SHAKESPEARE'S „HAML VERFILMD
Grootste zorg: Komen de Russen?
De wijsgerige verwondering
I
De ontevredenheid in Zuid-Afrika
is volkomen ongegrond
CUefarine 4
In de heksenketel van Berlijn (1)
Angsfdie door onbeschrijfelijke feiten wordt
gerechtvaardigd
Koningin Wilhelmina aanvaardde geschenk
Luchtbrug wordt
weer versterkt
3 EGRUPEN KENNEN
£en verrassing
Groot werk van Laurence Olivier
MAAR
wv5j1nsky
ZATEN ZWEEG--
IH HONDURAS»
PLEEGDE MEN EN
PASSANT EVEN EEN
REVOLUTIE-
en ook in pales
tina
STR'JD
WEER OPGELAAID.
op de amsterdamse.
martelaarsgracht
werd een meneer
contant betaald voor
Z.'JN GEROEP VAN
z'jm ge
SCHON
DEN GE-
LAAT IS
EEN BEWLIS
DAT MEN ZULKS
'NIET MEER LUST
BERLIJN, October 1948.
OERLIJN IS EEN VERWOESTE STAD. Dat weten wfl. Er is Immers al
so veel over Duitse ruines geschreven. Toeh wordt tafl een bezoek aan
Berlijn de eerste sehok, de eerste Indruk verwekt door deze zelfde „afge
zaagde" ruïnes. Wfl kennen de verwoestingen In Den Haag, Rotterdam, Arn
hem, Limburg, misschien zelfs ln West-Duitsland en denken, dot wij ons
kunnen voorstellen hoe Berlijn er nlt ziet. Maar dat kunnen wjj niet vóór
wjj het gezien hebben. Elke minuut, elk uur en elke dag dringen de onbe
schrijfelijke ruïnes zich onweerstaanbaar aan ons op. Straat na straat, wijk
na wflk zien wij deze eindeloze, troosteloze rijen ingestorte hulzen, puin
hopen en brokstukken van muren. Het wordt verergerd door het feit, dat
er maar betrekkelijk weinig is opgeruimd. Trottoirs zfln weliswaar vrijwel
overal vrijgemaakt, maar het puin is alleen maar opzij geschept. Dagelijks
horen wij ontploffingen als hulzen (of wat er van over is) worden opgebla
zen vanwege het gevaar voor Instorting. Berlijn wordt steeds vlakker, kaler
en levenlozer.
„IJOE HEBBEN ZE 'T in vredesnaam
zo kapot gekregen?" Berlijn heeft
niet alleen luchtbombardementen mee
gemaakt en de daarop volgende ont
zettende branden. Het artillerievuur
van de naderende Russische troepen
heeft in de laatste dagen van de oor
log veel verwoest. Daarop volgden de
straatgevechten. En de rest deed de
woedende vernielzucht der Russen on
middellijk na de „Zusammenbruoh".
In het puin van Berlijn wonen vier
en een half millien mensen; mensen
met een zenuwslopende vrees ln het
hart voor een terugkeer van al die
verschrikkingen. Het onophoudelijk
geronk van de vliegtuigen der lucht
brug wekt veel herinneringen op. De
onmiskenbare dreigng van een Russi-
sohe overheersing met alles wat daar
aan verbonden is, wekt een angst op
voor Iets, dat nog veel erger Is.
DE GEWONE MAN ln Berlijn weet
van de grote politieke gebeurtenissen
weinig meer dan een niet-Berlijner. Hij
haalt zijn nieuws uit de krant. Maar
h() voelt de gevolgen van deze gespan
nen toestand ln vele opzichten. Hij
maakt schermutselingen mee, hoort
van relletjes en mensenroof, moet zijn
eten en zijn brandstof „organiseren"
als hij ln leven wil blijven, zit ln het
donker, heeft weinig geld en weet niet
wat het waard ls, betaalt schandalige
prijzen, hoopt dat er geen oorlog komt
en vraagt zich angstig af of deze toe
stand ook ln de winter ls vol te hou
den. Kortom: hij leeft ln martelende,
zenuwslopende onzekerheid. Dat is het
leven ln de heksenketel. De Neder
landse hongerwinter met al zijn zorg
en angst en peilloze ellende verhon
derdvoudigd.
