Frankrijk
naar de afgrond
Profeten der atoomkracht
16
D
Bezoek aan de Coöp. Fries-Groningse
beetwortelsuikerfabriek
55'
70
70
70
Tttiïe!
Van bief iot kristalsuiker (2)
bieten
Per
dag uit 4,5 millioen kg.
600.000 kg. suiker!
Een eeuw geleden sprak men reeds over groie
krachten en stralingen
Terreur en armoede maken het leven
van duizenden ondragelijk
Polit'ci
en economen
worstelen met schier
onop'osbare problemen
DINSDAG IS NOVEMBER 194S
Ï46
S3
185
5io
190
EXT ER
reis niet kun.
ur. „Ze zijn tot
eens af tot die
Tussen twee
?ezegd, dat die
loorlijk bij de
ce". „Ik zal de
ren waaarschu-
let vertrek. Ze
ïrwerkenals
in de „Atlantis
u het toppunt
iet kwaad ma-
Maar ze ge-
k zal krijgen...
„ZESHONDERDDUIZEND KILO SUIKER produceren wij per dag", vertelde
<ins de heer H. L. YV. Koning, directeur van één der grootste beetwortel-
sitikerfabricken van Europa: de Coöp. Fries-Groningse, toen wij tegenover hem
in de ruime directiekamer waren gezeten, met zekere gerechtvaardigde trots.
Ket is ook geen kleinigheid en als u dan verder weet, dat deze fabriek per
jaar zes k zeven weken draait, kunt ge ook de totaalproductie bepalen, die
inderdaad zó enorm is, dat deze urbeidspericde het bedrijf, dat de rest van
het jaar stil staat, toch rendabel maakt.
Duizend man werkt er continu in drie pioegen. Het zijn z.g. seizoenarbeiders
en mensen van het platteland, die op deze wijze een „appeltje voor de dorst"
verdienen.
„Is de productie meer of minder dan voor 1940?" vragen wij. „Noch het een
nog het ander. Deze is ongeveer gelijk, maar zal in de toekomst zeker stijgen".
NOEMEN HET woord Benelux.
De heer Koning wilde hier liever
niet diep op ingaan, doch zeide dat
mogelijk te verwachten prijsstijging
van de biet, hier zekere invloed zal
hebben. Over prijzen gesproken, ver
wacht U, nu de suiker 17 ct. per kg.
duurder zal zijn, daling van het ge
bruik?" „In het begin vermoed ik, dat
juist door het vrijgeven van de suiker
het gebruik zal toenemen, maar de
hogere prijs zal daarna wel enige druk
uitoefenen op het consumentenge-
bruik" „Zal de opheffing der rantsoe
nering nu met de feestdagen in zicht
niet leiden tot een zekere schaarste
van het artikel meneer Koning?"
„Neen, dat geloof ik niet. Er is ge
noeg. Men zal zich geen zorgen be
hoeven te maken!"
Tenslotte informeerden wij naar de
verhouding van de in ons land ver
bruikte biet- tot rietsuiker. „Dit jaar
is nog 70.000 kg. rietsuiker ingevoerd.
Dat is dus een geringe hoeveelheid.
Wij verwachten het volgend jaar aan
de totale behoefte met het product van
eigen bodem te kunnen voorzien."
Een klop op de deur beëindigde ons
gesprek. Daar stond de man van het
laboratorium, die ons zou begeleiden
op onze rondgang door het grote be
drijf. We drukten de heer Koning
de hand en begonnen onze tocht, die
drie uur in beslag zou nemen en
waarvan wij U, zij het helaas in be
knopte vorm, enkele indrukken zullen
trachten te geven.
Het begin.
Wij begaven ons naar buiten om het
proces „Van biet tot kristalsuiker" zo
van den beginne te kunnen volgen. Er
heerst op het terrein een grote bedrij
vigheid. Voortdurend rijden vracht
auto's aan, volgeladen met bieten. Het
lossen gaat uiterst snel en biedt een
attractief schouwspel. De geladen
auto's rijder! voor het lossen onder
een speciale, dit jaar opnieuw ver
beterde ijzerconstructie, waarop twee
waterkanons zijn gemonteerd. Binnen
drie minuten wordt een twaalf tons
vagen door de krachtige stralen leeg-
gespoten. De bieten komen terecht in
oen brede sleuf, de z.g. zwemgor. Deze
loopt enigszins hellend in de richting
van de fabriek. Ook de spoorwagons
worden op dergelijke wijze gelost.
