Afscheid van dierbare dingen RED RIVER HET NIEUWE BOEK Kort besProke» In Amsterdam bij Ice-Follies 1949 n 221 Vijf mensen gingen naar Canada (1) Veel geluk en veel zorgen, veel jaren van harde arbeid blijven achfer in Noord-Holland Het oog gericht op de toekomst! Culiureel Nieuws Vaderdag SYMPHON1E VAN LIJN EN RHYTHME l-STTEIRIMirai Nieuwe Western in goede oude en grootse stijl Sproeten? SPRUTOL d. O se bespre, ongkong jk betrouwbare ngeland de V.S. te bepalen in tische aanval op e kringen ver- n Hongkong in proken door de anking van En- e mogendheden en het Ge- •estie zou naar geweest zijn contact tussen perder van het buitenlandse zo mogelijk kkingen met de iten in China. n en voor sn radioprogram- Strijdkrachten i, dat de ver- iroeten buiten- Daarom is be de dagelijkse ofdschotel van mma te ma- oepeerd zullen men, die bur- ben. m uitsluitend •amofoonplaten drijven, thuis- land-Indoneeie, i, sportclubs en ver bij de uit- cken. Men wil m aan de sol- 1 geven alsof geweest. ingen kwartier ndde in het vuurtoren te bemand met wachter op de •luk gebeuren ellijk de red- die in Veer# pen motorvlet de drenkelin geen resultaat e beide per- gezwommen idden bereikt. 'JjA'X«O ut,.i (ANGZAAM, HAAST kade. Het moment va Op de Nieuw Amsterdam. ONGEMERKT KOMT de scheepswand vrji van de kade. Het moment van vertrek is aangebroken. De talloos vele mensen, die zich voor ramen en deuren en langs de kanten verdringen, komen al meer en meer in beweging. Wuivend en roepend en zwaaiend met dassen en mut- wordt het laatste contact met de schepelingen onderbroken. De schijn baar zo nietige sleepbootjes hijgen in de trossen en sjorren van jewelste. De Nieuw Amsterdam" gaat de Waterweg op. Dan plots weergalmen zwaar en indrukwekkend drie korte stoten van de stoomfluit over de oude Maasstad, pe scheiding is definitief en een nieuwe vaart is begonnen. heden het stuk grond zouden kwijt ra- VL/U ALLEN, Vader, Moeder, Dirk en Artje en ikzelf staan langs de 0Oge railing en kijken neer op al het gewriemel op die rommelige kade, wel ke kalmpjes-aan schijnt weg te drij ven. Er wordt eerst niet veel gezegd. Wjj zijn aangeraakt door een onbe kend, klemmend gevoel, dat plotseling een brok in je keel doet schieten. Maar toch houden allen zich goed en als eni ge uren later Hoek van Holland achter ons verdwijnt is ook dit laatste af scheid achter de rug. Dit dan is'het voorlopige, maar tast bare resultaat van het plan, dat pre cies een jaar geleden op een Zondag avond binnen de familiekring werd opgeworpen, het plan n.l. om gezamen lijk naar Canada te emigreren. Al ge ruime tijd was er sprake van, dat wij als gevolg van militaire werkzaam- CALZBURG BLIJFT in vele opzichten de wereld van Apollo. In Juni 13S0 zal er de eerste internationale „Muziekolympiade" beginnen, waartoe alle volkeren der wereld uitgenodigd zullen worden. Deze Olympiade, uniek in de cultuurgeschiedenis der mensheid, zal gedurende de eerstkomende jaren telkens in Juni in de geboortestad van Wolfgang A. Mozart gehouden worden. In 1950 is het de Olympiade voor zang (zowel voor solisten als voor koren). In het daarop volgende jaar vinden inter nationale wedstrijden voor instrumen ten plaats; het jaar 1952 zal aan de dans, de dansmuziek en aan de kerkelijke muziek gewijd zijn, terwijl in 1953 com ponisten op alle gebieden van de toon kunst naar de palm zullen dingen. Om het tekort aan huisvesting tijdens de „Salzburger Festspiele" op te van gen, zullen enkele z.g. „camping-hotels" worden ingericht. Dit zijn montage gebouwen, die in Oostenrijk zelf wor den gefabriceerd. Ter