Naar 800 meter diepte in een open ton Steeds minder paarden in Nederland De Pluimveehouder Luitenant Dumoulin keert niet terug Moeizaam karwei in het binnenste der aarde Landbouwtractor, vrachtauto en verdwijnende boerentrots maken de viervoeters overbodig Nieuwe avonturen van Pim, Pam en Pom ^Kacl ïelpatti Was Uw wol veilig in 1 Het Radioprogramma AVONTUUR IDENTIE De „mannen van de werkvloer" op de staatsmijn „Maurits" te Sittard behoren ongetwijfeld tot de ondergrondse werkers, maar als zy naar bene den gaan, doen zij dat niet om aan de productie van de steenkool mee te werken, althans niet onmiddellijk. Als zü naar boven komen kunnen zij wel het voldane gevoel hebben van een volbrachte dagtaak, maar meestal hebben zij niet anders dan wat waardeloze steenen losgehakt. Dat doen zij nu al geruime tijd en zij zullen er nog maandenlang mee doorgaan. Nutteloos werk zou u zeggen. En toch worden /ij er behoorlijk voor betaald, terwijl aan hun arbeid een grote waarde wordt toegekend. Het is een klein uitzonderlijk groepje werkers. Als de lift voor de 391 meter verdieping vertrekt hebben zij geen belangstelling. Zij zoeken het een beetje verder, de tweede verdieping op 455 meter interesseert hen evenmin; en zo is het ook met de 548 en de 660 me ter. Zij gaan nóg verder.. Verder zelfs dan de lift hen zou kunnen brengen Daarom gaan zij in een open ton door die ontstellend donkere en ontstellend diepe schacht no. 1 naar hun werkter rein, dat op het ogenblik ergens tussen de 810 en de 850 meter ligt. Meer dan acht maal de hoogte van de Domtoren te Utrecht gaan zij de aardkorst in cmja, wat doen zij daar eigenlijk? De schacht moet verlengd worden. Wel, deze mannen hebben tot taak de schacht te verlengen tot ongeveer 850 meter diepte, opdat mettertijd met de exploitatie van een vijfde kolenlaag kan worden begonnen, die „aangezet" wordt op 810 meter onder het maaiveld. De aanleg van een nieuwe verdieping is een werk, dat vele jaren in beslag neemt. Het afdiepen van de bestaande schachten naar het nieuwe niveau staat daarbij op de eerste plaats. Men is op het ogenblik zover, dat schacht I tot 810 m is afgediept, het niveau waarop de nieuwe verdieping zal komen te liggen, schacht II staat nog op 794 m. Allereerst zal schacht I verder worden afgediept tot 850 m. Daarna wordt be gonnen met het uitzetten van de laad plaats. Dat vraagt vijf tot zes jaar. Ver volgens worden de hoofdsteengangen „het veld ingedreven", dat met steen galerijen verder wordt ontsloten. Voor dat de eerste pijler op de nieuwe 810 m-verdieping zal worden aangetrok ken" en de eerste kolen naar boven ko men zijn we in het mijnbedrijf tien jaar verder. Met de nieuwe 810 m-verdie ping zullen kolenlagen worden ontgon nen, die ook reeds op de hoger gelegen verdiepingen worden aangetroffen. Dit komt, omdat de kolenlagen in de „Mau- rits" in een flinke helling liggen. Moeilijke problemen. Dat het gaan naar grotere diepten het bedrijf voor problemen stelt r.?l voor iedereen zonder meer duidelijk zijn. Wanneer de 810 m-verdieping straks op volle toeren draait zou er een ogenblik kunnen komen, dat de aan voer van verse lu-1-4 door de bestaande schachten onvoldoende zou zijn. Het is dan ook zaak reeds thans maatregelen te nemen, waardoor een tekort aan lucht wordt voorkomen. De oplossing hiervoor ligt in het delven van een nieuwe schacht, waarvoor op het ogen blik boringen worden verricht door Ferdinand ,Iven, een Belgische deskun dige op