Honderdduizend Nederlanders in Duitsland verkeren in zorgen Donderdag Liechtenstein, het gelukkigste land van Europa Nederland spreekt een woordje mee avontuur 000R Residentie Belangrijke voorposten voor Nederlandse zaak Innig gevoel van verbondenheid Maar Vorst Franz Joseph maakt zich zorgen Landbouwcongres in Amerika ZUINIG MEI BENZINE DAT IS DEVIEZEN VERDIENEN Bevolking betaalt slechts twee procent aan fiscus Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur Hei nieuwe boek Het Radioprogramma Krachtige politieI door de fei Vreugde eri opluch in alle landen Bevin Zaterdag nai Berlijn (Van onze correspondent te Düsseldorf) De penningmeester van de Nederlandse Bond in Duitsland de heer Evers uit Krefeld heeft in de „Duitse Kroniek" een artikel gepubliceerd over het leven van Nederlanders in Duitsland. De schrijver onderscheidt drie groepen. De eer ste groep bestaat uit degenen, die zelf of wier ouders tegfen het einde van de twintigste eeuw naar Duitsland emigreerden. Deze groep telt enerzijds 'n groot aantal ouden van dagen de oorspronkelijke emigranten en anderzijds een zeer groot aantal jongeren hun kinderen die zo goed als allemaal in Duits land geboren en getogen zijn. In de tweede groep vinden wij Nederlanders, die tijdens de tweede wereldoorlog in Duitsland te werk werden gesteld en die in dit land zijn blijven hangen, meestal omdat zij met een Duitse vrouw trouwden of omdat zij in Duitsland een nieuw bestaan vonden. Daar verreweg de meeste van hen de wens te kennen hebben gegeven in Duitsland te blijven wonen, kunnen deze personen niet meer als verplaatste personen beschouwd worden. De derde groep bestaat uit politiek onbetrouw bare elementen. Behalve een aantal politiek onbetrouwbaren, die uit de eerste groepen gerecruteerd worden, behoren tot deze groep in de eerste plaats de uit Nederland gevluchte en (nog) niet uitgeleverde politieke delinquenten, waar van het merendeel zich na „dolle Dinsdag" in Duitsland vestigde. Hoeveel Nederlanders er in Duitsland wonen is een vraag, die, zoals het steeds gaat, wanneer men in Duitsland maar enigszins betrouwbare getallen vraagt, bjjna niet te beantwoorden is. Men hoort dikwijls het getal 130.000 noemen, maar niemand weet op grond van welke onderzoekingen dit aantal verkregen werd. Een absoluut betrouwbaar getal is dat van hen, die uit Nederland voed selpakketten ontvangen. Dit zijn er on geveer 71.000. Men moet hierbij echter wel bedenken, dat de z.g. zelfverzorgers (boeren, landarbeiders, melkers, e.d.;, de gegoede zelfstandigen, neringdoen den en last but not least, alle politiek onbetrouwbare elementen, zover zij niet gezuiverd zijn, geen pakketten ontvan gen. Bovendien mag men aannemen, dat er nog een aantal Nederlanders in Duitsland leeft, dat alle contact verlo ren heeft. Op grond vari deze overwe gingen zou men als min of meer be trouwbaar kunnen aannemen, dat er in Duitsland ongeveer 100.000 Nederlan ders wonen. Het merendeel van deze Nederlan ders woont langs onze oostelijke gren zen en in het Roergebied. Buiten deze gebieden zijn de Nederlanders opval lend dun gezaaid. Maar ook langs de grenzen treffen wij fluctuaties in de dichtheid van de Nederlandse- bevol king aan. Over de grenzen van Gronin gen en Drente heeft weinig emigratie plaats gevonden. Anders is dit bij Ovc-r- ijsel en Gelderland. Hier vinden wij aan de andere kant van de grens vooral in de centra van de textiel-industrie, een groot aantal Nederlanders. Het meest intensief is echter de emigratie van Limbiu'g uit geweest en dit zal in de toekomst zodra de grenzen weer geopend zullen zijn door de vele cul turele-en familiebanden ook wel zo blijven. Langs