OOK IN CANADA PORTUGAL P0PPENFILMS Besprek duurd Industrie bracht welvaart in Setübal FRUITDROGER LIGT HET GOUD NIET OP STRAAT Harde dollarjacht Bakkersarbeid op 30 Augustus BENZINE BESPAREN IS DEVIEZEN VERGAREN AGRARISCH NIEUWS Nieuw ontwerp voor een Vooruitzichten kunstmestvoorziening AVOWlTllMSIilKI van Boemel en Jonker Flonker VAN BOEK TOT BOEK IJmuiden. Visserij-besommingen Schermerhorn Bedell Smith en hebben nog Thomas Headen uur vrijgelat (Bijzondere correspondentie), v Laten we er geen doekjes om winden: Er moet in Amerika en Canada hard gewerkt worden om het dagelijks brood te verdienen. Het lijkt soms van niet. De immigranten, die pas in Canada aankomen en op 'n boerderij te werk worden gesteld, denken daar zo het hunne van, net als in Nederland de baas in het oog van zijn „arbeider" in de regel ook niet veel uitvoert. Maar daar om is het niet minder waar. Ik wou, dat het mogelijk was, de adspirant-emigrant de illusie te ont nemen, dat in Canada het goud van de straten is op te scheppen. Mijn reis naar Canada heeft me opnieuw heider en klaar geleerd, dat de meeste men sen, die gaan emigreren, zich geen goed beeld van het land, waarheen ze vertrekken, willen vormen. Men loopt zo lang rond met de idee van weg te willen uit Nederland, dat men zich eenvoudig toesluit voor de werkelijkheid, die hun wordt voorgehouden. Zij luisteren tijdens een lezing of in een gesprek en ze ontkennen niet, dat het in de eerste tijd wel moeilijk zal zijn en dat in Canada natuurlijk moet worden gewerkt, maar het dringt in verreweg de meeste gevallen in het geheel niet tot hen door. Men wil de realiteit eenvoudig niet onder ogen zien uit vrees, de moed om te emigreren te zullen verliezen of ook omdat moeder de vrouw dan misschien bezwaren heeft, of om welke andere reden ook. Men klemt zich vast aan een optimis tische regel uit een brief van een fa milielid of kennis, aan een kranten artikel of zelfs aan zijn eigen fantasie. TELEURSTELLINGEN. Ondanks alle voorlichting en waar schuwing van mensen, die er iets van weten, laat men niet los de idee fixe: in het buitenland verdien ik massa's geld en daar is het land van belofte. Bij mijn herhaalde aanra- raking met mensen, die het vorige jaar naar Canada emigreerden, trof me wel heel sterk het niet te ver bergen materialisme, dat uit de woorden en daden sprak. De dollar en nog eens de dollar staat voorop. De teleurstelling, die de mensen in de eerste tijd wel moeten ervaren, omdat hun kleurig fantasietje als een zeepbel is uiteengespat, betreft nog niet zo zeer de dikwijls primitieve woningtoe standen of de hun vreemde arbeids verhoudingen, dan wel altijd het loon. We verdienen te weinig. Het leven is duurder dan we hadden verwacht. We kunnen op deze wijze niet sparen, niet voor onszelf beginnen. Om dit laatste gaat het! Zeker bij de besten, die hun arbeid zien in het licht van hun roeping, heerste de gedachte om een zelfstandig en vreugde biedend be staan, vrij van do vele ketenen, waar mede in het oude vaderland geduren de de na-oorlogse jaren het leven ge bonden is, op te bouwen, doch bij de meesten gaat het om geld, liefst veel geld verdienen. Men heeft geen ge duld, men haakt er naar nu eindelijk eens aan de slag te gaan, niet voor de Canadese boer tegen een schamel maandloon, doch voor zichzelf om, ja laten we het maar eerlijk zeggen, om rijk te worden. OOK DE VROUW IS BELANGRIJK. En nieuwe teleurstellingen zullen hun deel worden, want ook in Canada is het niet zo gemakkelijk rijk te worden, zelfs niet om een flink eigen bedrijf in een aantal jaren vrij van schuld