PLAAT Rapport naar Londen„Groet Betty" r_J lie (Mil.) Tante Sabine geeft college over n de illegaliteit uk! en II ITO extefQ Ik was geheim ageni in oorlogstijd (X) George van Triest de „rotzooi'' vb Ik wil naar Holland Zo schaakt Zwitserland Het Radioprogramma grijpt in ?ginners vangt V LAAG. Esperantisten, tat 4, Amster- jongste bediende. autobranche een 4244, Alkmaar. >t vangen In- an de „Atlantis de kerelsdie enige zorg is Recife, Brazilië, r die taak zijn Eerst de 1850 n 2794 km van ka en tenslotte prong van 3011 in Brazilië. Ja, ir. GEORGE VAN TRIEST vraagt me of ik niet via zijn marconist een rapportje naar Londen moet seinen. Ze zullen daar toch wei wat willen weten, is het niet? Ik beken hem, geen code te hebben. Ik zal het dus in open taal moeten schrijven, maar hij zegt, dat het niet hindert. Zijn marconist zegt het wel ln code. „Hier ls een stuk papier en een pen. Schrijf maar op nat je geseind wil hebben." Het feit, dat ik zo volkomen afhankelijk ben van deze man, die on danks zijn ontegenzeggelijk grote be roepskennis niet mijn genre is, hindert me onbeschrijfelijk. Maar wat wil ik? Ik heb geen papleren, geen geld, geen piano, geen code, geen kleren, niets. Ik schrijf In mijn bericht rapporteer ik het ongeluk met het vliegtuig en het feit, dat we allen nog In leven waren. Ik verzoek Londen mij per omgaande 'n volledige zender, geld en nieuwe in structies te zenden. In afwachting daarvan zal ik handelen volgens de oude. Maar wanneer ik de laatste regels schrijf, wil ik me toch niet vol komen aan George overgeven. Ik kan me niet zonder een enkel voorbehoud aan zijn hoede toevertrouwen. Dus schrijf lk nog „Groet Betty". Betty is mijn vrouw. Ik heb het plan aan ieder bericht iets van zuiver persoon lijke en intieme strekking toe te voe gen, iets, dat slechts mijn vrouw of één der mensen van de sectie bekend kan zijn. Zij kunnen dan met zeker heid vaststellen, dat ik het ben, die 't bericht verzonden heeft. Ik hoop van harte, dat zij deze surrogaat-code zul len begrijpen en zelf iets dergelijks zullen gebruiken, zodat ik kan vast stellen of de via George ontvangen antwoorden echt zijn. „Wie is Betty?" vraagt Van Triest nieuwsgierig, zodra ik hem het papier gegeven heb. „Is dat je vrouw?" „Zie ik er naar uit, dat ik een vrouw heb? Mij niet gezien. Ik vind, dat iemand, die dit soort werk doet, niet getrouwd mag zijn. Ben jij getrouwd?" „Ja," antwoordt mijn metgezel, „maar voor mij is het een andere kwestie. Voor mil is het een soort be scherming. Maar wat moet die Betty hier dan? Dat zullen we maar door strepen." „Ik zou je dat ten sterkste afraden, George," zeg ik koel en met nadruk. De dikke man kijkt me aarzelend en min of meer verbaasd aan. „Heb je wel eens gehoord van nood- codes?" vraag ik. „Natuurlijk!" pocht hij. Dat is sterk, want zélf heb ik er nooit van gehoord. Maar ik laat niets merken en ik zeg rustig: „Dan zal je ook wel weten, dat ik eigenlijk nooit zonder code zit. Je gelooft toch zeker niet, dat Lon den een bericht uit mijn naam zou aannemen zonder één of meer con- tróle-tekens? Zo stom zijn ze heus niet." „Dan is het dus een soort handteke ning?" vraagt hij scherp. „Niet helemaal," plaag ik verder. „Je snapt wel, dat ik je niet alles kan vertellen, maar je kent de algemene principes yan de ondertekening als een bevestiging van de juistheid van een bericht om te voorkomen, dat een bericht vervalst