Chefariiie 4; Wai zal de toekomst brengen? Als de laatste trein vertrektDolle Din Het nieuwe boek HET WERK DER STATEN-GE IN 1948 Orakeltaal van waarzeggers in vroeger eeuwen en thans - li I Het was al Indonesië, wat de klok sloeg Hei uur 0 op hei station Ik Transport me van Ik ontloop zitting Hof en exec I VRIJDAG n DECEMBER 1948 lyANlïEJER LANGZAAM MAAR ZEKER de laatste dagen van de laat ste maand in het jaar verglijden, het nieuwe jaar gaat dagen, dan zijn er duizenden, neen, millioenen, die zich afvragen: „Wat zal het nieuwe jaar ons brengen? Voor- of tegenspoed, geluk of ongeluk, vreugde of leed?" En zonder er ons rekenschap van te geven benijden we de enkelingen; die in ernst of schertsendzich er op verhovaardigen in de toekomst te kunnen kijken. Als de maand December ter kimme neigt dan doen de „waarzeggers" goede zaken. En al viert de „humbug" daarbij vele triomfen, tóch de mens is nu eenmaal zo tóch luisteren we naar voorspellingen, vragen we ons telkens opnieuw af: „Zou het waar zijn? Kan iemand de gave bezitten te voorspellen wat de toe komst brengen zal?" Daarom draagt de krant, op de laatste dag van het oude jaar 1948, een steentje bij tot het weergeven van uitspraken echte orakeltaal van mensen, die in een ver verleden zich naam verwierven door hun voorspellingen. jyjOGEN WE EERST aandacht vragen voor de Hollandse „profeet" J o- hannesvan Leliëndaal, prior der Augustijnen in Utrecht, die tussen 1P74 en 1678, weldra dus 300 jaar ge leden, voorspellingen deed, waarvan er menige is uitgekomen. „Engeland zal, daar het van alles be roofd en uitgeput wordt, zich van zei ven door verdeeldheid en binnenland se onlusten verpletteren". Dat lezen we in een herdruk van zijn „Boek des Geheims" in het zesde hoofdstuk. Men kan, met enige goede wil, Engelands huidige positie inder daad overeenkomstig deze voorspelling zxen, en daarmee Leliëndaal de eer geven, die hem toekomt. En wat lezen we in het tiende hoofd stuk? „En er zal zich eene groote be nauwdheid onder alle naties van vol ken doen hooren. De een zal den an deren vragen, wat of er te doen is, of er wat staat te gebeuren, maar nie mand zal weten te antwoorden, zelfs T O l li f r*~ évk s 1 R.s v«,èiilöÉi «o I 7»' - Él de Heeren niet, die op de kussens zit ten". Is dit uitgekomen of niet? Zelfs „de Heeren, die op de kussens zitten" we ten niet, wat er gebeuren gaat. Zij, die in Leliëndaal geloven en dat zijn er meer dan U en ik denken weten zeker, dat deze profeet hiermede de U.N.O. bedoelt.... De beroemdste! Van alle profeten in het verleden is Nostradumus (eigenlijk Michel de Notredame) wel de beroemdste. Hij werd in 1503 te St. Remy in Provence geboren, studeerde te Marseille in de geneeskunde, legde zich vervolgens toe op het doen van wonderlijke genezin gen en voorspellingen en baarde groot opzien. Vanuit zijn woonplaats Salon stuurde hij honderden voorspellingen berijmd de wereld in. Catarina de Me dici riep hem aan het hof en Karei IX benoemde hem tot zijn lijfarts. Hij overleed te Salon de 2e Juli 1566. De verspreiding van zijn voorspellingen werd in 1781 verboden, omdat hij daar in ook de ondergang van het pausdom had aangekondigd. In een van zijn vele honderden kwatrijnen de vers maat die hij steeds gebruikte heet het: „In Germanïè zullen sectes opstaan Die zich als heidenen zullen gedragen". Klopt dat niet precies, nu wij Nazi- Duitsland hebben leren kennen? Algemener, doch niet minder in drukwekkend is de voorspelling