NAAR VASTE
De Wereldkampioenschappen
wielrennen 1948 in Nederland
r
Tante Sabine
J
WIJ SPELEN BRIDGE
Arabisch
De beul van Valkenburg
Een sterke bezetting
~z\
1 Millioen per
minuut
Wij luisteren naar
Eeuwig leven
De dood nü.
EXAMENOPLEIDING
RESA-ARNHEM
m van Boenzel en Jonker Flonker
Eeuwigheid,
Kennen,
Vreugde, liefde, vrijheid.
grijpt in
Plan tot demilit,
van Jeruzalt
In Moskou alle:
Beschuldiging
Radio-Mosk
Drie Hongaren
niet teruc
De aandacht van de Nederlandse sportwereld is op het ogenblik natuurlek
voor het grootste deel gericht op de grote vierjaarlijkse internationale ge
beurtenis te Londen, de Olympische Spelen, Desondanks mag toch nu wel
reeds even belangstelling worden gevraagd voor een ander groot internatio
naal sportfestijn, dat zich over enkele dagen binnen onze eigen landspalen
zal afspelen, n.l. de wereldkampioenschappen wielrennen, welke op Zaterdag
31 Augustus zullen aanvangen en op 29 Augustus zullen eindigen.
Het feit, dat deze wereldkampioenschappen onmiddellijk op de Olympische
Spelen volgen, waardoor reeds vele wielerprominenten uit alle delen van de
wereld zich in West-Europa bevinden, is wel de voornaamste reden, dat de
bezetting van het komende wereldtournooi kwantitatief aanzienlijk groter
is, dan de laatste jaren het geval is geweest. Het staat n.l. nu reeds vast
dat dit jaar ten minste 21 landen met hun meest vooraanstaande renners
vertegenwoordigd zullen zijn, hetzij op 21 en 22 Augustus te Valkenburg
(waar de wegwedstrijden voor amateurs en professionals gehouden zullpn
worden), hetzij te Amsterdam, waar de pistiers op de Stadionbaan elkaar
zullen ontmoeten om de regenboogtrui.
Op dit ogenblik zijn vrijwel alle
namen bekend van degenen, die aan
de wereldkampioenschappen zullen
deelnemen.
Wat deze inschrijvingen betreft
zullen we ons bepalen tot de deelne
mers aan de wegwedstrijden, welke
gehouden zullen worden op hetzelfde
parcours, waarop ook in 1938 door de
Ned. Wielren Unie ter gelegen
heid van haar 10-jarig bestaan de
wereldkampioenschappen werden ge
organiseerd en waarop toen de Belg
Marcel Kint de titel der beroeps-
rijders veroverde en de Zwitser Hans
Knecht die der amateurs, beiden na
een zeer zware strijd, waarin als a.s.
kampioenen gedoodverfde reuzen
van de weg, als Bartali, Vicini, Bini,
Bizzi, Umbenhauer en Maye, roem
loos ten onder gingen, wijl de Cau-
berg, die de naam van „de beul van
Valkenburg" verwierf, nog meer
meedogenlops bleek te zijn dan ve
len hadden verwacht.
Diezelfde Cauberg zal ook nu weer
de hoogste eisen stellen aan de klim-
capaciteiten van de amateurs, die hem
22 maal zullen moeten beklimmen en
van de beroeps-rijders, die er 28 maal
tegen omhoog moeten worstelen, resp.
over een totale afstand van 220 en 270
km.
Tot dusverre mochten aan de wed
strijden op de weg -van elk land slechts
vier renners aan de start verschijnen.
Dit was wel een grote handicap voor
de sterke wielerlanden, die uit een
groot arsenaal van krachten kunnen
putten en daarom heeft de Int. Wieler
bond, de UCI, in haar jongste congres
dan ook besloten aan dit bezwaar eni
germate tegemoet te komen, door het
aantal deelnemers aan de wegwedstrij
den van dit jaar af vast te stellen op
zes man per land, hetgeen de beteke
nis van de strijd om de titel in niet
onbelangrijke mate ten goede kan ko
men.
Frankrijk zal dit jaar zijn keuze ma
ken uit de beroepsrijders Marcelack,
Lapebie, Bobet, Le Strat, Teisseire, La-
zarides, Caffi en Thietard, waaronder
krachten schuilen, die ook dit jaar
weer naam hebben gemaakt in de
Tour de France en andere klassiekers.
Bij de amateurs zal Frankrijk een keus
maken uit Beyaert, Colliot, Dupont,
Hureaux, Moineau, Rouchet, Douffe-
teau en Varnajo.