Maar de mens kan veel hebben. De
Berlljner leeft nog, al is zijn stad dood.
Er worden nog grapjes gemaakt, al
zijn ze soms wat bitter; men „organi
seert" met bewonderenswaardig ver
nuft en uithoudingsvermogen; men
werkt als er werk is en men neemt
de dingen zoals ze komen. Maar
's avonds ln het donker, ln de kou en
alleen, komt de angst weer terug en
vrees voor een volgende oorlog en
voor de Russen
Men herinnert het zich nog maar
al te goed. Het is pas drie jaar gele
den. Een lege maag en koude handen
houd& de herinneringen wakker.
troepen in de omgeving van Berlijn
gelegerd werden, was het hek weer
van de dam.
Deze Mongolen, met hun gele ge
laatskleur en hun scheve ogen, staan
nu ook op post bi) de z.g. check-points
aan de Autobahn, die van Helmstedt
in de Britse zóne, dwars door de Rus
sische zóne naar Berlijn loopt. De
contróle is nu veel scherper en vooral
veel bruter geworden, hoewel het werk
in hoofdzaak beperkt is tot het terug
zenden van auto's. Het intellectuele
peil dezer troepen Jigt ver beneden dat
der onze.
Toen ik voor de eerste maal, enige
maanden vóór de blokkade, Berlijn
per auto verliet, had ik in overgrote
haast alle papieren vergeten. Op de
heenweg vroeg de post bij Helmstedt
(er was toen nog geen Russische con
tróle bfl Berlijn) alleen naar de papie
ren van de chauffeur. Om mfl bekom
merde hij zich in het geheel niet. Op
de terugweg was de contróle veel
strenger. „Twee man, dan twee pa
piertjes," vond de Russische schild
wacht. Mijn chauffeur toonde een
carbon-doorslag van zfln eigen, in het
Engels gestelde, permit. De post hield
het op zijn kop, las het hardop voor,
vond het prachtig en liet ons door. Al
had hfl kunnen lezen en het papiertje
goed gehouden, dan nóg had hfl het
Engels niet kunnen begrijpen. Natuur
lijk mag men hieruit niet concluderen,
dat alle Russen analphabeet zijn. Mis
schien komen wfl er het dichtst bfl
wanneer wij zeggen, dat de Russische
militair twee of drie rangen achter bi)
ons is.
Hun angst om vriendschap te tonen
voor een Westerling, hun onontwik
keldheid en bovenal hun volslagen on
betrouwbaarheid maken het buiten
gewoon moeilijk met hen op te schie
ten. Van dit laatste een voorbeeld.
Drie escadrilles Russisch,# gevechts
vliegtuigen vliegen ruim een half uur
lang op geringe hoogte boven het En
gelse vliegveld Gatow. De Engelse
commandant protesteert en krijgt van
zijn Russische collega ten antwoord,
dat er helemaal geen Russische vlieg
tuigen boven Gatow geweest zijn. Al
les is verzonnen en gelogen. Allemaal
Westerse propaganda. Foei! Maar heel
Berlijn had ze gezien en de kranten
stonden er vol van vóór dat er iets
van een uitwisseling van nota's be
kend was.
Men herinnert zich het geval van
de Amerikaanse verslaggever, die op
de sector-grens werd gearresteerd.
De Amerikanen protesteren en vra
gen om vrijlating. Vier dagen later
komt de man thuis. Wederom een dag
later arriveert het antwoord van de
Russen: allemaal verzinsels, de man
is nooit gearresteerd geweest, allemaal
Westerse propaganda.