dit gebied, die dit werk reeds in zoveel landen heeft verricht, dat hij zich met recht een wereldreiziger mag noemen. Schacht III van Staatsmijn Maurits wordt mettertijd dan ook hoofdzakelijk een luchtschacht en wel een uittrekkende luchtschacht. De schacht zal worden afgediept tot op het niveau van de nieuwe verdieping. Tussen schacht II en schacht III zal een nieuwe ventilator worden opgesteld mot een capaciteit van 16.000 m2 per mi nuut. De staatsmijn „Maurits" is onbetwist de. enige mijn ter wereld waar een pro- Een klein groepje wakkere mannen verlengt schacht I van de staatsmijn „Manrits". Zij moe ten de schacht tot ongeveer 850 meter diepte verlengen. De nor male temperatuur op deze diepte is 25 graden Celsius hoger dan aan de oppervlakte der aarde. Het is er pikdonker en zij doen hun werk bij het schaarse licht van de op^hun hoed bevestigde lampjes. Waarom dit werk moet worden uitgevoerd, wordt in dit interes sante artikel Uitvoerig beschre ven. ductie van 13.000 tot 14,000 wagens p^r dag met twee schachten wordt getrok ken. Om de. bestaande schachten enigs zins te ontlasten, heeft men er dan ook een ogenblik aan gedacht de schacht capaciteit uit te breiden door schacht III tevens vervoersschacht te maken. Het bleek echter, dat de capaciteit van de bestaande schachten door het ver groten van de wageninhoud zonder be zwaren nog aanmerkelijk kan worden uitgebreid. Vier leden van de eenzame werkers passeren op 810 meter diepte een kolenlaag in de aarde. Zij maken de bodem los, verwijderen het gesteente en verlengen dan de betonnen schachtwand in benedenwaartse richting. Of schoon het midden-winter is, zijn zij luchtig gekleed. J|ET ZOU OVERDREVEN ZIJN TE BEWEREN, dat de paarden in ons land aan het uitsterven zijn. Doch dat hun aantal vermindert en vrij sterk zelfs, staat vast. Het eigenaardige hierbij is, dat de paardenstapel in veel groter getale afneemt dan verantwoord zou zijn, doordat de landbouwers steeds meer motortraetie op hun bedrijven gaan gebruiken. In 1934 had Nederland 331.000 paarden van drie jaar en ouder; in 1947 bedroeg dit aantal 369.000 stuks. In het najaar van 1948 was dit cijfer teruggevallen tot 350.000 stuks. En er wordt opnieuw met een sterke daling rekening gehouden, zodanig zelfs, dat sommigen van oordeel zjjn, zich aan de veilige kant te houden, indien zy een daling van 25 pet. aannemen voor dit jaar. t i ijdens het werk worden voort durend metingen verricht. Boven aan ziet men de onderkant van de betonnen wand der mijnschacht, die straks weer een paar meter verlengd zal worden. Zij passeert hier een rotsbodem. Moet zij door zand of klei gedreven worden, dan Vast men ter plaatse bevriezing toe om instorting te voorkomen. J£AN MEN UIT deze cijfers conclu sies trekken ten aanzien van de toe komstige ontwikkeling van de paarden stapel en zeggen deze conclusies iets omtrent de verhoudingen van vraag en aanbod in de toekomst? Deze vragen heeft de Paardencom- missie van de Stichting voor de Land bouw zich gesteld. Het antwoord op de eerste vraag is niet moeilijk. Als er nu minder paarden zijn en als het fokken in 1948 nog sterk verminderd is, lijdt het geen twijfel, of de paar denstapel zal in de eerste jaren aanzien lijk teruglopen. De tweede vraag ech ter is moeilijker te beantwoorden. Zal deze vermindering tot gevolg hebben, dat er binnen afzienbare tijd niet meer van een overschot, maar van een te kort aan paarden sprake zal zijn? Er is berekend, dat een