UACmm&m
i l ii Li
m avonturen van Boenzel en Jonker Flonker
1
P C D 71 r
(wil een modern land worden;)
Tante Sabine
ieuws
•igeerd.)
>pvolger van
eland
33 millioen
ar
/ilhelmina
nds in
Hand
oot-Schermer.
erkkoor
op de
rivier
Hef eiland in
de oceaan
DAMRUBRIEK
m
HPb IIP; IPF!
w 'W//' 'Wm
Y. -Jm mm Wm
80 proceni der bevolking analfabeei
J
Wij luisferen naar
Brandend water
grijpt in
mm
KRUISTOCHT VAN DE CATAUNA P 85^)
ZEELAND
1 hem dank
ldigd"
ing heeft heden het
ié uitgegeven:
1 Zeeland, minister
verzoek eervol ont-
nctie als vertegen-
Igische regering in
loede Diensten. De
and heeft zich ge
in ingespannen om
a Nederland en de
ag te vergemakke-
Herremans, gevol-
buitengewoon ge-
enige tijd heeft
1 opvolger aange-
lijf in België voor
de regering over
procedure, zal de
5 Augustus weder-
r Batavia vertrek-
de secretaris-ge-
Trygve Lie, opge-
den de uitgaven
1949 begroot op
lit is ongeveer
Ier dan de voor
n. Dit houdt ver
dat de uitgaven
nissies, zoals die
rea en Indonesië
1949 zijn opgeno-
ir voortbestaan in
luit van de Alge-
odig is.
Ite van het totaal
:ft uitrusting en
secretariaat te
t Europees bureau
rie millioen dollar
r Koningin in de
and, J. E. Baron
k, heeft de Staten
September voor
itting ter herden-
gsjubileum van H.
ina. In deze zitting
d over te gaan tot
Koningin Wilhel-
tot doel heeft het
:1e steun aan kin-
gepensionneerden
Personeel, die van
igaafdheid blijken
ders niet over de
een hoger of daar-
onderwijs te doen
andering
ng tot Woensdag
lering,
het land: matige,
iden aanvankelijk
tussen west en
iwoiking met en-
n. Vrij koel weer.
het land: meest
akelijk uit weste-
ielende bewolking
temperatuur als
Kerkkoor zijn
eze keer met een
ia Oorbeek Aller-
nsterdam naar Hil-
de diverse stu-
reed, en
ing koffiedrinken.
tocht over Lage
htige bossen, naar
:berg werd weder-
aan de graven
Nu ging
naar Oosterbeek
en genoot
•gezichten, over de
er daar na regen,
nen Hierna werd
men de grote ver-
Aan Park
een bezoek Nu
sldoorn aan, waar
een heerlijk dinér
het in snel tempo,
Amsterdam, waar
acht arriveerde
be-
genoten
kwam het gezel-
dhuis terug
HOLLANDIA, 29 Juli,
De Marine Catalina voert ons van
kampong tot kampong, van bergland
tot bergland, van rivier tot rivier. Van
de Noordkust van Nieuw Guinea naar
de Zuidkust. En hij daalt in het gepo
lijste spiegelglas van de meren, die daar
liggen achter de hoge bergruggen van
centraal-Nieuw Guinea. Maar de Cata
lina kan ons niet in het hart van dit
land brengen. Dat moeten andere
transportmiddelen doen: dat doen onze
voeten, dat doet soms een ijzersterke
en onverwoestbare jeep, en dat doet,
een enkele maal, een antieke Higgins-
stoomboot van het Gouvernement.
Twee dagen varen we de rivier op,
bij Noeboeai. De rivier, die in het be
gin breed en ruim en diep is. Later
wordt hij smaller en ondieper. Uren en
urenlang stoomt de Higgins voort, steeds
in hetzelfde rustige en slaperig maken
de tempo. De oevers glijden voorbij.
