PLAAT
Rapport naar Londen„Groet Betty"
r_J
lie (Mil.)
Tante Sabine
geeft college over
n de illegaliteit
uk! en
II
ITO
extefQ
Ik was geheim ageni in oorlogstijd (X)
George van Triest
de „rotzooi'' vb
Ik wil naar Holland
Zo schaakt Zwitserland
Het Radioprogramma
grijpt in
?ginners vangt
V LAAG.
Esperantisten,
tat 4, Amster-
jongste bediende.
autobranche een
4244, Alkmaar.
>t vangen In-
an de „Atlantis
de kerelsdie
enige zorg is
Recife, Brazilië,
r die taak zijn
Eerst de 1850
n 2794 km van
ka en tenslotte
prong van 3011
in Brazilië. Ja,
ir.
GEORGE VAN TRIEST vraagt me
of ik niet via zijn marconist een
rapportje naar Londen moet seinen.
Ze zullen daar toch wei wat willen
weten, is het niet? Ik beken hem, geen
code te hebben. Ik zal het dus in open
taal moeten schrijven, maar hij zegt,
dat het niet hindert. Zijn marconist
zegt het wel ln code.
„Hier ls een stuk papier en een pen.
Schrijf maar op nat je geseind wil
hebben." Het feit, dat ik zo volkomen
afhankelijk ben van deze man, die on
danks zijn ontegenzeggelijk grote be
roepskennis niet mijn genre is, hindert
me onbeschrijfelijk. Maar wat wil ik?
Ik heb geen papleren, geen geld, geen
piano, geen code, geen kleren, niets. Ik
schrijf
In mijn bericht rapporteer ik het
ongeluk met het vliegtuig en het feit,
dat we allen nog In leven waren. Ik
verzoek Londen mij per omgaande 'n
volledige zender, geld en nieuwe in
structies te zenden. In afwachting
daarvan zal ik handelen volgens de
oude. Maar wanneer ik de laatste
regels schrijf, wil ik me toch niet vol
komen aan George overgeven. Ik kan
me niet zonder een enkel voorbehoud
aan zijn hoede toevertrouwen. Dus
schrijf lk nog „Groet Betty". Betty
is mijn vrouw. Ik heb het plan aan
ieder bericht iets van zuiver persoon
lijke en intieme strekking toe te voe
gen, iets, dat slechts mijn vrouw of
één der mensen van de sectie bekend
kan zijn. Zij kunnen dan met zeker
heid vaststellen, dat ik het ben, die 't
bericht verzonden heeft. Ik hoop van
harte, dat zij deze surrogaat-code zul
len begrijpen en zelf iets dergelijks
zullen gebruiken, zodat ik kan vast
stellen of de via George ontvangen
antwoorden echt zijn.
„Wie is Betty?" vraagt Van Triest
nieuwsgierig, zodra ik hem het papier
gegeven heb. „Is dat je vrouw?"
„Zie ik er naar uit, dat ik een vrouw
heb? Mij niet gezien. Ik vind, dat
iemand, die dit soort werk doet, niet
getrouwd mag zijn. Ben jij getrouwd?"
„Ja," antwoordt mijn metgezel,
„maar voor mij is het een andere
kwestie. Voor mil is het een soort be
scherming. Maar wat moet die Betty
hier dan? Dat zullen we maar door
strepen."
„Ik zou je dat ten sterkste afraden,
George," zeg ik koel en met nadruk.
De dikke man kijkt me aarzelend en
min of meer verbaasd aan.
„Heb je wel eens gehoord van nood-
codes?" vraag ik.
„Natuurlijk!" pocht hij. Dat is sterk,
want zélf heb ik er nooit van gehoord.
Maar ik laat niets merken en ik zeg
rustig: „Dan zal je ook wel weten,
dat ik eigenlijk nooit zonder code zit.
Je gelooft toch zeker niet, dat Lon
den een bericht uit mijn naam zou
aannemen zonder één of meer con-
tróle-tekens? Zo stom zijn ze heus
niet."
„Dan is het dus een soort handteke
ning?" vraagt hij scherp.
„Niet helemaal," plaag ik verder.
„Je snapt wel, dat ik je niet alles kan
vertellen, maar je kent de algemene
principes yan de ondertekening als
een bevestiging van de juistheid van
een bericht om te voorkomen, dat een
bericht vervalst wordt."