Deze karaktereigenschap van de
Russen draagt er veel toe bij om de
onzekerheid, de „zenuwen-oorlog" in
Berlijn in stand te houden. Hun tal
loze onverantwoordelijke daden, zoals
kort geleden weer het houden van
manoeuvres in de corridor, deden in
de aanvang de geallieerden en de be
volking het ergste vrezen. Elk van
deze handelingen was een lucifer, die
het vat buskruit van Berlijn in de
lucht kon doen vliegen. Het is niet on
mogelijk, dat in de huidige situatie een
eventueel ongeluk een „incident"
wordt en een onmiddellijke aan
leiding tot oorlog. Maar zelfs inciden
ten kosten mensenlevens en wfl, Wes-
tersen, tellen nu eenmaal elk mensen
leven.
President Truman heeft generaal
Luciu» Clay, de Amerikaanse militaire
gouverneur in Duitsland, gemachtigd
nog een 08-tal transport-vliegtuigen
van het type C 54 bij de luchtbrug
naar Berlijn in te schakelen. Deze
vliegtuigen zullen door de luchtmacht
ter beschikking gesteld worden.
Tijdens een diner in New-York,
waarbij Clay tegenwoordig was, ver
klaarde de generaal, dat „Moskou er
kent, dat het communisme over zfln
hoogtepunt heen is en thans aan het
teruglopen is en van mening is, dat
deze teruggang slechts door het in
boezemen van vrees tegengehouden
kan worden." „De logische plaats om
vrees aan te jagen, aldus Clay, is Ber
lijn. Wanneer de geallieerden daaruit
verdreven zouden kunnen worden,
zou inderdaad de indruk gewekt wor
den, dat zij ook van eldeys verdreven
zouden kunnen worden".
„MERK JE ER VEEL van de Rus
sen?" vroeg men mij bfl mfln laatste
verlof in Nederland. Uit deze vraag
blijkt niet alleen nieuwsgierigheid,
maar ook ik mag het niet verhelen
een soort angst. „Wat zijn het nu
eigenlijk voor mensen? Hoe zien ze
er uit?" Het is typerend voor de hui
dige situatie, dat we eigenlflk zo wei
nig van de Russen weten. De vrees
voor het onbekende, waarvan we zo
veel gruwelijks gehoord hebben, is
moeilflk te onderdrukken.
In de Westerse sectoren ziet men
practisch geen Russen. Af en toe komt
een jeep met vier onbewogen, stenen,
tot de tanden bewapende Russen de
straten doorgeschoten, om de een of
andere nota af te leveren bfl generaal
Clay of generaal Robertson. Maar 't
blijft een uitzondering. Zelfs in de
Russische sector ziet men er betrek
kelijk weinig «Het lijkt wel, alsof zfl
geen groter vreesi kennen dan die
voor contact met de Westerse wereld.
De weinig Russen, die zich „schappe
lijk" gedragen, verdwijnen onmiddel
lijk naar Rusland. Verbroedering be
staat er niet. En dit is, gezien de al
gemene politieke doeleinden, niet be
vreemdend.
„Wat zfln het voor mensen?" Het
is moeilijk deze vraag te beantwoor
den zonder het risico te lopen van
overdrijving beschuldigd te worden.
Maar de waarheid mag niet verheeld
worden. Ik ben tot de slotsom geko
men, dat de gruwelverhalen, welke
over het gedrag van de Russische
troepen vlak na de bezetting de ronde
doen, grotendeels juist Zfln. Zfl zfln
met geen pen te beschrijven. Deze
voorvallen zijn niet te verklaren of te
verontschuldigen met de opmerking,
dat fronttroepen, van welke nationa
liteit dan ook, nooit engeltjes zfln.
Niemand zal willen volhouden, dat
door de autoriteiten georganiseerde
vrouwenverkrachting, plundering en
verwoesting op deze wflze zfln goed
te praten.
