Duitsers blijven onberekenbaar en
laarom gevaarlijk volk
„Perfect Alibi" beheerste sensatie
vorm
in
goede
UPENWOL
10 cent
/nsraDAns
-UW
euwe boek
aariberichten
nkhuizer
almanakken
OMZET
IRGRüTEN
Jkmaarsche
Couraftt
Reactie op Ruhr-siatuut bewijsi:
Westerse tegemoetkomendheid beantwoord met
1 geweeklaag en gesnauw
„Safety first,, de
consequentie
ONZE LEVENSSTANDAARD VALT MEE
Bij onze troepen in Indonesië
Overpeinzingen bij een Thriller
Zweet-Planeet
iHamssmsBSEias POD IUM"
ZATERDAG 5 AMD AKI 1949
i: „Het Godsdienstschip".
sngholt, Amsterdam.
ttigjarige auteur richt in
s grote werk nog eens
van het historisch onder-
fisch denken en die van
iig-positleve theologisch*
christendom. Lang niet
t werk op de gewenste
ike hoogte en vrijwel
kt Bakels de voorname
geschrift als dit zou pas-
respect hebben voor de
deze publicerende bre-
zoekt vergeefs naar de
die de bouwer zou sie-
;int en eindigt in de ne-
lede is niets en niemand
llerminst de wetenschap-
ie van Bakels zelf.
ïrnham: De strijd om de
icht. Uitg. Leopolds Ultg.
Haag.
I, dat Burnhams „The
e world" uit het Ameri-
is en daarmede voor het
ïbliek toegankelijk werd
'el een zekere mate van
liet aan dit boek kan
dient het toch aange-
;n als een scherpe analy-
lige verhoudingen in de
me voorzover het betreft
rsende controverse tus-
i de U.s.s.R. Zeer lezens-
nhams uiteenzetting over
inrijpheid van Amerika
arding van zijn leiders-
minder interessant zjjn
gen die hij wijdt aan de
offensieve centrale doel
de Amerikaanse buiten-
Een boek, dat men In
ou wensen.
3s AiresR'dam, 8-1 van
Uwaki 6-1 van New York
[ampton Roads AmsteU
im, passeerde 6-1 Kaap St
telkerk, 7-1, van Manoca Ie
ïfontein, Kaapstad—South,
erde 6-1 Las Palmas
lamVancouver, 6-1 te
Jrootekerk 6-1 van Mom.
Helena CurasaoAnt.
Ponta Delgada Japara
Singapore te Manilla
enbarnevelt, A'dam—Java,
over Kamerlingh Onnes,
1 te Port Said Laren,
iam, 6-1 te Las Palmas
ilcutta—R'dam 6-1 te Sues
Ld, 6-1 van Melbourne naar
stroom, 6-1 van Lagos naa*
Drdam, R'dam—New York,
antucket Nijkerk, Beira
an Genua Oranje, A%.
;eerde 6-1 Malta Poelau
Singapore naar Pangkal
i Willem van Oranje, Na-
>asseerde 6-1 Ouessant
van Kaapstad naar Las
uw, GalvestonCharleston,
Ceywest Ruys, 6-1 van
atavia Salando 6-1 van
r Nederland Sarangan,
te Cebu Stad. Alkma»"»'
;n naar A'dam Stad
van Narvik te Antwerpen
rew YorkJava, 6-1 van
mtam, JavaR'dam, 6-1 ta
toedelijk n m vandaar
Portland Or naar Puget
na (t) 4-1 van Singapore
Cleodora (t), 5-1 van Mel-
ngapore Etrema (t) 7-1
ins te Liverpool Gany-
Punta Arenas naar Mon-
ïoeran, 4-1 van Newwest-
ombay Ossendrecht, 4-1
Tacoradi Waikelo, R'-
Port Said Weltevreden,
iasseerde 6-1 8 uur, Gi-
de punten en neem
bekende pracht 2
bulten en gleeën,
per ons.
rw ruwe wol spinnen
Alle zendingen met
handleiding: „Hoe
i schapenwol".
