Frankrijk naar de afgrond Profeten der atoomkracht 16 D Bezoek aan de Coöp. Fries-Groningse beetwortelsuikerfabriek 55' 70 70 70 Tttiïe! Van bief iot kristalsuiker (2) bieten Per dag uit 4,5 millioen kg. 600.000 kg. suiker! Een eeuw geleden sprak men reeds over groie krachten en stralingen Terreur en armoede maken het leven van duizenden ondragelijk Polit'ci en economen worstelen met schier onop'osbare problemen DINSDAG IS NOVEMBER 194S Ï46 S3 185 5io 190 EXT ER reis niet kun. ur. „Ze zijn tot eens af tot die Tussen twee ?ezegd, dat die loorlijk bij de ce". „Ik zal de ren waaarschu- let vertrek. Ze ïrwerkenals in de „Atlantis u het toppunt iet kwaad ma- Maar ze ge- k zal krijgen... „ZESHONDERDDUIZEND KILO SUIKER produceren wij per dag", vertelde <ins de heer H. L. YV. Koning, directeur van één der grootste beetwortel- sitikerfabricken van Europa: de Coöp. Fries-Groningse, toen wij tegenover hem in de ruime directiekamer waren gezeten, met zekere gerechtvaardigde trots. Ket is ook geen kleinigheid en als u dan verder weet, dat deze fabriek per jaar zes k zeven weken draait, kunt ge ook de totaalproductie bepalen, die inderdaad zó enorm is, dat deze urbeidspericde het bedrijf, dat de rest van het jaar stil staat, toch rendabel maakt. Duizend man werkt er continu in drie pioegen. Het zijn z.g. seizoenarbeiders en mensen van het platteland, die op deze wijze een „appeltje voor de dorst" verdienen. „Is de productie meer of minder dan voor 1940?" vragen wij. „Noch het een nog het ander. Deze is ongeveer gelijk, maar zal in de toekomst zeker stijgen". NOEMEN HET woord Benelux. De heer Koning wilde hier liever niet diep op ingaan, doch zeide dat mogelijk te verwachten prijsstijging van de biet, hier zekere invloed zal hebben. Over prijzen gesproken, ver wacht U, nu de suiker 17 ct. per kg. duurder zal zijn, daling van het ge bruik?" „In het begin vermoed ik, dat juist door het vrijgeven van de suiker het gebruik zal toenemen, maar de hogere prijs zal daarna wel enige druk uitoefenen op het consumentenge- bruik" „Zal de opheffing der rantsoe nering nu met de feestdagen in zicht niet leiden tot een zekere schaarste van het artikel meneer Koning?" „Neen, dat geloof ik niet. Er is ge noeg. Men zal zich geen zorgen be hoeven te maken!" Tenslotte informeerden wij naar de verhouding van de in ons land ver bruikte biet- tot rietsuiker. „Dit jaar is nog 70.000 kg. rietsuiker ingevoerd. Dat is dus een geringe hoeveelheid. Wij verwachten het volgend jaar aan de totale behoefte met het product van eigen bodem te kunnen voorzien." Een klop op de deur beëindigde ons gesprek. Daar stond de man van het laboratorium, die ons zou begeleiden op onze rondgang door het grote be drijf. We drukten de heer Koning de hand en begonnen onze tocht, die drie uur in beslag zou nemen en waarvan wij U, zij het helaas in be knopte vorm, enkele indrukken zullen trachten te geven. Het begin. Wij begaven ons naar buiten om het proces „Van biet tot kristalsuiker" zo van den beginne te kunnen volgen. Er heerst op het terrein een grote bedrij vigheid. Voortdurend rijden vracht auto's aan, volgeladen met bieten. Het lossen gaat uiterst snel en biedt een attractief schouwspel. De geladen auto's rijder! voor het lossen onder een speciale, dit jaar opnieuw ver beterde ijzerconstructie, waarop twee waterkanons zijn gemonteerd. Binnen drie minuten wordt een twaalf tons vagen door de krachtige stralen leeg- gespoten. De