Een levensverhaal van elf getypte
pagina's - en allemaal gelogen
raaie remise van Post-Keller
Ik was geheim agent in oorlogstijd (XXI)
Gevaarlijk spel mei S.D. om iijdwinsi
Bokowsky is een vreemde
Duitser
DE„ EINDELOZE REEKS van vragen,
Om het wereldkampioenschap dammen
wr
Hei nieuwe boek
Geen goede Sint
Engelsman graaft naarde
begraven schatten van
Han van Meegeren
Iedere soldaat krijgt een
Kerstpakket in Indonesië
DONDERDAG 25 NOVEMBER IMS'
VOLGENDE BEDRIJF! Zodra Schreieder vertrokken ls gaat er een andere
S D -er op zijn plaats tegenover me zitten en begint een nieuw verhoor. Ik
zal In het hoofdkwartier geen ogenblik rust meer krijgen totdat ik de tijd ge
komen acht om de waarheid te zeggen. Maar ik wil zolang mogelijk liegen, om
mijn medewerkers, die nog in vrijheid zijn, de gelegenheid te geven onder te
duiken De Duitsers hebben dus nog wel even werk. Het zal een verhoor worden
van 72 uren. En al die tijd zal ik geboeid zitten op dat ongemakkelijke ijzeren
stoeltje.
een dikke, te zorgvuldig geklede man,
een „gewone man" in de ongunstige
betekenis van het woord. Zijn haren
zijn gepermanent en om hem heen
hangt de sterke lucht van een goed
koop parfum. Hij heeft een rond, kleur
loos gezicht, kleine varkensoogjes en
'n laag voorhoofd onder zijn naar Prui
sische snit geknipte haren. Een echt
Lombroso-type! Op het ogenblik, dat
hij binnenkomt, keert mijn vrees voor
een harde behandeling terug en aan
vankelijk ziet het er ook zeer naar uit,
dat deze vrees gerechtvaardigd wordt.
Terwijl de anderen hun jassen uit
trekken en hun actetassen uitpakken,
komt hij mijn handboeien „controle
ren". Hij trekt de boei om mijn. linker
pols, zó vast aan, dat het ijzer diep
in mijn vlees snijdt, rukt er dan een
paar maal aan, grijnst sadistisch en
waarschuwt me om rustig te zijn. An
ders
In dit stadium neemt de leider de
affaire over. Ik krijg de indruk, dat
hij de andere man niet erg mag en
afkerig staat tegenover zijn methoden,
doch hij doet niets om mijn pijn te
verlichten. Hij gaat tegenover me zit
ten, steekt een sigaar op en begint in
bijna officiële termen te praten.
Ik moet begrijpen, zo zegt hij. dat
hij vijf en twintig jaar ervaring bij de
recherche heeft, dat niemand er ooit
in geslaagd is tegenover hem in zijn
stilzwijgen te volharden, dat ik mijn
eigen onaangename toestand slechts
rek, dat ik op lankmoedigheid kan re
kenen, kortom: de gewone preek om
me verstandig te gedragen. Ik heb
hard rust nodig, rust na al dat inge
spannen nadenken. Hoe kan ik voor
komen, dat dit gevraag opnieuw be
gint! Om tijd te winnen doe ik een
beroep op zijn menselijke gevoelens en
zeg, dat hij schijnt aan te nemen, dat
ik iets te verbergen heb en als dat zo
is, dat hij dan natuurlijk begrijpt, dat
er andere mensen bij betrokken zijn.
Indien ik zou spreken, zou dit bete
kenen, dat ik de andere zou verraden.
Kan hij niet begrijpen, dat dit een
kwestie van eer is?
Wederom houdt hij een lange rede
tegen me en bewijst me, dat het geen
verraad zou zijn, doch zuiver „ver
standigheid". Denk ik nu heus, dat één
van mijn vrienden voor mij zou wil
len sterven? Ha, ha. dan heb ik het
bij het verkeerde eind. Hij weet wel
beter! Dan begint hij weer over zijn
ervaring en zijn intuitie. Hoe is mijn
ware naam? Nee. die kan niet Kra
nenburg zijn, omdat dat op mijn P. B.
staat en dat is vals. Dat zou zelfs een
kind kunnen zien. Wanneer ik enige
eerbied voor zijn vakkennis gehad heb,
is die thans zeker verdwenen, daar
mijn P. B. toevallig even écht is als
zijn eigen papieren. Ik heb het van
een vriend op het Bevolkingsregister
gekregen.
