Duitsers blijven onberekenbaar en laarom gevaarlijk volk „Perfect Alibi" beheerste sensatie vorm in goede UPENWOL 10 cent /nsraDAns -UW euwe boek aariberichten nkhuizer almanakken OMZET IRGRüTEN Jkmaarsche Couraftt Reactie op Ruhr-siatuut bewijsi: Westerse tegemoetkomendheid beantwoord met 1 geweeklaag en gesnauw „Safety first,, de consequentie ONZE LEVENSSTANDAARD VALT MEE Bij onze troepen in Indonesië Overpeinzingen bij een Thriller Zweet-Planeet iHamssmsBSEias POD IUM" ZATERDAG 5 AMD AKI 1949 i: „Het Godsdienstschip". sngholt, Amsterdam. ttigjarige auteur richt in s grote werk nog eens van het historisch onder- fisch denken en die van iig-positleve theologisch* christendom. Lang niet t werk op de gewenste ike hoogte en vrijwel kt Bakels de voorname geschrift als dit zou pas- respect hebben voor de deze publicerende bre- zoekt vergeefs naar de die de bouwer zou sie- ;int en eindigt in de ne- lede is niets en niemand llerminst de wetenschap- ie van Bakels zelf. ïrnham: De strijd om de icht. Uitg. Leopolds Ultg. Haag. I, dat Burnhams „The e world" uit het Ameri- is en daarmede voor het ïbliek toegankelijk werd 'el een zekere mate van liet aan dit boek kan dient het toch aange- ;n als een scherpe analy- lige verhoudingen in de me voorzover het betreft rsende controverse tus- i de U.s.s.R. Zeer lezens- nhams uiteenzetting over inrijpheid van Amerika arding van zijn leiders- minder interessant zjjn gen die hij wijdt aan de offensieve centrale doel de Amerikaanse buiten- Een boek, dat men In ou wensen. 3s AiresR'dam, 8-1 van Uwaki 6-1 van New York [ampton Roads AmsteU im, passeerde 6-1 Kaap St telkerk, 7-1, van Manoca Ie ïfontein, Kaapstad—South, erde 6-1 Las Palmas lamVancouver, 6-1 te Jrootekerk 6-1 van Mom. Helena CurasaoAnt. Ponta Delgada Japara Singapore te Manilla enbarnevelt, A'dam—Java, over Kamerlingh Onnes, 1 te Port Said Laren, iam, 6-1 te Las Palmas ilcutta—R'dam 6-1 te Sues Ld, 6-1 van Melbourne naar stroom, 6-1 van Lagos naa* Drdam, R'dam—New York, antucket Nijkerk, Beira an Genua Oranje, A%. ;eerde 6-1 Malta Poelau Singapore naar Pangkal i Willem van Oranje, Na- >asseerde 6-1 Ouessant van Kaapstad naar Las uw, GalvestonCharleston, Ceywest Ruys, 6-1 van atavia Salando 6-1 van r Nederland Sarangan, te Cebu Stad. Alkma»"»' ;n naar A'dam Stad van Narvik te Antwerpen rew YorkJava, 6-1 van mtam, JavaR'dam, 6-1 ta toedelijk n m vandaar Portland Or naar Puget na (t) 4-1 van Singapore Cleodora (t), 5-1 van Mel- ngapore Etrema (t) 7-1 ins te Liverpool Gany- Punta Arenas naar Mon- ïoeran, 4-1 van Newwest- ombay Ossendrecht, 4-1 Tacoradi Waikelo, R'- Port Said Weltevreden, iasseerde 6-1 8 uur, Gi- de punten en neem bekende pracht 2 bulten en gleeën, per ons. rw ruwe wol spinnen Alle zendingen met handleiding: „Hoe i schapenwol". 5TVELD, Steenstraat phen a. d. Rijn (Z.H.) khandel COSTER rdam 9, Alkmaar prwfect >eken<l maken? de meest 11 doende wijsc :«»t dit be- eikeu door Uw idverteotie m loze contant e plaatsen. W jeïeikt don een Loop krachtig pwbKek. de Duitsers echter dag aan dag, dat deze hoop volkomen ongefundeerd is geweest. Van uiterst links tot uiterst rechts slaan zjj een toon aan, die niet hysterischer had kunnen zijn, indien men ten slotte toch besloten had, te rug te grijpen op het plan-Morgen- thau. Zij geven geen enkel blijk te er kennen, dat de geallieerden na twee wereldoorlogen wel enkele redenen heb ben om voorzichtig te zijn. In plaats van de dankbaarheid en de opluchting, hoort en leest men wilde beschuldigin gen van „kolonisatie" en „exploitatie", eisen om de controle uit te breiden tot de «industrieën van Frankrijk, België en Nederland (alsof deze zijn gebruikt om een oorlog voor te bereiden) en dat alles op een toon, half