gelegenheid van de Strauss-her- denkingen in Oostenrijk heeft de Oos tenrijkse „munt" een Straussmedaille geslagen met het portret van de compo nist. Door de Oostenrijkse PTT wordt een herdenkingszegel uitgegeven. ös Wiener Sangerknaben zijn op tgürnee in Zuid-Amerika. ken waarop Vader reeds meer dan 25 jaar zijn koeien weidde en molk en waar hij ze ook opstalde. En het werd beslist ernstig, toen nog vóór het ein de van de winter het vee weg moest en de stal gesloopt. Nu was dit laatste niet zo'n erg mirakel, maar goede raad was op dat moment toch duur. Bovendien werkte destijds de weder opbouw nog met roestige gewrichten en de aannemers al met „ronde bedra gen". Kortom: de wereld werd ons erg benauwd en toen dan ook op een vroege voorjaarsavond opnieuw deze zaak ter sprakë kwam, werd het plan om te emigreren door de familie niet gek ontvangen. Daar toch, in Canada, zou grond genoeg zijn, daar toch zou den we weer verantwoord aan een direct doel kunnen werken, wij samen, ouders en kinderen. Zorgen, zorgen Het is natuurlijk gemakkelijk te be grijpen, dat Dirk en Artje en ikzelf er onmiddellijk vierkant vóór waren. Maar voor Vader en Moeder was dat natuurlijk iets anders. Voor hen zou een gedeelte van hun leven worden afgesloten, waarin zij naast veel, zéér veel zorgen en leed ook hun hoogste geluk hadden gekend. Bjjna dertig ja ren ploeterde en zweette Vader nu al om zijn vee te onderhouden en te verzorgen; parken, sportvelden en wei den werden in die jaren met de zeis gemaaid en hij was met al dit werk, met al die mensen waarmee hij werk te en met zijn paard en koeien ver groeid. Dit nu, wat hij na al die jaren werken onder Hollandse hemel had bijeengegaard, was hem niet in de schoot gevallen. En ook Moeder, die 2elf een jeugd van hard boerenwerk heeft gekend, zette destijds de bieten op stuk, terwijl de kleine in het luwtje van wat stro zijn zuigelingen-slaapje deed. Voorhen betekende emigratie méér dan alleen maar „weggaan" en „Engels leren". Maar de banden wer den nauw aangehaald, terwijl er voor de kinderen op eigen bedrijf helemaal niets overbleef. En zo kon dan de zo terloops gedane emigratie-suggestie tot een vast plan rijpen. De eerste brieven gingen zee in, er werd nauwer gekeken bp de huishou delijke uitgaven en wij praatten tot laat in de avond over tractoren, prai riën en paarden totdat Dirk 's nachts van ontembare mustangs droomde en Artje zich al bezorgd maakte, dat ze geen tractor kon rijden. Maar, ondanks dat en de ontzaglijk trage gang van zaken kwam er toch langzaam maar zeker schot in de zaak en kregen wij begin Mei het bericht, dat wij a. h. einde van de maand konden vertrek ken. Gelukkig, dat was tenminste iets en Dirk en ik rekten nog eens extra de spieren om het bedrijfje zo goed mogelijk te kunnen verkopen. De nieuwe eigenaar was (hoe bestaat het) gauw gevonden en ook Gusta, ons paard, kreeg een andere baas. Dit wa ren allemaal voor Moeder en vooral voor Vader erg moeilijke en vervelen de dingen. Maar met welk een be wonderenswaardige opofferingsgezind heid sloegen zij zich door alles heen! En met diezelfde kracht werd ook de laatste dag geleefd. Vader schudde vele handen en kreeg uit handen van een deel van de vrienden, welke hij zich gemaakt had, een gouden vulpen. Moeder nam afscheid van haar beide getrouwde kinderen, die met hun ge zinnen (voorlopig) achterblijven, een hand, een zoen en dan draait zij zich om en duwt haar zakdoek tegen haar ogenVader kijkt wat afwezig en ik weet, dat het héél moeilijk voor hem is. De toekomst. jy[AAR AAN alle dingen, lelijk en