Die oevers bestaan uit het vloedbos;
dat vloedbos bestaat uit honderddut
zenden mangrovebomen. Als een muur
van groen verrijst het mangrove-woud
aan beide zijden van de rivier. Het is
ondoordringbaar, hier kan geen mens
leven. Hier komt hij per uur misschien
5 meter vooruit, als hij tenminste de
beschikking heeft over Papoea's, die
getraind zijn in het vloedbos, er ge
boren zijn, en zijn gevaren en valstrik
ken kennen. Hier leeft de muskiet in
enorme zwermen. Hier woedt de dode
lijke malaria. Hier schuifelt de kroko>
dil, die we vanuit de boot keer op
keer zien. Even een gedempt geplas,
een paar kringen in het wateren
verder stilte. Eenmaal zien we twee
exemplaren van minstens 3 meter
lengte.
Als de avond komt ontwaakt het oer
woud. Eerst komen de muskieten, mil-
lioenen en millioenen. Dat is het uur
voor DDT en Shelltox, waarvan we
enorme hoeveelheden in deze dagen
gebruiken. Snel komt de nacht in de
tropen. In een kwartier is het donker.
Ofneen, niet helemaal donker.
Daar is de glans van de vuurvliegen
die beginnen te stijgen. Kleine snel rij
zende vonken, die in het loof der bo
men verdwijnen. En soms is daar een
oude vermolmde en rottende palm, die
een geheimzinnig fosforiserend Schijn
sel uitstraat. Hiervan zijn de bewoners
van het land zeer bevreesd.
Dit is het uur dat het oerwoud gaat
leven. De krekels zetten hun eindeloos
concert in, de bruikikkers zorgen voor
een accompagnement dat soms tot een
bijna oorverdovend lawaai uitgroeit.
Insecten zoemen en snorren over de
rivier en telkens zwalkt er iets groots
en zwart door de duisternis: we weten
later dat dit vleermuizen zijn, van het
soort dat op Nieuw Guinea vliegende
honden wordt genoemd.
De jungle leeft, tiert, brult. Nooit
heb ik geweten dat de wouden van dit
nauwelijks betreden rijk zo gevuld zijn
met wild, razend en koortsig leven.
Het moet moeilijk zijn, als men baroe,
nieuweling in dit land, is en moet sla
pen in de rimboe.
In die dagen dat we op de rivier
waren leerden we talloze dieren ken
nen. De prachtige kakatoe's sneeuw
wit en kakelbont. En soms, op de
uiterste top van een slanke palm, een
blijkt ook
in boek
vorm zeer
in trek te
zijn.
De verkoop
gaat zijn
gestadige
gang.
Overigens
volkomen
te begrij
pen, want
het is de
schrijver
van dit
detectiveverhaal volkomen gelukt
de lezer (es) enige genotvolle uren
,e schenken.
paar paradijsvogels. Het is een verruk
king hen te zien, hun onbeschrijflijke
sierlijkheid, hun bevalligheid. Konin
gen en koninginnen van het oerwoud,
met recht de vogel van het paradijs ge
noemd.
We varen door.... de lange nacht in.
Van heel verre horen we het doffe ge
klop op tifa's, torn toms. Ergens is 'n
kampong, ergens vertelt de tifa een
nieuwtje, een bericht. Want onze na
dering is al lang bekend. Daar zorgde
de jungle-telegraaf voor. Dat zijn de
vogels en dat zijn soms in de stroom
geworpen stukjes hout. En het zijn de
tifa's en al die andere onbekende, mys
terieuze instrumenten, waarvan wij
Westerlingen, niets weten.
De Papoea die onze gids is vertelt
van de slangen. Hij zegt dat er ergens,
heel ver weg, giftige zijn. Als je er
door gebeten wordt sterf je binnen
minuten. Het zijn heel kleine slangen,
zwart met een witte kop. Pas er voor
opze zijn dodelijk voor iedereen.
En daar is de python. Overal kom je
hem tegen in dit land. Soms is hij 6,
soms 7 meter lang. Hij is niet vergif
tig, maar als hij schrikt en kans ziet
dat 7 meter lange slangenlijf om het
lichaam van een mens te wikkelen is
het gedaan. De mens wordt volkomen
gekraakt en niets kan hem redden uit
deze dodelijkste aller omhelzingen.
