NAAR VASTE De Wereldkampioenschappen wielrennen 1948 in Nederland r Tante Sabine J WIJ SPELEN BRIDGE Arabisch De beul van Valkenburg Een sterke bezetting ~z\ 1 Millioen per minuut Wij luisteren naar Eeuwig leven De dood nü. EXAMENOPLEIDING RESA-ARNHEM m van Boenzel en Jonker Flonker Eeuwigheid, Kennen, Vreugde, liefde, vrijheid. grijpt in Plan tot demilit, van Jeruzalt In Moskou alle: Beschuldiging Radio-Mosk Drie Hongaren niet teruc De aandacht van de Nederlandse sportwereld is op het ogenblik natuurlek voor het grootste deel gericht op de grote vierjaarlijkse internationale ge beurtenis te Londen, de Olympische Spelen, Desondanks mag toch nu wel reeds even belangstelling worden gevraagd voor een ander groot internatio naal sportfestijn, dat zich over enkele dagen binnen onze eigen landspalen zal afspelen, n.l. de wereldkampioenschappen wielrennen, welke op Zaterdag 31 Augustus zullen aanvangen en op 29 Augustus zullen eindigen. Het feit, dat deze wereldkampioenschappen onmiddellijk op de Olympische Spelen volgen, waardoor reeds vele wielerprominenten uit alle delen van de wereld zich in West-Europa bevinden, is wel de voornaamste reden, dat de bezetting van het komende wereldtournooi kwantitatief aanzienlijk groter is, dan de laatste jaren het geval is geweest. Het staat n.l. nu reeds vast dat dit jaar ten minste 21 landen met hun meest vooraanstaande renners vertegenwoordigd zullen zijn, hetzij op 21 en 22 Augustus te Valkenburg (waar de wegwedstrijden voor amateurs en professionals gehouden zullpn worden), hetzij te Amsterdam, waar de pistiers op de Stadionbaan elkaar zullen ontmoeten om de regenboogtrui. Op dit ogenblik zijn vrijwel alle namen bekend van degenen, die aan de wereldkampioenschappen zullen deelnemen. Wat deze inschrijvingen betreft zullen we ons bepalen tot de deelne mers aan de wegwedstrijden, welke gehouden zullen worden op hetzelfde parcours, waarop ook in 1938 door de Ned. Wielren Unie ter gelegen heid van haar 10-jarig bestaan de wereldkampioenschappen werden ge organiseerd en waarop toen de Belg Marcel Kint de titel der beroeps- rijders veroverde en de Zwitser Hans Knecht die der amateurs, beiden na een zeer zware strijd, waarin als a.s. kampioenen gedoodverfde reuzen van de weg, als Bartali, Vicini, Bini, Bizzi, Umbenhauer en Maye, roem loos ten onder gingen, wijl de Cau- berg, die de naam van „de beul van Valkenburg" verwierf, nog meer meedogenlops bleek te zijn dan ve len hadden verwacht. Diezelfde Cauberg zal ook nu weer de hoogste eisen stellen aan de klim- capaciteiten van de amateurs, die hem 22 maal zullen moeten beklimmen en van de beroeps-rijders, die er 28 maal tegen omhoog moeten worstelen, resp. over een totale afstand van 220 en 270 km. Tot dusverre mochten aan de wed strijden op de weg -van elk land slechts vier renners aan de start verschijnen. Dit was wel een grote handicap voor de sterke wielerlanden, die uit een groot arsenaal van krachten kunnen putten en daarom heeft de Int. Wieler bond, de UCI, in haar jongste congres dan ook besloten aan dit bezwaar eni germate tegemoet te komen, door het aantal deelnemers aan de wegwedstrij den van dit jaar af vast te stellen op zes man per land, hetgeen de beteke nis van de strijd om de titel in niet onbelangrijke mate ten goede kan ko men. Frankrijk zal dit jaar zijn keuze ma ken uit de beroepsrijders Marcelack, Lapebie, Bobet, Le Strat, Teisseire, La- zarides, Caffi en Thietard, waaronder krachten schuilen, die ook dit jaar weer naam hebben gemaakt in de Tour de France en andere klassiekers. Bij de amateurs zal Frankrijk een keus maken uit Beyaert, Colliot, Dupont, Hureaux, Moineau, Rouchet, Douffe- teau