mooi, komt een einde. Zo ook aan de tijd van plannen maken en afscheid nemen. Nu zit ik aan een aardig bu reautje, terwijl de scheepsmotoren alles doen trillen en ik het water hoor klotsen tegen de wanden. Holland ligt ver achter ons en Den Helder nog ver der. Véél bleef achter, dat wij wellicht nooit zullen weerzien, of later, veel latermaar dan eerst nadat wij ons van echte Hollandse burgers tot volwaardige Canadezen hebben opge werkt. Vergeten echter kunnen en zullen wij Den Helder nooit. Daarvoor was dat deel van ons leven te groot en te veel bewogen. Voor de eerste maal in ons leven verdween de zon achter een vreemde horizon. Southampton en Le Havre komen eerst nog, voordat de steven naar New-York wordt ge wend. Veel vreemds en veel moeilijk beden zullen ons wachten, maar wij allen zijn er van overtuigd, dat (ais zovele duizenden vóór ons) wij het beste zullen geven, dat in ons is. Tot weerziens, allemaal in Noora- Holland GOVERT J. DE JONG. Lied van de week Laat ie fijn zijn, kameraden, Morgen is het vaderdag. Dat geeft vreugde in den lande, Meer dan enig ding vermag. Heus, mijn borst zwelt al van blijdschap En mijn neus krult van plezier. Morgen vaderdag', en daarom Span ik nu vol vreugd mijn lier. 't Is toch ook niet meer dan billijk, Dat men eens aan vader denkt. Vrijwel niemand, die gewoonlijk Aan die stakker aandacht schenkt. Brengt de ooievaar een kleintje, Dan draait alles om mama. Zij krijgt allerhande lekkers, Maar geen schepsel denkt aan pa. Vaderdag! ditmaal geen bloemen, Taart, textielgoed of servies. „Dassen, sokken, drank, sigaren," Dat is héden het devies. Daarvan spreken d' advertenties Waar de krant weer vol mee staat. 't Is al vaderdag m'n vrinden, Wat de klok op heden slaat. Viel hij nu maar op 1 Juli, Dan was 't dubbel feest in 't land, .Want dan raken wij, o wonder, In- en tevens uit de brand. Heel ons landje hult die dag Isich In één grote rookkolom. Zelfs mijn vriend de filosoof en Onze Jeremia Blom. Ja,bij déze vreugde, mannen, Zinkt de vaderdag in 't niet. 't Gaf mij ook de inspiratie Voor mijn wekelijkse lied. Want dit is het mooist cadeautje Dat men ons wel geven kon. Morgen vaderdag en tevens De tabak straks van de bon. JABSON ALEXANDER POESJKIN Dezer dagen is alom in de Sow- jetunie de 150ste geboortedag herdacht van Alexander Sergeje- witsj Poesjkin, een van de grootste Russische dichters. Wij kondigden reeds aan dat in Den Haag in het kader van het Holland Festival een tentoonstelling van mo derne strijkinstrumenten zal worden gehouden. De expositie wordt gehouden in het. Gemeentemuseum Stadhouders- laan 41 en wel van 19 Juni tot 17 Juli. J^ADAT DE BEROEMDE „Stephans- dom" te Wenen reeds verleden jaar van een betonnen dak voorzien werd, is kortgeleden de ijzerconstructie voor het puntdak klaar gekomen. Dé voor de afwerking benodigde 250.000 dakpannen worden door een Tsjechoslovaakse fa briek geleverd en in het voorjaar van 1950 zal het historische dak in zijn oude glans hersteld zijn. Orson Welles, de Amerikaanse cineast en filmacteur, die een belangrijke rol speelt in de „Zwarte Roos" waarvan de eerste scenes te Ouarzazate zijn ver filmd, is te Mogador aangekomen, be koord door de mooie omgeving en de oude stadswallen en heeft besloten er lijn „Othello" te filmen. In de Beurs te Charleroi is een inter nationale tentoonstelling van teken kunst en kunstgeschiedenis geopend. Het oudste lid van de Synode .en hoge vertegenwoordiger van de evange lische kerk dr. Josef Kreneck is op 64 Jarige leeftijd te Praag overleden. Hij studeerde theologie te Wenen en New York