„Veronderstel, dat ik u alles vertel,
komen de andere mensen dan te we
ten. dat ik doorgeslagen heb?", vraag
ik met een ernstig gezicht.
„Ik verzeker u, dat zij dat nooit
zullen weten. Daarop geef ik u mijn
woord". Hij wordt hoopvol.
Weer verander ik van plan en houdt
mijn mond. Weer redeneert hij. Dan
ga ik rechtop zitten en zeg zenuwach
tig, dat ik dit niet meer kan uithouden.
Ik zal praten! De man-van-ervaring is
opgetogen, zegt dat ik verstandig ben,
biedt me onmiddelijk een sigaar aan,
geeft me wat van zijn eigen limonade
en beveelt het onaangename type ach
ter de schrijfmachine te gaan zitten en
miin bekentenis op te nemen.
Welaan dan, hoe is uw naam?
„Kranenburg! Johan Ferdinand Kra
nenburg!"
„Begint u nu wéér?"
„Doet u niet zo idioot", val ik krach
tig uit. „Heb ik gezegd dat ik praten
zou of niet? Begint u nu niet te den
ken. dat u zo slim bent. Dat P. B. is
volkomen echt! U kunt opnemen wat
ik zeg en anders houd ik mijn mond
dicht! U kunt het morgen controleren,
dus waarom zou ik liegen?"
Het is een opmerkelijk feit. dat ge
schreeuw veel indruk op een Duitser
maakt. Mijn tegenstander zwijgt een
ogenblik en besluit dan me te geloven.
Gedurende de volgende zes uur ver
tel ik een verhaal, miin ondervrager
kleedt, het in oficiële termen in en
het Lombroso-type werkt als een gek
op de schrijfmachine. Het is een vol
ledig „verhaal van mijn leven", waar
in ik mijn schoolopleiding gekregen
heb op een fictief gymnasium, op een
scheepvaartkantoor in Antwerpen ge
werkt heb. in aanraking kwam met
zwarthandelaars enzovoorts. Ik heb
koelbloedig miin ouders, broers en
zusters laten overlijden, mijn huwe
lijksband verzaakt en een verwarrende
massa vrienden algemeen zwart afge
schilderd. Dit alles komt zonder com
mentaar zwart op wit. Slechts zelden
ergert de man zich, dat hij zo weinig
houvast aan miin verhaal heeft. Hij
verkiest aan de episode van mijn
ouders te twijfelen en dwingt me zo
doende tot een uitvoerige beschrijving
van mijn vaders ziekbed, mijn moeders
liefde voor hem en zelfs een beschrij
ving van een niet bestaand familiegraf
op een kerkhof, dat ik nooit bezocht
heb.
Het is een geweldige ontspanning,
dat ik niet behoef te denken en al
leen maar mijn verbeelding de vriie
loop kan laten in het besef, dat de
r>E s. D.-ER, DIE het werk van
Schreieder voorlopig over neemt ziet
er sluw uit. Ik moet oppassen met die
kerel. Hij noemt zich Bokowsky en
vraagt naar mijn ware naam.
Ik kijk hem zwijgend aan.
„Wilt u helemaal niet praten?" pleit
de man. En wanneer ik nog blijf zwij
gen, dondert hij plotseling met een
stem, die de muren doet trillen: „Zeg
toch lets mens!"
„Jawohl", zeg ik, volkomen verrast.
