Chefariiie 4;
Wai zal de toekomst brengen?
Als de laatste trein vertrektDolle Din
Het nieuwe boek
HET WERK DER STATEN-GE IN 1948
Orakeltaal van waarzeggers in
vroeger eeuwen en thans
- li
I
Het was al Indonesië, wat de klok sloeg
Hei uur 0 op hei station
Ik
Transport
me van
Ik ontloop zitting
Hof en exec
I
VRIJDAG n DECEMBER 1948
lyANlïEJER LANGZAAM MAAR ZEKER de laatste dagen van de laat
ste maand in het jaar verglijden, het nieuwe jaar gaat dagen, dan zijn er
duizenden, neen, millioenen, die zich afvragen: „Wat zal het nieuwe jaar ons
brengen? Voor- of tegenspoed, geluk of ongeluk, vreugde of leed?" En zonder
er ons rekenschap van te geven benijden we de enkelingen; die in ernst of
schertsendzich er op verhovaardigen in de toekomst te kunnen kijken. Als
de maand December ter kimme neigt dan doen de „waarzeggers" goede zaken.
En al viert de „humbug" daarbij vele triomfen, tóch de mens is nu eenmaal
zo tóch luisteren we naar voorspellingen, vragen we ons telkens opnieuw af:
„Zou het waar zijn? Kan iemand de gave bezitten te voorspellen wat de toe
komst brengen zal?"
Daarom draagt de krant, op de laatste dag van het oude jaar 1948, een steentje
bij tot het weergeven van uitspraken echte orakeltaal van mensen, die in
een ver verleden zich naam verwierven door hun voorspellingen.
jyjOGEN WE EERST aandacht vragen
voor de Hollandse „profeet" J o-
hannesvan Leliëndaal, prior
der Augustijnen in Utrecht, die tussen
1P74 en 1678, weldra dus 300 jaar ge
leden, voorspellingen deed, waarvan
er menige is uitgekomen.
„Engeland zal, daar het van alles be
roofd en uitgeput wordt, zich van zei
ven door verdeeldheid en binnenland
se onlusten verpletteren".
Dat lezen we in een herdruk van
zijn „Boek des Geheims" in het zesde
hoofdstuk. Men kan, met enige goede
wil, Engelands huidige positie inder
daad overeenkomstig deze voorspelling
zxen, en daarmee Leliëndaal de eer
geven, die hem toekomt.
En wat lezen we in het tiende hoofd
stuk?
„En er zal zich eene groote be
nauwdheid onder alle naties van vol
ken doen hooren. De een zal den an
deren vragen, wat of er te doen is, of
er wat staat te gebeuren, maar nie
mand zal weten te antwoorden, zelfs
T
O l li f
r*~ évk
s 1 R.s v«,èiilöÉi
«o
I
7»' - Él
de Heeren niet, die op de kussens zit
ten".
Is dit uitgekomen of niet? Zelfs „de
Heeren, die op de kussens zitten" we
ten niet, wat er gebeuren gaat. Zij, die
in Leliëndaal geloven en dat zijn
er meer dan U en ik denken weten
zeker, dat deze profeet hiermede de
U.N.O. bedoelt....
De beroemdste!
Van alle profeten in het verleden is
Nostradumus (eigenlijk Michel de
Notredame) wel de beroemdste. Hij
werd in 1503 te St. Remy in Provence
geboren, studeerde te Marseille in de
geneeskunde, legde zich vervolgens toe
op het doen van wonderlijke genezin
gen en voorspellingen en baarde groot
opzien. Vanuit zijn woonplaats Salon
stuurde hij honderden voorspellingen
berijmd de wereld in. Catarina de Me
dici riep hem aan het hof en Karei IX
benoemde hem tot zijn lijfarts. Hij
overleed te Salon de 2e Juli 1566. De
verspreiding van zijn voorspellingen
werd in 1781 verboden, omdat hij daar
in ook de ondergang van het pausdom
had aangekondigd. In een van zijn
vele honderden kwatrijnen de vers
maat die hij steeds gebruikte heet
het:
„In Germanïè zullen sectes opstaan
Die zich als heidenen zullen
gedragen".