klagend, half snauwend, welke wij maar al te goed kennen. Wat willen de Duitsers eigenlijk? De meest vriendelijke verklaring is: volledige souvereiniteit en volledige (VAN ONZE DIPLOMATIEKE MEDEWERKER). MET WESTEN FRANKRIJK, DAT HET VOORZIEN HAD, UITGE ZONDERD heeft in de achter «sis liggende dagen één van zjjni bitter ste ervaringen sedert het einde van de oorlog te slikken gekregen. Sinds de Russen, omstreeks midden 1946, bl«k gaven, eigen wegen te willen gaan, is de politiek van het Westen gericht geweest op de schepping van een sterk democratische blok in Europa. Een dergelijk blok heeft tot voorwaarde een '^Duitsland, bereid om met zijn buurlanden vriendschappelijke betrekkingen te onderhouden. Aan Anglo-Amerikaanse zijde en ook van de kant van de Beneiux-landen heeft het zeker niet aan pogingen ontbroken, Duitsland tot zo-n vredelievende natie te maken. Des ie groter is daarom de teleurstelling t. mopten vaststellen, dat de Duitsers zijn, wat zij al voor en tijdens fflüer waren: een onberekenbaar, onnadenkend en daarom gevaarlijk volk. I CINDS MEER dan een week bewijzen VRAAG, hoe men de Ruhr als een U bron van welvaart zou kunnen her atellen zonder dit rijke industrie-dis trict opnieuw de kans te geven tot een Duits arsenaal te worden, heeft het Westen sinds lang bezig gehouden. Het fantastische plan van de vroegere IAmerikaanse minister van Financien JCorgHit.'iau, die de gehele Duitse in dustrie wilde vernietigen om van de Duitsers een volk van boeren en her ders te maken, Is om practische en humane redenen nooit ernstig in over- Ping genomen. Er waren drie mo- kheden om herstel en veiligheid met elkaar te combineren: L Territoriale afscheiding van de Ruhr van het overige Duitsland. J, Overdracht van de mijnen en fa- I brieken aan een internationaal B lichaam. 3. Internationale controle op een door de Duitsers bestuurde, in Duits be- zit zijnde Ruhr. Frankrijk heeft er lang op gestaan, dat de eerste mogelijkheid zou worden gekozen, daarna verzoende het zich langzamerhand met de tweede koers en nu ten slotte, tijdens de recente Londen'j conferentie der zes Weste- HJke mogendheden, heeft het zich neergelegd bij het volgen van de derde weg. En deze laat de Duitsers niet slechts het land, de mijnen en de fa brieken, maar schenkt hun bovendien een plaats en een stem in het con- tróleliehaam zelve. Blijk van goed vertrouwen WAANNEER MEN een ernstig be- B' zwaar tegen het Ruhrstatuut kan mal en, is het wel dit, dat het Westen, in zjjn ijver om alle hindernissen voor een economisch herstel uit de weg te -- ruimen, te weinig aandacht heeft be steed aan de veiligheidsfactor. Op het ogenblik wordt de veiligheid natuur lijk gegarandeerd door de militaire bezetting. Maar het Ruhr-statuut geldt ook voor de tijd na de bezetting. En dan zal het controle-lichaam geen middelen hebben om zijn beslissingen ter plaatse af te dwingen. Indien een ''japekomstige Duitse regering het in haar hoofd mocht krijgen deze beslis singen te saboteren of te negeren, zouden de controleurs niets anders kunnen doen, dan hun gouvernemen ten van dit feit op de hoogte brengen, En wij weten uit de dagen van Hitiers militaire bezetting van het Rijnland, hoe moeilijk het is, regeringen in vre destijd in actie te brengen, zelfs wan neer het om flagrante schendingen van verdragen gaat. De bevredigende werking van het Ruhr-statuut in de jaren na de geallieerde bezetting zal dus voor een groot deel afhangen van Duitslands goede wil. Juist omdat het hoopte, dat tegemoetkomendheid op het ogenblik, nu Duitsland nog bezet is, betoond, zou helpen om bij de Duit sers deze goede wil te verwekken, was het Westen bereid, een blijk van groot Vertrouwen te geven. gelijkheid. Maar de Duitse eis