„O, bedoel je dat? Dan is het goed.
We laten het dan natuurlijk staan.
Maar, wat ben jij scherp'. Zo één heb
ik er nog nooit meegemaakt. Maar
het doet me genoegen, omdat we jouw
soort in Holland hard nodig hebben."
Deze nogal opvallende vleierij maakt
geen indrujc op me. George's uitge
breide kennis van „nood-codes" wel
ker bestaan ik voor deze gelegenheid
verzonnen heb!) overtuigt mee ervan,
dat opscheppen geenszins tot zijn
minst ontwikkelde talenten behoort.
„UOE STAAN DE ZAKEN er in
Holland voor?" Ik stel deze vraag
opzettelijk om van onderwerp te ver
anderen.
„Dat hangt er helemaal van af hoe
je de zaak bekijkt." Hij gaat verzit
ten, buigt zich half over de tafel en
schuift zijn glas opzij met een ge
zicht, dat mij zegt, dat hij op het punt
staat me iets te leren.
„Wat ons werk betreft, is het er
slecht Veel erger dan hier in België.
Hier in Brussel ben je tamelijk vei
lig, maar in Holland moet je uitkij
ken bij elke stap, die je doet. Het zit
er vol van provocateurs en N.S.B.-
ers, die proberen een wit voetje te
halen. Voor het minste of geringste
zit je er in en vaak zelfs zonder enige
reden. De gewone N.S.B.-er draagt
gewoonlijk zijn insigne, dus dat is
niet zo erg, maar de „provocateurs",
dat zijn de echte zwijnen. Het
krioelt er van. Ik geloof niet, dat er
een land is, dat zoveel verraders telt
als Nederland. Hollanders zflu altijd
zakenlui geweest en op het ogenblik
verkopen zij hun eigen landgenoten
aan de S.D. Het is doodgewoon hoog
verraad en God moge die lui bijstaan
als de oorlog voorbij is. De hele troep
zal als honden worden neergeknald."
Zijn gezicht kleurt purperrood, nu hij
hartstochtelijk wordt. „Ik weet, dat er
in Londen mensen zijn, die het hiermee
niet eens zijn en nu reeds verontschul
digingen voor die lui bedenken, maar
ik zeg je hier op dit ogenblik, dat
sommige organisaties reeds voorbe
reidingen treffen om het recht in eigen
handen te nemen, wanneer tegen die
zwijnen niets wordt ondernomen. En
ik neem het ze niet kwalijk! Je kunt
in Nederland geen mens meer vertrou
wen. Hun meest geliefde tactiek is,
zich in een ondergrondse beweging in
te dringen. Ze zijn dan een poosje heel
actief en doen werkelijk wat er ge
vraagd wordt. En dün wordt opeens
de hele groep opgerold, met inbegrip
van de provocateur. Zij worden ver
hoord, hij ook, maar wanneer de an
deren tegen de muur gezet worden,
wordt hij vrijgelaten en begint het
spelletje in een ander deel van het
land opnieuw. Het zwijn!" Opgewon
den strflkt hij zijn haar achterover en
wrijft langs zijn neus. „Natuurlijk is
dat voor een deel onze eigen schuld.
De ondergrondse is één grote rotzooi.
De Belgen hebben ervaring uit de laat
ste wereldoorlog, maar wij moeten
alles nog leren. Je zult merken, dat
er een vervloekte concurrentiestrijd
heerst. Jan, Piet en Klaas richten
ieder een organisatie op voor sabo
tage, spionnage, overvallen enzo
voorts, samen met drie óf vier vriend
jes. Ze zijn allemaal „officieel" of
„erkend", ze staan allemaal in ver
binding met Londen en wanneer je ge
loven moet wat ze je vertellen, dan
heeft elke groep een paar duizend
aanhangers. Rotzooi! Ze willen niet
samenwerken, omdat iedereen de baas
wil zijn, de man, die de orders uit
geeft. Er zjjn ook goede mensen, fijne
kerels met lef en gezond verstand, die
een hoop goed werk verrichten, maar
die schreeuwen niet en scheppen niet
op; je hoort nooit van hen. Het wordt
hoog tijd, dat al die kleine onafhanke
lijke groepjes in één grote nationale
organisatie worden samengebracht.
