rDE JEUGD-KOERIER
Di ZWART! SCHADUW
3
•f FiVSIE
RIN se.
HalloJongens en Meisjes
:l
Prijsraadsel
Onze mededelingen
Oplossing Prijsraadsel
Wij luisteren naar
Een koning had vijf dochtertjes, al
lerliefste prinsesjes. Wie van haar het
aardigste was, kon eigenlijk niemand3
zeggen, want ze waren alle vijf even
lief, vrolijk en schrander maar niet....
even dik! De jongste zag eruit, of ze na
eike maaltijd nog wel tien vette olie
bollen opat. De daaropvolgende zag er
uit, of ze maar vijf oliebollen na haar
eten beliefde. De derde leek, zoals de
meesten van jullie: niet mager en niet
dik. Maar danja dan volgden de
oudsten, die zichzelf wel eens ondeu
gend „Stopnaalden" noemden, zo ma
ger waren zij.
jje moesten aan een aparte tafel eten.
omdat ze zo treuzelden. Wat er ook
voor heerlijks werd opgediend: ze na
men van alles maar een eierdopje vol.
„Vreselijk", zuchtte de koningin, „af
schuwelijk". mompelde de koning. Al
les werd geprobeerd, maar niets scheen
te helpen.
Het toeval wilde echter dat de eerste
kok uit de keuken ziek werd en een
nieuwe zijn plaats moest innemen.
Deze had gehoord hoe slecht de oudsie
prinsesjes aten en had een plannetje
bedacht. Hij vroeg de koningin te
spreken en deze stemde verheugd toe in
zijn voorstel, 's middags aan tafel be
merkten de kinderen al, dat er iets
bijzonders gaande was. „Jullie hoeft
helemaal niet te eten", zei de koningin
tegen de oudsten „maar dan mag je
straks ook niet de toverpudding proe
ven, die onze nieuwe kok heeft ge
maakt!"
Toverpudding?? Toverpudding!! Dat
was niet tegen doven gezegd. In een
wip waren alle bordjes leeg. Er klonk
een schelletje en aanstonds kwam de
kok, zijn witte muts nog op het hoofd,
met een heerlijk geurende pudding uit
de keuken. Het oudste prinsesje, dat nu
gced gegeten had, mocht deze zelf snij
den en ze zagen een klein houten ko
kertje waarin een briefje stak.
Nieuwsgierig vouwde ze het vlug
open en las: „Lees vooral de boodschap
van morgen". Opgewonden en vol ver
wachting keken ze elkaar aan. Morgen,
ja, morgen zouden ze er meer van 'to
ren.
De volgende middag waren de bord
jes nog vlugger leeg. Daar kwam weel
een pudding, maar nu heel anders van
kleur en smaak dan gisteren. Bij het
opensnijden werd weer dezelfde bood
schap gevonden: „Lees vooral het be
richt van morgen". De derde dag kon
nauwelijks het moment worden afge
wacht. waarop de pudding zou worden
opgedragen. Als gold het een wedstrijd,
zo gauw waren de bordjes leeg. Daar
verscheen reeds de pudding, nog heer
lijker dan de vorige dagen. En de bood
schap? „Heel spoedig zullen jullie iets
heel nieuws zien, lees vooral de bood
schap van morgen".
Zo ging het een maand lang. Onbe
wust" aten ook de twee „stopnaalden"
hun bordjes leeg die de koningin nog
eens extra vol had geschept. Zo waren
z,j vervuld van de wonderpudding, zo
nieuwsgierig naar de dagelijkse bood
schap uit het houten kokertje, dat ze
niet bemerkten, hoe gevuld hun wange
tjes werden.
Eindelijk brak de laatste dag aan
voor de nieuwe kok. Zijn laatste pud-
MEI
In Mei in Mei,
dan leggen alle vogeltjes een ei.
En waar zij zitten broeien,
daar mogen wij niet stoeien.
In Mei in Mei,
dan leggen alle vogeltjes een ei.
In Mei in Mei,
dan kruipt een heel klein vogeltje
uit, 't ei.
Wie zou het willen deren?
Het heeft nog niet eens veren.
In Mei in Mei,
dan leggen alle vogeltjes een ei.
In Mei in Mei,
dan leggen alle vogeltjes een ei.
En wie die beestje hinderen,
dat zijn vast boze kinderen.
