Per dag laten 240 Nederlanders iets in de trein achter Wij zijn nummer één in de haven van Antwerpen DE GRIEP EN HAAR GEVOLGEN i wind nder k en de rust 0-4 :ht En bijna de helft dezer vergeeiachiigen vraagt er nooit meer om Elke drie maanden is er uitverkoop j^jaaisie ^|i leuws Engeland heeft een robotvliegtuig Het nieuwe boek ige! feest (Koedyks St rote vreugde ge- twee arriveerden ïafé Schuit^ waar onder lei- Haas, opgetogen maal in de zaal het begroetings kinderen enkele zangspelletjes den diverse trac- vertelde ïimmel, die ver en hadden van n snoep in ont- spreekt vanzelf, maakte van al Sint hartelijk oen* de kleuters knecht weer zaal weer een effen Nu waren toen de voor- i voordien aan- en onder- ter Schellinger, deed blijken iendelijke woor- ;n werden trac- werden door w De Geus en zang- en to- diet evenals die smaak vielen e piano-begelei- en verlieten de uur de zaal r Hart nog een tot het slagen edragen, debur- mate gel- jnderwijzeressen de fa Tromp 1 appels «n Piet il tot corner, goede kans linnentrio wist maken, invallen kreeg ingskans doch >r de doelman e rust sterker. net een ver- de Boys die tstekend schot ;ond echter 'n voor de Boys Ikmaarse sup- dig bleek dat 3ij na al haar ;t was hierna s in de aan spelen dach- iing te zien ir een kopbal as gepasseerd. B.-verdedigers eiligdom van houden, india terug en sbuiten vorm- roor de Boys- nvallen wer- er groter in was dusdanig 'ing niet voor d. )m leidde zeer een enkele ing, doch zijn beheerst. peelde DEM en daardoor l direct alle anten tevoor- vrouwe For- id. Een hard ■n van DTS paal beland- n in het veld. 3e DTS-voor- schieten ver- Ie de aanval- (soms) goed ïrbij Dekker om te doel- eef evenwel aldoende wist ist schoot. De stand. Na de blauw-witten en de weini- en voor de anjaard een a grote moei- ijes zijn club door goed juiste ogen- ieten en kort tweede doel- eit beslecht. 30 van en an Tervoort een kopbal leer in het door beide ie wedstrijd, d. Weiden sleid. isdagavond jdelijk op ijk lichte Morgen bewolking of regen, r aanwak- West en i ÏT n£ RUIME ilAL van het voormalige Maliebaanstation te Utrecht ver toont zo op het eerste gezicht wel enige overeenkomst met de garderobe van een grote stadstheater tijdens de avondvoorstelling. Honderden jassen rijen zich hier aaneen in alle maten» soorten en kwaliteiten sommigen onberispelijk van coupe en afwerking, anderen oud en afgedragen met rafe lige mouwen en smoezelige kragen. Eén dingen hebben deze kledingstuk ken echter allen gemeen: hun onbe kende herkomst. Vondelingen zijn het, stuk voor stuk. Die prachtige new- lookmantel even zo goed als dat scha mele kinderjasje. Ruim vijf en twin tig honderd jassende oogst van de laatste vijf maanden! Ruim vijf en twintig honderd jassen. En toch slechts een klein deel van de totale voorraad goederen die hier, in het centraal bureau voor gevonden voorwerpen der Nederlandse Spoorwe gen te Utrecht is ondergebracht. Uit al le delen van het land stromen dage lijks de vondelingetjes binnen va riërende van ogenschijnlijk waardeloze prullen tot kostbare sieraden of moei lijk te vervangen kledingstukken. Tot de meest gewilde artikelen behoren handschoenen, tassen, hoeden, para- pluiés en dassen maar ook mantels, schoenen, muziekinstrumenten, fototoe stellen, brillen en kinderspeelgoed zijn veel geziene gasten op het B. G. V. (bureau gevonden voorwerpen) te Utrecht. Ziet u daar al die gekleurde laden? Iedere kleur voor zich duidt op een bepaald voorwerp. Rood voor brillen, groen voor pijpen, geel voor tabaksdo zen, zwart voor sleutels, enzovoort; dat vergemakkelijkt het zoeken, begrijpt u. Ja, trekt u er maar eens een open. Enorm, hé, die