Tante Sabi
ne
Bernard Law Montgomery
Het geld was niet erg veilig bij
„Nationale Veiligheid''
De „Big Chief" van hei West-Europese leger:
Hij werd in een pastorie geboren
J
Thee blijft nog
op de bon
Geen Zuidvruchten te
verwachten
Een opstandig kind
2337 Politieke del
nog op hun
Geen schending van de
rechtszekerheid
inquenten wachten
berechting
Meer subsidie voor het
zoölogisch station
Het Radioprogramma
grijpi in
J^ET IS EEN UNIEK FEIT in de wereldgeschiedenis dat een aantal landen in
tijden van vrede de defensieve krachten coördineert. In oorlogstijd is deze
samentrekking van legers onder één opperbevel geen bijzonderheid. Tijdens
Waterloo en de beide Wereldoorlogen daarna heeft de eenhoofdige leiding van
verdediging en aanval zijn doelmatigheid bewezen en daarom wil West-Europa
een oorlog vóór zijn, door in vrede zijn kracht te tonen.
Montgomery, de succesrijke tegenstander van de Duitsers in Afrika; de voor
bereider van de invasie, de onverzettelijke overwinnaar van de legers in Noord-
Duitsland, is belast met de samenvoeging van de defensie der vijf Westerse lan
den. Zijn officiële functie is „voorzitter van de permanente verdedigingsraad", in
feite is hij de „Big Chief" geworden over de Jantjes, de Tommies, de poilu's, de
Jeans en Pierres die in de legers van de vijf landen dienen.
Montgomeryde naam heeft een vertrouwde klank en achter de naam zien
we de rijzige gestalte met de onafscheidelijke baret boven het intelligente
gezicht.
Een en zestig jaar oud is de veldmaarschalk, de held van El Alamein en
Normandië, als „Monty" op de handen gedragen door zijn mannen, voor wie zijn
toewijding een inspiratie en symbool werden op de zanderige en modderige
slagvelden.
VRIJHEID VAN VREES is een
begrip, dat Roosevelt formu
leerde en dat toen slechts door
weinigen begrepen werd. Voor
de bevrijding van vrees wordt
thans één leger in West-Europa
opgericht, een leger van Fran
sen, Britten, Belgen en Neder
landers. Het is een zeldzaam ge
val, dat in vredestijd vijf landen
hun defensieve krachten onder
één commando samen brengen.
Een zeldzame figuur is ook veld
maarschalk Montgomery, die de
chef van ons West-Europees leger
is geworden.
Met de man, die in de Afrikaanse
woestijn de legende van de Prui
sische onoverwinnelijkheid weer
legde, wordt de lezer in dit arti
kel vertrouwd gemaakt.
Het is zeer onzeker geworden, of thee
binnenkort bonloos verkrijgbaar ge
steld kan worden. De theepositie heeft
zich ongunstig ontwikkeld. De basis
voor onze theevoorraad is Indonesië,
doch er wordt weinig uit Indonesië ge
ïmporteerd.
Het is op het ogenblik ook nog niet
te zeggen, of suiker spoedig van de
bon zal gaan. Een gunstige factor is,
dat de suikerbietenoogst overvloedig
is en dat het gehalte goed is, al heeft
dit niet het peil van verleden jaar be
reikt. Het vrijkomen van de suiker
wordt echter niet uitsluitend beslist
door de binnenlandse productie, maar
in belangrijke mate ook door de im
portmogelijkheden. De regering ver
wacht, dat het buiten de distributie
brengen van suiker het verbruik daar
van zal doen toenemen. Dat betekent
de noodzaak van een grotere import en
grotere import wil zeggen: de beschik
baarstelling van onze toch al zo uiterst
spaarzame deviezen.
Brood gaat voorlopig nog niet van
de bon. Ook België zal brood nog niet
vrijgeven, zo is juist dezer dagen be
kend geworden. Nederland zal het
evenmin doen. Lijken de vooruitzich
ten dus niet bijster gunstig, dit staat
in elk geval vast zo verzekerde men
onsdat suiker en brood op de nomi
natie staan om het eerste van de bon
te gaan en dat er alles op gezet wordt
om dit te doen, zodra het maar enigs
zins mogelijk is. De andere artikelen
blijven vooralsnog gedistribueerd.