Omdat ik zoveel verbindingen heb,
probeer ik te doen, wat ik kan, maar
het heeft weinig nut. Eerst moet drie
kwart van het hele volk opgepikt wor
den. Dan trekt de helft van de rest
aan hun been en de enkelen, die over
blijven vinden dan eindelijk de juiste
houding. Het zou geen slecht idee zijn,
als jij hiervoor een uitvoerig verslag
aan Londen schreef. Misschien kun
nen ze helpen door een man te zenden,
die de hele boel kan organiseren."
„Maar dat weten ze daar toch wel
zeg ik verbaasd.
„O, zeker. Een paar weken geleden
vertrok een goede vriend van me naar
Engeland om de toestand uiteen te
zetten. Maar ze zullen meer geven om
een rapport van één van hun eigen
mensen dan van een vreemde."
„Maar ik dacht, dat Londen toch
al een heleboel hulp had gegeven,"
zeg ik.
„Dat weet ik wel," antwoordde
George, „maar dat is niet voldoende.
Ze moeten het op grote schaal doen.
Wanneer ik zeg, dat ik geld nodig heb,
dan heb ik niets aan een paar dui
zend gulden. Dan moet ik een half
millioen hebben. En we hebben wa
pens nodig en munitie en ontplofbare
stoffen en mensen met piano's. Maar
goed, dat zal je zelf wel merken. Ik
zeg je alleen: let op wat je doet. Ik
wil je niet bang maken, maar het zal
niet gemakkelijk zijn."
Ik leg hem uit, dat ik heus geen
vacantietochtje verwacht en dat ik
bereid ben om het risico van mjjn
werk te aanvaarden.
„Wat gaat er nu gebeuren?" vraag
ik. „Dit hotel hangt mè de keel uit.
Je kunt zeggen wat je wilt, maar als
er hier contröle van een Duitse sta
tionspatrouille komt, zit ik er in. Ik
wil hier zo gauw mogelijk vandaan."
„Dat ga je ook." Geruststellend
klopt hij me op mijn arm. „Windt je
niet op. Ik zal contact zoeken met de
Brigade Blanche en hen naar het
vliegtuig sturen om eens te kijken,
wat daar gebeurd is. Dan weten we
wat de Hunnen over jou te weten zijn
gekomen. Vervolgens breng ik jou
naar een plaats hier in de buurt. Ook
een hotel, maar de eigenaar is een
beste. Heeft zelf drie jaar in de nor
gezeten."
„Maar wanneer breng je me over de
grens?" houd ik aan.
„Weet ik nog niet precies. Ik moet
dat even uitstellen. En in ieder geval
moet je een Hollands P.B. hebben
vóór je kunt gaan".
p.EDURENDE DE UITSTEKENDE
LUNCH vertelt George me, dat hij
al zes-en-vijftig Engelse piloten heeft
geholpen. „Voor jou heb ik een prach
tige uitwijkpost. Heerlijk!" babbelt hij
met zijn mond vol, „een dorpje mid
den in het land. 't Kan niet beter. Ik
zou je aanraden daar minstens een
paar weken te blijven en aan alles te
wennen, vóór je met je werk begint.
Karei zal je zoveel mogelijk helpen."
„Wie is Karei?" vroeg ik geïnte
resseerd.
„Die zal in je smaak vallen; is doc
tor in de natuurkunde aan een gym
nasium. Karei heeft het juiste inzicht.
Reist het hele land rond en probeert
contact op te nemen met andere
groepen om tot één grote nationale
organisatie te komen."
Ik praat nog een paar uur met
George van Triest. De man is niet
mijn genre. Maar ik ga hem waar
deren als vakman. Listigheid, vrien
delijkheid, hartelijkheid, uitgeslapen
heid, energie, onafhankelijkheid, lef,
bluf, dit alles in grote hoeveelheid bij
elkaar geeft een, eigenlijk nog vaag en
zeer ontoereikend beeld van George
van Triest, de passeur, zoals hij
tegenover mij zit in het café, waar
wij ten slotte zwijgend onze cognac
drinken.
Klachtencommissies omtrent
Beheersinstituut
De ministers van Justitie, van Fi
nanciën en van Overzeese Gebieds
delen hebben besloten, dat in alle
plaatsen waar een bureau of een ver
tegenwoordiging van het Nederlandse
Beheersinstituut is gevestigd, een
commissie kan worden ingesteld,
welke tot taak heeft klachten omtrent
het Nederlandse Beheersinstituut te
onderzoeken.