De Luxemburgers zullen aan de start
verschijnen met een aantal renners,
wier namen reeds een goede klank in
Nederland hebben gekregen door hun
prestaties in de eerste ronde van Ne
derland. die in Mei j.l. met zoveel
geestdrift door het publiek werd ge
volgd: Goldschmidt, Kirchen, Diede-
rich, Clemens, Kemp, Biver en Acker-
mann. Van de Luxemburgse amateurs
noemen we Bintz, Ernzer, Keilen,
Goedert, Scheer en Polfer.
De Zwitsers, die weer tot zeer ern
stige gegadigden voor de titel moeten
worden gerekend, wijl zij in hun land
ook over parcoursen beschikken, welke
veel gemeen hebben met het traject te
Valkenburg (men vergelijke het par
cours, dat in 1946 te Zürich voor het
wereldkampioenschap werd gebruikt)
komen ook nu weer met een sterke
ploeg voor de dag. Zij zullen hun keus
maken uit de beroepsrijders Kübler,
Aeschlimann, Lang, La Franchi, Som-
mer, Tarchini, Plattner en Croci Torti.
Voor het amateurnummer schreven zij
in met Bollier, Reiser, Schenk, Heidel-
berger, Brun, Rossi, Spühler en Per-
renoud.
De Italianen hebben nog niet de na
men gemeld van hun beroepsrijders,
waartoe vrij zeker zullen behoren Gino
Bartali en Coppi. Wel zijn de deelne
mers aangewezen voor de wegwed
strijd der amateurs, t.w. Ferrari, Pe-
droni, Fanti, Isotti, Barozzi, Scolari,
Petrucci en Doni.
De Belgen brengen sterke troeven in
het veld en onder de vertegenwoordi
gers van onze Zuiderburen bevinden
zich renners, die in de pas geëindigde
Tour de France grootse prestaties heb
ben geleverd, kerels als Lambrecht en
Impanis, in wie men nu reeds moge
lijke winnaars van de Tour 1949 ziet.
Verder heeft België ingeschreven met
Buysse, Ockers, Schotte, Sterckx, Du-
pon en Van Steenbergen. Het Belgische
amateurteam bestaat uit Decock, Evens,
Lerno, Lossie, Marechal, Wouters, v.
Roosbroeck en Delathouwer.
Oostenrijk wordt bij de profs verte
genwoordigd door één man, n.l. Swo-
boda, die niet tot de kanspaarden mag
worden gerekend, evenmin als de Pool
Kaloinski of de Britten Summers en
Bloomfield.
DE NEDERLANDSE PLOEG
Tenslotte de Nederlandse ploeg,
waarin als kopman start Theo Middel
kamp, die verleden jaar in Reims voor
de eerste maal in de geschiedenis voor
Nederland de wereldtitel bij de profs
verwierf. Middelkamp was ook reeds
in 1938 op hetzelfde parcours een van
onze beste troeven, doch hij sprong
toen wat roekeloos om met zijn krach
ten, waardoor hij kansloos uit de strijd
raakte. Naast Middelkamp moet on
middellijk worden genoemd Gerrit
Schulte, die dit jaar op de Cauberg
met zoveel macht het kampioenschap
van Nederland verwierf, die ook in
1938 een zeer belangrijke rol speelde,
doch door een lekke band werd uitge
schakeld. Schulte heeft dezer dagen 'n
val gemaakt, waarvan hij op het ogen
blik nog niet geheel hersteld is, maar
met nog een tweetal weken voor de
boeg heeft hij nog gelegenheid zich te
herstellen. Het zou stellig voor onze
nationale ploeg een zeer ernstig ver
lies zijn, indien de Bossche reus, die de
Fransen eens „le fou pedalant" noem
den hetgeen als een erenaam moest
worden opgevat aan de kant zou
moeten blijven staan. Voorts telt de
Nederlandse ploeg Jef Jansen, die ver
leden jaar zoveel bijdroeg tot de over
winning van Middelkamp en die, even
als in 1947, ook nu weer juist de Tour
de Franc heeft uitgereden. Dan zien we
nog de Limburgers Lambrichs en Sijen,
beiden renners met goede kwaliteiten,
die het parcours door en door kennen
en de in België wonende Frans Pau
wels, die op de Cauberg steeds goed
naar voren is gekomen. Bij de reserves
staan Cor Bakker en Gerrit van Beek.
Tengevolge van de zeer ongunstige
weersomstandigheden vóór de inval
van de zomer, is helaas belangrijke
vertraging ontstaan in de verbetering
van het parcours, zodat een der vaste
bruggen, welke geheel vernieuwd zou
worden, niet op tijd gereed kan zijn.