Zuidvruchten, zo vernamen wij ten
slotte, zijn behoudens de uiterst gerin
ge hoeveelheid, die nog aanwezig is,
niet te verwachten. Alleen tengevolge
van door Nederland met andere lan
den afgesloten handelsovereenkomsten
zullen nog wat zuidvruchten worden
ingevoerd, doch tot speciale aankopen
gaat de regering niet over.
J-JIJ WAS EEN DEUGNIET in zijn
jeugd, Bernard Law Montgomery.
Op 17 November 1887 werd hij in de
pastorie van Kennington Oval bij Lon
den geboren als het vijfde kind in het
domineesgezin.
Twee jaar later ging het hele gezin
scheep naar Tasmanië.op het Australi
sche eiland, waar hij werd opgevoed in
streng-Christelijk milieu. Al spoedig
openbaarde zich een van de bijzondere
eigenschappen die hem later in zijn car
rière zoveel kans tot slagen zouden bie
den: onverzettelijkheid in zaken, die hij
als rechtvaardig zag.
Hij werd opstandig in het gezin, waar
de opvoeding aan dogma's werd gebon
den, moeders wil een stempel drukte
op de levenshouding van haar kinderen
en vaders woord wet was. Herhaalde
lijk onttrok hij zich aan het ouderlijk
gezag en leefde zijn sagen leventje. Hij
interesseerde zich niet voor jongenslec-
tuur, noch voor muziek of schilder
kunst. Hij vond dit alles te weinig tast
baar. Sport, dat was zijn hobby. Daar
in zag hij directe voordelen voor
lichaam en geest. Hij werd er een goede
beoefenaar van, eerst gewoon team
speler, later captain van een voetbal
en zwemteam. Hij schiep er behagen in
voor het publiek op te treden en door
de massa opgezweept te worden. Hij
vond het prettig zijn team tot de over
winning te kunnen voeren.
Hij werd populair als .aanvoerder.
Hij kreeg in vrijwel alles de leiding op
school en voelde er zich wel bij. Hij
was de geboren commandant.
Omzijn dertiende jaar verhuisde het
gezin Montgomery weer naar Engeland
en de jonge Bernard was terstond haan
tje de voorste op de school St. Paul.
Toen hij zeventien jaar oud was, viel 'n
belangrijke beslissing. Op school was
een klas gevormd, waarvan de leer
lingen naar het leger wilden. „Leger-
klas" werd de groep genoemd en Mont
gomery koos deze. De Boerenoorlog
had in hem gevoelens opgewekt, die
hem naar het soldateske trokken. Hij
moest en zou soldaat worden, ondanks
de felle twist, die zijn vader over dit
plan uitlokte. Maar de koppige zoon
zette door.
Automatisch ging hij naar Sandhurst
over, de academie, waar de jonge offi
cieren werden opgeleid. Met nieuwe
energie wierp de jonge Bernard zich
op de studie en veroverde weer de
commando's over de sportteams.
Spoedig werd hij korporaal, maar hij
raakte in discrediet bij de officieren,
van wie verdere promoties afhingen.
Hij werd opstandig en haalde allerlei
kattekwaad uit, waarmee hij een be
paalde faam verwierf bij zijn jaargeno
ten, maar in het zwarte boekje der
tuchtelozen de rij namen opende. Na
een incident, waartoe hij de klasgenoten
aangezet had en dat een gesmade mede
leerling in het ziekenhuis bracht, kal
meerde hij wat en begon degelijk aan
de studie, die hij kon besluiten met de
aantekening „uitstekend" op het ge
tuigschrift.
„Hersenloze uniformdragers"
MEN VOND MONTY echter een zon-
derling. Naar meisjes omkijken deed
hij niet; dansen, flirten en minnekozen
noemde hij tijdverknoeien.