van de Schotse „moeder Skipton" in de vijftiende eeuw: „Men zal wagens zien zonder paarden Rampen zullen rouw in de wereld brengen Gedachten zullen in enkele seconden de aarde omspannen Men zal onder water varen en kunnen leven En in de lucht zal men ze zien, Terwijl ijzer beter op water zal drijven dan hout". Haar woorden zijn bewaarheid: de auto en de trein, telegraaf en telefoon, onderzeeboot en vliegtuig! De grote Russische schrijver Leo Tolstoi heeft enige weken voor zijn dood ln een soort trance een uit lating gedaan, die zijn dochter Anasta- sia optekende: „....een vreemde figuur, met ge ringe strategische gaven, een soort schrijver of journalist zal een rol spelen, een groot deel van Europa be zetten, doch het niet behouden. In de toekomst zullen vier grote machten de wereldpolitiek beheersen. Zij zullen een „bond van vier" vormen: de An gelsaksen, de Romanen, de Slaven en de Mongolen". De verovering van Europa zal al dus Tolstoi omstreeks 1925 geschie den, zodat hij zich slechts 15 jaar ver giste. Ook de „bond van vier" klopt niet, noch wat aantal, noch wat samen stelling betreft. Waren de eeuwen geleden gedane uitspraken en voorspellingen van alle tijden, anders is het met de astrologen, die na 1930 b.v. het jaar 1936 als een I NOSTRADAMUS ...de beroemdste.... buitengewoon critieke periode voor de wereldvrede bestempelden. Tot hen behoorde de Engelse helderziende Alice A. Bailey, die o.m. van de jaren 19361945 zei: „De dood zal zijn verschrikking verliezen en de angst voor het onherroepelijke einde zal eveneens ophouden te bestaan". Voorts voorspelde zij dat zich tussen Septem ber 1936 en Augustus 1953 vele moei lijkheden zouden voordoen en dat het Rijk van Israël in Palestina opnieuw gesticht zou worden". Een andere Engelse astroloog Many Hall, voorspelde 22 jaar geleden, dat tussen October 1938 en October 1940 de wereld in een critieke situatie zou komen; de uitbarsting zou volgens zijn berekeningen in de jaren 1940 tot en met 1942 geschie'den. I/WART VOOR TWAALF in de voor nacht van de laatste dag in het jaar is het op het station stil. Slechts en kele reizigers halen de controleurs uit hun glazen hokjes en stappen haastig het perron op. Onder de overkapping staat nog één lange trein met een puf fende locomotief, die kracht schijnt te vergaren voor de komende ritde laatste in dit jaar. De coupé's zijn voor het merendeel leeg. Hier en daar zitten echter enkele reizigers in een hoekje en staren dromerig door de wasemruit naar buiten. Langs de trein lopen twee conducteurs zwijgend op en neer, diep in hun jaskraag wegge doken. Niemand is er meer op het perron: het laadpersoneel is naar huis, de mannen van de post zijn weg. Het emplacement in de verte ligt in 't De Hongaarse helderziende B o- reska Sylbiger, die o.m. de troonsafstand van Eduard VI voor speelde, deelde in 1936 mede, dat vol gens haar de oorlog in 1939 zou uit breken en in 1942 zou eindigen. Tamelijk nauwkeurig waren ook de uitspraken van de Spaanse profeet Thomas M e n e s, die in 1936, twee maanden voor de aanslag op de Oos tenrijkse kanselier Dolfuss, diens ge welddadige dood voorspelde. Ook de val van Hitier kondigde hij toen aan, alleen sprak hij van een bloedige bur geroorlog in Duitsland. Daarnaast pro feteerde hij. dat het fascisme in Spanje nimmer volledig zou zegevieren Hoewel de bekende Engelse auteur H. G. Wells niet tot het eigenlijke gilde der profeten behoort, dient zijn „voorspelling" omtrent de