Daarnaast hebben we dan de aanvoer
te water. Vier grote rijdende kranen,
cue per grijper 1250 kg. bieten kunnen
bevatten, lossen de schepen, die van
verder afgelegen velden in Groningen,
friesland, Drente, de Wieringermeer
en de kop van Noord-Holland de bie
ten transporteren.
Geweldige bergen liggen opgeslagen,
zó hoog, dat ze bijna boven de fabriek
u:tsteken. Deze massa's worden met
behulp van waterkanons door de z.g.
scheepsgorren naar de fabriek ge
spoeld. Men heeft al begrepen, dat
vater een uiterst belangrijk onder
deel van het bedrijf vormt. Alle gor-
ren monden uit in de hoofdzwemgoot
die het met bieten gevulde water met
een snelheid van twee meter per
seconde de fabriek doet bereiken, waar
een geweldig scheprad met een mid
dellijn van 8 meter de stroom opvangt.
Door een klein deurtje komen we in
de fabriek, die ter onderscheiding van
het „suikerhuis" de naam voorfabriek
draagt.
In de voorfabriek.
JjjET RAD VIST de bieten uit het wa
ter, dat wegloopt naar de Bezmk-
bakken om later opnieuw voor het
boven omschreven transport te wor
den gebruikt. De beurt is nu aan de
v.'asmolens. Deze werken volgens het
zelfde principe als electrische wasma
chines met z.g. roerarmen. Keurig
schoon komen de biefèn daarna te
recht op een z.g. Jacobsladder, die ze
via trechters in de snij molens brengt
In de roterende bodem van deze cy-
lmdrische molens zijn speciale messen
gemonteerd. De lopende band neemt
daarna weer het werk over en ver-
Napo!eon en de suikerbiet
Het klinkt wellicht een beetje
vreemd de machtige imperator
in één adem ie horen noemen
met die onaanzienlijke in een
modderig jasje gestoken suiker
biet. En toch: de keizer heeft
door zijn z.g. continentaalstel-
sel tot de ontwikkeling van de
beetwortelsuikerindustrie een
grote bijdrage geleverd.
Voordien werd de suiker eeuwen
lang gewonnen uit het tropische
riet. Tot het de Berlijnse schei
kundige Marggraf in het mid
den der achttiende eeuw gelukte
voor de eerste maal suikerkristal
len uit de biet te produceren.
Met steun van de Pruisische
regering kwam kort daarna de
eerste beetwortelsuikerfabriek tot
stand. De bieten leverden echter
slechts 5 suiker. Weinig dus en
duurder dan rietsuiker. Napo
leon's maatregel, die het Euro
pese continent blokkeerde voor
de tropische suiker, deed toch
weer naar de suikerbiet grijpen.
Later beleefde de rietsuiker nog
een hoogconjunctuur, doch per
fecte fabrieksinstallaties en vol
hardend onderzoek hadden tot
gevolg, dat de hoeveelheid sui
ker, die men uit de biet won ten
slotte meer dan 300 stêeg. De
biet won het van het riet.
Thans zal de import van het bui
tenlandse product spoedig prac-
tisch tot nihil zijn gedaald.
Eindelijk suiker!
WIJ HEBBEN DE voorfabriek ver
laten en bevinden ons thans in dat
deel van het bedrijf, dat suikerhuis
heet. En werkelijk even later zien we
de nog kleine glasheldere kristalletjes
in een doorzichtige stroop op een
monsterglaasje voor ons. Een arbei
der tapte het uit een der grote ketels
van het kookstation, waarin de kris
tallen langzamerhand groeien tot de
vereiste grootte. Eindelijk bereikt de
massa de centrifuges en daar krijgen
we voor het eerst de suiker in zijn
mooie witte kleur en in grote hoe
veelheden te zien. Met razende snel
heid (1000 toeren per minuut) slinge
ren de centrifuges de stroop weg. De
het nijvere Groningen; de weg waar-
suikerkristallen blijven achter en ko
men in roterende trommels, waar een
vernuftige inrichting de korrels ter
afkoeling als een regen door een kou
de luchtstroom doet vallen.