5TVELD, Steenstraat
phen a. d. Rijn (Z.H.)
khandel COSTER
rdam 9, Alkmaar
prwfect
>eken<l maken?
de meest
11 doende wijsc
:«»t dit be-
eikeu door Uw
idverteotie m
loze contant
e plaatsen. W
jeïeikt don een
Loop krachtig
pwbKek.
de Duitsers echter dag aan dag,
dat deze hoop volkomen ongefundeerd
is geweest. Van uiterst links tot uiterst
rechts slaan zjj een toon aan, die niet
hysterischer had kunnen zijn, indien
men ten slotte toch besloten had, te
rug te grijpen op het plan-Morgen-
thau. Zij geven geen enkel blijk te er
kennen, dat de geallieerden na twee
wereldoorlogen wel enkele redenen heb
ben om voorzichtig te zijn. In plaats
van de dankbaarheid en de opluchting,
hoort en leest men wilde beschuldigin
gen van „kolonisatie" en „exploitatie",
eisen om de controle uit te breiden tot
de «industrieën van Frankrijk, België
en Nederland (alsof deze zijn gebruikt
om een oorlog voor te bereiden) en
dat alles op een toon, half klagend, half
snauwend, welke wij maar al te goed
kennen.
Wat willen de Duitsers eigenlijk?
De meest vriendelijke verklaring is:
volledige souvereiniteit en volledige
(VAN ONZE DIPLOMATIEKE MEDEWERKER).
MET WESTEN FRANKRIJK, DAT HET VOORZIEN HAD, UITGE
ZONDERD heeft in de achter «sis liggende dagen één van zjjni bitter
ste ervaringen sedert het einde van de oorlog te slikken gekregen. Sinds de
Russen, omstreeks midden 1946, bl«k gaven, eigen wegen te willen gaan,
is de politiek van het Westen gericht geweest op de schepping van een sterk
democratische blok in Europa. Een dergelijk blok heeft tot voorwaarde een
'^Duitsland, bereid om met zijn buurlanden vriendschappelijke betrekkingen
te onderhouden. Aan Anglo-Amerikaanse zijde en ook van de kant van de
Beneiux-landen heeft het zeker niet aan pogingen ontbroken, Duitsland tot
zo-n vredelievende natie te maken. Des ie groter is daarom de teleurstelling
t. mopten vaststellen, dat de Duitsers zijn, wat zij al voor en tijdens
fflüer waren: een onberekenbaar, onnadenkend en daarom gevaarlijk volk.
I CINDS MEER dan een week bewijzen
VRAAG, hoe men de Ruhr als een
U bron van welvaart zou kunnen her
atellen zonder dit rijke industrie-dis
trict opnieuw de kans te geven tot een
Duits arsenaal te worden, heeft het
Westen sinds lang bezig gehouden.
Het fantastische plan van de vroegere
IAmerikaanse minister van Financien
JCorgHit.'iau, die de gehele Duitse in
dustrie wilde vernietigen om van de
Duitsers een volk van boeren en her
ders te maken, Is om practische en
humane redenen nooit ernstig in over-
Ping genomen. Er waren drie mo-
kheden om herstel en veiligheid
met elkaar te combineren:
L Territoriale afscheiding van de
Ruhr van het overige Duitsland.
J, Overdracht van de mijnen en fa-
I brieken aan een internationaal
B lichaam.
3. Internationale controle op een door
de Duitsers bestuurde, in Duits be-
zit zijnde Ruhr.
Frankrijk heeft er lang op gestaan,
dat de eerste mogelijkheid zou worden
gekozen, daarna verzoende het zich
langzamerhand met de tweede koers
en nu ten slotte, tijdens de recente
Londen'j conferentie der zes Weste-
HJke mogendheden, heeft het zich
neergelegd bij het volgen van de derde
weg. En deze laat de Duitsers niet
slechts het land, de mijnen en de fa
brieken, maar schenkt hun bovendien
een plaats en een stem in het con-
tróleliehaam zelve.
Blijk van goed vertrouwen
WAANNEER MEN een ernstig be-
B' zwaar tegen het Ruhrstatuut kan
mal en, is het wel dit, dat het Westen,
in zjjn ijver om alle hindernissen voor
een economisch herstel uit de weg te
-- ruimen, te weinig aandacht heeft be
steed aan de veiligheidsfactor. Op het
ogenblik wordt de veiligheid natuur
lijk gegarandeerd door de militaire
bezetting. Maar het Ruhr-statuut
geldt ook voor de tijd na de bezetting.