„Dat is beter", zegt hij en glimlacht
onmiddellijk. „Laten we dit onderwerp
een ogenblik laten schieten. Bent U
getrouwd?" Zo begint het verhoor. De
twee en zeventig uur worden één lange
aaneenschakeling van snelle vragen
en antwoorden die steeds mijn aan
dacht opeisen en me dwingen op mijn
hoede te zijn. Het is moeilijk zich voor
te stellen hoe uitputtend en enerverend
dit zijn kan, speciaal wanneer men er
aan denkt, dat minstens de helft der
vragen van onschuldige aard is en
nergens verband mee houdtof
schijnt te houden, want men kan nooit
wetenVier mannen, niet allemaal
even sluw, maar wel ontegenzeggelijk
uiterst Intelligent en allen beroeps
mensen, die elke acht uur afgelost
worden, vuren onophoudelijk hun vra
gen op me af, soms hartelijk en vrien
delijk, dan weer zó woedend, dat ik
verwacht, dat zij zullen ontploffen. Het
weer, roken, mijn das, schoenen, over
hemden met losse en vaste boorden,
mijn overjas, mijn lievelingslectuur,
theater, films, godsdienst, philosophie
en duizenden andere onderwerpen wor
den aangesneden en rustig besproken
tussen de man, wiens beurt het is en'
mii. op mijn stoel tegen de muur.
De oorlog in het algemeen, de morele
zlide van de zwarte markt, weer de
stof van mijn pak, waar ik mijn schoe
nen gekocht heb. Goethe en andere
Duitse dichters, of ik van sigaren houd,
of ik er één wil roken. Herrhoe
was mijn naam ook weer?
Dat punt, mijn ware naam. is het on
derwerp van hun nooit aflatende aan
vallen. Mijn tactiek is om mijn mond
stijf dicht te houden, zodra dit punt in
het geding komt. hoe zij ook tieren. En
dan praten we weer rustig en normaal
over andere onderwerpen. Maar het
vraagt een constante en diepe concen
tratie om niet in één van hun strikken
vast te lopen.
Gedurende de eerste ronde met Bo
kowsky heb ik een flater begaan. Na
een niets ter zake doende conversatie
begint hij de redenen te analyseren,
waarom ik weiger mijn naam te noe
men. Langzamerhand windt hij zich
geweldig op. zodat ik volkomen onder
de indruk kom, maar daar mijn norma
le reactie op vrees slechts stilzwijgen
is, bereikt hij daarmee niet veel. Dan
wordt hij beledigend, niet grof, maar
sarcastisch, intellectueel beledigend.
Hij slaagt er in de toon van het gehele
gesprek tot een dergelijke hoogte op
te voeren, met inbegrip van mijn woe
dende tussenwerpsels, dat ik me in
mijn hartstocht een ogenblik laat gaan
en schreeuw:
„Ik zal u één ding zeggen. Kranen
burg is mijn ware naam niet. maar u
met uw onhebbelijke manieren zult
van mij nooit miin ware naam te we
ten komen!"
Op hetzelfde ogenblik besef ik mijn
blunder en zijn succes. Weer wordt h!ij
zonder inspanning de vriendelijke en
gemoedelijke man. „Ach. goed. dat
hoeft u mij niet te zeggen", zegt hij
glimlachend. „Maar ik ben blij, dat
mijn idee. dat u een valse naam opgaf.
Juist was!"
Dit incident doet me scherp op mijn
hoede zijn. Ik doorzie hun tactiek nu
heel duidelijk. Zij proberen hun slacht
offer zo te iriteren, dat hij zichzelf
vergeet en in zijn woede de 'dingen
zegt. die zij willen weten. Ik begin
langzamerhand de doeltreffendheid der
Duitse „Griindlichkeit" te leren ken
nen, hun grondigheid, die hen in staat
stelt door geduldige en aanhoudende
arbeid een solide muur af te brek.en,
zodra ze ook maar de kleinst mogelijke
barst gevonden hebben.
Klaarblijkelijk is het hun eerste en
enige wens mijn ware naam te weten.
Weinig of niets van wat ik als mijn
„levensgeschiedenis" vertel, wordt in
twijfel getrokken of onderzocht en
wanneer de eerste ronde tegen midder
nacht eindigt, heeft Bokowsky niets te
melden. Ik heb nog niet doorgeslagen,
dat is alles!
die steeds mijn volle aandacht eisen.