Klopt dat niet precies, nu wij Nazi-
Duitsland hebben leren kennen?
Algemener, doch niet minder in
drukwekkend is de voorspelling van
de Schotse „moeder Skipton" in
de vijftiende eeuw:
„Men zal wagens zien zonder
paarden
Rampen zullen rouw in de wereld
brengen
Gedachten zullen in enkele seconden
de aarde omspannen
Men zal onder water varen en
kunnen leven
En in de lucht zal men ze zien,
Terwijl ijzer beter op water zal
drijven dan hout".
Haar woorden zijn bewaarheid: de
auto en de trein, telegraaf en telefoon,
onderzeeboot en vliegtuig!
De grote Russische schrijver Leo
Tolstoi heeft enige weken voor
zijn dood ln een soort trance een uit
lating gedaan, die zijn dochter Anasta-
sia optekende:
„....een vreemde figuur, met ge
ringe strategische gaven, een soort
schrijver of journalist zal een rol
spelen, een groot deel van Europa be
zetten, doch het niet behouden. In de
toekomst zullen vier grote machten de
wereldpolitiek beheersen. Zij zullen
een „bond van vier" vormen: de An
gelsaksen, de Romanen, de Slaven en
de Mongolen".
De verovering van Europa zal al
dus Tolstoi omstreeks 1925 geschie
den, zodat hij zich slechts 15 jaar ver
giste. Ook de „bond van vier" klopt
niet, noch wat aantal, noch wat samen
stelling betreft.
Waren de eeuwen geleden gedane
uitspraken en voorspellingen van alle
tijden, anders is het met de astrologen,
die na 1930 b.v. het jaar 1936 als een
I
NOSTRADAMUS
...de beroemdste....
buitengewoon critieke periode voor
de wereldvrede bestempelden. Tot hen
behoorde de Engelse helderziende
Alice A. Bailey, die o.m. van de
jaren 19361945 zei: „De dood zal zijn
verschrikking verliezen en de angst
voor het onherroepelijke einde zal
eveneens ophouden te bestaan". Voorts
voorspelde zij dat zich tussen Septem
ber 1936 en Augustus 1953 vele moei
lijkheden zouden voordoen en dat het
Rijk van Israël in Palestina opnieuw
gesticht zou worden".
Een andere Engelse astroloog Many
Hall, voorspelde 22 jaar geleden, dat
tussen October 1938 en October 1940
de wereld in een critieke situatie zou
komen; de uitbarsting zou volgens
zijn berekeningen in de jaren 1940
tot en met 1942 geschie'den.
I/WART VOOR TWAALF in de voor
nacht van de laatste dag in het jaar
is het op het station stil. Slechts en
kele reizigers halen de controleurs uit
hun glazen hokjes en stappen haastig
het perron op. Onder de overkapping
staat nog één lange trein met een puf
fende locomotief, die kracht schijnt te
vergaren voor de komende ritde
laatste in dit jaar. De coupé's zijn
voor het merendeel leeg. Hier en daar
zitten echter enkele reizigers in een
hoekje en staren dromerig door de
wasemruit naar buiten. Langs de trein
lopen twee conducteurs zwijgend op
en neer, diep in hun jaskraag wegge
doken. Niemand is er meer op het
perron: het laadpersoneel is naar huis,
de mannen van de post zijn weg. Het
emplacement in de verte ligt in 't
De Hongaarse helderziende B o-
reska Sylbiger, die o.m. de
troonsafstand van Eduard VI voor
speelde, deelde in 1936 mede, dat vol
gens haar de oorlog in 1939 zou uit
breken en in 1942 zou eindigen.
Tamelijk nauwkeurig waren ook de
uitspraken van de Spaanse profeet
Thomas M e n e s, die in 1936, twee
maanden voor de aanslag op de Oos
tenrijkse kanselier Dolfuss, diens ge
welddadige dood voorspelde. Ook de
val van Hitier kondigde hij toen aan,
alleen sprak hij van een bloedige bur
geroorlog in Duitsland. Daarnaast pro
feteerde hij. dat het fascisme in Spanje
nimmer volledig zou zegevieren
Hoewel de bekende Engelse auteur
H. G. Wells niet tot het eigenlijke
gilde der profeten behoort, dient zijn
„voorspelling" omtrent de tweede
wereldoorlog hier zeker vermeld. Vol
gens hem zou de oorlog in 1940 uitbre
ken, omdat „een nazi op het station in
Danzig een Pool zou neerschieten, die
zijn tong tegen de Edelgermaan had
uitgestoken: een misverstand, omdat
de Pool alleen maar probeerde met
zijn tong een slecht ^passend gebit op
de juiste plaats te brengenEen
satire met een kern van waarheid!