In Mei in Mei,
dan leggen alle vogeltjes een ei.
ding was mooier, dan er ooit een in het
paleis was gemaakt! Toen hij de eetzaal
werd binnengedragen, ging er een vijf
stemmig gejuich op. Thans sneed de
koning hem zelf middendoor.
„Kijk in de spiegel, gij Stopnaalden,
en zie, wat goed eten vermag", las bij
met plechtige stem de boodschap uit de
pudding voor. Daarop snelden alle vijf
prinsesjes naar de grote spiegel aan ie
wand en zagen nu voor het eerst, lat
de „stopnaalden" niet meer bestonden.
In de plaats daarvan staarden twee
allerliefste stevige meisjes verwonderd
naar haar eigen spiegelbeeld. De wijze
les van de nieuwe kok zou blijveud
helpen. Van nu af was er in het paleis
geen aansporing meer nodig om goed te
eten.
In de volgende zinnen zijn negen
namen van vruchten verborgen:
Het zoontje van de bakker speelde
op straat.
De stalknecht liep naar een afgezon
derd ruifje waarin hij wat haver deed.
Toen de man ootmoedig nadertrad
werd hij uitgenodigd mee te eten.
Hij liet zich het maal best smaken.
Onze hond liep ruim een uur los op
straat.
Toen de meester even de klas verliet
brak er dadelijk een rumoer los.
Jan liep eerst op klompen, maar nu
heeft hy schoenen gekregen.
De koetsier had moeite om de trap
pelende paarden in bedwang te hou
den.
De waard beitste de wanden van de
oude herberg.
In iedere zin schuilt één verborgen
vrucht. Probeer ze allemaal te vinden
en schrijf ze op. De oplossingen ver
wacht ik vóór Zondag 9 Mei op het
bureau van deze courant. Onder de
goede oplossers worden weer boeken
verloot.
Alie Deurloo, Grote Oost 31, Hoorn,
zoekt een correspondentievriendinnetje
in Noord-Holland. Zij zit in de vierde
klas, is 12 jaar oud en houdt veel van
handwerken.
Voor Beppie Faber, Kerkstraat 86, Be
verwijk, wordt een correspondentie
vriendinnetje van 12 jaar gezocht.
Liefst een meisje, dat, evenals Beppie,
bij de Kabouters van de Padvinderij is.
Uit de verschillende briefjes bleek
mij dat de kruiswoordpuzzle van de
vorige week bij vele kinderen met ge
juich is ontvangen. Gelukkig kwamen
er ook heel veel goede oplossingen,
binnen, zodat het lot weer moest be
slissen over de prijswinnaars. De ge
lukkigen zijn:
Hanneke Tegel (9 jaar). Noorderwijk-
weg 5 A, Beverwijk.
Bets Houter (13 jr.), Sijbekarspel S 111.
Jan Ridder, Koningdwarsstraat 19. Den
Helder.
Duut Bak (12 jaar), Wilhelminastraat,
Broek op Langendijk.
Jopie de Haan (10 jaar), Grote Noord
97, Hoorn.
En hier volgt dan de oplossing van
de kruiswoordpuzzle:
Horizontaal: 1. beek; 4, Rika (Rina
of Rita); 7. lezen; 9. om; 11. uwe; 12.
la; 13. mak; 14 lam; 15. Alkmaar; 16.
are; 17. pen; 18. at; 19. pet; 21. no.;
22. Tirol; 24. boot (vlot); 25. pret.
Verticaal: 1. boom; 2. el; 3. keu; 4.
ree; 5. in; 6. Adam; 8. zwemmer; 10.
Maart; 12. Laren; 14. lap; 16. aar; 19.
pit; 20 top; 22. To; 23 l.r.
Er bleef nog een woord over dat
niet gevraagd was. Dat was het
woordje noot". Velen hadden het in
gevuld. maar wanneer dit niet was
gedaan werd het natuurlijk toch goed
gerekend.
Dan was er nog een foutje in de
puzzle. Bij vraag 20 (horizontaal),
werd het woordje „no." gevraagd. Dit
woordje moest op no. 21 staan. De
meeste kinderen hadden dit wel ont
dekt.
