VAN HOUTEN OrdriHt zm En Wer het roodset. R A S P A R M E S M A L P E L S £fl HiZK DE ZAK VOt BfUÊVEN; rj Het Nederlandse merk met Wereldreputatie Onze Damrubriek Voor duivenliefhebbers Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur Het Radioprogramma Nog zo dom niet Een ingewikkelde familieverhouding moedige edellieden. Het was zo gebouwd dat het, van welke kant men het ook na derde. steeds een betoveren de indruk op de toeschou wers maakte. Maar wel het allermooist leek het, als men het in de avondzonnegloed zag schitteren, van de brug der zeven wensen af. Die brug bestond reeds lang, nog voordat het kasteel was ge bouwd. Het was van dit heerlijke plekje boven de helder voortvloeiende stroom af, dat de eerste ridder Mastagni de wens had ge uit, altijd op die hoogte te mogen wo nen. Deze wens werd vervuld. Toen hij met zijn jonge gemalin zijn blijde in tocht hield, dachten beiden een stukje van het paradijs te hebben gevonden. Helaasde werkelijkheid werd an ders. De tijden van rust voor Italië sche nen voorgoed voorbij en het oorlogs gewoel liet ook de bewoners van het kasteel niet met rust. Een hel gekleur de ruiterstoet daalde omlaag van de kasteelrots en hoefgetrappel weerklonk, toen de eerste ridder Mastagni met de zijnen over de stenen brug ten strijde trok. Droefheid en angst heersten toen in de harten der achterblijvers, en des avonds zuchtten velen: „Ach, keerden toch allen behouden weer". Ook deze tweede wens werd vervuld. Maar Mastagni was, naar spoedig bleek, verhard en verruwd door het wrede oorlogsgeweld. Het volk, dat hem trouw had gediend, liet hem ver der onverschillig. Hij leefde slechts voor zijn eigen grondgebied en zijn vergaarde schatten. Tevergeefs trachtte zijn gemalin, die zeer bedroefd was over deze verandering, hem tot andere gedachten te brengen. Toen naderde wederom een dreiging het slot, ditmaal echter genadelozer dan de vorige keer. De vreselijke ziek te der middeleeuwen, de pest, brak uit .en spaarde rijk noch arm. Ook de Mastagni's waren er niet veilig voor. Het slot werd door besmetting aange tast en in angst en vreze zuchtte de meesteres gespaard te mogen blijven. Vanaf haar geliefde plekje bij de brug over het water nam zij vaak het beeld van het slot, zoals het zich op de stei le hoogte verhief, in zich op en vroeg zich af, of zij deze ramp zouden over leven. Het geluk was hun gunstig: de sombere dreiging ging voorbij en allen bleven behouden. Zij kwam haar be lofte, van haar eigen bezit zoveel af te staan, dat zij slechts het hoognodige voor zichzelf behield, na. Mastagni, ge troffen door deze edelmoedigheid, werd de oude weer, zodat ook deze wens van zijn gemalin in vervulling ging. Maar bovenal had zij zich eenzaam ge voeld. Geen kinderstemmen vervulden de hoge zalen van het slot. „Ach, mocht Zou het ook zo met beide andere zijn?" Reeds vroeg leerde zij haar zonen het onrecht te verafschuwen, de oorlog te haten, de zwakken te beschermen. Toen de jongens waren opgegroeid zag de moeder ook deze wens in hen vervuld. De laatste wens van de slotvrouwe was: voor altijd te mogen rusten op 't liefste plekje dat zij kende: bij het ruisende water aan de voet van de rots, waarop het kasteel stond. Thans duidt een vervallen ruïne de plaats aan, waar eens het geslacht der Mastagni's heerste. Een verweerde grafsteen aan het water bewijst dat de laatste wens van de slotvrouwe even eens in vervulling is gegaan. De brug, die nog steeds over de stroom voert, heeft in de volksmond nu nog: „De brug der zeven wensen". ge- De boeken werden deze week wonnen door: Jopie Theissling, Ruiterweg 41, Cas- tricum. Jan Nellestein, Doolhof 12, Den Helder. Marietje van Kol, Nesdijk 67, Ber gen N.