Schudders (om ongewenste klonten
te verwijderen en evenzeer transport
band) brengen de suiker naar de'bun
kers. Er zijn er drie, elk met een
inhoud van 45.000 kg. Van de hoge
suikerzolder dalen we langs allerlei
trappen, die kleverig zijn van het sui-
kerstof naar het in vergelijking met
de fabriek heerlijk koele entrepót,
waar met een automatische weeg- en
pakinstallatie per dag 12.600 balen
suiker van 50 kg. elk worden gevuld
en opgeslagen.
Ergens in een aparte afdeling ont
waarden we nog een stroom vies rood
bruin sap. Dat is melasse, een der be
langrijkste bijproducten van deze in
dustrie, die buiten in tanks wordt op
geslagen en dient als grondstof voor
alcohol, brandspiritus, aether en vee
voeder. Enkele ogenblikken later
staan we in de open lucht en komen
j even „op adem", 't Zal zeker nog wel
I enige tijd duren voordat al de impres-
sies van deze morgen verwerkt zijn.
Drie uur tevoren hadden wij nooit
gedacht, dat de suikerfabriek zulk een
groot aantal producten levert en een
dergelijk grote installatie is.
Onder dei ndruk van deze voor ons
land zo uiterst belangrijke industrie
slaan wij weer de weg in terug naar
langs steeds nieuwe vrachten bieten
worden aangevoerd en eigen mensen
van de fabriek het verkeer regelen.
De schoorstenen zullen nog weken
lang kunnen roken!
voert de nu in kleine reepjes gesneden
bieten (snijdsel) naar de diffusieketels,
die in vijf batterijen, elk gevormd
door tien ketels met ieder weer een
inhoud van 5.5 ton, staan opgesteld.
In deze ketels heeft het eerste be
langrijke proces plaats, n.l. de uit-
logening. Het verse water komt eerst
op de meest uitgeloogde snijdsels,
neemt daaruit nog een weinig suiker
op en gaat naar de volgende ketel.
Deze bevat iets minder uitgeloogde
snijdsels, waaruit opnieuw een weinig
suiker wordt opgenomen, etc. Deze
bewerking levert het z.g. ruwsap. Wat
overblijft, het z.g. pulp wordt per
transportband naar buiten gebracht,
waar de boejen met hun hoogwandige
karren klaar staan om het te laden.
Het is een welkom veevoer, evenals de
gedroogde pulp, die langer houd
baar is.
Het ruwsap bevat naast de suiker
ook vele andere stoffen, waarvan het
gezuiverd dient te worden, omdat aan
wezigheid daarvan het uitkristalliseren
van de suiker zou bemoeilijken. D;t
geschiedt door middel van een raffi-
nageproces, waarbij gebruik gemaakt
wordt van gebluste kalk en koolzuur
gas. Deze stoffen worden beide in de
fabriek zelf door ontleding bij eed
temperatuur van 1200 graden C. in de
drie kalkovens gewonnen. Grote in
stallaties zorgen voor de verdere zui
vering en kleurverbetering van het
sap. Een beschrijving hiervan zou ons
te ver voeren. Laten wij volstaan met
op te merken, dat tijdens deze bewer
king de z.g. schuimaarde wordt ge
wonnen: een kunstmeststof, die vooral
voor kalkarme en zure gronden waar
devol is.
Het ruivsap is dan veranderd in dun*
sap, dat ongeveer 15% suiker bevat
en nu verder moet worden ingedampt
tot het z.g. diksap. Onze begeleider
brengt ons naar de vier grote va-
cuumketels, waar deze fase zich vol
trekt. Drie vierde van het water gaat
hier in damp over. Per dag wordt zo
bij een verwerking van 4.5 millioen
kg. bieten 4.400.000 liter water ver
dampt.