en Varnajo. De Luxemburgers zullen aan de start verschijnen met een aantal renners, wier namen reeds een goede klank in Nederland hebben gekregen door hun prestaties in de eerste ronde van Ne derland. die in Mei j.l. met zoveel geestdrift door het publiek werd ge volgd: Goldschmidt, Kirchen, Diede- rich, Clemens, Kemp, Biver en Acker- mann. Van de Luxemburgse amateurs noemen we Bintz, Ernzer, Keilen, Goedert, Scheer en Polfer. De Zwitsers, die weer tot zeer ern stige gegadigden voor de titel moeten worden gerekend, wijl zij in hun land ook over parcoursen beschikken, welke veel gemeen hebben met het traject te Valkenburg (men vergelijke het par cours, dat in 1946 te Zürich voor het wereldkampioenschap werd gebruikt) komen ook nu weer met een sterke ploeg voor de dag. Zij zullen hun keus maken uit de beroepsrijders Kübler, Aeschlimann, Lang, La Franchi, Som- mer, Tarchini, Plattner en Croci Torti. Voor het amateurnummer schreven zij in met Bollier, Reiser, Schenk, Heidel- berger, Brun, Rossi, Spühler en Per- renoud. De Italianen hebben nog niet de na men gemeld van hun beroepsrijders, waartoe vrij zeker zullen behoren Gino Bartali en Coppi. Wel zijn de deelne mers aangewezen voor de wegwed strijd der amateurs, t.w. Ferrari, Pe- droni, Fanti, Isotti, Barozzi, Scolari, Petrucci en Doni. De Belgen brengen sterke troeven in het veld en onder de vertegenwoordi gers van onze Zuiderburen bevinden zich renners, die in de pas geëindigde Tour de France grootse prestaties heb ben geleverd, kerels als Lambrecht en Impanis, in wie men nu reeds moge lijke winnaars van de Tour 1949 ziet. Verder heeft België ingeschreven met Buysse, Ockers, Schotte, Sterckx, Du- pon en Van Steenbergen. Het Belgische amateurteam bestaat uit Decock, Evens, Lerno, Lossie, Marechal, Wouters, v. Roosbroeck en Delathouwer. Oostenrijk wordt bij de profs verte genwoordigd door één man, n.l. Swo- boda, die niet tot de kanspaarden mag worden gerekend, evenmin als de Pool Kaloinski of de Britten Summers en Bloomfield. DE NEDERLANDSE PLOEG Tenslotte de Nederlandse ploeg, waarin als kopman start Theo Middel kamp, die verleden jaar in Reims voor de eerste maal in de geschiedenis voor Nederland de wereldtitel bij de profs verwierf. Middelkamp was ook reeds in 1938 op hetzelfde parcours een van onze beste troeven, doch hij sprong toen wat roekeloos om met zijn krach ten, waardoor hij kansloos uit de strijd raakte. Naast Middelkamp moet on middellijk worden genoemd Gerrit Schulte, die dit jaar op de Cauberg met zoveel macht het kampioenschap van Nederland verwierf, die ook in 1938 een zeer belangrijke rol speelde, doch door een lekke band werd uitge schakeld. Schulte heeft dezer dagen 'n val gemaakt, waarvan hij op het ogen blik nog niet geheel hersteld is, maar met nog een tweetal weken voor de boeg heeft hij nog gelegenheid zich te herstellen. Het zou stellig voor onze nationale ploeg een zeer ernstig ver lies zijn, indien de Bossche reus, die de Fransen eens „le fou pedalant" noem den hetgeen als een erenaam moest worden opgevat aan de kant zou moeten blijven staan. Voorts telt de Nederlandse ploeg Jef Jansen, die ver leden jaar zoveel bijdroeg tot de over winning van Middelkamp en die, even als in 1947, ook nu weer juist de Tour de Franc heeft uitgereden. Dan zien we nog de Limburgers Lambrichs en Sijen, beiden renners met goede kwaliteiten, die het parcours door en door kennen en de in België wonende Frans Pau wels, die op de Cauberg steeds goed naar voren is gekomen. Bij de reserves staan Cor Bakker en Gerrit van Beek. Tengevolge van de zeer ongunstige weersomstandigheden