En dan zal het controle-lichaam geen
middelen hebben om zijn beslissingen
ter plaatse af te dwingen. Indien een
''japekomstige Duitse regering het in
haar hoofd mocht krijgen deze beslis
singen te saboteren of te negeren,
zouden de controleurs niets anders
kunnen doen, dan hun gouvernemen
ten van dit feit op de hoogte brengen,
En wij weten uit de dagen van Hitiers
militaire bezetting van het Rijnland,
hoe moeilijk het is, regeringen in vre
destijd in actie te brengen, zelfs wan
neer het om flagrante schendingen
van verdragen gaat. De bevredigende
werking van het Ruhr-statuut in de
jaren na de geallieerde bezetting zal
dus voor een groot deel afhangen van
Duitslands goede wil. Juist omdat het
hoopte, dat tegemoetkomendheid op
het ogenblik, nu Duitsland nog bezet
is, betoond, zou helpen om bij de Duit
sers deze goede wil te verwekken, was
het Westen bereid, een blijk van groot
Vertrouwen te geven.
gelijkheid. Maar de Duitse eis tot ge
lijkheid is al eens met grote snelheid
veranderd in een eis tot overheersing.
WILLEN DE DUITSERS met enig
recht gelijkheid kunnen vragen,
dan zullen zjj eerst moeten bewijzen,
dat men vertrouwen in hen kan stel
len. Zij doen echter juist het tegen
overgestelde. Htm geschreeuw over de
Ruhr is slechts de „bekroning" van
een reeks incidenten, redevoeringen en
krantenartikelen, welke getuigen van
een snelle herleving van de echt Duit
se geest, die het nazisme met zoveel
succes exploiteerde. Ware het niet zo
treurig, dan zoü men bijna moeten
lachen, wanneer men ziet, hoe de
Duitsers op het ogenblik, zwak als zij
nog zijn, al weer trachten de wereld
met dreigementen in plaats van met
argumenten te imponeren.
Voor degenen, die op een verenigd
West-Europa, met inbegrip van Duits
land, hopen, is dit een ontmoedigend
schouwspel. In de gedachte, dat de
Duitsers zich door hun wijze van op
treden zelf in de vingers snijden, is
slechts weinig troost gelegen. Indien
zij hun kansen wisten te grijpen, in
plaats van te blijven hokken, indien
zij een bewijs van htm vredelievende
bedoelingen zouden geven, indien zij
zich bereid zouden tonen van ganser
harte met het nieuwe contrdle-lichaam
samen te werken, dan zou de Ruhr-
welke men had mogen verwachten, contróle gemakkelijk kunnen uitgroeien
tbt een contröle over de zware indus
trie van geheel West-Europa en de
Duitsers zouden dan de gelijkheid
zij het ook niet de souvereiniteit
hebben, welke zij wensen. In plaats
daarvan dwingen zij de geallieerden
zich te realiseren, dat bij het treffen
van een overeenkomst met Duitsland
een „safety-first"-politiek moet wor
den toegepast, die het droombeeld van
een eensgezind West-Europa voor lan
ge tijd van verwezenlijking uitsluit..
Economie betekent strikt genomen
„staatshuishoudkunde", maar ook „zui
nigheid" en nu wil het toeval, dat in
ons Nederland van na de oorlog het een
zonder het ander ondenkbaar is.
Het is waarlijk geen defaitistische
overweging dat de Hollander van na
ture graag „kankert". Dat wil zeggen
dat hij de neiging toont met een zeker
dédain te spreken over de toestan
den in zijn eigen land, hetgeen ipso
facto een zekere bewondering inhoudt
voor het buitenland. De moeilijke ja
ren van oorlog en bezetting zijn, ook
in economisch opzicht, gevolgd door
evenzeer moeilijke jaren, die wij thans
nog doormaken. De belastingen, het
distributie-pakket, de schaarste aan
bepaalde goederen, (textiel) gaven bij
elkaar voedsel aan de overweging dat
het in Nederland nog lang geen boter
tje tot de boom is. Maar wat zien wij
nu wanneer we de blik naar het buiten
land wenden?
In Engeland is een behoorlijke maal
tijd in een restaurant een uitzondering.
Het bemachtigen van een doosje Engel
se sigaretten is voor de Londenaar een
„loterijtje", hij is volkomen afhanke
lijk van de vriendschap van zijn leve
rancier die de moeilijke taak heeft een
beperkte voorraad over een groot aan
tal klanten te verdelen. De Engelsman
is van top tot teen ingesteld op beper
king, temeer daar de zwarte handel er
zo al niet onbekend, dan toch zeldzaam
is. De Engelsman leeft van zijn bon
en gedraagt zich daarbij als een gen
tleman. In Frankrijk zien wij het beeid
van een totaal ontredderd land met 'n
volmaakt gedevalueerde valuta. Een
postzegel op een brief naar het buiten
land kost 20 frank (0, hetgeen in 1940
toch altijd nog 2 gulden betekende.
