I Mensenkennis sterkste wapen van douane PUROL Schimmen najagen Handelscontracten met Engeland belemmeren handelsverkeer met andere landen Ook Duitsland heeft „Taxi-girls ewogen week-eind De regenjas van de man die „nee" zei en de zwachtels van de dame met de opvallend dikke benen Ze proberen het op allerlei manieren MAANDAG 7 NOVEMBER r949 Smokkelen een economisch kwaad (Van onze reizende redacteur). HOEK VAN HOLLAND, October. J-Ji.T IS STIL OP DE TRIESTE KADE van het spoorwegstation Hoek van Holland, waar een straffe Zuidwester staat. Een Griekse koopvaarder, die te Rotterdam gelost en geladen heeft, loopt de Nieuwe Waterweg uit en kiest zee. In de verte naderen nog twee, drie andere zeeschepen, kenbaar eau de lichten in de duisternis, want het is avond. Van de andere kant nadert een passagiersschip: de dagboot uit Harwich. Hier en daar doemen mannen- in-uniform op: marechaussee, douane, wat Britse militairen (die hier ove rigens niets hebben te maken, maar zij zijn nu eenmaal overal in de Hoek), dan walpersoneel van de rederij en kruiers in hun witte kielen. Dit is het tafereel van elke dag. Elke ochtend en elke avond komt er een boot en gaat er één weg en daartussen door varen dan nog de troepentransportschepen heen en weer voor de verbinding van Engeland met de Britse Zone van Duitsland. dan ja te moeten zeggen. Het staat zo kinderachtig voor een volwassen man, maar u bent nu al in overtre ding, doordat u verzuimd hebt uit eigen beweging die jas aan te geven. Op grond daarvan kan ik haar in be slag nemen. Bovendien hebt u na tuurlijk geen invoervergunning. Ik kan u die vergunning mondeling ver strekken, maar ik heb ook de be voegdheid om dat te weigeren. Als u blijft volhouden, dat u die jas niet in Engeland hebt gekocht of gekregen (wat voor ons hetzelfde is) bent u haar kwijt en u kunt op een flinke boete rekenen. Ik geef u vijf minuten de gelegenheid alsnog aangifte te doen. Dan betaalt u de invoerrechten en u kunt de jas meenemen, U kunt hier zolang blijven, ik kom zo meteen..,.., Nee, u hoeft niet weg te gaan! Ik heb haar gisteren gekocht in Ox fordstreet, maar ik dacht, dat Doet er niet toe, wat u dacht. Hier is de kwitantie: 12.40 gld. Meneer betaalt en wil gaan. Juist komt mevrouw binnen stuiven om te vragen Jan, waar blijf je nou? Karei en ik zijn al lang klaar en wij kunnen toch bevestigen, dat je die jas al een half jaar hebt. Hoe weet u, mevrouw, dat wij het over die jas hadden? Merouw is even beduusd. Kom maar mee, zegt meneer, ik heb al betaald; tegen die lui kun je toch niet op. Even later zegt Karei, de vriend, op het perron: Stommerd, je had het handiger moeten aanpakken, die kerels zijn er immers om bedrogen te worden? Dikke benen. Tja, dat is een veel-verbreide en funeste opvatting. Douaniers, d.w.z. ambtenaren van de dienst voor invoer rechten en accijnzen, zijn er nu een maal niet om bedrogen te worden maar om een bepaald soort belastin gen te innen, die de regering met in stemming van de volksvertegenwoor diging heeft vastgesteld. Zij zijn er ook om deviezensmokkelarij tegen te gaan. Dat is een groot euvel de laat ste jaren. Deviezenbepalingen mogen even onaangenaam zijn als belastin gen, zij zijn er nu eenmaal. Dat ondervindt de dame-met-de- dikke-benen, die het argwaan van een andere ambtenaar heeft opgewekt. Hij heeft de dienstdoende visiteuse ge- Een half uur later ligt het schip stevig gemeerd en de passagiers ko men één voor één de loopplank af. Daar staan zij dan op Nederlandse bo- dom, sommigen