VAN HOUTEN
OrdriHt
zm
En Wer het roodset.
R
A
S
P
A
R
M
E
S
M
A
L
P
E
L
S
£fl HiZK DE ZAK VOt BfUÊVEN;
rj
Het Nederlandse merk
met Wereldreputatie
Onze Damrubriek
Voor duivenliefhebbers
Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur
Het Radioprogramma
Nog zo dom niet
Een ingewikkelde
familieverhouding
moedige edellieden. Het was
zo gebouwd dat het, van
welke kant men het ook na
derde. steeds een betoveren
de indruk op de toeschou
wers maakte. Maar wel het
allermooist leek het, als men
het in de avondzonnegloed
zag schitteren, van de brug
der zeven wensen af. Die
brug bestond reeds lang, nog
voordat het kasteel was ge
bouwd. Het was van dit
heerlijke plekje boven de
helder voortvloeiende stroom af, dat de
eerste ridder Mastagni de wens had ge
uit, altijd op die hoogte te mogen wo
nen. Deze wens werd vervuld. Toen hij
met zijn jonge gemalin zijn blijde in
tocht hield, dachten beiden een stukje
van het paradijs te hebben gevonden.
Helaasde werkelijkheid werd an
ders.
De tijden van rust voor Italië sche
nen voorgoed voorbij en het oorlogs
gewoel liet ook de bewoners van het
kasteel niet met rust. Een hel gekleur
de ruiterstoet daalde omlaag van de
kasteelrots en hoefgetrappel weerklonk,
toen de eerste ridder Mastagni met de
zijnen over de stenen brug ten strijde
trok. Droefheid en angst heersten toen
in de harten der achterblijvers, en des
avonds zuchtten velen: „Ach, keerden
toch allen behouden weer". Ook deze
tweede wens werd vervuld.
Maar Mastagni was, naar spoedig
bleek, verhard en verruwd door het
wrede oorlogsgeweld. Het volk, dat
hem trouw had gediend, liet hem ver
der onverschillig. Hij leefde slechts
voor zijn eigen grondgebied en zijn
vergaarde schatten. Tevergeefs trachtte
zijn gemalin, die zeer bedroefd was
over deze verandering, hem tot andere
gedachten te brengen.
Toen naderde wederom een dreiging
het slot, ditmaal echter genadelozer
dan de vorige keer. De vreselijke ziek
te der middeleeuwen, de pest, brak uit
.en spaarde rijk noch arm. Ook de
Mastagni's waren er niet veilig voor.
Het slot werd door besmetting aange
tast en in angst en vreze zuchtte de
meesteres gespaard te mogen blijven.
Vanaf haar geliefde plekje bij de brug
over het water nam zij vaak het beeld
van het slot, zoals het zich op de stei
le hoogte verhief, in zich op en vroeg
zich af, of zij deze ramp zouden over
leven. Het geluk was hun gunstig: de
sombere dreiging ging voorbij en allen
bleven behouden. Zij kwam haar be
lofte, van haar eigen bezit zoveel af
te staan, dat zij slechts het hoognodige
voor zichzelf behield, na. Mastagni, ge
troffen door deze edelmoedigheid, werd
de oude weer, zodat ook deze wens
van zijn gemalin in vervulling ging.
Maar bovenal had zij zich eenzaam ge
voeld. Geen kinderstemmen vervulden
de hoge zalen van het slot. „Ach, mocht
Zou het ook zo met beide andere zijn?"
Reeds vroeg leerde zij haar zonen het
onrecht te verafschuwen, de oorlog te
haten, de zwakken te beschermen. Toen
de jongens waren opgegroeid zag de
moeder ook deze wens in hen vervuld.
De laatste wens van de slotvrouwe
was: voor altijd te mogen rusten op 't
liefste plekje dat zij kende: bij het
ruisende water aan de voet van de
rots, waarop het kasteel stond.