wordt." „O, bedoel je dat? Dan is het goed. We laten het dan natuurlijk staan. Maar, wat ben jij scherp'. Zo één heb ik er nog nooit meegemaakt. Maar het doet me genoegen, omdat we jouw soort in Holland hard nodig hebben." Deze nogal opvallende vleierij maakt geen indrujc op me. George's uitge breide kennis van „nood-codes" wel ker bestaan ik voor deze gelegenheid verzonnen heb!) overtuigt mee ervan, dat opscheppen geenszins tot zijn minst ontwikkelde talenten behoort. „UOE STAAN DE ZAKEN er in Holland voor?" Ik stel deze vraag opzettelijk om van onderwerp te ver anderen. „Dat hangt er helemaal van af hoe je de zaak bekijkt." Hij gaat verzit ten, buigt zich half over de tafel en schuift zijn glas opzij met een ge zicht, dat mij zegt, dat hij op het punt staat me iets te leren. „Wat ons werk betreft, is het er slecht Veel erger dan hier in België. Hier in Brussel ben je tamelijk vei lig, maar in Holland moet je uitkij ken bij elke stap, die je doet. Het zit er vol van provocateurs en N.S.B.- ers, die proberen een wit voetje te halen. Voor het minste of geringste zit je er in en vaak zelfs zonder enige reden. De gewone N.S.B.-er draagt gewoonlijk zijn insigne, dus dat is niet zo erg, maar de „provocateurs", dat zijn de echte zwijnen. Het krioelt er van. Ik geloof niet, dat er een land is, dat zoveel verraders telt als Nederland. Hollanders zflu altijd zakenlui geweest en op het ogenblik verkopen zij hun eigen landgenoten aan de S.D. Het is doodgewoon hoog verraad en God moge die lui bijstaan als de oorlog voorbij is. De hele troep zal als honden worden neergeknald." Zijn gezicht kleurt purperrood, nu hij hartstochtelijk wordt. „Ik weet, dat er in Londen mensen zijn, die het hiermee niet eens zijn en nu reeds verontschul digingen voor die lui bedenken, maar ik zeg je hier op dit ogenblik, dat sommige organisaties reeds voorbe reidingen treffen om het recht in eigen handen te nemen, wanneer tegen die zwijnen niets wordt ondernomen. En ik neem het ze niet kwalijk! Je kunt in Nederland geen mens meer vertrou wen. Hun meest geliefde tactiek is, zich in een ondergrondse beweging in te dringen. Ze zijn dan een poosje heel actief en doen werkelijk wat er ge vraagd wordt. En dün wordt opeens de hele groep opgerold, met inbegrip van de provocateur. Zij worden ver hoord, hij ook, maar wanneer de an deren tegen de muur gezet worden, wordt hij vrijgelaten en begint het spelletje in een ander deel van het land opnieuw. Het zwijn!" Opgewon den strflkt hij zijn haar achterover en wrijft langs zijn neus. „Natuurlijk is dat voor een deel onze eigen schuld. De ondergrondse is één grote rotzooi. De Belgen hebben ervaring uit de laat ste wereldoorlog, maar wij moeten alles nog leren. Je zult merken, dat er een vervloekte concurrentiestrijd heerst. Jan, Piet en Klaas richten ieder een organisatie op voor sabo tage, spionnage, overvallen enzo voorts, samen met drie óf vier vriend jes. Ze zijn allemaal „officieel" of „erkend", ze staan allemaal in ver binding met Londen en wanneer je ge loven moet wat ze je vertellen, dan heeft elke groep een paar duizend aanhangers. Rotzooi! Ze willen niet samenwerken, omdat iedereen de baas wil zijn, de man, die de orders uit geeft. Er zjjn ook goede mensen, fijne kerels met lef en gezond verstand, die een hoop goed werk verrichten, maar die schreeuwen niet en scheppen niet op; je hoort nooit van hen. Het