bieten komen terecht in oen brede sleuf, de z.g. zwemgor. Deze loopt enigszins hellend in de richting van de fabriek. Ook de spoorwagons worden op dergelijke wijze gelost. Daarnaast hebben we dan de aanvoer te water. Vier grote rijdende kranen, cue per grijper 1250 kg. bieten kunnen bevatten, lossen de schepen, die van verder afgelegen velden in Groningen, friesland, Drente, de Wieringermeer en de kop van Noord-Holland de bie ten transporteren. Geweldige bergen liggen opgeslagen, zó hoog, dat ze bijna boven de fabriek u:tsteken. Deze massa's worden met behulp van waterkanons door de z.g. scheepsgorren naar de fabriek ge spoeld. Men heeft al begrepen, dat vater een uiterst belangrijk onder deel van het bedrijf vormt. Alle gor- ren monden uit in de hoofdzwemgoot die het met bieten gevulde water met een snelheid van twee meter per seconde de fabriek doet bereiken, waar een geweldig scheprad met een mid dellijn van 8 meter de stroom opvangt. Door een klein deurtje komen we in de fabriek, die ter onderscheiding van het „suikerhuis" de naam voorfabriek draagt. In de voorfabriek. JjjET RAD VIST de bieten uit het wa ter, dat wegloopt naar de Bezmk- bakken om later opnieuw voor het boven omschreven transport te wor den gebruikt. De beurt is nu aan de v.'asmolens. Deze werken volgens het zelfde principe als electrische wasma chines met z.g. roerarmen. Keurig schoon komen de biefèn daarna te recht op een z.g. Jacobsladder, die ze via trechters in de snij molens brengt In de roterende bodem van deze cy- lmdrische molens zijn speciale messen gemonteerd. De lopende band neemt daarna weer het werk over en ver- Napo!eon en de suikerbiet Het klinkt wellicht een beetje vreemd de machtige imperator in één adem ie horen noemen met die onaanzienlijke in een modderig jasje gestoken suiker biet. En toch: de keizer heeft door zijn z.g. continentaalstel- sel tot de ontwikkeling van de beetwortelsuikerindustrie een grote bijdrage geleverd. Voordien werd de suiker eeuwen lang gewonnen uit het tropische riet. Tot het de Berlijnse schei kundige Marggraf in het mid den der achttiende eeuw gelukte voor de eerste maal suikerkristal len uit de biet te produceren. Met steun van de Pruisische regering kwam kort daarna de eerste beetwortelsuikerfabriek tot stand. De bieten leverden echter slechts 5 suiker. Weinig dus en duurder dan rietsuiker. Napo leon's maatregel, die het Euro pese continent blokkeerde voor de tropische suiker, deed toch weer naar de suikerbiet grijpen. Later beleefde de rietsuiker nog een hoogconjunctuur, doch per fecte fabrieksinstallaties en vol hardend onderzoek hadden tot gevolg, dat de hoeveelheid sui ker, die men uit de biet won ten slotte meer dan 300 stêeg. De biet won het van het riet. Thans zal de import van het bui tenlandse product spoedig prac- tisch tot nihil zijn gedaald. Eindelijk suiker! WIJ HEBBEN DE voorfabriek ver laten en bevinden ons thans in dat deel van het bedrijf, dat suikerhuis heet. En werkelijk even later zien we de nog kleine glasheldere kristalletjes in een doorzichtige stroop op een monsterglaasje voor ons. Een arbei der tapte het uit een der grote ketels van het kookstation, waarin de kris tallen langzamerhand groeien tot de vereiste grootte. Eindelijk bereikt de massa de centrifuges en daar krijgen we voor het eerst de suiker in zijn mooie witte kleur en in grote hoe veelheden te zien. Met razende snel heid (1000 toeren per minuut) slinge