Maaltijden in restaurants en kleding
zijn onbetaalbaar en het gemiddelde in
komen van de Fransman is ontoerei
kend voor een normaal leven.
Wanneer wij bedenken dat wij in
ons land met uitzondering van vlees en
boter vrijwel alles weer zonder bon
kunnen kopen, (terwijl het ook wer
kelijk voorradig is), wanneer wij
voorts bedenken dat men voor gemid
deld 3 gulden weer een zeer behoor
lijke maaltijd in een restaurant gebrui
ken kan en dat wij op een klontje
meer of minder bij de koffie niet meer
(Van onze correspondent te velde in Indonesië).
CRGENS IN INDONESIë zrjn het nu, terwijl ik
dit schrijf, ook „de- donkere dagen voor Kerst
mis". Donker, dat wil zeggen, dat de natte moes
son de anders zo helblauwe hemel vol zwarte
wolkenpluimen verft, en dat de doorgaans rustig-
stromende, blinkende rivier, dreigend geel en
schuimend hoog langs de oevers bandjirt. Het wil
ook zeggen, dat er grote, gevaarlijke zwarte ge
vaarten over de hobbelige weg daveren, het
water van de diepe modderige plassen hoog op
spuitend. Boven die zwarte monsters ziet men
het strakke, wat bleke gezicht van een Neder
landse soldaat, achter een stengun in de aanslag.
Links en rechts woekeren de lianen van het oer
woud langs verwaarloosde rubberstammen. Men
hoort niets dan het gerammel van ijzer en het
sissen van wielen en water. Zo begint het: Ergens
in Indonesië. Een week vóór Kerstmis. De actie...
Maar dan het
volgende beeld.
Wij zijn aan
een kruispunt
van wegen ge
komen, bij een
kleine, maar
voor deze
streek belang
rijke plaats.
Het schijnt er
doodstil en uit
gestorven Maar
plotseling is 't
door soldaten
bevolkt: solda
ten in pantser
achtige camou
flagepakken, op
sluipschoenen,
de helm diep in de ogen gedrukt, omzichtig rond
zich heen kijkend. Vooral naar boven, naar de
half openstaande luiken van de grauwe stenen
Chinese woonhuizen. Achter ieder luik kan een
sluipschutter zitten. En lettend op iedere bewe
ging in de wrakke deur van een atappen hut,
waar een Indonesische familie woont.
|^JAAR EEN kwartier later staan al die luiken
en die deuren wijd-open. En de soldaten zitten
in de schaduw onder een klapperboom, of tegen
de muur van een „kedeh" (een winkeltje). In de
ene hand het geweer of de stengun, in de andere
een mok hete thee, door Indonesische vrouwen
en kinderen haastig aangedragen. En rond hen
heen hurken, in een halve kring, het hoofd heen
en weer schuddend, en nog helemaal sprakeloos,
de kamponglieden.
Een hunner heft de handen omhoog, op Ooster
se manier, en zegt: „Waarom komen jullie zo
laat? Je had veel eerder moeten komen. Er is
zoveel honger en ziekte."
Dat er honger en ziekte is kun je ook zonder hun
verhalen gauw genoeg constateren. De bevolking,
in vodden en zakkengoed gekleed, heeft al maan
den lang niet anders gegeten dan boomschors.
„Maar waarom plantten jullie dan geen padi?"
Nu moeten ze toch lachen.
(J- ö-H XI •••--
v - jj
Een biljet van 5 millioen rupiah. Met grote pakken tegelijk worden
ze in het Republikeinse gebied op straat geworpenwaardeloos
papier!
„We hebben trouw geplant, tuwan soldaat,
maar iedere oogst, die rijpte, werd dadelijk door
de T.N.I. of andere gewapende benden in beslag
genomen en verdween. Die hebben wel genoeg
te eten gehad. Daarom kunnen ze nu ook zo hard
lopen
En allen lachen.
Ja, ze kunnen weer lachen. De oogst, die thans
te velde staat en die over enkele weken zal rijpen,
is ditmaal voor hèn, voor het volk in de republiek,
dat drie jaar lang onder terreur geleden heeft,
onderdrukt door de zogenaamde republikeinse
legers en benden, die de bevrijders niet hebben
afgewacht, maar voor het grootste deel op de
loop zijn gegaan. (Het zal nog veel tijd kosten ze
straks uit hun roofnesten in het gebergte of het
bos te verjagen, opdat hun activiteit volledig tot
stilstand wordt gebracht.