De nacht gaat vorbij. Wassenburg en
Pfaff en ik luisteren naar de verhalen.
We roken het ene pakje cigaretten na
het andere en als de morgen komt,
komt tegelijk de slaap. Maar die kans
krijgen we niet meer, want de grote
kampong Ts bereikt en 16 kano's zwer
men al om de Higgins heen. Woest en
dreigend zien de mannen er uit. met
de vederbossen op de zwarte haren,
de lichamen beschilderd met rode klei
en met een storm van geluid, bestaan
de uit het gillen der roeiers en het
verwoed slaan op de tifa's.
Het tempo waarin geroeid wordt is
ongelooflijk. De kano's varen niet. ze
schieten met schokken vooruit. Met
een snelheid die de snelst geroeide
wherry in het Westen nauwelijks kan
evenaren.
We worden uitgenodigd bij 't hoofd
van de clan te komen en de uitnodi-
ging wordt aanvaard. Groene, jonge
klappers liggen klaar voor ons en vor
men de morgendrank. Jonge vrouwen
dansen voor het huis en de mannen
zien toe. Totdat ook zij hun bogen
wegwerpen en met dansen beginnen.
Het is één onuitwarbare chaos van ve
ren, pluimen, bloemen en zwarte
wringende en kronkelende lijven.
x
Over een wijd stuk Pacific, een bre
de baai in de kust, bespoeld door de
Stille Oceaan, gaan we die dag terug.
Langs eilanden en eilandjes. Verlaten
stukjes steen in het blauwe water. We
koersen door de brede deining van de
oceaan, die Nieuw Guinea aan dé
Noordkus begrenst.
Eén eilandje is lieflijker dan alle
andere. De naam ben ik vergeten. Het
is heel klein, zo op oog rond te lopen
in nauwelijks een half uur. Het ligt
daar verloren in de Pacific, die er met
de volle kracht van zijn deining te
gen aan beukt. Er is een klein stukje
strand, dat telkens onderloopt van rul,
wit schuim. Papagaaien krijsen in de
lange blaren van klapperpalmen en als
de Higgins op een paar honderd meter
van de felle branding af is, zien we
tientallen schildpassen, als deftige
oude heertjes, gestoord in hun rust
tussen zon, zand en schuim, wegschar-
relen. Op een gegeven ogenblik zijn
ze alle tegelijk verdwenen.
De branding dondert tegen 't strand,
tegen het steen, tegen het zwarte hout
van de palmen, die half in zee staan.
Parkieten en papegaaien zitten nieuws
gierig te kijken naar die oude, vuile
boot die daar langs vaart.
Soms krijg je het verlangen hier te
ankeren, het eiland op te gaan en
onder de schaduw van de koningspal-
men en bij het sissend uitlopen van
de branding der oceaan, te gaan slapen
en dromen. En voor een flink stuk
tijd de wereld in het Westen te verge
ten.
De droom is voorbij en de Higgins
vaart door. De lange, brede deining
van de Pacific helpt ons in de goede
richting en als het wéér avond is, zien
we de kleine, oude, met één olielamp,
verlichte haven.
Het water van de Pacific is één bonk
vuur. De Grote Oceaan heeft zijn licht
ontstoken en in een bekken van vloei
baar vuur, spattende vonken en vlam
mend kielzog leggen we aan langs de
iteiger.
ANTHONY VAN KAMPEN*
<SJ
Oplossing probleem 46.
Stand: Zw. 10 sch. op: 4, 9, 10, 12,
33, 14, 18, 20, 21, 22.
Wit 10 sch. op: 15, 24, 25, 29, 30,
32, 33, 34, 39, 41.
Opl. 1. 32—27 (21x32 of 22x31),
M Wk
2. 29—23 (18x40, 18x38, 20x40 Of
20x38), 3. 4137 (zwart sl. 2 sch.),
4. 37x19 (14x23), 5. 39—34
(40x29), 6. 30—24 (29x20), 7.
