Trljnie Kaas, ben je nog zo druk aan de schoonmaak? Nellie Nijveld vroeg mij waarom je haar niet meer schreef Of je soms kwaad op haar was Dat ben je toch zeker niet? Van Duut hoorde ik, dat je het zo druk hebt Help moeder maar flink hoor! Evenals Nellie, hoop ik weer spoedig van je gezellige briefjes te genieten Ida Kaas, jij had je diploma wel verdiend met zoveel punten Je houdt zeker veel van sport Ik houd het meest van watersport Jij ook? De bloembollenstreek is eigenlijk tussen Haarlem en Leiden In Limmen zijn niet zo veel en niet zulke grote velden, maar toch kun je daar ook al echt ëenieten Hilda Bakker, de beloofde postzegels zijn nu verzonden, Hilda Je hebt ze zeker al ontvangen Jammer dat ik er niet meer voor je had, maar over een poosje gaat het misschien beter Weet je dat het heel erg duur is om naar Zuid-Afrika te schrijven Het komt mij wél eens op één gulden per brief als ik geen luchtpostpapier gebruik Dat is veel, hè! Jopie Wessemius, je briefje kwam vorige week te laat Daarom dank ik je nu hartelijk voor de sigarenbandjes Ik was er blij mee Nellie Nijveld, de vorige week heb ik geen briefje van je ontvangen, maar op 21 April sta je er bij, hoor! Trijnie Kaas is met haar moeder aan de schoonmaak Ook ik hoorde enige tijd niets van haar, want zij heeft het erg druk Het zal haar spijten, dat zij je niet kan schrijven Weet je het adres van het sanatorium al, Nellie? Dineke en Ina Dreeuws, wat gelukkig dat ik je maar eens naar het boek vroeg Nu weet ik dat je het heel niet hebt'ontvangen Dat is erg jammer, want het lag veertien dagen geleden al klaar voor de verzending Misschien is het bij de expeditie-afdeling blijven liggen of zoek geraakt bij de posterijen Ik zal er naar informeren en hoop, dat je liet dan spoedig zult ontvangen Bedankt voor de tekening en het dool hof Deze keer kwam ik er vlug uit Thea Rijken, dank je wel voor je versje Ik vind het aardig Eïly Hesse, wat een mooie versjes heb je mij gestuurd meisje! Ik zal ze bewaren, want ik vind ze aardig Dineke Dreeuws, zojuist ontving ik een tweede briefje van ja Gelukkig dat je het boek hebt ontvangen Bedankt voor het versje Ik zal proberen er plaats voor te vinden in de J-K, want zo'n vers heb ik nodig Ja, Dineke, alle jongens en meisjes loten steeds weer mee Corrie Meyer, zo gauw ik het weet voor Joop, lees je het wel in de J-K Je oplossing was best, hoor! Tonneke Christophersen, welkom in onze kring Ben je een jongen of een meisje, Tonneke? Wat verwen je mij al dade lijk met zo'n mooie tekening Je hebt prachtig postpapier, zeg! —Thea Rijken, jij wilt Tante Iet maar aan 't raden hebben Gelukkig zijn je raadseltjes niet zo moeilijk Bedankt, meisje! Gerda Schouten, jammer dat er zoveel bloesems van de boom zijn gevallen Het is maar te hopen, dat er nu ook geen nacht vorst meer komt, want die doet ook zoveel schade aan de bloesems Verwen jij je moeder maar goed op Moederdag Dat heeft zij echt wel verdiend, denk "7, Jettie Scheuer, ja, jij hebt het echt getroffen met Marion van Lienen Schrijven jullie elkaar al? Gelukkig wonen jullie niet zo heel ver van elkaar