en was doctor honoris causa aan verschillende buitenlandse universitei ten. Ernest O. Hauser: „Gemaskerde Mensen"; Uitg. Zuidhollandse Uitg. Mij., Den Haag. Een zeldzaam, mooi uitgegeven ver taling uit het Engels van het beste boek, dat wij ooit over de Japanners, hun denken en hun doen, hebben ge lezen. De schrijver, een Amerikaan, die lang tussen de zonen en dochters van Nippon leefde, is doorgedrongen tol de, voor Westerse begrippen zon derlinge en absurde psyche van de Japanners. En hij schrijft er zó goed en zó indringend over, dat zijn boek instructiever is geworden dan stapels verhandelingen van vele deskundigen. Uitermate interessant. En typogra fisch een juweeltje! Inhuldiging 1948. Bij het Uitgeversbedrijf „De Spie- ghel" in Amsterdam verscheen een klein boekje over de inhuldiging van Koningin Juliana, dat zijn waarde vooral ontleent aan de fraaie kleuren foto's. Hans Martin: Danseresje; Uitg. Strengholt, Amsterdam. De negende druk van het nog altijd frisse en boeiende boek, dat Hans Martin in 1909 schreef. Het was zijn eersteling en hij behoeft er zich, nu hij veertig jaar later gepensionneerd directeur van de K.L.M. is geworden, stellig niet voor te schamen. Het wordt nog graag gelezen! De geschiedenis van een ge mengd bericht. In dit bij de uitgeverij „Phoenix" verschenen boek, in Frankrijk be kroond met de Prix Goncourt, wordt een gemengd bericht uit de krant ontleed. Een bericht, waarin sprake is van moord op een jonge vrouw door haar echtgenoot. Jean Jacques Gautier, de schrijver, heeft op dit gegeven een boeiende ro man gebouwd en daarin het leven van een gewone Franse arbeider in het licht gesteld. Het geeft een wrang beeld van zijn drie huwelijken, waar van twee een positieve mislukking werden. Alleen het middelste brengt hem enig geluk, doch slechts kort, want de dood maakt een einde aan 't sprankje levensgeluk. Daaraan vooraf gaat zijn huwelijk met een meisje uit zijn eigen dorp, een meisje dat „naar hoger" streeft en hem weet te bewe gen naar Parijs te gaan, waar alles zo veel beter en gelukkiger zou zijn dan in het eenvoudige mijnwerkersdorp. Tenslotte is er dan de verbintenis met de immorele Fernande, welke tot een catastrophe leidt en hem ertoe brengt eigen rechter te spelen en een einde te maken aan dit leven, dat slechts erop schijnt ingesteld om dat van anderen te verwoesten. Een wrang boek zonder veel levens vreugde, maar een aangrijpend stuk werkelijkheid, door de Franse auteur knap en boeiend verteld. B. AMSTERDAM-ZUID DEED DIE AVOND DENKEN aan een woestijn, zo stil, zo vaal, zo volledig vereenzaamd. Het was er zo desolaat als het alleen maar desolaat kan zijn in Amsterdam-Zuid op een Zondagavond tegen half negen. Er was niet véél waaraan een mens zich kon verheugen. Alleen het chocomel- meisje lachte haar bruine, gezonde nutrlcia-lach op het affiche van Neêrlands gezondste drank. En een coca-colameisje lachte even hardnekkig in de wijde straat, die als een leeggestroomd kanaal door de bakstenen woestenij liep. Maar ergens in Zuid rumoerde het. Daar werden tientallen luxe auto's gepar keerd, nieuw, glanzend en luxueus, stuk voor stuk demonstraties van armlastig en verpauperd Holland. Er stonden - touringcars uit Groningen en Gelder land. En honderden fietsen. Het was nabij het Rai-gebouw dat lag te zwem men in het stekende licht van helle daglichtlampen. Aan de gevel stormde een welgevormde dame door al dat ver blindende licht. Ze zag er goed uit. Ze had schaatsen aan de voeten en dis schaatsende dame verkondigde de mensheid dat er binnen in dit gebouw een ijsrevue