tweede wereldoorlog hier zeker vermeld. Vol gens hem zou de oorlog in 1940 uitbre ken, omdat „een nazi op het station in Danzig een Pool zou neerschieten, die zijn tong tegen de Edelgermaan had uitgestoken: een misverstand, omdat de Pool alleen maar probeerde met zijn tong een slecht ^passend gebit op de juiste plaats te brengenEen satire met een kern van waarheid! Overigens is er voor al degenen die in voorspellingen geloven en die angst hebben voor een derde wereldoorlog, oen troost: nog is er geen toekomst voorspeller, die zich daarover heeft uitgelaten. De meesten zien alleen maar „een onrustig tijdperk dat tot 1956 zal duren". donker; geen geluid dringt er door tot het station. Plotseling slaat de deur van het chefs-kantoor met een slag dicht. In het magere schijnsel van de perron lampen- wordt een rode pet zichtbaar, een streepje van een gezicht, een lange donkere jas. Uit een der zakken ben gelt een „pannekoek". De chef steekt een paar rails over en stapt op de trein toe. Als bij toverslag ontwaken de conducteurs uit hun slaapwandeling en sluiten enkele deuren, die door de uitgestapte reizigers zijn opengelaten. Dan volgt een schrille fluittoon, een vraag „Klaar?" en omhoog gaat het groene spiegelei. Krakend en steunend zet de ijzeren massa zich in beweging; de assen piepen, terwijl de wielen vlugger en vlugger wegdenderen over de railgroeven. In de bagagewagen achteraan leunen de conducteurs tegen de schuifdeur. Hun groet klinkt vaag in het lawaaierig duister. Even staart de chef nog het perron af, waar twee rode lichten kleiner wordend hem schijnen aan te staren, totdat de trein via enkele wissels uit net gezicht verdwijnt. Vlug stapt de chef terug naar zijn warme kantoor. Daar noteert hij: trein 2314 vertrokken om 23.49 uur. Negen en-veertigNog elf minuten schei den hem van de grote streep die jaar wisseling heet. Hij zakt achterover op zijn stoel, stopt een pijp en blaast er gloed in. Nu nog tien minuten van het middernachtelijk uur, ambtelijk aan geduid met 0 uur. Heel wat avonden heeft hij zo ge zeten, tien minuten van de volgende c;ag verwijderd, tien maal zestig se conden van „morgen" en nimmer gin gen die tien minuten zo traag als nu. Ze betekenen geen klokkemaat meer, zelfs het verhangen van een kalender speelt geen rol. Dit korte tijdsbestek is een morele periode geworden, een pauze in het jachtende leven, een ver ademing om zich te bezinnen op wat er weggleed. De chef legt zijn pet op tafel, leunt achterover met zijn stoel en sluit de ogen. Treinen gingen en kwamen, vol en druk; reizigers altijd gehaast, 'elkaar verdringend op de perrons. Coupé's volgepropt met mensen, za kenlieden, soldaten, vacantiegangers, ambtenaren en kinderen. Treinen vol vreugde, ook droefenis, mistroostig heid en leed, zwaar onder de mate riële en morele druk. Allen in gang gezet door het schrille fluitje van de chef en zijn nonchalant gebaar met de pannekoek als een argeloos vaarwel; eer afscheid tot hen die terugkeerden r-ar huis en hof, of gingen naar brui loft of begrafenis. Vreugde en droefe nis, op gang gebracht door één hand zwaai, drie-honderd-vijf-en-zestig-da gen van vier-en-twintig trage uren leng Gestadig tikt de klok aan de wand. De wijzers schuiven bijna over elkaar. Nog enkele seconden en het jaar zal zijn heengegaan en zich gevoegd heb ben bjj de ontelbare reeksen, die onze geschiedenis maakten. De chef peinst met zijn oog op de klok gericht. Ach, er is nog zoveel te memoreren. Uren