Hierin is echter tegemoet gekomen
door het leggen van een Baileybrug ter
lengte van 65 meter, waartoe de mili
taire overheid belangrijke steun heeft
gegeven.
In een Parijse kunstzaal is een
sensationele verkoping gehouden.
De grootste taxeermeesters van
Parijs, bijgestaan door de kundig-
ste experts, waren belast met de
verkoop van enige meesterwerken.
Een Corot werd verkocht voor
meer dan ly2 millioen Franse
francs. De hoogste biedingen wer
den gedaan op een Degas, „la
dame en gris", en op een Renoir,
„Jeune fille lisant", die respectie
velijk 9 millioen en 9.050.000 op
brachten.
De verkoop, die niet langer dan
twintig minuten duurde, bracht 28
millioen Franse francs op.
PROGRAMMA VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 6 8 en 11 uur VARA: 6,15 De Olym
pische Sepelen te Londen 7,00 Artis
tieke staalkaart VPRO: 7,30 Wie komen
er in Augustus in Amsterdam en wie niet?
7,45 Vijftig jaren godsdienstig leven
VARA: 8,05 Dingen van de dag 8,15
De winkel van Sinkel 9,15 Socialistisch
commentaar 9,3o Weekend-orkest
10,00 Beroemde opera-aria's 10,30 De
Olympische Spelen te Londen 11,15
Amerikaanse en Engelse orkesten
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8 en 11 uur KRO: 6,00 Licht piano
spel 6,15 Journalistiek weekoverzicht
6,30 Voor de Strijdkrachten 7,15 Cau
serie 7,30 The inkspots 7,45 Uitzen
ding voor de Nederlanders in Duitsland
8,05 Gramofoonmuziek 8,12 Grama-
foonplaten 8,20 Lichtbaken 8,50 Opera
muziek 9,30 Het vacantie-cabaret"
10,00 Weekend-serenade 10,37 Actuali
teiten 10,45 Avondgebed 11,20 Omroep
orkest
PROGRAMMA VOOR ZONDAG
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA, 8,18
Gramofoonplaten 8,30 Voor het platte
land 8,40 Zondagmorgenmelodieën
9,12 Postduivenberichten 9,15 Men
vraagt.... en wij draaien 9,45 Geeste
lijk leven VPRO: 10,00 .Profeten en
apostelen" 10,30 Kerkdienst 11,45 Tus
sen kerk en wereld AVRO: 12,00 Sidney
Torch dirigeert 12,30 De Zondagclub
12,40 Dordrechts Mannenkoor 1,20 Het
divertimento orkest 1,55 Uit operettes
van Johan Strauss 2,05 Boekenhalfuur
2,30 Het Residentie-orkest 4,20 Gramo
foonmuziek 4,40 Avro's reportagedienst
met sportflitsen VPRO: 5,00 De Ned
Herv kerk in Drente VARA: 5,30 Am
sterdamse Accordeon-vereniging 5,45
Sport 6,15 De orkesten van Ray Ventura
en Ambrose 7,00 Uit schuim werd goud
geboren 7,30 Stravida-sextet AVRO:
8,05 Avro's reportagedienst met actuali
teiten 8,15 Operette-concert 9,10 Ver
driet gaat voorbij 9,40 ,,The Roman
cers" 10,15 ,,De verzoeking" 10,30
Muziek 11,15 Gramofoonplaten
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 8, 9,30, 1? 7,30 en 11 uur NCRV: 8,15
Pianoconcert 8,30 Kerkdienst KRO:
9,45 Nederlands Kamerkoor 9,55 Inlei
ding Hoogmis 10,00 Het 40-jarig pries
terfeest van Zijne Eminentie Johannes
Kardinaal de Jong 11,30 Gramofoonpla
ten 12,03 Klein instrumentale soli
12,15 Apologie 12,35 Het orkest zonder
naam 1,20 Het orkest zonder naam
(vervolg) 1,40 ,,Spineuza" 2,00 Muziek
2,25 Kamermuziek 3,30 Katholieke
Volkspartij 3,40 Muzikale tombola
4,10 40-jarig priesterfeest 4,25 Vespers
NCRV: 5,00 Kerkdienst 6,30 Voor de
Strijdkrachten 7,00 „Oude Psalmen in
een nieuwe tijd" 7,15 Bladzijden uit
mijn Indisch dagboek, door ds J C Ko
ningsberger KRO: 7,45 Gramofoonplaten
7.50 In 't Boeckhuys 8,05 Gramofoon
muziek 8,12 Klein orkest 8,45 Muziek
9,40 Johnnu Ombach )viool), Willy
Francois (piano) 10,00 Het NBC-Sym-
phonie-orkest 10,37 Actualiteiten 10,45