vóór de inval van de zomer, is helaas belangrijke vertraging ontstaan in de verbetering van het parcours, zodat een der vaste bruggen, welke geheel vernieuwd zou worden, niet op tijd gereed kan zijn. Hierin is echter tegemoet gekomen door het leggen van een Baileybrug ter lengte van 65 meter, waartoe de mili taire overheid belangrijke steun heeft gegeven. In een Parijse kunstzaal is een sensationele verkoping gehouden. De grootste taxeermeesters van Parijs, bijgestaan door de kundig- ste experts, waren belast met de verkoop van enige meesterwerken. Een Corot werd verkocht voor meer dan ly2 millioen Franse francs. De hoogste biedingen wer den gedaan op een Degas, „la dame en gris", en op een Renoir, „Jeune fille lisant", die respectie velijk 9 millioen en 9.050.000 op brachten. De verkoop, die niet langer dan twintig minuten duurde, bracht 28 millioen Franse francs op. PROGRAMMA VOOR HEDENAVOND HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 6 8 en 11 uur VARA: 6,15 De Olym pische Sepelen te Londen 7,00 Artis tieke staalkaart VPRO: 7,30 Wie komen er in Augustus in Amsterdam en wie niet? 7,45 Vijftig jaren godsdienstig leven VARA: 8,05 Dingen van de dag 8,15 De winkel van Sinkel 9,15 Socialistisch commentaar 9,3o Weekend-orkest 10,00 Beroemde opera-aria's 10,30 De Olympische Spelen te Londen 11,15 Amerikaanse en Engelse orkesten HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 8 en 11 uur KRO: 6,00 Licht piano spel 6,15 Journalistiek weekoverzicht 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,15 Cau serie 7,30 The inkspots 7,45 Uitzen ding voor de Nederlanders in Duitsland 8,05 Gramofoonmuziek 8,12 Grama- foonplaten 8,20 Lichtbaken 8,50 Opera muziek 9,30 Het vacantie-cabaret" 10,00 Weekend-serenade 10,37 Actuali teiten 10,45 Avondgebed 11,20 Omroep orkest PROGRAMMA VOOR ZONDAG HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA, 8,18 Gramofoonplaten 8,30 Voor het platte land 8,40 Zondagmorgenmelodieën 9,12 Postduivenberichten 9,15 Men vraagt.... en wij draaien 9,45 Geeste lijk leven VPRO: 10,00 .Profeten en apostelen" 10,30 Kerkdienst 11,45 Tus sen kerk en wereld AVRO: 12,00 Sidney Torch dirigeert 12,30 De Zondagclub 12,40 Dordrechts Mannenkoor 1,20 Het divertimento orkest 1,55 Uit operettes van Johan Strauss 2,05 Boekenhalfuur 2,30 Het Residentie-orkest 4,20 Gramo foonmuziek 4,40 Avro's reportagedienst met sportflitsen VPRO: 5,00 De Ned Herv kerk in Drente VARA: 5,30 Am sterdamse Accordeon-vereniging 5,45 Sport 6,15 De orkesten van Ray Ventura en Ambrose 7,00 Uit schuim werd goud geboren 7,30 Stravida-sextet AVRO: 8,05 Avro's reportagedienst met actuali teiten 8,15 Operette-concert 9,10 Ver driet gaat voorbij 9,40 ,,The Roman cers" 10,15 ,,De verzoeking" 10,30 Muziek 11,15 Gramofoonplaten HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 8, 9,30, 1? 7,30 en 11 uur NCRV: 8,15 Pianoconcert 8,30 Kerkdienst KRO: 9,45 Nederlands Kamerkoor 9,55 Inlei ding Hoogmis 10,00 Het 40-jarig pries terfeest van Zijne Eminentie Johannes Kardinaal de Jong 11,30 Gramofoonpla ten 12,03 Klein instrumentale soli 12,15 Apologie 12,35 Het orkest zonder naam 1,20 Het orkest zonder naam (vervolg) 1,40 ,,Spineuza" 2,00 Muziek 2,25 Kamermuziek 3,30 Katholieke Volkspartij 3,40 Muzikale tombola 4,10 40-jarig priesterfeest 4,25 Vespers NCRV: 5,00 Kerkdienst 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,00 „Oude Psalmen in een nieuwe tijd" 7,15 Bladzijden uit mijn Indisch dagboek, door ds J C Ko ningsberger KRO: 7,45 Gramofoonplaten 7.50 In 't Boeckhuys 8,05 Gramofoon muziek 8,12 Klein orkest 8,45 Muziek 9,40 Johnnu Ombach )viool), Willy Francois (piano) 