voorraad. En toch, slechts de opbrengst van één maand. Overigs bewaren ze hier in deze laden alleen het zogenaamde klein-goed, de bétere waar Vindt u verderop. Ja, deze deur door, de heer Spieksma, het hoofd van het B. G. V.. zal u wel voor gaannou, wat zegt u ervan? Er Is van alles. AANVANKELIJK zeggen we niets, zo verbaasd zijn we over hetgeen zich hier aan onze ogen vertoont. Meters hoge stellages van onder tot boven afgeladen met alle mogelijke en on mogelijke voorwerpen. Kijkt men rechts, dan waant men zich in een speciaal zaak voor regenschermen, draait men zich om dan krijgt men sterk de indruk in een vooroorlogs magazijn voor herenhoeden verzeild te zijn geraakt (zelfs hoge-hoeden ont breken niet!) en doet men nieuwsgie rig een paar stappen opzij, dan staat men plotseling tussen een opeenhoping van koffers en actetassen, die menige handelaar in lederwaren in vervoering zou brengen. Wij hebben daar echter geen tijd voor, want de heer Spieksma is reeds naar de volgende afdeling ge drenteld en toont ons nu zijn voorraad handschoenen. Kisten vol maar liefst! „En dan te bedenken, dat er momen teel iedere dag zo'n honderd stuks bij komen", verzucht onze leidsman en woelt doelloos met zijn handen door de bonte sortering. Dan vervolgt hij: „Ja, dat zit 'm veelal in het zachte weer van de laatste tijd; 's morgens vroeg stappen de reizigers dik ingepakt in de trein maar tegen de tijd dat ze de plaats van bestemming bereiken, heb ben ze zich reeds lang ontdaan van hun wollen dassen en dito handschoe nen. Die rusten ergens in een vergeten hoekje van het bagagenet en in negen van de tipn gevallen liggen ze daar nog als de coupé leegstroomt. Buiten schijnt immers de zon en wie denkt dan nog aan zulke winterse attributen. Dassen, dassen.... Alleen aan dassen hebben we in de maand November al duizend stuks meer binnen gekregen dan het vorige jaar. En weet u wat ons nu steeds weer het meest frappeert? Dat de mensen zelf niet weten hoe hun eigendom er nu eigenlijk precies uitziet. Krijgen we bijvoorbeeld een aanvraag binnen voor een verloren shawl; staat er als ken merk aangegeven; blauw streepje. La ter blijkt het een grijs ruitje te zijn.. Natuurlijk, vergissen is menselijk, maar op deze wijze wordt voor ons het werk ontzaglijk bemoeilijkt. En wat denkt u van een parapluie die als volgt omschreven wordt, normaal model met recht handvat. Alsof er niet duizenden parapluies zijn die aan deze voorwaar den voldoen. Vooral onze vrouwelijke cliënten munten in dit opzicht uit door onnauwkeurigheid. Hieraan is het voor een groot deel te wijten, dat vele ge vonden voorwerpen nooit meer aan de rechtmatige eigenaar kunnen worden teruggegeven en er kan dan ook niet met genoeg nadruk op worden gewe zen, dat men bij de. aangifte van een verloren voorwerp de grootst moge lijke nauwkeurigheid moet betrachten. Waar we ons hier eveneens vaak over verbazen is het feit, dat van vele ge vonden voorwerpen helemaal geen aan vraag binnen komt. Laatst nog kregen we hier een koffertje waarin zich een bedrag van ruim duizend gulden bleek te bevinden. Een aanvraag bleef uit en als niet toevallig de naam van de eige naar binnen in de koffer vermeld was geweest, wisten we tot op heden nog niet aan wie het toebehoorde. Die eige naar was er zo van overtuigd, dat zijn eigendom was gestolen, dat hij zich maar niet eens de moeite had getroost om een aanvraag in te dienen. En zo zijn er velen, meneer. Ruw geschat waren er vorig jaar een kleine tiendui zend mensen die absoluut geen moeite hebben gedaan hun verloren gegane eigendommen weer in hun bezit te krijgen. Openbare verkoop. Wat er nu uiteindelijk met die voor