Avondgebed 11,15 Gramofoonplaten
PROGRAMMA VOOR MAANDAG
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur AVRO: 8,15
The Melachrino Strings 8,45 Het BBC-
Schota orkest 9,15 Morgenwijding
3,35 Arbeidsvitaminen 10,30 Van vrouw
tot vrouw 10,35 Gramofoonplaten 11,00
Op de Uitkijk 11,15 Kamermuziek
12,00 Het Lyra-trio 12,33 In 't spionne
tje 12,38 Pierre Palla (orgel) 1,20 Sid
ney Torch dirigeert 1,50 Muziek 2,00
Hans Mackenzie (fluitó Debora Land
(pianoj 2,30 „Wat gaat er om in de we
reld?" 2,45 Gramofoonplaten 3,00
„Bonbonnièrre" 4,00 „Tante" 5,00
Middag-rhythme 5,30 Hoort, zegt het
vcort 5,45 Gramofoonplaten 6,20 The
Skymasters 6,45 Gramofocmmuziek -
7,20 Gesprek met de heer Robert de
Roos, cultureel attaché in Parijs 7,30
Jan Hoek, strijk-trio 8,05 Minister Drees
over het Fonds voor de Kankerbestrijding
8,15 John Renova and His Music 8,45
„In de maalstroom" 9,10 Frans Lehar-
melodieën 10,00 Ongezonde lectuur
10,15 Dolf van der Linden en zijn Me-
tvopole-orkest 10,45 Muziek 11,15
Gramofoonplaten 11,45 Ella Fitzgerald
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV: 8,15
Te deum laudamus 9,00 Gramofoonpla
ten 9,15 Ochtendbezoek bij onze jonge
zieken 9,30 Bonte mengeling (gr pl)
10,15 Sonate 10,30 Morgendienst 11,00
Laskische dansen 11,20 „Van oude en
nieuwe schrijvers" 11,40 Piano-recital
12,10 Bekende orkestplaten 12,33 Mu-
sando-trio 1,15 „Mandolinata" 1,45
Kinderkoor 2,00 Vacantie-vertellingen
voor de jeugd 2,30 Zang-recital door
Johan van der Ploeg 3,00 BBC Northern
Orchestra 3,30 Piano-duo 4,00 Bijbel
lezing 4,45 Concerto Grosso 5,00 Het
kieuterklokje klingelt 5,15 Het Concert
gebouw-kwintet 5,45 Oom Jan reist door
Indonesië 6,00 De vijf Zapakara's 6,15
Sportrubriek 6,30 Voor de Strijdkrach
ten 7,15 Onder de NCRV-leeslamp
7,30 Het actueel geluid 7,45 Drie
honderd jaar groei van ons nationaal be
wustzijn Zijne Excellentie minister Drees
spreekt over het Nationaal Huldeblijk aan j
H M de Koningin 8,15 Zomer-avondcon-
cert 8,45 Over „Zeeslepen" 9,05 Span-
gens koor 9,45 Beiaardconcert 10.15
Met band en plaat voor U paraat
CR ZIJN TWEE DINGEN, die wij
graag naar een verre toekomst ver
schuiven, te weten de dood en het
eeuwig leven. De dood, zo zegt men,
is "het éind van het aardse leven; en
een ieder wenst die dood voor zich
nog zo ver mogelijk verwijderd. Het
eeuwig leven, zo het er is, strekt zich
dan uit nü de dood.
Het valt niet te ontkennen, dat in
deze gedachtengang een zeer groot stuk
waarheid schuilt. Het eeuwig leven, zo
het er is, is in werkelijkheid een groot
heid, die pas volledig openbaar wordt
na de dood, na het einde van dit leven.
Het stuk waarheid van deze traditione
le opvatting wil ik hier niet in twijfel
trekken. Ik wil aan deze waarheid
slechts een andere toevoegen. Namelijk
deze: dood en eeuwig leven zijn ook
grootheden, wier realiteit wij nu, op
dit ogenblik ervaren of kunnen erva
ren. Dit laatste is het, wat ik u duide
lijk wil maken.
TN ONZE TAAL bestaan twee karakte-
ristieke uitdrukkingen: zich dood
vervelen, en zich dood ergeren.
In de verveling wordt de tijd de mens
tot iets dodelijks. De tijd wordt een
leegte, een gaping, een hol niets, een
vacuum dat door niets kan worden wor
den overwonnen. De tijd wordt hier een
monster, dat van geen wijken weet.
Doel en zin van het leven zijn in de
verveling volkomen zoek geraakt.
Bij ergernis geeft alles aanstoot. Elke
XLIII
Twee interessante slamspellen.