-H. Alie Zilver, Oostwoud 195, N.-H. Martina Jager, Oostersingel 24 A, Medemblik. De prijzen worden toegezonden. Voor jongelui van 12 tot en met. 16 jaar. Hallo, jongelui, de tijd van repetities is voorbij en voor velen is de zomervacantie weer aangebroken. Nu naar buiten trekken en nieuwe kracht en levensblijheid opdoen voor de komende winter. „Wij zijn jong, de aard' ligt open...." zingen wij zo vaak. Zes weken lang luidt er nu geen schoolbel meer en in de agenda's zal geen lange lijst van huiswerk meer staan. Niets kan jullie meer beletten om de mooie natuur in te trekken. Geniet dus van alles wat je ziet en beleef en zing uit völle borst de laatste regels van dat frisse, pittige lied: „Wij zijn jong en dat is fijn!!" En nu over tot onze brieven: Hilly Jeurink, hartelijk dank voor de postzegels. Ik ben er blij mee. Wat leuk dat jullie geregeld gaan kamperen met de auto. Is er een aanhang- wagentje bij, Hilly, of gaat de tent mee? Ja, de bossen bij Zeist zijn prachtig. Ik ben er laatst ook nog geweest. Marry van Dijk, natuurlijk mag je het boek ruilen, meisje. Wat jammer dat het niet voor jouw leeftijd was. Stuur het boek maar op, dan krijg je een ander, hoor! „Winnetou", gefeliciteerd met je succes op schnol! Je hebt het wel verdiend, hoor! Nu kampeer je waarschijnlijk al op de Veluwe. Ik wens je heel veel pleizer toe en hoop over zeven weken veel over je belevenissen te horen. Grietje Ellen, ja, ik wil best geloven, dat je het druk hebt. Er is nu zoveel te doen in de tuin van je Vader. Zo'n ijverige wiedster is best te gebruiken. Wil je de groeten overbrengen aan Netta? Marietje Feller, heb je het boek al ontvangen en was het naar je zin? Bert Bosman, ik heb naar het adres van de jongen gevraagd, maar nog niets gehoord. Als ik het heb, zal ik het je laten wetën, hoor! Heeft je zusje al wat gehoord op haar verzoek? Hennie Braas, wil je mij eens schrijven hoe oud je bent, want ik weet niet bij welke groep je behoort. Bets Half, leuk dat ik van jou ook weer eens wat hoorde. Ben je nog op de huishoudschool? „Zonnedauw", je hebt gelijk dat je geregeld oefent op de schrijfmachine, 't Is altijd gemakkelijk als je vlot kunt typen. Bedankt voor de sigarenbandjes, Lena. Ik kan ze altijd wel weer gebruiken. Ben je overgegaan op school? Alie Deurloo, ik geloof niet dat het je zal gelukken om een correspondentie-vriendin in Gel derland te vinden, omdat de mensen in Gelderland onze Noord-Hollandse couranten niet lezen. Mag het ook een meisje in Noord-Holland zijn? Jan Nellestein, bedankt voor het zilverpapier en de mooie plaatjes. Waar zijn jullie naar toe geweest en wat heb je gezien toen je met het schoolreisje mee ging? Ik hoop, dat je er eens wat over vertelt. Marietje van Kol, ik was blij met het zilverpapier. Ja, er doen veel jongens en meisjes mee, maar op 't ogenblik zijn er al heel veel jongelui met vacantie. Dat is best te bemerken aan de stapel post, die lang zo hoog niet is als anders. Je vroeg oL. jongens en meisjes van zes jaar wel eens zelf een brietje schrijven. Ja, dat gebeurt vaak, hoor! Soms schrijven ze haast onleesbaar, maar vaak ook erg keurig voor zo'n kleine peuter. Alie Zilver, ben je over gegaan? Ik hoop het, meiske! Jij vindt 15 km. wandelen een kleinigheidje, maar ik doe het je niet gauw na, hoor! Jan Leydeckers, gelukkig dat het nu niet zo erg lang meer duurt voor Wim thuis komt. Wat is. bij al lang van huis, Jan! Over twee dagen btn jij dus jarig. Van harte gefelicteeerd, hoor! Ik hoop, dat je een mooie dag hebt. Bij je brief vond ik sigarenbandjes en zilverpapier. Daar ben ik blij mee, Jan. Catharine