SHAKESPEARE'S „HAML VERFILMD Grootste zorg: Komen de Russen? De wijsgerige verwondering I De ontevredenheid in Zuid-Afrika is volkomen ongegrond CUefarine 4 In de heksenketel van Berlijn (1) Angsfdie door onbeschrijfelijke feiten wordt gerechtvaardigd Koningin Wilhelmina aanvaardde geschenk Luchtbrug wordt weer versterkt 3 EGRUPEN KENNEN £en verrassing Groot werk van Laurence Olivier MAAR wv5j1nsky ZATEN ZWEEG-- IH HONDURAS» PLEEGDE MEN EN PASSANT EVEN EEN REVOLUTIE- en ook in pales tina STR'JD WEER OPGELAAID. op de amsterdamse. martelaarsgracht werd een meneer contant betaald voor Z.'JN GEROEP VAN z'jm ge SCHON DEN GE- LAAT IS EEN BEWLIS DAT MEN ZULKS 'NIET MEER LUST BERLIJN, October 1948. OERLIJN IS EEN VERWOESTE STAD. Dat weten wfl. Er is Immers al so veel over Duitse ruines geschreven. Toeh wordt tafl een bezoek aan Berlijn de eerste sehok, de eerste Indruk verwekt door deze zelfde „afge zaagde" ruïnes. Wfl kennen de verwoestingen In Den Haag, Rotterdam, Arn hem, Limburg, misschien zelfs ln West-Duitsland en denken, dot wij ons kunnen voorstellen hoe Berlijn er nlt ziet. Maar dat kunnen wjj niet vóór wjj het gezien hebben. Elke minuut, elk uur en elke dag dringen de onbe schrijfelijke ruïnes zich onweerstaanbaar aan ons op. Straat na straat, wijk na wflk zien wij deze eindeloze, troosteloze rijen ingestorte hulzen, puin hopen en brokstukken van muren. Het wordt verergerd door het feit, dat er maar betrekkelijk weinig is opgeruimd. Trottoirs zfln weliswaar vrijwel overal vrijgemaakt, maar het puin is alleen maar opzij geschept. Dagelijks horen wij ontploffingen als hulzen (of wat er van over is) worden opgebla zen vanwege het gevaar voor Instorting. Berlijn wordt steeds vlakker, kaler en levenlozer. „IJOE HEBBEN ZE 'T in vredesnaam zo kapot gekregen?" Berlijn heeft niet alleen luchtbombardementen mee gemaakt en de daarop volgende ont zettende branden. Het artillerievuur van de naderende Russische troepen heeft in de laatste dagen van de oor log veel verwoest. Daarop volgden de straatgevechten. En de rest deed de woedende vernielzucht der Russen on middellijk na de „Zusammenbruoh". In het puin van Berlijn wonen vier en een half millien mensen; mensen met een zenuwslopende vrees ln het hart voor een terugkeer van al die verschrikkingen. Het onophoudelijk geronk van de vliegtuigen der lucht brug wekt veel herinneringen op. De onmiskenbare dreigng van een Russi- sohe overheersing met alles wat daar aan verbonden is, wekt een angst op voor Iets, dat nog veel erger Is. DE GEWONE MAN ln Berlijn weet van de grote politieke gebeurtenissen weinig meer dan een niet-Berlijner. Hij haalt zijn nieuws uit de krant. Maar h() voelt de gevolgen van deze gespan nen toestand ln vele opzichten. Hij maakt schermutselingen mee, hoort van relletjes en mensenroof, moet zijn eten en zijn brandstof „organiseren" als hij ln leven wil blijven, zit ln het donker, heeft weinig geld en weet niet wat het waard ls, betaalt schandalige prijzen, hoopt dat er geen oorlog komt en vraagt zich angstig af of deze toe stand ook ln de winter ls vol te hou den. Kortom: hij leeft ln martelende, zenuwslopende onzekerheid. Dat is het leven ln de heksenketel. De Neder landse hongerwinter met al zijn zorg en angst en peilloze ellende verhon derdvoudigd. Maar de mens kan veel hebben. De Berlljner leeft nog, al is zijn stad dood. Er worden nog grapjes gemaakt, al zijn ze soms wat bitter; men „organi seert" met bewonderenswaardig ver nuft en uithoudingsvermogen; men werkt als er werk is en men neemt de dingen zoals ze komen. Maar 's avonds ln het donker, ln de kou en alleen, komt de angst weer terug en vrees voor een volgende oorlog en voor de Russen Men herinnert het zich nog maar al te goed. Het is pas drie jaar gele den. Een lege maag en koude handen houd& de herinneringen wakker. troepen