uitbreiding van het aantal tractoren met 3000 per jaar de behoefte aan paarden met 9000 stuks vermindert. Nu is 3000 tractoren per jaar vrijwel het maxi mum, dat Nederland kan invoeren. Volgens de inventarisatie 1947 be droeg het totale aantal paarden 363.000 stuks; de inventarisatie 1948 wees uit, dat er 330.000 paarden wa ren. Er is berekend, dat bij de inven tarisatie 1949 zal blijken, dat het to tale aantal paarden 286.000 zal be dragen. In deze jaren ziet men dus een vermindering van resp. 33.000 en 44.000 stuks. Aanzienlijk meer dan 9000. Zo bezien dreigt dus een tekort. Daartegenover moet men echter ook in het oog houden, dat niet alleen 't gebruik van tractoren de behoefte aan paarden beïnvloedt. Men moet zich ook afvragen, hoeveel de behoefte aan paarden voor het vervoer vermin derd is en verminderen zal door het Er is een tijd geweest, dat de plaats van de boer in zijn dorpsgemeenschap bepaald werd door het aantal paar den, dat hij hield. Dit bracht vele, vooral kleine, boeren er toe meer paarden te houden dan zij nodig had den, of een paard te houden ook als dit op hun bedrijf niet verantwoord was. Deze mentaliteit is sterk aan 't veranderen. De boer weet, dat een paard hem misschien wel duizend gul den per jaar kan kosten. Daartegen over staat een opbrengst, die veel ge ringer is, zodat het houden van een paard op zulk een bedrijf niet meer verantwoord is. In vele gevallen zal de kleine boer, als hij geen paard houdt, in staat te zijn een koe méér te houden. Dit inzicht brengt hem er steeds méér toe om zich aan te slui ten bij een werktuigencoöperatie, het werk te laten verrichten door loon werkers, of een paard te gebruiken van een groteree boer. Deze en dergelijke overwegingen maken het onmogelijk enige verwach ting voor de toekomst uit te spre ken. Door de zeer lage prijzen van de paarden is de animo voor de fokkerij sterk verminderd. Het is een groot belang, dat de paardenmarkt weer gezond wordt. Het geven van advies, hetzij in positieve, hetzij in negatieve zin, het aansporen dus tot uitbreiding of beperking van de fokkerij, acht de Paardencommissie echter niet ver antwoord, daar de factoren,die de paardenmarkt kunnen beïnvloeden, veel te onzeker zijn. EKSTEROGEN De heer A. F. de B. te St. vroeg ons naar het voorkomen van de z.g. knob belvoeten of eksterogen (likdoorns) bij overjarige dieren. Dit euvel, kan een ge volg zijn van de gesteldheid van de bodem, waarop de kippen lopen. Gro ve stukken steen of kalk in de ren veroorzaken gevoeligheid aan de voe ten. Ook een te harde aardkorst in de ren is niet aanbevelenswaardig. Te hoge of te smalle zitstsukken geven eveneens aanleiding tot kwetsuren. Het slot is, dat er een pukkel eelt ontstaat, juist in het midden van de voetzool. Men kan deze plekken' ver wijderen zonder dat het bij het dier veel pijn veroorzaakt. Als het behan delde dier 's avonds op stok zit, pen- sele men de opening met jodium-tinc- tuur om infectie te voorkomen. Tenslotte gaan de dieren gebrekkig lopen en vermageren. In andere ge vallen kan het een lichtverschijnsel zijn. Jonge hennen hebben er uiteraard minder last van. Is de leg der dieren uitstekend gebleven, dan hadden ze van een en ander nog weinig hinder. ZIEKE KALKOENEN. Mevrouw Van der W. de B. te Z. Indien uw kalkoenen door pokken zijn aangetast, kunt u op het ogenblik niet meer doen dan ze een jodiumbehan- deling geven. Als de wratjes en kors ten wat hard zijn, is weken met een olie- of