Thans duidt een vervallen ruïne de
plaats aan, waar eens het geslacht der
Mastagni's heerste. Een verweerde
grafsteen aan het water bewijst dat de
laatste wens van de slotvrouwe even
eens in vervulling is gegaan. De brug,
die nog steeds over de stroom voert,
heeft in de volksmond nu nog: „De
brug der zeven wensen".
ge-
De boeken werden deze week
wonnen door:
Jopie Theissling, Ruiterweg 41, Cas-
tricum.
Jan Nellestein, Doolhof 12, Den
Helder.
Marietje van Kol, Nesdijk 67, Ber
gen N.-H.
Alie Zilver, Oostwoud 195, N.-H.
Martina Jager, Oostersingel 24 A,
Medemblik.
De prijzen worden toegezonden.
Voor jongelui van 12 tot en met. 16 jaar.
Hallo, jongelui, de tijd van repetities is voorbij en voor velen is de zomervacantie weer
aangebroken. Nu naar buiten trekken en nieuwe kracht en levensblijheid opdoen voor de
komende winter.
„Wij zijn jong, de aard' ligt open...." zingen wij zo vaak. Zes weken lang luidt
er nu geen schoolbel meer en in de agenda's zal geen lange lijst van huiswerk meer staan.
Niets kan jullie meer beletten om de mooie natuur in te trekken. Geniet dus van alles wat
je ziet en beleef en zing uit völle borst de laatste regels van dat frisse, pittige lied: „Wij zijn
jong en dat is fijn!!"
En nu over tot onze brieven: Hilly Jeurink, hartelijk dank voor de postzegels. Ik ben
er blij mee. Wat leuk dat jullie geregeld gaan kamperen met de auto. Is er een aanhang-
wagentje bij, Hilly, of gaat de tent mee? Ja, de bossen bij Zeist zijn prachtig. Ik ben er laatst
ook nog geweest. Marry van Dijk, natuurlijk mag je het boek ruilen, meisje. Wat jammer
dat het niet voor jouw leeftijd was. Stuur het boek maar op, dan krijg je een ander, hoor!
„Winnetou", gefeliciteerd met je succes op schnol! Je hebt het wel verdiend, hoor! Nu
kampeer je waarschijnlijk al op de Veluwe. Ik wens je heel veel pleizer toe en hoop over
zeven weken veel over je belevenissen te horen. Grietje Ellen, ja, ik wil best geloven, dat
je het druk hebt. Er is nu zoveel te doen in de tuin van je Vader. Zo'n ijverige wiedster is
best te gebruiken. Wil je de groeten overbrengen aan Netta? Marietje Feller, heb je het boek
al ontvangen en was het naar je zin? Bert Bosman, ik heb naar het adres van de jongen
gevraagd, maar nog niets gehoord. Als ik het heb, zal ik het je laten wetën, hoor! Heeft je
zusje al wat gehoord op haar verzoek? Hennie Braas, wil je mij eens schrijven hoe oud
je bent, want ik weet niet bij welke groep je behoort. Bets Half, leuk dat ik van jou ook
weer eens wat hoorde. Ben je nog op de huishoudschool? „Zonnedauw", je hebt gelijk dat
je geregeld oefent op de schrijfmachine, 't Is altijd gemakkelijk als je vlot kunt typen. Bedankt
voor de sigarenbandjes, Lena. Ik kan ze altijd wel weer gebruiken. Ben je overgegaan op school?
Alie Deurloo, ik geloof niet dat het je zal gelukken om een correspondentie-vriendin in Gel
derland te vinden, omdat de mensen in Gelderland onze Noord-Hollandse couranten niet lezen.
Mag het ook een meisje in Noord-Holland zijn? Jan Nellestein, bedankt voor het zilverpapier
en de mooie plaatjes. Waar zijn jullie naar toe geweest en wat heb je gezien toen je met het
schoolreisje mee ging? Ik hoop, dat je er eens wat over vertelt. Marietje van Kol, ik was
blij met het zilverpapier. Ja, er doen veel jongens en meisjes mee, maar op 't ogenblik zijn
er al heel veel jongelui met vacantie. Dat is best te bemerken aan de stapel post, die lang
zo hoog niet is als anders. Je vroeg oL. jongens en meisjes van zes jaar wel eens zelf een
brietje schrijven. Ja, dat gebeurt vaak, hoor! Soms schrijven ze haast onleesbaar, maar vaak
ook erg keurig voor zo'n kleine peuter. Alie Zilver, ben je over gegaan? Ik hoop het, meiske!