Heeft in mijn geest een dergelijke he
vige spanning veroorzaakt, dat ik to
taal uitgeput ben, wanneer de bel voor
de volgende ronde luidt. Ik voel me zo
onbeschrijfelijk moe. dat ik nu begin
te begrijpen hoe menFen onder deze
omstandigheden tot bekentenissn ko
men.
Het ziet er naar uit, dat de nieuwe
ronde ruwer gaat worden. In de eerste
plaats is de ondervrager niet zo sym
pathiek als Bokowsky. Het is een don
kere man van middelbare leeftijd met
ruige wenkbrauwen en een diepe, on
aangename stem. Maar zijn assistent
jaagt mij de meeste angst aan. Het is
waarheid tóch niet voor de volgende
morgen ontdekt kan worden, kortom,
ik verkeer in omstandigheden, die even
verkwikkend werken als een lange
nachtrust.
De reacties van de vier manen zijn
zeer verschillend. De leider van de
groep is klaarblijkelijk zeer tevreden
met deze gemakkelijke overwinning,
de bandiet aan de schrijfmachine dui
delijk merkbaar ontevreden, dat hij zo
hard moet werken en nu en dan iet
wat sceptisch, terwijl de twee anderen
die bij het verhoor tegenwoordig zijn,
slaperig Duitse kraijten zitten te lezen.
Over het algemeen is. de atmospheer
vredig, hoewel de diepe nachtelijke
stilte buiten me soms adembenemend
dreigend aandoet.
J-JET ZAL ONGEVEER zeven uur in
de morgen zijn, als ik aan het eind
van mijn verhaal kom. De man met
de ruige wenkbrauwen leest op een
dreun de elf getypte vellen voor, waar
bij ik nu en dan verbeteringen aan
breng, wanneer ze de feiten niet pre
cies zo wéergeven als ik ze „heb mee
gemaakt". Tenslotte moet ik zowel het
origineel als de zes doorslagen onder
tekenen en met een vreemd gevoel in
mijn maag schrijf ik: Johan Ferdinand
Kranenburg. Daarna komt er een siga
ret en een stuk brood met wat limo
nade en kort daarop arriveert de nieu
we verhoorploeg onder leiding Bo
kowsky.
„En? Hoe voelt u zich?" begroet hij
me hartelijk en steekt zijn hand uit
om de mijne te schudden. Voor ik tijd
heb om te reageren zegt de man-met
ervaring met een zeer ernstige, langza
me stem en een sterke poging om zo
indrukwekkend mogelijk te doen:
„Hij heeft gesproken!"
Over Bokowsky's ronde gezicht glijdt
een trek van grote verbazing. Verwon
derd staart hij zijn collega aan en
wendt zich dan ongelovig tot mij:
„Heeft u gesproken? Nou, dat is een
teleurstelling voor me. Dat had ik
nooit gedacht. U bent een lafaard!"
Zijn opmerkingen zijn gemeend. Hij
is werkelijk teleurgesteld. Ik heb bij
sommige Duitsers een soort sportiviteit
opgemerkt, een zekere eerbied voor
iemands overtuiging en werk.
„Het is een schande, Herreh,
Herreh, hoe is Uw eigenlijke
naam, vraag ik me af. Laat me die
papieren eens zien!" Bokowsky werpt
één blik op de handtekening en barst
dan in een bulderend gelach uit. „Die
is goed! Lieber Gott, jullie zijn er in
gevlogen. Dit is waardeloos! Hij vertel
de me gisterenmiddag, dat zijn naam
niet Kranenburg is, dus is dit alles een
verzinsel, volkomen waardeloos. Jullie
kunnen het wel verscheuren, zo!" en
hij scheurt één vel doormidden en
houdt de stukken spottend tussen
vinger en duim vast.
Ik heb niet de moed naar de ande
ren te kijken.
„Dus dat is een valse verklaring,
he?" zegt de diepe stem lijzig, nog on
aangenamer dan anders.
„Allemaal leugens, lacht Bokowsky.
Gewoon om jullie bezig te houden, wed
ik! Herr Kranenburg", roept hij en
komt weer op me af en schudt me
vrolijk de hand. „Mijn eerlijke compli
menten. Dit is buitengewoon aardig.
