I
Mensenkennis sterkste wapen van douane
PUROL
Schimmen najagen
Handelscontracten met Engeland
belemmeren handelsverkeer
met andere landen
Ook Duitsland heeft „Taxi-girls
ewogen
week-eind
De regenjas van de man die „nee" zei en de
zwachtels van de dame met de opvallend dikke benen
Ze proberen het op
allerlei manieren
MAANDAG 7 NOVEMBER r949
Smokkelen een economisch kwaad
(Van onze reizende redacteur).
HOEK VAN HOLLAND, October.
J-Ji.T IS STIL OP DE TRIESTE KADE van het spoorwegstation Hoek van
Holland, waar een straffe Zuidwester staat. Een Griekse koopvaarder,
die te Rotterdam gelost en geladen heeft, loopt de Nieuwe Waterweg uit en
kiest zee. In de verte naderen nog twee, drie andere zeeschepen, kenbaar
eau de lichten in de duisternis, want het is avond. Van de andere kant nadert
een passagiersschip: de dagboot uit Harwich. Hier en daar doemen mannen-
in-uniform op: marechaussee, douane, wat Britse militairen (die hier ove
rigens niets hebben te maken, maar zij zijn nu eenmaal overal in de Hoek),
dan walpersoneel van de rederij en kruiers in hun witte kielen. Dit is het
tafereel van elke dag. Elke ochtend en elke avond komt er een boot en gaat
er één weg en daartussen door varen dan nog de troepentransportschepen
heen en weer voor de verbinding van Engeland met de Britse Zone van
Duitsland.
dan ja te moeten zeggen. Het staat
zo kinderachtig voor een volwassen
man, maar u bent nu al in overtre
ding, doordat u verzuimd hebt uit
eigen beweging die jas aan te geven.
Op grond daarvan kan ik haar in be
slag nemen. Bovendien hebt u na
tuurlijk geen invoervergunning. Ik
kan u die vergunning mondeling ver
strekken, maar ik heb ook de be
voegdheid om dat te weigeren. Als u
blijft volhouden, dat u die jas niet in
Engeland hebt gekocht of gekregen
(wat voor ons hetzelfde is) bent u
haar kwijt en u kunt op een flinke
boete rekenen. Ik geef u vijf minuten
de gelegenheid alsnog aangifte te doen.
Dan betaalt u de invoerrechten en u
kunt de jas meenemen, U kunt hier
zolang blijven, ik kom zo meteen..,..,
Nee, u hoeft niet weg te gaan!
Ik heb haar gisteren gekocht in Ox
fordstreet, maar ik dacht, dat
Doet er niet toe, wat u dacht.
Hier is de kwitantie: 12.40 gld.
Meneer betaalt en wil gaan. Juist
komt mevrouw binnen stuiven om te
vragen
Jan, waar blijf je nou? Karei en
ik zijn al lang klaar en wij kunnen
toch bevestigen, dat je die jas al een
half jaar hebt.
Hoe weet u, mevrouw, dat wij het
over die jas hadden?
Merouw is even beduusd.
Kom maar mee, zegt meneer, ik
heb al betaald; tegen die lui kun je
toch niet op.
Even later zegt Karei, de vriend, op
het perron:
Stommerd, je had het handiger
moeten aanpakken, die kerels zijn er
immers om bedrogen te worden?
Dikke benen.
Tja, dat is een veel-verbreide en
funeste opvatting. Douaniers, d.w.z.
ambtenaren van de dienst voor invoer
rechten en accijnzen, zijn er nu een
maal niet om bedrogen te worden
maar om een bepaald soort belastin
gen te innen, die de regering met in
stemming van de volksvertegenwoor
diging heeft vastgesteld. Zij zijn er
ook om deviezensmokkelarij tegen te
gaan. Dat is een groot euvel de laat
ste jaren. Deviezenbepalingen mogen
even onaangenaam zijn als belastin
gen, zij zijn er nu eenmaal.
Dat ondervindt de dame-met-de-
dikke-benen, die het argwaan van een
andere ambtenaar heeft opgewekt. Hij
heeft de dienstdoende visiteuse ge-
Een half uur later ligt het schip
stevig gemeerd en de passagiers ko
men één voor één de loopplank af.
Daar staan zij dan op Nederlandse bo-
dom, sommigen voor het eerst, anderen
voor de zoveelste keer. Men haalt ze
er terstond uit, de mensen, die hier
thuis zijn en nauwkeurig de weg we
ten naar de lokaliteiten, die zij moeten
passeren alvorens zich hier vrij te kun
nen bewegen. Anderen volgen.
Eén is er, die onverschillig omkijkt,
even aarzelt en dan recht naar het
hek toe loopt, dat wijd open staat. Het
is een sjofel gekleed man, die alleen
een oude actetas bij zich heeft. Ver
komt hij niet, want eensklaps treedt
een surveillerende douane-ambtenaar
uit het duister te voorschijn om hem
staande te houden.
Waar gaat u naar toe, meneer?
Naar de bus, ik moet naar Den
Haag.
Is uw bagage gecontroleerd?
Bagage? Dit is alles! Niets van
waarde. Wat valt daaraan te contro
leren?
Dat wilt u misschien wel aan de
dienstdoende ambtenaren ter beoor
deling laten.
Ja, maar
U staat mij wel toe u even te
begeleiden, meneer.
Er zit niets anders op. Zwijgend gaat
hij mee, dwars door de verbouwings-
chaos. Dan staat hjj eensklaps onder
het felle licht van het lokaal, waar de
marechaussee om zijn pas vraagt. Hij
laat hem zien; alles is in orde. Onder
tussen is de ambtenaar even doorge
lopen om zijn chef, de voormanverifi
cateur van de dienst der invoerrechten
en accijnzen het incidentje te rappor
teren. De man wordt dus in de gaten
gehouden.