tot ge lijkheid is al eens met grote snelheid veranderd in een eis tot overheersing. WILLEN DE DUITSERS met enig recht gelijkheid kunnen vragen, dan zullen zjj eerst moeten bewijzen, dat men vertrouwen in hen kan stel len. Zij doen echter juist het tegen overgestelde. Htm geschreeuw over de Ruhr is slechts de „bekroning" van een reeks incidenten, redevoeringen en krantenartikelen, welke getuigen van een snelle herleving van de echt Duit se geest, die het nazisme met zoveel succes exploiteerde. Ware het niet zo treurig, dan zoü men bijna moeten lachen, wanneer men ziet, hoe de Duitsers op het ogenblik, zwak als zij nog zijn, al weer trachten de wereld met dreigementen in plaats van met argumenten te imponeren. Voor degenen, die op een verenigd West-Europa, met inbegrip van Duits land, hopen, is dit een ontmoedigend schouwspel. In de gedachte, dat de Duitsers zich door hun wijze van op treden zelf in de vingers snijden, is slechts weinig troost gelegen. Indien zij hun kansen wisten te grijpen, in plaats van te blijven hokken, indien zij een bewijs van htm vredelievende bedoelingen zouden geven, indien zij zich bereid zouden tonen van ganser harte met het nieuwe contrdle-lichaam samen te werken, dan zou de Ruhr- welke men had mogen verwachten, contróle gemakkelijk kunnen uitgroeien tbt een contröle over de zware indus trie van geheel West-Europa en de Duitsers zouden dan de gelijkheid zij het ook niet de souvereiniteit hebben, welke zij wensen. In plaats daarvan dwingen zij de geallieerden zich te realiseren, dat bij het treffen van een overeenkomst met Duitsland een „safety-first"-politiek moet wor den toegepast, die het droombeeld van een eensgezind West-Europa voor lan ge tijd van verwezenlijking uitsluit.. Economie betekent strikt genomen „staatshuishoudkunde", maar ook „zui nigheid" en nu wil het toeval, dat in ons Nederland van na de oorlog het een zonder het ander ondenkbaar is. Het is waarlijk geen defaitistische overweging dat de Hollander van na ture graag „kankert". Dat wil zeggen dat hij de neiging toont met een zeker dédain te spreken over de toestan den in zijn eigen land, hetgeen ipso facto een zekere bewondering inhoudt voor het buitenland. De moeilijke ja ren van oorlog en bezetting zijn, ook in economisch opzicht, gevolgd door evenzeer moeilijke jaren, die wij thans nog doormaken. De belastingen, het distributie-pakket, de schaarste aan bepaalde goederen, (textiel) gaven bij elkaar voedsel aan de overweging dat het in Nederland nog lang geen boter tje tot de boom is. Maar wat zien wij nu wanneer we de blik naar het buiten land wenden? In Engeland is een behoorlijke maal tijd in een restaurant een uitzondering. Het bemachtigen van een doosje Engel se sigaretten is voor de Londenaar een „loterijtje", hij is volkomen afhanke lijk van de vriendschap van zijn leve rancier die de moeilijke taak heeft een beperkte voorraad over een groot aan tal klanten te verdelen. De Engelsman is van top tot teen ingesteld op beper king, temeer daar de zwarte handel er zo al niet onbekend, dan toch zeldzaam is. De Engelsman leeft van zijn bon en gedraagt zich daarbij als een gen tleman. In Frankrijk zien wij het beeid van een totaal ontredderd land met 'n volmaakt gedevalueerde valuta. Een postzegel op een brief naar het buiten land kost 20 frank (0, hetgeen in 1940 toch altijd nog 2 gulden betekende. Maaltijden in restaurants en kleding zijn onbetaalbaar en het gemiddelde in komen van de Fransman is ontoerei kend voor een normaal leven. Wanneer wij bedenken dat wij in ons land met uitzondering van vlees en boter vrijwel alles weer zonder bon kunnen kopen, (terwijl het ook wer kelijk voorradig is), wanneer wij voorts bedenken dat men voor gemid deld 