Het huisgezin van Sinterklaas Niedorps jubilerende toneelvereniging „Cicero" volop in de bloemen en roep de Ik wek de slapenden levenden Uitstekend geslaagde feestavond BENZINE SPAREN DEVIEZEN GAREN Het werk der Volks hogescholen Een leerzaam epos voor vaders en moeders J Toen de voorzitter van de toneelvereniging „Cicero", de heer J. Gerver, de genodigden en de donateurs die Zaterdagavond de zaal van de „Prins Maurits" geheel vulden een hartelijk welkom toeriep, heerste er reeds een feestelijke stemming. Geen wonder we vermeldden het al eerder in dit blad Cicero herdacht zijn 85-jarig bestaan. De voorgeschiedenis. 85 Jaar is een lange tijd en het was dan ook jammer dat er, naar voorzit ter Gerver meedeelde, zoveel notities van vroeger weggeraakt zijn. De vermoedelijke oprichter zal waar schijnlijk de vader van Dr. Pool ge weest zijn, doch verder is vanaf het jaar van de oprichting 1863 tot 1878 niets bekend. De eerste aantekeningen gebonden zit, binnenkomt en een brief kaart, abusievelijk aan zijn adres be zorgd, voor Tonny overreikt. Deze kaart bevat de mededeling dat de uit geverij Goudsblom een roman van hem zal uitgeven. De vreugde is groot, te meer daar Tonny het nieuwe idee krijgt een toneelspel te gaan schrijven getiteld: „Toontje in de knoop". Het was een klucht die er zijn mocht zijn van de heer Schild, de toenmali- en die dan ook in een heel vlot tempo /~iiegiVivaolit woril ge secretaris van Cicero, en zij getui gen van veel wel en wee, van de ups en downs die ook Cicero gekend heeft. Omstreeks 1900 was het een gezellige tijd voor de Cicero-leden. Men kwam 2x in de week bij elkaar om te repe teren. Na afloop van die repetities wer den dan de nieuwe walsen genoegelijk ingestudeerd en de klok wees vaak na middernacht voor men huiswaarts keer de..., Eén der oudste leden die er nog van mee kan praten is het ere-lid, de heer Brouwer. Fijne herinneringen heeft de oude garde ook aan de jaarlijkse toch ten naar Bergen. Daarna is Cicero een tijdje ingedut om in 1939 weer verjongd voor het voetlicht te treden. Spr. wees vervolgens op de moeilijk heden voor de plattelandsverenigingen, maar toch ook op de mogelijkheden die in een goede vereniging met jonge le den kunnen schuilen. Dat Cicero zich terecht de bruide gom voelde bleek wel uit het mooie geschenk van de ere-leden het echt paar van Gelder een pracht gong, waarmee voortaan iedere opvoering ingeluid zal worden. TOONTJE IN DE KNOOP. De gong luidde, het voetlicht ging aan. het doek ging op en we werden verplaatst in de perikelen van Toontje. Tonny Verhulst (J. Koster) en zijn jonge vrouw Wies (mej. T. Vrede) zijn in pension bij juffrouw Bartels (mej. C. Rootjes). De hele klucht speelt zich af in de conversatiekamer van de pensionhoud ster. Een ieder loopt daar uit en in en ook dit brengt zijn verwikkelingen mee. We treffen Tonny thuis. Hij heeft zich bij de bank waar hij werkt ziek gemeld daar hij zijns inziens 'n prachtig idee heeft voor een nieuwe roman. Hij wordt daarin dapper ge steund door Wies, maar niet door zijn schoonmama, die hem bij de sollicita tie naar zijn betrekking gesteund heeft. Nu heeft Tonny ook nog een oom die zijn neef iedere maand een chèque stuurt, daar hij denkt dat Tonny nog vrijgezel is. Zo kunnen Tonny en Wies ondanks vele schulden, die zij door de uitgave van een roman hopen in te lopen er nog net zo'n beetje komen. Dan komt er echter onverwacht be zoek in de vorm van Oom Daantje, de gulle schenker van de cheque's. Goede raad is duur! Tonny is ge trouwd wat nu?. Inderhaast zetten Tonny en zijn vriend Wim de Bont (J, Leguit) een comedie in elkaar om de financiële inkomsten van het echt paar te redden. Allen moeten meewer ken. De pensionhoudster. omdat zij nog f 300 krijgt, houdt eveneens haar mond. Een loodgieter, Kees van Dam, (J. Besoo), die toevallig in huis een was