ren de centrifuges de stroop weg. De het nijvere Groningen; de weg waar- suikerkristallen blijven achter en ko men in roterende trommels, waar een vernuftige inrichting de korrels ter afkoeling als een regen door een kou de luchtstroom doet vallen. Schudders (om ongewenste klonten te verwijderen en evenzeer transport band) brengen de suiker naar de'bun kers. Er zijn er drie, elk met een inhoud van 45.000 kg. Van de hoge suikerzolder dalen we langs allerlei trappen, die kleverig zijn van het sui- kerstof naar het in vergelijking met de fabriek heerlijk koele entrepót, waar met een automatische weeg- en pakinstallatie per dag 12.600 balen suiker van 50 kg. elk worden gevuld en opgeslagen. Ergens in een aparte afdeling ont waarden we nog een stroom vies rood bruin sap. Dat is melasse, een der be langrijkste bijproducten van deze in dustrie, die buiten in tanks wordt op geslagen en dient als grondstof voor alcohol, brandspiritus, aether en vee voeder. Enkele ogenblikken later staan we in de open lucht en komen j even „op adem", 't Zal zeker nog wel I enige tijd duren voordat al de impres- sies van deze morgen verwerkt zijn. Drie uur tevoren hadden wij nooit gedacht, dat de suikerfabriek zulk een groot aantal producten levert en een dergelijk grote installatie is. Onder dei ndruk van deze voor ons land zo uiterst belangrijke industrie slaan wij weer de weg in terug naar langs steeds nieuwe vrachten bieten worden aangevoerd en eigen mensen van de fabriek het verkeer regelen. De schoorstenen zullen nog weken lang kunnen roken! voert de nu in kleine reepjes gesneden bieten (snijdsel) naar de diffusieketels, die in vijf batterijen, elk gevormd door tien ketels met ieder weer een inhoud van 5.5 ton, staan opgesteld. In deze ketels heeft het eerste be langrijke proces plaats, n.l. de uit- logening. Het verse water komt eerst op de meest uitgeloogde snijdsels, neemt daaruit nog een weinig suiker op en gaat naar de volgende ketel. Deze bevat iets minder uitgeloogde snijdsels, waaruit opnieuw een weinig suiker wordt opgenomen, etc. Deze bewerking levert het z.g. ruwsap. Wat overblijft, het z.g. pulp wordt per transportband naar buiten gebracht, waar de boejen met hun hoogwandige karren klaar staan om het te laden. Het is een welkom veevoer, evenals de gedroogde pulp, die langer houd baar is. Het ruwsap bevat naast de suiker ook vele andere stoffen, waarvan het gezuiverd dient te worden, omdat aan wezigheid daarvan het uitkristalliseren van de suiker zou bemoeilijken. D;t geschiedt door middel van een raffi- nageproces, waarbij gebruik gemaakt wordt van gebluste kalk en koolzuur gas. Deze stoffen worden beide in de fabriek zelf door ontleding bij eed temperatuur van 1200 graden C. in de drie kalkovens gewonnen. Grote in stallaties zorgen voor de verdere zui vering en kleurverbetering van het sap. Een beschrijving hiervan zou ons te ver voeren. Laten wij volstaan met op te merken, dat tijdens deze bewer king de z.g. schuimaarde wordt ge wonnen: een kunstmeststof, die vooral voor kalkarme en zure gronden waar devol is. Het ruivsap is dan veranderd in dun* sap, dat ongeveer 15% suiker bevat en nu verder moet worden ingedampt tot het z.g. diksap. Onze begeleider brengt ons naar de vier grote va- cuumketels, waar deze fase zich vol trekt. Drie vierde van het water gaat hier in damp over. Per dag wordt zo bij een verwerking van 4.5 millioen kg. bieten 4.400.000 liter water