In onze provincie zijn commissies
ingesteld te Alkmaar en Haarlem. Te
Alkmaar bestaat de commissie uit:
Mr. H. K. A. Stoffels, rechter en Mr.
C. D. Thijs, advocaat en te Haarlem
uit mr. C. E. Muller, rechter en mr.
W. Glastra, advocaat.
Volgens oude traditie werd de
Deense Rijksdag op de eerste Dins
dag in October plechtig geopend.
De voorzitter van het Deense
Lagerhuis heet Koning Frederlk
en de Koninklijke jamilie welkom.
Ongeval bracht smokkelbende
op hei spoor
Zaterdagavond is op de Rijksweg
RotterdamDen Haag onder de ge
meente Delft een ongeluk gebeurd,
dat vermoedelijk nooit in de krant zou
zijn gekomen, als uit het onderzoek
niet zou zijn gebleken, dat de politie
door dit ongeluk een draad in handen
heeft gekregen van een wijdvertakte
smokkelbende, die de douane aan de
BelgischNederlandse grens al gerui
me tijd hoofdbrekens heeft gekost. Bij
het viaduct te Delft was een auto van
de wegberm gereden. In de auto trof
de politie twee gewonden aan, doch
alles wees er op, dat er vier personen
in de wagen hadden gezeten! Later
werden dan ook de chauffeur L. D.
uit Den Haag, die met het 19-jarig
meisje K. G., eveneens uit Den Haag,
op de Rijksweg liep, aangetroffen. Bij
de overbrenging naar Jiet bureau
sprong D. uit de jeep, doch hij kon
spoedig worden gepakt.
Uit het onderzoek bleek, dat hij de
hand heeft in een uitgebreide smok-
kelaffaire. In verband hiermede is D.
overgegeven aan de politie te Ooster
hout. Het minderjarige meisje is ter
beschikking gesteld van de Haagse
politie. De twee lichtgewonden werden
naar het Gasthuis te Delft overge
bracht.
25 BENDELEDEN GEARRESTEERD
Na een uitgebreid onderzoek heeft
de politie te Ambarawa in Midden-
Java 25 personen gearresteerd, die
deel uitmaakten van de subversieve
organisatie „Beroewang Merah" (Rode
Beer), die haar hoofdkwartier heeft
op republikeinse gebied.
In alle regentschappen van Oost-Java zijn nieuwe raden gekozen. Ook zij,
die het lezen en schrijven niet machtig waren, konden hun stem uitbrengen.
Daartoe waren de in het stemhokje opgestelde bussen elk voorzien van voor
de kiezer bekende voorwerpen, meest planten, terwijl de candidaten bulten
het hokje gezeten waren met een overeenkomstig voorwerp in de hand.
In Bern werd in Juli het kampioen
schap voor Zwitserland verspeeld. Niet
minder dan 26 spelers kregen de kans
de hoogste titel te halen. De win
naars speelden elke II partijen; de
uitslag is nog onbeslist, daar Christof-
fel en Gygli met 8% punt gelijk ein
digden. In dit najaar zullen zij een be
slissende tweekamp spelen. Dat de
partijen van durf en initiatief getui
gen, moge blijken uit onderstaande
„fransman". Het is de van ouds be
kende doorschuifvariant, die lange tijd
minder goed werd geacht, maar die
thans in de meesterpartijen weer her
haaldelijk toepassing vindt. De wit-
speler wint deze partij, maar hij gaat
door zulke grote gevaren, dat ik de
winst zeker niet aan de gekozen ope
ningsvariant zou willen toeschrijven.
Wit: Christoffel. Zwart: Stachelin
I. e2e4, e7—e6; 2. d2—d4, d7—d5; 3.
e4e5, c7c5; 4. c2c3, Pb8c6; 5.
Fgl—f3, Dd8—b6; 6. Lfl—e2, c5xd4?
Deze zet is te vroeg, want nu wordt
pion e5 stevig verzekerd; aanbevolen
wordt Pge7 met dreigende pionwinst
door c5xd4 en Pf5. Wit kan dit voor
komen door b3 en Lb2. Na Pe7 is voor
Wit dc5: fout wegens Dc7, waarna
pion e5 valt en c5 zwak blijft.