Ziedaar gaan ze daar waar een dikke
donkere i rook
wolk omhoog
stijgt: 'n palm-
oliefabriek, die
door vernie
lingstroepen „in
de fik is gezet"
zoals de solda
tenuitdrukking
luidt.
UN DIT IS 't
einde van
de honger. En
van de ziekte.
Onze troepen
verkeren in de
gelukkige om
standigheid, dat
er ditmaal veel
meer medicij-
Kajmémwus
- V
i or :»I Kr f
1
jjgg ggg|
nen voor de bevolking beschikbaar zijn dan bij de
politionele actie in 1947. Er kan in ruime mate ge
holpen worden. En het is nodig. Ondervoeding,
gebrek aan organisatie en medische hulp, hebben
de dysenterie, de malaria, de fraimboesia en ook
de t.b.c. wild om zich heen doen grijpen. De ellende
blijkt groter dan men zich had voorgesteld. Maar
ook de vreugde: de vreugde van dit volk, dat onze
jongens na drie jaar anti-Nederlandse haat-cam
pagne onmiddellijk zijn volledig vertrouwen
schenkt en niet anders kan zien dan als brengers
van weldaden, óók van de grootste weldaad, die
men iemand in deze Kerstdagen schenken kan:
de vrijheid. De vrijheid van gebrek, van ziekte, van
angst. De vrijheid van het doodgewone elementaire
menselijke geluk.
Ik schrijf dit „ergens in Indonesië" na twee da
gen militaire actie. Er staat een soldaat naast me,
met een pracht van een stoppelbaard. „Wat schrijf
je nou voor de krant? Laat die kranten toch lo
pen, het helpt toch geen zier. Niemand, die er niet
bij is geweest, kan het begrijpen. De hele wereld
schreeuwt van moordenaars. Nou, ons een biet.
Als wij maar weten, dat het goed is." En grj wilt
wel aannemen, lezer, dat dit in iets minder ge
kuiste taal werd gezegd. Maar het was gemeend.
Deze jongens zien de werkelijkheid voor zich.
behoeven te kijken, terwijl de eieren
vrij en voor iedereen uitgestald liggen
in de winkels, dan rechtvaardigt dat de
erkenning dat wij er niet slecht voor
staan. Het herstel van het economische
leven in Nederland is in weerwil
van wat alle zwartkijkers ons willen
doen geloven een duidelijk zichtbaar
feit geworden en dat stemt tot grote
tevredenheid. Ondanks alle problemen
die wij rondom ons zien, de 'Indische
kwestie het woning- en belastingvraag-
stuk en al zulks, dienen wij te erken
nen, dat er heel veel bereikt is en dat
wij in menig opzicht een streepje voor
staan op het buitenland.
LIED VAN DE WEEK
hi Amerika (natuurlijk!,
Want daar is men avontuurlijk),
WBen hele knappe pieten
Sen plateau de lucht in schieten
Fn dat ergens laten staan
Tussen d* aarde en dc maan.
moet een soort filiaal zijn
Van deez' aard', 't zal ideaal mjn
Eens een poosje te logeren
In die hoog gelegen sferen,
Op dat. zwevende plateau.
Want hier is het maar zo, zo!
Zij die emigreren willen
Naar Nieuw Zeeland, of dAntillen
Of naar enig ander land,
Zijn meteen nu uit de brand.
Geen diverse consulaten
Waar je uren moet staan praten
Om te worden toegelaten
(Wat veelal toch niet mag haten
Nu vertrek je eer je 't weet
Naar de zwevende planeet.
Als dat eenmaal voor elkaar ts
Wat gerust nog niet zo raar is
Zullen we proberen vrinden
Het nóg hoger op te vinden.'
Zeg je doodleuk: „kom, we gaan!
Overstappie naar de maan."
't. Zal alleen nog moeten blijken
Of die héren 't goed bekijken
En niet in een ogenblik
Op ons valt die hele zwik.
Maar 't zal nog wel even duren
Eer ze ons de lucht insturen,
Dus voorlopig deze zorgen
Nog maar even opgeborgen,
Eiwie weet, (het kan raar gaan
Zijn we dan reeds naar de maan.