ver dampt. MET DE WENSEN DER MENSHEID is het wonderlijk gesteld. De twintigste eeuw is het tijdperk van hun vervulling. Maar deze vervulling der dikwijls duizenden jaren oude wensen heeft zich wel in ieder afzonderlijk geval langs geheel andere wegen voltrokken, dan men zich voorstelde. Wie had er honderd jaar geleden ooit gedacht, dat de „vliegende mens" zich eerst zou kunnen ver werkelijken. nadat men een door ontploffingen gedreven machine had uitgevon den en dat deze eerst kon werken, toen men een tot dusver onbekende, licht- ontbrandbare vloeistof had ontdekt, die uit het binnenste der aarde afkomstig was? De zelf-bewegende wagen heet heden auto, de onsterfelijke stem heet g r a - mofoon; en de toverlantaren werd tot bioscoop. Evenzo staat het met waarschijnlijk de grootste ontdekking der techniek: de splitsing der atomen. De wens, minderwaardig metaal te veranderen in hoogwaardig, met name in goud, leidde uiteindelijk tot de ontdekking der atoomenergie van 1946. Eeuwen lang hadden zwendelaars en bedriegers, dwazen en fantasten, zich hiermede bezig gehouden, honderd jaar geleden was het zo ver, dat men meende, in het tijdperk der exacte wetenschap deze droom definitief te moeten opgeven. Men was nu wel overtuigd, de kunst van het goudmaken nimmer te zullen ontdekken; er bestaat zo meende men geen „Steen der Wijzen", geen „Groot-elixer", of, wetenschappelijk uitgedrukt: geen transmutatie der atomen. ^LLEEN DE DWAZEN en de profe ten der wetenschap hadden de hoop nog niet opgegeven. Tot hen behoorde ook de timmerman JOHN WORELL KEELY, die in 1837 in Amerika werd geboren en die uitvinder werd van de geheimzinnige „trillingsmachine". In de jaren 1870 tot 1890 werden de we tenschapsmensen in Amerika en in Europa steeds weer opgeschrikt door verslagen over deze raadselachtige ma chine, die, zoals vagelijk werd om schreven. berustte op „intermolecu- laire trillingen in de aether". Niet slechts in kringen van technici en academici, maar eigenlijk veel meer in de vergaderingen van mystici werd over Keely en zijn geweldige uitvin ding gesproken. Zijn grootste propa gandiste was de Russische theosofe Ma dame Blavatsky, die overal vergaderin gen bijeenriep, en daar verhaalde van de wonderlijke uitvinding van John Worell Keely en de geheimzinnige stralingen, die van zijn machine uit gingen. Zij vertelde geestdriftig aan de ademloos luisterende toehoorders, dat de stralingsmachine van Keely een nieuwe tijd inluidde. „De oorlog zal van deze wereld verdwijnen", riep ze uit onder daverende bijvalsbetuigingen Een duidelijk beeld van de nieuwe losinstallaties voor met bieten geladen reagens en auto's. De mannen op de ijzerconstructie, waaronder de auto's gereden worden, bedienen twee waterkanons, die de bieten in enkele minu ten wegspoelen en tegelijkertijd de auto's reinigen Foto's K. M. Smit, Groningen.) harer* aanhangers, „want als Keely zijn machine voltooid heeft, dan kan hij daarmee in een seconde een geheel le ger tot atomen vernietigen!" Wie denkt er hij deze woorden niet aan de atoombommen van heden, waar van we weten, dat ze een dergelijke kracht hebben, maar waarvan wij ten slotte toch hopen, dat ze de oorlog on mogelijk maken. Keely stierf in 1898. zonder zijn ge heim (was het wel een geheim?) te hebben prijsgegeven. Lytton, de fantast. De Engelse schrijver BUWLER LYT TON behoorde niet alleen tot de groot ste snobs en dandies van zijn tijd, hij werd ook vaak voor