en misschien kunnen jullie elkaar eens bezoeken in de vacantie Bettie Huis man. prettig, dat je deze week weer present bent Je hebt zo keurig geschreven Ella en Ria de Raat, deze week zullen jullie het boek wel ontvangen, denk ik Weten jullie dat Ria Heertjes ook een nichtje van mij is? Zij doet ook geiêgeld mee n}£t de J-K van Den Helder Daar staat alles precies hetzelfde Alleen de beantwoording van de briefjes is voor de kinderen van Den Helder natuurlijk anders Tiny Goedhart, het schilderijtje, dat jij van de puzzle maakte, is aardig bedacht Jammer dat je niets van Teresa Terpstra hoort Het spijt me Tinie Tenkink, ja, nu heb ik een paar buitenlandse postzegels Jïïïïi* «n aa^dlS Pannetje heb je bedacht voor 9 Mei Ik hoop, dat het mooi ,mne Te§el» voor die postzegels dank ik je hartelijk Je deed mij ,er meeJa< Hanneke, zwemmen'zal je wel bevallen Leer het maar t! 1s„ I ~"xrDuut, Bak' nu kan lk de Postzegels zenden, hoor! sfinuï? 7? grappig Van Alie hoorde ik, dat je zo'n mooie foto hebt ge- stuurd Zij was er heel blij mee Hanneke Boogerd. je hebt er wel 1e best op gedaan De oplossing was uitstekend, Hanneke Elly Hesse. over 1e raad seltjes zal ik nog eens nadenken Je hebt het mij deze week niet gemakkeliik 4Ct' Zeigl ?elp mij ook een beetJe? Hans Kaper, je Klas-Koerier heb Het^fhPnt ri3» g S^'eZen„ ZOlets moest nu op mcei' stolen gebeuren Het is heus de moeite waard, aardig en leerzaam Hartelijk dank en geluk er C2 gai 7 AnIYe Zwart, je oplossing was keurig verzorgd Verscheidene brieven kwamen te laat en ik kon ze dus niet meer beant- vrtiV rte d6Zt Weeï W1Uen ^llie vcoral om denken dat^fe briefjes vóór de Zondag verzonden moeten worden? Het is zo Jammer als 1e twee weken op antwoord moet wachten J l als J"5 lwee Een nu m#-»r weer tot de volgende week Dag allemaal! Hartelijke groeten van TANTE IET door Jan Dirk van Exter CoDTrtebi B.O.P. -ia xf-Ji Zal nu eindelijk het raadsel van de politie-agenten, die maar komen en weer verdwijnen, zonder voet stappen na te laten, worden opge lost? Ja! De inspecteur weet niet o£ hij woedend of ongelucht moet zijn. Nu hij is het eerlijk gezegd, allebei. Opgewonden wenkt hij Rikki om bij hem te komen. „Wees maar niet bang Rikki, al les valt nog erg mee!" En wat ziet Rikki, als zij dichter bij komt? Een agent! Ja, maar één, gemaakt van papier en karton! „Wat betekent dat?" stamelt ze. Ze veelt haar knieën knikken. „Dat betekent, dat betekent in ieder geval, dat die smokkelaars waarheid hebben gesproken", zegt de inspecteur. „Ja en wat de rest van de opzet is, daar moeten we nog achter komen". „Dus denkt U, dat al die agenten var. karton zijn?" vraagt Rikki hcopvol. „Maar wie heeft er dan ge schoten?" „Ja er moeten er hier ook nog een Paar rondlopen, die springlevend zijn", antwoordt de inspecteur. „Bukken", schreeuwt hij dan, terwijl hij zelf achter de jeep springt. De smokkelaars, die nog in het bos zijn, hebben de naderende jeep op gemerkt en denkende, dat het hulp troepen voor hun vijanden zijn, ope nen zij het vuur. Rikki duikt achter het stuur ineen en inspecteur Barendse tast in zijn binnenzak. PROGRAMMA VOOR DONDERDAG. HILVERSUM I 301 m. Nieuwsbe richten om 8, 1, 6, 8 en 11 uur. - AVRO 8.15 Klassiek Ochtendconcert (gr.plt.). 