JABSON.
jJJET DE FILM IS HET EIGENLIJK als met concerten en toneelvoorstel
lingen. Het merendeel van ons gewone burgers gaat er heen niet om de
kunst, maar alleen om eens een avond uit te zijn. Om de ontspanning. Wan
neer dan die ontspanning van een goed gehalte is, des te beter. En nog beter,
wanneer die ontspanning tot zo'n hoog peil stijgt, dat we de adem inhouden,
iets ergens in ons binnenste voelen aankloppen, onszelf vergeten en opgaan in
die machtige vervoering, die de kunst ons kan schenken. Maar dat is dan
vooral bij de film het laatste stadium. Kunst is hier maar een betrekkelijk
tets. En de gemiddelde biocoopbezoeker is het slechts om de ontspanning te
doen. Daarom kan het goed zijn in een filmrecensie niet allereerst de kunst
zinnige waarde te onderzoeken, maar vooral het oog te richten op dit alge
meen sociale aspect van de zeer complexe psychologie der film: wat betekent
de film voor de massa?
JN WEZEN KOMT het er dus op neer
dat de film bedoeld is tot geeste
lijke verstrooiing. En het merkwaar
dige is hierbij, dat het publiek, dat zijn
verstrooiing zoekt in de bioscoop over
het algemeen niet in de eerste plaats
het amusement zoekt, maar de opwin
ding. Een verschijnsel, dat nauw met
deze tijd .verband houdt. De mens
heeft zich in het gewone leven gewend
aan sterke emoties. Neem tot voor
beeld alleen slechts de politiek en de
oorlogsdreiging. En in zijn ontspanning
kan hij de emotie niet meer missen.
Hij Zoekt in zijn kranten naar kleine
en grote sensaties. En in de bioscoop
wenst hij ook veelal sterke emotionele
prikkels te ondergaan. Deze wens, die
tot een behoefte werd. beïnvloedde de
wikkeling van de sensatiefilm dient
die zich meer en meer naar de sensatie
is gaan richten. Wild-west-, gangster
en detectivefilms in het algemeen:
de thrillers hebben hun spannings
elementen opgevoerd: soms grof. soms
ook met uiterst verfijnd raffinement.
De film laat de mensen echter niet on
beroerd en beïnvloedt wel degelijk
ook de gedaehtensfeer van de bioscoop
bezoeker Daarom behoeft het geen
betoog, dat de steeds verder gaande
negingen om de publieke sensatiezucht
te vredigen. tot een zeer noodlottige,
spiraal kan voeren. Het gevaar is im
mers niet denkbeeldig, dat wat wij
vandaag als sterke prikkels ervaren
ons morgen niet meer bevredigen kan
en dat wij overmorgen nog sterkere
emoties wensen. Ons eigen denk- en
verbeeldingsleven wordt biizonder door
dergelijke prikkels beïnvloed. En bet
is een bewezen feit, dat bt) eoeiaal-la-
biele personen de misdaad-film een
funeste uitwerking heeft, daar zij de
morele weerstand doorboort. De ont
wikekling van de sensatiefilm dient
daarom met uiterste zorg geleid te
worden. Men kan dit soort films niet
zonder meer uitsluiten, maar men zal
door de beheersing van dit genre moe
ten komen tot een beheersing van de
publieke zucht naar sensatie.
yOT DEZE LUTTELE overpeinzingen
geeft een film als „Unsuspected"
(„Een perfect alibi") aanleiding. Een
sensatiefilm van een buitengewoon raf
finement maar een thriller ook, waar
van men tenminste zeggen kan. dat
ze in de prikkeling van emoties toch
niet over de schreef is gegaan. De sen
satie, die gewoonlijk slechts een be
roep doet op onbewust sadistische ge
voelens bij het bioscooppubliek, is hier
uiterst beheerst, zonder dat de film
ook maar iets aan spanning onderdoet
haar genre.
..Een perfect alibi" is een variatie op
het bekende thema van de man met
het dubbele leven. Bij dit soort films
gaat men de intrige niet vooruit ver
tellen om de fleur niet teloor te laten
gaan. Laat ik me dus beperken met te
onthullen dat deze variatie bijzonder
vernuftig bedacht is en een zeer ori
ginele intrige heeft opgeleverd. Uiterst
boeiend met goed gedoseerde griezel
effecten en talrijke hoogtepunten, die
zoals dit genre films nu eenmaal
hoort te doen de toeschouwers het
hart in de keel brengen. Maar de sen
satie, waaraan deze film over-rijk is.
gaat toch nergens een bedenkelijke
kant op. Heeft men deze film gezien
en is men in staat vergelijkingen te
maken met vele tientallen andere films
in hetzelfde genre, dan moet men con
cluderen, dat de makers van „Een per
fect alibi" er heel bewust naar ge
streefd hebben een film te maken, die
een overvloed van sterke prikkels op
levert maar toch niet een ontwrichtend
effect heeft. De griezelingen worden
in hoofdzaak gevormd door kunstig
opgebouwde suggesties en zij zijn op
een enkele niet zeer belangrijke uit
zondering na zo beheerst, dat het sa
disme, dat practisch in iedere mensen
geest sluimert, >er niet door gewekt
wordt.