3 gulden weer een zeer behoor lijke maaltijd in een restaurant gebrui ken kan en dat wij op een klontje meer of minder bij de koffie niet meer (Van onze correspondent te velde in Indonesië). CRGENS IN INDONESIë zrjn het nu, terwijl ik dit schrijf, ook „de- donkere dagen voor Kerst mis". Donker, dat wil zeggen, dat de natte moes son de anders zo helblauwe hemel vol zwarte wolkenpluimen verft, en dat de doorgaans rustig- stromende, blinkende rivier, dreigend geel en schuimend hoog langs de oevers bandjirt. Het wil ook zeggen, dat er grote, gevaarlijke zwarte ge vaarten over de hobbelige weg daveren, het water van de diepe modderige plassen hoog op spuitend. Boven die zwarte monsters ziet men het strakke, wat bleke gezicht van een Neder landse soldaat, achter een stengun in de aanslag. Links en rechts woekeren de lianen van het oer woud langs verwaarloosde rubberstammen. Men hoort niets dan het gerammel van ijzer en het sissen van wielen en water. Zo begint het: Ergens in Indonesië. Een week vóór Kerstmis. De actie... Maar dan het volgende beeld. Wij zijn aan een kruispunt van wegen ge komen, bij een kleine, maar voor deze streek belang rijke plaats. Het schijnt er doodstil en uit gestorven Maar plotseling is 't door soldaten bevolkt: solda ten in pantser achtige camou flagepakken, op sluipschoenen, de helm diep in de ogen gedrukt, omzichtig rond zich heen kijkend. Vooral naar boven, naar de half openstaande luiken van de grauwe stenen Chinese woonhuizen. Achter ieder luik kan een sluipschutter zitten. En lettend op iedere bewe ging in de wrakke deur van een atappen hut, waar een Indonesische familie woont. |^JAAR EEN kwartier later staan al die luiken en die deuren wijd-open. En de soldaten zitten in de schaduw onder een klapperboom, of tegen de muur van een „kedeh" (een winkeltje). In de ene hand het geweer of de stengun, in de andere een mok hete thee, door Indonesische vrouwen en kinderen haastig aangedragen. En rond hen heen hurken, in een halve kring, het hoofd heen en weer schuddend, en nog helemaal sprakeloos, de kamponglieden. Een hunner heft de handen omhoog, op Ooster se manier, en zegt: „Waarom komen jullie zo laat? Je had veel eerder moeten komen. Er is zoveel honger en ziekte." Dat er honger en ziekte is kun je ook zonder hun verhalen gauw genoeg constateren. De bevolking, in vodden en zakkengoed gekleed, heeft al maan den lang niet anders gegeten dan boomschors. „Maar waarom plantten jullie dan geen padi?" Nu moeten ze toch lachen. (J- ö-H XI •••-- v - jj Een biljet van 5 millioen rupiah. Met grote pakken tegelijk worden ze in het Republikeinse gebied op straat geworpenwaardeloos papier! „We hebben trouw geplant, tuwan soldaat, maar iedere oogst, die rijpte, werd dadelijk door de T.N.I. of andere gewapende benden in beslag genomen en verdween. Die hebben wel genoeg te eten gehad. Daarom kunnen ze nu ook zo hard lopen En allen lachen. Ja, ze kunnen weer lachen. De oogst, die thans te velde staat en die over enkele weken zal rijpen, is ditmaal voor hèn, voor het volk in de republiek, dat drie jaar lang onder terreur geleden heeft, onderdrukt door de zogenaamde republikeinse legers en benden, die de bevrijders niet hebben afgewacht, maar voor het grootste deel op de loop zijn gegaan. (Het zal nog veel tijd kosten ze straks uit hun roofnesten in het gebergte of het bos te verjagen, opdat hun activiteit volledig tot stilstand wordt gebracht. Ziedaar gaan ze daar waar een dikke donkere i rook wolk omhoog stijgt: 'n palm- oliefabriek, die door vernie lingstroepen „in de fik is gezet" zoals de solda tenuitdrukking luidt. UN DIT IS 't einde van de honger. En van de ziekte. Onze troepen verkeren in de gelukkige om standigheid, dat er ditmaal