7. c3xd4, Lf8—b4t; 8. Pbl—c3, Pg8—
e7; 9. a2a3, Lb4xc3; 10. b2xc3, Lc8
d7; 11. a3a4. Een goede zet. Een na
deel voor Zwart is, dat hij door het
gemis van zijn zwarte loper op de
zwarte velden, die hier een grote rol
spelen, zwakker is.
II. Pc6a5; 12. Lel—a3, Db6—d8;
13. Tal—bl, 0—0; 14. Le2—d3, f7—f5;
15. g2—g4!?, b7—b6; 16. g4xf5, e6xf5:
17. 0—0.
Wit ziet hiermee af van de Konings-
aanval en hoopt het van de centrum
pionnen te krijgen.
17. Ta8—c8; 18. La3—b4. Pa5—
c4; 19. Pf3—d2, Tc8—c6; 20. Pd2xc4,
d5xc4; 21. Ld3e2.
De witte c-pion staat nu veilig,
maar wit moet nu aan zijn eigen ko
ningsstelling gaan denken. De witte
centrumpionnen vormen de compen
satie. 4
21. Tc6g6t; 22. Kgl—hl,
Ld7—c6t; 23. Le2—f3, Dd8—a8; 24.
I.f3xc6, DaSxcöt; 25. f2—f3, Pe7—d5?
Een niet goed doorgerekende combi
natie. Zwart wint weliswaar een mooie
pion, maar zijn paard kan niet meer
terug.
Verschuiving leeftijdsgroepen
Bij de uitreiking van de bonkaarten
901 voor voedingsmiddelen, welke uit
reiking in het tijdvak van 25 October—
18 December plaats heeft, zullen de
leeftijdsgroepen wederom 1 jaar wor
den opgeschoven.
De uitreiking zal als volgt geschie
den: A-kaarten aan personen, geboren
in 1928 en eerder; B-kaarten aan per
sonen, geboren in 1929 t/m 1934; C-
kaarten aan personen, geboren in 1935
t/m 1944; D-kaarten aan personen, ge
boren in 1945 ttm 1947; E-kaarten aan
personen, geboren in 1948 en later.
Deze indeling blijft gedurende het
gehele jaar 1949 gehandhaafd.
Tegelijk met de bovengenoemde bon
kaarten zullen weer tabaks- en ver-
snaperingenkaarten worden uitgereikt.
Hierbij zal echter geen keuze meer mo
gelijk zijn.
26. Lb4xf8, Pd5xc3; 27. d4—d5!
Een mooie tussenzet, die het terug
trekken van wits loper mogelijk
nidslct
27. Dc6e8; 28. Ddl—d4, Pc3xbl; 29.
Lf8d6, De8xa4; 30. Tflxbl, Da4—e2!;
31. Tbl—gl, Tg8xglt; 32. Khlxgl,
C4c3.
Een mooie stand, waarbij wit nog
behoorlijk moet oppassen. Zwart dreigt
Dclt, c3c2 en Ddl.
33. Ld6a3, Dc2—bit; 34. Kgl—g2,
Dbl—a2t; 35. Kg2—g3; Da2xa3; 36.
d5—d6!, Da3—cl.
Zwart ziet verschieten voor eeuwig
schaak, maar wit zet mat in hoogstens
6 zetten. De oplossing laten wij gaarne
aan de lezer over.
Stand na 36e zet in zwart:
Wit: Kg3, Dd4, pid6, e5, f3, h2.
Zw.: Kg8, Del, pia7, b6, c3, f5, g7, h7.