liep: „Ice-Follies 1949". Ik zei u al dat Zuid die avond een woestijn was en ik schoof de deuren door, die toegang boden tot de Ice-Follies. Nee, 't Raigebouw was uitverkocht zei de man, maar hij wilde wel eens vragen of er nog een fauteuil over was. Je kon nooit weten en misschien had ik geluk, zei het onpersoonlijke wezen in een admiralerig uniform. Laat ik nu geluk hebben! De fauteuil was er! Mijn vreugde kende geen ganzen en over trof zelfs m'n verbijstering over de bijna vijf guldens die deze fauteuil kostte. j_|ET WaS geen fauteuil! Het was een stoel. Vastgespijkerd aan tientallen andere stoelen, zoals ze bij u thuis en bij mij in de keuken staan. Te slecht voor de kamer, te goed voor de schuur. Nu ja, een kniesoor die daarover valt. Ik zat tussen een kleine drie of vier duizend volksgenoten en begreep in eens, dat dit de reden was, dat het zo stil in Amsterdam was. Deze volks genoten rookten, dronken limonade, aten ijs-met-slag, lachten en praatten. De voorstelling was nog net niet be gonnen. Daarna kwam een heer, wiens rok- costuum van aanzienlijk beter kwali teit was dan de uitspraak zijner moe dertaal. Hij had het over de nationale en internationale kampioenen en hij poogde oprecht geestig te zijn. Het was tragisch, maar hij was alleen maar ver velend. Als verontschuldiging moge dienen, dat hij voor de dertigste maal in successie geestig moest zijn. Hij was geen artist. Alleen maar een goedge- klede burgerman. Een fout in de Ice- Follies-regie. Toen kwamen ze. "y^óóR ONS LAG de arena. Een grote kunst-ijsbaan. De schijnwerpers straalden hard op het groene kunstijs, dat van boven langzaam smolt en van onderen even langzaam aanvroor. De baan deed denken aan een groene spie gel. En terwijl het orkest losbarstte, bar baars hard en ontstellend onmelodieus, reden de eerste rijders en rijdsters de baan op en dat was een recht feestelijk en het mensdom opbeurend schouw spel Eerst was er de voorstelling van de artisten, daarna volgden de num mers. Van kampioenen en anonimi. Jan ijsgrootheden en ijsgeringheden. Er waren prima ballerina's die de illu sie wekten lichter dan de lucht te zijn en er waren timide beginnelingen, die alsmaar geen kans zagen het te win nen van de eerste wetten der zwaar tekracht. Ik hoorde namen afroepen: klinkende, internationaal geurende namen, en namen die je in de adres lijst van ieder Nederlands dorp aan treft. De groene, rode, paarse en helblauwe schijnwerpers waren gericht op deze schaatsende meisjes en mannen en de lichtbakken poogden de vaart der dan senden bij te houden. Vergeefse moeite. Ze waren sneller dan het licht, dat wanhopig trachtte zijn poliepen-tenta kels om de figuren op die ijsbaan te slingeren. Het ijs schitterde en vonkte. En het licht spatte in de zilverglanzende schaatsen aan de voeten der danseres- £)E VVILD-WEST-FILM KORTWEG DE WESTERN bestaat thans meer dan dertig jaar en hoewel z(j naar de geest zich nauwelijks ontwik keld heeft naar de vorm uiteraard wel: de filmtechniek maakte in de laatste dertig jaar een geweldige vooruitgang is zij nog steeds een der ge liefdste filmgenres. En wat dit betreft kan men zich verwonderen over het publiek van de Western, dat zich in al die jaren prettig blijft voelen bij een tot schablone geworden fiimgegeven. Het is overigens verklaarbaar: de Western vindt een onmiddellijke weerklank in het onderbewustzijn van dui zenden bioscoopgangers. De toeschouwer in het theater het is een erkend feit in de psycholo'gie heeft een sterke geneigdheid zichzelf te vergeten en opgenomen te geraken in de sfeer van het