Overigens is er voor al degenen die
in voorspellingen geloven en die angst
hebben voor een derde wereldoorlog,
oen troost: nog is er geen toekomst
voorspeller, die zich daarover heeft
uitgelaten. De meesten zien alleen
maar „een onrustig tijdperk dat tot
1956 zal duren".
donker; geen geluid dringt er door tot
het station.
Plotseling slaat de deur van het
chefs-kantoor met een slag dicht. In
het magere schijnsel van de perron
lampen- wordt een rode pet zichtbaar,
een streepje van een gezicht, een lange
donkere jas. Uit een der zakken ben
gelt een „pannekoek". De chef steekt
een paar rails over en stapt op de
trein toe. Als bij toverslag ontwaken
de conducteurs uit hun slaapwandeling
en sluiten enkele deuren, die door de
uitgestapte reizigers zijn opengelaten.
Dan volgt een schrille fluittoon, een
vraag „Klaar?" en omhoog gaat het
groene spiegelei. Krakend en steunend
zet de ijzeren massa zich in beweging;
de assen piepen, terwijl de wielen
vlugger en vlugger wegdenderen over
de railgroeven. In de bagagewagen
achteraan leunen de conducteurs tegen
de schuifdeur. Hun groet klinkt vaag
in het lawaaierig duister. Even staart
de chef nog het perron af, waar twee
rode lichten kleiner wordend
hem schijnen aan te staren, totdat de
trein via enkele wissels uit net gezicht
verdwijnt.
Vlug stapt de chef terug naar zijn
warme kantoor. Daar noteert hij: trein
2314 vertrokken om 23.49 uur. Negen
en-veertigNog elf minuten schei
den hem van de grote streep die jaar
wisseling heet. Hij zakt achterover op
zijn stoel, stopt een pijp en blaast er
gloed in. Nu nog tien minuten van het
middernachtelijk uur, ambtelijk aan
geduid met 0 uur.
Heel wat avonden heeft hij zo ge
zeten, tien minuten van de volgende
c;ag verwijderd, tien maal zestig se
conden van „morgen" en nimmer gin
gen die tien minuten zo traag als nu.
Ze betekenen geen klokkemaat meer,
zelfs het verhangen van een kalender
speelt geen rol. Dit korte tijdsbestek
is een morele periode geworden, een
pauze in het jachtende leven, een ver
ademing om zich te bezinnen op wat er
weggleed.
De chef legt zijn pet op tafel, leunt
achterover met zijn stoel en sluit de
ogen.
Treinen gingen en kwamen, vol
en druk; reizigers altijd gehaast,
'elkaar verdringend op de perrons.
Coupé's volgepropt met mensen, za
kenlieden, soldaten, vacantiegangers,
ambtenaren en kinderen. Treinen vol
vreugde, ook droefenis, mistroostig
heid en leed, zwaar onder de mate
riële en morele druk. Allen in gang
gezet door het schrille fluitje van de
chef en zijn nonchalant gebaar met de
pannekoek als een argeloos vaarwel;
eer afscheid tot hen die terugkeerden
r-ar huis en hof, of gingen naar brui
loft of begrafenis. Vreugde en droefe
nis, op gang gebracht door één hand
zwaai, drie-honderd-vijf-en-zestig-da
gen van vier-en-twintig trage uren
leng
Gestadig tikt de klok aan de wand.
De wijzers schuiven bijna over elkaar.