en dagen mogen vlug voorbijgaan, al leen het laatste uur van de laatste dag moest langer duren Plotseling schalt over het emplace ment een schelle fluittoon. Daarginds nog een: in de verte loeit een boot sirene; daar beiert een klok, er knal len voetzoekers en geweerschoten. Het is twaalf uur. De chef ontwaakt uit de verdoving en staat op. De emotie, die nu eenmaal elke jaarwisseling ken merkt, overvalt hem. Hij pakt de tele foon van de haak en draait de schijf; „Hallo, vrouwtje, een gelukKlg nieuw jaar, kind, voor jou en de jongens, ja, jij ook, Frans, Peter en Lien, een goed jaar voor ons gezin, ons land en de wereld. Wat zeg je? Neen, kind, ik kom over een half uurtje. Eerst de zaken voor straks in orde maken, voor de treinen vandaagDag, kinderen". Vlug haalt hij de paperassen te voorschijn en zet zich aan het bureau. Voor hij zich tot schrijven zet, pe'nsl hij nog even over de dolle wereld, die zo weinig tijd geeft om terug te staren en daarom zoveel daarvan vergeet Altijd maar weer vooruit, vandaag, morgen, volgende week, over tien jaar Dan krast in het stille kantoor een pen op 't papier. Het is nul uur vijf tien. Rillerig? Verkouden? Neem: mn BEROEM DE GENEESMIDDELEN IN ÉÉN TABLET TEGEN PIJNEN EN GRIEP, 20 TABLETTEN è"75 c „De misdaad op de Boroboedoer" door Ids Van der Ploeg. Ids van der Ploeg schreef een crimi nele roman, Jaap Pronk maakte een stofomslag, die gelukkig alleen als blikvanger bedoeld is en een band ontwerp, dat ietwat futuristisch aan doet, A. W. Bruna en Zoon te Utrecht en Antwerpen gaven het boek uit. „De misdaad op de Boroboedoer" werd een roman van de misdaad, die waarlijk spanning genoeg bezit, om in één ruk te worden uitgelezen. Slechts de episode, waarin de auteur zijn terrein ver plaatst van Java naar de Verenigde Staten is slap en sleept enkele pagina's lang, doch dan hervindt Van der Ploeg zichzelf weer en de rest van zijn boek trekt de lezer in onweerstaanbare vaart mee. Och, ja, van deze boeken gaan er dertien in een dozijn, maar toch, het éne is beter dan het andere. Het één heeft meer kwaliteiten dan het andere. „Misdaad op de Boroboedoer" is een detective-roman, die juist iets uit steekt boven het grauwe gemiddelde cn daarom waard is, gememoreerd te wor den. Grondwetsherziening en verkiezingen Isolatie de C.P.N. van TOEN DE KERKKLOKKEN hier te lande het jaar 1947 uitbeierden en' 1948 werd ingeluid, vertoefde onze toenmalige minister-president dr. L. J. M. Beel onder de tropenzon, o.a. ter bespoediging van de totstandkoming van de federale organen. Wanneer het jaar 1948 vlucht, voor zijn jeugdige op volger 1949, verblijft dr. Beel weer in Indonesië, nu als hoge vertegenwoordi ger van de Kroon. Tussen deze twee ge beurtenissen, die kenmerkend zijn voor de betekenis van het jaar 1948 voor ons land, ligt een bewogen geschiede nis ook op parlementair gebied die ons in menig opzicht vooruitgang heeft gebracht, maar ook teleurstellin gen heeft bereid. Indonesië heeft op het Binnenhof in Den Haag, waaromheen de regerings gebouwen liggen de Eerste en Tweede Kamer en enkele departemen ten zijn stempel gedrukt. De beraadslagingen over de rege ringsverklaring van 13 Januari eindig den op 3 Februari met de aanneming van een motie-Romme met 52 tegen 31 stemman, waarin de Kamer zich ac- coord verklaarde met de instelling van een Collegiaal Orgaan bij K.B., doch tevens ran oordeel was, dat in onmid dellijke aansluiting daarop de defini tieve regeling behoorde