spel, dat aan hem vertoond wordt: hij gaat zichzelf onbewust ermee vereenzelvigen. Een duidelijk voorbeeld leveren kinderen, die een poppenkastvertoning volgen. Zij voelen zich ten slotte zo sterk bij de handeling betrokken, dat zjj aan de poppen in het spel raad gaan geven: „pas op, de duivel staat achter je!" En het publiek bij een boksmatch bijvoorbeeld maakt stootgebaren. Zo ook bij de film. De toeschou wer heeft een onderbewuste neiging zich te identificeren met een figuur (gewoonlijk, maar niet altijd, een hoofdfiguur) in de film. In de Western is dit voor hem ai bijzonder aanlokkelijk, omdat hierin ideale mannelijke eigen schappen, heldenmoed, trouw, doortastendheid, kracht het thema vormen. wild-west- ging, dat de film amusement is voor een groot publiek. Amusement, dat soms tot kunst kan stijgen weliswaar, maar in de eerste plaats toch ver strooiing! Eri wanneer deze van goed gehalte is en een verantwoorde ten- denz heeft, dan heeft zij alle recht op belangstelling. ontberingen en opofferingen, van hoop en van machteloosheid tegenover een lot, dat sterker blijkt te zijn dan de moed en de macht van een groepje mannen. De regisseur Howard Hawks bereikte in dit deel van de film een bijzondere kracht. De opnamen treffen heel zuiver de sfeer van het land- schap, imponerend groots, maar te vens dreigend en geladen van vijan- „J^ED RIVER" is het verhaal van digheid. Het vakmanschap, waarmee enkele farmers, die tachtig jaar ZÜ gemaakt zijn grenst soms aan het geleden voor de eerste maal een tocht ongelooflijke. Enkele honderden me- over duizenden mijlen waagden met *ers werden bijvoorbeeld gewijd een goede tienduizend runderen, waar- aan het op hol slaan van de immense voor zij een afzetgebied moeten zoe- kudde vee; verschillende Camera's wer- £R ZIJN TWEE genres films, die zich eigenlijk al deze 30 jaar lang naast elkaar en onveran derd gehandhaafd hebben. In het eer ste genre staat het vechten tegen de natuur op de voorgrond: hier is in de eerste plaats aan de orde de strijd van de mens om zich te handhaven in een barre, vijandige landstreek. Het ligt dan ook voor de hand, dat dit soort films gewoonlijk historische onderwerpen behandelde, voornamelijk uit de tijd der voortrekkers. Belang rijk hierin was ook een vrij sterk so ciaal element: de overwinning van het gemeenschapsbelang op de persoonlijke voorkeur van de enkeling; dapperheid zegeviert over laagheid, recht over macht en geweld. Het primitieve leven in dit genre Westerns, wordt in de tweede soort geaccentueerd. Daarin staat de ruwheid van gewoonten en zeden in de nog niet gecultiveerde streken op de voorgrond. De hande ling krijgt een sterkere bewogenheid. Niet op gemeenschapsbelangen of op persoonlijke moed valt 't accent, maar voornamelijk op list, kracht, geweld. Achtervolgingen en gevechten in het eerste, meer epische, genre Wes tern slechts één der elementen vor men in de tweede, meer dynamische, soort de hoofdschotel. Dit laatste gen re, de film van het „wilde" Westen, is in de loop der jaren zoals te verwachten was aanzienlijk ont aard; voorbeelden zijn er te over. De „betere" soort Western is wat op de achtergrond geraakt: de pro ductie van het andere, meer inferieure, genre verzekerde nu eenmaal het ge makkelijkste publieke succes. Des te verheugender is Tiet dan ook weer eens een Western van het goede soort te ontmoeten. Zo'n film is „Red River", geen meesterwerk en ook niet een film, waarin nu helemaal niet gevoch ten of geschoten wordt integen deel maar in ieder geval een rol prent, die een goede koers vaart, niet in excessen