te krijgen. Het land biedt ongetwijfeld uitstekende kansen. Doch het gaat veelal niet zoals men het zich denkt; in de regel is het niet een rechte lijn naar boven. De een slaagt, een ander niet! Onder dikwijls gelijke omstandigheden en kansen. Treffende voorbeelden beves tigen dit. Men ontmoet mensen op eigen prachtige boerderijen, een sectie (264 ha) groot, met voor duizenden dollars aan werktuigen, vrucht van een twintigtal jaren zwoegen, en an deren, die op hun wijze ook al die tijd hun best deden en niettemin nog in loonarbeid werkzaam zijn. Dat ook de vrouw des huizes bij dit alles van de grootste invloed is, behoeft nauwe lijks te worden opgemerkt. Bij de voorlichting en selectie zou niet enkel de man, maar evenzeer de vrouw aanwezig dienen te zijn cn elke man zou men de wijsheid toewensen te kunnen beoordelen of de „huisvrouw zijner jeugd" over de kwaliteiten beschikt, die het gezin in den vreemde onder Gods zegen succes kunnen waarborgen. Heeft ze die niet, laat men dan in vredes naam in Nederland blijven. Het le ven is hier altijd nog meer goedertie render dan in het buitenland. WACHT TOT DE KINDEREN OUDER ZIJN. Een waarschuwing richten we ook tot de vaders van grote gezinnen met enkele nog jonge kinderen. Als de va der alleen de kost moet verdienen voor een kinderrijke familie, is het in Canada „a hard life", in duidelijk Ne derlands gezegd: een periode van zwoe gen. Voor dezulken vraagt het jaren voor zij aan vooruitgang kunnen den ken; Het is beter nog enige jaren hier te blijven, waardoor de kinderen goed schoolonderwijs genieten cn men eni germate met de Engelse taal op de hoogte kan komen. Als de jongens en meisjes veertien, vijftien jaar zijn, is de goede tijd aangebroken. In de sui kerbieten, tomaten, tabak en vruchten kunnen dezulken gedurende de seizoe nen 50 dollarcents per uur verdienen. Dan overwint men gemakkelijk al de moeilijkheden, die een vader en moe der blijven drukken, als zij de volle zorg voor een half dozijn of meer dreumesjes dragen. Bij emigratie zijn er steeds twee be slissende factoren: de omstandighe den cn de immigrant. De toestand in Canada is over het algemeen ge sproken momenteel zo, dat er goede mogelijkheden zijn, ook als men moet beginnen zonder bedrijfskapi taal, doch dit vraagt van de immi grant persoonlijkheid, werkkracht, zuinigheid en begrip. Dit jaar verwacht men ruim honderd duizend imigranten in Canada. Helaas hebben verschillende redenen er toe ge leid, dat het getal Nederlanders bene den de verwachtingen blijft. Canada hoopt op een snelle uitbreiding van de bevolking. Onze landgenoten zijn gaar ne geziene immigranten en de ervaring leert, dat zij een goede plaats inne men in het Canadese volksleven. Bij beschikking van de minister van Sociale Zaken is in verband met de viering van het regeringsjubileum van H.M. de Kóningin, goedgevonden, dat hoofden en bestuurders van bak kerijen en bakkersgezellen op 30 Au gustus a.s. om 2 uur 's morgens met de bakkersarbeid beginnen. In broodbak kerijen, voor welke een vergunning als bedoeld in art. 37, eerste lid, der Arbeidswet 1919 is verleend, mag reeds te middernacht worden begon nen met het gereedmaken van deeg en ovens. Van deze vergunning mag slechts gebruik worden gemaakt onder voor waarde dat op 31 Augustus geen ar beid verricht wordt. Deze voorwaarde geldt echter in broodbakkerijen, die tevens koek- en banketbakkerijen zijn, niet voor banketbakkersarbeid, ver richt door het hoofd of de bestuurder der onderneming en door banketbak kers, ten aanzien van wie geen ge bruik wordt gemaakt in bovenbedoel