tafel gerepareerd heeft, wordt eveneens in het complot betrokken en moet voor de echtgenoot van Wies spelen, waar voor hij f 100 zal ontvangen. Wies die met haar vriendin Greetje (mej. R. Blaauw) die tevens de verloofde is van Wim, aan 't winkelen is geweest, wordt bij haar thuiskomst voor een fait-accompli gesteld. Tot grote ontsteltenis van de jonge lui blijft Oom Daantje (J. Gerver) die kapitein was, voortaan aan de vaste wal en krijgt door de medewerking van Juffrouw Bartels een kamer in 't zelfde pension. Zo kan het gebeuren dat er buiten gewoon moeilijke verwikkelingen in de liefdesverhoudingen komen, temeer daar Oom Daantje, die 't nodig vindt dat Tonny eens in 't huwelijksbootje zal stappen, zélf een aanstaand vrouw tje voor hem meebrengt. Die Trieneke (mej. J. Appel) echter wijzigt later haar koers en wil Wim trouwen. Wim zijn meisje wil daarop de verloving verbreken. Een onwelkome gast is de heer van der Zande van Duinen (J. Fijnheer), de directeur van de bank waar Tonny werkt. Even onwelkom is meneer Blom (Jn. Boon), een andere pensiongast, die op ongelegen momenten de con versatiekamer binnenstapt en er voor dat hij uitgesproken is weer wordt uitgegooid. De slaperij brengt averij Oom Daantje, in een lage stoel in de conversatiekamer ziet allerlei schim men door de kamer sluipen, o.a. Toon tje die naar Wies toe wil; Kees de loodgieter, die naar zijn vrouw Ans (mej. M. v. d. Kommer) wil gaan Ans daarentegen komt kijken wat Kees uitvoertDe toestand wordt hoe langer hoe maller en Tonny raakt hoe langer hoe meer in de knoop. Maar wanneer de nood het hoogst is, is de redding nabij. Dit blijkt ook aan het einde van het derde bedrijf. Oom Daantje. die rich inmiddels ver loofd heeft met Rita Zeegers (mej. T. v. d. Hagen) de schoonmama van Ton ny. vertelt, nadat Tonny vastgelopen is en alles opbiecht, dat hij bij zijn aankomst geïnformeerd heeft .en daar om alles al wist. Hij en Trieneke had den zich dan ook zeer geamuseerd met de gang van zaken. Deze bekentenis is genoeg om Greetje weer naar Wim te brengen. Zo komt dan alles weer goed, temeer wanneer nogmaals meneer Blom met z'n stoel, waaraan hij vast- gebracht werd. De inhoud is goed beschouwd nihil de humor kwam echter zeer naar voren. We kunnen alle spelers in één woord complimenteren. Zwakke punten waren er niet, de rolkennis was uit stekend. een Cicero waardig. Het décor was goed, de verlichting was eveneens in orde. Oe grime van de heer Th. Paardekooper was ook goed; opvallend was dat de hoofdpersonen, in 't bijzonder Oom Daantje, slechts heel licht gegrimeerd waren. Dit werd echter geheel opgeheven door de uit muntende mimiek. De regisseur, de heer Jo van Vliet, heeft uit zijn spelersmateriaal gehaald wat er in zat en een woord van lof voor zijn regie is zeker op z'n plaats. Een zeer geslaagd jubileumstuk, waarvan zeer genoten is, getuige het daverende, lang aanhoudende applaus. De verloting. De lootjes waren in de pauze vlot verkocht en de welkome prijzen, w.o. mooie taarten, hadden vlug hun be- stmming gevonden. Receptie. Het jubilerend bestuur, de heren J. Gerver en Jb. Koster en de dames T. v. d. Haagen, C. Rootjes en T. Vrede, had inmiddels plaats genomen op het toneel en reeds werden door vele hulpvaardigen talrijke bloemstukken naar voren gedragen. Een lange rij sprekers en vele ge lukwensen. Als eerste feliciteerde Burgemeester Baken het jubilerend bestuur. Spr. dankte het bestuur voor de uitnodiging temeer omdat er niet een directe band tussen gemeente en Cicero was. Een in directe band bleek er wel te zijn, daar Cicero als culturele vereniging vrijge steld was van vermakelijkheidsbelas ting. Met een geestige speech bood de burgemeester namens het Gemeen tebestuur een enveloppe met inhoud aan. Vervolgens sprak het ere-lid Brou wer zijn geliefde vereniging die hij jarenlang als