voor het eerst, anderen voor de zoveelste keer. Men haalt ze er terstond uit, de mensen, die hier thuis zijn en nauwkeurig de weg we ten naar de lokaliteiten, die zij moeten passeren alvorens zich hier vrij te kun nen bewegen. Anderen volgen. Eén is er, die onverschillig omkijkt, even aarzelt en dan recht naar het hek toe loopt, dat wijd open staat. Het is een sjofel gekleed man, die alleen een oude actetas bij zich heeft. Ver komt hij niet, want eensklaps treedt een surveillerende douane-ambtenaar uit het duister te voorschijn om hem staande te houden. Waar gaat u naar toe, meneer? Naar de bus, ik moet naar Den Haag. Is uw bagage gecontroleerd? Bagage? Dit is alles! Niets van waarde. Wat valt daaraan te contro leren? Dat wilt u misschien wel aan de dienstdoende ambtenaren ter beoor deling laten. Ja, maar U staat mij wel toe u even te begeleiden, meneer. Er zit niets anders op. Zwijgend gaat hij mee, dwars door de verbouwings- chaos. Dan staat hjj eensklaps onder het felle licht van het lokaal, waar de marechaussee om zijn pas vraagt. Hij laat hem zien; alles is in orde. Onder tussen is de ambtenaar even doorge lopen om zijn chef, de voormanverifi cateur van de dienst der invoerrechten en accijnzen het incidentje te rappor teren. De man wordt dus in de gaten gehouden. Schuchter schuifelt hij in zijn scha mele plunje naar de ring waar een andere ambtenaar hem opvangt. Iets aan te geven, meneer? Neen, niets. Mag ik uw tas even zien? Er blijkt alleen het hoognodige in te zitten, dat een man-op-reis mee neemt: scheergerei, handdoek, zeep, kam. Dan vraagt de ambtenaar naar de pas ter inzage. Die heb ik al laten zien Dat weet ik wel, maar toch Alstublieft. „Doctor in de theologie," staat er in. Er volgt een gesprek en dan blijkt al gauw, dat deze dominee geen smok kelaar is. De douane heeft zich een keer in haar taxatie vergist. Ze worden er uit gepikt. Dat komt voor, maar meestal ver gist zij zich niet. Aan elke grenspost wordt gesmokkeld, maar van de hon derd mensen, die er de gelegenheid toe krijgen, missen negentig er de moed toe. Van de tien overigen zijn er twee of drie, die er te fatsoenlijk voor zijn. De zeven of acht overigeneen, zj) lopen niet allemaal tegen de lamp; daar is ook de douane van overtuigd. Maar als zij er een paar uitpikt is het doorgaans raak. Dank zij een psycho logisch inzicht en een weergaloze mensenkennis. Hebt u iets aan te geven? is de stereotiepe vraag, die elke in- en uit gaande reiziger te horen krijgt. Al leen in Hoek van Holland wordt die ^nag 300.000 maal per jaar gesteld. zfn v'er antwoorden op moge- Nee. Ja. S weet nlet zeker ven' a' m°et men ei£enlijk aange- nnV1','-!-T<-nn'n^' bevestiging, aarzeling, '«'l-rdaa,! velen hebben koffer riuchH/r6"- nT® W°rdt "f f „T ,ntlS doorgekeken, soms ook nn hJ?r a' 8taat bet kruisje weldra De r "an 's de zaak in orde. ?n de vrouw echter, die nee verraden *1 v. 'a 'lad moeten zijn, II zr'f maar al te vaak. Liegen valt velen moeilijk, vooral te genover de overheid, rrfNe®' zegt de man met de spik splinternieuwe regenjas aan. En ?i0 dan? vraagt de amb- tenaar, dle aIIang gp?jpn hg daf het een nieuwe is van Engels maak- Die, oh, die Weg&ing. Wil u even meegaan? vraagt dan de verificateur, die erbij gekomen is. Even later, onder vier ogen in het pnvé-kantoor, is de zelfverzekerde houding verdwenen. De verificateur pakt zijn loupe, vindt geen enkele be schadiging, ziet geen enkele vlek, rinkt „het nieuwe' zegt: Kom, kom, meneer, houdt u nou wï* riet