in de omgeving van Berlijn gelegerd werden, was het hek weer van de dam. Deze Mongolen, met hun gele ge laatskleur en hun scheve ogen, staan nu ook op post bi) de z.g. check-points aan de Autobahn, die van Helmstedt in de Britse zóne, dwars door de Rus sische zóne naar Berlijn loopt. De contróle is nu veel scherper en vooral veel bruter geworden, hoewel het werk in hoofdzaak beperkt is tot het terug zenden van auto's. Het intellectuele peil dezer troepen Jigt ver beneden dat der onze. Toen ik voor de eerste maal, enige maanden vóór de blokkade, Berlijn per auto verliet, had ik in overgrote haast alle papieren vergeten. Op de heenweg vroeg de post bij Helmstedt (er was toen nog geen Russische con tróle bfl Berlijn) alleen naar de papie ren van de chauffeur. Om mfl bekom merde hij zich in het geheel niet. Op de terugweg was de contróle veel strenger. „Twee man, dan twee pa piertjes," vond de Russische schild wacht. Mijn chauffeur toonde een carbon-doorslag van zfln eigen, in het Engels gestelde, permit. De post hield het op zijn kop, las het hardop voor, vond het prachtig en liet ons door. Al had hfl kunnen lezen en het papiertje goed gehouden, dan nóg had hfl het Engels niet kunnen begrijpen. Natuur lijk mag men hieruit niet concluderen, dat alle Russen analphabeet zijn. Mis schien komen wfl er het dichtst bfl wanneer wij zeggen, dat de Russische militair twee of drie rangen achter bi) ons is. Hun angst om vriendschap te tonen voor een Westerling, hun onontwik keldheid en bovenal hun volslagen on betrouwbaarheid maken het buiten gewoon moeilijk met hen op te schie ten. Van dit laatste een voorbeeld. Drie escadrilles Russisch,# gevechts vliegtuigen vliegen ruim een half uur lang op geringe hoogte boven het En gelse vliegveld Gatow. De Engelse commandant protesteert en krijgt van zijn Russische collega ten antwoord, dat er helemaal geen Russische vlieg tuigen boven Gatow geweest zijn. Al les is verzonnen en gelogen. Allemaal Westerse propaganda. Foei! Maar heel Berlijn had ze gezien en de kranten stonden er vol van vóór dat er iets van een uitwisseling van nota's be kend was. Men herinnert zich het geval van de Amerikaanse verslaggever, die op de sector-grens werd gearresteerd. De Amerikanen protesteren en vra gen om vrijlating. Vier dagen later komt de man thuis. Wederom een dag later arriveert het antwoord van de Russen: allemaal verzinsels, de man is nooit gearresteerd geweest, allemaal Westerse propaganda. Deze karaktereigenschap van de Russen draagt er veel toe bij om de onzekerheid, de „zenuwen-oorlog" in Berlijn in stand te houden. Hun tal loze onverantwoordelijke daden, zoals kort geleden weer het houden van manoeuvres in de corridor, deden in de aanvang de geallieerden en de be volking het ergste vrezen. Elk van deze handelingen was een lucifer, die het vat buskruit van Berlijn in de lucht kon doen vliegen. Het is niet on mogelijk, dat in de huidige situatie een eventueel ongeluk een „incident" wordt en een onmiddellijke aan leiding tot oorlog. Maar zelfs inciden ten kosten mensenlevens en wfl, Wes- tersen, tellen nu eenmaal elk mensen leven. President Truman heeft generaal Luciu» Clay, de Amerikaanse militaire gouverneur in Duitsland, gemachtigd nog een 08-tal transport-vliegtuigen van het type C 54 bij de luchtbrug naar Berlijn in te schakelen. Deze vliegtuigen zullen door de luchtmacht ter beschikking gesteld worden. Tijdens een diner in New-York, waarbij Clay tegenwoordig was, ver klaarde de generaal, dat „Moskou er kent, dat het communisme over zfln hoogtepunt heen is en thans aan het teruglopen is en van mening is, dat deze teruggang slechts door het in boezemen van vrees tegengehouden kan worden." „De logische plaats om vrees aan te jagen, aldus Clay, is Ber lijn. Wanneer de geallieerden daaruit verdreven zouden kunnen