vervalt en vooral een film, waarin de ondertoon zuiver is en vooral de worsteling tegen de natuur elementen en de verhouding gemeen schap-individu in deze strijd het ac cent krijgen; daarenboven is „Red River" een film, die met vakmanschap gemaakt is. En daarom verdient deze rolprent ook al is hier van film kunst geen sprake de aandacht, Want belangrijker dan artistieke maatstaven is nog steeds de overwe- ken. De tocht blijkt onnoemelijk zwaar en gevaarvol. Het land waardoor zij trekken is onherbergzaam, water en voedsel zijn schaars. De veedrijvers den daarvoor midden tussen de in pa niek voortrennende dieren gebracht! Bovendien bereikt de montage in deze film bijzonder sterke werkingen: bij verliezen hun vertrouwen in de onder- 'let begin van de tocht flitsen bijvoor neming en menen, dat, wanneer men beeld over het filmdoek reeksen een andere weg volgt door minder close-ups van veedrijvers, die schreeu- gevaarlijk gebied, er veel spoediger een marktplaats gevonden zal kun nen worden, waar mer^ het vee kan verkopen. Maar de leider van het transport blijkt onverzettelijk, wil de eenmaal ingeslagen koers blijven vol- wend de dieren in beweging proberen te brengen een dergelijke montage is niet nieuw, maar wanneer zij be kwaam toegepast wordt (wat hier zeker het geval is) levert zij een zeer verrassend, suggestief en sterk beel- gen en verdringt zijn teleurstelling dend effect op. Romantiek en tragiek over de tegenslagen in een terreur over zijn mannen. De oplossing ligt ook hier voor de hand: de andere lei der van de groep zijn stiefzoon schaart zich aan de zijde der muiten de veedrijvers en voert het transport langs de andere route, inderdaad met wisselen elkaar af: een liefde eindigt tijdens een gevecht met Indianen, een andere liefde begint met een soort gelijk gevecht; spanningen van aller lei orde laden de film: gevechten van mannen onderling en van mannen te gen het lot, dat hun leven bedreigt spoedig succes. Het hierdoor ontstane een gelukkig niet opdringerig moraal- conflict tussen de twee farmers vindt tijdens een vuistgevecht een onver wacht einde in een niet onvermake lijke verzoening. De intrige, die door dit verhaal loopt is zo weer als in de meeste Wes terns tamelijk schablone-achtig: de goede natuur overwint de kwade. Maar men is geneigd dit op de koop toe te nemen, want de film biedt veel meer en belangrflkers. Hoofdzaak ie hier het verhaal van het transport door het stagge land, een verhaal van tje houdt de overhand. Al deze ele menten tezamen maken mèt een goed acteren,, zowel in de hoofd- als in de bijrollen „Red River" tot een alleszins aanvaardbare publiekfilm. En het middendeel van deze rolprent over de grote trek met de runderen is bovendien zo imposant en stijgt tot zulk een hoog peil, dat „Red River" het van de middelmaat der publiek films zelfs aanzienlek en aeer lofwaar dig wint, LONG-SHOT. sen. Die danseressen waren in één en dezelfde seconde op alle plaatsen op de baan. Dat waren de Engelse rijd sters, de beroemde kampioenen, waar tegen de Hollandse het moesten af leggen. Bijna twee en een half uur duurde dit grand spectacle. Het ijs dooide in de hitte der lampen en de hitte der duizenden volksgenoten die zaten t# transpireren. Er kwam geen einde aan die glitsende ijzers op dat dofgroene en helblinkende ijs. Telkens opnieuw reden de kampioenen aan en dansten hun Weense dansen. Mexicaanse tan go's, gedeelten uit klassieke balletten, spitsen-dansen en acrobatische dansen. Ik vergat alles: de zwetende mannen r.aast me, de vervelende kerel die met tergend doorzettingsvermogen