veel meer medicij- Kajmémwus - V i or :»I Kr f 1 jjgg ggg| nen voor de bevolking beschikbaar zijn dan bij de politionele actie in 1947. Er kan in ruime mate ge holpen worden. En het is nodig. Ondervoeding, gebrek aan organisatie en medische hulp, hebben de dysenterie, de malaria, de fraimboesia en ook de t.b.c. wild om zich heen doen grijpen. De ellende blijkt groter dan men zich had voorgesteld. Maar ook de vreugde: de vreugde van dit volk, dat onze jongens na drie jaar anti-Nederlandse haat-cam pagne onmiddellijk zijn volledig vertrouwen schenkt en niet anders kan zien dan als brengers van weldaden, óók van de grootste weldaad, die men iemand in deze Kerstdagen schenken kan: de vrijheid. De vrijheid van gebrek, van ziekte, van angst. De vrijheid van het doodgewone elementaire menselijke geluk. Ik schrijf dit „ergens in Indonesië" na twee da gen militaire actie. Er staat een soldaat naast me, met een pracht van een stoppelbaard. „Wat schrijf je nou voor de krant? Laat die kranten toch lo pen, het helpt toch geen zier. Niemand, die er niet bij is geweest, kan het begrijpen. De hele wereld schreeuwt van moordenaars. Nou, ons een biet. Als wij maar weten, dat het goed is." En grj wilt wel aannemen, lezer, dat dit in iets minder ge kuiste taal werd gezegd. Maar het was gemeend. Deze jongens zien de werkelijkheid voor zich. behoeven te kijken, terwijl de eieren vrij en voor iedereen uitgestald liggen in de winkels, dan rechtvaardigt dat de erkenning dat wij er niet slecht voor staan. Het herstel van het economische leven in Nederland is in weerwil van wat alle zwartkijkers ons willen doen geloven een duidelijk zichtbaar feit geworden en dat stemt tot grote tevredenheid. Ondanks alle problemen die wij rondom ons zien, de 'Indische kwestie het woning- en belastingvraag- stuk en al zulks, dienen wij te erken nen, dat er heel veel bereikt is en dat wij in menig opzicht een streepje voor staan op het buitenland. LIED VAN DE WEEK hi Amerika (natuurlijk!, Want daar is men avontuurlijk), WBen hele knappe pieten Sen plateau de lucht in schieten Fn dat ergens laten staan Tussen d* aarde en dc maan. moet een soort filiaal zijn Van deez' aard', 't zal ideaal mjn Eens een poosje te logeren In die hoog gelegen sferen, Op dat. zwevende plateau. Want hier is het maar zo, zo! Zij die emigreren willen Naar Nieuw Zeeland, of dAntillen Of naar enig ander land, Zijn meteen nu uit de brand. Geen diverse consulaten Waar je uren moet staan praten Om te worden toegelaten (Wat veelal toch niet mag haten Nu vertrek je eer je 't weet Naar de zwevende planeet. Als dat eenmaal voor elkaar ts Wat gerust nog niet zo raar is Zullen we proberen vrinden Het nóg hoger op te vinden.' Zeg je doodleuk: „kom, we gaan! Overstappie naar de maan." 't. Zal alleen nog moeten blijken Of die héren 't goed bekijken En niet in een ogenblik Op ons valt die hele zwik. Maar 't zal nog wel even duren Eer ze ons de lucht insturen, Dus voorlopig deze zorgen Nog maar even opgeborgen, Eiwie weet, (het kan raar gaan Zijn we dan reeds naar de maan. JABSON. jJJET DE FILM IS HET EIGENLIJK als met concerten en toneelvoorstel lingen. Het merendeel van ons gewone burgers gaat er heen niet om de kunst, maar alleen om eens een avond uit te zijn. Om de ontspanning. Wan neer dan die ontspanning van een goed gehalte is, des te beter. En nog beter, wanneer die ontspanning tot zo'n hoog peil stijgt, dat we de adem inhouden, iets ergens in ons binnenste voelen aankloppen, onszelf vergeten en opgaan in die machtige vervoering, die de kunst ons kan schenken. Maar dat is dan vooral bij de film het laatste stadium. Kunst is hier maar een betrekkelijk tets. En de gemiddelde biocoopbezoeker is het slechts om de ontspanning te