Jij vindt 15 km. wandelen een kleinigheidje, maar ik doe het je niet gauw na, hoor!
Jan Leydeckers, gelukkig dat het nu niet zo erg lang meer duurt voor Wim thuis komt. Wat
is. bij al lang van huis, Jan! Over twee dagen btn jij dus jarig. Van harte gefelicteeerd, hoor!
Ik hoop, dat je een mooie dag hebt. Bij je brief vond ik sigarenbandjes en zilverpapier. Daar
ben ik blij mee, Jan. Catharine Semler, prettig dat je mee gaat doen. Word je altijd voluit
Catharine genoemd? Jammer dat je een hekel aan schrijven hebt. Doe dan maar alleen met de
ik het geluk hebben de stemmen van prijsraadsels mee. Misschien ga je het nog wel eens leuk vinden om brieven te schrijven, als
mijn kinderen hier te horen weerklin
ken", was de wens, diep in haar hart.
Deze stille wens ging eveneens in ver
vulling: zij kreeg drie dochters en drie
zonen. Oud geworden dacht zij: „Mijn
vijfde wens is ook in vervuling gegaan.
je een poosje met ons mee doet. J. Sleutel, F. Landzaat, Siska Rijkers, Gieneke Kolk, Eini Glas
en J. Wijker, jullie zijn welkom bij ons!
Jongelui, de brieven voor ons volgende correspondentie-hoekje verwacht ik graag vóór
Zondag 31 Juli.
Tot over veertien dagen!!
Een prettige, zonnige vacantietijd toegewenst door
TANTE IET.
HOEDT U VOOR VERSTARRING
Sommige stellingen in het klassieke
genre zijn onderhevig aan verstarring.
Het „leven" gaat uit de stand en het
einde is gewoonlijk remise! Het is zaak
zoiets tijdig in te zien en dan te trach
ten „nieuw leven" te scheppen.
In een vrije partij kregen we een
dezer dagen de volgende stand:
Zwart: 3 6 9 U/16 18 19 21 23 24 26.
Wit: 25 27 28 32 33 35/40 42 43 45 48
Wit, aan zet, ziet tijdig het gevaar
aankomen van een „verstarde" klassie
ke stelling. Immers, op 1. 2934, 2429;
2. 33x24, 19x39; 3. 28x17, 11x31; 4. ad.
lib., 18—23; 5. ad lib., 23—28; 6. 32x23,
21x41; 7. 42—37, 41x43; 8. 48x39, 26—31;
en zwart wint.
Op 1. 40—34, 14—20; 2. 25x14, 9x20; 3.
34—30 (of?) 20—25; 4. 39—34 (gedw.)
15—20; 5. 34—29, 25x34; 6. 29x40, 20—25;
en wit heeft slecht spel.
Wit besloot „troebel water" te zoeken
en speelde als volgt: 1. 2722, 18x27; 2.
37—31, 26x37; 3. 42x22, 12—17; (wit's
eerste succes. De beste voortzetting
voor zwart was 3. 1117; en 4.
16x7; gevolgd door 2126; en wit's
stelling blijft moeilijk. Zwart wil ech
ter méér en kan dat niet als volgt be
reiken: 3. 12—18; 4. 39—34, 18x27;
5. 25—20, 14x25; 6. 34—30, 25x34; 7. 40x
18, 13x22; 8. 28x26, 19—23; Xof?) 9. 32x21,
16x27; 10. 45-40, 9—13; 11. 40—34, 3—9;
12.48—42, en zwart heeft zéér moeilijk
spel. Daarom vervolgde zwart met 3.