25x5 (ZW. 23—29 gédw.), 8. 5—14
(9x20), 9. 15x42 en wint op de «et
tegen schijf 4.
En nu nog even het volgen
de standje:
Zw. 9 sch. op: 8, 9, 13, 16,
17, 19, 23, 29, 34. Wit 10 sch,
op: 20, 28, 32, 37, 38, 41, 42,
43, 45, 48. Wit speelt: 38—33
(29 x 36), 48—38 (15 x 24),
37—31 (36x27) 32x14
(23x43), 48x30 en wit wint
hoe zwart nu ook slaat.
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 47 van Pierre Broyer
Zie diagram
Zw. 9 sch. op: 7, 8, 9, 10, 12,
19, 21, 27, 36.
Wit 9 sch. op: 20, 28, 32, 33,
34, 38, 40, 45, 46.
Wit speelt en wint. (Merk
waardige eindstand.)
11.
(Van een bijzondere medewerker).
Men heeft in Perzië of Iran, dat groter is dan Spanje, Frankrijk en het
vooroorlogse Duitsland tezamen, twaalf millioen inwoners geteld. Wie die
„men" is, weet men niet precies De regering verkondigt officiëel dat het er
zestien 'millioen zijn en sommige buitenlandse waarnemers mompelen iets
over slechts acht millioen Perzen. Maar dat in ieder 80 van de inwoners nog
moeten leren en schrijven, wordt niet tegengesproken. En dat dit land, dat
een „moderne staat" wil zijn, per jaar de helft van zijn nationale inkomen aan
defensie besteed, men spreekt het alweer nie* tegen.
„Perzië is modern", zegt de ene
Pers; „Perzië is achterlijk", zegt de
andere Pers. En wellicht denkt die
ander aan het feit, dat er 2000 rijke
families zijn, die de staat geheel in
handen hebben,... of denkt hü
misschien aan de verwoede lief
hebberij voor opium, die dit land
teistert en plaagt als China? Och,
waar hij aan denkt, we weten het
niet, maar zeker is, dat het mo
derne Perzië, genaamd Iran, niet
helemaal jjiij" Is.s
S'f" f- 'h'ï&t T!.
Dit boekje, in suggestieve omslag,
koopt U voor de luttele prijs van
bij bezorgers, agenten en aan de
bureaux van ons blad.
Beperkte voorraad.
V..
49. Maar toen Boenzel zag, dat
rn baas op het punt stond z'n kazen
aan de twee boeven over te geven,
was het alsof er in z'n binnenste hon
derden donkere roffels in beweging
kwamen. „Baas", schreeuwde hij hees.
„Je schokbatterij
Jonker Flonker haalde de schok
batterij uit z'n broekzak en stak hem
achter z'n witte vest. De mannen
hadden zich al gebukt om de kazen
te pakken en op dat ogenblik gaf
Jonker Flonker ze allebei snel een
vriendschappelijk klapje op hun
schouder. De kerels sloegen tegen de
grond, als door de bliksem getroffeD.
Tikkie, jij bent 'm, zei Jonker Flon
ker. Toen pakte h(j de kazen van de
straat op en wandelde met Boenzel
rustig verder.
Ze kwamen in de buurt waar ze
woonden, bij de grutjessteeg. ,,'t Is
alles een kwestie van tegenwoordig
heid van geest", zei Jonker FlonkeT
tevreden, terwijl ie z'n witte borst
wat hóger boven de kazen uittrok.
En je moet je nooit laten overdon
deren
Ze sloegen het Rottegat in. Aan
net eind van het nauwe gangetje tus
sen de schuttingen in zagen ze een
witte gestalte, die langzaam op nu'1
Mkwam. Jonker Flonker was blijven
staan. „Slaffer, in z'n nachthemd" sta
melde hij verbouwereerd. „Rustig door
lopen". gromde Boenzel tussen z'n
tanden door: „Ik lust hem rauw".