10,00 Het NBC-Sym- phonie-orkest 10,37 Actualiteiten 10,45 Avondgebed 11,15 Gramofoonplaten PROGRAMMA VOOR MAANDAG HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur AVRO: 8,15 The Melachrino Strings 8,45 Het BBC- Schota orkest 9,15 Morgenwijding 3,35 Arbeidsvitaminen 10,30 Van vrouw tot vrouw 10,35 Gramofoonplaten 11,00 Op de Uitkijk 11,15 Kamermuziek 12,00 Het Lyra-trio 12,33 In 't spionne tje 12,38 Pierre Palla (orgel) 1,20 Sid ney Torch dirigeert 1,50 Muziek 2,00 Hans Mackenzie (fluitó Debora Land (pianoj 2,30 „Wat gaat er om in de we reld?" 2,45 Gramofoonplaten 3,00 „Bonbonnièrre" 4,00 „Tante" 5,00 Middag-rhythme 5,30 Hoort, zegt het vcort 5,45 Gramofoonplaten 6,20 The Skymasters 6,45 Gramofocmmuziek - 7,20 Gesprek met de heer Robert de Roos, cultureel attaché in Parijs 7,30 Jan Hoek, strijk-trio 8,05 Minister Drees over het Fonds voor de Kankerbestrijding 8,15 John Renova and His Music 8,45 „In de maalstroom" 9,10 Frans Lehar- melodieën 10,00 Ongezonde lectuur 10,15 Dolf van der Linden en zijn Me- tvopole-orkest 10,45 Muziek 11,15 Gramofoonplaten 11,45 Ella Fitzgerald HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV: 8,15 Te deum laudamus 9,00 Gramofoonpla ten 9,15 Ochtendbezoek bij onze jonge zieken 9,30 Bonte mengeling (gr pl) 10,15 Sonate 10,30 Morgendienst 11,00 Laskische dansen 11,20 „Van oude en nieuwe schrijvers" 11,40 Piano-recital 12,10 Bekende orkestplaten 12,33 Mu- sando-trio 1,15 „Mandolinata" 1,45 Kinderkoor 2,00 Vacantie-vertellingen voor de jeugd 2,30 Zang-recital door Johan van der Ploeg 3,00 BBC Northern Orchestra 3,30 Piano-duo 4,00 Bijbel lezing 4,45 Concerto Grosso 5,00 Het kieuterklokje klingelt 5,15 Het Concert gebouw-kwintet 5,45 Oom Jan reist door Indonesië 6,00 De vijf Zapakara's 6,15 Sportrubriek 6,30 Voor de Strijdkrach ten 7,15 Onder de NCRV-leeslamp 7,30 Het actueel geluid 7,45 Drie honderd jaar groei van ons nationaal be wustzijn Zijne Excellentie minister Drees spreekt over het Nationaal Huldeblijk aan j H M de Koningin 8,15 Zomer-avondcon- cert 8,45 Over „Zeeslepen" 9,05 Span- gens koor 9,45 Beiaardconcert 10.15 Met band en plaat voor U paraat CR ZIJN TWEE DINGEN, die wij graag naar een verre toekomst ver schuiven, te weten de dood en het eeuwig leven. De dood, zo zegt men, is "het éind van het aardse leven; en een ieder wenst die dood voor zich nog zo ver mogelijk verwijderd. Het eeuwig leven, zo het er is, strekt zich dan uit nü de dood. Het valt niet te ontkennen, dat in deze gedachtengang een zeer groot stuk waarheid schuilt. Het eeuwig leven, zo het er is, is in werkelijkheid een groot heid, die pas volledig openbaar wordt na de dood, na het einde van dit leven. Het stuk waarheid van deze traditione le opvatting wil ik hier niet in twijfel trekken. Ik wil aan deze waarheid slechts een andere toevoegen. Namelijk deze: dood en eeuwig leven zijn ook grootheden, wier realiteit wij nu, op dit ogenblik ervaren of kunnen erva ren. Dit laatste is het, wat ik u duide lijk wil maken. TN ONZE TAAL bestaan twee karakte- ristieke uitdrukkingen: zich dood vervelen, en zich dood ergeren. In de verveling wordt de tijd de mens tot iets dodelijks. De tijd wordt een leegte, een gaping, een hol niets, een vacuum dat door niets kan worden wor den overwonnen. De tijd wordt hier een monster, dat van geen wijken weet. Doel en zin van het leven zijn in de verveling volkomen zoek geraakt. Bij ergernis geeft alles aanstoot. Elke XLIII Twee interessante slamspellen. Wij geven U hieronder twee aardige slamspellen, die gij eens goed moet bekijken. Op het eerste spel, waarvan hieronder eerst de kaartverdeling volgt, moet Zuid na