te geschieden bij de Wet. De Noodwet-Indonesië verleende de regering machtiging om in afwachting van de vestiging ener nieuwe rechts orde in Indonesië voorlopige algen^ne maatregglen te nemen ten aanzien van de voorbereiding van en de overgang naar die nieuwe rechtsorde. Een nieuwe rechtsorde.Hoe meer het jaar ten einde spoedde hoe meer de regering zich bezig had te houden met een oplossing in Indonesië. De in stelling van de federale interim-rege ring vond een hinderpaal in de voort durende negatieve houding van de Re publiek ten aan ien van de Nederland se voorstellen, die wel de instemming van de andere Indonesische staten hadden. Mr. D. U. Stikker, minister van Bui tenlandse Zaken, begaf zich naar Java om contact op te nemen met de repu blikeinse regering. Spoedig keerde hij terug om 21 November in gezelschap van mr. N. J. M. A. Sassen, minister van Overzeese Gebiedsdelen en de ge delegeerde van het opperbestuur, de heer L. Neher weer naar Indonesië te 'reizen. Toen reeds noemde de heer Sas sen de toestand critiek. Drie dagen la ter volgde een college van waarnemers van de volksvertegenwoordiging, be staande uit afgevaardigden van de voornaamste fracties in de Tweede Ka mer. Op 27 November had te Kalioe- rang een eerste contact plaats tussen de Nederlandse delegatie en premier Hatta. Nog was de hoop op overeen stemming niet weggevaagd. In het vier de door de Commissii van Goede Dien sten aan de Veiligheidsraad uitge brachte rapport, dat 2 December verd gepubliceerd, was nog sprake van een mogelijk resultaat van de rechtstreekse onderhandelingen. Reeds de 7e December was de Ne derlandse delegatie in ons land terug. Minister Sassen ontkende nog, dat van een „break down" sprake was. Enkele dagen later -wam echter 't regerings woord, dat zeide dat overeenstemming met de Republiek uitgesloten moest worden geacht. De brief van Hatta aan Merle Cochran, Amerikaans lid van de Commissie van Goede Diensten, kon door onze regering niet als basis voor hervatting der besprekingen worden beschouwd. Zaterdag 18 December werd voor de tweede maal bevel gegeven tot een po litionele actie tegen de republikeinse gebieden op Java en Sumatra. Tevens werd het besluit „Bewind Indonesië in Overgangstijd" afgekondigd. Minister president dr. Drees gaf over feit, oor zaak en doel een gedocumenteerde ver klaring voor de Tweede Kamer. De Volksvertegenwoordiging plaatste zich (uitgezonderd de C.P.N.) eensgezind achter de regering, die thans, door bui tenlandse druk bemoeilijkt, de taak heeft opgenomen recht, vrijheid en vei ligheid te brengen voor millioenen in nood levende Rijksgenoten. TA, INDONESIë HEEFT onze lands- J bestuurders veel hoofdbrekens gekost en veel werk bezorgd. Want ook de uitermate belangrijke Grondwetsher ziening, die altijd aan het jaar 1948 ge koppeld zal blijven, hield ten nauwste met de toekomstige vorming van een Nederlands-Indonesische Unie verband. Eigenlijk hebben wij er drie gehad. De eerste, die ten doel had een nieuwe rechtsorde voor Nederland, Indoneaië, Suriname en Curagao te kunnen voor bereiden en vestigen en het instituut van de Staatssecretarissen in te voeren, werd vastgesteld op 27 Mei. Eveneens op 27 Mei kreeg haar beslag een aan vulling van de Tweede Afdeling van het Tweede Hoofdstuk met een bepa ling nopens het inkomen van de Ko ning of de Koningin, die afstand heeft gedaan van de Kroon. Grote gebeurte nissen wierpen hun schaduwen reeds vooruit. De onmiddellijk daarop volgende