werpen gebeurt, die we niet thuis hebben kunnen brengen? Wel, die wor den in het openbaar bij opbod verkocht. Nee, niet eens per jaar, maar eens in de drie maanden. Ik zou me geen raad weten als ik in dit gebouw de op brengst van een heel jaar zou moeten bergen. Denkt u zich maar eens in. Vorig jaar alleen al: 12674 handschoenen, 6914 actetassen, hoe^fn, 253% parapluies en zo even paar 6387 maar door." In totaal 87648 stuks of gemid deld iets meer dan 240 per dag, d.i. ge noeg om een warenhuis mee te drij ven. Meer dan de helft van deze om vangrijke voorraad geraakte dankzij de tussenkomst van het B. G. V. weer in handen van de oorspronkelijke bezit ters, maar het resterende deel bedroeg toch altijd nog 42476 stuks. Meer dan 42000 voorwerpen waarvan, grotendeels door nalatigheid, laksheid, gemakzucht en onnauwkeurigheid van de verliezer, de herkomst niet meer kon worden vastgesteld. We beschou wen het weliswaar als een sport om zoveel goederen terug te bezorgen, maar ja, als de mensen zelf niet een beetje meewerken, is het voor ons on begonnen werk. Dit foto-toestel b.v., daar is een aanvraag voor binnen ge komen, maar de eigenaar heeft verge ten zijn woonplaats te vermelden. En nu moeten wij maar zien uit te vissen waar de goede man woontZenu wen, meneer, niets dan zenuwen. Haast je, rept je wordt zo'n formulier inge vuld en dan is men nog verwonderd als men er niets meer van hoort. Een biliotheek. Ja, die boeken daar zijn ook allemaal gevonden; een complete bibliotheek zoals u ziet en heus geen prutsroman netjes. Alsjeblieft, drie exemplaren van Gods Geuzen, Klop op de deur, Ciske de Rat, Laars op de nek, enfin, noemt u maar op. Bij ons is geen nee te koop.- Van dit laatste zijn we langzamer hand ook overtuigd want de voorraad goederen die hier in het B. G. V. te Utrecht is samengebracht, is schier on uitputtelijk. Zelfs 'kinderwagens ont breken niet op het appèl. Hoe dat mo gelijk is? Och, die worden eenvoudig aan het een of andere bagagedepot af gegeven en nooit meer opgehaald. On begrijpelijk, zegt u? Inderdaad, maar als u zoals wij eens een uurtje tussen deze opeenhoping van vergeten zakeri heeft gedwaald, vindt u zo gauw niet meer iets „onbegrijpelijk" want dan weet u ook, dat er zich on der de voorraad gevonden voorwer pen wel eens kunstledematen, krukken en surrogaat-gebitten bevinden. En hoe is dat nu te verklaren? Een hevige sneeuwval legde het verkeer in New York lam. Een der moderne sneeuwploegen, die de straten weer berijdbaar maakten, in actie in Wall Street. Ze schijnen zich best te amuseren op het eerste Kerstfeest van haar jonge leven. De vierling Good, uit Bristol zit onder de mistletoe de kussen af te wachten, die liefhebbende familieleden zullen komen brengen. V.l.n.r.: Jennifer, Francis, Elizabeth en Bridget. Belgische criiiek op Nederland (Van onze correspondent te Brussel) Uit de pas gepubliceerde statistieken van November 1948 blijkt, dat de zee schepen, varend onder Nederlandse vlag, in deze maand de eerste plaats hebben veroverd in het havenverkcer te Antwerpen, met 304.000 netto ton- nenmaat. Groot-Brittannië volgde met 274.000 ton, Noorwegen met 195.000, de Ver. Staten met 155.000 en Zweden met 133.000. Het is de eerste maal, dat de Nederlandse vlag primus is in de grote Scheldeliaven! Dit in België Antwer pen uitgezonderd weinig opgemerkte feit verdient even te worden aange streept, vooral met het oog op de Bene- lux-problemen en de bijzonder belang rijke rol, welke de Benelux-havens, en speciaal Antwerpen, hierbij hebben te vervullen. Naar aanleiding van deze Nederlandse doorbraak werd echter in de „maritie me" kringen nogmaals uiting gegeven