Hiermee wil echter niet gezegd zfln,
dat op dit ogenblik geen vrouw in de
Russische sector veilig zou Zfln. Aan
randingen komen weliswaar veelvuldi-
ger voor dan in de Westelijke secto
ren, maar toch niet op grote schaal
of georganiseerd. Het hangt ook veel
af van de aard van de troepen. Toen
enige maanden geleden Mongoolse
MAAR WIJ VERNEMEN, i« in de
Troonzaal van het Kon. Paleis te
Amsterdam een tentoonstelling inge
richt van al de geschenken, die in Aug.
j.l. aan H. M. Koningin Wilhelmina zfln
aangeboden ter gelegenheid van haar
vijftigjarig regeringsjubileum. De ere
plaats wordt daarbfl ingenomen door
een doek van de Zuid-Afrikaanse
schilder Pienaar. Dit feit verdient te
meer de aandacht, daar men in Zuid-
Afrika verontwaardigd is geworden
over een ten onrechte veronderstelde
weigering van de jubiiaresse om dit
geschenk te aanvaarden. Wfl schreven
hierover dezer dagen reeds,
De ontevredenheid van de Afrikaan
se bevolking mist elke grond. Mevr.
Steyn was van Nederlandse zijde uit
genodigd om de plechtigheid van het
regeringsjubileum van H. M. Konin
gin Wilhelmina bij te wonen. Dat is
gebeurd. Op grond van het feit, dat
Zuid-Afrika behoort tot die landen,
waarvoor de Koningin steeds een zeer
grote genegenheid aan de dag heeft
gelegd men denke aan de stamver
wantschap en men herinnere zich de
houding jegens president Paul Krüger!
behoorde mevrouw Steyn tot de
zeer weinige gasten, die door H.M.
persoonlijk zijn ontvangen. Zij heeft
TEGEN
BEROEMDE GENEESMIDDELEN
IN ÉÉN TABLET
;GEN PUNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN i I 0.78
eenmaal het noenmaal aan het Hof
gebruikt, waarbfl de Koningin zich
langer dan een uur met haar heeft on-
aerhouden. Dit onderhoud droeg een
allerhartelijkst karakter.
Mevrouw Steyn heeft voorts de ge
schenken aangeboden, die de regering
van de Unie van Zuid-Afrika voor
H. M. had bestemd. Daartoe behoorde
echter niet het schilderij van Pienaar;
dat was een geschenk van de Federa
tie voor Afrikaanse Cultuur. Daar me
vrouw Steyn geen instructies had ook
dit geschenk aan te bieden heeft *1J ge
weigerd te voldoen aan het verzoek
Om dat toch maar te doen. Naderhand
echter, nadat een hierover ontstaan
misverstand tussen het gezantschap
van Zuid-Afrika en het Nederlandse
ministerie van Buitenlandse Zaken
volkomen was Opgehelderd is dit
schilderij als nog aangeboden. Op het
ogenblik heeft het een ereplaats op
de tentoonstelling van alle geschen
ken, die in de Troonzaal van het Kon.
Paleis op de Dam te Amsterdam is in
gericht. Het is dus geenszins terugge
zonden.
Mocht men zich nog hebben verbaasd
over het feit, dat mevrouw Steyn niet
de inhuldiging van H, M. Koningin
Juliana heeft bijgewoond, dan diene
ter opheldering, dat zfl daartoe niet
door haar regering was afgevaardigd.
Niettemin heeft zij van de Staten-Ge-
neraal een uitnodiging ontvangen om
deze plechtigheid particulier bij te wo
nen, maar daaraan heeft zfl wegens
ziekte geen gevolg kunnen geven.
£EN BOER UIT HET OUDE Grieken
land had schulden gemaakt. Nu zon
hij op middelen om goedkoop van deze
schulden af te komen. Hij scheen ge
luk te hebben, want hij hoorde juist
iets vertellen over de wijsgeer Soera-'
tes. Het heette namelijk, dat deze filo
soof in staat was het kromme recht, en
het rechte krom te praten. Dus zou hfl
ook wel in staat zijn, zo dacht de boer,
om te bewijzen dat schulden geen
schulden waren. De volgende morgen
stapte hfl naar het huis van Socrates.