herziening betrof de opneming van de mogelijkheid, om grondwettelijke be- voegdh den van organen van burger lijk gezag ten opzichte van de openbare orde en de politie geheel of gedeeltelijk te doen overgaan op andere organen van burgerlijk gezag, zulks ter hand having van de uit- of inwendige vei ligheid in buitengev/one omstandighe den. Deze aanvulling had haar ontstaan te danken aan een initiatief voorstel van vijf fractievoorzitters uit de Twee de Kamer, namelijk de heren Romme (KVP), Van der Goes van Natei (Pv dA), Schouten 'ARTilanus (CH) en Bierma (VVD). Op 28 Mei werd de desbetreffende wet vastgesteld. Nadat de vier wetten, waarin deze aanvullingen waren vastgelegd in twee de lezing met de vereiste meerderheid van twee-derde van het aantal uitge brachte stemmen door de beide Ka mers der Staten-Generaal waren aan vaard op 19 Augustus in de Tweede Kamer en op 3 September in de Eerste Kamer volgde op 20 September de plechtige afkondiging. Een belangrijk stuk legislatieve arbeid had daarmee zijn beslag gekregen. VOOR EEN Grondwetswijziging zijn twee lezingen nodig, de tweede door nieuwe Kamers der Staten-Generaal die de wijziging met een gekwalificeer de meerderheid moeten aanvaarden. Nieuwe Kamers, dat betekent verkie zingen. Welnu 1948 heeft ze gehad en de stembussenstrijd is weer in alle he vigheid, helaas niet steeds met faire middelen gevoerd. De Katholieke Volkspartij, de Partij van de Arbeid, de Anti-Revolutionnaire Partij, de Christelijk-Historische Unie, de Communistische Partij Nederland, de Volkspartij voor Vrijheid1 en Demo cratie, de Staatkundig Gereformeerde Partij, het Voorlopig Katholiek Comité van Actie (Weiter), de Middenstands- partij, de Onafhankelijke Nationale Groep, de oude S.D.A.P. en de Revo- lutionnair Communistische Partij na men er aan deel. Uit deze lijst blijkt al, dat er in 1948 enige nieuwe partijen in de politieke arena zijn verschenen. De WD bleek de beste troeven in handen gehad te hebben. Zij kwam van 6 op 8 zetels. De CHU won één zetel en steeg daardoor tot 9 zetels en ook de heer Welter deed zijn intrede in de Kamer. De PvdA en de CPN kregen klappen; de communistische aanhang slonk zodanig, dat zij inplaats van met 10, met 8 vertegenwoordigers terug kwamen. De PvdA verloor eveneens 2 zetels en hield er 27 over. De KVP en de Staatkundig Gereformeerden hand haafden zich met respectievelijk 32 en 2 zetels. De andere partijen, die aan de verkiezingen deelnamen, behaalden geen enkele slag. Hun stemmen gingen verloren. Op 13 Maart besloot de Partijraad van de KVP de samenwerking met de communisten, ook in de provincie en de gemeente te beëindigen. De PvdA ging niet zo ver, doch op 17 Maart ad viseerde het partijbestuur van de PvdA wel aan de raads- en statenfracties bij voorkomende vacatures van wethou der, lid van Gedeputeerde Staten, le den van commissies, enz., niet op com munisten te stemmen. Steeds scherper kwam ook de over heid tegenover het communisme te staan. Zo diende de regering op 21 April een wetsontwerp in tot aanvul ling van de Provinciale Wet en de Ge meentewet, beogende het aan de Pro vinciale Staten en aan de Raad moge lijk te maken het mandaat van Gede puteerden en van Wethouders, die het vertrouwen niet meer bezitten, terug te nemen. Deze duidelijk tegen de CPN gerichte wet werd op 15 Juli vast gesteld. Op 29 Juli verenigde de Twee de Kamer zich met een voorstel van de vijf fractievoorzitters Romme, Van der Goes van