Semler, prettig dat je mee gaat doen. Word je altijd voluit Catharine genoemd? Jammer dat je een hekel aan schrijven hebt. Doe dan maar alleen met de ik het geluk hebben de stemmen van prijsraadsels mee. Misschien ga je het nog wel eens leuk vinden om brieven te schrijven, als mijn kinderen hier te horen weerklin ken", was de wens, diep in haar hart. Deze stille wens ging eveneens in ver vulling: zij kreeg drie dochters en drie zonen. Oud geworden dacht zij: „Mijn vijfde wens is ook in vervuling gegaan. je een poosje met ons mee doet. J. Sleutel, F. Landzaat, Siska Rijkers, Gieneke Kolk, Eini Glas en J. Wijker, jullie zijn welkom bij ons! Jongelui, de brieven voor ons volgende correspondentie-hoekje verwacht ik graag vóór Zondag 31 Juli. Tot over veertien dagen!! Een prettige, zonnige vacantietijd toegewenst door TANTE IET. HOEDT U VOOR VERSTARRING Sommige stellingen in het klassieke genre zijn onderhevig aan verstarring. Het „leven" gaat uit de stand en het einde is gewoonlijk remise! Het is zaak zoiets tijdig in te zien en dan te trach ten „nieuw leven" te scheppen. In een vrije partij kregen we een dezer dagen de volgende stand: Zwart: 3 6 9 U/16 18 19 21 23 24 26. Wit: 25 27 28 32 33 35/40 42 43 45 48 Wit, aan zet, ziet tijdig het gevaar aankomen van een „verstarde" klassie ke stelling. Immers, op 1. 2934, 2429; 2. 33x24, 19x39; 3. 28x17, 11x31; 4. ad. lib., 18—23; 5. ad lib., 23—28; 6. 32x23, 21x41; 7. 42—37, 41x43; 8. 48x39, 26—31; en zwart wint. Op 1. 40—34, 14—20; 2. 25x14, 9x20; 3. 34—30 (of?) 20—25; 4. 39—34 (gedw.) 15—20; 5. 34—29, 25x34; 6. 29x40, 20—25; en wit heeft slecht spel. Wit besloot „troebel water" te zoeken en speelde als volgt: 1. 2722, 18x27; 2. 37—31, 26x37; 3. 42x22, 12—17; (wit's eerste succes. De beste voortzetting voor zwart was 3. 1117; en 4. 16x7; gevolgd door 2126; en wit's stelling blijft moeilijk. Zwart wil ech ter méér en kan dat niet als volgt be reiken: 3. 12—18; 4. 39—34, 18x27; 5. 25—20, 14x25; 6. 34—30, 25x34; 7. 40x 18, 13x22; 8. 28x26, 19—23; Xof?) 9. 32x21, 16x27; 10. 45-40, 9—13; 11. 40—34, 3—9; 12.48—42, en zwart heeft zéér moeilijk spel. Daarom vervolgde zwart met 3. 12—17; 4. 40—34, 14—20; (wordt nu het slachtoffer van een interessante offercombinatie. Het beste voor zwart was 4. 24—29; 5. 33x24, 19x30; 6. 28x8, 17x37; 7. 35x24, 3x12; 8. 45-^0, 21 —27; 9. 39—33, 27—31; 10. 36x27, 37—41; 11. 2420, 15x24; 12. 33—29, 24x42; 13. 48x46, 11—17; 14. 43—38, 12—18; 15. 34— 29, 611; 16. 4641, met ongeveer ge lijke kansen). 5. 25x14, 9x20; 6. 3530!! 24x35; 7. 33—29! 3—9; (35—40 mag niet omdat wit later met 3933 enz. ver volgt) 8. 29x18, 21—26; 9. 38—33!! (wit heeft nu steeds belangrijk voordeel. Op 9. 17—21; 10. 36—31, 26x37; 11. 32x41, 21—26; 12. 41—37, 16—21; 13. 43— 38, en zwart staat slecht omdat op 11. 17x17 wit door 2823 enz. wint.) 9. 2631?? (denkt aldus nog een volledig eindspel af te dwingen, maar pleegt in werkelijkheid zelfmoord, zij het dan op zeer elegante wijze) 10. 36x27, 1621; De duivensport heeft na de oorlog enorme afmetingen aangenomen zo dat reeds het vorig jaar buitengewoon grote convooien voor africhting ge vormd werden. De eerste verzameling van de Algemene Bond van Postdui- venhouders bracht te Rozendaal 50.000 oude duiven bijeen en de daaropvol gende van jonge duiven pl.m. 150.000 stuks. Vóór de oorlog is in de verste verte van zo'n groot aantal geen sprake geweest. Hoewel na de oorlog weinig duiven in ons land waren overgebleven werden vele duiven uit Belgie inge voerd en een groot aantal nieuwe lief hebbers begonnen een intense kweek met deze duiven. De duiven hebben over het algemeen tijdens