aan vrij „gemengde gevoelens" zoals men dit diplomatiek pleegt te noemen. Deze gevoelens werden voor het eerst nogal onzacht geformuleerd tijdens do recente algemene statutaire vergadering van de Zeevaart-Federatie van Antwer pen. De niet-ingewijde aanwezigen heb ben daar velen met verbazing en on. behagen moeten constateren dat men in dit milieu lang niet mals meer is voor Benelux; terwijl men er in 1945 en 1946 nog sympathiek tegenover stond, was men in 1947 vrij sceptisch gewor den en wordt er in '48 duchtig critiek Casiricum OPROEP VAN OE RIJKSPOLITIE De groepscommandant der Rijks politie alhier, Dorpsstraat 1 A, verzoekt de onbekende dame die op" 9 December 1948 met een bus van de Naco, welke om 16.10 uur uit Alkmaar in de rich ting Haarlem vertrokken in die bus be ledigd is geworden door een onbekende man, zich in verbinding te stellen met genoemde groepscommandant, die on der telefoonnummer K 2518/208 is te bereiken. AVENHORN, 30 Dec. 1948. 720 kg Spruitkool 15—44; 5050 kg Rode kool 7.6010.40; 4500 kg Gele kool 6.408.70; 2500 kg D. witte kool 5.40—6; 12300 Kg Uien: grote maat 6.80—7.30, gew. maat 7.80, Nep 7.60—8.20; 4000 kg Bieten 1 6.70—6.80; 15600 kg Peen II 5.50, III 4.505.20 en IV 44.20. 5 Het uit 1672 daterende «SiSSiil»! j, bedevaartkerkje Maria-Licht bij Trune (Zwitser land) is het slachtoffer geworden van een brand, die het inwendige totaal ^woestte. De brandweer stond zo goed als machteloos, daar het water uit een ver afgelegen beek moet worden aangevoerd. Uiterlijk is aan ouw weinig te zien. Wel valt de merkwaardige vorm van het dak op, IEDER VAN ONS hetzij persoonlijk of bij overlevering herinnert zich de grote griepepidemie in 1918—'19. „Spaanse griep" werd de influenza toen genoemd en talloze jonge mensen vielen er aan als slachtoffer. Bij velen be stond de vrees, dat ook deze oorlog eindigen zóu met een dergelijke ramp. Vooral het terugkeren van de grote menigte gedeporteerde arbeiders en over- N levenden uit de kampen heeft de vrees voor epidemieën gerechtvaardigd. Waarom deze zijn uitgebleven, zal wel nooit verklaard worden zomin als te verklaren is, waarom ae griep in verschillende perioden verschillende complica ties vertoont. In 1918 stierven de slachtoffers dezelfde verschijnselen: foudroyante longontsteking waarbij het hart het opgaf. In latere Medische Brief van dokter S. Joles van de griep allen onder met algemene vergiftigingsverschijnselen, jaren ging de griep of influenza, die vrijwel elk jaar ons land en onze buur landen bezocht, nu eens gepaard met verschijnselen van de kant der oren en bijholten, dan weer stonden darmklachten op de voorgrond en sprak men van buikgriep. Van longontsteking werd niet meer zoveel gezien. Het is niet mogelijk, de keel afdoen- J_|ET IS WEL ZEKER, dat we telkens met een andere influenza virus te maken hebben. Hoeveel soorten er be staan. is nog niet bekend, een groot aantal heeft men echter reeds kunnen onderscheiden. Het is merkwaardig dat elke epidemie haar eigen complica ties heeft, de verklaring van dit ver schijnsel zullen we aan de wetenschap moeten overlaten. Wat ons interes seert, is, hoe we ons het best tegen de ze aandoeningen kunnen weren en nu is het wel zo, dat ieder van ons zijn zwakke plekken heeft en meestal ook wel kent. Behoort u tot het type met gevoelige oren, neus of keel, dan moet u zich dubbel hoeden voor contact met grieppatiënten tijdens eenepidemie, die speciaal die organen als complica tie aantast. Begint u zich grieperig te voelen, wees er dan dubbel voorzich tig mee, ga onmiddellijk naar bed en wacht niet met de dokter te roepen tot het al tot ernstige complicaties ge komen is. De