de grens van Limburg 'zijn vaak dorpjes, die meer Nederlands dan Duits zijn. Het is niet moeilijk te verklaren, waarom juist de Limburgers het contact met Duitsland zo intensief onderhiel den. In de eerste plaats vinden wij hier het Zuid-Nederlandse beschavingsge bied, dat in de geschiedenis terug gaat tot Karei de Groote wanneer wij van de Romeinse tijd afzien - met de steden Keulen, Aken en Maastricht, als centra. In de tweede plaats gaat het hier om gebieden, die in de loop der eeuwen, cultureel gezien, meer Nederlands dan Duits georiënteerd waren. Zelfs staat kundig behoorden gedeelten ervan (de hertogdommen Kleef en Gulik) lange tijd tot de Nederlanden. Het is alleszins begrijpelijk, dat de grenzen, die na de tachtigjarige oorlog dit beschavingsge bied doorsneden, door de bevolking op cultureel gebied eenvoudig werden ge negeerd. De godsdienstige groepering. Het feit, dat de bevolkingen van Limburg en het Rijnland steeds een hecht contact met elkaar onderhielden, over en weer trouwden en emigreerden, geeft direct het antwoord op de vraag naar de godsdienstige, samenstelling van de in Duitsland woonachtige Ne derlandse bevolking. Daar het grootste deel van hen uit katholieke Limburgers bestaat, die zich in het overwegend ka tholieke Rijnland vestigden, is het dui delijk, dat hun aantal een grote invloed op het totaalcijfer moet hebben. Boven dien bestaat ook een groot gedeelte van hen, die uit de Achterhoek emigreerden uit katholieken. Het wekt derhalve geen verwondering, dat het aantal ka tholieke Nederlanders in Duitsland op ongeveer 75 pet. geschat wordt. De overblijvende 25 pet behoren bijna ge heel tot de protestantse kerkgenoot schappen. Het aantal Joden, niet ker kelijk gezinden, e.d. is uiterst gering. De voertaal van de Nederlanders in Duitsland is, behalve in verenigings verband en in enkele jamilies, de Duit- EVEN GOED ALS VROEGER se taal. Dit behoejt niemand te ver wonderen, daar het merendeel hier ge boren werd, de Duitse school bezocht, kortom in de omringende Duitse be volking werd opgenomen. In deze toe stand is door de tweede wereldoorlog echter een verandering gekomen. Het gevoel van: „Wij horen bij elkaarwij zijn tenslotte in een vreemd land, evenals de behoefte de moedertaal niet helemaal te verleren, was reeds vóór de oorlog de belangrijkste reden, die leidde tot de oprichting van Neder landse verenigingen, wier devies het is de moedertaal niet te verleren en de Nederlandse cultuurgoederen in ere te houden. Voertaal Duits. Het behoeft wel geen betoog, dat de manier waarop de Nederlanders in Duitsland gedurende de laatste wereld oorlog door de Duitsers bejegend wer den, dit streven weer fel heeft aange wakkerd. Wanneer de herinnering aan de recente gebeurtenissen weer in het vergeetboek begint te geraken, is er reden om aan te nemen, dat de oude toestand spoedig de normale zal wor den. De Nederlandse taal zal dan wel weer in beperkte kring worden gespro ken. Het afzakken in die richting blijkt nu al uit het sterk teruglopen van de deelnemers aan de cursussen in de Ne derlandse taal. Er is altijd een groot aantal verduitste Nederlanders geweest en menigeen heeft zich meer dan eens afgevraagd, of deze mensen er eigenlijk niet veel verstandiger aan deden voor zichzelf en voor hun kinderen om de stap te doen van zich te laten naturali seren. Zij behoren nu in ieder geval tot een categorie, die voor Nederland ver loren is en aan wie alle pogingen den terug te winnen, verspild zijn. Geen politiek streven. Hoewel er dus een grote groep is, die alles in het werk stelt om de moeder taal niet te verleren, de Nederlandse zeden, gewoonten en manieren in ere te