„Je deugt eigenlijk nergens voor en
in het leger zal je het nooit ver bren
gen", zeiden enkele officieren bij zijn
afscheid van Sandhurst.
Die kleinerende toevoeging aan het
getuigschrift zoog zich in Montgomery's
brein vast.hij zou het ze betaald zet
ten, al kwam Londen op zijn kop te
staan. Hij becritiseerde de Britse leger
leiding en vond de generaals hersen
loze uniformdrager^, die door bluf en
geluk op de hoogste plaatsen waren ge
drongen.
Montgomery ging als luitenant naar
Indië en in 1910 werd hij in Bombay
benoemd tot opperwachtmeester, een
baantje, dat hem een „kruimeltje auto
ritair gezag" verschafte en een sleutel
betekende voor zijn ambities, weldra
kapitein te zijn. Vlak voor de wereld
oorlog van 1914 werd zijn regiment naar
Engeland teruggeroepen.er pakten
zich wolken samen boven het Engelse
imperium.
Monty kon het niet erg vinden, dat de
theorie van Sandhurst aan de practijk
getoetst zou worden en met een zeker
enthousiasme scheepte hij zich met het
bataljon in naar Frankrijk. Voor heel
het Engelse leger was de veldtocht een
bittere teleurstelling. De doorstoot van
de Britten naar Berlijn liep vast in een
moeizame loopgravenoorlog. Monty
vuurde dapper aan en werd gewond
aan rug en knie. Hij kreeg er een me
daille voor en werd tot kapitein bevor
derd. In Februari 1915 kwam hij terug
en als tweede stafofficier van de 33ste
divisie maakte hij de slagen aan Somme
en Marne mee. De kruitdamp beviel
hem en wat hem niet beviel was het
feit, dat hij zelden een bevelvoerend
officier in de voorste linies zag.
De oorlog eindigde en daarmee de
kans op promotie. Als tweede officier
van de generale staf bleef hij in het
hoofdkwartier van de bezettingstroepen
in Keulen. Hij dacht reeds toen het
zijne van de Duitse militaire mentali
teit.
In 1920 werd hij in Engeland naar de
officiers-academie gestuurd in Camber-
ley. Als oorlogsveteraan lachte hij om 't
studieplandorre theorie zonder enig
realisme. Hij worstelde zich er door
heen en als commandant van de 17e in
fanteriebrigade werd hij naar het op
roerige Ierland gezonden.
Nadat de rust was weergekeerd stond
hij min of meer werkeloos, zoals zovele
officieren, die in de pacifistische wereld
een vals decor vormden. In 1923 werd
hij leraar aan de militaire school in
Yorkshire r nu begon hij pas te leven.
Hij bouwde zich eigen theorieën over
training en teamwork op, die de ver
ouderde militaire „leesplankjes" moes
ten vervangen en een soldaat werkelijk
gevechtsklaar moesten maken.
Hier werd de basis gelegd voor zijn
toekomstige roeping. Hij legde zijn theo
rieën neer in een handboek, dat buiten
gewoon populair werd en dat in 1939
nog „in de mode" was.
Zijn loopbaan ging verder op rolletjes.
Men begon de stugge Montgomery
te waarderen, terwijl zijn jonge vrouw,
de weduwe Betty Carver, een nieuwe
periode van geluk inluidde, toen zij in
1927 trouwden.
In 1930 werd hij luitenant-kolonel,
vertrok naar Palestina, later naar Egyp
te, toen weer naar Indië en vervolgens
in 1937 na veel bewogen jaren, waar
in Monty de slagvelden van het Oos
ten had leren kennen en op zijn man
nen had leren bouwen, naar Engeland
terug, waar de dreigingen van een snel
naderende oorlog al gevoeld konden
worden.
Op schriftelijke vlagen van het Twee
de Kamerlid de heer Burger betreffende
het aantal van nog niet berechte poli
tieke delinquenten heeft de minister
van justitie geantwoord dat het aantal
nog niet berechte gedetineerde politieke
verdachten op 1 September 1948 2337
bedroeg.