Vandaag is Helm Jansen het eerst aan de beurt Jij stelt mij een moeilijke
vraag, Helm Toch wil ik je graag helpen Schrijf maar van welke datum die
courant moet zijn, dan zal ik het eens voor .1e vragen aan het bureau van dat
dagblad Gelukkig dat die operette zo goed geslaagd is Je zult Ella en Ria de
Raat dan ook wel kennen Je opstellenschrift heb ik nog nooit ontvangen Wil
je zelf edns naar Oom Wim schrijven? Mary van Urk, jouw naam zag ik
nog niet eerder bij mijn briefjes Hartelijk welkom dus! Aan Tiny Sont in Den
Helder zal ik jouw naam en adres door geven Ik hoop, dat zij inmiddels nog
geen ander meisje heeft gevonden, want er zijn natuurlijk kinderen, die dadelijk
naar haar schrijven Schrijf zelf ook maar eens Misschien vindt zij dat erg
leuk; ook omdat jij vroeger in Den Helder hebt gewoond N. Out, de puzzle
was werkelijk keurig verzorgd Dat is een heel werk geweest Mariëtta Speel
man, jij bent ook een nieuwelingetje Welkom, meisje Ja, je mag gerust van
alles insturen, maar er is maar zo heel weinig plaatsruimte m de J-K en soms
mopperen de heren van de redactie wel eens, dat Tante Iet wel erg veel ruimte
nodig heeft Als ik nu en dan een plaatsje weet, kan ik wel eens wat opnemen,
zoals bijvoorbeeld de vorige week het vers van Rietje Schoonen Jouw grapje
is gelukkig maar klein en dat komt er in, hoor! Het is erg aardig bedacht
Trljnie Kaas, ben je nog zo druk aan de schoonmaak? Nellie Nijveld vroeg
mij waarom je haar niet meer schreef Of je soms kwaad op haar was Dat ben
je toch zeker niet? Van Duut hoorde ik, dat je het zo druk hebt Help moeder
maar flink hoor! Evenals Nellie, hoop ik weer spoedig van je gezellige briefjes
te genieten Ida Kaas, jij had je diploma wel verdiend met zoveel punten
Je houdt zeker veel van sport Ik houd het meest van watersport Jij ook?
De bloembollenstreek is eigenlijk tussen Haarlem en Leiden In Limmen zijn
niet zo veel en niet zulke grote velden, maar toch kun je daar ook al echt
ëenieten Hilda Bakker, de beloofde postzegels zijn nu verzonden, Hilda Je
hebt ze zeker al ontvangen Jammer dat ik er niet meer voor je had, maar
over een poosje gaat het misschien beter Weet je dat het heel erg duur is om
naar Zuid-Afrika te schrijven Het komt mij wél eens op één gulden per brief
als ik geen luchtpostpapier gebruik Dat is veel, hè! Jopie Wessemius, je
briefje kwam vorige week te laat Daarom dank ik je nu hartelijk voor de
sigarenbandjes Ik was er blij mee Nellie Nijveld, de vorige week heb ik geen
briefje van je ontvangen, maar op 21 April sta je er bij, hoor! Trijnie Kaas is
met haar moeder aan de schoonmaak Ook ik hoorde enige tijd niets van haar,
want zij heeft het erg druk Het zal haar spijten, dat zij je niet kan schrijven
Weet je het adres van het sanatorium al, Nellie? Dineke en Ina Dreeuws, wat
gelukkig dat ik je maar eens naar het boek vroeg Nu weet ik dat je het heel
niet hebt'ontvangen Dat is erg jammer, want het lag veertien dagen geleden
al klaar voor de verzending Misschien is het bij de expeditie-afdeling blijven
liggen of zoek geraakt bij de posterijen Ik zal er naar informeren en hoop,
dat je liet dan spoedig zult ontvangen Bedankt voor de tekening en het dool
hof Deze keer kwam ik er vlug uit Thea Rijken, dank je wel voor je versje
Ik vind het aardig Eïly Hesse, wat een mooie versjes heb je mij gestuurd
meisje! Ik zal ze bewaren, want ik vind ze aardig Dineke Dreeuws, zojuist
ontving ik een tweede briefje van ja Gelukkig dat je het boek hebt ontvangen
Bedankt voor het versje Ik zal proberen er plaats voor te vinden in de J-K,