Nog enkele seconden en het jaar zal
zijn heengegaan en zich gevoegd heb
ben bjj de ontelbare reeksen, die onze
geschiedenis maakten. De chef peinst
met zijn oog op de klok gericht. Ach,
er is nog zoveel te memoreren. Uren
en dagen mogen vlug voorbijgaan, al
leen het laatste uur van de laatste dag
moest langer duren
Plotseling schalt over het emplace
ment een schelle fluittoon. Daarginds
nog een: in de verte loeit een boot
sirene; daar beiert een klok, er knal
len voetzoekers en geweerschoten. Het
is twaalf uur. De chef ontwaakt uit de
verdoving en staat op. De emotie, die
nu eenmaal elke jaarwisseling ken
merkt, overvalt hem. Hij pakt de tele
foon van de haak en draait de schijf;
„Hallo, vrouwtje, een gelukKlg nieuw
jaar, kind, voor jou en de jongens, ja,
jij ook, Frans, Peter en Lien, een goed
jaar voor ons gezin, ons land en de
wereld. Wat zeg je? Neen, kind, ik
kom over een half uurtje. Eerst de
zaken voor straks in orde maken, voor
de treinen vandaagDag, kinderen".
Vlug haalt hij de paperassen te
voorschijn en zet zich aan het bureau.
Voor hij zich tot schrijven zet, pe'nsl
hij nog even over de dolle wereld, die
zo weinig tijd geeft om terug te staren
en daarom zoveel daarvan vergeet
Altijd maar weer vooruit, vandaag,
morgen, volgende week, over tien
jaar
Dan krast in het stille kantoor een
pen op 't papier. Het is nul uur vijf
tien.
Rillerig? Verkouden? Neem: mn
BEROEM DE GENEESMIDDELEN
IN ÉÉN TABLET
TEGEN PIJNEN EN GRIEP, 20 TABLETTEN è"75 c
„De misdaad op de Boroboedoer"
door Ids Van der Ploeg.
Ids van der Ploeg schreef een crimi
nele roman, Jaap Pronk maakte een
stofomslag, die gelukkig alleen als
blikvanger bedoeld is en een band
ontwerp, dat ietwat futuristisch aan
doet, A. W. Bruna en Zoon te Utrecht
en Antwerpen gaven het boek uit. „De
misdaad op de Boroboedoer" werd een
roman van de misdaad, die waarlijk
spanning genoeg bezit, om in één ruk te
worden uitgelezen. Slechts de episode,
waarin de auteur zijn terrein ver
plaatst van Java naar de Verenigde
Staten is slap en sleept enkele pagina's
lang, doch dan hervindt Van der Ploeg
zichzelf weer en de rest van zijn boek
trekt de lezer in onweerstaanbare
vaart mee. Och, ja, van deze boeken
gaan er dertien in een dozijn, maar
toch, het éne is beter dan het andere.
Het één heeft meer kwaliteiten dan het
andere. „Misdaad op de Boroboedoer" is
een detective-roman, die juist iets uit
steekt boven het grauwe gemiddelde cn
daarom waard is, gememoreerd te wor
den.
Grondwetsherziening en
verkiezingen Isolatie
de C.P.N.
van
TOEN DE KERKKLOKKEN hier te
lande het jaar 1947 uitbeierden en'
1948 werd ingeluid, vertoefde onze
toenmalige minister-president dr. L. J.
M. Beel onder de tropenzon, o.a. ter
bespoediging van de totstandkoming
van de federale organen. Wanneer het
jaar 1948 vlucht, voor zijn jeugdige op
volger 1949, verblijft dr. Beel weer in
Indonesië, nu als hoge vertegenwoordi
ger van de Kroon. Tussen deze twee ge
beurtenissen, die kenmerkend zijn voor
de betekenis van het jaar 1948 voor
ons land, ligt een bewogen geschiede
nis ook op parlementair gebied
die ons in menig opzicht vooruitgang
heeft gebracht, maar ook teleurstellin
gen heeft bereid.
Indonesië heeft op het Binnenhof in
Den Haag, waaromheen de regerings
gebouwen liggen de Eerste en
Tweede Kamer en enkele departemen
ten zijn stempel gedrukt.
De beraadslagingen over de rege
ringsverklaring van 13 Januari eindig
den op 3 Februari met de aanneming
van een motie-Romme met 52 tegen 31
stemman, waarin de Kamer zich ac-
coord verklaarde met de instelling van
een Collegiaal Orgaan bij K.B., doch
tevens ran oordeel was, dat in onmid
dellijke aansluiting daarop de defini
tieve regeling behoorde te geschieden
bij de Wet.