penningmeester en op 't laatst ook als voorzitter gediend had toe. Spr. haalde herinneringen op van de eerste uitvoeringen, vertelde van zijn eerste en van zijn laatste rol en hoopte dat het hem gegeven 20U zijn ook over 15 jaar met het eeuwfeest zijn gelukwensen te mogen aanbieden. Een mooie ruiker chrysanten bood spreker, mede namens zijn vrouw, aan. De heer H. Vrede had de gelukwen sen van „IJs- en Volksvermaak" op rijm gezet, hetgeen bij allen zeer in de smaak viel. Het gedicht ging vergezeld van een enveloppe. Namens Winkel's Toneelclub boden de heer K. Leguit en mej. T. Amels hun gelukwensen en een bloemenmand aan. Voor de afd. Plattelandsvrouwen sprak mevr. Brouwer-Koster en bood bloemen aan. De Ned. Herv. Weesadministratie en de Boerleenbank werd resp. met bloe men en een fruitmand vertegenwoordigd door de heer Jb. Kooij. De heer Stapel sprak voor de Bond van Toneeldilettanten en maakte 'voor Cicero een uitzondreing door deze op haar avond te feliciteren en te compli menteren met haar kostelijke klucht en het tempo waarin deze opgevoerd werd. De heer v. d. Vliet ontliep hier bij zijn pluim niet. Namens het Kerkkoor sprak de heer Ards en bood bloemen aan. De heer Zwagerman, secr. Tuinbouw- vereniging, feliciteerde met 'n bloem stuk en bracht de waardering voor de plattelandsvereniging naar voren. Het stuk zullen we niet over praten. De vertoning was subliem, aldus spr. Namens de Toneelvereniging Molièrd" van Oude Niedorp, bood S. v. d. Haa gen een bouquet aan. De heer Burger uit de Moerbeek sprak namens 't Nut van 't Algemeen van Moerbeek en bood een grote bloe menmand aan.. De Holl. Mij. van Landbouw was vertegenwoordigd in de persoon van de heer J. Lont. Hoewel vroeger ge heel agrarisch, gaat ook de Mij. cul tureel samenwerken. Spr. liet een oogje vallen op Cicero. De heer Oepkes noemde zichzelf de CCD (Coöp. Complimenteer Dienst) en sprak namens het Nut van Nieuwe Niedorp, waarbij Cicero nog maar een baby is, want het Nut is al 105 jaar. Vervolgens feliciteerde spr. namens Volksonderwijs, voetbal- en handbal verenigingen, NVHV (niet voor het voetlicht), brandweer, fanfacecorps, Niedorps Gemengd koor, toneelvereni ging Langereis Rijvereniging, Niedorps Amusementsorkest, Gymnastiekvereni ging en het Witte Kruis, Instituut voor Arb. ontwikkeling en de Sociëteit. Een keur van bloemstukken werden daar na nog aangedragen, terwijl muziek en publiek het „Lang zullen ze leven" Inzetten. De voorznter dankte. Het was voor voorzitter Gerver, naar hij zelf zei, moeilijk de rechte woor den te vinden. Dit jubileum is niet opgezet om te hebben, aldus voorzitter maar wel om propaganda te maken voor de jongeren. Wij zijn er echter trots op dat Cicero zo in de harten der verenigingen en in het hart van Nie dorps burgerij leeft. De regisseur, de heer Jo van Vliet wordt daarna voor het front geroepen en wordt door de voorzitter hartelijk bedankt voor zijn spontane hulp, daar Cicero half Sep tember onverwacht zonder regisseur zat. Vervolgens wordt aan het echtpaar Molenaar van de Prins Maurits dank gebracht voor hun kolossale bloemen mand. Ook bestuur en leden krijgen een woord van dank voor hun trouw op de repetitie-avonden. Na het voorlezen van enige schrifte lijke gelukwensen en de mededling dat mej. J. Appel, die als gast mee speelde,' na 12 uur lid van Cicero zal zijn werd deze receptie met een slag op de gong besloten. Hgt verdere gedeelte van de avond stond onder de bekwame leiding van de Rhytme Boys en men behoeft er niet aan te twijfelen of de feestelijke stemming werd nog opgevoerd. Voor het bestuur en de leden van Cicero was het een onvergetelijke avond, die voor de volgende jubilea Wel uitvoerig in de annalen zal wor den vermeld. Aardappelmeel in 't brood met ingang van heden Het mihisterie van landbouw, visse rij en voedselvoorziening meldt: „Het Marshall-plan