Dit wil dus zeggen, dat ongeveer 98%
van de strafzaken van de politieke de
linquenten, die na de bevrijding in de
bewaringskampen werden ingesloten,
inmiddels kon worden afgedaan. Gelet
op het massale karakter van het onder-
.havige probleem, kan het nauwelijks
bevreemden, dat er thans nog omstreeks
tweeduizend politieke verdachten over
zijn, die op hun berechting wachten.
Hoe betreuringswaardig en strijdig met
een gezonde procesgang dit ook moge
zijn, toch kan de minister daarin nog
geen schending van de beginselen van
de rechtszekerheid zien. Juist de ook
bij de bijzondere rechtspleging behou
den waarborgen voor de rechtszeker
heid staan een verdere opvoering van
het tempo van de berechting in de weg.
Voorts zij er op gewezen, dat vrijwel
zonder uitzondering allen, die in be-
waring werden gesteld, gebruik hebben
gemaakt van de hun bij de wet van 27
Juni 1947 geboden gelegenheid om een
verzoek om invrijheidstelling bij het
bijzondere gerechtshof of tribunaal in
te dienen, zodat vrijwel niemand meer
in bewaring wordt gehouden zonder dat
de onafhankelijke rechter daarover
heeft geoordeeld.
Intussen heeft de minister bij de pro
cureurs-fiscaal ten overvloede er nog
eens op aangedrongen nog eens nauw
keurig na te gaan of niet méér zaken
voor vereenvoudigde gerechtelijke af
doening in aanmerking kunnen worden
gebracht.
Steun aan „Oud-Edam"
Teneinde de Vereniging Oud-Edam
(die zich beijvert om oude uit histo
risch en architectonisch oogpunt be
langrijke gebouwen in dit oude Zuid-
zeestadje voor ondergang te behoeden),
met een subsidie te kunnen steunen,
is op de Rijksbegroting voor Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen voor
1949 een bedrag van f 1500 voor dit
doel uitgetrokken.
HET RIJK VERLEENT SUBSIDIES
Blijkens de Rijksbegroting voor On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen
voor het jaar 1949 is voor het eerst een
Rijkssubsidie in het vooruitzicht ge
steld voor het gymnasium in Hoorn en
voor de handelsschool met vierjarige
cursus in Alkmaar. Voorts is rekening
gehouden met de verlening van een
subsidie aan de landbouwhuishoud-
school in Langedijk en zal eventueel
ook een nieuwe dagambachtsschool in
Grootebroek subsidie krijgen.
Mens, erger je niet (2)
Het beroepsgeheim van
journalisten
Gistermorgen heeft de advocaat-ge
neraal bij de Hoge Raad, Prof. Mr.
Langemeyer, geconcludeerd in de zaak
tegen de heer H. A. Lunshof, hoofd
redacteur van „De Nederlander". Deze
zaak diende 21 September voor dit
college. De heer Lunshof was in be
roep gegaan tegen het vonnis van het
Amsterdamse Gerechtshof, waarbij
hem wegens het niet noemen van de
gene, die hem de geheime notulen van
Linggadjati had verstrekt, een boete
was opgelegd van 10.
De advocaat-generaal was van oor
deel, dat nog onderzocht diende te
worden, of van verdachte verlangd
mocht worden, dat hij zou getuigen,
zolang de Hoge Raad niet uitdrukke
lijk had beslist, dat hij daartoe ver
plicht was.
Op die grond concludeerde Prof.
Langemeyer tot verwijzing naar een
ander Hof voor een nader onderzoek.
De uitspraak werd bepaald op 16 No
vember.
Waar schu wings wimpels
bij gladhe d
Nu met het voortschrijden van de
herfst de kans op gladde wegen steeds
toeneemt, zal de ANWB-wegenwacht
waar nodig overal langs de gepatrouil
leerde wegen helrode wimpels met het
opschrift „glad", aanbrengen.