De Noodwet-Indonesië verleende de
regering machtiging om in afwachting
van de vestiging ener nieuwe rechts
orde in Indonesië voorlopige algen^ne
maatregglen te nemen ten aanzien van
de voorbereiding van en de overgang
naar die nieuwe rechtsorde.
Een nieuwe rechtsorde.Hoe meer
het jaar ten einde spoedde hoe meer
de regering zich bezig had te houden
met een oplossing in Indonesië. De in
stelling van de federale interim-rege
ring vond een hinderpaal in de voort
durende negatieve houding van de Re
publiek ten aan ien van de Nederland
se voorstellen, die wel de instemming
van de andere Indonesische staten
hadden.
Mr. D. U. Stikker, minister van Bui
tenlandse Zaken, begaf zich naar Java
om contact op te nemen met de repu
blikeinse regering. Spoedig keerde hij
terug om 21 November in gezelschap
van mr. N. J. M. A. Sassen, minister
van Overzeese Gebiedsdelen en de ge
delegeerde van het opperbestuur, de
heer L. Neher weer naar Indonesië te
'reizen. Toen reeds noemde de heer Sas
sen de toestand critiek. Drie dagen la
ter volgde een college van waarnemers
van de volksvertegenwoordiging, be
staande uit afgevaardigden van de
voornaamste fracties in de Tweede Ka
mer. Op 27 November had te Kalioe-
rang een eerste contact plaats tussen
de Nederlandse delegatie en premier
Hatta. Nog was de hoop op overeen
stemming niet weggevaagd. In het vier
de door de Commissii van Goede Dien
sten aan de Veiligheidsraad uitge
brachte rapport, dat 2 December verd
gepubliceerd, was nog sprake van een
mogelijk resultaat van de rechtstreekse
onderhandelingen.
Reeds de 7e December was de Ne
derlandse delegatie in ons land terug.
Minister Sassen ontkende nog, dat van
een „break down" sprake was. Enkele
dagen later -wam echter 't regerings
woord, dat zeide dat overeenstemming
met de Republiek uitgesloten moest
worden geacht. De brief van Hatta aan
Merle Cochran, Amerikaans lid van de
Commissie van Goede Diensten, kon
door onze regering niet als basis voor
hervatting der besprekingen worden
beschouwd.
Zaterdag 18 December werd voor de
tweede maal bevel gegeven tot een po
litionele actie tegen de republikeinse
gebieden op Java en Sumatra. Tevens
werd het besluit „Bewind Indonesië in
Overgangstijd" afgekondigd. Minister
president dr. Drees gaf over feit, oor
zaak en doel een gedocumenteerde ver
klaring voor de Tweede Kamer. De
Volksvertegenwoordiging plaatste zich
(uitgezonderd de C.P.N.) eensgezind
achter de regering, die thans, door bui
tenlandse druk bemoeilijkt, de taak
heeft opgenomen recht, vrijheid en vei
ligheid te brengen voor millioenen in
nood levende Rijksgenoten.
TA, INDONESIë HEEFT onze lands-
J bestuurders veel hoofdbrekens gekost
en veel werk bezorgd. Want ook de
uitermate belangrijke Grondwetsher
ziening, die altijd aan het jaar 1948 ge
koppeld zal blijven, hield ten nauwste
met de toekomstige vorming van een
Nederlands-Indonesische Unie verband.
Eigenlijk hebben wij er drie gehad. De
eerste, die ten doel had een nieuwe
rechtsorde voor Nederland, Indoneaië,
Suriname en Curagao te kunnen voor
bereiden en vestigen en het instituut
van de Staatssecretarissen in te voeren,
werd vastgesteld op 27 Mei. Eveneens
op 27 Mei kreeg haar beslag een aan
vulling van de Tweede Afdeling van
het Tweede Hoofdstuk met een bepa
ling nopens het inkomen van de Ko
ning of de Koningin, die afstand heeft
gedaan van de Kroon. Grote gebeurte
nissen wierpen hun schaduwen reeds
vooruit.