Naters, Schouten, Tilanus en Oud, waarin de wens te kennen werd gegeven, dat geen communisten zouden worden benoemd in de commissies voor Buitenlandse Zaken, voor Indonesische Zaken en voor Handelspolitieke Be trekkingen, aangezien zij van mening was, dat de CPN zo innig is verbon den met het internationale communis me, dat vertegenwoordigers van deze partij niet in commissies gedoogd kun nen worden, waarin herhaaldelijk ver trouwelijke mededelingen worden ver strekt. Bij de samenstelling van deze commissies op 23 September benoemde de Tweede Kamer daarin inderdaad geen communisten. JSE VERKIEZINGEN van 7 Juli brach- ten geen grote verschuivingen in de Tweede Kamer een klein rukje naar de kant van de behoudende partijen en enig verlies aan socialistische zijde. De op 8 Juli gehouden verkiezing van de Eerste Kamer liet dit vertegenwoor digend lichaam ongewijzigd, doordat de samenstelling van de Provinciale Staten geen verandering had onder gaan. Het lag dus vóór de hand, dat ook het nieuwe kabinet de regering- Beel bood op 7 Juli haar ontslag aan niet veel mutaties te zien zou ge ven. Op 13 Juli gaf de Prinses-Regen tes aan dr. L. J. M. Beel opdracht een parlementair kabinet samen te stellen, „dat een zo groot mogelijk vertrouwen van de Tweede Kamer geniet". Twee moeilijkhede: had de formateur te overwinnen. In de eerste plaats moest hij ervoor zorgen, dat zijn kabinet bij de CHU en de VVD een zodanig ver trouwen genoot, dat aanneming van de Grondwetsherziening met een meerder heid van tweederde van het aantal uit gebrachte stemmen verzekerd was en in de tweede plaats had hij rekening te houden met de tegenstelling tussen de KVP, die wel voor een kabinet op brede basis geporteerd was, en de PvdA, die daar niet voor voelde. Hij is ze niet de baas kunnen worden en op 22 Juli gaf hij zijn opdracht terug. Evenmin had hij succes met de hem op dezelfde dag verstrekte opdracht een kabinet te vormen. Op 31 Juli moest hij de Prinses-Regentes bekennen, dat hij ten tweede male niet geslaagd was. waarna dezelfde dag mr. J. R. H. van Schaik een opdracht aanvaardde. Op 6 Augustus was het hem gelukt een extra-parlementair kabinet te vormen. Het was samengesteld uit zes Katho lieke leden, vijf leden van de PvdA, een partijloze, mr. Stikker van de WD en mr. Schokking van de CHU. De PvdA was dus accoord gegaan met de opneming van een vertegenwoordiger van de WD en nog wel een vooraan staande en een van de CHU. Doch daar stond tegenover, dat aan de heer Drees het minister-presidentschap was aange boden. Op 28 Octobêr werd nog mr. D. G. W. Spitzen als minister van Ver keer en Waterstaat aan dit kabinet toegevoegd. Met ingang van 1 Maart werd aan de heer L. Neher ontslag verleend als mi nister van Wederopbouw en Volkshuis vesting en tot zijn opvolger benoemd mr. dr. J. In 't Veld. QNZE VOLKSVERTEGENWOORDI GING en de regering hebbèn in het afgelopen jaar belangrijk werk ver richt. Vooral financiële en economische vraagstukken vroegen haar aandacht conversie van de staatsschuld (wet van 18 Maart), de nationalisatie van de Nederlandse Brnk (wet van 23 April), Noodregeling Gemeentefmanciën (wet van 15 Juli), verschillende wetsont werpen betreffende de accijns en de belastingen, de geldzuivering, de ver laging van de voedselsubsidies, de op heffing van de distributie, de loon- en prijspolitiek en de bedrijfsorganisatie. Voorts de verhouding tot het buiten land, de West-Europese samenwerking en de gezamenlijke defensie, de