uitkomst door West met sch. 9 groot-slam harten proberen te maken. S. h-v-b H. h-8-5 R. b-9-5-4 KI. 7-6-2 S. 9-8-7-6 H. 7-4-3 R. v-7-3 KI. v-8-5 S. 5-4-3-2 H. 6-2 R. 10-8-6 KI. b-10-4-3 S. a-10 H. a-v-b-10-9 R. a-h-2 KI. a-h-9 Zuid speelt 7-harten. West komt op met sch. 9. Hoe maakt gij dit spel 2e spel. De kaartverdeling is: S. 6-5-4-2 H. 9-5-3 R. v-5-4-2 KI. 4-3 S. 10-9-8 S. v-7-2 H.H. 10-8-6 R. a-b-8-6-3 R. 10-9-7 KI. v-b-10-8-7 KI. 9-6-5-2 S. a-h-b H. a-h-v-b-7.4-2 R. h KI. a-h Zuid speelt op dit spel 6-harten. West komt uit met klaver vrouw. Hoe kan Zuid dit spel maken? In onze volgende rubriek komen w(j op deze spellen terug! Handelswetanschappen-Wiskunda Bekende Schriftelijke Cursus) 41. „Hemeltje lief", riep Jonker Flon ker onthutst toen ie met de blauwsatij- nen dame in z'n armen het huisje was binnengestapt. „Dat zijn gee> mensen, dat zijn poppen.Maar hij kon geen woord verder meer uitbrengen, want overal om zich heen, op stoelen tegen de wanden, zag ie allemaal doodstille, ouderwets aangeklede dames en heren, die met starende ogen dwars door hem heen keken. Het tere muziekje in het speeldoosje was blijven doorpingelen. „Zeur niet", bromde Gerardus, terwijl ig een verstarde heer in een rose zijden jaket in een leunstoel hees. „Zet haar maar neer op dat bankje bij de thee stoof. En kras dan op alsjeblieft Door jullie heb ik vergeten m'n poppen op te winden. Jonker Flonker was over z'n eerste schrik heen. „Hahahalachte hij luidruchtig. „Wat een krankzinnig ge zicht. Gerardus kwam langzaam overeind. „Schiet op", hijgde hij met een hese stem. „Lach mij uit. Mij, met m'n bochel en m'n vieze neus. Ik heb me zelf niet gemaakt. Maar die poppen heb ik wel zelf gemaakt; daar blijf je van af. Ik weet wat ze waard zijn. Ik ken alle radertjes in hun binnenste. En 's avonds, als ik er pleizier in heb, dan wind ik ze op. En als ik dan spreek over de sterren, de zon en de maan, dan luisteren de heren aandachtig naar me en de dames lachen me vriendelijk toe en als we dan in een goeie stem ming zijn dan maken we een dansje samen. Waarom zou ik ook niet eens pleizier mogen hebben, net als een ge woon mens?" „Meneer Gerardus". zei Boenzel snel. „We zijn practisch al weg.» Maar zegt U ons even gauw. Hebt U vanmorgen van Slaffer drie Edammer kazen ge kocht „Drie echte antieke Edammer kazen", vulde Jonker Flonker aan. persoon, elke gebeurtenis wekt wre vel. Wie zich ergert is prikkelbaar. Niets en niemand kan hem benaderen. Alles wordt weggestoten, en voor zin loos verklaard. Zich dood vervelen en zich dood erge ren. Onze taal is hier uiterst duidelijk: in de verveling en in de ergernis spreekt de dood; en hij spreekt nü. Ik noem in dit verband nog een derde moment, de angst. De bizondere angst die ik hier op het oog heb, is de angst voor de engte van het leven. Elk le ven, dat van u en mij, is een be nauwd cirkeltje dat bij de geboorte z'n. begin en bij ons sterven zijn eind vindt. Binnen dat cirkeltje, dat naar tijd en ruimte maar zeer beperkt is, zijn wjj als in een gevangenis opgesloten. Opge sloten met een (beperkt) kapitaal aan guldens en geestelijke vermogens. Onze idealen reiken weliswaar verder dan de gevangenis van ons leven. Maar ieder kent de beperktheid van zijn eigen ver mogens. De levenscirkel is eng. Engte beangst. Ook in deze angst spreekt de dood. En hij spreekt nü. J)E EEUWIGHEID stelt men zich meestal voor als een kwantiteit, als tijd na tijd, en ruimte na ruimte. Een wiskundig beeld kan dit kwantitatieve eeuwigheidsbegrip verduidelijken. Neem het getal 2. Verhef dit tot de tweede macht: dan wordt het 4. Verhef dit weer tot de tweede macht: dan wordt het 