Nu maakt u mijn verwachtingen niet
te schande". Bokowsky is een vreem
de Duitser. Ik glimlach tegen hem. Hij
staart me aan.
De andere man verlaat zonder een
woord te zeggen de kamer, maar het
r,"
Onder enorme belangstelling werd
Dinsdag de eerste helft van het tour-
nooi beëindigd. Hoewel het program
ma enkele zeer interessante partijen
bevatte deden zich geen verrassingen
voor. In de ontmoeting van Roozenburg
tegen Ghestem gelukte het ook de we
reldkampioen niet onze nationale kam
pioen zijn eerste nederlaag toe te
brengen. Het was al van het begin af
duidelijk, dat Roozenburg weinig zin
had risico's te nemen. Deze stuurde het
op een flankpartij aan en inderdaad
kwam hij na enige mislukte pogingen
van Ghestem om het spel in klassieke
banen te leiden zo ver.
Het werd een echt laveerpartijtje
waarin de titelhouder in een 88 stel
ling een lichte druk kon uitoefenen,
maar dit was zo weinig, dat hij met
een gelijkwaardige remise genoegen
moest nemen.
Keiler gelukte het niet tegen de taaie
Algerijn beide punten in de wacht te
slepen. Post had een topzware lange
vleugel, maar Keiler kon door de han
dige valstrik van zijn tegenstander
hiervan geen profijt trekken. De Alge
rijn stuurde het op een tempo-spelletje
aan waarbij het voordeel aan zijn zij
de was. Keiler probeerde het nog via
een kansloze uitvalspoging, maar Post
liet zich niet verschalken en dwong
een wederzijdse damdoorbraak af,
waardoor de partij snel remise werd.
In een Hollandse partij gelukte het
Van der Staay de Fransman Perot een
randstuk te bezorgen. Al combinerend
hierop wist hij belangrijk terreinvoor
deel te behalen. Perot verdedigde zich
echter uitstekend, wist de stormloop
tot staan te brengen en remise af te
dwingen.
Ogenschijnlijk had het er veel van
weg. dat Chilland medelijden met zijn
puntenarme tegenstander Damesmaec-
ker h.ad. Hij soeelde zo grillig en
vreemd, dat de Belg een gunstig mid
denspel inging. De parmantige
naar was onverstoorbaar als altijd, had
eerst alleen op zijn korte vleugel ge
speeld en daarna uitsluitend op zijn
lange vleugel. Toch verkreeg hij weer
een evenwichtige positie. Inmiddels
had Demesmaecker zijn stand onder
mijnd en het voordeel, dat hieruit
voortvloeide zette Chilland resoluut in
winst om.
De opkomende Belgische ster Ver-
poest, die ik in deze ronde te bekam
pen kreeg, bezorgde mij veel hoofd
brekens. Ik trachtte een aanval op zijn
lange vleugel te ontketenen, welke
echter weinig positiefs opleverde. In
tussen had hij steeds pogingen onderno
men om mijn centrum te ondermijnen.
Geen van beiden bereikten wij hierme
de iets concreets en er ontstond een
moordenaarstype blijft voor mij staan.
Van onder zijn doorlopende wenkbrau
wen kijkt hij me scherp aan. „Wir
kommen noch einmal zurück!" Dan
maakt hij een beweging alsof hij me
fn mijn gezicht wil slaan! maar houdt
zich in en vertrekt.
Bokowsky schuift de stoel recht en
begint een nieuw verhoor
Albert Helman: Zuid-Zuid
West. Uitg. Het Spectrum,
Utrecht.
Tot de boeken, die ons waarlijk
dierbaar zijn, behoort Heimans Zuid-
Zuid West, waarvan thans de achtste
druk verscheen. Ook wie het boek
door veelvuldig lezen en herlezen
heeft leren kennen, raakt voor de
zoveelste maal in de ban van deze
droefgeestige schoonheid. Nooit is er
zó geschreven over Suriname als in
deze schetsen. Men zegt niet teveel
als men Heimans werk, zo klein en
toch zo groot, rangschikt onder de
klassieken onzer moderne littera
tuur.