vo1, dat u die jas allang hebt. Meneer zit te draaien op zijn stoel. y J Ik weet wel, zegt de verificateur, dat het moeilik is om eerst nee en had ik al, toen ik aan de jas en wenkt een douane-ambtenares in burger die haar meeneemt naar een cabine. Daar heet het: Uitkleden, alstublieft. Maar juffrouw, ik denk er niet aan. U zult wel moeten. En als ik het nu niet doe? Dan blijft u in arrest tot u van gedachten verandert. Maar dan mis ik de trein! Des te meer reden om op te schieten. Nog even een aarzeling. Dan gaat het hoedje af, de mantel uit. En traag volgt de rest. Stuk voor stuk zoekt de visiteuse de kleren door, want ook zij weet uit ervaring, dat waardevolle bankbiljetten soms op de vreemdste plaatsen verborgen worden. Als het slachtoffer, die met haar goed ook haar hautaine houding heeft afgelegd, de kwelling van het onderzoek heeft doorstaan en al weer naar haar spul len grijpt, vraagt de visiteuse: Zoudt u ook die zwachtels van uw benen willen halen? -Dat mag ik niet van de dokter! Ik heb open wonden. Hij heeft mij voor het vertrek op het hart gedrukt, dat vooral niet te doen. Maakt u zich niet ongerust. Ik ben toevallig verpleegster geweest en ik zal ze er wel weer vakkundig om leggen als dat nodig is. Zet uw rechtervoet maar op mijn knie, ik zal het zelf wel even doen. Maar juffrouw De visiteuse is al bezig. Al spoedig valt er een papleren Pond Sterling op de grond en dan nog één en nog één. Enfin, als de belde benen ontbloot zijn blijken de wonden en het advies van de dokter op fantasie te berusten, ten schuil onder welgeteld 375 bank biljetten. Een waarde van 400 gulden, die op de zwarte markt 800 gulden zou hebben opgeleverd. Een ontdane vrouw wordt even la ter naar de verificateur geleid, die het geld in beslag neemt en proces verbaal opmaakt. Een maand latei- staat zij voor de economische rech ter, die haar een boete van 2000 gulden oplegt. Altijd nieuwe trucjes. Dit is een greep uit honderden staal tjes, die de douaniers van de Hoek ge regeld meemaken. Telkens worden nieuwe trucjes toegepast om hen om de tuin te leiden, maar hun ervaring is altijd groter dan die der amateur smokkelaars. En zij staan sterker. 0> zeker, zij weten, dat zij niet alles ach terhalen, maar in de eerste plaats gaat er een sterke preventieve wer king van hun aanwezigheid uit, die weliswaar niet in geld kan worden uitgedrukt, maar bovendien innen zij zoveel, dat de sectie „selfsupporting" is. De opmerking, dat ,,al die ambte naren alleen maar geld kosten," gaat hier niet op. Integendeel, de smokke laars kosten de gemeenschap geld; zij ondermijnen de economie van het land. Dat vergeten maar al te vaak al die zogenaamd „fatsoenlijke" men sen, die een geslaagd smokkelarij tje zulk een sportieve prestatie vinden en een niet-geslaagde poging als een „smerige streek" van de douane brandmerken. [)E SCHITTERENDE BELOFTE van een snel vertrek der Sowjet- troepen uit Duitsland en een Russisch- Duits vredesverdrag, die de vorming van de Oostduitse staat vergezelde, is naar de achtergrond geschoven. Pre mier Otto Grotewohl heeft verklaard, dat het vragen om een vredesverdrag „in de huidige situatie niet realistisch is" en dat hij geen spoedige beëindi ging van de bezetting verwacht. En president Wilhelm Pieck, heeft er bij West-Duitsland op aangedrongen met het Oosten tot overeenstemming te komen. „Slechts op deze wijze," zo be weerde hij, „kan de Duitse eenheid be reikt en een vre desverdrag ver kregen worden". Het schijnt dus, dat Rusland besloten