wordt hoog tijd, dat al die kleine onafhanke lijke groepjes in één grote nationale organisatie worden samengebracht. Omdat ik zoveel verbindingen heb, probeer ik te doen, wat ik kan, maar het heeft weinig nut. Eerst moet drie kwart van het hele volk opgepikt wor den. Dan trekt de helft van de rest aan hun been en de enkelen, die over blijven vinden dan eindelijk de juiste houding. Het zou geen slecht idee zijn, als jij hiervoor een uitvoerig verslag aan Londen schreef. Misschien kun nen ze helpen door een man te zenden, die de hele boel kan organiseren." „Maar dat weten ze daar toch wel zeg ik verbaasd. „O, zeker. Een paar weken geleden vertrok een goede vriend van me naar Engeland om de toestand uiteen te zetten. Maar ze zullen meer geven om een rapport van één van hun eigen mensen dan van een vreemde." „Maar ik dacht, dat Londen toch al een heleboel hulp had gegeven," zeg ik. „Dat weet ik wel," antwoordde George, „maar dat is niet voldoende. Ze moeten het op grote schaal doen. Wanneer ik zeg, dat ik geld nodig heb, dan heb ik niets aan een paar dui zend gulden. Dan moet ik een half millioen hebben. En we hebben wa pens nodig en munitie en ontplofbare stoffen en mensen met piano's. Maar goed, dat zal je zelf wel merken. Ik zeg je alleen: let op wat je doet. Ik wil je niet bang maken, maar het zal niet gemakkelijk zijn." Ik leg hem uit, dat ik heus geen vacantietochtje verwacht en dat ik bereid ben om het risico van mjjn werk te aanvaarden. „Wat gaat er nu gebeuren?" vraag ik. „Dit hotel hangt mè de keel uit. Je kunt zeggen wat je wilt, maar als er hier contröle van een Duitse sta tionspatrouille komt, zit ik er in. Ik wil hier zo gauw mogelijk vandaan." „Dat ga je ook." Geruststellend klopt hij me op mijn arm. „Windt je niet op. Ik zal contact zoeken met de Brigade Blanche en hen naar het vliegtuig sturen om eens te kijken, wat daar gebeurd is. Dan weten we wat de Hunnen over jou te weten zijn gekomen. Vervolgens breng ik jou naar een plaats hier in de buurt. Ook een hotel, maar de eigenaar is een beste. Heeft zelf drie jaar in de nor gezeten." „Maar wanneer breng je me over de grens?" houd ik aan. „Weet ik nog niet precies. Ik moet dat even uitstellen. En in ieder geval moet je een Hollands P.B. hebben vóór je kunt gaan". p.EDURENDE DE UITSTEKENDE LUNCH vertelt George me, dat hij al zes-en-vijftig Engelse piloten heeft geholpen. „Voor jou heb ik een prach tige uitwijkpost. Heerlijk!" babbelt hij met zijn mond vol, „een dorpje mid den in het land. 't Kan niet beter. Ik zou je aanraden daar minstens een paar weken te blijven en aan alles te wennen, vóór je met je werk begint. Karei zal je zoveel mogelijk helpen." „Wie is Karei?" vroeg ik geïnte resseerd. „Die zal in je smaak vallen; is doc tor in de natuurkunde aan een gym nasium. Karei heeft het juiste inzicht. Reist het hele land rond en probeert contact op te nemen met andere groepen om tot één grote nationale organisatie te komen." Ik praat nog een paar uur met George van Triest. De man is niet mijn genre. Maar ik ga hem waar deren als vakman. Listigheid, vrien delijkheid, hartelijkheid, uitgeslapen heid, energie, onafhankelijkheid, lef, bluf, dit alles in grote hoeveelheid bij elkaar geeft een, eigenlijk nog vaag en zeer ontoereikend beeld van George van Triest, de passeur, zoals hij tegenover mij zit in het café, waar wij ten slotte zwijgend onze cognac