worden, zou inderdaad de indruk gewekt wor den, dat zij ook van eldeys verdreven zouden kunnen worden". „MERK JE ER VEEL van de Rus sen?" vroeg men mij bfl mfln laatste verlof in Nederland. Uit deze vraag blijkt niet alleen nieuwsgierigheid, maar ook ik mag het niet verhelen een soort angst. „Wat zijn het nu eigenlijk voor mensen? Hoe zien ze er uit?" Het is typerend voor de hui dige situatie, dat we eigenlflk zo wei nig van de Russen weten. De vrees voor het onbekende, waarvan we zo veel gruwelijks gehoord hebben, is moeilflk te onderdrukken. In de Westerse sectoren ziet men practisch geen Russen. Af en toe komt een jeep met vier onbewogen, stenen, tot de tanden bewapende Russen de straten doorgeschoten, om de een of andere nota af te leveren bfl generaal Clay of generaal Robertson. Maar 't blijft een uitzondering. Zelfs in de Russische sector ziet men er betrek kelijk weinig «Het lijkt wel, alsof zfl geen groter vreesi kennen dan die voor contact met de Westerse wereld. De weinig Russen, die zich „schappe lijk" gedragen, verdwijnen onmiddel lijk naar Rusland. Verbroedering be staat er niet. En dit is, gezien de al gemene politieke doeleinden, niet be vreemdend. „Wat zfln het voor mensen?" Het is moeilijk deze vraag te beantwoor den zonder het risico te lopen van overdrijving beschuldigd te worden. Maar de waarheid mag niet verheeld worden. Ik ben tot de slotsom geko men, dat de gruwelverhalen, welke over het gedrag van de Russische troepen vlak na de bezetting de ronde doen, grotendeels juist Zfln. Zfl zfln met geen pen te beschrijven. Deze voorvallen zijn niet te verklaren of te verontschuldigen met de opmerking, dat fronttroepen, van welke nationa liteit dan ook, nooit engeltjes zfln. Niemand zal willen volhouden, dat door de autoriteiten georganiseerde vrouwenverkrachting, plundering en verwoesting op deze wflze zfln goed te praten. Hiermee wil echter niet gezegd zfln, dat op dit ogenblik geen vrouw in de Russische sector veilig zou Zfln. Aan randingen komen weliswaar veelvuldi- ger voor dan in de Westelijke secto ren, maar toch niet op grote schaal of georganiseerd. Het hangt ook veel af van de aard van de troepen. Toen enige maanden geleden Mongoolse MAAR WIJ VERNEMEN, i« in de Troonzaal van het Kon. Paleis te Amsterdam een tentoonstelling inge richt van al de geschenken, die in Aug. j.l. aan H. M. Koningin Wilhelmina zfln aangeboden ter gelegenheid van haar vijftigjarig regeringsjubileum. De ere plaats wordt daarbfl ingenomen door een doek van de Zuid-Afrikaanse schilder Pienaar. Dit feit verdient te meer de aandacht, daar men in Zuid- Afrika verontwaardigd is geworden over een ten onrechte veronderstelde weigering van de jubiiaresse om dit geschenk te aanvaarden. Wfl schreven hierover dezer dagen reeds, De ontevredenheid van de Afrikaan se bevolking mist elke grond. Mevr. Steyn was van Nederlandse zijde uit genodigd om de plechtigheid van het regeringsjubileum van H. M. Konin gin Wilhelmina bij te wonen. Dat is gebeurd. Op grond van het feit, dat Zuid-Afrika behoort tot die landen, waarvoor de Koningin steeds een zeer grote genegenheid aan de dag heeft gelegd men denke aan de stamver wantschap en men herinnere zich de houding jegens president Paul Krüger! behoorde mevrouw Steyn tot de zeer weinige gasten, die door H.M. persoonlijk zijn ontvangen. Zij heeft TEGEN BEROEMDE GENEESMIDDELEN IN ÉÉN TABLET ;GEN PUNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN i I 0.78 eenmaal het noenmaal aan het Hof gebruikt, waarbfl de Koningin zich langer dan een uur met haar heeft on- aerhouden. Dit onderhoud droeg een allerhartelijkst karakter. Mevrouw Steyn heeft voorts de ge schenken aangeboden, die de regering van de Unie van Zuid-Afrika voor H. M. had bestemd. Daartoe behoorde echter niet het schilderij van Pienaar; dat was een geschenk van