Reeds in de verte zag hij, hoe deze be
roemde man met zfln leerlingen bezig
was in de tuin te filosoferen. Maar wel
in een wat vreemde houding! Want zij
stonden zeer diep gebogen, met hun
neus vrijwel op de grond! Ach, zo
zegt de Griekse schrijver die ons dit
vertelt, dat had z'n reden. Want van
voren bestudeerden zfl de oergrond
der dingen en van achter bestudeerden
zfl de sterrenkunde!.
Dat was een' 2000 jaar geleden het
oordeel over filosofen. Zou dat oor
deel als geheel nu veel beter zijn? Zou
men nu beter weten wat filosofie is,
wat wijsbegeerte wil? Ik weet 't niet.
Liever wil ik in een kleine serie ar
tikelen een paar wijsgerige vragen op
populaire wijze bespreken. Misschien
dat er dan menigeen is die zegt; Die
vragen zfln ook mijn vragen! Wanneer
dat filosofische vragen zijn, dan ben
ik ook een.filosoof!
DE WIJSBEGEERTE IS met eenvou
dige, haast kinderlijke vragen en ant
woorden begonnen. Van een van de
oudste Europese denkers, die ongeveer
600 jaar vóór Christus leefde, hebben
WÖ deze uitspraak over: „Alle dingen
zfln uit het water ontstaan."
Van de filosoof Thales, die deze uit
spraak deed, weten wfl niet al te veel.
Hij leefde in een van de havensteden
van Klein-Azië. Hij bereisde Egypte,
waar hij de hoogte der pyramiden
leerde berekenen uit de lengte van
hun schaduw. Hfl voorspelde de zons
verduistering van 585 vóór Christus.
Hij bemoeide zich verder met de poli
tiek. Blijkbaar was deze Thales een
man van zeker gewicht. Maar hoe kan
hfl dan zeggen dat alle dingen uit het
water ontstaan zijn?
Achter deze kinderlijke uitspraak
schuilt een diepzinnige vraag: Waar
uit zfln alle dingen ontstaan? Waaruit
is alles gegroeid? Wat geeft alles z'n
leven? Toen merkte Thales op, dat
het graan niet groeit zonder regen; dat
een mens sterft, wanneer hfl z'n dorst
niet regelmatig kan lessen. Hfl was in
Egypte geweest, en had er gezien hoe
de vruchtbaarheid van dat land afhan
kelijk was van de jaarlijkse overstro
ming van de rivier de NflL Hij kende
de zee en het heir van leven dat in de
zee schuilt. Overal waar leven was,
had Thales het water, het vocht gezien.
Toen trok hij z'n vergaande, alles om
vattende gevolgtrekking: Alle dingen
zijn uit het water ontstaan!
DEZE THALES GELDT als de eerste
filosoof. Omdat hfl een juist antwoord
gegeven heeft op een gestelde vraag?
Omdat hij een scherpzinnige conclu
sie heeft getrokken uit een groot aan
tal waarnemingen? Neen, niet daarom!
Maar wel, omdat deze Thales zich ver
wonderd heeft. Hij heeft verbaasd ge
staan over de veelheid van het leven.
Hij heeft zich afgevraagd waar dat le
ven zijn oorsprong zou vinden. Hfl
heeft gevraagd naar de diepste grond
van het zijn, naar de meest innerlijke
kern der dingen. Daarom heet Thales
een filosoof. Want een filosoof is
iemand die naar wijsheid zoekt. Let
wel: die naar wijsheid zoekt, niet
iemand die de wijsheid heeft.
Zo is alle filosofie ontstaan uit de
verwondering. Uit een vragen; uit een
daarop antwoorden; en uit een daarop
volgend dieper vragen. Want eigenlflk
zijn de vragen in de filosofie belang
rijker dan de antwoorden.
Wie mag zich filosoof noemen? Ieder
is een filosoof, een wijsgeer, een zoe
ker naar wijsheid, die zich verwon
dert. Die erkent alles nog lang niet te
weten; die vraagt en nadenkt. Alle
verwondering is in de grond wflsgeri-
ge verwondering.
voor elke vróuwen- en meisjeshand,
vooral in herfst en winter, is een
tube Hamea Gelei (Mijnhtrdt) pr. 73 ct.