12—17; 4. 40—34, 14—20; (wordt
nu het slachtoffer van een interessante
offercombinatie. Het beste voor zwart
was 4. 24—29; 5. 33x24, 19x30; 6.
28x8, 17x37; 7. 35x24, 3x12; 8. 45-^0, 21
—27; 9. 39—33, 27—31; 10. 36x27, 37—41;
11. 2420, 15x24; 12. 33—29, 24x42; 13.
48x46, 11—17; 14. 43—38, 12—18; 15. 34—
29, 611; 16. 4641, met ongeveer ge
lijke kansen). 5. 25x14, 9x20; 6. 3530!!
24x35; 7. 33—29! 3—9; (35—40 mag niet
omdat wit later met 3933 enz. ver
volgt) 8. 29x18, 21—26; 9. 38—33!! (wit
heeft nu steeds belangrijk voordeel.
Op 9. 17—21; 10. 36—31, 26x37; 11.
32x41, 21—26; 12. 41—37, 16—21; 13. 43—
38, en zwart staat slecht omdat op 11.
17x17 wit door 2823 enz. wint.) 9.
2631?? (denkt aldus nog een volledig
eindspel af te dwingen, maar pleegt in
werkelijkheid zelfmoord, zij het dan op
zeer elegante wijze) 10. 36x27, 1621;
De duivensport heeft na de oorlog
enorme afmetingen aangenomen zo
dat reeds het vorig jaar buitengewoon
grote convooien voor africhting ge
vormd werden. De eerste verzameling
van de Algemene Bond van Postdui-
venhouders bracht te Rozendaal 50.000
oude duiven bijeen en de daaropvol
gende van jonge duiven pl.m. 150.000
stuks. Vóór de oorlog is in de verste
verte van zo'n groot aantal geen sprake
geweest. Hoewel na de oorlog weinig
duiven in ons land waren overgebleven
werden vele duiven uit Belgie inge
voerd en een groot aantal nieuwe lief
hebbers begonnen een intense kweek
met deze duiven.
De duiven hebben over het algemeen
tijdens de oorlog niet de nodige verzor
ging gehad, waardoor de weerstand te
gen ziekte verzwgkt was en de jonge
duiven aan allerlei ziekten ten offer
vielen en watten gevolge had dat vele
duiven op de africhtingen slechte-resulta-
ten gaven of verloren gingen. De
weersgesteldheid op de vluchtlijn was
vorig jaar, maar ook dit jaar veelal
ongunstig voor regelmatige prestaties
en vele duiven gingen verloren. Hier
aan had echter ook de onerva
renheid der liefhebbers veel schuld;
d. w. z. in de eerste plaats wisten
zij niet voldoende van de kwaliteit
van hun duiven af, verder waren zij
niet met de finesses bekend om een
duif te beoordelen of zij geschikt was,
z.g.n. „in conditie" verkeerde, om aan
een vlucht met succes te kunnen deel
nemen. Dit is vooral gebleken bij de
inkorving der duiven te Roosendaal
voor de wedvlucht op St. Vincent. Vele
duiven waren buiten staat om aan zo'n
vlucht deel te nemen, gelet op de con
ditie waarin ze verkeerden, en aan de
vele eieren die in de mand gedurende
het transport gelegd werden.
De goede zijde der wedvluchten is de
grote hulp die door bijdragen voor be
strijding der tuberculose en de steun
aan het Rode Kruis wordt verstrekt.
Ook de duivententoonstellingen leveren
grote bijdragen voor deze doeleinden.
J. C. Bom, rustend arts.
11. 27x7, 3540; 12. 22x11, 40x49; (let
nu op wit's elegante riposte) 13. 3934!!
13x33; 14. 7—2!! 49x40; 15. 2x4, en zwart
kon zijn matten oprollen.
Wel een bewijs dat ook in klassieke
standen dank zij juiste „orchestratie"
nog wel „muziek" zit.