drinken. Klachtencommissies omtrent Beheersinstituut De ministers van Justitie, van Fi nanciën en van Overzeese Gebieds delen hebben besloten, dat in alle plaatsen waar een bureau of een ver tegenwoordiging van het Nederlandse Beheersinstituut is gevestigd, een commissie kan worden ingesteld, welke tot taak heeft klachten omtrent het Nederlandse Beheersinstituut te onderzoeken. In onze provincie zijn commissies ingesteld te Alkmaar en Haarlem. Te Alkmaar bestaat de commissie uit: Mr. H. K. A. Stoffels, rechter en Mr. C. D. Thijs, advocaat en te Haarlem uit mr. C. E. Muller, rechter en mr. W. Glastra, advocaat. Volgens oude traditie werd de Deense Rijksdag op de eerste Dins dag in October plechtig geopend. De voorzitter van het Deense Lagerhuis heet Koning Frederlk en de Koninklijke jamilie welkom. Ongeval bracht smokkelbende op hei spoor Zaterdagavond is op de Rijksweg RotterdamDen Haag onder de ge meente Delft een ongeluk gebeurd, dat vermoedelijk nooit in de krant zou zijn gekomen, als uit het onderzoek niet zou zijn gebleken, dat de politie door dit ongeluk een draad in handen heeft gekregen van een wijdvertakte smokkelbende, die de douane aan de BelgischNederlandse grens al gerui me tijd hoofdbrekens heeft gekost. Bij het viaduct te Delft was een auto van de wegberm gereden. In de auto trof de politie twee gewonden aan, doch alles wees er op, dat er vier personen in de wagen hadden gezeten! Later werden dan ook de chauffeur L. D. uit Den Haag, die met het 19-jarig meisje K. G., eveneens uit Den Haag, op de Rijksweg liep, aangetroffen. Bij de overbrenging naar Jiet bureau sprong D. uit de jeep, doch hij kon spoedig worden gepakt. Uit het onderzoek bleek, dat hij de hand heeft in een uitgebreide smok- kelaffaire. In verband hiermede is D. overgegeven aan de politie te Ooster hout. Het minderjarige meisje is ter beschikking gesteld van de Haagse politie. De twee lichtgewonden werden naar het Gasthuis te Delft overge bracht. 25 BENDELEDEN GEARRESTEERD Na een uitgebreid onderzoek heeft de politie te Ambarawa in Midden- Java 25 personen gearresteerd, die deel uitmaakten van de subversieve organisatie „Beroewang Merah" (Rode Beer), die haar hoofdkwartier heeft op republikeinse gebied. In alle regentschappen van Oost-Java zijn nieuwe raden gekozen. Ook zij, die het lezen en schrijven niet machtig waren, konden hun stem uitbrengen. Daartoe waren de in het stemhokje opgestelde bussen elk voorzien van voor de kiezer bekende voorwerpen, meest planten, terwijl de candidaten bulten het hokje gezeten waren met een overeenkomstig voorwerp in de hand. In Bern werd in Juli het kampioen schap voor Zwitserland verspeeld. Niet minder dan 26 spelers kregen de kans de hoogste titel te halen. De win naars speelden elke II partijen; de uitslag is nog onbeslist, daar Christof- fel en Gygli met 8% punt gelijk ein digden. In dit najaar zullen zij een be slissende tweekamp spelen. Dat de partijen van durf en initiatief getui gen, moge blijken uit onderstaande „fransman". Het is de van ouds be kende doorschuifvariant, die lange tijd minder goed werd geacht, maar die thans in de meesterpartijen weer her haaldelijk toepassing vindt. De wit- speler wint deze partij, maar hij gaat door zulke grote gevaren, dat ik de winst zeker niet aan de gekozen ope ningsvariant zou willen toeschrijven. Wit: Christoffel. Zwart: Stachelin I. e2e4, e7—e6; 2. d2—d4, d7—d5; 3. e4e5, c7c5; 4. c2c3, Pb8c6; 5. Fgl—f3, Dd8—b6; 6. Lfl—e2, c5xd4? Deze zet is te vroeg, want nu wordt pion e5 stevig verzekerd; aanbevolen wordt Pge7 met dreigende pionwinst door c5xd4 en Pf5. Wit kan dit voor komen door b3 en Lb2. Na Pe7 is voor Wit dc5: fout wegens Dc7, waarna pion e5 valt en c5 zwak blijft. 