De „gele rijders" zullen zich echter
als regel slechts tussen 8 en 17 uur op
de Wegen bevinden, zodat gedurende
de nacht en in de vroege morgenuren
niet tegen plotseling optredende glad
heid kan worden gewaarschuwd.
De zoon van de ambtenaar
en de kapotte dienstauto's
Aan het verslag van de Algemene
Rekenkamer over 1947 ontlenen we
nog de volgende fraaiigheden:
De Rekenkamer nam kennis van ac
countantsrapporten betreffende het be
heer bij onderafdelingen van het Bu
reau Nationale Veiligheid. Daar werd
aan voedsel te veel verbruikt voor een
waarde van bijna f 30.000, zoekgeraakt
voor een waarde van f 250 (rond), ge
stolen ruim f 600. In de cantine: te
weinig verantwoord ongeveer f 4500.
Verder werd een hoeveelheid rookarti
kelen ten onrechte uit de magazijnen
van de legercantinedienst betrokken.
Verder nog een paar „beleidsfouten"
tot een bedrag van circa f 8000. Voor
zoveel tegen bepaalde personen aan
wijzingen bestonden, dat strafbare
feiten waren gepleegd, is het materiaal
in handen gesteld van de bevoegde ju
stitiële ambtenaren. Dit leidde tot het
seponeren (afleggen) van drie zaken.
De twee andere zaken zijn ondertus
sen ook „afgedaan".
Andere frisheid: de rekeningen van
een bakker waren na controle door de
kwartiermeester-generaal niet juist
bevonden. Hij werd dus uitgenodigd
verbeterde rekeningen in te dienen. De
algemene rekenkamer stelde bij haar
controle vast, dat behalve het bedrag
dezer nieuwe rekeningen óók dat van
de afgekeurde rekeningen was betaal
baar gesteld, ten gevolge waarvan de
bakker f 11.982 te veel had genoten.
Het bedrag is teruggevorderd.
Over het geros met dienstauto's het
volgende opwekkende verhaal.
Bij een gehouden wegcontrole was
vastgesteld, dat een hoofdambtenaar, te
zamen met zijn echtgenote en 16-jarige
zoon, gebruik maakte van een dienst
auto, zonder dat op de voorruit het
voorgeschreven kenmerk „dienstauto"
was aangebracht en terwijl de tot rij
den onbevoegde zoon als chauffeur op
trad. Deze feiten waren naar het oor
deel van de Kamer zo ergerlijk, dat
van een beschikbaar stellen van een
Rijksauto ten dienste van de betrokken
ambtenaar geen sprake meer zou mo
gen zijn. In het belang van 's Rijks
schatkist deed zij een beroep op de
minister van sociale zaken, tot wiens
departement de auto behoorde, om een
eind te maken aan zulke misbruiken.
De minister verklaarde in zijn ant
woord, dat de ambtenaar in verband
met zijn ambtsuitoefening niet zonder
dienstauto kon. Het besturen van een
rijksauto door een onbevoegde was
streng af te keuren. De aanwezigheid
van de echtgenote in de auto hield
verband met het uitzien naar een wo
ning in 's-Gravenhage, waar de be
trokkene in het belang van de dienst
moest wonen.
De Rekenkamer tekent hierbij aan,
dat aan deze hoofdambtenaar op rijks
kosten reeds achtereenvolgens drie
auto's waren toegewezen, waarvan een
na korte tijd, blijkbaar door ondoel
matig gebruik, weder moest worden
teruggenomen.
ESTELLE BERNADOTTE
zal vermoedelijk haar man op
volgen als presidente van het
Zweedse Rode Kruis. Estelle Ro-
maine Manvill is de dochter van
een Amerikaanse millionnair in
New York. Vit haar huwelijk
met Graaf Bernadotte werden
vier kinderen geboren, waarvan
twee jongens reeds vroeg stierven.
Blijkens de Rijksbegroting voor On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen
voor het jaar 1949 zal de subsidie aan
de Nederlandse Dierkundige vereni
ging ten behoeve van haar zoölogisch
station in Den Helder met f 8290 ver
hoogd worden. Hiervan is een bedrag
van f 4900 bestemd voor wijziging van
de salarissen van het personeel naar
analogie van de voor de Rijkssalaris
sen getroffen regeling, 1000 voor een
kleine personeelsuitbreiding en de rest
voor een bescheiden verhoging van
enkele materiële posten.