de Federa tie voor Afrikaanse Cultuur. Daar me vrouw Steyn geen instructies had ook dit geschenk aan te bieden heeft *1J ge weigerd te voldoen aan het verzoek Om dat toch maar te doen. Naderhand echter, nadat een hierover ontstaan misverstand tussen het gezantschap van Zuid-Afrika en het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken volkomen was Opgehelderd is dit schilderij als nog aangeboden. Op het ogenblik heeft het een ereplaats op de tentoonstelling van alle geschen ken, die in de Troonzaal van het Kon. Paleis op de Dam te Amsterdam is in gericht. Het is dus geenszins terugge zonden. Mocht men zich nog hebben verbaasd over het feit, dat mevrouw Steyn niet de inhuldiging van H, M. Koningin Juliana heeft bijgewoond, dan diene ter opheldering, dat zfl daartoe niet door haar regering was afgevaardigd. Niettemin heeft zij van de Staten-Ge- neraal een uitnodiging ontvangen om deze plechtigheid particulier bij te wo nen, maar daaraan heeft zfl wegens ziekte geen gevolg kunnen geven. £EN BOER UIT HET OUDE Grieken land had schulden gemaakt. Nu zon hij op middelen om goedkoop van deze schulden af te komen. Hij scheen ge luk te hebben, want hij hoorde juist iets vertellen over de wijsgeer Soera-' tes. Het heette namelijk, dat deze filo soof in staat was het kromme recht, en het rechte krom te praten. Dus zou hfl ook wel in staat zijn, zo dacht de boer, om te bewijzen dat schulden geen schulden waren. De volgende morgen stapte hfl naar het huis van Socrates. Reeds in de verte zag hij, hoe deze be roemde man met zfln leerlingen bezig was in de tuin te filosoferen. Maar wel in een wat vreemde houding! Want zij stonden zeer diep gebogen, met hun neus vrijwel op de grond! Ach, zo zegt de Griekse schrijver die ons dit vertelt, dat had z'n reden. Want van voren bestudeerden zfl de oergrond der dingen en van achter bestudeerden zfl de sterrenkunde!. Dat was een' 2000 jaar geleden het oordeel over filosofen. Zou dat oor deel als geheel nu veel beter zijn? Zou men nu beter weten wat filosofie is, wat wijsbegeerte wil? Ik weet 't niet. Liever wil ik in een kleine serie ar tikelen een paar wijsgerige vragen op populaire wijze bespreken. Misschien dat er dan menigeen is die zegt; Die vragen zfln ook mijn vragen! Wanneer dat filosofische vragen zijn, dan ben ik ook een.filosoof! DE WIJSBEGEERTE IS met eenvou dige, haast kinderlijke vragen en ant woorden begonnen. Van een van de oudste Europese denkers, die ongeveer 600 jaar vóór Christus leefde, hebben WÖ deze uitspraak over: „Alle dingen zfln uit het water ontstaan." Van de filosoof Thales, die deze uit spraak deed, weten wfl niet al te veel. Hij leefde in een van de havensteden van Klein-Azië. Hij bereisde Egypte, waar hij de hoogte der pyramiden leerde berekenen uit de lengte van hun schaduw. Hfl voorspelde de zons verduistering van 585 vóór Christus. Hij bemoeide zich verder met de poli tiek. Blijkbaar was deze Thales een man van zeker gewicht. Maar hoe kan hfl dan zeggen dat alle dingen uit het water ontstaan zijn? Achter deze kinderlijke uitspraak schuilt een diepzinnige vraag: Waar uit zfln alle dingen ontstaan? Waaruit is alles gegroeid? Wat geeft alles z'n leven? Toen merkte Thales op, dat het graan niet groeit zonder regen; dat een mens sterft, wanneer hfl z'n dorst niet regelmatig kan lessen. Hfl was in Egypte geweest, en had er gezien hoe de vruchtbaarheid van dat land afhan kelijk was van de jaarlijkse overstro ming van de rivier de NflL Hij kende de zee en het heir van leven dat in de zee schuilt. Overal waar leven was, had Thales het water, het vocht gezien. Toen trok hij z'n vergaande, alles om vattende gevolgtrekking: Alle dingen zijn uit het water ontstaan! DEZE THALES GELDT als de eerste filosoof. Omdat hfl een juist antwoord gegeven heeft op een gestelde vraag? Omdat hij een