de vergunning. In de nacht van 31 Augustus op 1 September mag van middernacht af door een persoon van 18 jaar of ou der arbeid worden verricht, bestaande in het stoken van ovens. Aan een bakkersgezel, die tussen 20 uur 's avonds en 5 uur 's morgens ar beid verricht moet onmiddellijk vóór de aanvang van zijn arbeid, die geheel of gedeeltelijk tussen die uren ligt, een onafgebroken rusttijd van tien uur worden gegeven. Van onze correspondent) II Niemand zou het u kwalijk nemen als u vreemd opkeek, wanneer u ge- interviewd werd door een Portuge se journalist. Dat Antonio Lopez uit Setübal min of meer verbaasd is bü de ontmoeting met een Nederlandse correspondent is dus niet zo wonder lijk. Lopez vindt het leven, alles bij elkaar genomen, zo slecht nog niet. Natuurlijk, er blijft genoeg te wen sen over, maar hij is nogal gemak kelijk: als het niet gaat zoals hij wil dan wil hij het maar zoals het gaat. Antonio werkt bij de conservenfa- briek - ja mijnheer, visconserven - en hij kan rond komen. Hij heeft thuis een vrouw en twee kinderen vier en anderhalf jaar maar hij moet ook zorgen voor zijn schoonouders. De oude Pinheiro heeft een ongeluk ge had en de vrouw sukkelt. Lopez had het eerst eens aangezien, maar wat doe je hè? Kom er maar in. had hij gezegd. DOUCHECEL ALS ROMMELHOK De oudjes hadden het heel wat moei lijker gehad dan hij. De Pinheiros kwa men uit Alentejo en zij hadden veel armoe gehad. Pinheiro was dagloner geweest: werken van de vroege och tend tot de late avond en honger. Ze ven kinderen, maar twee. doodgeboren en twee jong gestorven. Toen had Pin heiro een ongeluk gehad met een stier en was naar de stad gekomen. Daar kreeg hij werk, ook bij de conserven, en toen was het wat beter gegaan. Maar twee jaar geleden kwam hij on der de bus en sindsdien is het hele maal mis. Ja, operatie en ziekenhuis had hij zelf niet betaald, daar niet van, maar het was nu toch maar een sukkelaar. Gelukkig had hij portier kunnen worden en dat gaf nog 500 es cudo (50 gulden) per maand. Lopez zelf heeft ongeveer 1400 maar hij mag dan ook niet klagen: er zijn er niet veel, die het zo hebben. Hij heeft een goed huis. gehuurd van de staat, voor 100 escudo's per maand; het was eerst door zijn vader gehuurd; nu moet hij nog enkele jaren betalen en dan wordt het zijn eigendom op voorwaarde, dat het in de familie blijft. Er is een tuin tje bij, een keuken, vier kamers en een douche. Of Lopez wel eens een douche neemt? Neen. mijnheer, dat niet, maar de vrouw kan er de rommel bergen. INWONERTAL VERVIERVOUDIGD Lopez is tevreden. Met het eten is 't voiüge jaren niet gemakkelijk geweest, maar er is weer meer en het is iets goedkoper dan in 1947 neen zoals vóór de oorlog zal het wel niet gauw meer worden. Maar Lopez mag niet klagen; hij heeft het beter dan de meeste arbeiders, een stuk beter. Zoals Lopez het beter heeft dan de oude Pinheiro het had, zo gaat het het moderne Sebütal beter dan het oude. Niet alleen is de stad in dertig jaar vier keer zo groot geworden van 13000 in 1914 tot meer dan 50.000 inwoners nu er is ook meer wel vaart. Vroeger bestond de bevolking voor een groot deel uit vissers, straat arme vissers. Tegen het einde van de vorige eeuw begonnen buitenlanders er een industrie van visconserven. De eerste wereldoorlog bracht er 'n haus se en een recorduitbreiding van de ondernemingen: na de oorlog volgde de baisse met de nodige failissemen- ten. TWEEDE HAVENSTAD De werkelijke vooruitgang is pas van de laatste vijftien of twintig jaar. De eonservenfabrieken zijn groter en moderner geworden en hebben nu tezamen 