Als probleem een eenvoudige twee-
zet van D. Ajelle (Br. Chress Maga
zine)
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM I 301 m Nieuwsberichten
oni 6, 8 en 11 uur AVRO: 6,15 Tom
Erich (piano) 6,30 Vocrr de Strijdkrach
ten 7,00 Olleke Bolleke en Knipper-
dclleke 7,lo Radio-muziek-journaal
7.45 Niwin-klanken 7,50 Rubriek van de
Wederopbouw 8,05 Echo van de dag
8,15 Bonte Dinsdagavondtrein 9,35 Ik
zou zo graag 10,15 Buitenlands over
zicht 10,30 Zang- en samenspel 11,15
Gramofoonmuziek
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 7, 8 en 11 uur KRO: 6,10 Sport-
praatje 6,20 Concerto in Jazz 6,30
Dit is leven 6,45 Reportage 7,15
Muzikale melange 7,30 Gedeelten uit
Italiaanse opera's 8,05 De gewone man
8,12 Het lied van Bernadette 10,37
Actualiteiten 10,45 Avondgebed 11,15
Avondconcert
VOOR WOENSDAG
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
orn 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA: 8,18
Victor Silvester en zijn orkest 12,00 The
Ramblers 1,20 Metropole-orkest 3,30
De Regenboog 0,20 Harry Fryer en zijn
orkest 6,25 Toespraak door het Vara-
hoofdbestuur 6,30 Voor de Strijdkrach
ten 7,00 Er is maar één oplossing
7,15 omroep A Capella-koor VPRO: 7,30
Voor de jeugd 7,45 „Lezen in de Bij
bel" VARA: 8,05 Dingen van de dag
8,15 Opera-programma 9,15 Plaatsbespre
ken aanbevolen 10,15 Muziek 10,45
Van boek tot boek 11,15 Nieuwe suc
cessen van over de Oceaan 11,15 Avond
klanken
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1 7, 8 en 11 uur NCRV: 8,15
Gramofoonmuziek 11,15 De Victorie van
het huis Wils (een hoorspel over Alk-
maars beleg en ontzet)1,15 Orgelbespe
ling 4,15 Voor onze jongens en meisjes
5,30 orkesten der lichte muze 6,00
Onze Nederlandse koren en korpsen
6,30 Willen en kunnen 7,15 Het nieuws
uit Indonesië 7,30 Het actueel geluid
7,45 Engelse les 8,05 Programma-proloog
8,15 Concertgebouw-orkest 10,15 Al
fred Cortot (piano) 10,45 Avondoverden
king 11,15 Gramofoonmuziek 11,45
Slot-accoord
(69
ROMAN
IVAN MARIA SAWERSKY
Mevrouw Larsen ging niet op deze
beschuldiging in, maar vervolgde: „Als
je verstandig bent, moedig je die Schuch
wat meer aan. Wat je me van hem ver
teld hebt, klinkt zeer gunstig. Boven
dien is hij tot over z'n oren op je ver
liefd. Je zult in hem een toegewijde en
gemakkelijke achtgenoot vinden.
„Met afstaande oren!" vulde Irene
spottend aan.
„Men trouwt een man toch niet om
2'n oren", meende Ottilie Larsen wijs
gerig te moeten opmerken, waarop Ire
ne in een krampachtige lach uitbarsttte,
die tenslotte in een hysterische huilbui
cverging.
„Maar ik wil hem niet hebben, mama
Ik wil Felix Reuder hebben!"
Hebbenhebbenwas Irene's
i evelingskreet reeds als kind geweest,
onverschillig of het om een pepermunt
stok, een nieuwe pop of iets anders ging
Later waren het jurken, hoeden en
schouwburgbezoeken of iets dergelijks
geweest. Wanneer Irene slechts „heb
ben" zei, dan had men haar gegeven wat
ze wenste. Uit een blinde liefde, alleen
om een lachje op haar knap gezichtje
te toveren ën om haar toch maar vooral
in een goede stemming te houden. Wan
neer zij het gekregene dan kort daarop
onverschillig in een hoek wierp, had
niemand daar ook maar enige aanstoot
aan genomen. Ze was immers zo aardig,
zo charmant, zo lief, als men haar wen
sen vervulde.
Nu wilde ze een levende mens „heb
ben", die zich echter tegen deze wens
verzette.
Twee bittere plooien legden zich om
de mond van mevr. Larsen. Zij keek
tersluiks naar haar verwende dochter die
in een elegante ochtendjapon, het blon
de haar in wanorde, het knappe ge
zichtje van woede vertrokken en de
kleine handen tot vuisten gebald, voor
haar stond. En voor het eerst in haar
leven verzette de toegeeflijke moeder
zich tegen haar dochter, toonde ze zich
moedig genoeg om haar de waarheid te
durven zeggen.
„Je zult Felix Reuder niet krijgen, Ire
ne. Hij heeft zich van je afgewend, hij
is van gevoelens veranderd. Mijn hemel,
heb je dat dan zelf hog niet gemerkt?"