MET DE WENSEN DER MENSHEID is het wonderlijk gesteld. De twintigste
eeuw is het tijdperk van hun vervulling. Maar deze vervulling der dikwijls
duizenden jaren oude wensen heeft zich wel in ieder afzonderlijk geval langs
geheel andere wegen voltrokken, dan men zich voorstelde. Wie had er honderd
jaar geleden ooit gedacht, dat de „vliegende mens" zich eerst zou kunnen ver
werkelijken. nadat men een door ontploffingen gedreven machine had uitgevon
den en dat deze eerst kon werken, toen men een tot dusver onbekende, licht-
ontbrandbare vloeistof had ontdekt, die uit het binnenste der aarde afkomstig
was?
De zelf-bewegende wagen heet heden auto, de onsterfelijke stem heet g r a -
mofoon; en de toverlantaren werd tot bioscoop.
Evenzo staat het met waarschijnlijk de grootste ontdekking der techniek: de
splitsing der atomen.
De wens, minderwaardig metaal te veranderen in hoogwaardig, met name in
goud, leidde uiteindelijk tot de ontdekking der atoomenergie van 1946. Eeuwen
lang hadden zwendelaars en bedriegers, dwazen en fantasten, zich hiermede
bezig gehouden, honderd jaar geleden was het zo ver, dat men meende, in het
tijdperk der exacte wetenschap deze droom definitief te moeten opgeven. Men
was nu wel overtuigd, de kunst van het goudmaken nimmer te zullen ontdekken;
er bestaat zo meende men geen „Steen der Wijzen", geen „Groot-elixer", of,
wetenschappelijk uitgedrukt: geen transmutatie der atomen.
^LLEEN DE DWAZEN en de profe
ten der wetenschap hadden de hoop
nog niet opgegeven. Tot hen behoorde
ook de timmerman JOHN WORELL
KEELY, die in 1837 in Amerika werd
geboren en die uitvinder werd van de
geheimzinnige „trillingsmachine". In
de jaren 1870 tot 1890 werden de we
tenschapsmensen in Amerika en in
Europa steeds weer opgeschrikt door
verslagen over deze raadselachtige ma
chine, die, zoals vagelijk werd om
schreven. berustte op „intermolecu-
laire trillingen in de aether".
Niet slechts in kringen van technici
en academici, maar eigenlijk veel meer
in de vergaderingen van mystici werd
over Keely en zijn geweldige uitvin
ding gesproken. Zijn grootste propa
gandiste was de Russische theosofe Ma
dame Blavatsky, die overal vergaderin
gen bijeenriep, en daar verhaalde van
de wonderlijke uitvinding van John
Worell Keely en de geheimzinnige
stralingen, die van zijn machine uit
gingen.
Zij vertelde geestdriftig aan de
ademloos luisterende toehoorders, dat
de stralingsmachine van Keely een
nieuwe tijd inluidde. „De oorlog zal
van deze wereld verdwijnen", riep ze
uit onder daverende bijvalsbetuigingen
Een duidelijk beeld van de nieuwe losinstallaties voor met bieten geladen
reagens en auto's. De mannen op de ijzerconstructie, waaronder de auto's
gereden worden, bedienen twee waterkanons, die de bieten in enkele minu
ten wegspoelen en tegelijkertijd de auto's reinigen
Foto's K. M. Smit, Groningen.)
harer* aanhangers, „want als Keely zijn
machine voltooid heeft, dan kan hij
daarmee in een seconde een geheel le
ger tot atomen vernietigen!"
Wie denkt er hij deze woorden niet
aan de atoombommen van heden, waar
van we weten, dat ze een dergelijke
kracht hebben, maar waarvan wij ten
slotte toch hopen, dat ze de oorlog on
mogelijk maken.
Keely stierf in 1898. zonder zijn ge
heim (was het wel een geheim?) te
hebben prijsgegeven.
Lytton, de fantast.
De Engelse schrijver BUWLER LYT
TON behoorde niet alleen tot de groot
ste snobs en dandies van zijn tijd, hij
werd ook vaak voor fantast uitgekre
ten. Doch wat moet men zeggen, wan
neer men heden zijn vergeten boek
Het komende Ras", een toekomst
droom, opslaat en daarin leest van een
volk, waaraan het gelukt is, wonder
lijke stralen, de „Vril-kracht" te ont
dekken?