Wij geven U hieronder twee aardige
slamspellen, die gij eens goed moet
bekijken. Op het eerste spel, waarvan
hieronder eerst de kaartverdeling
volgt, moet Zuid na uitkomst door
West met sch. 9 groot-slam harten
proberen te maken.
S. h-v-b
H. h-8-5
R. b-9-5-4
KI. 7-6-2
S. 9-8-7-6
H. 7-4-3
R. v-7-3
KI. v-8-5
S. 5-4-3-2
H. 6-2
R. 10-8-6
KI. b-10-4-3
S. a-10
H. a-v-b-10-9
R. a-h-2
KI. a-h-9
Zuid speelt 7-harten. West komt op
met sch. 9. Hoe maakt gij dit spel
2e spel. De kaartverdeling is:
S. 6-5-4-2
H. 9-5-3
R. v-5-4-2
KI. 4-3
S. 10-9-8 S. v-7-2
H.H. 10-8-6
R. a-b-8-6-3 R. 10-9-7
KI. v-b-10-8-7 KI. 9-6-5-2
S. a-h-b
H. a-h-v-b-7.4-2
R. h
KI. a-h
Zuid speelt op dit spel 6-harten.
West komt uit met klaver vrouw.
Hoe kan Zuid dit spel maken?
In onze volgende rubriek komen w(j
op deze spellen terug!
Handelswetanschappen-Wiskunda
Bekende Schriftelijke Cursus)
41. „Hemeltje lief", riep Jonker Flon
ker onthutst toen ie met de blauwsatij-
nen dame in z'n armen het huisje was
binnengestapt. „Dat zijn gee> mensen,
dat zijn poppen.Maar hij kon geen
woord verder meer uitbrengen, want
overal om zich heen, op stoelen tegen
de wanden, zag ie allemaal doodstille,
ouderwets aangeklede dames en heren,
die met starende ogen dwars door hem
heen keken. Het tere muziekje in het
speeldoosje was blijven doorpingelen.
„Zeur niet", bromde Gerardus, terwijl
ig een verstarde heer in een rose zijden
jaket in een leunstoel hees. „Zet haar
maar neer op dat bankje bij de thee
stoof. En kras dan op alsjeblieft
Door jullie heb ik vergeten m'n poppen
op te winden.
Jonker Flonker was over z'n eerste
schrik heen. „Hahahalachte hij
luidruchtig. „Wat een krankzinnig ge
zicht.
Gerardus kwam langzaam overeind.
„Schiet op", hijgde hij met een hese
stem. „Lach mij uit. Mij, met m'n
bochel en m'n vieze neus. Ik heb me
zelf niet gemaakt. Maar die poppen heb
ik wel zelf gemaakt; daar blijf je van
af. Ik weet wat ze waard zijn. Ik ken
alle radertjes in hun binnenste. En
's avonds, als ik er pleizier in heb, dan
wind ik ze op. En als ik dan spreek
over de sterren, de zon en de maan,
dan luisteren de heren aandachtig naar
me en de dames lachen me vriendelijk
toe en als we dan in een goeie stem
ming zijn dan maken we een dansje
samen. Waarom zou ik ook niet eens
pleizier mogen hebben, net als een ge
woon mens?"
„Meneer Gerardus". zei Boenzel snel.
„We zijn practisch al weg.» Maar zegt
U ons even gauw. Hebt U vanmorgen
van Slaffer drie Edammer kazen ge
kocht
„Drie echte antieke Edammer kazen",
vulde Jonker Flonker aan.
persoon, elke gebeurtenis wekt wre
vel. Wie zich ergert is prikkelbaar.
Niets en niemand kan hem benaderen.
Alles wordt weggestoten, en voor zin
loos verklaard.
Zich dood vervelen en zich dood erge
ren. Onze taal is hier uiterst duidelijk:
in de verveling en in de ergernis spreekt
de dood; en hij spreekt nü.
Ik noem in dit verband nog een derde
moment, de angst. De bizondere angst
die ik hier op het oog heb, is de angst
voor de engte van het leven. Elk le
ven, dat van u en mij, is een be
nauwd cirkeltje dat bij de geboorte z'n.
begin en bij ons sterven zijn eind vindt.
Binnen dat cirkeltje, dat naar tijd en
ruimte maar zeer beperkt is, zijn wjj
als in een gevangenis opgesloten. Opge
sloten met een (beperkt) kapitaal aan
guldens en geestelijke vermogens. Onze
idealen reiken weliswaar verder dan de
gevangenis van ons leven. Maar ieder
kent de beperktheid van zijn eigen ver
mogens. De levenscirkel is eng. Engte
beangst. Ook in deze angst spreekt de
dood. En hij spreekt nü.