houden, de vaderlandse geschiedenis en traditie hoog te houden, moet toch met nadruk worden opgemerkt, dat dit streven nooit gericht was en ook nu niet gericht is op het vormen van een (politieke) minderheid. De Nederlan ders in Duitsland wensen vriendschap pelijke verhoudingen met de Duitse bevolking, die zeker vertroebeld zou den worden, wanneer zij zich als een minderheid zouden beschouwen. Het overgrote deel van de Neder landers in Duitsland, ongeveer 90 tot 95 pet. behoort tot de arbeidersklasse. Het is een bekend feit, dat een aan zienlijk deel van hen vooral in de industrie-centra volkomen verpau perd is. Dit is een sociaal probleem Uw planten blijven veel langer bloeien! POKON kunstmtst. Meer fcloemeo -en «etr sterkere plant. Zo tija planteo. het kopen dubbel w*tfd. POKON KUNSTMEST DAl direct eh totaal oplost van de eerste orde, waaraan in Neder land misschien wel wat al te weinig aandacht wordt geschonken. Slechts een zeer gering percentage behoort tot de middenstand, de fabrikanten of de beter gesitueerden. De arbeiders kinderen, die behoorlijk kunnen leren, hebben in Duitsland bijna geen kans om verder te studeren. Het gevolg hiervan is, dat het aantal intellectue len zeer gering is, hetgeen een handi cap is bij alle culturele werkzaamhe den. De Nederlander, die in het buiten land is opgegroeid, zat bijna steeds, wanneer hij op huwbare leeftijd komt, zich een vrouw zoeken uit zijn onmid dellijke omgeving. Dit feit is zo nor maal, dat het wel geen verdere verkla ring behoeft. De Duitse vrouwen ver kregen vroeger door hun huwelijk met een Nederlander de Nederlandse na tionaliteit. Omgekeerd huwden de meisjes uit Nederlandse gezinnen met Duitsers, waardoor zij hun Nederlandse nationaliteit ten gunste van de Duitse verloren. Populair uitgedrukt, zou men dus kunnen opmerken, dat het Neder landerschap in Duitsland alleen in de mannelijke lijn „erfelijk" is. Het to taal aantal Nederlanders blijft echter vrij stabiel, daar de vrouwen, die hun nationaliteit door het huwelijk verlie zen, vervangen worden door vrouwen, die hierdoor juist de Nederlandse na tionaliteit verkrijgen. Het resultaat van deze verschijnselen is een regel matige verschuiving naar Duitse zijde. De meisjes worden na verloop van tijd Duits, de mannen (en vooral hun kin deren) nemen de taal en gewoonten van hun vrouw (resp. moeder) over en verduitsen. De invloed van de moeder bij de opvoeding van de kinderen is nu eenmaal groter dan die van de va der. Al zijn ook de toestanden onder de Nederlanders in Duitsland nog verre van rooskleurig, deze Nederlanders be seffen toch, dat zij op een belangrijke buitenpost staan, die door hun innig contact met de Duitsers in het dage lijks leven op 't werk, in de fabrieken, op kantoren of waar dan ook, in niet onbelangrijke mate geroepen zijn de zaak van Nederland in de vreemde hoog te houden, de Nederlandse cultu rele waarden uit te dragen en zodoen de mee te Werken aan een betere ver standhouding der twee nabuurvolken. (Van onze correspondent te Vaduz) £EN BUITENLANDER, die op het ogenblik een bezoek brengt aan Liechten stein, waant zich in een paradijs. Het vorstendom met zijn 12.000 inwoners bestrijkt een oppervlakte van 157 vierkante kilometer en ligtaan de oostgrens van Zwitserland. De tweede wereldoorlog is aan dit landje voorbijgegaan. Met zijn hoge bergen en prachtige kastelen maakt het op de bezoeker een roman tische indruk en het is daarom te begrijpen, dat de buitenlander, die een tocht door dit vorstendom gemaakt heeft bij zijn terugkomst in eigen land de wer kelijkheid en verbeelding gemakkelijk door elkaar haalt. Uit de van de Vorst Hans Adam in 1700 gekochte