WONDEREN DER TECHNIEK.
In 2 minuten en 21 seconden werd
de complete tekst van „Gone with the
wind", welke 1047 pagina's beslaat,
gisteren per radio-televisie door Wash
ington verspreid, omeen nieuw com
municatie-systeem te demonstreren.
Dit systeem, dat de naam ultra fax
draagt, is een combinatie van televisie,
radioverbinding en snel fotographie.
tyOOR NEDERLANDSE BEGRIPPEN klinkt het heel ongewoon, maar ih Enge
land kan het gebeuren, dat een toneelspeler in de adelstand verheven wordt.
Het overkwam Laurence Olivier, een acteur, die zich grote naam verwierf met
zijn Shakespeare-vertolkingen. Nauwelijks achttien jaar oud, kwam hij bij het
tonel; nu is hij 41 en hij heeft al een eerbiedwaardige carrière achter de rug.
Tussen zijn werk aan het toneel door trad hij al spoedig ook op in films in
Duitsland, Engeland, Amerika en later weer in Engeland, waar hij de laatste
iaren ook als filmregisseur werkte. En het is geen wonder, dat Olivier, die als
acteur zijn grootste kracht vond in het werk van Shakespeare, ook als filmregis
seur deze meest klassieke toneelschrijver zijn voorkeur schonk.
HIJ MAAKTE IN 1944 een kleuren
film van „Henry V", waarmee hij gro
te opschudding verwekte. Evenveel be
roering bracht zijn nieuwste Shakes-
peare-film „Hamlet" teweeg, die thans
in de Nederlandse bioscopen circu
leert. Laurence Olivier sir Laurence
thans heeft zich hiermee de onge
nade van veel Shakespeare-bewonde-
raars op de hals gehaald en veel nieu
we bewonderaars voor Shakespeare
gewonnen. En om met het laatste te
beginnen: het is ongetwijfeld een gro
te verdienste, dat hij de kunst van
Shakespeare de grootste onder de
toneelschrijvers, wiens „Hamlet, prince
of Denmark" als het „treurspel - der
treurspelen bij uitstek" beschouwd
wordt door de film voor millioenen
mensen bereikbaar heeft gemaakt.
Maar dit treurspel vergt een speeltijd
van vier volle uren en gelijk de mees
te toneelregisseurs heeft Olivier het
blauwe potlood veelvuldig moeten
hanteren, want internationaal is men
overeengekomen, dat een oraaitijd van
twee en een half uur voor een film wel
het uiterste is, waartoe men gaan kan,
wil men de aandacht van het bioscoop
publiek gespannen houden. Zo heeft
Olivier Shakespeare's tekst sterk moe
ten bekorten, alle zinnen, die niet van
werkelijk belang zfln voor de ontwik
keling in dit drama, moeten schrap
pen en daarbfl zelfs hele scène's, die
maar amper gemist kunnen worden,
moeten laten uitvallen. En dat kwam
hem op heel wat vernietigende critiek
te staan.
Maar de film, die Olivier zo maak
te, is als Hamlet-film zeker aanvaard
baar. Bij de verfilming van een to
neelwerk doet zich een eigenaardig
probleem voor, dat tot een compromis
dwingt. Bij het toneel namelijk is de
tekst de hoofdzaak en de handeling
zeer beperkt; een film daarentegen
vraagt in de eerste plaats handeling,
beweging, en de tekst doet aan de film
eerder schade dan goed, omdat ze de
beweging remt.
En Shakespeare's „Hamlet", waar alle
spanningen van het drama juist in de
lange, maar krachtige, monologen en
dialogen ligt opgesloten, laat zich zo
nooit verfilmen tot een meesterwerk,
omdat hier het compromis tussen
woord en beeld nooit bevredigend kan
zijn en óf schade doet aan het woord
óf aan het beeld. Olivier heeft ervan
gemaakt, wat hij ervan kon maken en
dat is zeer zeker niet gering. Hij liet
de tekst zoveel mogelijk in haar
waarde en zorgde ervoor, dat de zeg
ging ervan zoveel mogelflk leven
LAURENCE OLIVIER (Hamlet)
en JEAN SIMMONS (Ophelia)
kreeg, vloeiend en met alle beweeg
lijkheid, die er maar te bereiken was.