Ned. Elftalclub hervat
de training
De Ned. elftalclub zal haar weke
lijkse training voor het komende in
terlandseizoen op Dinsdagavond 12
October a.s. op het VUC-veld her
vatten. Er zal geoefend worden door
de volgende spelers:
Kraak (Stormvogels), Landman (Nep-
tunus), Schij venaar (EDO), Everse
(Neptunus), Albers (Vitesse), De
Vroet (Feyenoord),» Terlouw (DCV),
Möring (Enschede), Koers (Xerxes),
Stoffelen (Ajax), Temming (DOS),
Wilkes (Xerxes), M. Clavan (ADO),
Schaap ('t Gooi) en C. v. d. Tuyn
(Hermes DVS).
In Eindhoven zal geoefend worden
door Van Bun (MVV). De Munck
(Sitt. Boys), Krijgh (BW), Appel
(Sittard) en Rijvers (NAC).
Abe Lenstra (Heerenveen) en Roo
senburg (Sneek) zullen in het noor
den trainen.
Onder bovenstaande namen is slechts
één nieuwe: Koers (Xerxes), een pit
tige linkshalf. En één is weer terug
in het oude nest: Möring, die geheel
hersteld is van z'n beenbreuk.
De verdeling van het
transitoverkeer
Zoals reeds gemeld, zullen de Ne
derlandse en Belgische havens worden
ingeschakeld in het transitoverkeer
naar de Bizone in Duitsland. Wat de
verdeling van het opvarend vervoer
betreft, is de volgende regeling ge
troffen: Bij een hoeveelheid van
1.200.000 ton zal het aandeel van België
per jaar 50 pet. bedragen.
Bij 2 millioen ton 35.8 pet., bij 2'/i
milioen ton 31.5 pet., bij 3 millioen ton
28.7 pet. bij 3 millioen ton 26.5
pet., bij 4 millioen ton 25 peet., bij
i'A millioen ton 23.6 pet., bij 5 millioen
ton 23 pet., boven 5 millioen ton be
draagt het Belgische aandeel 21 pet.
Het Amsterdamse aandeel in het
vervoer, dat Nederland zal ontvangen,
is vastgesteld op 12'/i pet.
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 6. 8 en 11 uur VARA: .6,20 Gramo-
foonmuziek 6,30 Voor de Strijdkrachten
7,00 De geest der wetten 7,15 Sil-
vestri-kwartet VPRO: 7,30 Reportage
van de promotie aan de Rijksuniversi
teit te Groningen 8,05 Dingen van da
dag 8,15 Opera-programma 8,40 The
Ramblers 9,lo Maurice Chevalier maakt
zijn rentree in theater Champ Elysees
9,45 Obsessies 10,25 Vrouwenkoor
10,45 in de tuin der Poëzie 11,15 Dans
muziek
HILVERSUM n, 415 m Nieuwsberichten
om 7, 8 en 11 uur NCRV: 6,00 Onza
Nederlandse koren en korpsen 6,So Wil
len en kunnen 7,15 Het nieuws uit In
donesië 7,30 Het actueel geluid 7,45
Engelse les 8,05 Programma-proloog
8,15 Het „Straszburger Domchor" 10,00
Vioolsonate 10,10 Hert Bach-koraal
10.15 Orgelbespeling 10,45 Avondover
denking 11,15 Hawaiian-Serenade
VOOR DONDERDAG
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur AVRO: «,15
Ochtendvaria 9,30 Arbeidsvitaminen
12,00 Metropole-orkest 1,20 Ensemble
Tom Erich 3,00 Voor zieken en gezon
den 4,00 Assortimento 6,15 Sport-
praatje 6,30 Voor de Strijdkrachten
7,00 Olleke Bolleke en Knipperdolleke
7.10 Avro's Avondschool 7,45 De Rege-
Dngs-Voorlichtingsdienst antwoordt 8,15
La Belle Helène 9,30 ,,De liefde gaat
langs zonderlinge wegen" 10,15 The