verschaft ons land niet alleen de dollars, nodig voor onze graanimporten, doch legt Neder land in verband met het tijdelijke ka rakter van de in een overgangstijdver- leende hulp tevens de plicht op zeer zuinig met de dollars om te gaan en waar mogelijk door gebruik van pro ducten van eigen bodem op de dollar uitgaven te bezuinigen. Een mogelijkheid tot'beperking van graanimport biedt het aardappelmeel, dat tengevolge van de gunstige aard appeloogst van dit jaar voorhanden is. Met ingang van 22 November mengen maalderijen en hoogmolens 10 pet. aardappelmeel bij in de broodbloem, zowel voor het normale als voor het wittebrood. Met het oog op de voor raden bloem van oude samenstelling zullen nog enkele weken verlopen, voordat brood van bloem van de nieu we samenstelling wordt gebakken". Op 17 November 1939 vielen in Tsjecho-Slowakije de eerste studenten bij hun verzet tegen de Duitse bezetters: het begin van de onderdrukking en knechting van de Europese studentengemeenschap, doch tevens het begin van het studentenverzet. De datum is overal elders na de oorlog gekozen als herdenkingsdag voor de gevallen studenten, alleen Nederland herdacht deze verzetsslachtoffers tot dusver op 4 Mei. De Nederlandse studenten- gemeenschap heeft thans voor de eerste maal de „International Student Day" herdacht met 'n bijeenkomst in 't Grootauditorium der Leidse Uni versiteit. Dit betekende ook 't officiële begin van de werkzaamheden van de World Student Relief. Tijdens de toespraak van de president van de Neder landse Studentenraad, de heer J. Drijver. De Volkshogeschool te Bergen werkt nu gedurende drie jaar en in die tijd is het aantal cursisten met sprongen vooruit gegaan. Resp. in dc jaren 1945, 1946 en 1947 bedroeg het aantal in schrijvingen uit het gehele land 400, 2000 en 3300 en thans, in 1948 is dat laatste cijfer alweer verre overtroffen. De Bergense Volkshogeschool is een voortzetting van die, welke reeds lan ge jaren in Bakkeveen werkte. De school Allardsoog werd opgericht in (Alleen voor lezers boven 18 jaar) CR HEBBEN VEEL SINTERKLAZEN over de daken gereden sinds hun aller stamvader zeventienhonderd jaar geleden zijn taak als kindervriend aanving. En van ieder hunner zijn tal van verhalen verteld, maar geloofwaardig is alleen de legende van de Heilige van Myra. Deze zat op een mooie Sinterklaasdag in zijn bisschoppelijk paleis te ontbijten. Maar 't smaakte hem niet, want hij had slecht geslapen en voelde zich bedroefd. Het was binnen in hem even hol en ledig als in dit grote gebouw, waarin zich behalve de bisschop geen schepsel bevond. Wel stonden de vele vertrekken ieder vol opgeslagen lekkers en speelgoed, maar e mensen ontbraken, die het aan de kinderen konden uitdelen. En bovendien. Sin terklaas zélf was in staking gegaan. Hij was bedroefd, nog niet zozeer om de een zaamheid als wel omdat hij besefte, dat deze zijn eigen schuld was. Jaar op jaar had hij de kinderen van Myra verwend, en uit deze verwende kinderen was een geslacht van bedorven volwassenen gegroeid. Zelfs zijn eigen ondergeschikten in het bisschooppelijk paleis waren niet meer dan ceij stelletje boeven. Eigenlijk had hij de gard moeten hanteren, maar daaraan vergrijpt zich een bisschop niet. Hij kon niet anders dan weldaden doen, daarvoor was hij nu eenmaal Sinterklaas! Telaat had de Goedheilige bemerkt, dat ook kinderen van het goedheilige teveel kunnen krijgen. De uitdelingen aan zijn bedorven stad staken en zijn onbetrouw baar personeel ontslaan, dit was het enige, wat Sinterklaas als bisschop kon doen. j}E ZON SCHEEN vrolijk door de ruiten en Sinterklaas besloot een wandelingetje te maken; dit zou zijn humeur opknappen. Hij vertoonde zich zelden meer op straat; hij had de mier aan Myra gekregen. Maar frisse lucht is altijd gezond, zelfs in Myra! Onderweg brak zijn schoenveter. Gelukkig' gebeurde