16. Verhef dit weer tot de tweede macht. Enz. enz. Hoe lang is het mogelijk met dit spelletje door te gaan? Zo lang men wil. Principieel is er geen eind aan. Want elk getal kan je steeds weer met zichzelf vermenig vuldigen. Zo iets zou dan ook de eeu wigheid zijn: even groot als de voort durende kwadratering. Dit kwantitatieve eeuwigheidsbegrip heeft mij altijd bang gemaakt. Je kunt bang zijn voor de engte, maar ook voor de ruimte. Bij dit eeuwigheidsbegrip krijgt men ruimtevrees. Maar eeuwig heid is dan ook niet, of niet allereerst, een kwantitatief begrip, maar een kwa litatief begrip. Een berg in Zwitser land is een kwantiteit. Een vogel die daarover vliegt en zo de massiviteit en de kolossale zwaarte van de berg overwint is een kwaliteit. Kwantiteit kan men meten; kwaliteit is pricipi- eel onmeetbaar. Zo is eeuwig leven niet het in ruimte en tijd oneindige leven, maar het kwa litatief andere leven. Het leven, dat met de machten van de dood, met angst, verveling en ergernis niets ge meen heeft. DZ NU is eeuwig leven, zo zegt de bijbel, dat zij U, God, kennen, en Jezus Christus die gij gezonden hebt. Dat God het kwalitatief andere leven, het eeuwige leven, bezit, dat staat vast. Dat ook Jezus Christus dit eeuwig heidsleven heeft, ook dat is zeker. Want de zin van het leven van Christus valt niet met meetbare maatstaven te me ten binnen de levenscirkel van de 33 jaar, die hij in Palestina leefde. Wie nu God en Christus „kent", zegt de bijbel, heeft deel aan dat kwalita tief andere leven. Het woord „kennen", dat hier gebruikt wordt, heeft met enig intellectualistisch zich op de hoogte stellen van dit of dat niets van doen. „Kennen" is in een intieme, strikt per soonlijke relatie staan tot een ander persoon. In deze zin „kennen" een man en een vrouw elkaar. Zij delen elkaar mee van hun meest intieme geestelijk en lichamelijk bezit. Zo wil God, zo wil Christus door de mensen „gekend" worden. In dit „kennen" geeft God in Christus zijn leven aan ons. Na het sterven. Maar ook reeds nu. Zoals de dood reeds nu spreekt, zo openbaart zich door Christus ook nu reeds een eeuwig, kwalitatief ander leven. ^)IE GELOOFT, wie Christus „kent", voor wie de woorden God en Chris tus geen klanken, maar wezenheden zijn, voor hem is de dood voor een stukje overwonnen. Kan een gelovige zich nog vervelen, en doelloos het le ven instaren? Nooit! Want hij kent de vreugde van een ander leven! Kan hij zich nog ergeren?. Neen! Want de lief de, die Christus toonde voor ieder schepsel, zal hij doorgeven aan ande ren! Zal hij ig bang zijn in zijn enge levensruimte? Neen! Want Christus heeft hem in de vrijheid van het eeu wig leven geplaatst! Zo kan het eeuwig leven een reali teit worden in dit leven. Zo kan reeds nu een triomf worden behaald op de machten van het niets, op de gaping van de zinloosheid, op de angst voor 't ledige. ROMAN VAN MARIA SAWERSKY - 21. Hij las de brieven van Irene en Beate nog eens over. Hoe zouden die meisjes er nu toch wel uitzien? dacht hij. Eigenlijk een dwaze vraag! Irene zou natuurlijk knap en Beate evenzo lelijk zijn, wat haar uiterlijke verschijning betrof. Maar van de karakters van het -tweetal wist hij totaal niets. En dat was toch eigen lijk ook nogal belangrijk. Mengelberg verzonk in diep ge peins, maar plotseling floot hij zacht jes voor zich heen. En ietwat zonder ling plan was daar plotseling bij hem opgekomen en hij was er natuurlijk helemaal de man naar om een zonder ling plan ook ten uitvoer te brengen. „Dat doe ik", grinnikte hij. „Dat is een lumineus idee. Ik zal ze allebei gauw genoeg herkennen van de foto's, die ik van haar heb. Maar die jonge