want zo'n vers heb ik nodig Ja, Dineke, alle jongens en meisjes loten steeds
weer mee Corrie Meyer, zo gauw ik het weet voor Joop, lees je het wel in
de J-K Je oplossing was best, hoor! Tonneke Christophersen, welkom in onze
kring Ben je een jongen of een meisje, Tonneke? Wat verwen je mij al dade
lijk met zo'n mooie tekening Je hebt prachtig postpapier, zeg! —Thea Rijken,
jij wilt Tante Iet maar aan 't raden hebben Gelukkig zijn je raadseltjes niet
zo moeilijk Bedankt, meisje! Gerda Schouten, jammer dat er zoveel bloesems
van de boom zijn gevallen Het is maar te hopen, dat er nu ook geen nacht
vorst meer komt, want die doet ook zoveel schade aan de bloesems Verwen
jij je moeder maar goed op Moederdag Dat heeft zij echt wel verdiend, denk
"7, Jettie Scheuer, ja, jij hebt het echt getroffen met Marion van Lienen
Schrijven jullie elkaar al? Gelukkig wonen jullie niet zo heel ver van elkaar
en misschien kunnen jullie elkaar eens bezoeken in de vacantie Bettie Huis
man. prettig, dat je deze week weer present bent Je hebt zo keurig geschreven
Ella en Ria de Raat, deze week zullen jullie het boek wel ontvangen, denk
ik Weten jullie dat Ria Heertjes ook een nichtje van mij is? Zij doet ook
geiêgeld mee n}£t de J-K van Den Helder Daar staat alles precies hetzelfde
Alleen de beantwoording van de briefjes is voor de kinderen van Den
Helder natuurlijk anders Tiny Goedhart, het schilderijtje, dat jij van de
puzzle maakte, is aardig bedacht Jammer dat je niets van Teresa Terpstra hoort
Het spijt me Tinie Tenkink, ja, nu heb ik een paar buitenlandse postzegels
Jïïïïi* «n aa^dlS Pannetje heb je bedacht voor 9 Mei Ik hoop, dat het mooi
,mne Te§el» voor die postzegels dank ik je hartelijk Je deed mij
,er meeJa< Hanneke, zwemmen'zal je wel bevallen Leer het maar
t! 1s„ I ~"xrDuut, Bak' nu kan lk de Postzegels zenden, hoor!
sfinuï? 7? grappig Van Alie hoorde ik, dat je zo'n mooie foto hebt ge-
stuurd Zij was er heel blij mee Hanneke Boogerd. je hebt er wel 1e best
op gedaan De oplossing was uitstekend, Hanneke Elly Hesse. over 1e raad
seltjes zal ik nog eens nadenken Je hebt het mij deze week niet gemakkeliik
4Ct' Zeigl ?elp mij ook een beetJe? Hans Kaper, je Klas-Koerier heb
Het^fhPnt ri3» g S^'eZen„ ZOlets moest nu op mcei' stolen gebeuren
Het is heus de moeite waard, aardig en leerzaam Hartelijk dank en geluk er
C2 gai 7 AnIYe Zwart, je oplossing was keurig verzorgd
Verscheidene brieven kwamen te laat en ik kon ze dus niet meer beant-
vrtiV rte d6Zt Weeï W1Uen ^llie vcoral om denken dat^fe briefjes
vóór de Zondag verzonden moeten worden? Het is zo Jammer als 1e twee
weken op antwoord moet wachten J l als J"5 lwee
Een nu m#-»r weer tot de volgende week Dag allemaal!
Hartelijke groeten van
TANTE IET
door Jan Dirk van Exter
CoDTrtebi B.O.P.
-ia xf-Ji
Zal nu eindelijk het raadsel van
de politie-agenten, die maar komen
en weer verdwijnen, zonder voet
stappen na te laten, worden opge
lost?
Ja! De inspecteur weet niet o£ hij
woedend of ongelucht moet zijn. Nu
hij is het eerlijk gezegd, allebei.
Opgewonden wenkt hij Rikki om
bij hem te komen.
„Wees maar niet bang Rikki, al
les valt nog erg mee!"
En wat ziet Rikki, als zij dichter
bij komt? Een agent! Ja, maar
één, gemaakt van papier en karton!
„Wat betekent dat?" stamelt ze. Ze
veelt haar knieën knikken.
„Dat betekent, dat betekent
in ieder geval, dat die smokkelaars
waarheid hebben gesproken", zegt
de inspecteur.
„Ja en wat de rest van de opzet is,
daar moeten we nog achter komen".
„Dus denkt U, dat al die agenten
var. karton zijn?" vraagt Rikki
hcopvol. „Maar wie heeft er dan ge
schoten?"