die ongeval juist voor de winkel van een man, die schoenveters verkocht. Deze man hield een soort toko; je kon er van alles krijgen, en boze tongen beweerden, dat Onetus het met zijn handel niet zo nauw nam, en zelfs, dat hij heler was van gestolen goed. „Dat komt door de overmaat van speelgoed, waarmee ik hem als kleine jongen verwend heb: hierdoor heeft hij een goederen-com plex opgedaan!", verzuchtte Sinter klaas. Onetus was zeer vereerd met het bezoek van de Heilige. Hij verzocht hem, even door te gaan naar het woonvertrek, daar er in de winkel een paar kooplieden zaten, die hij te woord moest staan. In het voorbijlopen ving Sinterklaas de blikken van deze koop lieden op; het leken hem ongunstige individuen; echte zwarthandelaars] gelukkig geen lui uit Myra; voor hun boos oog was het teveel aan lekkers en speelgoed dus niet verantwoorde lijk! In de huiskamer vond Sinterklaas drie meisjes zitten; aardige deerntjes van zo tussen de zestien en twintig jaar.. Maar waarom waren die lieve wangetjes betraand en waarom klonk er een snik in de stem, waai mee ze de bezoeker goede dag zeiden? Sinter klaas' moest niet de kindervriend zijn, die hij was, om de aardige meisjes niet terstond te vragen naar de oorzaak van haar verdriet. De oudste lichtte hem in. „Die koop lui in de winkel", zei ze, terwijl ze met moeite een huilbui bedwong, „zijn slavenhalers, aan wie Vader ons wil verkopen...." Inmiddels bemerkte de tweede doch ter het euvel aan Sinterklaas' voet. Haastig nam zij een veter en reeg de schoen dicht. Toen Se hoge ga»t wou betalen, voorkwam hem de jongste. „Geen sprake van!" voegde zij hem toe. „U hebt zonder beloning zoveel goeds gedaan in onze stad, dat Nog was het meisje niet uitgespro ken, of Sinterklaas hoorde door de dunne wand, welke woonvertrek en winkel scheidde, luide stemmen. „Driehonderd! Vier! Vier en een half! Vijf!" En zo ging het door, ter wijl kletsend handjeplak deze uitroe pen afwisselde „Duizend!!", schreeuwde Sinterklaas er ineens tussendoor. Hij had de deur opengeworpen en stqnd nu tegenover de verblufte kooplieden. „Duizend du- caten voor al je drie dochters tege lijk!" En hij wierp Onetus een kwis tig met goudbrocaat versierde beurs in de schoot. Daar hadden de slavenhalers niet van terug! Grommend verlieten zij de winkel. „Het grootkapitaal werpt wéér roet in 't eten'", bromde de een". „On eerlijke concurrentie!", pruttelde de ander. Maar Sinterklaas reikte aan het oud ste meisje de sleutel van het paleis over, en verzocht het bekoorlijke drie tal hem daar af te wachten. „Goed, dat ik mijn uitdelingen ben gaan staken", bedacht hij. „Dit jonge geslacht is nog niet helemaal ver wend; ik zal ze leren werken, dat is beter dan dat ik ze zoet houd met lekkers en speelgoed". Maar eerst moest hij voor de maal tijd gaan zorgen. Even bij de slager aanlopen; dat was tóch in de buurt. „Zeker!, hoogwaardige Excellentie, saucijsjes héb ik, prima saucijsjes!", zei Crepulus en hij boog met de neus op de grond. Terwijl de slager de saucijsjes in pakte, hoorde Sinterklaas een griezelig geluid. Het kwam uit de ijskast en het leek op de angstkreet van een ster vende. De argwaan van de Goed heilige werd door dit spookachtige ge gil gewekt. Crepulus had hij als kleu ter overvoerd met lekkers, en hierdoor had de jongen een afkeer van gezond voedsel gekregen. Toch wou de Goedheilige wel eens weten wat er in die geheimzinnige ijs kast zat, „Geef mij meteen iets van die fijna vleeswaren, die je in de ijskast be waart", zei hij. De slager verbleekte, en antwoordde pijnlijk lachend: „Maar hoogwaardige Excellentie, dat is niks voor U!" „Tóch wil ik het hebben!", zei Sin terklaas met gestrenge stem. „Open oie ijskast!!" Tegen dit bisschoppelijk bevel durf de de slager zich niet verzetten; met trillende vingers ontsloot hij de deur. En, tot