dames weten natuurlijk niet, hoe ik er uitzie. Dat is reusachtig!" De kapitein ging naar zijn slaap kamer, riep zijn factotum en keek met deze zijn garderobe eens door. In een kast vonden ze al spoedig, wat de kapitein nodig had. De oude heer neu riede van louter voldoening een oud matrozenliedje. Maar Peter trok zijn neus op. Dat twee jongedames in dit vr ijgezellenhuis haar intrek zouden nemen, beviel hem helemaal niet. Hoe ouder mannen worden, hoe gek ker, dacht hij. En de kapitein maakte daarop geen uitzondering. Ik ben be nieuwd, hoe die geschiedenis afloopt. En als die vrouwenmensen soms moch ten denken, dat ik met m'n oude bot ten om haar heen ga lopen springen om ze te bedienen, dan vergissen ze zich. Ik wil m'n rust hebben! Dat ik af en toe met Emma van hiernaast ruzie maak. is al opwindend genoeg voor me. Ik zou niet weten, waarvoor het dient, dat jonge spul hier in huis te halen. Peter voorzag moeilijkheden en die zouden ook inderdaad niet uitblijven. Irene had van oom Jules' geld eigen lijk wat willen overhouden om een toeslagkaartje voor de tweede klasse te kunnen kopen, want dat zij derde moest reizen, was wel verre beneden hrar waardigheid. Helaas echter was het bij dit goede voornemen gebleven, omdat zij het geld voor allerlei kleinigheden nodig bad gehad. Ze bezat nu vrijwel niets meer. „Geef mij nog wat geld, mama", be delde ze, toen mevrouw Larsen haar naar de trein bracht, maar deze schudde het hoofd. „Onmogelijk, Irene. Je weet zelf, hoe slecht ik bij kas ben. Bovendien zal je bij oom Jules alles krijgen, wat je nodig hebt". „Maar tot zolang moet ik toch maar in die afschuwelijke derde klas blij ven zitten, mama". „Kom, kom, zó ver is het niet. Ik moet zuinig zijn. Mina heeft haar loon ook nog niet gehad". Derhalve moest Irene wel, of ze wil de of niet, met de gehate houten ban ken genoegen nemen, toen zij samen over het perron liepen en in de reeds gereed staande trein naar een niet te volle coupé zochten. „Alsjeblieft niet daar, waar mannen met stinkende pijpen of sigaren zit ten", verzocht Irene. Na lang zoeken vonden ze tenslotte een niet-rook-coupé, waarin slechts 'n enkele dame had plaat* gen" - Het was Beate Mengelberg. En hier verwaardigde Irene zich in te stappen. Natuurlijk herkenden noch mevrouw Larsen, noch haar dochter het jonge meisje, dat zij sinds haar prille jeugd niet meer hadden gezien. De kruier deponeerde Irene's elegante lederen handkoffer naast het bescheiden, rie ten reismandje van Beate. Aan het handvat van de koffer was een étui bevestigd, waarin een visitekaartje met de naam Irene Larsen. Beate las het, toen zij toevallig om hoog keek en het gaf haar een schok. Die elegante, jonge reisgenote was dus haar nicht! Moeder en dochter namen intussen hartroerend afscheid. „Zal je vooral gauw schrijven, Irene?" „Zodra ik weet, wat die vervelende ouwe kerel met zijn invitatie beoogt, hoort u van me, mama". Die vervelende, ouwe kerel was oom Jules. Beate constateerde het' met schrik. Daarop zette de trein zich in beweging. Irene richtte zich, zonder haar reis genote ook maar met een blik te ver waardigen, zo huiselijk mogelijk in. Uit een handkoffertje nam ze een ge- iilustreerd tijdschrift, een flesje laven del, vruchtenpastilles en een paar handschoenen, die ze over haar zorg vuldig gemanicuurde handen aantrok. Daarna verdiepte ze zich kwasi in haar lectuur, maar over de rand van het tijdschrift heen ging haar blik naar Beate. Deze glimlachte slechts, wat Irene irriteerde. „Mag ik misschien vragen, waai- u zo'n, plezier over hebt?" wendde ze zich met een hautain gebaar tot het jonge meisje tegenover haar. „Over het