Zodra Slaffer het tweetal in de ga
ten kreeg, begon ie verschrikkelijk
zuur te kijken. „Jullie hebt m'n hele
voorraad opgegeten", schreeuwde hij
al van uit de verte. Maar toen ze voor
elkaar stonden en hij de kazen in de
raten kreeg, werd ie wild. „Die kazen
zjjn van mij", riep ie hees. „Ze zijn
gestolen. Overal in de stad hangen
biljetten met honderdduizend gulden
beloning er op als je ze terugbrengt.
Ik leg beslag op die kazenAls
schadevergoedingGeef hier
„Beste kerel", zei Jonker Flonker
met een minzaam lachje. „Kalm an
waten toen legde hij rustig aan
hand op Slaffer's schouderDe
kruidenier vloog dwars door een
schutting heen en bleef bewusteloos
op ëen bleekveldje liggen. Boenzel
was opgetogen. „Als ik handen had
zou ik applaudisseren", riep ie uitge
laten blaffend. „Maar we moeten op
schieten, anders is die Professor
Splitser al naar bed. En ik wil van
avond nog die honderdduizend gulden
hebben".
„Goed zei Jonker Flonker".
Maar de Pers als mens behoort volgens
velen tot de aangenaamste figuren op
dit ondermaanse. Dit land met zijn
kleine bovenlaag van rijkaards, zijn
klein aantal slecht betaalde en dus voor
corruptie vatbare ambtenaren, dit land,
dat in het geheel geen middenstand
kent, kent natuurlijk vele bedelaars.
Doch als het waar is, wat men van deze
armen zegt, dan vormen zij de aristo
cratie van de Int. Orde der Goede Bede
laars; slapend in de goot mompelen zij
nog kwatrijnen van de dichter Omar
Khayyam:
„Van deze aardse wereld stap ik af,
Van haar, die korte tijd een onderdak
(mij gaf;
Van alle raadselen wérd mij geen
(enkele opgelost,
En duizend twijfelingen neem ik mee
(in het graf"
INTERNATIONALE
SPANNINGEN.
De doorsnee Pers heeft altijd ergens in
zijn bloed de wijsheid der eeuwen be
waard. Maar hij maakt er zich niet
druk over en kent niet de hoogmoed
van de Westerling, die zich uitverkoren
meent Hij is gastvrij, hij mag buiten
landers wel, vooral wellicht, als zij het
„vuile werk" en dat schijnt voor me
nige wijze Pers zonder geld de inter
nationale politiek te zijn opknappen.
Is dit een van de oorzaken waarom
men in Iran 7.0 ongelooflijk veel
vreemde invloeden bespeurt? Enge
land voerde er jarenlang de boven
toon. als petroleumboorder »n strate
gische zeevaarder Nu, dit zij zacht-
kens terzijde opgemerkt poogt va
dertje Stalin het hoogste woord te
krijgen.
Maar hoe het ook zij, de doorsnee-Pers
maakt zich daar misschien nog minder
druk over dan de doorsnee Europeaan.
De Pers knoopte reeds sinds eeuwen
zijn verdroomde, als met zilverglans,
azuur en mangaan bestoven tapijten
voor wij nog zelfs aan onze koeharen
vloerbedekking waar natuurlijk nog
nooit iemand bij heeft kunnen dromen
toe waren
En zoals zijn tapijtjes, zo is de Pers,
ook nu nog: een goed man, een arme
rijke, met noblesse in zijn hart en veel
mijmeringen aan een verleden dat ham
leerde, hoe vergankelijk de dingen des
dagelijksen levens zijn en hoe schoon
het is, te dromen, terwijl anderen den
ken en doen en een orde verwekken,
die hij maar gevaarlijk, luidruchtig,
vermoeiend en toch maar wonderlijk
vindt.