scherpzinnige conclu sie heeft getrokken uit een groot aan tal waarnemingen? Neen, niet daarom! Maar wel, omdat deze Thales zich ver wonderd heeft. Hij heeft verbaasd ge staan over de veelheid van het leven. Hij heeft zich afgevraagd waar dat le ven zijn oorsprong zou vinden. Hfl heeft gevraagd naar de diepste grond van het zijn, naar de meest innerlijke kern der dingen. Daarom heet Thales een filosoof. Want een filosoof is iemand die naar wijsheid zoekt. Let wel: die naar wijsheid zoekt, niet iemand die de wijsheid heeft. Zo is alle filosofie ontstaan uit de verwondering. Uit een vragen; uit een daarop antwoorden; en uit een daarop volgend dieper vragen. Want eigenlflk zijn de vragen in de filosofie belang rijker dan de antwoorden. Wie mag zich filosoof noemen? Ieder is een filosoof, een wijsgeer, een zoe ker naar wijsheid, die zich verwon dert. Die erkent alles nog lang niet te weten; die vraagt en nadenkt. Alle verwondering is in de grond wflsgeri- ge verwondering. voor elke vróuwen- en meisjeshand, vooral in herfst en winter, is een tube Hamea Gelei (Mijnhtrdt) pr. 73 ct. WONDEREN DER TECHNIEK. In 2 minuten en 21 seconden werd de complete tekst van „Gone with the wind", welke 1047 pagina's beslaat, gisteren per radio-televisie door Wash ington verspreid, omeen nieuw com municatie-systeem te demonstreren. Dit systeem, dat de naam ultra fax draagt, is een combinatie van televisie, radioverbinding en snel fotographie. tyOOR NEDERLANDSE BEGRIPPEN klinkt het heel ongewoon, maar ih Enge land kan het gebeuren, dat een toneelspeler in de adelstand verheven wordt. Het overkwam Laurence Olivier, een acteur, die zich grote naam verwierf met zijn Shakespeare-vertolkingen. Nauwelijks achttien jaar oud, kwam hij bij het tonel; nu is hij 41 en hij heeft al een eerbiedwaardige carrière achter de rug. Tussen zijn werk aan het toneel door trad hij al spoedig ook op in films in Duitsland, Engeland, Amerika en later weer in Engeland, waar hij de laatste iaren ook als filmregisseur werkte. En het is geen wonder, dat Olivier, die als acteur zijn grootste kracht vond in het werk van Shakespeare, ook als filmregis seur deze meest klassieke toneelschrijver zijn voorkeur schonk. HIJ MAAKTE IN 1944 een kleuren film van „Henry V", waarmee hij gro te opschudding verwekte. Evenveel be roering bracht zijn nieuwste Shakes- peare-film „Hamlet" teweeg, die thans in de Nederlandse bioscopen circu leert. Laurence Olivier sir Laurence thans heeft zich hiermee de onge nade van veel Shakespeare-bewonde- raars op de hals gehaald en veel nieu we bewonderaars voor Shakespeare gewonnen. En om met het laatste te beginnen: het is ongetwijfeld een gro te verdienste, dat hij de kunst van Shakespeare de grootste onder de toneelschrijvers, wiens „Hamlet, prince of Denmark" als het „treurspel - der treurspelen bij uitstek" beschouwd wordt door de film voor millioenen mensen bereikbaar heeft gemaakt. Maar dit treurspel vergt een speeltijd van vier volle uren en gelijk de mees te toneelregisseurs heeft Olivier het blauwe potlood veelvuldig moeten hanteren, want internationaal is men overeengekomen, dat een oraaitijd van twee en een half uur voor een film wel het uiterste is, waartoe men gaan kan, wil men de aandacht van het bioscoop publiek gespannen houden. Zo heeft Olivier Shakespeare's tekst sterk moe ten bekorten, alle zinnen, die niet van werkelijk belang zfln voor de ontwik keling in dit drama, moeten schrap pen en daarbfl zelfs hele scène's, die maar amper gemist kunnen worden, moeten laten uitvallen. En dat kwam hem op heel wat vernietigende critiek te staan. Maar de film, die Olivier zo maak te, is als Hamlet-film zeker aanvaard baar. Bij de verfilming van een to neelwerk doet zich een eigenaardig probleem voor, dat tot een compromis dwingt. Bij het toneel namelijk is de tekst de