6000 arbeiders, maar daarbij is er nu de grootste cement fabriek van het land cn een fabriek voor kunstmest en andere verede lingsproducten. Dit laatste staat in verband met Se- tübal's achterland: de provincie Alen tejo. De irrigatie werken, die hier zijn aangelegd, zullen van een achterlijke streek een welvarend landbouwgebied moeten maken. Voor de in- en uitvoer is Setübal de aangewezen haven. Hier wordt ook de pyriet gebracht uit de mijnen van Aljustrel, in het hartje van Zuid-Portugal. Behalve de industrie heeft Setübal dus scheepvaart; de gro te handel wordt natuurlijk volkomen opgeslokt door Lissabons kilometers lange kaden, maar als provinciehaven is Setübal belangrijk. Naarmate de landbouw in Alentejo verbetert en de industrie in de stad toeneemt, zal de haven belangrijker worden. En die industrie zal toenemen. De burgemees ter noemde mij vol trots de nieuwe fabrieken, die er binnen afzienbare tijd zullen zijn. Er zal een scheeps werf komen en een fabriek voor lam pen en soortgelijke artikelen. Een Amerikaanse firma gaat er haar auto's monteren en de Shell wil er een raffi naderij beginnen. Setübal is in aantal inwoners nu al de derde stad van het land, haar haven heeft al meer scheep vaart dan die van Porto in Januari van dit jaar 52.000 ton haar indu strie breidt zich uit, haar achterland wordt belangrijker: de toekomst ziet er niet slecht uit. Romeo en Julia hebben een baby Romeo en Julia hebben een baby. En een flink jong. Bij de geboorte vorige week woog het liefst 229 pond en in acht dagen tijds kwam het 7 pond bij. De komst van de kleine Roma was voor de gehele Romeinse bevolking een aange name verrassing. Voor hen, die niet zo goed thuis zijn in Shakespeare, zij er bij ge voegd, dat Romeo en Julia de na men zijn het olifantenpaar uit de Dierentuin in Rome. Het was voor het eerst in 10 jaar, dat in Euro pa een olifantje werd geboren. De voorlaatste keer in 1938 in Mün- chen, stierf de baby na 15 dagen. Tsjechen demonstreren Uitzonderlijke kunstvorm (door BOB SCHRIJVERS) In de Boheemse badplaats Ma- rienske Lazne wordt deze weken het derde Internationale filmfesti val gehouden. Een niet onbelang rijk deel van de manifestaties vormt de vertoning van een aantal poppenfilms, producten der Tsje- eho-Slowaakse filmindustrie. Dit is dan de eerste maal, dat bjj een der gelijke gelegenheid eens wat meer aandacht wordt besteed aan een vorm van filmkunst, die wel als in teressant wordt beschouwd, maar toch nooit die opgang maakte als de zeer verwante tekenfilm. Wat totnutoe op dit gebied ge presteerd werd Rusland en Ame rika lieten wel eens wat zien, in Ne derland wordt de poppenfilm met smaak voor reclamedoeleiden aan- gevflend was min of meer experi ment. De Tsjecho-Slowaakse poppen- films bewijzen, dat het fotograferen van poppen 'n geheel nieuwe en dich terlijke wereld van schoonheid heeft geschapen. De sneeuw lag nog op de heuvels van Moravië, toen ik dit voorjaar de filmstudio's te Zlin bezocht. Eigenlijk kan men de houten gebouwtjes, die vanwege 't brandgevaar een eind bui ten de stad van Bata liggen, nauwe- lijs zo noemen. Mijn verwachtingen waren niet erg hoog gespannen en daarom was ik des te meer verrast nadat ik kennis gemaakt had met het groepje mensen, dat er werkt en met de films, die zij maakten. Het eerst werd ik voorgesteld aan lermina Tyrlova, die, gekleed in lange broek en trui tussen de décors, die zij met de hulp van een assistente aan het bouwen was, vertelde, dat ze er In 1940 mee begonnen was in dit zelfde gebouwtje, in die tijd gebruikt door Bata om er reclamefilms te