Daarin heet het: „Ja, de oorlog
hield op tussen ontdekkers der Vril-
kracht. Een staf, geladen met deze
kracht en gericht door een* tienjarige
jongen, kon de sterkste vesting in
een seconde tijds vernietigen. Over
macht in aantal en in militaire ge
oefendheid hadden alle waarde ver
loren. Wanneer twee legers, die met
Vril-kracht uitgerust waren, elkaar
zouden ontmoeten, dan had dit de
volledige ondergang van beide legers
ten gevolge. De oorlog was ad absur
dum gevoerd, en daarom bestond er
tussen de volkeren geen geweld meer.
Het geweld had zichzelf gedood!"
Tegenwoordig kent men van Buwler
Lytton nog slechts enkele van zijn ro
mans, waaronder: „De laatste dagen
van Pompei". Het boek: ..Het komende
Ras", waarin de Vril-stralen voorspeld
worden, leest niemand meer. Het staat
nog, stoffig en wel, in enkele biblio
theken. Men moest het eens te voor
schijn halen en lezen.
Eén der eerste geleerden, die de
atoomsplitsing toch voor mogelijk hield
was de Engelse natuurkundige SIR
WILLIAM CROOKES. Doch hij ver
legde de verandering der atomen
naar andere ver Verwijderde werelden,
naar de hoogovens der zonnen, en de
vaste sterren.
Swedenborg, de mysticus.
ANDERHALVE EEUW vóór Crookes
leefde in Stockholm EMANUEL
SWEDENBORG. Als men tegenwoordig
die naam hoort, dan herinnert men
Een beeld van het geweldige bedrijf van de Coöperatieve Fries-Groningse
'oeetwortelsuikerjabriek aan het Hoendiep bij de stad Groningen, waarvan
onze reportage bericht. De coöperatie telt 5000 leden, waaronder talrijke
Noordhollandse landbouwers.
(Van onze correspondent te Parijs).
„pERST KONDEN ZE en toen wil
den ze niet, nu willen zc en kunnen
ze niet. Geloof mij. meneer, de Franse
problemen zijn niet zo eenvoudig. Kijk,
daar heb je nu dat geval met Tillieua.
Hij heeft 'n moeilijke tijd gehad. Een
van zijn dochtertjes, de twintigjarige
Madoux moest naar buiten, omdat ze t.b.
had. Zijn oudste zoon is in 't verzet ge
vallen en zelf heeft hij er al bijna
veertig jaar ondergronds werk op zit-'
ten. Een van zijn meisjes werkt hier
in de buurt en brengt per week 2000
frs. binnen, doch de armoede is deson
danks groot. De man was al ten einde
raad, doch hij bleef fel anti-commu
nist.
Deze staking diende zich evenwel
niet aan als een rode manifestatie.
Daarom deed hij mee. Hij werd zelfs
een der agitatoren. Hij heeft invloed
onder de jongeren en deze invloed
werd door de roden uitgebuit. Na vijl
weken kon Tillieua niet meer. Men
kon zich niet eens het brood meer
verschaffen, laat staan iets anders. Dus
wilde hij beginnen Mis! Dezelfde dag
dat hij de mijn weer betrad, was zijn
dochtertje om elf uur 's avonds nog
niet thuis. De stakers hielden haar
vast. De tweede dag werden de ruiten
van Tillieua's woning vernield en
's nachts lag zijn hond dood aan de
ketting. Vergiftigd Een bedrag van
2500 frs. uit een der vele stakingskas
sen, dat hem al twee weken geleden
beloofd werd, werd ingehouden. In
plaats daarvan zou hem 5000 frs. wor
den uitbetaald als hij het werk weer
neerlegde. Tillieua werkte door tot de
vierde dag. Toen trof hem een steen,
juist achter zijn linkeroor en met een
lichte hersenschudding moest hij in
het ziekenhuis worden opgenomen. De
nmoede in zijn gezin is groter dan
ooit.