sodaoplosling aan te bevelen. Daarna aantippen met jodium-tinctuur. Het zal u bekend zijn, dat men tegen woordig pluimvee inent. Daardoor zijn' reeds vele dieren behouden gebleven. Het enige malen per dag onderdompe len van de kop van de dieren in een permanganaat-oplossing met een licht wijnrode kleur zal zeer nuttig zjjn. Deze onderdompeling moet zeer kort zijn. Men behoeft niet bang te zijn, dat inslikken van deze vloeistof voor de dieren schadelijk is. De meningen over de resultaten van deïe behandeling lopen nogal uiteen, maar wijzelf zijn over onze erva ringen in dezen zeer tevreden. Scandinavië en het Atlantisch pact De Deense en Zweedse ambassadeurs te Washington hebben een bezoek ge bracht aap Dean Acheson, de Ameri kaanse minister van Buitenlandse Za ken, met het doel van gedachten te wisselen over het voorgestelde Noord- atlantische verbond. Jh diplomatieke kringen verklaarde men, dat de Deen se ambassadeur, Kauffmann, terloops informeerde naar de voorwaarden, waaronder Denemarken tot het pact zou kunnen toetreden. De Zweedse ambassadeur, Boheman, zou een uit eenzetting gegeven hebben van de re denen, die Zweden ertoe brachten, Noorwegen en Denemarken uit te nodi gen tot deelneming aan een Scandina visch neutraliteitspact. UITGELEENDE DUIKBOTEN IN ENGELAND TERUG. De drie duikboten, die tijdens de oorlog door Engeland aan Rusland werden geleend, zijn weer in Firth of Forth binnengevaren. Dè overdracht aan de Royal Navy zal zonder plech tigheid geschieden. TOEN IK VERLEDEN JAAR in Montekappe was, viel mijn oog op een mo numentaal huis, dat even buiten het dorp stond. Het maakte met zijn ver veloos houtwerk en zijn met klimop dichtgegroeide vensters, waarachter een donkere leegte gaapte, een vervallen indruk. Ook een levenloos, ding kan sterven en in gestorven toestand is een huis ake liger om te zien dan menig overleden mens. Ik weet niet of het de drang naar het onbekende dan wel louter nieuws gierigheid was, welke mij het voor het grasveld staande verroeste hek deed openen. Het piepte met een haast menselijk geluid en ik ging langzaam over het door onkruid overwoekerde grint, maar stond plotseling stil toen ik, half verborgen in het hoge gras, een bordje zag liggen waarop „Minen- gefahr" was geschilderd. Ik voelde de stilte als iets onheilspellends toen ik naar het hek terugliep en daar aangekomen hoorde ik, dat de echo van mijn stappen nog enige passen voortklonk nadat ik had stil gestaan. Toen ik mij omkeerde zag ik een in het zwart gekleed jong meisje, wier ogen levenloos leken. Ik kreeg de in druk, dat zij zich niet realiseerde wat zij zag, zoals ook het dode oog van een camera dat doet. Haar slanke, witte handen bewogen zich nerveus en zij naderde mij met onzekere pas sen. Toen zij op het punt stond te vallen stak ik mijn handen naar haar uit en voelde haar polsen kloppen. Snel en onregelmatig ging haar ademhalingen zij keek mij plotseling aan met de ogen van een door jagers in het nauw gedreven dier. „Pierreriep ze, O Piere" „Stil", zei ik, „blijf kalm, Pierre komt". Zij herhaalde de naam enige malen en riep plotseling met angst in haar stem: „ga er niet in, Pierre blijf in 's hemelsnaam hier". Haar woorden gingen over in een hysterisch lachen. Ze rukte zich van mij los, maar enige mannen in uni form kwamen op haar toe en namen het krankzinnige meisje mee. Ze liet zich gewillig leiden en ik keek haar belangstellend na tot zij achter een wegkromming was verdwe nen. EEN