ma ken. Bijgestaan door haar cameraman Novak was ze aan het experimenteren gegaan met poppen en stukjes speel goed. Tenslotte kon het eerste vol waardige product -„Ferdinand de mier" in het proefzaaltje gedraaid worden. Zelf had ze de acteurs voor haar film vervaardigd en leven inge blazen. Want haar figuren leven, niet als mensen of als caricaturen daar van, maar zeker niet minder aan grijpend. Later volgden haar „Revolutie der poppen" en „Kerstdroom", waarin zij op bewonderenswaardige wijze zowel le vende wezens als dode creatuurtjes uit hout en lapjes deed acteren. En de filmpjes zijn niet grotesk geworden door de tegenstelling tussen het echte leven van de mens en 't houterige be wegen van de speelgoedfiguurtjes; zij ontroeren èn hebben een dramatische kracht, zoals lang niet alle gewone films hebben. Vooral geldt dat voor de „Revolutie der poppen", een verzets- film met als apotheose de „bevrijding" van hun onderdrukker, een „levende" SD-man. De productietijd loopt van vijf tot acht maanden er wordt on geveer twee meter film per dag ge maakt de kosten bedragen tussen de f 15000 en f 40000. Verder trof ik Karei Zeman aan het werk. Hij was bezig een scène op te bouwen uit zijn zo juist gereed geko men „Ijskoningin". Zeman, vroeger on derwijzer, was niet erg spraakzaam; ik moest maar kijken. Door de zoeker van zijn camera zag ik welk een onwerke lijk en sprookjesachtig tafereel hij met wat figuurtjes van glas op een plaat celluloid geschapen had. Toen hij een paar proefopnamen draaide heb ik ge noten. Tot ver buiten de grenzen hebben de poppenfilms uit Zlin succes gehad, een alleszins verdiend succes! Er ligt in ons land nog steeds een groot afzetgebied voor Nederlands fruit braak, dat de aandacht van onze fruittelers en anderen ten volle verdient. Voor 1940 bestond er n.l. een be langrijke import van gedroogd fruit, die geheel in eigen land werd gecon sumeerd. Men kan berekenen, dat voor de verwerking door fabrieken van deze geïmporteerde hoeveelheid circa 30 millioen kilogram vers fruit per jaar nodig is geweest. Fruit, dat wij ook zelf telen in een kwaliteit, die voor het drogen even goed ge schikt is als het buitenlandse pro duct .Alleen de goede drooginstallaties ontbreken. Na de oorlog zijn veel buitenland se ervaringen bekend geworden over het drogen, zoals dit gedurende de oorlog zowel in Engeland als in de Verenigde Staten geschiedde. Het ligt vooral op de weg van de fruit telers zelf en ook op die van fruit telersverenigingen en afzetorganisa ties, dit afzetterrein te veroveren. Van verschillende zijden werd daar over reeds advies gevraagd. In samenwerking met de algemeen technische afdeling van het instituut voor toegepast natuurwetenschappe lijk onderzoek en een ingenieurs bureau stelt het Instituut voor bewa ring en verwerking van Tuinbouw producten te Wageningen thans een volledig uitgewerkt ontwerp samen van een moderne fruitdroger met een capaciteit van circa een ton vers fruit per dag. Deze tekeningen wor den zover uitgewerkt, dat het voor een aannemer ter plaatse mogelijk zal zijn een dergelijke droger te bou wen. Het is de bedoeling dit ontwerp aan belangstellenden ter beschikking te stellen. Getracht wordt het ont werp nog voor de herfst gereed te krijgen. Volgens mededeling van het ministerie van landbouw heeft de fosfaatvoorzie ning voor de landbouw zich na de oor log het snelst hersteld. Verwacht wordt, dat zich bij de bevoorrading van fos- forzuurmeststoffen in het komende sei zoen weinig moeilijkheden zullen voor doen. De import uit België en Luxem burg van Thomasslakkenmeel