heerlijkheden Schellenberg en Vaduz ontstond het Vorstendom Liechtenstein. Eerst in 1860, toen de Duitse Bond werd opgeheven, ging Liechtenstein zijn eigen weg. Tot nu toe was deze weg een rechte lijn, zonder bedreiging met oorlog en zonder andere conflicten. den bekend staande, monarch, nog on toegankelijker. Zijn bezit aan landerijen is, ondanks het verlies van 40.000 ha, nog behoor lijk groot, zodat hij wat tot nu toe het geval was nog geen cent uit de staatskas hoeft te ontvangen. Ook zijn kunstschatten, die in de afgelopen maanden op een tentoonstelling in Luzern te zien waren, hebben een on gekend hoge gaarde. Men kan op het ogenblik gerust be weren, dat Liechtenstein het geluk kigste land in Europa is. Er zijn veel mensen, die daarin willen delen en daarom moeite doen de nationaliteit van Liechtenstein te verwerven. Zjj heeft n.I. het voordeel, dat men naast deze nationaliteit ook nog de nationa liteit van een ander land kan bezitten. Als ingezetene van Liechtenstein kan men zonder meer naar de Verenigde Staten emigreren, omdat geen emigra tieformaliteiten nodig zijn. De kieskeurige Amerikarien zijn overtuigd van de vredelievendheid en nuttigheid van deze ijverige men sen. Hun voorbeeldige manier van leven is niet alleen aan de Amerikanen bekend. Overal spreekt men over de grote liefde voor netheid van de Liechtensteiners, die het als hun eerste plicht beschouwen zich te melden bij da vrijwillige brandweer en die het nooit in het hoofd zullen halen op straat te roken, wanneer de föhn over het vorstendom waait. In deze periode is het roken in het openbaar n.I. bij een oer-oude wet verboden! Ongeveer half Mei zal een delegatie van de Stichting voor de Landbouw naar Canada vertrekken voor het bij wonen van de derde algemene jaarver gadering van de International Federa tion of Agricultural Producers (I.F. A.P.), die dit jaar te Goulph (bij To ronto) wordt gehouden. De delegatie bestaat uit de heren "H. D. Louwes, J. Lageveen, Mr. J. Linthorst Homan, mr. C. Th. E. Graaf van Lynden van San- denburg, Chr. v. d. Heuvel, A. J. de Gooy en mr. B. W. Biesheuvel. De heer dr. H. J. Frietema, die voor de Nationale Coöperatipve Raad thans een studiereis maakt door Amerika, hoopt deze reis te kunnen onderbre ken om eveneens het congres van de I.F.A.P. bij te wonen. De I.F.A.P. werd in 1946 te Londen opgericht. De voorzitter van c'e Stich ting voor de Landbouw, de heer H. D. Louwes, is sedertdien eerste vice-pre sident van de I.F.A.P. De twee eerste jaarvergaderingen werden gehouden ir Nederland (1947) en Frankrijk (1948). Landbouworganisaties uit meer dan 20 landen zijn thans lid van de I.F.A.P.. waaronder 11 Europese lan den. Deze landen zullen alle in Cana da vertegenwoordigd zijn. Voorts zendt een groot aantal landen, wier land bouworganisaties om de een of andere reden nog geen lid van de I.F.A.P. zijn, doch die wel belangstelling hebben voor het werk van deze organisatie, waarnemers. Als ontvangende organisatie treedt op de Canadian Federation of Agricul ture, het toporgaan van de Canadese landbouworganisaties. De zeer uitgebreide agenda van het Congres vermeldt o.a. discussies over de in de diverse landen gevoerde land bouwpolitiek, een bespreking van het Europees Herstel Progra, het land- bouw-coöperatiewezen, internationale goederenovereenkomsten, uitwisseling van jonge boeren en landarbeiders en ruilverkaveling, welk laatste onder werp op verzoek van de Stichting voor de Landbouw op de Agenda is ge plaatst. pANATIEKE GESCHIEDSCHRIJVERS wijzen erop, dat Liechtenstein zich sinds 1866 met Pruisen op voet van oorlog bevindt, omdat Bismarck zowel bij het vredesverdrag van Praag als