de oorlog niet de nodige verzor ging gehad, waardoor de weerstand te gen ziekte verzwgkt was en de jonge duiven aan allerlei ziekten ten offer vielen en watten gevolge had dat vele duiven op de africhtingen slechte-resulta- ten gaven of verloren gingen. De weersgesteldheid op de vluchtlijn was vorig jaar, maar ook dit jaar veelal ongunstig voor regelmatige prestaties en vele duiven gingen verloren. Hier aan had echter ook de onerva renheid der liefhebbers veel schuld; d. w. z. in de eerste plaats wisten zij niet voldoende van de kwaliteit van hun duiven af, verder waren zij niet met de finesses bekend om een duif te beoordelen of zij geschikt was, z.g.n. „in conditie" verkeerde, om aan een vlucht met succes te kunnen deel nemen. Dit is vooral gebleken bij de inkorving der duiven te Roosendaal voor de wedvlucht op St. Vincent. Vele duiven waren buiten staat om aan zo'n vlucht deel te nemen, gelet op de con ditie waarin ze verkeerden, en aan de vele eieren die in de mand gedurende het transport gelegd werden. De goede zijde der wedvluchten is de grote hulp die door bijdragen voor be strijding der tuberculose en de steun aan het Rode Kruis wordt verstrekt. Ook de duivententoonstellingen leveren grote bijdragen voor deze doeleinden. J. C. Bom, rustend arts. 11. 27x7, 3540; 12. 22x11, 40x49; (let nu op wit's elegante riposte) 13. 3934!! 13x33; 14. 7—2!! 49x40; 15. 2x4, en zwart kon zijn matten oprollen. Wel een bewijs dat ook in klassieke standen dank zij juiste „orchestratie" nog wel „muziek" zit. ZêT VOOR HEDENAVOND HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten oin 7, 8 en 11 uur. NCRV: 6.15 Land- en Tuinbouw. 6.30 Strijdkrachten. 7.15 Neder landse organisten. 7.30 Actueel geluid. 8.05 Programma-proloog. 8.15 Plaatvaria. 9.00 Le zing. 9.30 Mariniers-kapel. 10.15 De vaart der Volken. 10.45 Avondoverdenking. 11.15 Ka merorkest. HILVERSUM II, 415. m. Nieuwsberichten om 6, 8 en 11 uur. AVRO: 6.15 Sport- praatje. 6.40 Chaminade-programma. 7.10 Le zing. 7.25 Radio Muziekjournaal. 8.05 In het Radio-Zoeklicht. 8.15 Radio Philharmonisch- orkest. 9.15 Hoorspel. 10.30 Zangdeclamatie. 10.45 Gramofoonplaten. 11.15 „Amsterdam ont- \angt". 11.30 Gramofoonplaten. VOOR VRIJDAG HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur - VARA: 8.18 Orgelspel. AVRO: 12.33 Sport en prognose, ljl5 Ensemble Jo Bos. VARA: 6.15 De Vara feliciteert. 6.45 Silvestri-kwartet. 7;00 Denk om de bocht. 7.15 „Steunt wettig gezag" VPRO: 7.30 „Vrijzinnig protestantse vrou wen". 7.50 Amsterdam brengt zijn gasten naar.... 8.05 Muzikaal-intermezzo. 8.20 Pro blemen. 8.40 Muzikaal-intermezzo. 8.50 Bij eenkomst. VARA: 9.00 Men vraagt. en wij draaien. 9.30 Vacantie in Nederland. 10.00 Buitenlands weekoverzicht. 10.15 Swing and sweet. VPRO: 11.45 Avondwijding. VARA: 11.15 Symphonie. HILVERSUM II, 415. m. Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. - KRO: 8.15 Pluk de dag. 12.33 De bietenbouwers. 1.20 Amusements-orkest. 6.20 Actualiteiten. 6.30 Strijdkrachten. 7.15 Voor jonge boeren. 7.45 Gerard van der Woude, piano. 8.12 Kon. Mili taire kapel. 9.00 Westeuropees commentaar. 9.10 Radio Philharmonisch-orkest. 9.55 Frag menten. 10.45 Avondgebed. 