zal waar schijnlijk niet zo hoog zijn als in het af gelopen jaar, doch er is grote kans op import uit Frankrijk. Hoewel vrije keuze van een bepaald product niet altijd mogelijk zal zijn, mag de fosforvoorziening voor het komende landbouwseizoen als verzekerd worden beschouwd. De stikstofpositie is minder gunstig door het feit, dat de stikstoffenfabriek te Sluiskil nog niet kan werken. Nu zal de Nederlandse industrie met hoogstens 75.000 ton productie globaal geschat aan 60 procent van de vraag kunnen vol doen. Aangezien gevreesd moet worden, dat de hoeveelheid beschikbare stikstof voor 19481949 kleiner zal zijn, dan die voor het vorige seizoen, kan de distributie hiervan niet worden opgeheven. Voor kalimeststoffen zijn land- en tuinbouw geheel op import aangewezen. De afgesloten handelsverdragen met Frankrijk en de Duitse zones wijzen op de mogelijkheid van niet onaanzienlijke aanvoer. De in principe overeengeko men importen van kali uit Sovjet-Rus land en Spanje kunnen nog niet als vast staand worden beschouwd. De aanwezi ge hoeveelheden zuivere kali zullen dringend nodig zijn om de kalivoorzie ning in het komende seizoen op hetzelf de peil te houden als dat in het afgelo pen seizoen. De kalidistributie kan dan ook nog niet worden opgeheven, gezien de onzekere ontwikkeling op politiek en economisch terrein. 48. De mensen, die Jonker Flonker met de kazen zagen weglopen, begre pen eerst blijkbaar niet goed, wat er gebeurde. Het bleef een ogenblik dood stil onder het publiek. Maar toen Boenzel, direct achter Jonker Flon- ker's rug, de deuren voor de zaal dichtstootte en de grendel ervoor in de grond schoof, brak er binnen een heidens kabaal los. Maar Jonker Flonker en Boenzel hoorden het al niet meer. Als hazen renden ze de trappen van het museum af Aan de uitgang was er niemand om ze tegen te houden. Buiten bleven ze doorhollen. Met z'n kin en z'n handen hield Jonker Flonker de drie kazen tegen z'n borst geklemd; zo liep ie blazend achter Boenzel aan, die aller lei hoeken van straten omschoot. Ein delijk in een donker steegje kwamen ze tot stilstand. ,.Ik kan niet meer", hijgde Jonker Flonker, terwijl ie neerviel op een volle vuilnisemmer. „Hou je taai, baas", zei Boenzel. „U ,ziet wel, dat mijn tong me ook uit mijn bek hangt. Maar honderdduizend gulden is niet niks. We moeten vanavond nog die kazen aan Professor Splitser afleve renDat is nog een heel eind bui ten de stad. Zouden d'r nou antieke kazen bestaan of geloven de mensen daarin sinds ik dat Slaffer op z'n mouw heb gespeld „De wereld wil bedrogen zijn", zei Jonker Flonker wijs. „Laten we nou maar verder gaan...." En toen sjokte hij maar weer gelaten met z'n kazen achter Boenzel aan de donkere stad door. „Als ik die honderduizend gul den krijg", zei hij na een tijdje, „dan ga ik weer een koets houden, en paar den, en een renstal. En jij krijgt een gouden halsband met m'n wapen er in". „Dan laat ik me in de adelstand verheffen", zei Boenzel en toen sloe gen ze een hoek om en ze kwamen in een stille straat met pakhuizen en uit die pakhuizen sprongen twee kerels te voorschijn met een knuppel en met een mes en ze riepen „Halt, geef hier die kazen Jonker Flonker herkende ze op slag. Het waren Arie en de man met het vette hoedje. DE GOUDEN KRUIK door JAC. BROERSEN. De schrijver Jae. Broersen is een man, die zijn jeugd op het Westfriese platteland intens beleefd heeft en die thans nog met vele banden daaraan gebonden is. Hij kent en hij houdt van de Westfriezen omdat hij één der hunnen is en hij legt daarvan weer getuigenis af in zijn nieuwe boek „De