En hi 4 is ook nog niet eens vijftig
PROGRAMMA VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 6, 7,25 en 11 uur AVRO: 6,15 Tom
Erich (piano) 6,30 Over de levensopvat
ting van primitieve volken 7,00 Echo
van de dag 7,10 Gesprekken met hok
ten 7,30 Relais Edinburgh 6,55 Bui
tenlands overzicht 9,i0 The Romancers
9,40 Nel Oosthout draagt voor 10,00
Pierre Pella (orgel) 10,30 Wereldkam
pioenschappen wielrennen 11,15 Wereld
raad van kerken te Amsterdam 11,20
Wereldkampioenschappen wielrennen
11.65 Ambrose en zijn orkest
HILVERSUM 301 m Nieuwsberichten
om 7, I en II uur KRO: 6,20 Sport-
praatje 6,30 Voor de Strijdkrachten
7,15 Richard Tauber met orkest 7,30
„Het sPeI mot de dood" 7,45 Nlwln-
klanken 7,50 Rubriek van de Weder
opbouw 6,05 Gramofoonmuziek 8,12
De kringloop der belangen" 9,35 Con
cert door het omroep-orkest 10,37 Ac
tualiteiten 10,45 Avondgebed 11,15
Laat Symphonisch-cöncert
PROGRAMMA VOOR WOENSDAG
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 7, 8_ 1, 6, 8 en 11 uur VARA: 8,18
Tango's en rumba's 8,50 Voor de huis
vrouw 9,00 Gramofoonplaten 9,35
Alfred Cortot (piano) VPRO: 10,00
Morgenwijding VARA: 10,20 Onze keu
ken 10,30 „Als de stofzuiger zwijgt"
11,00 Populair non-stop-programma
12,00 Malando 12,38 Johan Jong (orgal)
1,20 Orkest Frans Wouters 1,50 Jo
seph Schmidt zingt met orkest 2,00
Gesproken portretten 2,15 Kamermu
ziek 3,00 Jane Eyre 3,30 De Regen
boog 4.00 Kinderzang 4,15 Weinig in
de krant, veel in het land 4,45 Vragen
staat vrij 5,15 Gramofoonplaten 5,45
Contact overzee 6,15 Vara-varia 6,so
Operette-concert 6,45 De Wereldkam
pioenschappen wielrennen 7,00 Een
donderwolkje aan de feesthemel 7,15
Het nieuws uit Indlë VPRO: 7,30 Voor
de jeugd 7,40 Jeugdnieuws VARA:
8,05 De Zeer Eerw Heer Henrl de Greeve
over het Nationaal geschenk aan H M de
Koningin 8,15 Muziek 9,35 „Kruisver
hoor" (hoorspel) 10,40 Kwartet Jan
Corduwener 11,15 Wereldkampioen
schappen wielrennen 11,30 Dansmuziek
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV: 8,15
Het BBC-koor 8,30 Ëen vlotte start
9.00 Ochtendbezoek bij onze jonge zieken
9,30 Werken van William Walton
10.00 Achtste christelijke congres tegen
het alcoholisme 11,00 Potpourri's
11,40 Piano-duo 18,00 Gramofoonplaten
12,33 Aneora-trio 1,15 Orgelconeert
2,00 Ensemble „Bagatelle" 2,30 De in
vloed van het licht bij tuinbouwgewas-
sen 3,00 Muziek 3,30 Kamerorkest
4,00 Magyarl Imre en zijn orkest 4,15
Voor onze jongens en meisjes 5,30 Rusch
strijkorkest 6,00 Onze Nederlandse ko
ren en korpsen 6,30 Voor de Strijd
krachten 7,15 Het orkest v,n André
Kostelanetz 7,30 Het actueel geluid
7,45 Gramofoonmuziek 7,55 Het Bach-
koraal 8,05 programma-proloog 8,15
Wijdingsure 9,30 Koninklijke Militaire
kapel 10.15 De zes strijkkwartetten
10,45 Avondoverdenking 11,15 Wereld
raad van kerken 11,20 Avondklanken
11 40 Gramofoonplaten
„Nooit van gehoord", zullen vele
lezers mompelen, die denken aan
de oerfunctie van ons water als
blusrnateriaal, tenminste wan
neer er niet een laagje olie drij
vend op het water tot ontbran
ding wordt gebracht.