De onmiddellijk daarop volgende
herziening betrof de opneming van de
mogelijkheid, om grondwettelijke be-
voegdh den van organen van burger
lijk gezag ten opzichte van de openbare
orde en de politie geheel of gedeeltelijk
te doen overgaan op andere organen
van burgerlijk gezag, zulks ter hand
having van de uit- of inwendige vei
ligheid in buitengev/one omstandighe
den. Deze aanvulling had haar ontstaan
te danken aan een initiatief voorstel
van vijf fractievoorzitters uit de Twee
de Kamer, namelijk de heren Romme
(KVP), Van der Goes van Natei (Pv
dA), Schouten 'ARTilanus (CH) en
Bierma (VVD). Op 28 Mei werd de
desbetreffende wet vastgesteld.
Nadat de vier wetten, waarin deze
aanvullingen waren vastgelegd in twee
de lezing met de vereiste meerderheid
van twee-derde van het aantal uitge
brachte stemmen door de beide Ka
mers der Staten-Generaal waren aan
vaard op 19 Augustus in de Tweede
Kamer en op 3 September in de Eerste
Kamer volgde op 20 September de
plechtige afkondiging. Een belangrijk
stuk legislatieve arbeid had daarmee
zijn beslag gekregen.
VOOR EEN Grondwetswijziging zijn
twee lezingen nodig, de tweede door
nieuwe Kamers der Staten-Generaal
die de wijziging met een gekwalificeer
de meerderheid moeten aanvaarden.
Nieuwe Kamers, dat betekent verkie
zingen. Welnu 1948 heeft ze gehad en
de stembussenstrijd is weer in alle he
vigheid, helaas niet steeds met faire
middelen gevoerd.
De Katholieke Volkspartij, de Partij
van de Arbeid, de Anti-Revolutionnaire
Partij, de Christelijk-Historische Unie,
de Communistische Partij Nederland,
de Volkspartij voor Vrijheid1 en Demo
cratie, de Staatkundig Gereformeerde
Partij, het Voorlopig Katholiek Comité
van Actie (Weiter), de Middenstands-
partij, de Onafhankelijke Nationale
Groep, de oude S.D.A.P. en de Revo-
lutionnair Communistische Partij na
men er aan deel. Uit deze lijst blijkt
al, dat er in 1948 enige nieuwe partijen
in de politieke arena zijn verschenen.
De WD bleek de beste troeven in
handen gehad te hebben. Zij kwam van
6 op 8 zetels. De CHU won één zetel en
steeg daardoor tot 9 zetels en ook de
heer Welter deed zijn intrede in de
Kamer. De PvdA en de CPN kregen
klappen; de communistische aanhang
slonk zodanig, dat zij inplaats van met
10, met 8 vertegenwoordigers terug
kwamen. De PvdA verloor eveneens 2
zetels en hield er 27 over. De KVP en
de Staatkundig Gereformeerden hand
haafden zich met respectievelijk 32 en
2 zetels. De andere partijen, die aan
de verkiezingen deelnamen, behaalden
geen enkele slag. Hun stemmen gingen
verloren.
Op 13 Maart besloot de Partijraad
van de KVP de samenwerking met de
communisten, ook in de provincie en
de gemeente te beëindigen. De PvdA
ging niet zo ver, doch op 17 Maart ad
viseerde het partijbestuur van de PvdA
wel aan de raads- en statenfracties bij
voorkomende vacatures van wethou
der, lid van Gedeputeerde Staten, le
den van commissies, enz., niet op com
munisten te stemmen.
Steeds scherper kwam ook de over
heid tegenover het communisme te
staan. Zo diende de regering op 21
April een wetsontwerp in tot aanvul
ling van de Provinciale Wet en de Ge
meentewet, beogende het aan de Pro
vinciale Staten en aan de Raad moge
lijk te maken het mandaat van Gede
puteerden en van Wethouders, die het
vertrouwen niet meer bezitten, terug
te nemen. Deze duidelijk tegen de
CPN gerichte wet werd op 15 Juli vast
gesteld. Op 29 Juli verenigde de Twee
de Kamer zich met een voorstel van de
vijf fractievoorzitters Romme, Van der
Goes van Naters, Schouten, Tilanus en
Oud, waarin de wens te kennen werd
gegeven, dat geen communisten zouden
worden benoemd in de commissies voor
Buitenlandse Zaken, voor Indonesische
Zaken en voor Handelspolitieke Be
trekkingen, aangezien zij van mening
was, dat de CPN zo innig is verbon
den met het internationale communis
me, dat vertegenwoordigers van deze
partij niet in commissies gedoogd kun
nen worden, waarin herhaaldelijk ver
trouwelijke mededelingen worden ver
strekt. Bij de samenstelling van deze
commissies op 23 September benoemde
de Tweede Kamer daarin inderdaad
geen communisten.