11.15 Om en orri Engelse vliegtuigen voor Griekenland Engeland heeft nog 22 Spitfires aan Griekenland overgedragen. De Britse onderstaatssecretaris voor Buitenland se Zaken Lord Henderson zeide te ho pen, dat de toestellen» op tijd zouden aankomen om de campagne tegen de „door communisten geleide en door het buitenland gesteunde opstand" te versterken. Vorig jaar voorzag Engeland Grie kenland reeds met grote voorraden militaire uitrustingen, 74 Spitfires, 24 opleidingsvliegtuigen en 12 transport vliegtuigen. OOR ALLAN SWINTON „Dank u zeer. Ik moet zien te weten te komen, wat er met hem gebeurd is. Ik heb sterk het idee, dat hij nog in leven is. Mocht dit echter niet het ge val zijn, dan moet ik het boek hebben, dat hij bij zich heeft. Dat is van het grootste belang". Zij was dus vrijwel zeker zo'n nieuwtjesjager, dacht hij, ofschoon hij er nu van overtuigd was, dat zij meer op een sensatieverhaal uit was. Zo in het genre van; „Amerikaanse Orchi- deeënzoeker verdwenen!" etc. Maar daar zijn nieuwsgierigheid was opge wekt, ging hij voort: „Een boek?" Als het niet al te nieuwsgierig is, mag ik u dan eens vragen, wat dat boek van zoveel belang doet zijn? Vertelt u mij dat eens! Tenzij het natuurlijk een ge heim is". Een ogenblik dacht hij, dat zij de vraag ontwijken zou. Zij zei: „Het is geen geheim, maar ik zie niet in Zij zweeg, aarzelde en veranderde toen blijkbaar van gedachte. Hem met ern stige blik aankijkend, zei zij: „Het be tekent een tehuis en een toekomst voor een weduwe, een gebrekkige jongen en drie jonge kinderen". Verschrikt en een beetje verlegen keek Sam op. De zaak verliep niet, zo als hij zich had voorgesteld en plotse ling wist hij definitief, dat zij niet voor een krant werkte. Daarop ging zij voort: „In de regel val ik' geen vreemden lastig met mijn persoonlijke moeilijkheden, maar daar ik al zoveel gezegd heb, is het mis schien beter, dat ik u ook verdere uit leg geef. Ik ben de kleindochter van Arthur Cottar. Mijn vader is achttien maanden geleden gestorven. Hij liet zeer weinig geld na en vier jonge kinderen. De oudste, die na mij komt, een broer, is gebrekkig als gevolg van kinderverlamming. „Drie jaar geleden is grootvader weer naar het Zuiden gegaan. Hij gaf evenmin wat om geld, als mijn vader. Hij bracht nooit meer dan enkele exemplaren mee van de orchideeën- soorten, die hij ontdekte en die ver kocht hij dan voor contant geld, het geen hem gewoonlijk weer door de een of ander afhandig werd gemaakt. Maar hij hield een soort logboek bij, waarin met bijbehorende kaarten en aantekeningen al zijn vondsten wer den opgetekend. Als hij thuis kwam, logeerde hij altijd bij ons en ik heb het vaak gezien. Het was een van die speciale boeken, die men kan afslui ten en het bijhouden daarvan was een hartstocht van hem. „Hij kon er uren op zitten turen. Dan sloeg hij het dicht met een slag en keek er naar met innig welbeha gen. Hij haatte de orchideeënzoekers, die voor de handel werkten en poch te er op, dat sommige van hen bereid zouden zijn voor dat boek een moord te begaan. Hij kon uren lang praten over de prachtige bloemtrossen, die hij in het ongerepte oerbos gezien had en dan besloot hij met de verze kering, dat niemand, zolang hij het beletten kon, er heen zou gaan. om ze er uit te rukken en ze om de nek te hangen van een hoopik zal maar in het midden laten, hoe hij de vrouwen 'noemde. Hij had nogal een heftige natuur". Sam zei: „Ik heb zo het idee, dat u Een boer, die het met zijn buurman niet eens kon worden over een stuk land, ging een advocaat opzoeken in de stad. De rechtsgeleerde ontving hem in zijn ruime kantoor, en, gezeten in een ruime clubfauteuil, moest deland- man het gehele geval vertellen. Nu, dat deed hij omstandig genoeg en nadat de advocaat hem verschillende vragen had gesteld, vroeg hij: „En wat dunkt U; zou ik het proces winnen, als ik er een begon?" „Stellig", antwoordde de rechtsge leerde. „U hoeft geen ogenblik bang te zijn dat U het zult verliezen". „Daar bent U toch heel zeker van", vroeg ons boertje nog eens voorzich tig. „Zonder enige twijfel", klonk het ant