KWARTIER LATER vertelde de hotelhouder mij haar droeve ge schiedenis. Toen luitenant Dumoulin op een munitiekist zat in een pas veroverde bunker, had hij het prettige gevoel, dat hij nog maar op één kilometer was van het huis waar hij in 1940 afscheid had genomen van zijn verloofde en hij herinnerde zich of het gister ge beurd was, hoe hij haar getroost had toen zij hem zeide, dat zij het gevoel had hem nooit terug te zullen zien. Hij wist, dat zij nog leefde want 'n patrouille, 'waarvan hij deel had uit gemaakt was de vorige dag langs haar huis gekomen en hij had haar gezien ofschoon zij hem niet herkend had. Nu zat de vijand in het huis en het moest met een stormloop genomen worden. Luitenant Pierre Dumoulin ging zijn mannen voor door een regen van projectielen, die de modder om hem deden opspatten en telde na het aftrekken van de vijand zijn gedode kameraden. Hij wilde ze in het huis brengen en zag plotseling voor ,een der vernielde vensters zijn meisje. De vreugde, dat haar angstig voorgevoel niet was uit- 159. Pim, Pam en Pom hebben nog nooit een wedstrijd voor auto's mee gemaakt en nu denken ze, dat de an dere aufo's achter hen aanzitten. Ja, dat komt er van, dat die drie hondjes zo'n kwaad geweten hebben. „Harder Pim, harder Pim! Zet 'm op!" gillen Tommie en Brommie. Pim probeert alles en inderdaad schiet de jeep met topsnelheid vooruit. „Ja, we raken ze kwijt", roept Pom, die steeds achterom kijkt. 160. „Hou vol, Pim. Dan kunnen we ze nog wel ontlopen", roept Pom weer". Probeer ergens een zijweggetje in te slaan". Maar Pim, Pam en Pom weten niet, dat er nergens een zijweg getje is. Wantdit is een autobaan, die in een grote cirkel loopt. En over al staat er een grote menigte langs de weg, die hen toejuicht. „Ik begrijp er niets van", zegt Kobus. „Waarom zwaaien ze nou tegen ons?" Een Ceta-Bever 1 Groote tube productl B 20 ct. gekomen deed hem juichend haar naam roepen. Hij zag een glimlach van blijde her kenning op haar gezicht komen toen hij haar tegemoet snelde, maar plot seling zag hij haar ogen in schrik ver starren. Een waarschuwende kreet - kwam hem tegemoet, maar in de emotie van het ogenblik sloeg hij er geen acht op. Luitenant Dumoulin snelde over het grasperkEen geweldige exploisie klonk. De grond trilde en een bordje waarop „MinerJgefahr" was geschilderd vloog door' de lucht en kwam in het hoge gras naast het tuinhek terecht. Luitenant Dumoulin was niet aan zijn noodlot ontkomen. Het had niet alleen hem maar ook het meisje getroffen, dat elke dag naar het verlaten huis loopt om uit te kijken naar de man die nimmer zal terugkeren. 35 ct per pak VOOR HEDENAVOND HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7. 8 en 11 uur NCRV: 6,15 Het Evan* gelie in Esperanto 6 30 Voor de Strijd» krachten 7,15 Geestelijke liederen 7,30 Het actueel geluid 7,45 CNV-kwar- tier 8,05 Programma-proloog 8,lè Zang en viool 9,15 ,,Zon en Schild" 10,00 Otto Dobrindt en orkest 10,15 Gra* mcfoonplaten 10,30 NCRV-kwartet 10,45 Avondoverdenking 11,15 Serenade 11,45 Gramofoonplaten HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 6, 8 en 11 uur AVRp: 6,15 De Vera feleciteert 6,45 Morton Gould speelt 7,00 Denk om de bocht 7,15 „Wat is het SWG?" VPRO: 7,3.0 Nederland en zijn gewesten 7,50 Tien voor acht 8,05 Kamermuziek 8,30 „Jeugd in Ne derland" 8,55 Zo juist verschenèh r- VARA: 9,00 Men vraagt..,, en wij draaien 9,30 „Het mysterie van de Prinsen gracht" (Hoorspel) 10,00 Buitenlands overzicht 10,15 Swing and sweet VFRO: 10,40 „Vandaag" 10,45 Avónd- wijding VARA: 11,15 Dr W F Storm spreekt 11,30 Symphoniseh concert VOQR ZATERDAG HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 8, 7, 8 en 11 uur KRO: 8,15 Pluk de dag 12,33 Amusements-orkest 3,30 Licht middagprogramma 4,10 Will Glahe en zijn orkest 6,15 Journalistiek week overzicht 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,15 „Te vuur en te zwaard?" 