steeds opnieuw ijs-met-slag probeerde te verkopen. Ik vergat de woestijn die buiten lag en de wrede hardheid van de stoel die fauteuil werd genoemd. En mijn oog verzadigde zich aan een symphonie van lijn en rhythme. Daar danste de mens en die mens was schoon van vorm en schoon van beweging. Indien de danskunst de poëzie van de beweging is, dan is de ijs-danskunst da overtreffende trap van die poëzie. Het was haast ongelofelijk te weten dat deze vliegende, zwevende, dansende figuren deel uitmaakten van het menselijk ras, waartoe wijzelf behoren en waarlegen men iedere dag moet aankijken. Wij, de kortbenigen, smalschouderigen, kaalhoofdigen, hooggerugden, platvoe- tigen! Wij, met onze kippenborsten en kromme ruggen, met ballonkuiten en spillebenen. Wij, met onze grauwe ge zichten, hangbuikjes en jubeltenen. Wij, krampachtig 's levens weg gaand in corsetten en gordels, met knellende schoenen en te nauwe vesten. Wij, strompelaars met eksterogen, O- en X- benen. De Ice-Follies 1949 dansten voort, over het glinsterend veld van gestold water, snel en licht, schoon en gracieus. En dat dansen werd een hymne aan de lijn van het menselijk lichaam en een herinnering aan de dagen van Hellas en Sparta, toen de eksteroog en de platvoet nog net niet waren uitge-, vonden. Zo zou men nog veel kunnen schrij ven over dit feest der lichtvoetigheid, maar zulks is gevaarlijk in een land van klei en modder, bezadigdheid, zwarte vesten en géne voor te veel aanschou wing van 's mensen naturel. Dit alles begint verdacht te ruiken naar frivo liteit en lichtzinnigheid en zwaarder zonde dan deze kent men in, de '.anden niet. De dame op gevorderde leeftijd die voor me zat en na elk nummer oor verdovend met haar kleverige slag roomhandjes klapte had natüürlijk ge lijk toen ze in de pauze zei dat „deze mensen geen toekomst hebben". En ze had opnieuw gelijk toen ze opmerkte dat „deze mensen het hard hebben en dat ze bijna allemaal aan lager wal komen". En „dat 't armoe troef is". En „ik ben maar blij dat m ij n dochter er niet bij is!" JEGEN HET EINDE stond er water op de baan. Soms golfde het óp tegen de bliksemende schaatsijzers en het licht der schijnwerpers golfde mee. Het scherpe krassen en schuren van de schaatsen op het ijs kreeg een dieper, donkerder klank. En toen het afgelopen was en het legioen der dui zenden naar huis ging, lag daar alleen nog het water, een beetje goor, een beetje vies. Op een hoop lagen de tri cots van de artisten. Ze zaten bij el kaar en rookten een sigaret. En mis schien vroegen ze zich wel af hoe het mogelijk is dat men zó weinig gage verdient bij een zó massaal publiek. Na de blauwberookte Rai-zaal stond de avond koel en zuiver over Amster- aam-Zuid. De aiïto's ruisten weg en de touringcars, knorrige gelakte bees ten,* schoven de straat uit. Een kwar tier later was Zuid weer de woestijn. Aan de gevel van het Rai-gebouw brandde nog één pit. De mensheid schoof huiswaarts, ge drukt door zorg en met niet de minste behoefte lichter dan de lucht te zijn. Er warer veel gebogen hoofden op straat en heel veel slenteraars. In de late tram hingen wat slaperige man nen tegen het raam en de bestuurder zat als een stokoude gnoom achter zijn apparaat. Nergens was meer een spoor vari Hellas en Sparta. We waren weer bij en onder elkaar. We waren weer grauw met de grauwen. Alleen de chocomel-meisjes lachten hun zonnige lach de duistere nacht in. Aan hen bleef, even nog, de herinne ring haken aan de Ice-Follies 1949. ANTHONY VAN KAMPEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1949 | | pagina 5