heeft, zulks in tegenstelling met de gegeven belofte, de Duitsers nog wat langer het lok aas der „onafhankelijkheid" voor te houden, in de hoop de Westelijke zo nes tot een vereniging met het Oos ten te bewegen. De gehoorzame communisten van de Oostelijke regering kunnen siechts pretenderen, dat het vooruitzicht van een onmiddellijke bevrijding van de Russische legers niet „realistisch" is, maar hun tegenstanders in het Wes ten zullen moeilijk onder de indruk te brengen zijn van dit nieuwe voorbeeld van Sowjet-tactiek. De krachtige op positie van de socialistische leider Kurt Schumacher tegen elk compro mis met het communistische regiem en premier Konrad Adenauers belofte, de Oostduitse staat nooit te zullen er kennen, zouden het de Russen duide lijk moeten maken, dat hun huidige koers in Duitsland niet bijzonder goed is. Natuurlijk, deze politiek kan steeds moeilijkheden veroorzaken. De Duit sers, die Rusland tegen de Westelijke mogendheden wensen uit te spelen en degenen, die zo door de illusie der souvereiniteit gehypnotiseerd zijn, dat zij er zelfs hun vrijheid voor willen op offeren, zullen ongetwijfeld op Duits- lands verdeeldheid en de tekortkomin gen van het bezettingsstatuut blijven afgeven. Sommigen zullen president Pieck's verzekering, dat het voor Oost en West gemakkelijk moet zijn tot een accoord te komen, aanvaarden. Maar Ruslands nalatigheid, zijn belof ten na te komen, maakt een algehele ommekeer in de opvattingen van het Westen practisch onmogelijk. Er is ten slotte slechts een klein aantal Duitsers, dat bereid is met president Pieck en kanselier Grotewohl schim men na te jagen. Ter gelegenheid van het einde der Ronde Tafel Conferentie bood de am bassadeur van India, dr. Mohan Sinha Metha in het kasteel Oud-Wasse naar een diner aan. Een kijkje aan de hoofdtafel. Op achtergrond van links naar rechts: Merle Cochran; Selden Chapin, de ambassadeur der Ver. Staten; mevr. Hatta; Pierre Dupuy, ambassadeur van Canada; vijfde van rechts mevr. Drees; dr. Mohan Sinha Metha; dr. W. Drees; geheel rechts de Britse ambassadeur Sir Philip Nichols. Op de voorgrond links dr. H. J. van Royen; rechts Anak Agung Gde Agung. Eieren en bacon tegen geheime prijzen (Van onze economische medewerker) Met de haken over de sloot is de Voor-Unie er gekomen. Maar ze is er en dat is een felicitatie waard. Onze invoer uit Belgie is een stuk groter dan onze uitvoer; dat verschil betaalden we in dolars of goud en ge deeltelijk met trekkingsrechten en een Belgisch crediet. Op 1 October hebben we een grote partij Belgische goede ren vrijgegeven, hetgeen tot nog gro tere invoer zal leiden. Met veel over leg is een middel gevonden om ook die extra invoer (van een opvoering van de eigen uitvoer (van 'n opvoering namelijk via extra trekkingsrechten, veel verwacht) te betalen en wel voor- De Belgen waren evenwel nog niet tevreden met die grotere uitvoer naar ons land: zij wilden dat wij nog meer Onschuldig beroep, maar niet iedereen is er voor geschikt HANNOVER, NOV. Uilsluitend verkrijgbaar bi] apothekers, drogisten en de specieelbrenche. 