fantast uitgekre ten. Doch wat moet men zeggen, wan neer men heden zijn vergeten boek Het komende Ras", een toekomst droom, opslaat en daarin leest van een volk, waaraan het gelukt is, wonder lijke stralen, de „Vril-kracht" te ont dekken? Daarin heet het: „Ja, de oorlog hield op tussen ontdekkers der Vril- kracht. Een staf, geladen met deze kracht en gericht door een* tienjarige jongen, kon de sterkste vesting in een seconde tijds vernietigen. Over macht in aantal en in militaire ge oefendheid hadden alle waarde ver loren. Wanneer twee legers, die met Vril-kracht uitgerust waren, elkaar zouden ontmoeten, dan had dit de volledige ondergang van beide legers ten gevolge. De oorlog was ad absur dum gevoerd, en daarom bestond er tussen de volkeren geen geweld meer. Het geweld had zichzelf gedood!" Tegenwoordig kent men van Buwler Lytton nog slechts enkele van zijn ro mans, waaronder: „De laatste dagen van Pompei". Het boek: ..Het komende Ras", waarin de Vril-stralen voorspeld worden, leest niemand meer. Het staat nog, stoffig en wel, in enkele biblio theken. Men moest het eens te voor schijn halen en lezen. Eén der eerste geleerden, die de atoomsplitsing toch voor mogelijk hield was de Engelse natuurkundige SIR WILLIAM CROOKES. Doch hij ver legde de verandering der atomen naar andere ver Verwijderde werelden, naar de hoogovens der zonnen, en de vaste sterren. Swedenborg, de mysticus. ANDERHALVE EEUW vóór Crookes leefde in Stockholm EMANUEL SWEDENBORG. Als men tegenwoordig die naam hoort, dan herinnert men Een beeld van het geweldige bedrijf van de Coöperatieve Fries-Groningse 'oeetwortelsuikerjabriek aan het Hoendiep bij de stad Groningen, waarvan onze reportage bericht. De coöperatie telt 5000 leden, waaronder talrijke Noordhollandse landbouwers. (Van onze correspondent te Parijs). „pERST KONDEN ZE en toen wil den ze niet, nu willen zc en kunnen ze niet. Geloof mij. meneer, de Franse problemen zijn niet zo eenvoudig. Kijk, daar heb je nu dat geval met Tillieua. Hij heeft 'n moeilijke tijd gehad. Een van zijn dochtertjes, de twintigjarige Madoux moest naar buiten, omdat ze t.b. had. Zijn oudste zoon is in 't verzet ge vallen en zelf heeft hij er al bijna veertig jaar ondergronds werk op zit-' ten. Een van zijn meisjes werkt hier in de buurt en brengt per week 2000 frs. binnen, doch de armoede is deson danks groot. De man was al ten einde raad, doch hij bleef fel anti-commu nist. Deze staking diende zich evenwel niet aan als een rode manifestatie. Daarom deed hij mee. Hij werd zelfs een der agitatoren. Hij heeft invloed onder de jongeren en deze invloed werd door de roden uitgebuit. Na vijl weken kon Tillieua niet meer. Men kon zich niet eens het brood meer verschaffen, laat staan iets anders. Dus wilde hij beginnen Mis! Dezelfde dag dat hij de mijn weer betrad, was zijn dochtertje om elf uur 's avonds nog niet thuis. De stakers hielden haar vast. De tweede dag werden de ruiten van Tillieua's woning vernield en 's nachts lag zijn hond dood aan de ketting. Vergiftigd Een bedrag van 2500 frs. uit een der vele stakingskas sen, dat hem al twee weken geleden beloofd werd, werd ingehouden. In plaats daarvan zou hem 5000 frs. wor den uitbetaald als hij het werk weer neerlegde. Tillieua werkte door tot de vierde dag. Toen trof hem een steen, juist achter zijn linkeroor en met een lichte hersenschudding moest hij in het ziekenhuis worden opgenomen. De nmoede in zijn gezin is