En toch is men onlangs in de
Oeral op brandend water gestuit.
Bij het boren van een bron
kwam warm water met een be
paald zoutgenalte naar boven
dat brandbaar bleek en een
blauwe vlam gaf. De leider van
de expeditie construeerde een
vrij eenvoudig apparaat om het
methaan (moerasgas) uit het
water af te zonderen. Men be
nutte het meteen als motor
brandstof. Kort na deze ontdek
king kwam een andere expeditie
brandend water in de buurt van-
de stad Kamyslof tegen. Later is
gebleken dat het brandende wa
ter zich over geweldige uitge
strektheden in de bodem van de
Oeral bevindt. Men heeft zich
deze ontdekking ten nutte ge
maakt door een aantal kleine
electrische centrales aan te leg
gen, die door deze gratis brand
stof gedreven worden.
jaar geleden dat zijn zoon hem vol eer
bied en liefde toesprak als „meester"
en zijn slaaf het kostbaarste was een
schone Abessijnse maagd, die kostte
f 500 hem „vader" noemde. Zijn
slaaf, hij sprak hem aan als „kind", en
gaf hem als hoogste straf zijn vrijla
ting
Schoon, oud Perzië, hoe hard is het
een zakelijk, nieuw Iran te moeten
worden
ROMAN
VAN MARIA SAWERSKY.
29.
„Ach, mij heeft het behoorlijk ge
smaakt" bekende Beate.
„Nou, dan heb je een maag als een
struisvogel", luidde het antwoord.
„Wie weet".
Er scheen met Beate nu eenmaal niet
te praten te zijn en daarom trok Irene
Larsen zich maar op haar eigen kamer
terug, waar zij zich geërgerd begon af
te vragen, hoe ze de middag in het ver
velende Hasselfeurde zou kunnen door
brengen.
Dat was eigenlijk overbodig, want
juffrouw Sabine Reuder had daarvoor
allang een plan opgemaakt. Terwijl
daar allen rustten, had ze een invita
tie voor de thee aan het huis van haar
buurman laten bezorgen, waarmee ze
zich erkentelijk hoopte te kuftnen tonen
voor het maal van de vorige avond. Nu
stond zij in de keuken en instrueerde
Emma.
„Denk er om, dat we er eer mee
moeten inleggen", bond ze haar ge
dienstige op het hart. „Doe dus eens
extra je best!"
„Bah!" zei Emma minachtend, ,,'s Is
nogal een kunst om Peter en z'n koke
rij te overtreffen. Na dat maal, zoals
u 't me geschilderd hebt, juffrouw,
verwondert me maar één ding: dat u
nog in leven bent".
Bij de herinnering aan de uitge
droogde ham, de harde worst en de
beschimmelde kaas trok Sabine nóg
haar neus op; ze onthield zich echter
van verdere critiek.
„De kapitein wil me met z'n nichten
de loef afsteken", zei ze lachend,
„maar ik zal het met m'n keuken doen
en hem met verscheidene lengten
slaan. Zolang die Peter hiernaast kookt
en ik jou heb. zullen we het wel win
nen, nietwaar?"
„Rekent u daar maar op!" verzeker
de Emma, die haar ontslagaanvrage
alweer vergeten was.
„En om de kapitein te laten zien,
dat ik niet alleen op hem en z'n nich
ten ben aangewezen, zal ik ook dr.
Kiuger en diens zuster inviteren. Wie
zouden we nog meer kunnen vragen?"
„Dat weet ik niet, juffrouw".
„Enfin, Kruger en z'n zuster zijn
voorlopig genoeg", besloot juffrouw
Reudei*. „Men moet niet al zijn kruit
opeens verschieten".
De beweeglijke oude dame begaf
zich naar de telefoon en nodigde dr.
Kruger op de thee. De medicus nam
de invitatie, zowel voor zichzelf als
voor zijn zuster, die hem in zijn prak
tijk hielp, gaarne aan. Het was hem
reeds ter ore gekomen, dat de kapitein
zijn nichten te logeren had. Dr. Kru
ger was nieuwsgierig met de dames
kennis te maken.