Gouden Kruik". Broersen is een streek-romancier par excellence, want 't is niet zomaar een verhaal dat hij schrijft, maar een echt Westfries gebeuren. Hij heeft de gave om zijn lezers uit ons gewest die eigen aardige voldoening gevende ervaring te schenken, dat ze iets lezen uit hun eigen leven. En toch bedient Broersen zich niet van het middel om door het gebruiken van dialect-woorden en Westfries idioom zijn boek sfeer te geven. Inte gendeel „De Gouden Kruik" is ge schreven in een statig Nederlands, met een bloeiende beeldspraak, welke, als zij niet zo voortreffelijk ware, misschien pathetisch zou aandoen. In „De Gouden Kruik" wordt de le vensgeschiedenis geschilderd van de lichamelijk mismaakte Japie Jellema, die als zoon van een daglonertje in de dorpsgemeenschap opgroeit tot het scharrelaartje-in-alles-en-nog-wat, dat men eigenlijk niet voor vol aanziet. Japie Jellema wil graag meedoen, maar hij brengt 't bij hoogtepunten in het dorpsleven als kermis en uitvoering niet verder dan tot „figuur aan de tap kast". Eenzaam drinkt hij dan een borreltje, dansen wil hij wel, maar de meisjes moeten Japie niet Doch de oorlog doet de kansen keren; Japie leert in de hongerwinter een mondaine vrouw uit Amsterdam ken nen, die hem in de letterlijke zin des woords om den brode haar gunsten schenkt. Ze zet hem aan tot zwarte handel en Japie slaagt er in om in een korte spanne tijds een wel gesteld man te worden. Nu zal 't dorp, dat hem negeerde en vertrapte, een knieval doen! Japie trouwt de mooie Amsterdamse en hij koopt de oude dorpsherberg „De Gouden Kruik", die hij geheel „in stijl" laat opknappen. De dag van heropening is een glorie dag, maar dan keert de fortuin Japie weer de rug toe. Zijn vrouw blijkt hem ontrouw, de fiscus komt zijn deel van het door on- oirbare praktijken vergaarde vermogen opeisen. En dat deel is zeer, zeer groot. Aan het slot van het boek heeft het rad van avontuur zijn wenteling vol bracht. Japie Jellema is weer „de ouwe .necht", scharrelaar-in-alles-en-nog-wat, in een dorp, dat uit de hoogte op hem neerziet. Broersen heeft met „De Gouden Kruik" een boek aan de serie van de in de loop der jaren verschenen West- friese streekromans toegevoegd, dat met ere genoemd mag worden! We vermelden tenslotte dat „De sd Gouden Kruik" door de Uitg. Mij. West- Friesland" is uitgegeven in een voor deze tijd zeer mooie uitvoering. De tekenaar Hans de Haas zorgde voor 'n suggestief en artistiek stofomslag. Gr. Fluisteringen van de zee door: ANNO TEENSTRA Geïllustreerd door Pieter Kuhn Uitgeverij v/h de Boer, Amsterdam Wie sagen, mythen en legenden wil horen, behoeft slechts naar de haven buurten te gaan en een oude zeeman aan te klampen. Die kent er wel enige. Hij heeft ze als jongen van zijn vader vernomen of hij heeft ze aan boord gehoord als de bemanning op een lange reis des avonds aan dek naar de sterrenlucht keek en uitgelogen was over alle ver schrikkelijke avonturen, die ze zelf beleefd zouden hebben. In al die verhalen neemt de duivel een grote plaats in. Hij de man met de bokkenpoten was het aan wie de oude zeevaarders al hun ongelukkige reizen toeschreven. Hij stond plotse ling aan het stuurrad en dan voer het schip een noodlottige koers of hij kocht de ziel van de kapitein en gaf hem voorspoed en rijkdom tot het tijd stip was aangebroken, dat de rekening vereffend moest worden en het schip met man en muis in de golven ver dween. Een dertigtal van deze oude verha len heeft Anno Teenstra in dit boek bijeengebracht. Ze werden hem ver haald door kustbewoners of zeelieden hij putte uit bronnen, uit bundels sagen en legenden,4 die vaak» op een bepaalde streek van ons land betrek king hadden. Wie zich daarvoor interesseert vindt in het boek van Teensfra' een belang wekkende verzameling waarbij Pieter Kuhn voor een groot aantal passende illustraties gezorgd heeft. Tj. A. Besommingen van Zaterdag: IJm. 15 „Cornelis" 12570, 99 „Batavia" 23400 3 En Avant" 16430. 