Romancers 10,3o Franse chansons
10.45 Pijlers van Neêrlands welvaart
11,15 Licht avondprogramma
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 7i 8, 1, 7, 8 en 11 uur KRO: 8,15
Pluk de dag 12,33 Orkest Klaas van
Beeck 1,25 Orkest Klaas van Beeck
(vervolg) 6,00 NCRV-kwartet 6,15
CN.V-kwartier 6,30 Gramofoonplaten
6,50 Problemen voor pientere piekeraars
7,15 Leger des Heils-kwartier 7,30
Het actueel geluid 7,45 Nederlandse
organisten 8,05 Programma-proloog
8,15 „Première" 9,30 Familie-competitie
10,00 Het Nederlands Kamerkoor
10,15 De vaart der Volken 10,35 Gra
mofoonplaten 10,45 Avondoverdenking
11,15 Gramofoonplaten
64)
ROMAN
I VAN MARIA SAWERSKY
„Het geld, dat je brave nicht en haar
r-.oeder van jou wegsmijten, is ook
geen kleinigheid. Daarvoor had je je
al lang iets moois kunnen kopen".
Beate's verschijnen in de eetzaal
baarde ditmaal groot opzien. Irene
Larsen en haar moeder stonden een
voudig perplex. Juffrouw Reuder
schonk beiden slechts een genadig
knikje en nam Beate mee naar haar
eigen tafel.
Na de maaltijd wilde Beate, zoals
dat tot dusver steeds haar gewoonte
was geweest, naar de tuin gaan, maar
dat permitteerde Sabine Reuder niet.
„Nu ga je eerst eens een poosienaar
bed om een paar uur te slapen. Je
moet tenslotte ook iets voor je gezond
heid doen".
„Maar ik kan immers toch niet sla
pen
Ook in dit opzicht duldde de ener
gieke Sabine echter geen tegenspraak.
Ze stopte het meisje zelf in bed, dekte
haar toe en beloofde haar straks te
zullen komen wekken.
Zoveel zorg deed Beate goed Ze
sloot haar ogen en wilde nadenken
over zichzelf, over de toekomst en
vóór alles over Felix Reuder, die nu
wel spoedig zou komen. Met haar ge
dachten bij Reuder viel Beate in slaap.
Toen ze haar ogen opende, was ze
verbaasd, dat de kamer reeds in sche
mer gehuld was. Sabine Reuder stond
lachend aan haar bed.
„Voor iemand, die 's middags niet
slapen kan, heb je een uitstekende
prestatie geleverd, lieve kind" zei ze
met een vergenoegd lachje. „Maar nu
eruit en dan gauw aankleden De
gong voor het diner is al gegaan".
„Maar dat is toch niet mogelijk?"
stamelde Beate. „Zó lang heb ik m'n
leven nog niet geslapen, 't Is om je
dood te schamen
„Dwaasheid! Er is niets, waarvoor je
je behoeft te schamen. Dat slaapje
heeft je goed gedaan, m'n kind".
Sabine Reuder verloor haar bescher
melinge de eerstvolgende dagen geen
moment uit het oog. De nieuwe toilet
ten werden geleverd en zij kleedden
Beate uitstekend. Een paar fraaie sie
raden werden aangeschaft. Beate was
weliswaar nog steeds geen schoonheid,
maar ze maakte nu toch een veel aar
diger indruk, doordat de uiterlijke
aantrekkelijkheden, die ze bezat, veel
beter tot haar recht kwamen De
vrouwelijke hotelgasten fluisterden
onderling over het wonder, dat juf
frouw Reuder in zo korte tijd ten op
zichte van Beate tot stand had ge
bracht. En de dames Larsen waren
hevig verontwaardigd, omdat zij zich
uitgeschakeld zagen.