Toen men in de woning van Mengel
berg uit zijn middagslaapje ontwaak
te, lag juffrouw Sabine's uitnodiging
op tafel. De kapitein wreef zich in de
handen.
„Maken jullie je maar deftig, meis
jes", zei hij, vergenoegd.
Irene trok een elegante middagja
pon aan en kapte, schminkte en poe
derde zich zorgvuldig. Zo verscheen
zij stralend voor haar oom, die haar,
als leek in de vrouwelijke toiletkunst,
bewonderend opnam. Beate kwam iets
later. Zij droeg een- eenvoudig jurkje
van grijze zijde, haar haar was. als
gewoonlijk, glad naar achteren gekamd
en haar gezicht was gespeend van elk
schoonheidsmiddel. Dientengevolge be
hoefde het niet te verwonderen, dat
ze bij haar knappe nicht wel zeer
ongunstig afstak.
Mengelberg nam haar, kennelijk
r.iisnoegd, op. „Heb je geen andere
jurk dan dat grijze vod?" vroeg hij
onvriendelijk.
„Nee oom", bekende Beate be
schaamd.
„Nou dan zullen we maar gaan."
Bij de deur van de naburige woning
werden zij door Emma, die voor deze
gelegenheid een hagelwit schortje had
voorgedaan en zich in alle opzichten
van Peter onderscheidde, ontvangen.
Z bracht het gezelschap naar de
salon, waar zij door juffrouw Reuder
werden begroet. Spoedig daarop ver
schenen ook dr- Kruger en diens zuster.
Laatsgenoemde was een dame van
moeilijk te bepalen leeftijd; ze had een
verstandig gezicht en in haar ogen
glom iets, daf op gevoel voor humor
duidde
„Tjonge, tjonge, u hebt er een heel
feest van gemaakt, juffrouw Reuder,"
zei de kapitein, "iet een ondertoon van
jalouzie in zijn stem.
„Ter ere van u en uw nichten !"lachte
Sabine Reuder.
Op dit ogenblik schoof Emma de
schuifdeuren vaneen, die toegang
gaven tot de eetkamer. Een keurige
tafel was 't eerste, dat opviel. Zilver
en kristal fonkelden en een door
dringende bloemengeur vulde het ver
trek. En daarop begon Emma, geassis
teerd door een noodhulpje op te die
nen :warme pasteitjes met vis- vlees-
en champignonvulling. Thee, wijn en
likeuren stonden volop ter beschikking
Voor de kapitein was er bovendien een
fles onvervalste Jamaicarum. En na de
pasteitjes verschenen er allerlei soorten
gebak, klein en groot, gevuld en onge
vuld. Het was alles met evenveel zorg
toebereid en juffrouw Sbina behoefde
haar gasten waarlijk niet tot toetasten
aan te sporen, want alles zag er even
verleidelijk uit.
De kapitein viel het onderscheid
tussen deze en zijn eigen huishouding
dusdanig op, dat hij er bijna kregelig
onder werd. maar juffrouw Sabine gaf
hem daarvoor geen gelegenheid. Ze
wist een levendig gesprek gaande te
houden en daarin vond zij de nodige
steun bij dr. Kruger. zowel als bij
diens zuster, die een zeer belezen
vrouw bleek te zijn en die al
spoedig contact had met Beate, toen
ook deze zich als een ware boeken-
vriendin ontpopte.
Het meisje voelde zich onmiddelijk
tot Laura Kruger aangetrokken. Bei
den hadden ongeveer dezelfde smaak
en veelal dezelfde boeken gelezen. Zo
doende ontwikkelde zich al spoedig
een litterair gesprek. waarbij Beate
alle verlegenheid aflegde en zich zo
danig van een andere zijde deed ken
nen, dat Mengelberg er zich over
verbaasde.
(Wordt vervolgd)
ll
u H
I
1
9