94 „Zwarte Zee" 9030, 29 „Zeeleeuw" 7700, 95 „Maria" 6120, 1 trawler 28000. KW 168 3290, 51 6080. 159 8280, 89 3070, 94 1390, UK 22 1660, 202 1180, 34 1460, 125 30, 7 35, 90 24, 19 30, 242 1580. 68 1800, KW 94 139, OD 8 280, HD 7 400, 8 1480, 77 11, 220 10, IJm. 213 730, 230 560, 241 230, 249 520, 79 660, 272 2100. 5 700, 215 290, 81 430. BUREAU ADMINISTRATII Voordam 9 - Tel. REDACTIE Achterdam 20 - Telef Postgiro 187294 Directie: J BIJLSMA en C. K GESLAAGD. Onze plaatsgenoot de heer A. N. Z. Hermes slaagde te Amsterdam voor 't brevet voor de textielhandel, alsmede voor het onderdeel: bedden en dekens. De drie Westeljjke, den hebben zich giste; en-twintig uur plaatse! het Kremlin begeven o Molotof te ontmoeten. Men neemt aan, dal l(jke afgevaardigden g ring zullen afleggen o\ van het besprokene, overeenkomst te meld dat gebeuren in de vo gezamenlijk communiqi hoofdsteden. De afgevaardigen h blanco-volmachten en m elk stadium der onde overleg plegen met hun De bespreking eindigde en 40 minuten. De lange vergadering wordt als eei beschouwd. De bespreking werd di ruim half twee beëindig verlaten van het Kremlii Bedell Smith, de Ameril bassadeur te Moskou, nie dat dit de laatste bije geweest. Op de vraag van de of deze bespreking de geweest, antwoordde Smi ,,Men weet het nooit, dc van niet". Hij liet hierme dat misschien verdere in: de Westerse hoofdsteden ten waren nadat van deze spreking verslag zou zijn De drie Westerse afgez nen, aldus meldt Reuters dent Don Dallas, tevrede; over deze laatste besprekii de vorige. Gevraagd, of er vorderi gemaakt, zeide Smith: „II we weinig vooruit zijn ge doen we meestal, Men het beste en verwacht hi De Britse en de Franse Roberts en Chataigneau, hun zevende vergadering Kremlin geen commentaa Smith vertelde, dat hij lega's kort na hun aankc Kermlin onthaald waren koek. Nieuw incident Potsdammerpl Thomas Headen, pl gend directeur van eei van de Amerikaanse dienst, die Zondag op Potzdammer plein door de Sovjet-sector gearres is Maandag, kort na vrijgelaten. Hij is een uur in hechtenis geweest Een woordvoerder der politie heeft meegedeeld, bij zijn verhoor o.a. de vi legd kreeg hoe hij over rusme dacht en hoe hij presidentsverkiezingen in enigde Staten zag en de Henry Wallace, candidaat dé partij". Een officiëlé Amerikaan ring zegt, dat Headen onde werd gesteld van een Ai verbindingsofficier, die ziel hoofdkwartier van het mui jet-bestuur had begeven. Thomas Headen heeft niet slecht te zijn behande mera werd hem weer ter steld, nadat de film verwijl OOK ERDMA Franz Erdmann, chef ve minele politie in de Sovjet- Berlijn, die Zondag in de tor werd gearresteerd, nadat hij voor een rechtba Eritse sector was verschen laten. Volgens dr. Friedensburg gemeester van Berlijn, Erdmann, dat de „ongegr restaties" van een aanta agenten uit de Westelijke waarvan hij was beschuldij uitgevoerd op last van autoriteiten in Berlijn. WEER EEN Op het Potsdammerpleb :ich gistermiddag vroeg een Incident voorgedaan met tommyguns gewapen jet-militairen de grens Amerikaanse sector overs en een Duitser arresteer! Duitser verzette zich, do( de Sovjet-sector binnenge

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1948 | | pagina 6