9.15 Morgenwijding. 9.30 Orgelconcert (Pierre Palla). 10.15 Gr. pl. 10.30 Van vrouw tot vrouw. 10.35 Zangklasse 10.50 Kleutertje luister!! 11.00 Platen die U graag hoort. 11.30 Het virtuoso sextet. 12.00 Lunchpakket. 12.30 In 't spion netje. 12.35 Zo klinkt de accordeon alleen in Frankrijk! 1.15 Metropole orkest. 2.00 Over Gustav Mahler. 21.10 Eerste synph. (Gustav Mahler). 3.00 Voor zieken en gezonden. 4.00 Een programma van oude Franse liedjes. 4.20 AVRO's Radio film krant. 5.00 AVRO Kaleidoscoop. 5.20 Welk dier? 5.30 „The Skymas- ters". 6.15 AVRO's reportagedienst. 6.30 Ned. Strijdkrachten, 7.00 Stichting 19401945. 7.05 Les gars de Paris. 8.15 Hoort het omroepor kest. 8.55 „En eeuwig is de vrijheid" (hoorspel). 10.10 ,,'t Is in de maand van Mei". 11.15 Gramofoonmuziek. HILVERSUM II 415 m. Nieuwsbe. richten om 8, 9.30, 1, 7, 8 en 11 uur. KRO: 8.15 Gr. pl. 8.30 Hoogmis. NCRV; 9.45 Gr. pl. 10.00 Kerkdienst. 11.30 Gr. pl. 12.00 Ned. Kamer koor. KRO; 12.15 Kareol Septet. 12.30 Weeroverzicht. 12.33 Vervolg Kareol Septet. 12.55 Zonnewijzer. I.20 Omroep Kamerorkest. 1.45 Hors d'oeuvre. NCRV. 2.00 Toogdagenvan jeugdbonden. 5.00 Busch strijkorkest. 5.30 Het Philadelphia Symph. orkest. 6.00 Kon. Marinekapel. 6.45 NCRV-kwartet. 7.15 Jeugd treedt aan. 7.55 Het Bachkoraal. 8.15 Radio Philh. orkest. 9.15 „De vaart der volken". 9.35 Populaire orgel bespeling. 10.05 Vrij en blij. 10.30 Symph. Koraalbewerkingen. 10.45 Avondoverdenking. 11.15 Kamer muziek. PROGRAMMA VOOR VRIJDAG. HILVERSUM I 301 m. Nieuwsbe richten om 7, 8, 1. 6, 8 en 11 uur. VARA: 7.30 Gr. pl. 8.18 Opera-pro gramma. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.00 Gr. pl. 9.30 Schubert (Gr. pl.) VPRO: 10.00 Morgenwijding. VA RA 10.20 Walspotpourri (gr. pl.) 10.30 Voor de vrouw. 10.45 Men delssohn. 11.00 De Lavartstroomt- II.00 Licht orkestconcert. (Gr. pl.). AVRO 12.00 Het Lyra Trio. 12.30 Weerpraatje. 12.33 Sportagenda. 12.38 Piano Romantique. 1.15 Radio dansorkest. 1.45 Gr.pl. 2.00 Kook- dienst. 2.20 Danssuite. 3.30 Gr. pl. VARA. Zang met gitaar. 4.30 Tussen twaalf en zestien. 5.00 Jo- han Jong (orgel). 5.20 Wij en de Muziek. 6.15 „De VARA feliciteert". 6.30 Programma voor de Nederland se strijdkrachten. VPRO om de bocht. 7.15 Kwartet Jan Corduwener. VPRO: 7.30 Cursus „Waar is Uw God?" 7.50 Tien vóór acht. 8.05 Kwintet van Schumann. 8.30 Cur sus: „Het gezin in de iVereld". VA RA. 9.00 Men vraagten wij draai en. 9.30 De Ducdalf. 9.50 „Op vleug'len van muziek". 10.00 Het Buitenlands weekoverzicht. 10.15 Swing and sweet from Hollywood. VPRO: 10.40 „Vandaag". 10.45 Avondwijding. VARA 11.15 Gr. pl. HILVERSUM II 401 m. Nieuwsbe richten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. NCRV: 7.15 Reveille. 7.45 Een woord voor de dag. 8.15 Geestelijke liederen. 8.30 Licht klassiek concert. 9.15 Ochtendbezoek bij onze jongg zieken. 9.30 Waterstanden. 9.35 Symph. morgenconcert. 10.30 Mor gendienst. 11.00 Vioolrecital. 11.30 Gr. pl. 12.00 Trio Knibbeler. 