tegenwoordige genees middelen grijpen namelijk een derge lijk virus zo stevig aan, dat verwikke lingen voorkomen kunnen worden. Bij het begin van een griep, als neus- en keelholten vol infectiekiemen zitten, wil men nogal eens graag gor gelen. Dit nu is niet altijd ongevaar lijk. Van de keelholte loopt beiderzijds de Eustachiaanse buis naar het mid denoor. Door krachtige gorgelbewe gingen wordt de ingang van deze buis opengerekt en vinden de ziekteverwek kers hun weg naar het middenoor open. Ook bij het jonge kind, waar die buis kort en relatief wijd is komt de middenoorontsteking gemakkelijk tot stand als infectie, die ir\ de keel haar oorsprong heeft de te ontsmetten. Veel pogingen daar toe werden reeds ondernomen. Vroe ger allerlei gorgeldrankjes, tegenwoor dig kéelontsmettende tabletjes. Het gorgelen heeft het boven beschreven bezwaar, bovendien bereikt de gorgel vloeistof de keel nauwelijks, zoals door proeven met een kleurmiddel is aangetoond. De in de mond opgeloste Labletjes worden langs een midden paadje doorgeslikt en hebben dus ook weinig werking op de wanden van de keelholte, nog minder op de neusholte, die vol infectiekiemen pleegt te zitten. Daarom is het bij een enigszins ern stige griepinfectie wel zaak, het bloed zo spoedig mogelijk te wapenen met krachtige afweerstoffen, zoals die te genwoordig in de sulphoyraeparaten bestaan. Dit zijn chemische stoffen, waar zwavel een belangrijk bestand deel vormt. Overal waar de ziektekie men dan door de wand van de lucht wegen in het bloed trachten te drin gen, wordt hun een halt toegeroepen. Hetzelfde geldt voor darminfecties, waartegen een dergelijk middel be staat Aan de andere kant zijn deze ta bletjes geen dropjes. Ze hebben hun bezwaren, tasten niet alleen ziekte kiemen maar ook in sommige geval len onze organen san. Men grijpe daarom niet op eigen houtje naar de „tabletjes", ook al zijn ze vrij in de handel, zoals dat tegen woordig nog al eens gebeurt. Men late liever de keuze van het middel over aan de dokter, die beter liet voor en tegen kan afwegen- op uitgeoefend, althans op de wijze waarop de verwezenlijking* van Bene lux voortschrijdt, want over het prin cipe van samenwerking is men het nog steeds volkomen eens met de regerin gen. „Onze nationale leuze „Eendracht maakt Macht", aldus voorzitter Peter sen, lijkt in het raam van Benelux wel te worden „Macht maakt Eenheid".. Bij onze Noorderburen betekent gelijk heid blijkbaar overheersing van hün belangen".. En zo ging het nog een hele tijd door. „Zakelijk inzicht". Wij hebben bij deze woorden on willekeurig gedacht aan de legendari sche neiging tot overdrijven van de Antwerpenaar, vooral wanneer hij zichzelf hoort spreken, en wij hebben ons gewend tot een ander volbloed Antwerpenaar, kenner van de haven, enovertuigd Beneluxijn. Onze zegsman onderstreepte in de eerste plaats het feit, dat Nedei'land, dank zij zijn zakelijk inzicht en door zettingsvermogen, er in geslaagd is met zijn koopvaardijvloot een benijdens waardige plaats te veroveren sinds de jongste oorlog, zij het ook dat de concurrentie zich zal laten gelden. Te Antwerpen hebben de Nederlanders een eerste-rangs-positie veroverd. „En dit is nu precies een zeer grote troef in hun handen, omdat de Belgische eerste haven de export -haven van het Westen is, b.v. bijna 3/5 van de uitvoer-vracht van alle havens van Frankrijk samen! Welnu, Antwerpen, in tegenstelling tot de meeste andere havens, stelt zijn ka den en installaties open voor iedereen". Kunt u misschien ook bepaalde wensen formuleren? Wel, de Antwerpse reders en za kenlui zouden in de eerste plaats wen sen, dat de Nederlanders onze haven, in