7. c3xd4, Lf8—b4t; 8. Pbl—c3, Pg8— e7; 9. a2a3, Lb4xc3; 10. b2xc3, Lc8 d7; 11. a3a4. Een goede zet. Een na deel voor Zwart is, dat hij door het gemis van zijn zwarte loper op de zwarte velden, die hier een grote rol spelen, zwakker is. II. Pc6a5; 12. Lel—a3, Db6—d8; 13. Tal—bl, 0—0; 14. Le2—d3, f7—f5; 15. g2—g4!?, b7—b6; 16. g4xf5, e6xf5: 17. 0—0. Wit ziet hiermee af van de Konings- aanval en hoopt het van de centrum pionnen te krijgen. 17. Ta8—c8; 18. La3—b4. Pa5— c4; 19. Pf3—d2, Tc8—c6; 20. Pd2xc4, d5xc4; 21. Ld3e2. De witte c-pion staat nu veilig, maar wit moet nu aan zijn eigen ko ningsstelling gaan denken. De witte centrumpionnen vormen de compen satie. 4 21. Tc6g6t; 22. Kgl—hl, Ld7—c6t; 23. Le2—f3, Dd8—a8; 24. I.f3xc6, DaSxcöt; 25. f2—f3, Pe7—d5? Een niet goed doorgerekende combi natie. Zwart wint weliswaar een mooie pion, maar zijn paard kan niet meer terug. Verschuiving leeftijdsgroepen Bij de uitreiking van de bonkaarten 901 voor voedingsmiddelen, welke uit reiking in het tijdvak van 25 October— 18 December plaats heeft, zullen de leeftijdsgroepen wederom 1 jaar wor den opgeschoven. De uitreiking zal als volgt geschie den: A-kaarten aan personen, geboren in 1928 en eerder; B-kaarten aan per sonen, geboren in 1929 t/m 1934; C- kaarten aan personen, geboren in 1935 t/m 1944; D-kaarten aan personen, ge boren in 1945 ttm 1947; E-kaarten aan personen, geboren in 1948 en later. Deze indeling blijft gedurende het gehele jaar 1949 gehandhaafd. Tegelijk met de bovengenoemde bon kaarten zullen weer tabaks- en ver- snaperingenkaarten worden uitgereikt. Hierbij zal echter geen keuze meer mo gelijk zijn. 26. Lb4xf8, Pd5xc3; 27. d4—d5! Een mooie tussenzet, die het terug trekken van wits loper mogelijk nidslct 27. Dc6e8; 28. Ddl—d4, Pc3xbl; 29. Lf8d6, De8xa4; 30. Tflxbl, Da4—e2!; 31. Tbl—gl, Tg8xglt; 32. Khlxgl, C4c3. Een mooie stand, waarbij wit nog behoorlijk moet oppassen. Zwart dreigt Dclt, c3c2 en Ddl. 33. Ld6a3, Dc2—bit; 34. Kgl—g2, Dbl—a2t; 35. Kg2—g3; Da2xa3; 36. d5—d6!, Da3—cl. Zwart ziet verschieten voor eeuwig schaak, maar wit zet mat in hoogstens 6 zetten. De oplossing laten wij gaarne aan de lezer over. Stand na 36e zet in zwart: Wit: Kg3, Dd4, pid6, e5, f3, h2. Zw.: Kg8, Del, pia7, b6, c3, f5, g7, h7. Als probleem een eenvoudige twee- zet van D. Ajelle (Br. Chress Maga zine) VOOR HEDENAVOND HILVERSUM I 301 m Nieuwsberichten oni 6, 8 en 11 uur AVRO: 6,15 Tom Erich (piano) 6,30 Vocrr de Strijdkrach ten 7,00 Olleke Bolleke en Knipper- dclleke 7,lo Radio-muziek-journaal 7.45 Niwin-klanken 7,50 Rubriek van de Wederopbouw 8,05 Echo van de dag 8,15 Bonte Dinsdagavondtrein 9,35 Ik zou zo graag 10,15 Buitenlands over zicht 10,30 Zang- en samenspel 11,15 Gramofoonmuziek HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 7, 8 en 11 uur KRO: 6,10 Sport- praatje 6,20 Concerto in Jazz 6,30 Dit is leven 6,45 Reportage 7,15 Muzikale melange 7,30 Gedeelten uit Italiaanse opera's 8,05 De gewone man 8,12 Het lied van Bernadette 10,37 Actualiteiten 10,45 Avondgebed 11,15 Avondconcert VOOR WOENSDAG HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten orn 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA: 8,18 Victor Silvester en zijn orkest 12,00 The Ramblers 1,20 Metropole-orkest 3,30 De Regenboog 0,20 Harry Fryer en zijn orkest 6,25 Toespraak door het Vara- hoofdbestuur 6,30 Voor de Strijdkrach ten 7,00 Er is maar één oplossing 7,15 omroep A Capella-koor VPRO: 7,30 Voor de jeugd 7,45 „Lezen in de Bij bel" VARA: 8,05 Dingen van de dag 8,15 Opera-programma 9,15 Plaatsbespre ken aanbevolen 10,15 Muziek 10,45 Van boek tot boek 11,15 Nieuwe suc cessen van over de Oceaan 11,15 Avond klanken HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1 7, 8 en 11 uur NCRV: 8,15 Gramofoonmuziek 11,15 De Victorie van het huis Wils (een hoorspel over Alk- maars beleg en ontzet)1,15 Orgelbespe ling 4,15 Voor onze jongens en meisjes 5,30 orkesten der lichte muze 6,00 Onze Nederlandse koren en korpsen 6,30 Willen en kunnen 7,15 Het nieuws uit Indonesië 7,30 Het actueel geluid 7,45 Engelse les 8,05 Programma-proloog 8,15 Concertgebouw-orkest 10,15 Al fred Cortot (piano) 10,45 Avondoverden king 11,15 Gramofoonmuziek 11,45 Slot-accoord (69 ROMAN IVAN MARIA SAWERSKY Mevrouw Larsen ging niet op deze beschuldiging in, maar vervolgde: „Als je verstandig bent, moedig je die Schuch wat meer aan. Wat je me van hem ver teld hebt, klinkt zeer gunstig. Boven dien is hij tot over z'n oren op je ver liefd. Je zult in hem een toegewijde en gemakkelijke achtgenoot vinden. „Met afstaande oren!" vulde Irene spottend aan. „Men trouwt een man toch niet om 2'n oren", meende Ottilie Larsen wijs gerig te moeten opmerken, waarop Ire ne in een krampachtige lach uitbarsttte, die tenslotte in een hysterische huilbui cverging. „Maar ik wil hem niet hebben, mama Ik wil Felix Reuder hebben!" Hebbenhebbenwas Irene's i evelingskreet reeds als kind geweest, onverschillig of het om een pepermunt stok, een nieuwe pop of iets anders ging Later waren het jurken, hoeden en schouwburgbezoeken of iets dergelijks geweest. Wanneer Irene slechts „heb ben" zei, dan had men haar gegeven wat ze wenste. Uit een blinde liefde, alleen om een lachje op haar knap gezichtje te toveren ën om haar toch maar vooral in een goede stemming te houden. Wan neer zij het gekregene dan kort daarop onverschillig in een hoek wierp, had niemand daar ook maar enige aanstoot aan genomen. Ze was immers zo aardig, zo charmant, zo lief, als men haar wen sen vervulde. Nu wilde ze een levende mens „heb ben", die zich echter tegen deze wens verzette. Twee bittere plooien legden zich om de mond van mevr. Larsen. Zij keek tersluiks naar haar verwende dochter die in een elegante ochtendjapon, het blon de haar in wanorde, het knappe ge zichtje van woede vertrokken en de kleine handen tot vuisten gebald, voor haar stond. En voor het eerst in haar leven verzette de toegeeflijke moeder zich tegen haar dochter, toonde ze zich moedig genoeg om haar de waarheid te durven zeggen. „Je zult Felix Reuder niet krijgen, Ire ne. Hij heeft zich van je afgewend, hij is van gevoelens veranderd. Mijn hemel, heb je dat dan zelf hog niet gemerkt?" Irene had het zowel gezien als ge voeld cn bij de woorden van haar moe der werd het haar ook volkomen duide lijk. Met een hysterische kreet liet ze zich op bed vallen. Ze huilde en jam merde, waarbij de tranen haar langs de wangen liepen. Ze maakte een scène als ae grootste comediante. Maar merk