^LS DETECTIVE-FILM is „Een per
fect alibi" zo zeker te waarderen.
Daar komt nog bij, dat de regisseur,
Michael Curtiz, zijn gegeven in een
bijzonder aantrekkelijke vorm goot.
Het camerawerk is uitstekend verzorgd
en dikwijls buitengewoon verrassend:
Met overrompelende schaduweffecten
weet Curtiz zo bijvoorbeeld een zeer
suggestieve beklemmende sfeer op te
roepen. En wanneer hij de verwron
gen denkwereld van een geesteszieke
wil typeren, richt hij de camera op 'n
glanzend tafelblad, dat een scene
weerspiegelt en zo in grotesk verwron
gen beelden te zien geeft. Zijn kundig
heid bewijst Curtiz ook door een
boeiende montage in het eerste deel
van zijn film tenminste waarmee
hij knap de dynamische spanningen
van zijn verhaal accentueert. Het laat
ste kwart deel van zijn film vervlakt
aanmerkelijk door een cliché-achtige
verfilming, die de spanningen slechts
zeer kunstmatig vasthoudt maar ..Een
perfect alibi" heeft desondanks toch
voldoende goede elementen om haar
in ieder geval boven de middelmaat
in het genre der sensatiefilms te doen
classificeren Claude Rains speelt de
hoofdrol. Hij is er geknipt voor; niet
alleen door zijn bijzondere masker,
maar vooral ook door zijn knap en in
telligent acteertalent. Voor een deel is
het zo zeker ook aan hem te danken,
dat deze film tot een welkome afwis
seling werd in een genre, dat over het
algemeen bedenkelijk is te achten om
de wijze, waarop de vorm meestal ver
waarloosd wordt en de inhoud ont
spoort.
LONG-SHOT.
jyjEN MAG DAN rustig zeggen dat
ons volk eigenlijk geen écht volk
is van toneelspelers en toneelminnaars,
het gaat anderzijds niet aan de dui
zenden Nederlanders die deze eerste
week des jaars aanwezig waren bij de
Gijsbreght-opvoeringen in de hoofd
stad, te rubriceren onder snobisten en
aanhangers van een nu eenmaal be
staande traditie. Ik zou niet graag
willen beweren, dat Vondel bij ons de
plaats inneemt van Shakespeare bij
de Angelsaksers, of die van Molière
bij de Fransen. Vondel ligt aanzienlijk
minder „volks"verankerd in de Hol
landse harten dan beide andere groot
meesters der dramatische kunst, en
zeker geldt dat voor déze generatie.
Verheugend blijft echter dat Gronin
gers eri Stichtenaren, Noord- en Zuid-
Hollanders, in niet geringen getale zijn
opgekomen naar het Leidseplein om
daar te luisteren naar de schone taal
van de grootste dichter die de lage
landen ooit voortbrachten.
De Gijsbreght, dan.drie eeuwen
oud en (en dit is' wel het grootst en
wonderlijkst geheim van dit treurspel)
nog zó jong, zó „modern' dat het van
daag de dag geschreven had kunnen
zijn. Wie spreekt daar van „stoffig"
als hij de glasheldere volzinnen hoort
zeggen door Van Dalsum of Johan
Fiolet? Wie durft het woord „ver
jaard" in de mond! nemen, als hij hoort
en ziet dat alle problemen waarmee
deze Gijsbreght strijdt, tot het bitter-
bittere einde, óók de problemen van
vandaag, anno 1949, zijn? Dit ireurspel
is een spel voor alle tijden; en vood
alle mensen, die zich nog de tijd gun
nen zich drie uur lang tot luisteren te
zetten.
Het behoort tot de bon ton, de goede
gewoonte, van de journalisten om,
schrijvende over de Gijsbreght, de fio
len van hun kritiek nogal overdadig-
lijk, en niet zonder een zekere wel
lust, uit te storten Zowel het stuk zelf
als de kritiek erop zijn .klassiek". En
ook dit jaar heeft men er het publiek
aan herinnerd, dat het met die Gijs
breght feitelijk niet helemaal in orde
is. Vondel heeft het anders gewild....
de reyen hadden een andere doelstel
ling, traden anders op in de zeven
tiende eeuw. De accenten liggen ver
keerd en de sfeer van het spel heeft
men geweld aangedaan en verkracht.