doen. Daarom kan het goed zijn in een filmrecensie niet allereerst de kunst zinnige waarde te onderzoeken, maar vooral het oog te richten op dit alge meen sociale aspect van de zeer complexe psychologie der film: wat betekent de film voor de massa? JN WEZEN KOMT het er dus op neer dat de film bedoeld is tot geeste lijke verstrooiing. En het merkwaar dige is hierbij, dat het publiek, dat zijn verstrooiing zoekt in de bioscoop over het algemeen niet in de eerste plaats het amusement zoekt, maar de opwin ding. Een verschijnsel, dat nauw met deze tijd .verband houdt. De mens heeft zich in het gewone leven gewend aan sterke emoties. Neem tot voor beeld alleen slechts de politiek en de oorlogsdreiging. En in zijn ontspanning kan hij de emotie niet meer missen. Hij Zoekt in zijn kranten naar kleine en grote sensaties. En in de bioscoop wenst hij ook veelal sterke emotionele prikkels te ondergaan. Deze wens, die tot een behoefte werd. beïnvloedde de wikkeling van de sensatiefilm dient die zich meer en meer naar de sensatie is gaan richten. Wild-west-, gangster en detectivefilms in het algemeen: de thrillers hebben hun spannings elementen opgevoerd: soms grof. soms ook met uiterst verfijnd raffinement. De film laat de mensen echter niet on beroerd en beïnvloedt wel degelijk ook de gedaehtensfeer van de bioscoop bezoeker Daarom behoeft het geen betoog, dat de steeds verder gaande negingen om de publieke sensatiezucht te vredigen. tot een zeer noodlottige, spiraal kan voeren. Het gevaar is im mers niet denkbeeldig, dat wat wij vandaag als sterke prikkels ervaren ons morgen niet meer bevredigen kan en dat wij overmorgen nog sterkere emoties wensen. Ons eigen denk- en verbeeldingsleven wordt biizonder door dergelijke prikkels beïnvloed. En bet is een bewezen feit, dat bt) eoeiaal-la- biele personen de misdaad-film een funeste uitwerking heeft, daar zij de morele weerstand doorboort. De ont wikekling van de sensatiefilm dient daarom met uiterste zorg geleid te worden. Men kan dit soort films niet zonder meer uitsluiten, maar men zal door de beheersing van dit genre moe ten komen tot een beheersing van de publieke zucht naar sensatie. yOT DEZE LUTTELE overpeinzingen geeft een film als „Unsuspected" („Een perfect alibi") aanleiding. Een sensatiefilm van een buitengewoon raf finement maar een thriller ook, waar van men tenminste zeggen kan. dat ze in de prikkeling van emoties toch niet over de schreef is gegaan. De sen satie, die gewoonlijk slechts een be roep doet op onbewust sadistische ge voelens bij het bioscooppubliek, is hier uiterst beheerst, zonder dat de film ook maar iets aan spanning onderdoet haar genre. ..Een perfect alibi" is een variatie op het bekende thema van de man met het dubbele leven. Bij dit soort films gaat men de intrige niet vooruit ver tellen om de fleur niet teloor te laten gaan. Laat ik me dus beperken met te onthullen dat deze variatie bijzonder vernuftig bedacht is en een zeer ori ginele intrige heeft opgeleverd. Uiterst boeiend met goed gedoseerde griezel effecten en talrijke hoogtepunten, die zoals dit genre films nu eenmaal hoort te doen de toeschouwers het hart in de keel brengen. Maar de sen satie, waaraan deze film over-rijk is. gaat toch nergens een bedenkelijke kant op. Heeft men deze film gezien en is men in staat vergelijkingen te maken met vele tientallen andere films in hetzelfde genre, dan moet men con cluderen, dat de makers van „Een per fect alibi" er heel bewust naar ge streefd hebben een film te maken, die een overvloed van sterke prikkels op levert maar toch niet een ontwrichtend effect heeft. De griezelingen worden in hoofdzaak gevormd door kunstig opgebouwde suggesties en zij zijn op een enkele niet zeer