groter dan ooit. De niet-werkwiliigen molesteren zijn vrouw en kinderen en bewerken leveranciers om vooral niets op cre- diet te leveren. De werkwilligen dur ven zich niet met hem in te laten, omdat ze enerzijds vrezen zich daar door de haat van de raddraaiers op het lijf te halen, anderzijds omdat ze menen hun naam als werkwillige te bederven door contact te hebben met de vroegere agitator. Zo staat Tillieua geïsoleerd. En zo zijn er millioenen Tillieua's in Frankrijk, hier, in St. Etienne, in Villiers, in St. Quentin, in Metz, in Amiens, in Ailles en overal". JJE TOGA VAN de pastoor, die ik ze ventig jaar geef, en die ernstige woorden tot me spreekt, is tot de draad versleten. Zjjn pastorie bestaat uit drie kamertjes, waarin men op alle dingen het bestaan van de minimum- lijder kan aflezen. Het realistische ta bleau van de pastoor is Frankrijk van vandaag. De vacantie-reiziger kent Frankrijk slechts van Parijs en hij kent Parijs niet verder dan de Champs Eiysées. Montparnasse, Pigalle, Place de l'Opera, waar de touristen een handvol schijn welvaart brengen en waar de licht reclames de contouren van de Are de Triomph, de Madeleine, de Eifeitoren. de Sacré Coeur uit het avondlijk duis ter te voorschijn halen om te getuigen van het grote verleden en waar de goed geklede, mondaine Frangaise met dribbelpasjes charmant poogt te lij ken. Maar dat is Frankrijk niet. Dat is zelfs Parijs niet. £EN LOKAALTREINTJE brengt me naar St. Etienne. Het ding kreunt en steunt gelijk het boemeltje van Purmerend. Het zucht zwaar voor iedere meter. Net als Frankrijk. Alleen als het een helling af gaat neemt de snelheid gestaag toe. Ook net als Frankrjjk. I>« woorden van de oude, vergrjjsde pastoor laten me niet los. Maar waar zit dan toch dat Franse probleem? De bodem is rijk, zeer rijk. Men heeft grond in overvloed. Napo leons erfenis kon ook thans nog een der rijkste en welvarendste landen van Europa zijn, alsja, als. Iedere tourist kan u in vijf minuten vertellen hoe m;n hier zou moeten handelen om welvaart te brengen, doch de Franse economen en sociolo gen peinzen zich de oren van het hoofd om een oplossing enbij iedere oplossing stoot men ergens zijn neus. Maar langzaamaan is men het wel eens geworden over de theorie, dat het niet alleen economische oor zaken zijn, waardooi Frankrijk ten onder gaat (als er niet spoedig ver andering komt), doch evenzeer, wel licht nog meer, morele, psychologische en sociologische oorzaken. Juist recht tegenover me in de coupé zit weer zo'n typisch Frans echtpaar .die tesa n en al zeventig winters tellen en In het Nederlandse klimaat al vier kin deren behoorden te hebben. Nu be staat hun hele rijkdom uit een Pekingeesje. Het lot van Frankrijk rust op de schouders van deze gene ratie. Als zij haar tijd niet begrijpt, zullen binnen enkele tientallen jaren de leuke rose, franse paspoorten plus de tricolore historie zijn geworden. J^IJK, DAAR hebben we weer zo'n glooiing. Juist daar in het dal ligt de boerderij van een Nederlandse boer. Jan de Bondt heet hij. Vroeger woon de hij ergens in West-Brabant en vie len de muizen dood in de. keuken. Nu kan de Bondt „ze tellen". Ik was bij hem in de zomer van dit jaar op zijn grote boerderij. Wat zei hij ook weer? De Franse boer is te rijk. Daarom is hij machtig. De regering kan duizend en een maatregelen nemen voor de baisse, zolang de Franse boer hals starrig blijft zijn producten af te leve ren tegen