Benelux-verband, als één van hun harens zouden beschouwen, er dezelfde belangstelling voor zouden tonen als voor Rotterdam of Amsterdam. De Ne derlandse minister van Verkeer, de heer Spitzen, heeft zich dezer dagen in een interview op dezelfde wijze uitge laten 5 Er is meer en zeg alsjeblieft aan uw Nederlandse lezers, dat deze sug gestie precies zo oprecht is, omdat ze van een goed- vriend van „de Hollan ders" komt: de Nederlandse reders zouden naar onze meningbetere psychologen moeten zijn. Willen de lui van over de Moerdijk sympathie ver overen te Antwerpen dan moeten zij, méér dan totnogtoe het geval was, een beroep doen op de specifiek Antwerpse instellingen én ondernemingen; dan moeten zij ook niet steeds bevoorrechte tarieven vragen, de arbeidsmethodes van Antwerpen willen wijzigen, of een soort van monopolie opeisen ten nadele van andere buitenlandse cliënten. En ten derde verwachten de Ant werpse havenmilieu's, dat aan het Ne derlandse volk een beter begrip van de betekenis van onze haven wordt bijge bracht. Maar heeft minister Spitzen niet onlangs het voornemen geuit, te onder zoeken of het Nederlandse publiek ge- ncegzaaam is geëvolueerd om de kwestie van de AntwerpenRijn-ver binding opnieuw in studie te nemen? Dit wijst toch op goede wil.... Zeker, en wij verheugen ons daar over, evenals over andere recente be wijzen van toenadering. Maar die ver klaring heeft ons toch ook enigszins verwonderd. Wij zouden willen vragen, wat men reeds heeft gedaan om het Ne derlandse volk te doen begrijpen, welke diensten door Antwerpen worden bewezen aan de Nederlandse economie, hoeveel belang b.v. moet worden ge hecht aan de vracht, door Belgische ex porteurs betaald aan Nederlandse scheepvaartmaatschappijen, omdat deze uitgaven de Nederlandse betalingsba lans ten goede komen? Wij hopen, dat men het volk van over onze Noorder grens duidelijk zal maken, dat Antwer pen lang niet uitsluitend een concur rent is voor Rotterdam, maar een zeer belangrijke factor voor zijn eigen voorspoed. Wordt met dit alles rekening gehou den, te 's-Gravenhage èn te Brussel, dan kan Benelux op het terrein van de havens een succes worden, maar er mag niet mee getalmd worden". Ongecorrigeerd De „Daily Express" meldt, dat Brit se geleerden er voor de eerste maal in geslaagd zijn een robotvliegtuig te doen starten, dat een snelheid van 1360 km per uur bereikt heeft, dit is 160 km sneller dan de geluidssnelheid. De robot, een waar vliegend labora torium, was uitgerust met geheime toestellen voor een waarde van onge veer 200.000 gulden. De proef had een paar dagen gele den plaats boven de Scilly-eilanden. Het robot-vliegtuig, dat ongeveer 3 meter 50 lang is en 450 kg weegt, werd met een meteortoestel gelanceerd. Het vliegende laboratorium heeft aan zijn basis alle reacties overgeseind, die zich tijdens de vlucht in de diverse boordinstrumenten hebben voorgedaan. Van het lanceervliegtuig uit werd de vlucht met dit robottoestel verfilmd. Na een paar minuten werd het robot vliegtuig naar het Kanaal geleid, waar het is neergestreken. De voornaamste organisatoren van die proefneming zijn Sir Ben Lpcks- peiser, hoofdingenieur bij het Ministe rie van Bevoorrading, en de heren Barnos Neville Wallis van de Vickers Armstrong en Parring, directeur van de Koninklijke Luchtvaartdienst. Vliegtuig in V.S. stortte brandend omlaag Een DC-3 transportvliegtuig is bij de start op een vliegveld bij Seattle (VS) tegen een afdak gevlogen. Het toestel is neergestort en in brand geraakt. 