belangrijke uit zondering na zo beheerst, dat het sa disme, dat practisch in iedere mensen geest sluimert, >er niet door gewekt wordt. ^LS DETECTIVE-FILM is „Een per fect alibi" zo zeker te waarderen. Daar komt nog bij, dat de regisseur, Michael Curtiz, zijn gegeven in een bijzonder aantrekkelijke vorm goot. Het camerawerk is uitstekend verzorgd en dikwijls buitengewoon verrassend: Met overrompelende schaduweffecten weet Curtiz zo bijvoorbeeld een zeer suggestieve beklemmende sfeer op te roepen. En wanneer hij de verwron gen denkwereld van een geesteszieke wil typeren, richt hij de camera op 'n glanzend tafelblad, dat een scene weerspiegelt en zo in grotesk verwron gen beelden te zien geeft. Zijn kundig heid bewijst Curtiz ook door een boeiende montage in het eerste deel van zijn film tenminste waarmee hij knap de dynamische spanningen van zijn verhaal accentueert. Het laat ste kwart deel van zijn film vervlakt aanmerkelijk door een cliché-achtige verfilming, die de spanningen slechts zeer kunstmatig vasthoudt maar ..Een perfect alibi" heeft desondanks toch voldoende goede elementen om haar in ieder geval boven de middelmaat in het genre der sensatiefilms te doen classificeren Claude Rains speelt de hoofdrol. Hij is er geknipt voor; niet alleen door zijn bijzondere masker, maar vooral ook door zijn knap en in telligent acteertalent. Voor een deel is het zo zeker ook aan hem te danken, dat deze film tot een welkome afwis seling werd in een genre, dat over het algemeen bedenkelijk is te achten om de wijze, waarop de vorm meestal ver waarloosd wordt en de inhoud ont spoort. LONG-SHOT. jyjEN MAG DAN rustig zeggen dat ons volk eigenlijk geen écht volk is van toneelspelers en toneelminnaars, het gaat anderzijds niet aan de dui zenden Nederlanders die deze eerste week des jaars aanwezig waren bij de Gijsbreght-opvoeringen in de hoofd stad, te rubriceren onder snobisten en aanhangers van een nu eenmaal be staande traditie. Ik zou niet graag willen beweren, dat Vondel bij ons de plaats inneemt van Shakespeare bij de Angelsaksers, of die van Molière bij de Fransen. Vondel ligt aanzienlijk minder „volks"verankerd in de Hol landse harten dan beide andere groot meesters der dramatische kunst, en zeker geldt dat voor déze generatie. Verheugend blijft echter dat Gronin gers eri Stichtenaren, Noord- en Zuid- Hollanders, in niet geringen getale zijn opgekomen naar het Leidseplein om daar te luisteren naar de schone taal van de grootste dichter die de lage landen ooit voortbrachten. De Gijsbreght, dan.drie eeuwen oud en (en dit is' wel het grootst en wonderlijkst geheim van dit treurspel) nog zó jong, zó „modern' dat het van daag de dag geschreven had kunnen zijn. Wie spreekt daar van „stoffig" als hij de glasheldere volzinnen hoort zeggen door Van Dalsum of Johan Fiolet? Wie durft het woord „ver jaard" in de mond! nemen, als hij hoort en ziet dat alle problemen waarmee deze Gijsbreght strijdt, tot het bitter- bittere einde, óók de problemen van vandaag, anno 1949, zijn? Dit ireurspel is een spel voor alle tijden; en vood alle mensen, die zich nog de tijd gun nen zich drie uur lang tot luisteren te zetten. Het behoort tot de bon ton, de goede gewoonte, van de journalisten om, schrijvende over de Gijsbreght, de fio len van hun kritiek nogal overdadig- lijk, en niet zonder een zekere wel lust, uit te storten Zowel het stuk zelf als de kritiek erop zijn .klassiek". En ook dit jaar heeft men er het publiek aan herinnerd, dat het met die Gijs breght feitelijk niet helemaal in orde is. Vondel heeft het anders gewild.... de reyen hadden een andere doelstel ling, traden anders op in de zeven tiende eeuw. De accenten liggen ver keerd en de sfeer van het spel heeft men geweld