De niet-werkwiliigen molesteren
zijn vrouw en kinderen en bewerken
leveranciers om vooral niets op cre-
diet te leveren. De werkwilligen dur
ven zich niet met hem in te laten,
omdat ze enerzijds vrezen zich daar
door de haat van de raddraaiers op
het lijf te halen, anderzijds omdat ze
menen hun naam als werkwillige te
bederven door contact te hebben met
de vroegere agitator. Zo staat Tillieua
geïsoleerd. En zo zijn er millioenen
Tillieua's in Frankrijk, hier, in St.
Etienne, in Villiers, in St. Quentin, in
Metz, in Amiens, in Ailles en overal".
JJE TOGA VAN de pastoor, die ik ze
ventig jaar geef, en die ernstige
woorden tot me spreekt, is tot de
draad versleten. Zjjn pastorie bestaat
uit drie kamertjes, waarin men op alle
dingen het bestaan van de minimum-
lijder kan aflezen. Het realistische ta
bleau van de pastoor is Frankrijk van
vandaag.
De vacantie-reiziger kent Frankrijk
slechts van Parijs en hij kent Parijs
niet verder dan de Champs Eiysées.
Montparnasse, Pigalle, Place de l'Opera,
waar de touristen een handvol schijn
welvaart brengen en waar de licht
reclames de contouren van de Are de
Triomph, de Madeleine, de Eifeitoren.
de Sacré Coeur uit het avondlijk duis
ter te voorschijn halen om te getuigen
van het grote verleden en waar de
goed geklede, mondaine Frangaise met
dribbelpasjes charmant poogt te lij
ken. Maar dat is Frankrijk niet. Dat
is zelfs Parijs niet.
£EN LOKAALTREINTJE brengt
me naar St. Etienne. Het ding
kreunt en steunt gelijk het boemeltje
van Purmerend. Het zucht zwaar voor
iedere meter. Net als Frankrijk. Alleen
als het een helling af gaat neemt de
snelheid gestaag toe. Ook net als
Frankrjjk. I>« woorden van de oude,
vergrjjsde pastoor laten me niet los.
Maar waar zit dan toch dat Franse
probleem? De bodem is rijk, zeer rijk.
Men heeft grond in overvloed. Napo
leons erfenis kon ook thans nog een
der rijkste en welvarendste landen van
Europa zijn, alsja, als.
Iedere tourist kan u in vijf minuten
vertellen hoe m;n hier zou moeten
handelen om welvaart te brengen,
doch de Franse economen en sociolo
gen peinzen zich de oren van het
hoofd om een oplossing enbij
iedere oplossing stoot men ergens zijn
neus. Maar langzaamaan is men het
wel eens geworden over de theorie,
dat het niet alleen economische oor
zaken zijn, waardooi Frankrijk ten
onder gaat (als er niet spoedig ver
andering komt), doch evenzeer, wel
licht nog meer, morele, psychologische
en sociologische oorzaken. Juist recht
tegenover me in de coupé zit weer
zo'n typisch Frans echtpaar .die tesa
n en al zeventig winters tellen en In
het Nederlandse klimaat al vier kin
deren behoorden te hebben. Nu be
staat hun hele rijkdom uit een
Pekingeesje. Het lot van Frankrijk
rust op de schouders van deze gene
ratie. Als zij haar tijd niet begrijpt,
zullen binnen enkele tientallen jaren
de leuke rose, franse paspoorten plus
de tricolore historie zijn geworden.
J^IJK, DAAR hebben we weer zo'n
glooiing. Juist daar in het dal ligt
de boerderij van een Nederlandse boer.
Jan de Bondt heet hij. Vroeger woon
de hij ergens in West-Brabant en vie
len de muizen dood in de. keuken. Nu
kan de Bondt „ze tellen". Ik was bij
hem in de zomer van dit jaar op zijn
grote boerderij. Wat zei hij ook weer?
De Franse boer is te rijk. Daarom is
hij machtig. De regering kan duizend
en een maatregelen nemen voor de
baisse, zolang de Franse boer hals
starrig blijft zijn producten af te leve
ren tegen lagere prijs, blijft het suk
kelen. En als je rijk bent, kunt ge u
de weelde van halsstarrigheid veroor
loven".