hoofdzaak en de handeling zeer beperkt; een film daarentegen vraagt in de eerste plaats handeling, beweging, en de tekst doet aan de film eerder schade dan goed, omdat ze de beweging remt. En Shakespeare's „Hamlet", waar alle spanningen van het drama juist in de lange, maar krachtige, monologen en dialogen ligt opgesloten, laat zich zo nooit verfilmen tot een meesterwerk, omdat hier het compromis tussen woord en beeld nooit bevredigend kan zijn en óf schade doet aan het woord óf aan het beeld. Olivier heeft ervan gemaakt, wat hij ervan kon maken en dat is zeer zeker niet gering. Hij liet de tekst zoveel mogelijk in haar waarde en zorgde ervoor, dat de zeg ging ervan zoveel mogelflk leven LAURENCE OLIVIER (Hamlet) en JEAN SIMMONS (Ophelia) kreeg, vloeiend en met alle beweeg lijkheid, die er maar te bereiken was. Onderwijl richtte zijn camera zich niet enkel op de personen, die de tekst spraken, maar Olivier gaf haar ook beweging, liet haar dwalen langs de wenteltrappen, door de vertrekken en over de daken van het machtige slot Elseneur, waar Hamlet's tragedie zich afspeelt. Zo kreeg ook het filmbeeld leven en waar een te lange tekst nog moeilijkheden bracht, paste Olivier de vondst van de „innerlijke stem" toe: de tekst wordt wel gezegd, maar als gedachte uitgebeeld, doordat op het filmdoek de persoon, in wie deze woorden tot leven komen, zfln lippen gesloten houdt. Met dit compromis tus sen woord en beeld loste Olivier voor een deel de bezwaren op. Al is het resultaat zeker aanvaard baar, bevredigend is het toch niet ge heel. De tekst blijft de film overheer sen. Onder de gegeven omstandig heden kon het moeilijk anders: had Olivier hier in de eerste plaats een volkomen evenwichtige film willen maken, dan zou hij de tekst waar het Shakespeare toch in de allereerste plaats om te doen was volkomen ondergeschikt hebben moeten maken aan de handeling en de beweging, ver kregen door camera en montage. En dat immers zou moord op Shakespeare geweest zijn OLIVIER MAAKTE ER dus van, wat hfl kon. En dat houdt allereerst in, dat het spel in deze film voortreffelijk werd. OlivieT speelde zelf de titelrol, aangrijpend in alle eenvoud, meester lijk beheerst en tot het uiterste door leefd. De andere acteurs en actrices (Eileen Herlie in de rol van koningin Gertrude, Basil Sydney als koning Claudius, Jean Simmons als Hamlets geliefde Ophelia en Norman Wooland als zijn vriend Horatius)werden hoe raak getypeerd en gevoelig hun spel ook was door Olivier's creatie nog overspeeld. Het camerawerk van Desmond Dickinson kreeg, vooral ook door een geraffineerde belichting, een uiterst suggestieve kracht, die de nood lotsdreiging, waarvan Shakespeare's werk doortrokken is, met grote gevoe ligheid weet op te roepen. Ditzelfde geldt voor de muziek van William Wal ton, die er krachtig toe bijdroeg, dat deze Hamlet-verfilming hoezeer zfl ook als film tekort mag schieten een aangrijpend werkstuk werd, dat bfl alle critiek toch ook alle aandacht ze ker verdient CLOSE-UP. BL'JFT maar rumoerig op ons planeetje de veiligheidsraad praatte over berl'jm IM BELGIE ONTBRANDDE DE STRUDOMOÉ KO NINGSKWESTIE IN DIEPE. EERBIED GE DENKEN WJ DE SLACHT OFFERS VAN DE VLIEG RAMP IN SCUOTLAND ,39 MENSENLEVENS GINGEN VERLOREN TOEN DE „NU- MEGE N 1BPANDEND HET TSJECHOSLOWAAKS GEZANTSCHAP TE CAIRO. Alle ambtenaren van het Tsjechoslo- waakse gezantschap te Cairo hebben uit protest tegen de houding van de gezant Frantisek Krucky, die gewei gerd heeft zich te schikken naar de instructies van Praag en het gezant schap over te dragen aan dr. Kalva- na, bflzonder gezant van de Tsjecho- slowaakse regering, hun ambt neerge legd. De Egyptische regering onder zoekt de hierdoor ontstane toestand, doch erkent Krucky nog steeds als ge zant 4

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1948 | | pagina 5