383 Zelfs Duitsland heeft op het ogen blik „taxi-girls"; het zijn werkloze meisjes, kunstenaressen, danseressen of studenten, die in een nachtgelegen heid van Hannover de gasten aange naam bezig nouden, zonder dat dit ontaardt In twijfelachtige genoegens. Naast een salaris van 100 DM per maand ontvangen zij voor iedere dans een coupon van 0.50 DM, die door haar danspartner tevoren bij een kell- ner wordt ingelost. Men moet het niet verkeerd begrij pen; het is in Hannover niet zoals in Shanghai. De „taxigirls" zijn heel de gelijke meisjes, die de hoop koesteren weer eens een baantje te krijgen als steno-typiste, toneelspeelster of arts. Om aan de nachtgelegenheid een mon dain karakter te geven staan hovende deuren opschriften als „Bronx", „Ohio", „Cardinal Car". Binnen, aan de tafels zitten enkele handelsreizigers, een paartje en een eindje verder twee ge zette heren, die kennelijk schik in het leven hebben. Aan de bar staat iemand, die enigszins boven zijn theewater is, een sterk verhaal aan de barkeeper te vertellen. Tussen één en twee uur wordt het in de zaak nog Iets drukker. Aan twee tafeltjes zitten de „taxi- girls", als bij een naaikransje bij el kaar. Op hun japon dragen zij be scheiden strikjes. Deze kentekenen on derscheiden hen van de overige vrou welijke gasten. Zij zitten en wachten, drinken sodawater en taxeren iedere binnenkomende gast naar zijn eventu ele danslust, die in het begin nooit zo PATRICIA WENTWORTH 28 „Kom, meid, word wakker! Er is niets om je overstuur te maken. Ik wil je geen kwaad doen, noch het ver leden weer opgraven. Alles gaat me goed genoeg zoals het gaat. Je zou geen spoor van me gezien hebben als Martin en ik geen zaken hadden te doen. Ik wist dus, dat we elkaar wel zouden ontmoeten en vond het beter, dit onder vier ogen te behandelen". Zelfs het meest zachtaardig schepsel zal vechten als het voelt, dat alles op het spel staat. Linnet Oakley maakte met een plotselinge ruk haar handen vrij. „Waarom ging je weg en liet me in de waan dat je dood was?" „M'n lieve kind, wat een vraag! Ik nam eenvoudig de kans waar. We wa ren juist helemaal aan lager wal im mers. Een van de meest onaangename dingen van een nogal veelbewogen le ven! Met zo voort te gaan. zouden we niets gewonnen hebben...." „Maar je dacht er niet aan, wat met mij zou gebeuren". Gregory Porlock lachte. „Integendeel, beste kind. Ik was er zeker van, dat mijn Linnet een nieuw nestje zou vinden. En dat deed zij.... een veel beter, steviger, vaster nest. Hoe luidt het liedje ook? „Zij is een mooi, mooi vogeltje, In een mooie vergulde kooi". Hij lachte, „O, stel je niet zo aan. Ik weet, dat het hard voor je is, maar 't gaat niet alles zoals wij willen. Prent dat in je hoofd en houd het vast. Zeven jaar geleden was je zeven jaar jonger dan je nu bent en ongeveer tien jaar knap per. Toen ik verdween en jij heel ge voelig aannam, dat ik wel dood zou zijn, was je al heel zeker van het nieuwe nest, waarover ik sprak. Als je nu zo onnozel doet en je tegenwoordi ge heel comfortabele positie verloo chent, weet ik niet wat er van je moet worden. Kijk niet zo angstig, er is geen enkele reden, waarom je niet op de ingeslagen weg zou voortgaan. Je hebt Martin zeker verteld, dat je weduwe was?" Ze begon te schreien en snikte: „Ik dacht het heus, ik dacht, dat je dood was". De dansende ogen lachten in de hare. „Ik vrees, dat die onmenselijke rechtbanken in dit land een certificaat van ovei-lijden verlangen. Natuurlijk hoopte je, dat ik dood was, omdat hel zo uitstekend paste bij je huwelijk met Martin. Maar hier was de wens de vader van de gedachte en ik denk zo, dat een rechtbank daar geen genoegen mee zou nemen. Laat eens zien, hoe lang heb je gehoopt, dat ik gestorven was voordat je met Martin trouwde? Zes maanden? O, negen? Wel, ik had ook niet verwacht, langer betreurd te worden. Maar de wet is zo conventio neel, dat ze 't, naar ik vrees, als