lagere prijs, blijft het suk kelen. En als je rijk bent, kunt ge u de weelde van halsstarrigheid veroor loven". Kijk en daar heb ge een Franse boerderij, slordig en onverzorgd. Nu behoef ik u niets meer te vertellen. Het verschil is duidelijk. Ik ben geen MADAME BLAVATSKY theosofe en propagandiste..,. zich hoogstens, dat hij een dweper, of zelfs een soort heksenmeester geweest is. Weinigen zullen weten, dat Sweden- borg naast zijn mystieke en visionnai- re boeken ook zuiver wetenschappelijke geschriften publiceerde, waaronder de „Principa rerum naturalia". Daarin ont wikkelt hij een bijna modern aandoen de atoom-theorie. Hij schreef o.a.: „De natuur is zichzelf zo gelijk, dat ze in haar grootste principe niet anders opgebouwd kan zijn dan in haar kleinste. Zoals ze het heelal in zijn totaliteit om één middelpunt laat wentelen, zo doet ze hetzelfde in het kleinste volume. De kleinste delen be vatten dan ook substanties, die een dergelijke werkingskracht en een der gelijke kringbeweging vertonen als de tachtigste zon!" Zonder het te weten bewandelen dus de moderne ontdekkers van het radium en daarmee van de atoomkracht de voetsporen van Swedenborg. Het atoom, tot dusverre de ondeelbare oor sprong van alle materie, is nu de nieu we wereld van het microkosmos, de wereld der electronen en der neutro nen, waarvan er vele millioenen in 'n atoom gaan. Duval, de onderzoeker. „Mijn machine zal 100.000 mensen doden. Ze zal olifanten wegvagen, als of het ratten zijn", aldus riep de Fran se „krachtonderzoeker" (zoals hij zich zelf noemde) DUVAL D'EPRéMESNIL uit, toen hij in de zaal der Société de l'Harmonie in 1854 zijn machine aan genodigden demonstreerde. Toen ont stond er een verschrikkelijke opwin ding onder de vergaderden, en nooit is vastgesteld of het angst was, hynose, of de uitwerking der machine. „De mensheid", aldus zette d'Epré- mesnil zijn betoog voort, „heeft een nieuwe kracht van node om te gene zen en om tot inzicht te komen. Een kracht, die hen in een seconde kan ver nietigen, maar tevens een kracht, die hen oppermacht over de natuur geeft. Verderf en ondergang maar ook eeuwig geluk en welvaart liggen in deze ko mende kracht besloten, waarvan mijn machine een eerste begin is". Waren het dwazen, die de atoom kracht voorspelden, of waren het pro feten? EDWARD BULWER .schrijver en fantast.... Visserij-besommingen "De aanvoer aan de Rijksvisafslag be droe gisteren 7653 kisten, als volgt ver deeld over de verschillende vissoorten: 41*13 kisten haring, 1315 makree^ 75o schol, il5 tong en tarbot, 10 haai, 100 kabeljauw, 40 koolvis, 23o wijting, 160 schelvis, 200 schar en 20 kisten diverse vissoorten Besommingen: KW 34 („KW 2) f5848; 4 „Arend" f7710; IJM 183 „Vikingbank" f 26935; 54 „Limburgia" f9640; 96 „Vios IV" f 9430; KW 70 f9176; 159 f15225 89 f2940; 125 f 3978; 17 f3180; 108 f 2460; 51 f 2200; 64 f3140; 28 f 3700; 77 f1560; 53 f 1335; 84 f 2500 91 f3340; 129 f5930; 97 f 4960; 9 f6250; 24 f 2720 59 f2118; 162 f3226; 169 f2725; IJM 272 f2490; 53 f1410; 276 f 1644; 712 f300; 204 f3219; HD 18 f1958 radicaal-socialist en ik heb Reynaud slechts meegemaakt op twee perscon ferenties, waarvan ik me herinner, dat hij even veel kan drinken als Bidault. En dat wil wat zeggen. Zelfs in Frank rijk! Maar in één ding geef ik hem gelijk: het Franse probleem is in eer ste instantie een agrarisch probleem. c

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1948 | | pagina 5