J)E EEUWIGHEID stelt men zich
meestal voor als een kwantiteit, als
tijd na tijd, en ruimte na ruimte. Een
wiskundig beeld kan dit kwantitatieve
eeuwigheidsbegrip verduidelijken.
Neem het getal 2. Verhef dit tot de
tweede macht: dan wordt het 4. Verhef
dit weer tot de tweede macht: dan
wordt het 16. Verhef dit weer tot de
tweede macht. Enz. enz. Hoe lang is
het mogelijk met dit spelletje door te
gaan? Zo lang men wil. Principieel is
er geen eind aan. Want elk getal kan
je steeds weer met zichzelf vermenig
vuldigen. Zo iets zou dan ook de eeu
wigheid zijn: even groot als de voort
durende kwadratering.
Dit kwantitatieve eeuwigheidsbegrip
heeft mij altijd bang gemaakt. Je kunt
bang zijn voor de engte, maar ook voor
de ruimte. Bij dit eeuwigheidsbegrip
krijgt men ruimtevrees. Maar eeuwig
heid is dan ook niet, of niet allereerst,
een kwantitatief begrip, maar een kwa
litatief begrip. Een berg in Zwitser
land is een kwantiteit. Een vogel die
daarover vliegt en zo de massiviteit
en de kolossale zwaarte van de berg
overwint is een kwaliteit. Kwantiteit
kan men meten; kwaliteit is pricipi-
eel onmeetbaar.
Zo is eeuwig leven niet het in ruimte
en tijd oneindige leven, maar het kwa
litatief andere leven. Het leven, dat
met de machten van de dood, met
angst, verveling en ergernis niets ge
meen heeft.
DZ NU is eeuwig leven, zo zegt de
bijbel, dat zij U, God, kennen, en
Jezus Christus die gij gezonden hebt.
Dat God het kwalitatief andere leven,
het eeuwige leven, bezit, dat staat vast.
Dat ook Jezus Christus dit eeuwig
heidsleven heeft, ook dat is zeker. Want
de zin van het leven van Christus valt
niet met meetbare maatstaven te me
ten binnen de levenscirkel van de 33
jaar, die hij in Palestina leefde.
Wie nu God en Christus „kent", zegt
de bijbel, heeft deel aan dat kwalita
tief andere leven. Het woord „kennen",
dat hier gebruikt wordt, heeft met enig
intellectualistisch zich op de hoogte
stellen van dit of dat niets van doen.
„Kennen" is in een intieme, strikt per
soonlijke relatie staan tot een ander
persoon. In deze zin „kennen" een man
en een vrouw elkaar. Zij delen elkaar
mee van hun meest intieme geestelijk
en lichamelijk bezit. Zo wil God, zo wil
Christus door de mensen „gekend"
worden. In dit „kennen" geeft God in
Christus zijn leven aan ons. Na het
sterven. Maar ook reeds nu. Zoals de
dood reeds nu spreekt, zo openbaart
zich door Christus ook nu reeds een
eeuwig, kwalitatief ander leven.
^)IE GELOOFT, wie Christus „kent",
voor wie de woorden God en Chris
tus geen klanken, maar wezenheden
zijn, voor hem is de dood voor een
stukje overwonnen. Kan een gelovige
zich nog vervelen, en doelloos het le
ven instaren? Nooit! Want hij kent de
vreugde van een ander leven! Kan hij
zich nog ergeren?. Neen! Want de lief
de, die Christus toonde voor ieder
schepsel, zal hij doorgeven aan ande
ren! Zal hij ig bang zijn in zijn enge
levensruimte? Neen! Want Christus
heeft hem in de vrijheid van het eeu
wig leven geplaatst!
Zo kan het eeuwig leven een reali
teit worden in dit leven. Zo kan reeds
nu een triomf worden behaald op de
machten van het niets, op de gaping
van de zinloosheid, op de angst voor 't
ledige.
ROMAN
VAN MARIA SAWERSKY -
21.
Hij las de brieven van Irene en
Beate nog eens over.
Hoe zouden die meisjes er nu toch
wel uitzien? dacht hij. Eigenlijk een
dwaze vraag! Irene zou natuurlijk knap
en Beate evenzo lelijk zijn, wat haar
uiterlijke verschijning betrof. Maar
van de karakters van het -tweetal wist
hij totaal niets. En dat was toch eigen
lijk ook nogal belangrijk.
Mengelberg verzonk in diep ge
peins, maar plotseling floot hij zacht
jes voor zich heen. En ietwat zonder
ling plan was daar plotseling bij hem
opgekomen en hij was er natuurlijk
helemaal de man naar om een zonder
ling plan ook ten uitvoer te brengen.