biga mie zal beschouwen". Hij vroeg zich af, of hij te ver was gegaan, want nu uitte zij een gil, geen harde gil, daar was zij te angstig voor. Hij veranderde van toon. „Kijk eens, Linnet, je behoeft niet bang voor me te zijn. Ik wil evenmin als jij een onthulling; daarmee zouden mijn zakenplannen niet gediend zijn. Natuurlijk, ik heb niet tegen de wet gehandeld en jij wèl. Maar ik wil mijn plannen niet in de war zien gestuurd en heb dus ook geen reden, om jouw huwelijk in de war te sturen. Je hebt een zoon gekregen, nietwaar?" „OMarty „Goed, goed, niemand denkt eraan hem kwaad te doen. Luister nu eens. Denk je je mond te kunnen houden?" „O, ja erg groot is. Het zijn twaalf jonge vrouwen, die allen dezelfde aanleiding hadden om taxigirl te worden, n.l.: de werkloosheid. Wanneer er geen oorlog gekomen was, zou hun leven evenals dat van vele andere Duitsers, anders verlopen zijn. Daar is b.v. Erna, slank, bruine ogen; zij was een goed gesitueerde huisvrouw in Breslau. Met haar man en twee kinderen zou zij misschien met haar eigen auto naar een dorpje in de bergen gereden zijn om daar het weekend door te brengen. Eén kind heeft zij nog en nu danst zij om geld te verdienen, nadat zij verkoopster, dame van een Engelse huishouding is geweest en maandelijks van een kleine ondersteuning heeft moeten leven. Het blonde meisje, reeds afgestu deerd als arts, is overdag dokters assistente in een ziekenhuis, waar zij een kleine vergoeding ontvangt. Het is niet genoeg om ook nog haar moe der te onderhouden, dus gaat zij 's nachts dansen en verdient daarmede 150 DM. Gertrud daarentegen komt iedere avond uit een 30 km. ver gelegen dorpje. Overdag is zij een dorpsmeisje, iedereen kent haar, maar alleen haar beste vriendin weet, waarom zij 's avonds in de trein naar de hoofdstad stapt. Zij is geboren in Praag. In het dorpje was geen werk voor haar. Dan is er nog een studente in de me dicijnen. Intelligent, rad van tong en levendig. Op dansen is zij dol! Ook is zij gedwongen er geld bij te verdie nen. Misschien blijft zij nog een maand en gaat dan naar een andere baan uit kijken. Anneliese uit Stettin heeft geen vak geleerd. Zij is de dochter uit een beter gesitueerde familie en zou gaan stude ren; haar belangstelling ging uit naar letterkunde. Haar ouders worden ver mist en nu heeft zij een neiging naar het avontuurlijke. Twee „taxigirls" heeft de eigenaar van de nachtgelegenheid moeten ont slaan. Hoewel op iedere tafel een soort „gebruiksaanwijzing" ligt, die de mees ten voor een wijnkaart houden, begrij pen sommige mensen in het vergevor derde nachtelijke uur niet altijd meer de juiste bedoeling van het „taxidan- sen". Alles bij elkaar is het beroep van taxigirl" in Duitsland vrij onschuldig, maar niet iedereen is er voor geschikt. IR u w e huid Ruwe handen Ruwe lippen (Wordt vervolgd) V Gedachten, die ademen, en woorden die branden. (Gray) J Zeventig doden in Saksische uraniummijnen? Ir de Saksische uraniummijnen zou zich volgens het blad „Sociaal Demo krat", nabij Johangeorgenstadt een nieuwe ontploffing hebben voorge daan. Zeventig arbeiders zouden het leven verloren hebben, tengevolge var een ontploffing van een kruitma gazijn veroorzaakt door de nalatigheid .van een Sovjetrussiacha schildwacht. dan de op 1 October gepubliceerde lijst voor invoer zouden vrijgeven. Ten langen leste zijn we voor die eis ge zwicht, doch niet dan nadat Belgie één van zijn principes over boord heeft ge gooid. We mogen namelijk na ge houden overleg een deel