Op 'n goede dag kwam het dan ten
slotte ook tot een botsing tussen beide
partijen. In de verlaten muzieksalon
werd Sabine Reuder door moeder en
dochter ter verantwoording geroepen.
Mevrouw Larsen verweet Sabine, dat
zij Beate van haar familie vervreemdde
en Irene viel haar mama hartstochtelijk
bij.
„U dringt u gewoonweg aan dat meisje
op!" zei ze, zich innerlijk meer en meer
opwindend over juffrouw Reuders hoog
hartige houding. „En de reden daarvan is
nogal doorzichtig. U schijnt u bijzonder
voor de rijke erfgename te interesseren!"
„Ik interesseer me in de eerste plaats
voor de mens, Beate Mengelberg", ant
woordde tante Sabine waardig. „En van
vervreemden kan hier geen sprake zijn.
U zelf hebt in uw egoïsme verzuimd
Beate, ondanks de familiebanden, aan
u te binden
„Het hele hotel kletst erover, zoals u
Deslag op dat meisje legt", viel mevrouw
f arsen haar in de rede.
Maar nu was ook tante Sabine's ge
duld ten einde. Ze meende nu eens
ronduit te moeten zeggen, hoe zij over
de dames Larsen dacht en daarbij nam
ze waarlijk geen blad voor haar mond.
„Het hotel heeft voor mijn komst hier
al gekletst, omdat u, als tante en nicht,
die arme Beate als een Assepoester
behandelde en u geen ogenblik om haar
bekommerd hebt. U hebt alleen maar
aan uzelf gedacht en dat arme kind, dat
zoveel steun nodig had, maar aan haar
lot overgelaten. U moest u schamen!"
„Beate heeft het zelf zo gewild!" riep
Irene verontwaardigd. „Ze is immers
in de rouw om haar oom!"
„Die, naar ik meen, ook jouw oom
was, als ik je daar even aan mag her
inneren, m'n beste", antwoordde juf
frouw Reuder koel.
Die zat en mevrouw Larsen bond der
halve wat in. „We zullen er verder
maar niet over twisten, juffrouw
Reuder", besloot ze, maar we moeten
er toch op staan, dat Beate van nu af
weer aan onze tafel de maaltijden ge
bruikt en zich ook verder geheel bij ons
aansluit".
„Daar prakkezeer ik niet over!" ripos
teerde tante Sabine gedecideerd. „Beate
blijft 'n mijn gezelschap en in dat van
mevrouw Olafsen. Ik geef toe, dat wij,
oude vrouwen, het meisje misschien
maar weinig kunnen bieden, maar dat
zal binnenkort veranderen. Als mijn
r.eef en en meneer Schuch eenmaal hier
zi;i
„Als de zaken zó staan, zullen wij
natuurlijk onmiddellijk vertrekken",
viel mevrouw Larsen haar woedend in
de rede. „Ik zal Beate direct van ons
besluit in kennis stellen".
Irene legde haar mama met een ge
baar het zwijgen op; daarna maakten
zij beiden rechtsomkeert om zich naar
haar kamer te begeven
Sabine lachte stil voor zich heen. Ik
ben een boon, als we die twee nu
kwijt zullen raken, dacht ze.
En tante Sabine bleek inderdaad
geen boon te zi.in. Mevrouw Larsen en
haar dochter bleven. Over het voor
genomen vertrek werd geen woord
met Beate gesproken.
Kareltje Schuch stormde met wappe
rende rokpanden Felix Reuder's ka
mer binnen. Ze hadden de laatste voor
stelling achter de rug en waren nu
vrij.
„Morgen vertrekken we, hoera!"
schreeuwde Kareltje.
Reuder was bezig zich te verkleden.
Hij stak een brief van zijn tante, die
hem over Beate en de omstandighe
den, waaronder deze in de badplaats
leefde, had ingelicht, in de binnenzak
van zijn colbert. Daarbij keek hij zijn
opgewonden vriend lachend aan.
„Nog altijd de oude tornado, Karei?
Beste kerel, je bent weer helemaal
over stuur". (Wordt vervolgd)