toeval", antwoordde Bea te „Ik vind het werkelijk vermake lijk, dat ik hier, na zovele jaren, plot seling tegenover m'n eigen nicht zit". „Ik begrijp u niet „Mijn naam is Beate Mengelberg". Irene Larsen liet verbaasd het tijd schrift zakken. „Ach", zei ze, „dat is inderdaad al heel toevallig! U bent dus Beate. Ja, nu herken ik u ook aan uw gezicht. Maar eigenlijk moest ik dan ook „jij" zeggen „Als kinderen hebben we elkaar in ieder geval getutoyeerd, maar dat is lang geleden". Irene nam haar nicht eens goed op. Waarachtig dat was Beate. En ze was nog net zo lelijk als toen ze nog een kind was. Misschien zelfs nog le lijker, omdat ze zo onmogelijk ge kleed was en bovendien zulke armoe dige bagage bij zich had. Ze maakte wel een zeer povere indruk en eigen lijk had deze toevallige ontmoeting dan ook iets pijnlijks. (Wordt vervolgd) BUREAU ADMINISTRATIE Voordam 9 - Tel. 332 REDACTIE Achterdam 20 - Telef. 221 Postgiro 187294 Directie: J. BIJLSMA en C. KRAI De acht en twintig-jarig eerste Arabier, die „Britl heeft, heeft openlijk verkl In zijn geboorteplaats A zalem, hebben vijftien Ai om Joessef voor zijn dien: De Arabieren hebben in twaalf punten een pla ceerd tot demilitarisatie zalem. Zij stellen voor aantal op gelijke wijze Arabieren en Joodse po! tezamen met garden der de grens tussen twee se de stad te laten patrou Demilitarisatie wordt genoemd „een middel oi normale toestand en de ante terug te keren". De Arabieren vragen or ve van „geroofde roerei ren" of een overeenkoms pensatie en geven hun g aan het verstrekken van zakelijkste niet-militaire aan de Joden onder contro V.N., Arabieren en Joden. Volgens het plan zullen en Joden hun eigen gebied terwijl de V.N. de gem< lijke belangen behartig electriciteits- en wateri telefoondienst en afwater! ken aan heilige plaatsen vastgestelde tijden en vooi gesteld aantal personen o leiding van personeel der oorloofd zijn. Het plan, dat niet de offi wijze van Transjordanië woordigt, aldus is officie deeld, is door graaf Bert Solh, vertegenwoordiger d sche Liga, en kolonel D. bevelhebber van het Arabi in het gebied van Jeruzali ken. Heden nieuwe besj: Men verwacht, dat de vi. king tussen de drie westelijl woordigers en Molotof hedi den gehouden. De Amerikaanse minister ger, Kenneth Royall, heef! dat de Amerikaanse Regeri; zou laten dwingen tijdens diplomatieke besprekingen Wij hebben het recht in Be ven, zo zeide hij, en goedert neel van en naar de stad t< Ondanks het gebeurde ware kanen echter bereid de in 1 elders gerezen problemen openhartig te bespreken. Officieel is te Moskou n dat Zaterdagavond geen van de drie westelijke afg met Molotof plaats heeft, wordt omschreven met de v les rustig". Volgens een uitzending sisch van Radio Moskou he re West-Europese landen" g dragen gesloten met de V. volledige tekst van de oor Amerikaanse ontwerpen va rale verdragen inzake de 1 het plan-Marshall in is opg De regeringen, die de: overeenkomst hebben getek zich verplicht te zorgen vo( len in het binnenland, opda van de Amerikaanse eise deerd zij, aldus Radio Mos Drie leden van de Hongi poloploeg, die aan de Olyn len heeft deelgenomen, he gerd naar hun land terug 1 Britse regering heeft .hun zich in Engeland te vestige: In sportkringen gelooft i voorbeeld van de drie H volgd zou kunnen worden athleten van landen achter Gordijn, die zich nog in 1 vinaen. Twee leden van de Tsje< ploeg hebber) eveneens toes vraagd in Engeland te mog De drie Hongaren, stu tussei, de 20 en 25 jaar oud het Britse ministerie van zaken toestemming hebben politieke uitgewekenen in blijven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1948 | | pagina 8