ZêT
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten
oin 7, 8 en 11 uur. NCRV: 6.15 Land- en
Tuinbouw. 6.30 Strijdkrachten. 7.15 Neder
landse organisten. 7.30 Actueel geluid. 8.05
Programma-proloog. 8.15 Plaatvaria. 9.00 Le
zing. 9.30 Mariniers-kapel. 10.15 De vaart der
Volken. 10.45 Avondoverdenking. 11.15 Ka
merorkest.
HILVERSUM II, 415. m. Nieuwsberichten
om 6, 8 en 11 uur. AVRO: 6.15 Sport-
praatje. 6.40 Chaminade-programma. 7.10 Le
zing. 7.25 Radio Muziekjournaal. 8.05 In het
Radio-Zoeklicht. 8.15 Radio Philharmonisch-
orkest. 9.15 Hoorspel. 10.30 Zangdeclamatie.
10.45 Gramofoonplaten. 11.15 „Amsterdam ont-
\angt". 11.30 Gramofoonplaten.
VOOR VRIJDAG
HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur - VARA: 8.18
Orgelspel. AVRO: 12.33 Sport en prognose,
ljl5 Ensemble Jo Bos. VARA: 6.15 De
Vara feliciteert. 6.45 Silvestri-kwartet. 7;00
Denk om de bocht. 7.15 „Steunt wettig gezag"
VPRO: 7.30 „Vrijzinnig protestantse vrou
wen". 7.50 Amsterdam brengt zijn gasten
naar.... 8.05 Muzikaal-intermezzo. 8.20 Pro
blemen. 8.40 Muzikaal-intermezzo. 8.50 Bij
eenkomst. VARA: 9.00 Men vraagt. en
wij draaien. 9.30 Vacantie in Nederland. 10.00
Buitenlands weekoverzicht. 10.15 Swing and
sweet. VPRO: 11.45 Avondwijding. VARA:
11.15 Symphonie.
HILVERSUM II, 415. m. Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. - KRO: 8.15
Pluk de dag. 12.33 De bietenbouwers. 1.20
Amusements-orkest. 6.20 Actualiteiten. 6.30
Strijdkrachten. 7.15 Voor jonge boeren. 7.45
Gerard van der Woude, piano. 8.12 Kon. Mili
taire kapel. 9.00 Westeuropees commentaar.
9.10 Radio Philharmonisch-orkest. 9.55 Frag
menten. 10.45 Avondgebed. 11.15 Om en orri
Engelse vliegtuigen voor
Griekenland
Engeland heeft nog 22 Spitfires aan
Griekenland overgedragen. De Britse
onderstaatssecretaris voor Buitenland
se Zaken Lord Henderson zeide te ho
pen, dat de toestellen» op tijd zouden
aankomen om de campagne tegen de
„door communisten geleide en door
het buitenland gesteunde opstand" te
versterken.
Vorig jaar voorzag Engeland Grie
kenland reeds met grote voorraden
militaire uitrustingen, 74 Spitfires, 24
opleidingsvliegtuigen en 12 transport
vliegtuigen.
OOR
ALLAN SWINTON
„Dank u zeer. Ik moet zien te weten
te komen, wat er met hem gebeurd is.
Ik heb sterk het idee, dat hij nog in
leven is. Mocht dit echter niet het ge
val zijn, dan moet ik het boek hebben,
dat hij bij zich heeft. Dat is van het
grootste belang".
Zij was dus vrijwel zeker zo'n
nieuwtjesjager, dacht hij, ofschoon hij
er nu van overtuigd was, dat zij meer
op een sensatieverhaal uit was. Zo in
het genre van; „Amerikaanse Orchi-
deeënzoeker verdwenen!" etc. Maar
daar zijn nieuwsgierigheid was opge
wekt, ging hij voort: „Een boek?" Als
het niet al te nieuwsgierig is, mag ik
u dan eens vragen, wat dat boek van
zoveel belang doet zijn? Vertelt u mij
dat eens! Tenzij het natuurlijk een ge
heim is".
Een ogenblik dacht hij, dat zij de
vraag ontwijken zou. Zij zei: „Het is
geen geheim, maar ik zie niet in
Zij zweeg, aarzelde en veranderde toen
blijkbaar van gedachte. Hem met ern
stige blik aankijkend, zei zij: „Het be
tekent een tehuis en een toekomst voor
een weduwe, een gebrekkige jongen
en drie jonge kinderen".