dat van Berlijn vergeten heeft zich ook met Liechtenstein te verzoenen. De bevolking van Liechtenstein wil daar van echter niets weten; het is een vre delievend volk en wenst met niemand ruzie te maken, Het leger, dat tot 1863 bestond uit één officier, vier onderoffi cieren en vier soldaten werd vervan gen door een politiemacht van 7 man sterk, die in 1940 uitgebreid werd tot vijftig man om ongewenste gasten in tijden van oorlog verre te houden van dit eiland van vrede! Een welgesteld land.. De consequent doorgevoerde opbou wende politiek van zijn vorsten heeft Liechtenstein tot een welgesteld land gemaakt. Nadat het zich in 1924 econo misch van Oostenrijk had losgemaakt er. met behoud van zijn zelfstandigheid een valuta- en douaneovereenkomst met Zwitserland had gesloten,- kreeg het door de conjunctuur in Zwitser land een tijdperk van welvaart. Bijna iedere familie is in het bezit van een eigen huis. De kosten van levensonder houd zijn in vergelijking tot andere Europese landen zeer laag. Zelfs men sen met grote vermogens en hoge in komsten betalen in Liechtenstein slechts 2 pet. belasting. Eigenaardig is, dat er een verschil gemaakt wordt tus sen buitenlanders en ingezetenen, wan neer het gaat om het heffen van belas ting op trouwvergunningen. Ondanks deze geringe opbrengst kunnen 's lands uitgaven gedekt worden en we! door de „Holdings-Handels-Gesellschaften". die in het buitenland werken en die hun zetel in Liechtenstein hebben en door de verkoop van de in alle delen der wereld gevraagde Liechtensteinse postzegels. De staatskas is bijgevolg altijd goed gevuld. Vorst maakte zich zorgen. JERWIJL DE BEVOLKING van Liechtenstein haar dagen tevreden en rustig doorbrengt, heeft de vorst van dit landje, Franz Joseph II, de grootste zorgen. Hij maakt zich n.I. ongerust, dat zijn landerijen in Oostenrijk, Hongarije en Tsjechoslowakjje voor hem verloren zijn. In het begin van de tweede we reldoorlog bezat hij 65.000 ha, waarvan op het ogenblik nog 25.000 ha over zijn. Dat maakt de, als zeer kort aangebon- 53. Pim is ontdekt door de kapitein, toen hij bezig was de sloep te strijken. Als de woedende kapitein Pims ant woord hoort, kan hij niet nalaten sar castisch te glimlachen. „Zo, wou jij alleen maar even die boot lenen! Een grappig kereltje ben jij. En kom nou eén, twee, drie uit die sloep vandaan, cf ik laat je kielhalen", vervolgt hij weer met een dreigende stem tegen de arme Pim, die nog steeds in de sloep gedoken zit. „Ja kapitein", antwoordt Pim. Hij gevoelt zich helemaal niet op zijn gemak. Oh, hoe moet hij alles aan de kapitein uitleggen en zal de kapi tein hem wel geloven? Het zijn alle maal vragen, die Pim zichzelf stelt, maar hij weet er geen antwoord op. Nu dat hoeft ook niet, want de kapitein heeft helemaal geen zin om naar hem te luisteren. Als Pim wat tegen hem zeggen wil, buldert hij: „Nee, ik wil niets horen. Het zullen toch wel leu gens zijn. Voorlopig zet ik je in de boeien enmorgen zullen we wel verder zien". Arme Pim, dat loopt wel heel erg slecht voor hem af. Daar zit hij nu opgesloten met een zware ket ting aan zijn been. BRIDGE Het Liliput-systeem door B. A. C. v.d. Werf. Er zijn verschillende bridge-spelers en bridge-paren, die reeds lang heb ben ingezien, dat aan hun bieden toch enig systeem ten grondslag moet lig gen. Maar zij zien heel erg op tegen de vrij grote boeken, die één of ander systeem beschrijven. Thans is echter de bekende Haagse hcofdklassespeler B. A. C. v.d. Werf, die tot de sterkste spelers van de Hofstad behoort hun te hulp geko men. Hij zelf heeft zich best bevonden bij zijn ontworpen systeem, dat hij het Liliput-systeem heeft genoemd en dat