JSE VERKIEZINGEN van 7 Juli brach-
ten geen grote verschuivingen in de
Tweede Kamer een klein rukje naar
de kant van de behoudende partijen
en enig verlies aan socialistische zijde.
De op 8 Juli gehouden verkiezing van
de Eerste Kamer liet dit vertegenwoor
digend lichaam ongewijzigd, doordat
de samenstelling van de Provinciale
Staten geen verandering had onder
gaan. Het lag dus vóór de hand, dat
ook het nieuwe kabinet de regering-
Beel bood op 7 Juli haar ontslag aan
niet veel mutaties te zien zou ge
ven. Op 13 Juli gaf de Prinses-Regen
tes aan dr. L. J. M. Beel opdracht een
parlementair kabinet samen te stellen,
„dat een zo groot mogelijk vertrouwen
van de Tweede Kamer geniet". Twee
moeilijkhede: had de formateur te
overwinnen. In de eerste plaats moest
hij ervoor zorgen, dat zijn kabinet bij
de CHU en de VVD een zodanig ver
trouwen genoot, dat aanneming van de
Grondwetsherziening met een meerder
heid van tweederde van het aantal uit
gebrachte stemmen verzekerd was en
in de tweede plaats had hij rekening
te houden met de tegenstelling tussen
de KVP, die wel voor een kabinet op
brede basis geporteerd was, en de
PvdA, die daar niet voor voelde. Hij is
ze niet de baas kunnen worden en op
22 Juli gaf hij zijn opdracht terug.
Evenmin had hij succes met de hem op
dezelfde dag verstrekte opdracht een
kabinet te vormen. Op 31 Juli moest hij
de Prinses-Regentes bekennen, dat hij
ten tweede male niet geslaagd was.
waarna dezelfde dag mr. J. R. H. van
Schaik een opdracht aanvaardde. Op
6 Augustus was het hem gelukt een
extra-parlementair kabinet te vormen.
Het was samengesteld uit zes Katho
lieke leden, vijf leden van de PvdA,
een partijloze, mr. Stikker van de WD
en mr. Schokking van de CHU. De
PvdA was dus accoord gegaan met de
opneming van een vertegenwoordiger
van de WD en nog wel een vooraan
staande en een van de CHU. Doch daar
stond tegenover, dat aan de heer Drees
het minister-presidentschap was aange
boden. Op 28 Octobêr werd nog mr. D.
G. W. Spitzen als minister van Ver
keer en Waterstaat aan dit kabinet
toegevoegd.
Met ingang van 1 Maart werd aan de
heer L. Neher ontslag verleend als mi
nister van Wederopbouw en Volkshuis
vesting en tot zijn opvolger benoemd
mr. dr. J. In 't Veld.
QNZE VOLKSVERTEGENWOORDI
GING en de regering hebbèn in het
afgelopen jaar belangrijk werk ver
richt. Vooral financiële en economische
vraagstukken vroegen haar aandacht
conversie van de staatsschuld (wet van
18 Maart), de nationalisatie van de
Nederlandse Brnk (wet van 23 April),
Noodregeling Gemeentefmanciën (wet
van 15 Juli), verschillende wetsont
werpen betreffende de accijns en de
belastingen, de geldzuivering, de ver
laging van de voedselsubsidies, de op
heffing van de distributie, de loon- en
prijspolitiek en de bedrijfsorganisatie.
Voorts de verhouding tot het buiten
land, de West-Europese samenwerking
en de gezamenlijke defensie, de Mar
shall-hulp en de Benelux.