Verschrikt en een beetje verlegen
keek Sam op. De zaak verliep niet, zo
als hij zich had voorgesteld en plotse
ling wist hij definitief, dat zij niet
voor een krant werkte.
Daarop ging zij voort: „In de regel
val ik' geen vreemden lastig met mijn
persoonlijke moeilijkheden, maar daar
ik al zoveel gezegd heb, is het mis
schien beter, dat ik u ook verdere uit
leg geef. Ik ben de kleindochter van
Arthur Cottar. Mijn vader is achttien
maanden geleden gestorven. Hij liet
zeer weinig geld na en vier jonge
kinderen. De oudste, die na mij komt,
een broer, is gebrekkig als gevolg van
kinderverlamming.
„Drie jaar geleden is grootvader
weer naar het Zuiden gegaan. Hij gaf
evenmin wat om geld, als mijn vader.
Hij bracht nooit meer dan enkele
exemplaren mee van de orchideeën-
soorten, die hij ontdekte en die ver
kocht hij dan voor contant geld, het
geen hem gewoonlijk weer door de
een of ander afhandig werd gemaakt.
Maar hij hield een soort logboek bij,
waarin met bijbehorende kaarten en
aantekeningen al zijn vondsten wer
den opgetekend. Als hij thuis kwam,
logeerde hij altijd bij ons en ik heb
het vaak gezien. Het was een van die
speciale boeken, die men kan afslui
ten en het bijhouden daarvan was een
hartstocht van hem.
„Hij kon er uren op zitten turen.
Dan sloeg hij het dicht met een slag
en keek er naar met innig welbeha
gen. Hij haatte de orchideeënzoekers,
die voor de handel werkten en poch
te er op, dat sommige van hen bereid
zouden zijn voor dat boek een moord
te begaan. Hij kon uren lang praten
over de prachtige bloemtrossen, die
hij in het ongerepte oerbos gezien
had en dan besloot hij met de verze
kering, dat niemand, zolang hij het
beletten kon, er heen zou gaan. om
ze er uit te rukken en ze om de nek
te hangen van een hoopik zal
maar in het midden laten, hoe hij de
vrouwen 'noemde. Hij had nogal een
heftige natuur".
Sam zei: „Ik heb zo het idee, dat u
Een boer, die het met zijn buurman
niet eens kon worden over een stuk
land, ging een advocaat opzoeken in de
stad. De rechtsgeleerde ontving hem
in zijn ruime kantoor, en, gezeten in
een ruime clubfauteuil, moest deland-
man het gehele geval vertellen. Nu, dat
deed hij omstandig genoeg en nadat de
advocaat hem verschillende vragen had
gesteld, vroeg hij:
„En wat dunkt U; zou ik het proces
winnen, als ik er een begon?"
„Stellig", antwoordde de rechtsge
leerde. „U hoeft geen ogenblik bang
te zijn dat U het zult verliezen".
„Daar bent U toch heel zeker van",
vroeg ons boertje nog eens voorzich
tig.
„Zonder enige twijfel", klonk het ant
woord.
„Dan zie ik er maar van af", zei de
buitenman, opstaande. „Ik heb U de
hele zaak verteld, alsof ik de buurman
was, waarmee ik onenigheid heb". En
zijn pet van de tafel nemend, liet hij
de verblufte advocaat sprakeloos ach
ter.
Een paar eeuwen geleden huwde de
jongste dochter van hertog Albert Fre-
derik van Pruisen met de keurvorst
Johan Sigismund van Brandenburg.
Niet lang daarna huwde haar oudste
zuster met de zoon van de keurvorst,
en de jongste zuster werd daardoor de
schoonmoeder van de oudste. Hèar
zoon werd haar zwager en de keur
vorst was dus niet alleen de vader,
maar ook de zwager van zijn zoon en
de schoonvader van zijn schoonzuster.