„Ja er moeten er hier ook nog een
Paar rondlopen, die springlevend
zijn", antwoordt de inspecteur.
„Bukken", schreeuwt hij dan, terwijl
hij zelf achter de jeep springt.
De smokkelaars, die nog in het bos
zijn, hebben de naderende jeep op
gemerkt en denkende, dat het hulp
troepen voor hun vijanden zijn, ope
nen zij het vuur.
Rikki duikt achter het stuur ineen
en inspecteur Barendse tast in zijn
binnenzak.
PROGRAMMA VOOR DONDERDAG.
HILVERSUM I 301 m. Nieuwsbe
richten om 8, 1, 6, 8 en 11 uur. -
AVRO 8.15 Klassiek Ochtendconcert
(gr.plt.). 9.15 Morgenwijding. 9.30
Orgelconcert (Pierre Palla). 10.15
Gr. pl. 10.30 Van vrouw tot vrouw.
10.35 Zangklasse 10.50 Kleutertje
luister!! 11.00 Platen die U graag
hoort. 11.30 Het virtuoso sextet.
12.00 Lunchpakket. 12.30 In 't spion
netje. 12.35 Zo klinkt de accordeon
alleen in Frankrijk! 1.15 Metropole
orkest. 2.00 Over Gustav Mahler.
21.10 Eerste synph. (Gustav Mahler).
3.00 Voor zieken en gezonden.
4.00 Een programma van oude Franse
liedjes. 4.20 AVRO's Radio film
krant. 5.00 AVRO Kaleidoscoop.
5.20 Welk dier? 5.30 „The Skymas-
ters". 6.15 AVRO's reportagedienst.
6.30 Ned. Strijdkrachten, 7.00
Stichting 19401945. 7.05 Les gars
de Paris. 8.15 Hoort het omroepor
kest. 8.55 „En eeuwig is de vrijheid"
(hoorspel). 10.10 ,,'t Is in de maand
van Mei". 11.15 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM II 415 m. Nieuwsbe.
richten om 8, 9.30, 1, 7, 8 en 11 uur.
KRO: 8.15 Gr. pl. 8.30 Hoogmis.
NCRV; 9.45 Gr. pl. 10.00 Kerkdienst.
11.30 Gr. pl. 12.00 Ned. Kamer
koor. KRO; 12.15 Kareol Septet.
12.30 Weeroverzicht. 12.33 Vervolg
Kareol Septet. 12.55 Zonnewijzer.
I.20 Omroep Kamerorkest. 1.45 Hors
d'oeuvre. NCRV. 2.00 Toogdagenvan
jeugdbonden. 5.00 Busch strijkorkest.
5.30 Het Philadelphia Symph. orkest.
6.00 Kon. Marinekapel. 6.45
NCRV-kwartet. 7.15 Jeugd treedt
aan. 7.55 Het Bachkoraal. 8.15
Radio Philh. orkest. 9.15 „De vaart
der volken". 9.35 Populaire orgel
bespeling. 10.05 Vrij en blij. 10.30
Symph. Koraalbewerkingen. 10.45
Avondoverdenking. 11.15 Kamer
muziek.
PROGRAMMA VOOR VRIJDAG.
HILVERSUM I 301 m. Nieuwsbe
richten om 7, 8, 1. 6, 8 en 11 uur.
VARA: 7.30 Gr. pl. 8.18 Opera-pro
gramma. 8.50 Voor de huisvrouw.
9.00 Gr. pl. 9.30 Schubert (Gr. pl.)
VPRO: 10.00 Morgenwijding. VA
RA 10.20 Walspotpourri (gr. pl.)
10.30 Voor de vrouw. 10.45 Men
delssohn. 11.00 De Lavartstroomt-
II.00 Licht orkestconcert. (Gr. pl.).
AVRO 12.00 Het Lyra Trio. 12.30
Weerpraatje. 12.33 Sportagenda.
12.38 Piano Romantique. 1.15 Radio
dansorkest. 1.45 Gr.pl. 2.00 Kook-
dienst. 2.20 Danssuite. 3.30 Gr.
pl. VARA. Zang met gitaar. 4.30
Tussen twaalf en zestien. 5.00 Jo-
han Jong (orgel). 5.20 Wij en de
Muziek. 6.15 „De VARA feliciteert".
6.30 Programma voor de Nederland
se strijdkrachten. VPRO om de
bocht. 7.15 Kwartet Jan Corduwener.