is nu bij de uitgeverij Albani in Den Haag verschenen in een zeer han dig boekje van 36 bladzijden. Na korte theorie over kaart waardering, Bied- bodkleuren. Openingsbod van 1 in een kleur en van 1 s.a. Verdere openings biedingen en hun eisen en de slambie- dingen. Dan de informatie double enz. volgen achter elke korte les aardige vragen ter oefening. En aan het slot vindt men 't hele systeem op één blad. Mits serieus bestudeerd wat niet zo veel tijd zal kosten, zal men er vast profijt van hebben. VOOR HEDENAVOND HILVERSUM I 301 m Nieuwsberichten om 5,45, 8,15 en 11 uur VARA: 6,00 Na tionaal-programma 8,20 Socialistisch nieuws 8,25 Nieuwsopnamen 9,10 Met de hakken over de sloot 10,25 Volkslie deren 10,45 In de tuin der poëzie 11,15 Bruce Lowe zingt 11,35 Kwartet Jan Corduwener HILVERSUM II 415 m Nieuwsberichten om 5,45, 8,15 en 11 uur NCRV: 6,00 Nationaal-programma 8,20 Omroep-or- kest 9,lo Indrukken van Z.-Afrika 9,3o Ensemble Selecta" 10,00 De zee blijft vrij 11,15 Geestelijke liederen 10,45 Avondoverdenking 11,15 Viool muziek uit de 18e eeuw VOOR DONDERDAG HILVERSUM I. 301 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 'en 11 uur AVRO: 8,15 Oëhtendvaria 10,15 Arbeidsvitaminen 1,20 Lës Gars de Paris 4,00 Nationaal- programma 4,03 Feestelijke klanken 4,45 Uit het boek der historie 5,15 Volks- en boerendansen 6,15 Toespraak 6,30 Stradiva-sextet 7,00 Viruly 7,10 Om het kampvuur 7,30 Klankbeeld 8,05 „Moed, beleid en trouw" 9,05 Het lied van Nederland 10,00 Vuurwerk 11,15 Reportages ll,3o Omroeporkest HILVERSUM II 415 m Nieuwsberichten om 1, 6, 8 en 11 uur KRO: 12,33 Or kest 'zonder naam 1,20 Zangrecital NCRV: 3,00 Kamerorkest 4,00 Nationaal- programma (Zie Hilversum I) 90 IN DE tjeerd adema De officier van Justitie was een koel, maar correct ambtenaar, de rechter commissaris voor wie de verdachte vol gens het wetboek van strafvordering „onverwijld geleid" werd, verleende op de vordering van de officier een bevel tot gevangenneming, omdat zijns in ziens ernstige hezwaren tegen deze verdachte waren gerezen. Jhr. mr. Van Linschoten had als rcchter-commissaris dadelijk begrepen, dat hij hier een stuk edel wild ondeï schot had. Dat een attaché van een onzer ge zantschappen in een onbewoond per ceel een roofmoord zou plegen op een vrouw, die waarschijnlijk veel minder gesitueerd was, wilde er bij hem nog niet in. Had deze jonge man de vrouw vermoord maar dat moest nog be wezen worden dan zou wel blijken, dat er achter deze geschiedenis heel iets anders dan een ordinaire roof moord was verborgen. Nog op de dag zijner gevangenne ming had Steensma een derde uitstapje per auto gemaakt. Hij was met de officier, de rechter commissaris en twee rechercheurs naar bet Stedelijk Ziekenhuis gereden en daar in het lijkenhuisje geconfronteerd met het lichaam van de vermoorde vrouw, die met marmerbleek gelaat, het goudgele haar los om het hoofd ge wrongen, met gesloten ogen in een lang wit kleed op haar stenen bed was ge legen. In de loop van de middag zou dokter Huist uit Leiden de sectie verrichten en op het moment, dat Mr. Van Lin schoten het laken opsloeg en het do denmasker van de vrouw zichtbaar werd, wist niemand nog hoe zij heette en waar zij thuishoorde. „Kent U deze vrouw?" vroeg de rechter-commissaris en Steensma voel de, dat allen, die hem vergezeld had den, hem hinderlijk in de ogen staar den. Hij had op dat ogenblik zijn houding nog niet bepaald. Hij was nog met zich zelf onzeker of hij zou toegeven deze vrouw te kennen en haar in het bewus te perceei gesproken te hebben, dan wel of hij alles zou loochenen en de volle bewijslast op anderen zou schui ven. Hij begreep, dat het hem