„Dat doe ik", grinnikte hij. „Dat is
een lumineus idee. Ik zal ze allebei
gauw genoeg herkennen van de foto's,
die ik van haar heb. Maar die jonge
dames weten natuurlijk niet, hoe ik
er uitzie. Dat is reusachtig!"
De kapitein ging naar zijn slaap
kamer, riep zijn factotum en keek met
deze zijn garderobe eens door. In een
kast vonden ze al spoedig, wat de
kapitein nodig had. De oude heer neu
riede van louter voldoening een oud
matrozenliedje. Maar Peter trok zijn
neus op. Dat twee jongedames in dit
vr ijgezellenhuis haar intrek zouden
nemen, beviel hem helemaal niet.
Hoe ouder mannen worden, hoe gek
ker, dacht hij. En de kapitein maakte
daarop geen uitzondering. Ik ben be
nieuwd, hoe die geschiedenis afloopt.
En als die vrouwenmensen soms moch
ten denken, dat ik met m'n oude bot
ten om haar heen ga lopen springen
om ze te bedienen, dan vergissen ze
zich. Ik wil m'n rust hebben! Dat ik
af en toe met Emma van hiernaast
ruzie maak. is al opwindend genoeg
voor me. Ik zou niet weten, waarvoor
het dient, dat jonge spul hier in huis
te halen.
Peter voorzag moeilijkheden en die
zouden ook inderdaad niet uitblijven.
Irene had van oom Jules' geld eigen
lijk wat willen overhouden om een
toeslagkaartje voor de tweede klasse
te kunnen kopen, want dat zij derde
moest reizen, was wel verre beneden
hrar waardigheid.
Helaas echter was het bij dit goede
voornemen gebleven, omdat zij het
geld voor allerlei kleinigheden nodig
bad gehad. Ze bezat nu vrijwel niets
meer.
„Geef mij nog wat geld, mama", be
delde ze, toen mevrouw Larsen haar
naar de trein bracht, maar deze
schudde het hoofd.
„Onmogelijk, Irene. Je weet zelf,
hoe slecht ik bij kas ben. Bovendien
zal je bij oom Jules alles krijgen, wat
je nodig hebt".
„Maar tot zolang moet ik toch maar
in die afschuwelijke derde klas blij
ven zitten, mama".
„Kom, kom, zó ver is het niet. Ik
moet zuinig zijn. Mina heeft haar loon
ook nog niet gehad".
Derhalve moest Irene wel, of ze wil
de of niet, met de gehate houten ban
ken genoegen nemen, toen zij samen
over het perron liepen en in de reeds
gereed staande trein naar een niet te
volle coupé zochten.
„Alsjeblieft niet daar, waar mannen
met stinkende pijpen of sigaren zit
ten", verzocht Irene.
Na lang zoeken vonden ze tenslotte
een niet-rook-coupé, waarin slechts 'n
enkele dame had plaat* gen" -
Het was Beate Mengelberg. En hier
verwaardigde Irene zich in te stappen.
Natuurlijk herkenden noch mevrouw
Larsen, noch haar dochter het jonge
meisje, dat zij sinds haar prille jeugd
niet meer hadden gezien. De kruier
deponeerde Irene's elegante lederen
handkoffer naast het bescheiden, rie
ten reismandje van Beate. Aan het
handvat van de koffer was een étui
bevestigd, waarin een visitekaartje
met de naam Irene Larsen.
Beate las het, toen zij toevallig om
hoog keek en het gaf haar een schok.
Die elegante, jonge reisgenote was
dus haar nicht!
Moeder en dochter namen intussen
hartroerend afscheid.
„Zal je vooral gauw schrijven, Irene?"
„Zodra ik weet, wat die vervelende
ouwe kerel met zijn invitatie beoogt,
hoort u van me, mama".
Die vervelende, ouwe kerel was oom
Jules. Beate constateerde het' met
schrik. Daarop zette de trein zich in
beweging.
Irene richtte zich, zonder haar reis
genote ook maar met een blik te ver
waardigen, zo huiselijk mogelijk in.
Uit een handkoffertje nam ze een ge-
iilustreerd tijdschrift, een flesje laven
del, vruchtenpastilles en een paar
handschoenen, die ze over haar zorg
vuldig gemanicuurde handen aantrok.
Daarna verdiepte ze zich kwasi in
haar lectuur, maar over de rand van
het tijdschrift heen ging haar blik
naar Beate.
Deze glimlachte slechts, wat Irene
irriteerde.