VPRO: 7.30 Cursus „Waar is Uw
God?" 7.50 Tien vóór acht. 8.05
Kwintet van Schumann. 8.30 Cur
sus: „Het gezin in de iVereld". VA
RA. 9.00 Men vraagten wij draai
en. 9.30 De Ducdalf. 9.50 „Op
vleug'len van muziek". 10.00 Het
Buitenlands weekoverzicht. 10.15
Swing and sweet from Hollywood.
VPRO: 10.40 „Vandaag". 10.45
Avondwijding. VARA 11.15 Gr. pl.
HILVERSUM II 401 m. Nieuwsbe
richten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur.
NCRV: 7.15 Reveille. 7.45 Een
woord voor de dag. 8.15 Geestelijke
liederen. 8.30 Licht klassiek concert.
9.15 Ochtendbezoek bij onze jongg
zieken. 9.30 Waterstanden. 9.35
Symph. morgenconcert. 10.30 Mor
gendienst. 11.00 Vioolrecital.
11.30 Gr. pl. 12.00 Trio Knibbeler.
12.30 Weeroverzicht. 12.33 Sans souci
1.15 „Euphonia". 1.45 Orphe et
euridice suite. 2.00 De vijf Zapaka-
ra's. 2.20 Van oude en nieuwe
schrijvers. 2.40 Cyclus; „Geestelijke
muziek uit de Baraktjjd".. 3.10 Zang
en spel. 4.00 Dinja Lap - de Wolff
(voordracht). 4.20 Ensemble Loch-
map. 4.40 Philadelphia-orkest. 5.15
Pianoduo. 5.45 Kamerorkest. 6.30
Het evangelie in Esperanto. 6.45
Geestelijke liederen. 7.15 „Neder
land op zee". 7.22 Appèl ex-pol. ge
vangenen. 7.30 Het actueel geluid.
7.45 CMB-kwartier. 8.15 Colle
gium Musicum Amstelodamense.
8.45 „Stanley". 9.30 ,,'t is weer len
te" (Gr. pl.) 10.00 Vragen aan voor
bijgangers. 10.30 Negro spirituals.
10.45 Avondoverdenking. 11.15 gr.pl.
oog!
TJEEDD ADEMA JU
46)
„Weet je wat," zei de makelaar," ga jij dan dadelijk maar even naar boven,
Henk. Ondertussen schenkt Johan een borrel voor ons in en dan eten we
over een kwartiertje. Afgesproken?"
„Natuurlijk. Gaat U niet mee, meneer De Wit?"
„Neen, ik geloof, dat het beter is als je alleen gaat. Hij heeft je blijkbaar
wat te vertellen en als ik er bij ben durft hij misschien niet. Ik kom je over
een kwartiertje wel halen. Hij ligt boven in zrjn eigen kamer. Je weet de weg."
De inspecteur knikte en klopte een ogenblik later op de kamerdeur waar
achter een vrouwenstem riep, dat hij binnen kon komen. Rechtop in zijn bed,
door kussens in zijn rug gesteund, zat Nico De Wit.
Er stond een tafeltje voor hem met enkele vruchten en daarnaast zat
Josientje, het binnenmeisje, dat een boek op haar schoot had waaruit ze de
patiënt blijkbaar had voorgelezen.
„Ah, oom Henk!" riep de jongen, enthousiast de handen naar hem uit
strekkend.
„Nico," zeide de inspecteur glimlachend. „Wat moet ik toch allemaal van
je horen? Wat mankeert er aan, jongen?"
Het meisje had de bezoeker een vriendelijk knikje gegeven en daarop de
kamer verlaten en de inspecteur zette zich op de stoel voor het bed en keek
belangstellend naar zijn kleine vriend. Het gezicht van de altijd zo levens
lustige knaap was smal en strak en de grote, staalblauwe ogen lagen diep
weggezonken in het witte gelaat.
„Ik ben toch zo blij, dat U gekomen is, oom Henk."
Inspecteur Beekman nam het boek, dat Josientje op het bed gelegd had
en bekeek het.
„Heb je een mooi boek, Nico?"
„Fijn, oom. Het is van een jongen, die van huis meegenomen is en dan
komt hy bij een man met honden en een aap en dan
„Vitalis," zei de inspecteur glimlachend.
„Ja, Vitalis heet ie. Kent U dat boek, oom Henk?"