weinig< zou baten, maar als hij zich toch niet zou kunnen vrijpleiten zonder het geheim van zijn missie te schenden, wilde hij tijd winnen om althans de fatale da tum ener openlijke veroordeling zover mogelijk te verschuiven. „Ik verwacht uw antwoord, meneer", zei de rechter-commissaris ongeduldig. Steensma draaide zich langzaam om en keek door de half gesloten deur naar de in volle bladerentooi prijken de tuin. „Ik ken ,deze vrouw niet", zei hij stroef. De rechter-commissaris gaf de beide rechercheurs een wenk en zij namen de verdachte tussen zich in op weg naar de wachtende auto. De officier van Justitie had de wens te kennen gegeven, dat de verdachte nu zij toch met hem uit rijden wa ren naar het onbewoonde perceel zou worden geleid, teneinde daar te gelijkertijd de plaatselijke toestand te schouwen en een kwartiertje na het gedwongen bezoek aan het ziekenhuis beklom Ir. Steensma, vergezeld van zijn onafscheidelijke geleide, de hoge trap van het perceel, waarin, de vrouw de vorige avond was doodgeschoten. Nu het zonlicht onbarmhartig ont hulde hoe kaal, hoe vuil en hoe onge zellig een in lange tijd onbewoond en onverzorgd huis er kan uitzien, trof hem meer dan de avond te voren de triestheid van al die verlaten vertrek ken, waar spinrag in. flarden tussen de hoeken hing en de ruiten door vuil en stof bijna ondoorzichtig waren ge worden. „Is u hier gisteravond geweest, mijn heer?" vroeg de rechter-commissaris, toen zij in de kamer stonden, waarin bloedsporen op de vloer nog stille, schrikwekkende getuigen waren van het drama, dat zich daar zo kort gele den had afgespeeld. Steensma keek eens rond zich. De kastdeur stond nog open. Op de vloer leg nog' het pak behangselpapier, dat hij de stervende onder het hoofd had geschoven. „Geef antwoord, meneer", zei de of ficier van Justitie, „er is u gevraagd of u gisteravond in deze kamer is ge weest". „Ik kan het mij niet herinneren", zei Steensma met een gevoel van onpas selijkheid. i „Ziet u dit gaetje in de muur, me neer?" vroeg de rechter-commissaris, die zich door een der rechercheurs had laten voorlichten. „De kogel is hier- deur gegaen en in de vensterbank van het naestliggende perceel blijven ste ken. Heeft u misschien een revolver in uw bezit of in uw bezit gehad?" „Ik heb nooit een revolver bezeten, mijnheer". De officier wisselde een snelle blik met de rechter-commissaris, die zijn schouders ophaalde. Jhr. mr. Van Linschoten had al be grepen, dat deze verdachte hem heel wat moeite zou veroorzaken. Het geval was veel gecompliceerder dan hij oorspronkelijk gedacht had. Er was blijkbaar iets, dat de verdachte verzwijgen wilde. Het was duidelijk, dat hij loog, althans om de zaken heen- draaide, maar wat kon het motief zijn? Ten slotte zo bedacht hij weer v/as een attaché van een onzer gezant schappen geen ordinaire struikrover en wanneer men de maatschappelijke po sitie van deze man. in het oog hield, zou wel eens kunnen blijken da rechter-commissaris legde in gedachten de nadruk op het werkwoord „kunnen" dat zich hier iets had afgespeeld, waarin binnen- of buitenlandse auto riteiten direct cf indirect betrakken konden zijn. Een onzer grote dagbladen heeft haar lezers destijds doordrongen van de ge dachte, dat een „speurder" een fijne neus heeft. De rechter-commissaris was geen speurder in de zin van dat blad. maar wel in rechterlijke zin en hij stond er in justitionele kringen voor bekend, dat hij over een soort zesde zintuig beschikte, dat hem in moeilijke strafzaken intuïtief de juiste weg deed volgen. (Wordt vervolgd.) 