7,25 Muziek 7,45 Voor de Nederlanders in Duitsland 8,05 De gewone man 8,12 Gramofoonplaten 8,20 Lichtbaken 8,50 Gramofoonplaten 9,00 Negen heit de klok 9,45 „Wie neemt de handschoen op?'' 10,00 Weekend-serenade 10,30 Actualiteiten 10,45 Avondgebed 11,25 Gramofoonplaten HILVERSUM n, 415 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA: 8,18 Gevarieerd programma 12,33 Jan Vogel en zijn accordeon-orkest 1,20 Gramo- foonmuziek - 5,00 U S A-cabaret 6,15 Piano en orgel 6,50 Reportage 7,10 Artistieke staalkaart VPRO: 7,30 „De verloren zoon" 7,45 Dra Anne H Mul der VARA: 8,05 Dingen van de dag 8,15 The Ramblers 9,00 Socialistisch commentaar 9,15 De bonte bal 10,00 Stradiva-sextet 10,25 De mens en zijn liefhebberijen 10,40 Breng eens een zonnetje 11,15 Dansmuziek DE PRIJZEN DER AARDAPPELEN Indien het prijspeil van de consump tie-aardappelen van de oogst 1948 zich niet herstelt, zal de overheid aan deze kwestie bijzondere- aandacht gaan schenkeh. Dit is toegezegd aan de Stichting voor de Landbouw, die in een onderhoud met de minister op het onbevredigende verloop van de prijzen der consumptie-aardappelen van deze oogst de aandacht heeft gevestig^l. Er mag in ieder geval worden verwacht, dat de prijzen der goed houdbare par tijen in het late voorjaar weer wat hoger zullen worden. IN DE DOOR RES TJEERD AD E M A De moeder keek de onbekende jonge man dankbaar aan. „U hebt er ons kind een groot plei- zier mee gedaan, meneer „Smit", zei de bezoeker „Mijn man heet Van Ginkel, me- neer. Hij is chauffeur bij een vracht- dienst. Hij heeft vandaag zijn vrije avond en we verwachten hem ieder ogenblik thius. Misschien heeft u noe even de tijd?" 8 „Ja... eh... misschien," zei Steensma een beetje onzeker. „Ik moet zo straks nog naar Den Haag." „Oh, juist," zei de moeder belang stellend. „Jammer, dat u niet wat lan ger kunt blijven. O, kijk. daar is vader al, Annie!" Een jonge man in een blauwe over all stak op straat glimlachend zijn hand op en het meisje wuifde hem vriendelijk toe. „Kijk eens, vader," zei ze, toen hij binnenstapte, „wat zegt u wel van deze prachtige rozen?" De chauffeur sftarde een ogenblik verbaasd naar de bezoeker, nam zijn pet af en stak zijn hand uit. „Hoe maakt u het, mijnheer?" „Uitstekend," zei Steensma glim lachend. „Het doet mij genoegen, dat ik uw dochtertje een kleine verras sing heb kunnen bereiden." ■■O, maar dat..,.dat is prachtig," zei de man blij. ,Er zijn hier zo weinig mensen, die notitie van ons nemen." „Heb je al koffie moeder?" „Ik zal direct inschenken," antwoord de de vrouw. „U wilt toch zeker ook wél een kopje, meneer?" „Och nee, dank u, doet u geen moei te," zei Steensma aarzelend. „O, maar het is helemaal geen moei te. Ik zou het erg prettig vinden als u voor de gezelligheid een kopje met ons meedronk," zei de chauffeur vrien delijk. „Graag dan," zei Steensma. Dj vrouw des huizes presenteerde koffie en Steensma raakte in druk ge sprek met de chauffeur, die in zijn vrije tijd een schriftelijke cursus in machinetekenen bleek te