Rose Franken: Claudia. Uitg.
J. \V Becht, Amsterdam.
Dit „verhaal van een gelukkig hu
welijk", uit het Amerikaens ver
taald, omvat 326 pagina's van de
aardigste dwaasheid die we in lange
tijd lazen. Rose Franken heeft de
heerlijke gave van de echte humor,
die nergens ontaardt in de flauwitei
ten van het een of andere „Ei en
ik", ook al toont haar boek veel
overeenkomst met het product van de
om onbegrijpelijke redenen zoozeer over
het litteraire paard getilde Betty
MacDonald. „Claudia" is vrij van
iedere krampachtige leukdoenerij, het
is fris, vrolijk en doordrenkt van de
filosofische waarheid: dat het leven
waard is geleefd te worden.
Miep Diekmann: Wereld van
Twee. Uitg. „West-Friesland'.
Hoorn.
Miep Diekman sinds kort door
haar huwelijk nog dichten aan de
Kunst verwant geworden heeft
een vruchtbare (en steeds vlotter
wordende pen. Nauwelijks een_half
jaar geleden kondigden wij haar „Pa-
naderio Pan" aan en thans ligt hier
voor ons dit boek voor jonge vrou
wen en grotere meisjes, dat opnieuw
van haar kunnen gewaagt. Psycholo
gisch knap en met echt-vrouwelijke
tederheid tekent zij het leven van
een jong meisje, dat door een vlieger
aanval haar ouders verloor en nu
door het leven moet met een achter
lijke tante, die zjj verzorgt. Tot ook
over dit jonge leven van offerende
liefde het licht van waarachtig en
doorleefd levensgeluk schijnt. Dit is
het beste boek, dat Miep Diekmann
tot dusver schreef
Boeken die men nooit vergeet.
De uitgeversmij Kosmos heeft het
gelukkige idee gehad te doen ver
schijnen een nieuwe reeks bewerkin
gen voor de jeugd van „boeken die
men nooit vergeet." Een te hoog
dravende verzameltitel Bent u ooit
Robinson Crusoe vergeten? Of Don
Quichote Of Reinaert de Vos Ze
liggen alle drie voor ons, nieuw be
werkt (en in 't algemeen zeer goed
bewerkt!) respectievelijk nieuw door
Jan Mens, C. Wilkeshuis en mevrouw
ZoomersVermeer. Boeken, die nooit
verouderen en die iedere opgroeiende
jongen en ieder opgroeiend meisje
graag zal lezenom ze nooit
meer te vergeten.
VOOR JONGE MEISJES.
De Uitgeversmaatschappij „West-
Friesland" te Hoorn heeft een reeks
Scandinavische boekjes voor jonge
meisjes laten vertalen, welke ieder
voor zich een alleraardigste geschiede
nis bevatten
„Het schoolblad De Krokodil" is van
Karna Pehrson (vert, door Mia Ver-
denas). Het blad wordt door meisjes
leerlingen uitgegeven en vooral Grethe
Möller, die bijzonder goed opstellen
kan maken, zorgt er voor, dat het ge
vuld wordt met interessante artikelen
over het schoolleven. Er zijn evenwel
ook andere meisjes, die invloed op het
blad kunnen uitoefenen en het grote
conflict komt als een der leraren van
een te vriendschappelijke verhouding
met een der meisjes wordt beschuldigd.
De waarheid zegeviert natuurlijk en
Grethe wordt later redactrice aan een
grote krant. (Bestemd voor meisjes van
12 tot 16 jaar).
Verried een landwachter de
burgemeester van Lekkerkerk?
Verdachte: Ik zou sterven van
schaamte
De 49-jarige bierbottelaar Hoogen-
boezem uit Lekkerkerk stond terecht
voor het Haagse Bijzondere Gerechts
hof. Hij was als hulplandwachter be
hulpzaam bij het arresteren van onder
duikers. Hij ontkende echter schuldig
te zijn aan het verraad van de burge
meester van Lekkerkerk, de heer Roos,
die in October 1944 door de SD werd
gearresteerd en niet uit gevangen
schap is teruggekeerd.