Pensioenen werden verhoogd en
nieuwe ingesteld; de totalisato- werd
weder ingevoerd; het Hoger Oróerwijs
kreeg subsidie; een wetsontwerp tot
verplichte werkloosheidsverzekering
werd ingediend; op het gebi«-d van d«
wederopbouw maakte de regering enP
ge wetsontwerpen aanhangig, alsmede
een tot het tegengaan van lichtvaardige
echtscheidingen en een tot regeling van
het ontslagrecht; het wetsontwerp op
de publiekrechtelijke bedrijfsorganisa
tie is ter beoordeling aan het parlement
voorgelegd, evenals het wetsontwerp
op de materiële oorlogsschade en -dat
betreffende de onteigening op het ge
bied van het perswezen.
Veel nuttig werk is dus verricht,
maar veel bleef onafgemaakt liggen.
Ook 1949 zal een zwaar jaar worden.
Goed begrip en een goede onderlinge
verstandhouding zullen regering en
parlement over de moeilijkheden kun
nen heenhelpen.
(JET BLIJKT al gauw, d
Utrecht D« ■Mk 1
Hof komen ca met dit
marcheren we kamp Vufht
aan twee geboeid en zwas
deer twee rtJen „rroene poll
loof niet, ooit meer van ee
genoten te hebben dan d
Vaght naar Utrecht De b
weer te den met normale, n
die kunnen gaan en «taan v
len, weer die vriendeltjkhel
Bode Kruia te ervaren dat
breed en «igaretten onder o
Dit allee vervult niet alleen
gewtlgheld, maar ook van
troeet, da trooet dat lh mi
aekors dag toob ook weor
mag «Dn vrQI Ook Jan heel
dt gevoel en we bepraten a
vena ia de vader der gedacl
tot sou sQn on wat we «oud
ve dat nog tone mochten b
Eén van de bewaker»
terug tot de werkelijkheid e
tan liever te roken dan te
men ona ln Utrecht wèl de
maar niat het eten zal af;
ia aandoenlijk te zien hoe
met lange, anelle trekken
zweven besluiteloos tussen
gen om er langzaam van te
de wens alles op te maken t
genomen wordt. Een paar b
risico te nemen. Er is nat
kansje, dat het naar binnen
kan worden!
T)E GEVANGENIS in Utrei
mensen, die in voorlopif
gehouden worden en op hu:
ling wachten. Zij is goed ge
an wordt behoorlijk geleid.
Voor de eerate maal zit i
alleen in een cel. Mijn mede
nog ten echte nieuweling, t
de normale vreea en verleg
iemands eerste dagen in de
vergallen. Hij is in zoverre
h(j me de posities van de
legers kan verklaren, waar'
langer in de gevangenis
uiterst onnauwkeurig op de
Er kómt wel nieuws door, r
regel uit een verscheidenheii
nen, die niet altijd even 1:
zijn.
De verwarming is een
verbindingsmogelijkheid en
weg maak ik kennis met B
man van uitzonderlijke kwa
wie ik later goede vriend'
den. Hij is reeds veroorde
vtnslange gevangenisstraf e
de bevestiging van dit von:
hoogste autoriteit. We si
allerhande onderwerpen, sti
Engels, welke taal hij uits'
heerst. De twee voornaamst
pen zijn: eten en de kanser
ding en we hebben werkelij
prettige tijd met deze beide
lijke thema's.
Na drie dagen wordt mijn
ontslagen en vervangen dot
jonge man uit het Zuiden,
me een zeer waardevolle
een potloodstiftje op de gri
der; en haalt me over al mij
op stukjes toiletpapier te sc
werpt zich op tot mijn biblii
slaagt er werkelijk in tw<
literaire uitspattingen door
fouilleringen heen te slep
stuurde hij ze me terug. H
óók levend uit gekomen!
De zesde dag van mijn
Utrecht wordt gekenmerk
aanval van de R.A.F. op
prompt gevolgd door de wil<
ten. Een man, die tijdens d
val binnengebracht werd,
weerd dat de geallieerden
deren en dat de vliegtuigen,
zien hebben, de eerste troe
steunen. Dat Is op Dinsdai
De Robert-d«-Du#lkfll«i