woord. „Dan zie ik er maar van af", zei de buitenman, opstaande. „Ik heb U de hele zaak verteld, alsof ik de buurman was, waarmee ik onenigheid heb". En zijn pet van de tafel nemend, liet hij de verblufte advocaat sprakeloos ach ter. Een paar eeuwen geleden huwde de jongste dochter van hertog Albert Fre- derik van Pruisen met de keurvorst Johan Sigismund van Brandenburg. Niet lang daarna huwde haar oudste zuster met de zoon van de keurvorst, en de jongste zuster werd daardoor de schoonmoeder van de oudste. Hèar zoon werd haar zwager en de keur vorst was dus niet alleen de vader, maar ook de zwager van zijn zoon en de schoonvader van zijn schoonzuster. Kunnen jullie het nog volgen? Het wordt nog ingewikkelder, want toen een zoon van de keurvorst werd ge boren, was dit kind de halve broer van zijn oom. En toen later een dochter van de oudste zuster werd geboren, moest dit zowel tante, als grootmoeder zeg gen tegen de vrouw van de keurvorst. De zoon en de kleindochter van de oude keurvorst waren volle neef en nicht. Hieronder zien jullie drie rijtjes woorden. Zoek nu eerst uit het eerste rijtje een woord dat bij een ander woord uit de tweede rij past, zodat die twee woorden samen weer een goed geheel vormen. (Bijv. Motor-kap). Doe nu hetzelfde met de woorden van de de tweede en derde rij. (Bijv. kap-ta- fel). Zo krijg je tenslotte 29 nieuwe woorden. motor 2. bak 3 veter kleed huis muis as Iveld tafel pot schoen handel wet papier spraak raad kamer mus vlieg kap snipper post boek gieter hand beeld fiets stand lood deur De oplossingen kunnen vóór Zondag 31 Juli worden gezonden naar het bu reau van dit blad. Onder de inzenders van goede oplossingen worden mooie boeken verloot. zijn opvattingen niet deelt". „Waarom zouden vrouwen zichzelf niet opsieren? Hun uiterlijk is voor vele van haar heur grootste bezit. Maar ik ben het volkomen met hem eens, voor zover het betreft het bewa ren van vele dingen in hun natuur staat. Zee-otters, alpaca, muskusdie- ren, chinchilla's en paradijsvogels zijn toch in hun natuurstaat bijna uitge roeid". Met enige verbazing merkte Sam op: „U bent over die dingen zeer goed in gelicht". „Dat komt weer door mijn groot vader. Hij hield altijd voor de vuist weg lezingen over dergelijke dingen. Soms dacht ik wel eens, dat hij op dat punt niet geheel bij zijn verstand was op dat en ook op andere punten! Dat is ook de reden, waarom ik denk, dat hij nog wel in leven kan zijn. Hij is vrij oud en toen hij de laatste keer, in 1939 thuis kwam, was hij zeer ver ouderd. Zelfs zoveel, dat ik dacht, dat hij niet weer zou vertrekken. Maar de oorlog irriteerde hem zo en maakte hem zo woedend, dat hij er voortdu rend over liep te razen. Hij haatte de steden en herhaalde, voortdurend, dat hoe meer hij van de z.g. „beschaving" te zien kreeg, hoe meer hij van de na tuur hield en dat men profiteren moest van de weinige jungles, die er nog over waren, vóór een' hoop decadente stedelingen daarheen vluchtte. „Maar om nog even op die in de 118. De nieuwsgierigheid van de koningin is niet meer te bedwingen. Ze heeft een staartje beetgepakt, dat door het net heensteekt en vindt dat verschrikkelijk klein! Ze buigt zich nieuwsgierig voorover om de zaak eens wat beter te kunnen bekijken. Dan geeft ze een gilletje en grijpt in het net. Om haar.heen staart de hof houding verstijfd toe. Wat doet de koningin nu? De koning roept zenuw achtig „niet doen vrouw. Je weet toch hoe gevaarlijk de tijger is?" „Ja, dat natuur levende dieren terug te ko men: Het zijn geen geheiligde wezens. Mensen, die ze zelf niet bereiken kunnen, hebben daarom nog wel recht er ook van te genieten. Men kan