De advocaat-fiscaal achtte de tenlaste
gelegde feiten bewezen en eiste een
gevangenisstraf van 10 jaar. Volgens
de raadsman, mr. Van 't Hoff Stolk,
lag het niet in het karakter van ver
dachte om in het geniep verraad te
plegen. Verdachte was reeds in 1935 lid
van de NSB geworden in de overtui
ging, dat hij daarmee een Nederlands
belang diende. Daarom had hij zich
niet met Duitsers ingelaten. De arres
tatie van burgemeester Roos zou niet
te wijten zijn aan verraad van ver
dachte doch gebeurd zijn, omdat de
naam van de burgemeester verbonden
werd aan een overval op het distribu
tiekantoor.
De verdachte maakte gebruik van
het laatste woord om nog eens te ver
klaren, dat hij geen verrader was. „Ik
zou sterven van schaamte", zei hij.
Uitspraak over 14 dagen.
„Ingerlise" werd geschreven door
Jytte Jögens (vert. Henny Vermeer).
Ingerlite Brask, die een sterk gevoel
voor muziek heeft, probeert in het
vrije kwartier op de viool van haar
onderwijzer te spelen. Zij breekt een
snaar, moet schoolblijven, wordt in het
schoollokaal vergeten en eerst des
avonds laat keert het meisje naar haar
huis een klein boerderijtje terug.
Een sneeuwstorm overvalt haar en zij
wordt levensgevaarlijk ziek. In een
groot ziekenhuis in Kopenhagen her
stelt het meisje en wordt tijdelijk op
genomen in het gezin van een vrien
delijke dokter. Daar blijkt, dat zij een
achterkleindochter van een beroemde
violist is en zij komt tenslotte in het
bezit van de kostbare verdwenen viool
van haar overgrootvader. Een met veel
gevoel geschreven boekje.
„De zwemster" door Edith Rasmus
sen (vert. Top Verkerk) vertelt van
Jetty Borg, die met Inge Hansen de
strijd heeft aangebonden om het kam
pioenschap zwemmen voor jongemeis-
jes in Denemarken. Zij woont bij haar
deftige tante Johanne Drewsen, die
niets voor zwemmen voelt en het meis
je verbiedt te trainen zolang zij niet
een voldoende cijfer voor haar wiskun
de -heeft. Het spannende van dit boek
zit natuurlijk hierin, dat Jetty dat cij
fer niet haalt. Een vriendinnetje redt
de situatie tijdelijk, door de 3 van Jet
ty in een 8 te veranderen maar als
tante daar achter komt haast zij zich
naar het zwembad waar zij juist arri
veert als haar nichtje, die kampioene
is geworden, door de burgemeester ge
huldigd wordt, waarna alles een vro
lijk slot krijgt. (Voor meisjes van 10
tot 15 Jaar).
rustig klassiek middenspel. Ik kreeg
het echter te kwaad met de klok,
plaatste een niet verantwoorde voor
post op veld 22, en zag enige zetten la
ter, dat ik hiermede te ver was gegaan
en kreeg het zwaar te verduren.
Door de tijdnood deed ik niet de
sterkste zetten en moest na een kort
eindspel de vlag strijken.
De uitslagen waren van Dinsdag:
Roozenburg—Ghestem 11, Laros
Verpoest 02, DemesmaeckerChil
land 02, KellerPost 11, Van der
StaayPerot 11.
De stand is nu: Roozenburg 18 pun
ten, Keiler 14 punten, Ghestem 13 pun
ten, Verpoest 12 punten, Van der Staay
11 punten. Post 10 punten, Chilland 10
punten, Perot 10 punten, Laros 9 pun
ten, Demesmaecker 2 punten, Rostand
1 punt.
H. LAROS.
voor een vrouw of meisje wan
neer ze als geschenk niet een tube
Hamea Gelei heeft ontvangen.
John Godley is verslaggever aan het
Engelse blad Daily Mirror" en hij
meent te weten, waar een schat van
150.000 gulden is te vinden, die Han
van Megèren met zijn Vermeersver
diende en die de schilder in de tuin
van zijn huis te Laren zou hebben
begraven.