Kunnen jullie het nog volgen? Het
wordt nog ingewikkelder, want toen
een zoon van de keurvorst werd ge
boren, was dit kind de halve broer van
zijn oom. En toen later een dochter van
de oudste zuster werd geboren, moest
dit zowel tante, als grootmoeder zeg
gen tegen de vrouw van de keurvorst.
De zoon en de kleindochter van de
oude keurvorst waren volle neef en
nicht.
Hieronder zien jullie drie rijtjes
woorden. Zoek nu eerst uit het eerste
rijtje een woord dat bij een ander
woord uit de tweede rij past, zodat die
twee woorden samen weer een goed
geheel vormen. (Bijv. Motor-kap). Doe
nu hetzelfde met de woorden van de
de tweede en derde rij. (Bijv. kap-ta-
fel). Zo krijg je tenslotte 29 nieuwe
woorden.
motor
2. bak
3 veter
kleed
huis
muis
as
Iveld
tafel
pot
schoen
handel
wet
papier
spraak
raad
kamer
mus
vlieg
kap
snipper
post
boek
gieter
hand
beeld
fiets
stand
lood
deur
De oplossingen kunnen vóór Zondag
31 Juli worden gezonden naar het bu
reau van dit blad. Onder de inzenders
van goede oplossingen worden mooie
boeken verloot.
zijn opvattingen niet deelt".
„Waarom zouden vrouwen zichzelf
niet opsieren? Hun uiterlijk is voor
vele van haar heur grootste bezit.
Maar ik ben het volkomen met hem
eens, voor zover het betreft het bewa
ren van vele dingen in hun natuur
staat. Zee-otters, alpaca, muskusdie-
ren, chinchilla's en paradijsvogels zijn
toch in hun natuurstaat bijna uitge
roeid".
Met enige verbazing merkte Sam op:
„U bent over die dingen zeer goed in
gelicht".
„Dat komt weer door mijn groot
vader. Hij hield altijd voor de vuist
weg lezingen over dergelijke dingen.
Soms dacht ik wel eens, dat hij op dat
punt niet geheel bij zijn verstand was
op dat en ook op andere punten!
Dat is ook de reden, waarom ik denk,
dat hij nog wel in leven kan zijn. Hij
is vrij oud en toen hij de laatste keer,
in 1939 thuis kwam, was hij zeer ver
ouderd. Zelfs zoveel, dat ik dacht, dat
hij niet weer zou vertrekken. Maar de
oorlog irriteerde hem zo en maakte
hem zo woedend, dat hij er voortdu
rend over liep te razen. Hij haatte de
steden en herhaalde, voortdurend, dat
hoe meer hij van de z.g. „beschaving"
te zien kreeg, hoe meer hij van de na
tuur hield en dat men profiteren moest
van de weinige jungles, die er nog
over waren, vóór een' hoop decadente
stedelingen daarheen vluchtte.
„Maar om nog even op die in de
118. De nieuwsgierigheid van de
koningin is niet meer te bedwingen.
Ze heeft een staartje beetgepakt, dat
door het net heensteekt en vindt dat
verschrikkelijk klein! Ze buigt zich
nieuwsgierig voorover om de zaak
eens wat beter te kunnen bekijken.
Dan geeft ze een gilletje en grijpt in
het net. Om haar.heen staart de hof
houding verstijfd toe. Wat doet de
koningin nu? De koning roept zenuw
achtig „niet doen vrouw. Je weet toch
hoe gevaarlijk de tijger is?" „Ja, dat
natuur levende dieren terug te ko
men: Het zijn geen geheiligde wezens.
Mensen, die ze zelf niet bereiken
kunnen, hebben daarom nog wel recht
er ook van te genieten. Men kan ze
exploiteren zonder ze te vernielen.
Men kan behoorlijke aanvullingsvoor-
raden laten staan".