0 BUREAU ADMINISTRATIE Voordam 9, Tel. 3320 Postgiro 187294 REDACTIE Achterdam 20, Tel. 2274 Directie: J. BIJLSMA en C. KRAK Hoofdredacteur: A. KAPTEIN Gisteren is 't communiqué van Hjnse blokkade uitgegeven. Hieri r(jk, de Sowjetunie, het Verenigd komst zijn gekomen, dat alle sede se, Britse en Amerikaanse regeri het vervoer en de handel tussen rallen worden opgeheven. Elf dagen na de opheffing van 1649, zal de raad van ministers s om besprekingen te voeren over bletnen, welke uit de situatie te te Berlifn. De Britse minister van buiten zaken, Ernest Bevin, heeft in hi gerhuis onder luide toejuiching overeenkomst ter beëindiging va Berlflnse blokkade bekend gems Bevin verklaarde, dat de Britse ring deze overeenkomst toejuicht was er zeker van, dat de overeen aantoonde, dat „de krachtige en redelijke politiek, die wij gevolge ben, in feite ten volle gerechtva: wordt door de resultaten". De Britse regering zou de nieuv eenkomst van de raad van mil van buitenlandse zaken in de geest van standvastigheid en ree heid tegemoet gaan. Bevin sprak de hoop uit, dat ee sis voor een duurzame regeling vs Duitse vraagstuk zou worden g den. De Britse regering zou bij d geling de beginselen niet prijs „die wij immer ten opzichte van 1 land hebben gehuldigd". De leider der oppositie, Wi ■cnurchill, zeide, dat de mededelini de minister van buitenlandse De Britse minister van Bnitenl: Zaken, Ernest Bevin, zal Zaterda in Berlijn arriveren teneinde de I brug te inspecteren. Bevin zou na de Zondag in B te hebben doorgebracht, Maanda tend van het vliegveld Tempelhof Melle in de Britse zone vèrtre waar hij de lunch zal gebruiken generaal Robertson. Vervolgens trekt de minister per auto uit de I zone om via Hoek van Holland Londen terug te keren. Bevin zal bij dit bezoek niet ir gelegenheid zijn een ontmoetin hebben met Dr Arnold, minister s:dent van Noordrijnland Westl waarom deze, naar aanleiding var grenscorrecties, had verzocht. Canadese sfad in sfaa van beleg De Canadese stad Asbestos, waa geveer drie vierde gedeelte van de reldproductie van asbest wordt ge duceerd, verkeerde gisteren prac in staat van beleg. De wegen der werden door 5.000 met koevoeten, nen, stokken en geweren bewap stakers geblokkeerd. Vijftig zich Asbestos bevindende politie-age: waren door de stakers omsingeld. T honderd man van de politie uit k treal en uit Quebec City zijn mets] naar Asbestos gezonden, met de dracht te pogen de allerwege in stad aangebrachte wegversperrin te verwijderen. Als gevolg van het dat de staking reeds ongeveer t maanden heeft geduurd, lijden de kers en hun gezinnen gebrek. 18000 ENGELSE MIJNWERKERS IN STAKING. Achttienduizend mijnwerkers Noordwest Engeland zijn gisteren staking gegaan wegens een geschil het bestuur van de genationalisee Engelse steenkoolmijnen wegens bi ling van overuren en steenkooltoe- zingen aan mijnwerkers tegen verli de prijzen. Mijnen in Zellkantgebiet ^et blijkt, dat het zelfkantgebiec gecorrigeerde strook bij Sittard, zo ongeveer in de toestand verki van verlaten slagveld. De Duitsers h en zich aan de opruiming van mij en ander oorlogstuig weinig gele I en. hggen Door de Kon Marech; Pef ls,een gedeelte bij Wehr in k: kmo ter grootte van ongevee: waarover niet minder dan mijnenvelden lopen, terwijl ook elc miin„r ende P'aatsen langs de\ heid v on*dek* zÜn die de aanwe: ze- np!" e<?n nog veel groter aantal moeden.^3 jS explosieven doen KoudpChtil!.S tot Zaterdagavonc nacht met weinig wind, af veSnr a bewolking en enkel gen /Ptredende buien- Mor eic*elijk; toenemende bewol maar <71,aanvankelijk droog weei vincies v*" W de westeliike P™ Zwakke M daar enige re2en overdao westel«ke wind ei dan vandaag3 re temperatuu:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1949 | | pagina 6