Irene had het zowel gezien als ge
voeld cn bij de woorden van haar moe
der werd het haar ook volkomen duide
lijk. Met een hysterische kreet liet ze
zich op bed vallen. Ze huilde en jam
merde, waarbij de tranen haar langs de
wangen liepen. Ze maakte een scène als
ae grootste comediante. Maar merk
waardigerwijze liet haar moeder het ge
hele soektakel volkomen Onberoerd, ja,
het scheen zelfs alsof deze steeds koeler
werd, naarmate haar dochter zich meer
en meer opwond.
„Wees toch verstandig, Irene", zei ze
rustig „en luister nu eens goed naar het
geen ik je zeggen zal. Ik ben aan het
eind van m'n krachten, zowel in gees
telijk als in materieel opzicht. Ik kan
ons huls in de hoofdstad niet meer be
kostigen; mijn geldmiddelen zijn volle
dig uitgeput. De hypotheek heb ik tot
October betaald; meer kan ik niet doen
Dan zullen we het huis moeten verla
ten, ergens anders een kleinere woning
moeten huren enons verder zonder
hulp door het leven moeten slaan. Je
bent niet jong meer, al heb je dan nog
niets van je schoonheid ingeboet, maar
maak je vooral geen illusies beste kind.
Je kansen op een goed huwelijk ver
minderen van jaar tot jaar. Als je nu je
kans niet grijpt bij Karei Schuch bij
voorbeeld! dan zal er een dag komen,
waarop we als twee oudere, eenzame en
vergeten vrouwen bij elkaar zitten. Mij
kan dat betrekkelijk weinig schelen,
maar ik denk in de eerste plaats aan
jou. "Als Schuch je een aanzoek mocht
doen zeg dan ja. Hij betekent onze red
ding
Op dit ogenblik werd er op de deur
geklopt. Het bleek een picolo te zijn, die
de dames een uitnodiging bracht van
Karei Schuch voor een autotocht.
„Ik wil nietik wil niet!" snikte
Irene.
„Zeg meneer Schuch, dat mijn dochter
ziek is. Wij zulleA van zijn vriendelijke
invitatie helaas geen gebruik kunnen
maken", verzocht mevrouw Larsen de
jongen.
En deze teleurstellende boodschap
werd Kareltje aan de ontbijttafel mee
gedeeld. Het greep hem dusdanig aan,
dat hij van zijn stoel opsprong, kennelijk
met het doel stante pede naar het zie-
bed van zijn beminde te snellen. Maar
toen greep tante Sabine in. Ze gaf Felix
Reuder en Beate een wenk, waarop deze
zich gehoorzaam verwijderden. Daarna
legde ze haar hand op die van Karei.
„Beste jongen, ben je er van over
tuigd, dat ik het goed met je meen?"
vroeg ze ernstig.
„Ach ja, tante Sabine, natuurlijk..."
e „Nou, blijf dan rustig op je stoel
zitten, m'n jongen en stel een klein
beetje vertrouwen in me. Ik ben er
namelijk van overtuigd, dat Irene Lar
sen helemaal niet ziek, maar alleen
maarhmeen beetje slecht ge
humeurd is. Neem er maar geen notitie
van, dat zal heus in je eigen voordeel
zijn".
„Maar lk kan toch niet..,. Ik moet
haar toch tenminste een paar bloemen
sturenAch hemel, wat moet ik nu
in vredesnaam doen?" stotterde Karel
tje, geheel van streek.
„Dat, wat ik je nu zeg", adviseerde
Sabine Reuder. Tegen een bouquet
bloemen heb ik niet het minste be
zwaar, maar overigens houd je je vol
komen neutraal. Je zult eens zien, wat
dat voor een uitwerking heeft".
„Denkt u dat Keus?" vroeg Kareltje
wantrouwend.
„Op m'n erewoord!" antwoordde tante
Sabine plechtig.
Wanneer Irene Larsen gedacht had,
dat Kareltje op het alarmerende bericht
van haar ongesteldheid zich onmiddel
lijk naar haar sponde zou haasten, dan
had ze zich deerlijk vergist. In plaats
daarvan werd er een fraaie bouquet bij
haar bezorgd, waaraan een kaartje was
bevestigd, door middel waarvan meneer
Karei Schuch zich veroorloofde juffrouw
Irene een spoedig en algeheel herstel
toe te wensen en haar welgemeend ad
viseerde zich vooral niet aan ernstig ge
vaar bloot te stellen door al te vroeg
het bed te verlaten. (Wordt vervolgd)