En deze opvoering is „te rooms".
Het zij zo. Van Dalsum, ook dit jaar
de titelrol spelend heeft enkele we
ken geleden de journalisten een veeg
uit de pan gegeven in „Vrij Neder
land", maar of dit Verstandig was, is
de vraag. In elk geval heeft hij niet
kunnen voorkomen dat ook thans weer
de nodige bezwaren tegen de visie van
Van Dalsum gelanceerd zijn.
Hetgeen niet wegneemt, dat het een
magistraal gebeuren was opnieuw
groots en van een allure, die men ver
geefs zoekt in welk stuk van deze
jaren ook. Welk een prachtig woord
materiaal schept Vondel, hoe moet deze
dichter de taal beheerst hebben en
welk een diep begrip moet hij gehad
hebben van de tragiek, die besloten
ligt in de vier letters van dat eene
woord: mens.
jyjEN KAN ZIJN bezwaren hebben
tegen de opvattingen van de Gijs
breght anno 1949. De bewegings-tech-
niek van de reyen doet nogal vreemd
en ook wei gewild-artistiek aan. Men
kan inderdaad zeggen, dat de plaats
van het koor hier dezelfde functie
dient te hebben als die van het koor
in de Griekse treurspelen. En zo is
er meer. Rooyaards en Verkade brach
ten de Gijsbreght figuur anders, en
de Badeloch van wijlen mevr. Mann—
Bouwmeester schijnt aanzienlijk men
selijker, minder theatraal, te zijn ge
weest dan die van Loudi Nijhoff, of
schoon ik de eerste nimmer mocht
zien spelen en mij de moed in de
schoenen zakt een, zij het ook maar
zijdelingse, uitval te doen op de zo
algemeen bewonderde en artistiek-
gearriveerde" Loudi Nijhoff....
Van Dalsum zelf speelde voortreffe-
felijk, al maakte hij een enigszins ver
moeide indruk (Woensdagavond). Wel
licht ook drukte hem die avond het
besef van zijn zestigste verjaardag, wie
zal het zeggen. Ben Groeniers Spie
was zeer sterk en geladen met een to
meloze emotie. De Raphael-rol vertolk
te Mary Smithuysen en ze deed dit
met alle begrip en mededogen die hier
noodzakelijk zijn, wil men niet tot pro
fanatie komen. De muziek van Arnold
Juda, uitgevoerd door de HOV. is ge
noegzaam bekend. Ik kan haar niet be
wonderen en zou het niet wenselijk
zijn nog eens een opvoering te geven
met Diepenbrocks instrumentale be
geleiding? Zo bracht deze Gijsbreght
dan: veel schoons en ook wel wat kri
tiek op onderdelen. Maar wat wil men?
Is dat bij Shakespeare en Molière an
ders ais thans hun werken worden op
gevoerd? En veel, zo niet èlle, onvolko
menheden zijn terug te voeren op ge
breken van de dramatis personae en
zeker niet op Vondel. Laat hierover
geen misverstand bestaan.
j?N HIERMEE heeft dan het jaar in
gezet, in Amsterdam. Buiten de
stadsschouwburg stond een stolp van
mist over de stad Amsterdam en het
was er maar gruwzaam triest. Binnen
verwarmde men zich aan ons nationa
le spel. en bij wijlen kon men zich zelfs
verhitten aan de ergernissen die men
beleefde aan de hoestende en kuchen
de legioenen die de zaal vulden. Het
zal wel aan de griep liggen, maar een
vergelijking tussen de stadsschouw
burg met een dépendance van sanato
rium Zonnestraal dringt zich onweer
staanbaar op. En waar een deel der
spelers toch reeds vaak zondigt tegen
de eerste eis van toneel: een goede,
duidelijke uitspraak, daar ontging me
nigeen wel eens 't begrip van een aan
tal strofen.
Wie zich terneergeslagen voelde door
het opgevoerde treurspel kreeg de kans
zich geestelijk weer te restaureren aan
'n Bruiloft van Kloris en Roosje, waar
in Marie Hamel en Paul Huf de beide
eerste violen met een maximum aan
élan en uitbundigheid bespeelden. Vijf
kwartier satyre, oubollige rijmelarij en
zotte boertigheid vormden een lang
niet te versmaden tegenwicht tegen de
donkere weemoed en de zwanger aan
noodlot zijnde Gijsbreght van AemsteL
ANTHONY VAN KAMPEN,