28 studenten van de Yale-universiteit bevonden zich aan boord. Enkele in zittenden zijn er in geslaagd uit het brandende vliegtuig te ontsnappen. „Lauweren op de wereldzeeën", door H. G. Franks. Bij de uitgevers Wyt te Rotterdam verscheen een bijna 400 pagina's tellend boekwerk onder de titel „Lauweren op de wereldzeeën", van de hand van de Engelse journalist H. G. Franks. De oorspronkelijke uitgave dateert uit 1942 en werd later door de auteur voor Ne derland omgewerkt onder de titel „Hol land afloat". N. van der Stekvan Dijk verzorgde een goede Hollandse verta ling. Wij achten „Lauweren op de we reldzeeën" daarom een belangrijk boek, omdat het de gevoelens tot uitdrukking brengt, die een Engelsman koestert ten aanzien van onze marine en koop vaardij. Niet altijd waren Engeland en Nederland bondgenoten in de strijd. Wij herinneren slechts aan de Engelse oor logen. En daarom doet het goed, te con stateren, dat men ook in het land der zeevaarders bij uitstek, Brittannië, lof heeft voor de prestaties, die onze zee lieden in de loop der eeuwen wisten te verrichten. Want dit boek bepaalt zich zeker niet alleen tot de jongste oorlog. Een groot gedeelte van het werk is gewijd aan de historische ontwikkeling van onze zeevaart, en aan de ont plooiing daarvan in samenhang met de groei van ons koloniale rijk. Voor ieder, die belang stelt in onze koopvaardij en onze marine, vormt „Lauweren op de wereldzeeën" een aanwinst in de boe kenkast. A. M. de Jong „Kruisende wegen". In een attractief linnen bandje is bij A J. G Strengholt's Uitgeversmij te Amsterdam de vijfde druk verschenen van A. M. de Jong's roman in vier episoden „Kruisende wegen". Het feit, dat hier voor de vijfde maal een oplage van het verhaal onder het pu bliek wordt gebracht is wel een bewijs, dat de vraag naar het oeuvre van de te vroeg gestorven de Jong levendig blijft. Altijd tintelt in zijn werk het verlan gen naar een nieuwe tijd, nooit ver zuimt hij, te hameren op zijn aambeeld van het socialisme, in welke vorm dan ook. In Kruisende wegen zijn het de beide Peters, Zanzi en Aremberg, revo- lutionnair en koning, die tegenover elkaar staan, die elkaar nooit zullen benaderen, maar die toch zoveel ge meen hebben. Zijn verhaal mag dan wat onwaarschijnlijk zijn, de klassen strijd mag dan wat van de scherpe kanten verloren hebben, A. M. de Jong blijft lezenswaard, óók deze vijfde druk van zijn „Kruisende wegen". „Wrok" door D. J. van der Laan. De N.V. Leidsche Uitgevers-Mij. te Leiden heeft een boek van de hand van D J. van der Laan het licht doen zien, onder de titel „Wrok". Met dit werk heeft Van der Laan, een nieuwe ver. schijning in de literaire wereld van ons land meegedongen in Kruseman's ro man-prijsvraag, waarbij de jury spe ciale aandacht vestigde op het manus cript. Van der Laan, die in zijn boek de spanning beschrijft ontstaan tussen een in zijn problemen onbegrepen ar beider en de leiding van de fabriek, waar hij wérkt, heeft een eigen stijl ontwikkeld, ietwat stotend soms, wat kort en abrupt, maar suggestief en raak. Zijn karaktertekeningen blijven weliswaar wat oppervlakkig, maar hij stelt zijn problemen scherp en weet zijn figuren tot leven te brengen. Het stof omslag, dat het ingenaaide exemplaar beschermt is foeilelijk. Geb'kki? dekt een lelijke vlag in dit geval een lading, die een belofte voor de toekomst in houdt. NIEUWS VAN LIEFTINCK Bij beschikking van de minister van Financiën is het tijdstip waarop de verplichte zekerheidstellingen voor belastingen, uiterlijk worden vrijgege ven, zes maanden verschoven en nader bepaald op 15 Augustus 1949. Dit is ge schied, omdat voor 15 Februari nog niet alle met een zekerheidstelling ver rekenbare aanslagen kunnen worden vastgesteld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1949 | | pagina 3