Mar shall-hulp en de Benelux. Pensioenen werden verhoogd en nieuwe ingesteld; de totalisato- werd weder ingevoerd; het Hoger Oróerwijs kreeg subsidie; een wetsontwerp tot verplichte werkloosheidsverzekering werd ingediend; op het gebi«-d van d« wederopbouw maakte de regering enP ge wetsontwerpen aanhangig, alsmede een tot het tegengaan van lichtvaardige echtscheidingen en een tot regeling van het ontslagrecht; het wetsontwerp op de publiekrechtelijke bedrijfsorganisa tie is ter beoordeling aan het parlement voorgelegd, evenals het wetsontwerp op de materiële oorlogsschade en -dat betreffende de onteigening op het ge bied van het perswezen. Veel nuttig werk is dus verricht, maar veel bleef onafgemaakt liggen. Ook 1949 zal een zwaar jaar worden. Goed begrip en een goede onderlinge verstandhouding zullen regering en parlement over de moeilijkheden kun nen heenhelpen. (JET BLIJKT al gauw, d Utrecht D« ■Mk 1 Hof komen ca met dit marcheren we kamp Vufht aan twee geboeid en zwas deer twee rtJen „rroene poll loof niet, ooit meer van ee genoten te hebben dan d Vaght naar Utrecht De b weer te den met normale, n die kunnen gaan en «taan v len, weer die vriendeltjkhel Bode Kruia te ervaren dat breed en «igaretten onder o Dit allee vervult niet alleen gewtlgheld, maar ook van troeet, da trooet dat lh mi aekors dag toob ook weor mag «Dn vrQI Ook Jan heel dt gevoel en we bepraten a vena ia de vader der gedacl tot sou sQn on wat we «oud ve dat nog tone mochten b Eén van de bewaker» terug tot de werkelijkheid e tan liever te roken dan te men ona ln Utrecht wèl de maar niat het eten zal af; ia aandoenlijk te zien hoe met lange, anelle trekken zweven besluiteloos tussen gen om er langzaam van te de wens alles op te maken t genomen wordt. Een paar b risico te nemen. Er is nat kansje, dat het naar binnen kan worden! T)E GEVANGENIS in Utrei mensen, die in voorlopif gehouden worden en op hu: ling wachten. Zij is goed ge an wordt behoorlijk geleid. Voor de eerate maal zit i alleen in een cel. Mijn mede nog ten echte nieuweling, t de normale vreea en verleg iemands eerste dagen in de vergallen. Hij is in zoverre h(j me de posities van de legers kan verklaren, waar' langer in de gevangenis uiterst onnauwkeurig op de Er kómt wel nieuws door, r regel uit een verscheidenheii nen, die niet altijd even 1: zijn. De verwarming is een verbindingsmogelijkheid en weg maak ik kennis met B man van uitzonderlijke kwa wie ik later goede vriend' den. Hij is reeds veroorde vtnslange gevangenisstraf e de bevestiging van dit von: hoogste autoriteit. We si allerhande onderwerpen, sti Engels, welke taal hij uits' heerst. De twee voornaamst pen zijn: eten en de kanser ding en we hebben werkelij prettige tijd met deze beide lijke thema's. Na drie dagen wordt mijn ontslagen en vervangen dot jonge man uit het Zuiden, me een zeer waardevolle een potloodstiftje op de gri der; en haalt me over al mij op stukjes toiletpapier te sc werpt zich op tot mijn biblii slaagt er werkelijk in tw< literaire uitspattingen door fouilleringen heen te slep stuurde hij ze me terug. H óók levend uit gekomen! De zesde dag van mijn Utrecht wordt gekenmerk aanval van de R.A.F. op prompt gevolgd door de wil< ten. Een man, die tijdens d val binnengebracht werd, weerd dat de geallieerden deren en dat de vliegtuigen, zien hebben, de eerste troe steunen. Dat Is op Dinsdai De Robert-d«-Du#lkfll«i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1948 | | pagina 10