„Natuurlijk," zei de inspecteur en hij bedacht hoe hij „Sans familie" op de
H.B.S. nog eens helemaal in het Frans had moeten lezen.
„Maar weet U wat het is, oom? Josientje leest niet zo erg goed."
„Maar je kunt het toch zelf wel lezen?"
„Ja, maar dat mag ik niet van de dokter. Ik moet stil blijven liggen, om
dat ik zo moe ben. Heeft U de laatste tijd nog moeten vechten, oom Henk?"
„Vechten?" vroeg de inspecteur, wiens gedachten een ogenblik een geheel
andere kant waren opgegaan.
„Ja, met dieven en zo?"
Inspecteur Beekman glimlachte. Het feit, dat hij bij de politie was en een
uniform droeg, maakte hem in de ogen van Nico de Wit tot een romantisch
personage, dat de gehele dag niets anders te doen had dan met dieven en
moordenaars vechten en ze naar de gevangenis slepen.
„Neen, de laatste tijd heb ik het erg rustig gehad."
„Ze durven zeker niet meer, oom."
„Ja, dat denk ik ook. Jij wou toch later ook politieman worden? Dan
moet je zien, dat je gauw beter wordt en dan moet je veel eten en groot en
sterk worden, dan kun je ze allemaal de baas."
„Allemaal niet," zei de jongen nadenkend.
„Ja, natuurlijk, allemaal en als je 't njet alleen kunt dan neem je maar
een paar mannetjes mee."
„Is er nog plaats bij U in 't hok, oom Henk?"
„Je bedoelt in onze cellen. O ja, daar kunnen we er nog wel een paar bij
hebben. Moet ik er misschien een paar voor je pakken?"
„O nee!" rip de jongen verschrikt, „alstublieft niet, oom Henk."
„Maar waarom niet? Je zei toch vroeger altijd, dat ik ze allemaal
„Ja, maar ik wil niet, dat U doodgestoken wordt, net als
„Net als wie?"
„Net ais die meneer, die hier toen op visite geweest is. Wilt U alstublieft
eens even kijken of de deur dicht is, oom Henk en of Josientje niet in de
gang staat, want die mag het niet weten."
De inspecteur stond op, deed de deur open en keek links en rechts het
gangetje af.
„Er is niemand," zei hij geruststellend. „Wat wou je vertellen, Nico?"
„Maar U mag het aan niemand zeggen."
„Afgesproken."
„Ook niet aan vader of tante, want als ze weten, dat ik uit mijn bed ge
weest benZult U het heus niet vertellen?"
„Och wel nee, jongen," zei de inspecteur onder de indruk van het door
vrees vertrokken gezichtje.
„Ikik heb hem gezien, oom Henk."
„Wie heb je gezien?"
„De panterman."
„Wie, wat panterman?" vroeg de inspecteur, zijn stoel wat dichter bij
het bed schuivend.
„De man, die die meneer doodgestoken heeft." -
Inspecteur Beekman zat met een schok rechtop in zijn stoel en staarden-
verrast naar het gezichtje van de jeugdige verteller.
Wist die jongen iets, dat hem op een spoor zou kunnen brengen?
„Dat kan niet, Nico, want je was in je kamer en je had beloofd, dat je
zou gaan slapen."
„Ikik kon niet slapen, oom Henk. Het was zo vreselijk als er ge
schreeuwd werd en ze hadden me verteld, dat er mensen vermoord werden."
„Maar dat was toch alles maar een spelletje."
„Ja, maar daar dacht ik later niet meer aan. 't Was net of 't echt was.
Ik ben stilletjes uit mijn bed gekomen en naar beneden gegaan."
„Waar was je toen?"
„In de gang, achter de parapluiebak, maar ik was op mijn blote voeten,
zodat ze me niet gehoord hebben en ze konden me niet zien."
„En wat zag je in de gang?"
„Er was eerst niemand en 't was er verschrikkelijk donker. Er kwam een
beetje licht uit de deur van het zijkamertje en daar hoorde ik juffrouw
Schaafsma praten met een meneer, maar ik weet niet wie het geweest is.
Er kwam iemand uit het kamertje, die naar de salon ging en toen in
eens
De jongen keek het raam uit en er kwam een blik van ontzetting in zijn
starende ogen.
„Ja, Nico, vertel 't maar. Toen ineens
„Toen stond de panterman naast me."
„Wie is de panterman?" (Wordt vervolgd)