ze exploiteren zonder ze te vernielen. Men kan behoorlijke aanvullingsvoor- raden laten staan". „Inderdaad", stemde Sam toe. „Maar de mensen, die voor dat logboek geld zouden willen geven, zouden dat nooit doen. Als die orchideeënzoekers voor de handel ergens een vondst doen, dan roeien ze alle planten daar ter plaatse ook volledig uit. Niet, dat zij over het geheel genomen niet bereid zouden zijn, om voldoende exemplaren te la ten staan, opdat er weer aanvulling zou komen, maar ze weten, dat wat de een niet neemt, de ander misschien wel doet en dus nemen zij, wat zij maar vangen en grijpen kunnen". Met een stem, die tot zijn verbazing trilde van opwinding, sprak zij: „Ik zou er niet over denken, om het boek te verkopen. Als ik het te pakken kan krijgen, zou ik hetzelfde werk gaan doen en alleen maar de helft van de planten nemen. Ik heb die zaken goed bestudeerd. Ik weet welke variëteiten de hande laars willen hebben, hoe ik de planten moet scheiden en verpakken en wie de grote kopers zijn...." Levendig onderbrak hij haar: „Kent u de firma Ryley Son, in Boston?" „Dat is een van de firma's, waar ik weet ik", antwoordt ze met een grote glimlach op haar gezicht. „Maar deze niet!" Dan doet ze met een fors ge baar een greep in het net en.... haalt Pim er aan zijn staartje uit. Alle negers staan met een open mond het kleine hondje, dat daar te voorschijn is gekomen, aan te gapen. Maar.... de koningin is nog niet klaar. Nog een greep en nog één. En nu drukt ze met een teder gebaar Pim, Pam en Pom aan haar hart. „Wat een schatjes! Die heb ik nog veel liever dan een tijger!" contact mee gezocht heb...." Zij zweeg plotseling een beetje ontsteld, daar zij opeens begreep welke moge lijkheden er in deze situatie konden zitten. „Ja, ik ben de zoon", gaf Sam toe. Maar toen stelde hij haar gerust: „Ik heb nu echter geen belang meer bij de zaak. Mijn vader stuurde mij naar de universiteit, om te leren hoe men gro tere en betere bloemen voor de markt moest kweken, maar ik kreeg de grote belangstelling voor de wetenschap te pakken en ging die richting op. Hij heeft daar evenveel minachting voor, als Don Arturo voor de marktjagers. Ik sta in beide opzichten geheel aan uw kant en ik zou noch uw logboek stelen, als ik het vond en evenmin zou ik een handelsjager ook maar la ten vermoeden, dat ik het had. Ik geef toe, dat ik het bestuderen zou. Dat is nu eenmaal mijn werk". Hij zag, hoe groot haar opluchting was. „Oh, natuurlijk. Excuseer mijn tijdelijke achterdocht". „Maar", ging hij voort, „het verza melen van orchideeën op zulk een schaal zou geld kosten". „Daar heb ik al aan gedacht. Maar ik weet, dat grootvader vondsten van de commerciële soorten gedaan heeft, zoals geen ander. Als hij nog in leven is, zal ik hem zeggen, dat hij mij hel pen moet, om zoveel planten te ver zamelen, dat de familie geholpen kan worden. Maar of hij nog in leven is of niet, als ik het logboek te pakken kan krijgen, ben ik er. Drie kwekers heb ben beloofd mij te zuullen financie ren, als ik kan werken op grond van Arthur Cottars logboek". „Juist. Ik geloof, dat u een erg prac- tische geest hebt!" „Als u uw leven lang afhankelijk geweest was van mannen als de Cot tars, zoudt u ook wel practisch zjjn. Zij waren bereid, om zeer hard te werken, maar niet in zaken en ook niet voor anderen. Ofschoon zij geen van allen ooit geld wisten vast te hou den, zijn zij er toch min of meer in geslaagd het te verdienen. Maar geld of geen geld, wat er ook gebeuren mocht, zij bleven vrije mensen. En dat :s voor hun gezinnen vaak een hard gelag geweest". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1949 | | pagina 5