afgrijzelijke verbazing van 'de bezoeker rolden uit de ijskast drie jongetjes, kleine Moriaantjes, die luid kermend zich voor de twee mannen op de grond wentelden. „Ik zal maar niet vragen, wat je met deze jongetjes vóórhad; ik neem ze mee naar mijn paleis, versta je!" „Hoe heet je?", vroeg Sinterklaas aan de eerste. „Piet!" En jij?" Een onaanzienlijk boerderijtje in de Zuidoostelijke uithoek van Friesland, een klein stulpje, schier geheel schuilgaande onder een zware linde, is de baker mat van de volkshogescholen, die thans, zeven in getal over geheel Nederland verspreid, hun opbouwend en cultureel werk verrichten. Bakkeveen heet het plaatsje, Allardsoog was het boerderijtje. In de rand van de klok, die naast het boerderijtje in de stoel hangt, staat gegoten de spreuk: „Ik wek de slapenden en roep de levenden". Daarmede wilden de grondleggers van de volkshogeschool gedachte uiting geven aan het wezen van het werk, dat zjj daar medehielpen stichten. Onder leiding van Jarig Van der Wielen verenigden zich een aantal idealisten, die op avonden bij elkaar kwamen om zichzelf te verrijken door het uitwisselen van ervaringen en kennis. Daar ontstonden de besprekingen om de ronde tafel, die thans nog een zo grote plaats in het werk der volkshogescholen innemen. Ook Bergen heeft zo'n Volkshogeschool. Een ieder kent de beide ge bouwen, „De Zandhoeve" en „Het Oude Hof", waar de cursussen worden gege ven, waar jonge mensen uit het gehele land bij elkaar komen. En nu juist weer enkele cursussen achter de rug zijn en belangrijke nieuwe in het naaste ver schiet liggen, Zijn de heren Mr. Guermonerez en J. Schekkerman gaarne bereid geweest, ons een en ander te vertellen over dc historie van hun inrichting en over de nieuwe cursussen. 1931 en de eerste cursussen werden daar gehouden in 1932. De grondgedachte van het Volks- hogeschoolwerk is in de eerste plaats het bestrijden van de splijtzwam en het stellen van een binding met lieden uit allerlei kringen. Het respect voor ieders overtuiging wordt ten volle gehandhaafd, maar de omgang tijdens de cursussen werkt zeer verhelderend, waarbij dan ook het tweede gedeelte van de doelstellingen naar voren komt, n.l. de bestrijding der vervlak king op cultureel gebied. Men wil de mensen activeren, weer persoonlijk deel te nemen aan het leven in al zijn schakeringen. Niet alleen passief, maar door zelf doen, musiceren, handen arbeid, tekenen, zingen en wat al niet meer. De gedachte van dit werk stamt uit Denemarken. Daar bestonden Volks hogescholen al sinds 1848 en zij leid den er een florerend bestaan. En hun nut in het land aan de Sont wordt wel bewezen door het feit, dat het cultu rele leven ten plattelande daar veel intensiever is, dan bij ons, er zijn dorpshuizen, waar men gezamenlijk leest, weeft en inleidingen houdt. Oorspronkelijk was er in Nederland tegenwerking tegen het stichten. De een zeide: „Dit is communistische cel vorming", de communisten zeiden „Gaat niét naar Bakkeveen". Die hiel den de werkloze jongeren liever op de straat. Thans is er veel veranderd. De stichting is gegroeid tegen de ver drukking in en de staat der Neder landen steunt het werk thans op een sympathieke wijze. De Rijkspostspaar bank betaalt namelijk de dubbele in lage terug aan hen, die sparen voor deelname aan het werk der Volks hogeschoolcursussen. Dit in de oorlog het werk onmid dellijk werd gestopt behoeft geen be toog als men bedenkt, dat het alleen mogelijk is op de grondslag van vrije gedachtenwisseling. Maar na de oorlog bloeide de be langstelling opeens voel groter op dan ooit tevoren. Bakkeveen opende op nieuw zijn noorten cn thans zijn er zeven 'Volkshogescholen in vol bedrijf n.l. te Bakkeveen (Fr.), Markelo (Ov.), Bergen (N.H.), Havelte (Dr.), Uithui zen (Gr.), Rockanje (Z.H.), en Eer beek (Geld.). Er is veel medewerking, ook van de