Dus stapte John Godley op de boot
van Hoek van Holland, reisde door
naar Laren en Maandagmiddag is hij
in zijn eentje drie uur lang aan het
graven geweest naar de schat van Han
van Meegeren, aldus het Vrije Volk.
Daarbij is een heel merkwaardige
bepaling aan het licht gekomen. De
tegenwoordige eigenaar van het huis,
de heer Ekman, zeide namelijk, dat in
het koopcontract een clausule stond,
dat men alleen ln de tuin naar geld of
kostbaarheden mocht graven, als er
iemand aanwezig was, die niet uit het
huis afkomstig was.
Toen de Engelsman dat vernam,
heeft hij er onversaagd een buurman
bij gehaald, die zich niet onbetuigd liet
Drie uur lang hebben de beide man
nen gespit, dat het een aard had. En
na die drie uur zwoegen was er nog
niets gevonden. Verschillende malen
stuitten zij op iets hards en dat gaf dan
nieuwe hoop. Doch evenzovele malen
werden zij teleurgesteld, want hun
vondsten waren slechts stenen of boom
stronken
Toen mevrouw Ekman de schatgra
vers op een kop thee tracteerde, kwam
in de loop van het gesprak aan het
licht, dat een tuinman, Gerrit Vos in
Blaricum, enige maanden geleden een
metalen bus met kogels had gevonden
tijdens graafwerk in de tuin.
Vos zag zich toen bestormd met vra
gen van de Engelse verslaggever en
daarbij viel het woord lippenstift.
Want Gerrit had ook een lippenstift
gevonden, die bij de bus lag. Toen rook
Godley groot wild. Hij telegrafeerde
naar zijn baas en kreeg de opdracht,
om tot Maandag te blijven. Graven zal
hij niet meer doen Het probleem van
de lippenstift en van de anderhalve
ton, die nog steeds spoorloos zijn, heeft
hem in zijn greep.
En de lezers van de Daily Mirror
wachten met ongeduld op nieuwe
stories van hun gravende verslaggever
John Godley.
Een millioen voor de NIWIN
binnen tien weken
De Kerstpakketten-actie van de
NIWIN is met volledig succes be
kroond geworden. Zoals men weet,
moesten voor deze actie die dit
jaar voor de derde achtereenvolgen
de maal werd gehouden iets min
der dan 200.000 etiketten 5.
worden verkocht, opdat ieder Kerst
pakket de naam en het adres van
een Nederlandse afzender zou dra
gen. De laatste etiketten zijn thans
per luchtpost naar Batavia verzon
den, waar zij op de daar inmiddels
gearriveerde kerstpakketten zullen
worden geplakt. Daarna worden de
pakketten over de archipel gedistri
bueerd.
Als gevolg van deze succesvolle
actie zal aan alle Nederlandse mili
tairen in de overzeese gebiedsdelen,
alsmede aan alle aldaar verblijvende
burger-pioniers (Nederlanders, die
leven onder omstandigheden, gelijk
aan die der militairen, zoals Rode
Kruis-personeel, e.d.) ter gelegenheid
van het Kerstfeest uit naam van het
Nederlandse volk een kerstpakket
kunnen worden uitgereikt. Voor deze
groots opgezette actie waren ruim
vijfhonderd NIWIN-comité's werk
zaam, terwijl voorts aan de campagne
werd medegewerkt door alle in de
NIWIN samenwerkende organisaties.
Dank z(j deze gezamenlijke krachts
inspanning het gelukt de benodigde
inspanning is het gelukt de benodigde
tien weken bijeen te dóen brengen.
„BOERENLEIDER" VEROORDEELD.
Het tribunaal te Nijmegen heeft uit
spraak gedaan in de zaak van J. Ros
kam uit Lunteren, oud-voorzitter van
de „Landstand". Hij werd veroor
deeld tot drie en een half jaar deten
tie. R. werd direct in vrijheid gesteld,
daar hij reeds drie en een half jaar en
veertien dagen in voorarrest heeft
gezeten.