„Mag ik misschien vragen, waai- u
zo'n, plezier over hebt?" wendde ze
zich met een hautain gebaar tot het
jonge meisje tegenover haar.
„Over het toeval", antwoordde Bea
te „Ik vind het werkelijk vermake
lijk, dat ik hier, na zovele jaren, plot
seling tegenover m'n eigen nicht zit".
„Ik begrijp u niet
„Mijn naam is Beate Mengelberg".
Irene Larsen liet verbaasd het tijd
schrift zakken.
„Ach", zei ze, „dat is inderdaad al
heel toevallig! U bent dus Beate. Ja,
nu herken ik u ook aan uw gezicht.
Maar eigenlijk moest ik dan ook
„jij" zeggen
„Als kinderen hebben we elkaar in
ieder geval getutoyeerd, maar dat is
lang geleden".
Irene nam haar nicht eens goed op.
Waarachtig dat was Beate. En ze
was nog net zo lelijk als toen ze nog
een kind was. Misschien zelfs nog le
lijker, omdat ze zo onmogelijk ge
kleed was en bovendien zulke armoe
dige bagage bij zich had. Ze maakte
wel een zeer povere indruk en eigen
lijk had deze toevallige ontmoeting dan
ook iets pijnlijks. (Wordt vervolgd)
BUREAU
ADMINISTRATIE
Voordam 9 - Tel. 332
REDACTIE
Achterdam 20 - Telef. 221
Postgiro 187294
Directie:
J. BIJLSMA en C. KRAI
De acht en twintig-jarig
eerste Arabier, die „Britl
heeft, heeft openlijk verkl
In zijn geboorteplaats A
zalem, hebben vijftien Ai
om Joessef voor zijn dien:
De Arabieren hebben
in twaalf punten een pla
ceerd tot demilitarisatie
zalem. Zij stellen voor
aantal op gelijke wijze
Arabieren en Joodse po!
tezamen met garden der
de grens tussen twee se
de stad te laten patrou
Demilitarisatie wordt
genoemd „een middel oi
normale toestand en de
ante terug te keren".
De Arabieren vragen or
ve van „geroofde roerei
ren" of een overeenkoms
pensatie en geven hun g
aan het verstrekken van
zakelijkste niet-militaire
aan de Joden onder contro
V.N., Arabieren en Joden.
Volgens het plan zullen
en Joden hun eigen gebied
terwijl de V.N. de gem<
lijke belangen behartig
electriciteits- en wateri
telefoondienst en afwater!
ken aan heilige plaatsen
vastgestelde tijden en vooi
gesteld aantal personen o
leiding van personeel der
oorloofd zijn.
Het plan, dat niet de offi
wijze van Transjordanië
woordigt, aldus is officie
deeld, is door graaf Bert
Solh, vertegenwoordiger d
sche Liga, en kolonel D.
bevelhebber van het Arabi
in het gebied van Jeruzali
ken.
Heden nieuwe besj:
Men verwacht, dat de vi.
king tussen de drie westelijl
woordigers en Molotof hedi
den gehouden.
De Amerikaanse minister
ger, Kenneth Royall, heef!
dat de Amerikaanse Regeri;
zou laten dwingen tijdens
diplomatieke besprekingen
Wij hebben het recht in Be
ven, zo zeide hij, en goedert
neel van en naar de stad t<
Ondanks het gebeurde ware
kanen echter bereid de in 1
elders gerezen problemen
openhartig te bespreken.
Officieel is te Moskou n
dat Zaterdagavond geen
van de drie westelijke afg
met Molotof plaats heeft,
wordt omschreven met de v
les rustig".
Volgens een uitzending
sisch van Radio Moskou he
re West-Europese landen" g
dragen gesloten met de V.
volledige tekst van de oor
Amerikaanse ontwerpen va
rale verdragen inzake de 1
het plan-Marshall in is opg
De regeringen, die de:
overeenkomst hebben getek
zich verplicht te zorgen vo(
len in het binnenland, opda
van de Amerikaanse eise
deerd zij, aldus Radio Mos
Drie leden van de Hongi
poloploeg, die aan de Olyn
len heeft deelgenomen, he
gerd naar hun land terug 1
Britse regering heeft .hun
zich in Engeland te vestige:
In sportkringen gelooft i
voorbeeld van de drie H
volgd zou kunnen worden
athleten van landen achter
Gordijn, die zich nog in 1
vinaen.
Twee leden van de Tsje<
ploeg hebber) eveneens toes
vraagd in Engeland te mog
De drie Hongaren, stu
tussei, de 20 en 25 jaar oud
het Britse ministerie van
zaken toestemming hebben
politieke uitgewekenen in
blijven.