12.30 Weeroverzicht. 12.33 Sans souci 1.15 „Euphonia". 1.45 Orphe et euridice suite. 2.00 De vijf Zapaka- ra's. 2.20 Van oude en nieuwe schrijvers. 2.40 Cyclus; „Geestelijke muziek uit de Baraktjjd".. 3.10 Zang en spel. 4.00 Dinja Lap - de Wolff (voordracht). 4.20 Ensemble Loch- map. 4.40 Philadelphia-orkest. 5.15 Pianoduo. 5.45 Kamerorkest. 6.30 Het evangelie in Esperanto. 6.45 Geestelijke liederen. 7.15 „Neder land op zee". 7.22 Appèl ex-pol. ge vangenen. 7.30 Het actueel geluid. 7.45 CMB-kwartier. 8.15 Colle gium Musicum Amstelodamense. 8.45 „Stanley". 9.30 ,,'t is weer len te" (Gr. pl.) 10.00 Vragen aan voor bijgangers. 10.30 Negro spirituals. 10.45 Avondoverdenking. 11.15 gr.pl. oog! TJEEDD ADEMA JU 46) „Weet je wat," zei de makelaar," ga jij dan dadelijk maar even naar boven, Henk. Ondertussen schenkt Johan een borrel voor ons in en dan eten we over een kwartiertje. Afgesproken?" „Natuurlijk. Gaat U niet mee, meneer De Wit?" „Neen, ik geloof, dat het beter is als je alleen gaat. Hij heeft je blijkbaar wat te vertellen en als ik er bij ben durft hij misschien niet. Ik kom je over een kwartiertje wel halen. Hij ligt boven in zrjn eigen kamer. Je weet de weg." De inspecteur knikte en klopte een ogenblik later op de kamerdeur waar achter een vrouwenstem riep, dat hij binnen kon komen. Rechtop in zijn bed, door kussens in zijn rug gesteund, zat Nico De Wit. Er stond een tafeltje voor hem met enkele vruchten en daarnaast zat Josientje, het binnenmeisje, dat een boek op haar schoot had waaruit ze de patiënt blijkbaar had voorgelezen. „Ah, oom Henk!" riep de jongen, enthousiast de handen naar hem uit strekkend. „Nico," zeide de inspecteur glimlachend. „Wat moet ik toch allemaal van je horen? Wat mankeert er aan, jongen?" Het meisje had de bezoeker een vriendelijk knikje gegeven en daarop de kamer verlaten en de inspecteur zette zich op de stoel voor het bed en keek belangstellend naar zijn kleine vriend. Het gezicht van de altijd zo levens lustige knaap was smal en strak en de grote, staalblauwe ogen lagen diep weggezonken in het witte gelaat. „Ik ben toch zo blij, dat U gekomen is, oom Henk." Inspecteur Beekman nam het boek, dat Josientje op het bed gelegd had en bekeek het. „Heb je een mooi boek, Nico?" „Fijn, oom. Het is van een jongen, die van huis meegenomen is en dan komt hy bij een man met honden en een aap en dan „Vitalis," zei de inspecteur glimlachend. „Ja, Vitalis heet ie. Kent U dat boek, oom Henk?" „Natuurlijk," zei de inspecteur en hij bedacht hoe hij „Sans familie" op de H.B.S. nog eens helemaal in het Frans had moeten lezen. „Maar weet U wat het is, oom? Josientje leest niet zo erg goed." „Maar je kunt het toch zelf wel lezen?" „Ja, maar dat mag ik niet van de dokter. Ik moet stil blijven liggen, om dat ik zo moe ben. Heeft U de laatste tijd nog moeten vechten, oom Henk?" „Vechten?" vroeg de inspecteur, wiens gedachten een ogenblik een geheel andere kant waren opgegaan. „Ja, met dieven en zo?" Inspecteur Beekman glimlachte. Het feit, dat hij bij de politie was en een uniform droeg, maakte hem in de ogen