Kijk en daar heb ge een Franse
boerderij, slordig en onverzorgd. Nu
behoef ik u niets meer te vertellen.
Het verschil is duidelijk. Ik ben geen
MADAME BLAVATSKY
theosofe en propagandiste..,.
zich hoogstens, dat hij een dweper, of
zelfs een soort heksenmeester geweest
is. Weinigen zullen weten, dat Sweden-
borg naast zijn mystieke en visionnai-
re boeken ook zuiver wetenschappelijke
geschriften publiceerde, waaronder de
„Principa rerum naturalia". Daarin ont
wikkelt hij een bijna modern aandoen
de atoom-theorie. Hij schreef o.a.:
„De natuur is zichzelf zo gelijk, dat
ze in haar grootste principe niet anders
opgebouwd kan zijn dan in haar
kleinste. Zoals ze het heelal in zijn
totaliteit om één middelpunt laat
wentelen, zo doet ze hetzelfde in het
kleinste volume. De kleinste delen be
vatten dan ook substanties, die een
dergelijke werkingskracht en een der
gelijke kringbeweging vertonen als de
tachtigste zon!"
Zonder het te weten bewandelen dus
de moderne ontdekkers van het radium
en daarmee van de atoomkracht de
voetsporen van Swedenborg. Het
atoom, tot dusverre de ondeelbare oor
sprong van alle materie, is nu de nieu
we wereld van het microkosmos, de
wereld der electronen en der neutro
nen, waarvan er vele millioenen in 'n
atoom gaan.
Duval, de onderzoeker.
„Mijn machine zal 100.000 mensen
doden. Ze zal olifanten wegvagen, als
of het ratten zijn", aldus riep de Fran
se „krachtonderzoeker" (zoals hij zich
zelf noemde) DUVAL D'EPRéMESNIL
uit, toen hij in de zaal der Société de
l'Harmonie in 1854 zijn machine aan
genodigden demonstreerde. Toen ont
stond er een verschrikkelijke opwin
ding onder de vergaderden, en nooit is
vastgesteld of het angst was, hynose, of
de uitwerking der machine.
„De mensheid", aldus zette d'Epré-
mesnil zijn betoog voort, „heeft een
nieuwe kracht van node om te gene
zen en om tot inzicht te komen. Een
kracht, die hen in een seconde kan ver
nietigen, maar tevens een kracht, die
hen oppermacht over de natuur geeft.
Verderf en ondergang maar ook eeuwig
geluk en welvaart liggen in deze ko
mende kracht besloten, waarvan mijn
machine een eerste begin is".
Waren het dwazen, die de atoom
kracht voorspelden, of waren het pro
feten?
EDWARD BULWER
.schrijver en fantast....
Visserij-besommingen
"De aanvoer aan de Rijksvisafslag be
droe gisteren 7653 kisten, als volgt ver
deeld over de verschillende vissoorten:
41*13 kisten haring, 1315 makree^ 75o schol,
il5 tong en tarbot, 10 haai, 100 kabeljauw,
40 koolvis, 23o wijting, 160 schelvis, 200
schar en 20 kisten diverse vissoorten
Besommingen: KW 34 („KW 2) f5848;
4 „Arend" f7710; IJM 183 „Vikingbank"
f 26935; 54 „Limburgia" f9640; 96 „Vios IV"
f 9430; KW 70 f9176; 159 f15225 89 f2940;
125 f 3978; 17 f3180; 108 f 2460; 51 f 2200;
64 f3140; 28 f 3700; 77 f1560; 53 f 1335; 84
f 2500 91 f3340; 129 f5930; 97 f 4960; 9
f6250; 24 f 2720 59 f2118; 162 f3226; 169
f2725; IJM 272 f2490; 53 f1410; 276 f 1644;
712 f300; 204 f3219; HD 18 f1958
radicaal-socialist en ik heb Reynaud
slechts meegemaakt op twee perscon
ferenties, waarvan ik me herinner, dat
hij even veel kan drinken als Bidault.
En dat wil wat zeggen. Zelfs in Frank
rijk! Maar in één ding geef ik hem
gelijk: het Franse probleem is in eer
ste instantie een agrarisch probleem.
c