waardigerwijze liet haar moeder het ge hele soektakel volkomen Onberoerd, ja, het scheen zelfs alsof deze steeds koeler werd, naarmate haar dochter zich meer en meer opwond. „Wees toch verstandig, Irene", zei ze rustig „en luister nu eens goed naar het geen ik je zeggen zal. Ik ben aan het eind van m'n krachten, zowel in gees telijk als in materieel opzicht. Ik kan ons huls in de hoofdstad niet meer be kostigen; mijn geldmiddelen zijn volle dig uitgeput. De hypotheek heb ik tot October betaald; meer kan ik niet doen Dan zullen we het huis moeten verla ten, ergens anders een kleinere woning moeten huren enons verder zonder hulp door het leven moeten slaan. Je bent niet jong meer, al heb je dan nog niets van je schoonheid ingeboet, maar maak je vooral geen illusies beste kind. Je kansen op een goed huwelijk ver minderen van jaar tot jaar. Als je nu je kans niet grijpt bij Karei Schuch bij voorbeeld! dan zal er een dag komen, waarop we als twee oudere, eenzame en vergeten vrouwen bij elkaar zitten. Mij kan dat betrekkelijk weinig schelen, maar ik denk in de eerste plaats aan jou. "Als Schuch je een aanzoek mocht doen zeg dan ja. Hij betekent onze red ding Op dit ogenblik werd er op de deur geklopt. Het bleek een picolo te zijn, die de dames een uitnodiging bracht van Karei Schuch voor een autotocht. „Ik wil nietik wil niet!" snikte Irene. „Zeg meneer Schuch, dat mijn dochter ziek is. Wij zulleA van zijn vriendelijke invitatie helaas geen gebruik kunnen maken", verzocht mevrouw Larsen de jongen. En deze teleurstellende boodschap werd Kareltje aan de ontbijttafel mee gedeeld. Het greep hem dusdanig aan, dat hij van zijn stoel opsprong, kennelijk met het doel stante pede naar het zie- bed van zijn beminde te snellen. Maar toen greep tante Sabine in. Ze gaf Felix Reuder en Beate een wenk, waarop deze zich gehoorzaam verwijderden. Daarna legde ze haar hand op die van Karei. „Beste jongen, ben je er van over tuigd, dat ik het goed met je meen?" vroeg ze ernstig. „Ach ja, tante Sabine, natuurlijk..." e „Nou, blijf dan rustig op je stoel zitten, m'n jongen en stel een klein beetje vertrouwen in me. Ik ben er namelijk van overtuigd, dat Irene Lar sen helemaal niet ziek, maar alleen maarhmeen beetje slecht ge humeurd is. Neem er maar geen notitie van, dat zal heus in je eigen voordeel zijn". „Maar lk kan toch niet..,. Ik moet haar toch tenminste een paar bloemen sturenAch hemel, wat moet ik nu in vredesnaam doen?" stotterde Karel tje, geheel van streek. „Dat, wat ik je nu zeg", adviseerde Sabine Reuder. Tegen een bouquet bloemen heb ik niet het minste be zwaar, maar overigens houd je je vol komen neutraal. Je zult eens zien, wat dat voor een uitwerking heeft". „Denkt u dat Keus?" vroeg Kareltje wantrouwend. „Op m'n erewoord!" antwoordde tante Sabine plechtig. Wanneer Irene Larsen gedacht had, dat Kareltje op het alarmerende bericht van haar ongesteldheid zich onmiddel lijk naar haar sponde zou haasten, dan had ze zich deerlijk vergist. In plaats daarvan werd er een fraaie bouquet bij haar bezorgd, waaraan een kaartje was bevestigd, door middel waarvan meneer Karei Schuch zich veroorloofde juffrouw Irene een spoedig en algeheel herstel toe te wensen en haar welgemeend ad viseerde zich vooral niet aan ernstig ge vaar bloot te stellen door al te vroeg het bed te verlaten. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1948 | | pagina 5