van ons tekort betalen met zwakke valuta, zoals Franse francs en Engelse ponden. Dit is iets waar Nederland altijd voor op de bres heeft gestaan. We bezitten, dank zij ons gunstige handelsverkeer met Frankrijk en Engeland, die valuta cn wat is dan meer voor de hand lig gende dan dat wij daarmede zoals vóór 1940 altijd gebeurde onze schuldeisers voldoen? Het kan de in ternationale handel slechts ten goede komen en het is dan ook een goed ding, dat Belgie voor een deel van zijn vorderingen onze eisen heeft aan vaard. Wij zullen nu verder van de Voor- Unie afscheid nemen na de hoop te hebben uitgesproken, dat deze jonge plant voorspoedig zal gedijen en dat de valutaregeling onze verwachtingen niet zal besehamen. Door onze gunstige handel met En- gelan heeft Nederland nogal wat pon den in kas. Het zal een deel van onze lezers, vooral die van het platteland, bekend zijn, dat op grote schaal land bouwproducten naar Engeland ver kocht worden, zowel kaas, boter, eie ren als bacon. Voor deze laatste twee bestaat er zelfs een vierjarig contract, waarvan wel bekend is hoeveel er ge leverd zal worden, doch niet tegen welke prijs; deze wordt n.l. op verzoek van de Engelse regering geheim ge houden. Sinds Mei is onze handel met En geland dan ook zeer actief geworden en wordt er een behoorlijk surplus aan ponden gekweekt. Het opmerke lijke is nu, dat er blijkbaar binnenkort nog meer contracten op lange termijn komen, waarbij waarschijnlijk aan bo ter en kaas zal zijn gedacht. De bedoeling van dit soort contrac ten is om de afnemer en de producent gedurende een aantal jaren van een bepaalde leverantie te verzekeren. In dien de prijzen gunstig zijn. hetgeen niet bekend is. zou dit voor de boer een aantrekkelijk afzetgebied beteke nen. Er is echter bij deze contracten plaats voor het zetten van enkele vraagte kens. Is de kans niet groot, door ons op zulk een wijze vast te leggen aan de Engelse afnemer (volgens de Engel se minister van Landbouw voeren wij vcor ca, f 500 millioen per jaar aan landbouwproducten in) dat wij te wei nig aan andere landen kunnen leve ren, nietegenstaande elders betere prij zen worden gemaakt? En doemt dan, na afloop van zo'n contract, over en kele jaren dus, niet het gevaar op, dat juist die andere markten voor ons ver loren zijn gegaan? Dit zijn vragen die liggen op het ter rein van de landbouwpolitiek. Er is echter ook nog een ander aspect. Te genover die leveranties staat, dat wij natuurlijk moeten kopen. Industriepro ducten. En ook al zou Engeland duur der zijn dan andere landen, zoals West- Duitsland, de consequentie is dat wij moeten blijven afnemen. Onze in dustrie wordt door deze langjarige landbouwcontracten dus automatisch jan Engeland als leverancier gebon den. En tenslotte ligt het in de lijn der verwachting, dat door deze politiek ons pondenpotje eerder zal toenemen dan afnemen. Ook al wil Belgie nu wel zwakke valuta accepteren, dan is het helemaal niet zeker, dat het juist pon den wil hebben, vooral als wij er steeds dikker in komen te zitten. Het wordt tijd, dat onze regering opening van zaken geeft, opdat wij we ten wat precies is afgesproken. Duizend peronen gearresteerd te Buenos Aires Meer dan duizend personen zijn gear resteerd, die een door de communisten georganiseerde vergadering ter her denking van de Russische revolutie bijwoonden. Een vergunning voor de vergadering was geweigerd, omdat de gekozen zaal ongeschikt zou zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1949 | | pagina 3