aangedaan en verkracht. En deze opvoering is „te rooms". Het zij zo. Van Dalsum, ook dit jaar de titelrol spelend heeft enkele we ken geleden de journalisten een veeg uit de pan gegeven in „Vrij Neder land", maar of dit Verstandig was, is de vraag. In elk geval heeft hij niet kunnen voorkomen dat ook thans weer de nodige bezwaren tegen de visie van Van Dalsum gelanceerd zijn. Hetgeen niet wegneemt, dat het een magistraal gebeuren was opnieuw groots en van een allure, die men ver geefs zoekt in welk stuk van deze jaren ook. Welk een prachtig woord materiaal schept Vondel, hoe moet deze dichter de taal beheerst hebben en welk een diep begrip moet hij gehad hebben van de tragiek, die besloten ligt in de vier letters van dat eene woord: mens. jyjEN KAN ZIJN bezwaren hebben tegen de opvattingen van de Gijs breght anno 1949. De bewegings-tech- niek van de reyen doet nogal vreemd en ook wei gewild-artistiek aan. Men kan inderdaad zeggen, dat de plaats van het koor hier dezelfde functie dient te hebben als die van het koor in de Griekse treurspelen. En zo is er meer. Rooyaards en Verkade brach ten de Gijsbreght figuur anders, en de Badeloch van wijlen mevr. Mann— Bouwmeester schijnt aanzienlijk men selijker, minder theatraal, te zijn ge weest dan die van Loudi Nijhoff, of schoon ik de eerste nimmer mocht zien spelen en mij de moed in de schoenen zakt een, zij het ook maar zijdelingse, uitval te doen op de zo algemeen bewonderde en artistiek- gearriveerde" Loudi Nijhoff.... Van Dalsum zelf speelde voortreffe- felijk, al maakte hij een enigszins ver moeide indruk (Woensdagavond). Wel licht ook drukte hem die avond het besef van zijn zestigste verjaardag, wie zal het zeggen. Ben Groeniers Spie was zeer sterk en geladen met een to meloze emotie. De Raphael-rol vertolk te Mary Smithuysen en ze deed dit met alle begrip en mededogen die hier noodzakelijk zijn, wil men niet tot pro fanatie komen. De muziek van Arnold Juda, uitgevoerd door de HOV. is ge noegzaam bekend. Ik kan haar niet be wonderen en zou het niet wenselijk zijn nog eens een opvoering te geven met Diepenbrocks instrumentale be geleiding? Zo bracht deze Gijsbreght dan: veel schoons en ook wel wat kri tiek op onderdelen. Maar wat wil men? Is dat bij Shakespeare en Molière an ders ais thans hun werken worden op gevoerd? En veel, zo niet èlle, onvolko menheden zijn terug te voeren op ge breken van de dramatis personae en zeker niet op Vondel. Laat hierover geen misverstand bestaan. j?N HIERMEE heeft dan het jaar in gezet, in Amsterdam. Buiten de stadsschouwburg stond een stolp van mist over de stad Amsterdam en het was er maar gruwzaam triest. Binnen verwarmde men zich aan ons nationa le spel. en bij wijlen kon men zich zelfs verhitten aan de ergernissen die men beleefde aan de hoestende en kuchen de legioenen die de zaal vulden. Het zal wel aan de griep liggen, maar een vergelijking tussen de stadsschouw burg met een dépendance van sanato rium Zonnestraal dringt zich onweer staanbaar op. En waar een deel der spelers toch reeds vaak zondigt tegen de eerste eis van toneel: een goede, duidelijke uitspraak, daar ontging me nigeen wel eens 't begrip van een aan tal strofen. Wie zich terneergeslagen voelde door het opgevoerde treurspel kreeg de kans zich geestelijk weer te restaureren aan 'n Bruiloft van Kloris en Roosje, waar in Marie Hamel en Paul Huf de beide eerste violen met een maximum aan élan en uitbundigheid bespeelden. Vijf kwartier satyre, oubollige rijmelarij en zotte boertigheid vormden een lang niet te versmaden tegenwicht tegen de donkere weemoed en de zwanger aan noodlot zijnde Gijsbreght van AemsteL ANTHONY VAN KAMPEN,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1949 | | pagina 5