van Nico de Wit tot een romantisch personage, dat de gehele dag niets anders te doen had dan met dieven en moordenaars vechten en ze naar de gevangenis slepen. „Neen, de laatste tijd heb ik het erg rustig gehad." „Ze durven zeker niet meer, oom." „Ja, dat denk ik ook. Jij wou toch later ook politieman worden? Dan moet je zien, dat je gauw beter wordt en dan moet je veel eten en groot en sterk worden, dan kun je ze allemaal de baas." „Allemaal niet," zei de jongen nadenkend. „Ja, natuurlijk, allemaal en als je 't njet alleen kunt dan neem je maar een paar mannetjes mee." „Is er nog plaats bij U in 't hok, oom Henk?" „Je bedoelt in onze cellen. O ja, daar kunnen we er nog wel een paar bij hebben. Moet ik er misschien een paar voor je pakken?" „O nee!" rip de jongen verschrikt, „alstublieft niet, oom Henk." „Maar waarom niet? Je zei toch vroeger altijd, dat ik ze allemaal „Ja, maar ik wil niet, dat U doodgestoken wordt, net als „Net als wie?" „Net ais die meneer, die hier toen op visite geweest is. Wilt U alstublieft eens even kijken of de deur dicht is, oom Henk en of Josientje niet in de gang staat, want die mag het niet weten." De inspecteur stond op, deed de deur open en keek links en rechts het gangetje af. „Er is niemand," zei hij geruststellend. „Wat wou je vertellen, Nico?" „Maar U mag het aan niemand zeggen." „Afgesproken." „Ook niet aan vader of tante, want als ze weten, dat ik uit mijn bed ge weest benZult U het heus niet vertellen?" „Och wel nee, jongen," zei de inspecteur onder de indruk van het door vrees vertrokken gezichtje. „Ikik heb hem gezien, oom Henk." „Wie heb je gezien?" „De panterman." „Wie, wat panterman?" vroeg de inspecteur, zijn stoel wat dichter bij het bed schuivend. „De man, die die meneer doodgestoken heeft." - Inspecteur Beekman zat met een schok rechtop in zijn stoel en staarden- verrast naar het gezichtje van de jeugdige verteller. Wist die jongen iets, dat hem op een spoor zou kunnen brengen? „Dat kan niet, Nico, want je was in je kamer en je had beloofd, dat je zou gaan slapen." „Ikik kon niet slapen, oom Henk. Het was zo vreselijk als er ge schreeuwd werd en ze hadden me verteld, dat er mensen vermoord werden." „Maar dat was toch alles maar een spelletje." „Ja, maar daar dacht ik later niet meer aan. 't Was net of 't echt was. Ik ben stilletjes uit mijn bed gekomen en naar beneden gegaan." „Waar was je toen?" „In de gang, achter de parapluiebak, maar ik was op mijn blote voeten, zodat ze me niet gehoord hebben en ze konden me niet zien." „En wat zag je in de gang?" „Er was eerst niemand en 't was er verschrikkelijk donker. Er kwam een beetje licht uit de deur van het zijkamertje en daar hoorde ik juffrouw Schaafsma praten met een meneer, maar ik weet niet wie het geweest is. Er kwam iemand uit het kamertje, die naar de salon ging en toen in eens De jongen keek het raam uit en er kwam een blik van ontzetting in zijn starende ogen. „Ja, Nico, vertel 't maar. Toen ineens „Toen stond de panterman naast me." „Wie is de panterman?" (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1948 | | pagina 5