„Inderdaad", stemde Sam toe. „Maar
de mensen, die voor dat logboek geld
zouden willen geven, zouden dat nooit
doen. Als die orchideeënzoekers voor
de handel ergens een vondst doen, dan
roeien ze alle planten daar ter plaatse
ook volledig uit. Niet, dat zij over het
geheel genomen niet bereid zouden
zijn, om voldoende exemplaren te la
ten staan, opdat er weer aanvulling
zou komen, maar ze weten, dat wat de
een niet neemt, de ander misschien
wel doet en dus nemen zij, wat zij
maar vangen en grijpen kunnen".
Met een stem, die tot zijn verbazing
trilde van opwinding, sprak zij: „Ik
zou er niet over denken, om het boek
te verkopen. Als ik het te pakken kan
krijgen, zou ik hetzelfde werk gaan
doen en alleen maar de helft van de
planten nemen. Ik heb die zaken goed
bestudeerd.
Ik weet welke variëteiten de hande
laars willen hebben, hoe ik de planten
moet scheiden en verpakken en wie de
grote kopers zijn...."
Levendig onderbrak hij haar: „Kent
u de firma Ryley Son, in Boston?"
„Dat is een van de firma's, waar ik
weet ik", antwoordt ze met een grote
glimlach op haar gezicht. „Maar deze
niet!" Dan doet ze met een fors ge
baar een greep in het net en....
haalt Pim er aan zijn staartje uit. Alle
negers staan met een open mond het
kleine hondje, dat daar te voorschijn
is gekomen, aan te gapen. Maar.... de
koningin is nog niet klaar. Nog een
greep en nog één. En nu drukt ze met
een teder gebaar Pim, Pam en Pom
aan haar hart. „Wat een schatjes! Die
heb ik nog veel liever dan een tijger!"
contact mee gezocht heb...." Zij
zweeg plotseling een beetje ontsteld,
daar zij opeens begreep welke moge
lijkheden er in deze situatie konden
zitten.
„Ja, ik ben de zoon", gaf Sam toe.
Maar toen stelde hij haar gerust: „Ik
heb nu echter geen belang meer bij de
zaak. Mijn vader stuurde mij naar de
universiteit, om te leren hoe men gro
tere en betere bloemen voor de markt
moest kweken, maar ik kreeg de grote
belangstelling voor de wetenschap te
pakken en ging die richting op. Hij
heeft daar evenveel minachting voor,
als Don Arturo voor de marktjagers.
Ik sta in beide opzichten geheel aan
uw kant en ik zou noch uw logboek
stelen, als ik het vond en evenmin
zou ik een handelsjager ook maar la
ten vermoeden, dat ik het had. Ik
geef toe, dat ik het bestuderen zou.
Dat is nu eenmaal mijn werk".
Hij zag, hoe groot haar opluchting
was. „Oh, natuurlijk. Excuseer mijn
tijdelijke achterdocht".
„Maar", ging hij voort, „het verza
melen van orchideeën op zulk een
schaal zou geld kosten".
„Daar heb ik al aan gedacht. Maar
ik weet, dat grootvader vondsten van
de commerciële soorten gedaan heeft,
zoals geen ander. Als hij nog in leven
is, zal ik hem zeggen, dat hij mij hel
pen moet, om zoveel planten te ver
zamelen, dat de familie geholpen kan
worden. Maar of hij nog in leven is of
niet, als ik het logboek te pakken kan
krijgen, ben ik er. Drie kwekers heb
ben beloofd mij te zuullen financie
ren, als ik kan werken op grond van
Arthur Cottars logboek".
„Juist. Ik geloof, dat u een erg prac-
tische geest hebt!"
„Als u uw leven lang afhankelijk
geweest was van mannen als de Cot
tars, zoudt u ook wel practisch zjjn.
Zij waren bereid, om zeer hard te
werken, maar niet in zaken en ook
niet voor anderen. Ofschoon zij geen
van allen ooit geld wisten vast te hou
den, zijn zij er toch min of meer in
geslaagd het te verdienen. Maar geld
of geen geld, wat er ook gebeuren
mocht, zij bleven vrije mensen. En dat
:s voor hun gezinnen vaak een hard
gelag geweest". (Wordt vervolgd).