volgen. „Mijn man wil graag hoger op," leg de de vrouw uit. „Hij studeert al een jaar, maar als vrachtchauffeur heb je zo weinig tijd." „Dat valt om de drommel niet mee, meneer, zei de man spijtig. „Elke dag achter het stuurrad, dan heb je op je vrije avon£ meer idee in slapen dan in studeren en d'r is niemand wie je zo 's wat kan vragen." „Moeilijkheden?" informeerde Steens ma glimlachend. „D'r is iets, dat ik niet begrijp," zei de man. „Ik heb d'r al eens over ge schreven en ze hebben d'r ook al eens antwoord op gegeven, maar ik snap d'r nog niks van." „Misschien kan ik helpen," zei Steensma. „Ik denk van niet, meneer," zei de chauffeur, ,,'t zijn allemaal technische kwesties." „Ik ben ingenieur," legde Steensma uit Het gezicht van de chauffeur verhel derde. „O, maar danzei hij, blijkbaar verrast. v„Laat maar 's kijken," zei Steensma glimlachend. De man in overall haalde zijn boe ken en tekeningen te voorschijn en Ir. Steensma hielp hem in een half uur alle moeilijkheden oplossen. Hij glimlachte onwillekeurig bij de gedachte wat Storm wel zou zeggen als die wist, dat hij Steensma zijn vrije tijd in Leiden zo nuttig be steed had. De vrouw des huizes presenteerde een koekje van eigen fabrikaat en Steensma zag, op zijn horloge kijkend, dat het langzamerhand tijd begon He worden om eens de richting van het station uit te wandelen. „Ik zou onze achterkamer graag ver huren," zei de chauffeursvrouw. „Als u misschien onder uw kennissen eens iemand weetVoor een degelijk pension zou natuurlijk gezorgd wor den." ,Moet u kamers verhuren?" vroeg „Liever niet, natuurlijk," zei de vrouw zuchtend, „maar we moeten geld hebben voor Annie. De dokter heeft gezegd, dat het allemaal met haar in orde komt, als ze gauw naar een sanatorium kan gaan. We kunnen het misschien wel gratis gedaan krij gen, maar dat willen we liever niet. Maar het kost driehonderd gulden en er is zoveel nodig.: De cursus van mijn man moet toch ook betaald wor den" „Het spijt me," zei Steensma harte lijk. „Ik heb op het ogenblik geen ken nissen, wie ik uw kamer zou kunnen aanbevelen. Ik woon zelf in Den Haag. Enfin, wie weetik zal in elk ge val wel eens voor u uitkijken." „Graag, meneer," antwoordde de vrouw met een blijde glimlach. „Uw adres zal ik in elk geval no teren," zei Steensma, zijn zakboekje te voorschijn halend. „B. van Ginkel, Witte Rozenstraat 7, meneer", zei de chauffeur. Ir. Steensma ^schreef het in zijn no titiehoekje en stond op om afscheid te nemen. Jk iwA mt z.ei feüwi».- delijk, „dat ik vandaag in Leiden zo gastvrij zou worden ontvangen. Wees ervan verzekerd, dat ik u hartelijk dankbaar ben". „De dank is aan ons, meneer", zei de vrouw, „al was het alleen maar om uw prachtige bloemen en de hulp die u aan mijn man verleend heeft". Ir. Steensma wuifde alle dankbetui gingen weg. „Ik hoop, Annie", zei hij, het smalle handje van het. meisje'in de zijne nemend, „dat er spoedig gele genheid voor het sanatorium zal zijn. Als je helemaal gezond weer terug bent hoop ik je nog eens te bezoeken". „Dank u wel, meneer", zei het meis je vriendelijk. Steensma glimlachte en nam afscheid van de ouders, die hem tot aan de deur vergezelden. Hij drukte twee ruwe werkhanden, keek een paar passen verder nog eens om en nam glimlachend zijn hoed af. Toen liep hij door de reeds donker wordende straten naar het station en zag daar, dat hij nog een kwartier da tijd had. .Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1949 | | pagina 5