zijde van het bedrijfsleven, dat vaak extra verlof geeft, om de cursussen te kunnen bijwonen. En er zijn nu cur sussen van velerlei aard, voor perso neelsleden met hun leiders, voor meis jes. voor ouderen, enz. Vaak wordt in samenwerking met België gewerkt, trouwens op interna tionaal terrein heeft de Volkshoge school goede contacten. Daarbij denke men slechts aan de Volkshogeschool te Méridon in Frankrijk. Nieuwe cursussen. In de naaste toekomst zullen op de Zandhoeve weer belangrijke cursussen worden gehouden. Zo is er van 315 Januari een cursus „Stad en land". Om maar enkele onderwerpen te noe men, zal daar gesproken worden over de „Sociale verhoudingen in het In dustriële bedrijfsleven en op het Plat teland", over Europese samenwerking, Nederland en België, Stad én land in de Verenigde Staten e.d. Van 24 Januari tot 5 Februari wordt een cursus gehouden over landbouw en ambacht, waar speciaal de sociaal- economische vragen van het platte land aan de orde komen. Dit zijn wel de twee belangrijkste cursussen uit het komende program ma, die een duidelijk beeld geven, dat het werk, dat door de Volkshogeschool wordt verricht van het allergrootste belang is en dat de stichting, die de slapenden wekt en de levenden roept, recht heeft op ons aller belangstelling en steun. „Ook Piet!" „Heet jij dan misschien óók Plet? Heten jullie alle drie Piet?" „Zo is het, Meneer Sinterklaas. Va der had niet veel fantasie, en Moeder nog minder. Ze waren al blij, dat ze één naam konden verzinnen. Ze heb ben ons het huis uitgestuurd, omdat ze geen eten meer voor ons hadden. Toen zijn we als verstekeling de zee overgevaren, en hier aangeland. En gister, toen het zo onweerde weet U nog wel? zijn we bij de slager in gevlucht, en die heeft ons in de ijs kast opgesloten. Hü-ü-üü, zonder eten en drinken. Mogen wij nu bij U wo nen, lieve Meneertje?" Dat mochten zij „Deze Moriaantjes zijn nog onbedorven", prakkezeerde Sinterklaas. „Ze zijn onbesmet geble ven van de Myriaanse verwennerij. Hieruit kan goed personeel groeien!" En de drie zwarte Pieten werden zijn knechtjes. De drie meisjes bleken elk een spe ciale gave te hebben. De oudste was wild op lezen en schrijven, en als ze snoepgoed bereidde, werden het steeds weer letters. Letters van chocola; let ters van suiker; letters van marsepein en banket. De tweede had een schalks humeur; als zij aan het deeg kneden was, rolde zij balletjes en wierp die naar de drie Pieten; deze gooiden terug, en zo kwam er vaak een balletje in de oven terecht; die smaakten lek ker, en zo kreeg ze het idee om peper noten te bakken. En de derde was één en al fantasie; zij boetseerde uit het deeg vrijers en vrijsters en allerlei soort beesten. En van de suiker en van de chocola maakte zij harten en andere figuren, en mannetjes op het potje, of een sigaar. Sinterklaas had nog nooit zulk een verscheidenheid van cadeautjes gehad! Maar waar moet hij ermee naar toe? Aan het verwende Myra had hij de mier. „Weet U wat", zei de oudste Piet. Bij ons in het Morenland zijn tal van kinderen, die nooit snoepgoed proeven en die geen enkel stuk speelgoed be zitten. En zulke kinderen zullen er over de hele wereld wel wezen. Want er is buiten Myra geen enkele stad. waar Sinterklaas woont." „Goed -bekeken, mannetje!", ant woordde de Goedheilige, en nog nooit had hij zo glunder gekeken. „Dan trekken wij vaiï nu af er op uit, en wij reizen de hele wereld door. De meisjes blijven thuis en bereiden de geschen ken en pakken ze in. En jullie, zwarte Pieten gaan mee. Jij, Piet numero Eén, bent mijn opperstalmeester en zorgt voor de schimmel; jij, Piet nu mero Twee, draagt de zak met de cadeaux. en jij, kleinste der Pietertjes, neemt de stoute kinderen voor je rekening. Hier is je gard, maar sla niet te ïe#i'/

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1948 | | pagina 5