Onderwijl richtte zijn camera zich niet
enkel op de personen, die de tekst
spraken, maar Olivier gaf haar ook
beweging, liet haar dwalen langs de
wenteltrappen, door de vertrekken en
over de daken van het machtige slot
Elseneur, waar Hamlet's tragedie zich
afspeelt. Zo kreeg ook het filmbeeld
leven en waar een te lange tekst nog
moeilijkheden bracht, paste Olivier de
vondst van de „innerlijke stem" toe:
de tekst wordt wel gezegd, maar als
gedachte uitgebeeld, doordat op het
filmdoek de persoon, in wie deze
woorden tot leven komen, zfln lippen
gesloten houdt. Met dit compromis tus
sen woord en beeld loste Olivier voor
een deel de bezwaren op.
Al is het resultaat zeker aanvaard
baar, bevredigend is het toch niet ge
heel. De tekst blijft de film overheer
sen. Onder de gegeven omstandig
heden kon het moeilijk anders: had
Olivier hier in de eerste plaats een
volkomen evenwichtige film willen
maken, dan zou hij de tekst waar
het Shakespeare toch in de allereerste
plaats om te doen was volkomen
ondergeschikt hebben moeten maken
aan de handeling en de beweging, ver
kregen door camera en montage. En
dat immers zou moord op Shakespeare
geweest zijn
OLIVIER MAAKTE ER dus van, wat
hfl kon. En dat houdt allereerst in, dat
het spel in deze film voortreffelijk
werd. OlivieT speelde zelf de titelrol,
aangrijpend in alle eenvoud, meester
lijk beheerst en tot het uiterste door
leefd. De andere acteurs en actrices
(Eileen Herlie in de rol van koningin
Gertrude, Basil Sydney als koning
Claudius, Jean Simmons als Hamlets
geliefde Ophelia en Norman Wooland
als zijn vriend Horatius)werden
hoe raak getypeerd en gevoelig hun
spel ook was door Olivier's creatie
nog overspeeld. Het camerawerk van
Desmond Dickinson kreeg, vooral ook
door een geraffineerde belichting, een
uiterst suggestieve kracht, die de nood
lotsdreiging, waarvan Shakespeare's
werk doortrokken is, met grote gevoe
ligheid weet op te roepen. Ditzelfde
geldt voor de muziek van William Wal
ton, die er krachtig toe bijdroeg, dat
deze Hamlet-verfilming hoezeer zfl
ook als film tekort mag schieten
een aangrijpend werkstuk werd, dat bfl
alle critiek toch ook alle aandacht ze
ker verdient CLOSE-UP.
BL'JFT maar
rumoerig op ons
planeetje de
veiligheidsraad
praatte
over
berl'jm
IM BELGIE ONTBRANDDE
DE STRUDOMOÉ KO
NINGSKWESTIE
IN DIEPE. EERBIED GE
DENKEN WJ DE SLACHT
OFFERS VAN DE VLIEG
RAMP IN SCUOTLAND ,39
MENSENLEVENS GINGEN
VERLOREN TOEN DE „NU-
MEGE N 1BPANDEND
HET TSJECHOSLOWAAKS
GEZANTSCHAP TE CAIRO.
Alle ambtenaren van het Tsjechoslo-
waakse gezantschap te Cairo hebben
uit protest tegen de houding van de
gezant Frantisek Krucky, die gewei
gerd heeft zich te schikken naar de
instructies van Praag en het gezant
schap over te dragen aan dr. Kalva-
na, bflzonder gezant van de Tsjecho-
slowaakse regering, hun ambt neerge
legd. De Egyptische regering onder
zoekt de hierdoor ontstane toestand,
doch erkent Krucky nog steeds als ge
zant
4