Schuchter schuifelt hij in zijn scha
mele plunje naar de ring waar een
andere ambtenaar hem opvangt.
Iets aan te geven, meneer?
Neen, niets.
Mag ik uw tas even zien?
Er blijkt alleen het hoognodige in
te zitten, dat een man-op-reis mee
neemt: scheergerei, handdoek, zeep,
kam. Dan vraagt de ambtenaar naar
de pas ter inzage.
Die heb ik al laten zien
Dat weet ik wel, maar toch
Alstublieft.
„Doctor in de theologie," staat er
in. Er volgt een gesprek en dan blijkt
al gauw, dat deze dominee geen smok
kelaar is. De douane heeft zich een
keer in haar taxatie vergist.
Ze worden er uit gepikt.
Dat komt voor, maar meestal ver
gist zij zich niet. Aan elke grenspost
wordt gesmokkeld, maar van de hon
derd mensen, die er de gelegenheid toe
krijgen, missen negentig er de moed
toe. Van de tien overigen zijn er twee
of drie, die er te fatsoenlijk voor zijn.
De zeven of acht overigeneen, zj)
lopen niet allemaal tegen de lamp;
daar is ook de douane van overtuigd.
Maar als zij er een paar uitpikt is het
doorgaans raak. Dank zij een psycho
logisch inzicht en een weergaloze
mensenkennis.
Hebt u iets aan te geven? is de
stereotiepe vraag, die elke in- en uit
gaande reiziger te horen krijgt. Al
leen in Hoek van Holland wordt die
^nag 300.000 maal per jaar gesteld.
zfn v'er antwoorden op moge-
Nee.
Ja.
S weet nlet zeker
ven' a' m°et men ei£enlijk aange-
nnV1','-!-T<-nn'n^' bevestiging, aarzeling,
'«'l-rdaa,! velen hebben
koffer riuchH/r6"- nT® W°rdt "f
f „T ,ntlS doorgekeken, soms ook
nn hJ?r a' 8taat bet kruisje weldra
De r "an 's de zaak in orde.
?n de vrouw echter, die nee
verraden *1 v. 'a 'lad moeten zijn,
II zr'f maar al te vaak.
Liegen valt velen moeilijk, vooral te
genover de overheid,
rrfNe®' zegt de man met de spik
splinternieuwe regenjas aan.
En ?i0 dan? vraagt de amb-
tenaar, dle aIIang gp?jpn hg daf
het een nieuwe is van Engels maak-
Die, oh, die
Weg&ing.
Wil u even meegaan? vraagt dan
de verificateur, die erbij gekomen is.
Even later, onder vier ogen in het
pnvé-kantoor, is de zelfverzekerde
houding verdwenen. De verificateur
pakt zijn loupe, vindt geen enkele be
schadiging, ziet geen enkele vlek,
rinkt „het nieuwe'
zegt:
Kom, kom, meneer, houdt u nou
wï* riet vo1, dat u die jas allang
hebt. Meneer zit te draaien op zijn
stoel. y J
Ik weet wel, zegt de verificateur,
dat het moeilik is om eerst nee en
had ik al, toen ik
aan de jas en
wenkt een douane-ambtenares in
burger die haar meeneemt naar
een cabine. Daar heet het:
Uitkleden, alstublieft.
Maar juffrouw, ik denk er niet
aan.
U zult wel moeten.
En als ik het nu niet doe?
Dan blijft u in arrest tot u van
gedachten verandert.
Maar dan mis ik de trein!
Des te meer reden om op te
schieten.
Nog even een aarzeling. Dan gaat
het hoedje af, de mantel uit. En traag
volgt de rest. Stuk voor stuk zoekt
de visiteuse de kleren door, want ook
zij weet uit ervaring, dat waardevolle
bankbiljetten soms op de vreemdste
plaatsen verborgen worden. Als het
slachtoffer, die met haar goed ook
haar hautaine houding heeft afgelegd,
de kwelling van het onderzoek heeft
doorstaan en al weer naar haar spul
len grijpt, vraagt de visiteuse:
Zoudt u ook die zwachtels van
uw benen willen halen?
-Dat mag ik niet van de dokter!
Ik heb open wonden. Hij heeft mij voor
het vertrek op het hart gedrukt, dat
vooral niet te doen.
Maakt u zich niet ongerust. Ik
ben toevallig verpleegster geweest en
ik zal ze er wel weer vakkundig om
leggen als dat nodig is. Zet uw
rechtervoet maar op mijn knie, ik zal
het zelf wel even doen.
Maar juffrouw
De visiteuse is al bezig. Al spoedig
valt er een papleren Pond Sterling op
de grond en dan nog één en nog één.
Enfin, als de belde benen ontbloot
zijn blijken de wonden en het advies
van de dokter op fantasie te berusten,
ten schuil onder welgeteld 375 bank
biljetten. Een waarde van 400 gulden,
die op de zwarte markt 800 gulden
zou hebben opgeleverd.
Een ontdane vrouw wordt even la
ter naar de verificateur geleid, die
het geld in beslag neemt en proces
verbaal opmaakt. Een maand latei-
staat zij voor de economische rech
ter, die haar een boete van 2000 gulden
oplegt.
Altijd nieuwe trucjes.
Dit is een greep uit honderden staal
tjes, die de douaniers van de Hoek ge
regeld meemaken. Telkens worden
nieuwe trucjes toegepast om hen om
de tuin te leiden, maar hun ervaring
is altijd groter dan die der amateur
smokkelaars. En zij staan sterker. 0>
zeker, zij weten, dat zij niet alles ach
terhalen, maar in de eerste plaats
gaat er een sterke preventieve wer
king van hun aanwezigheid uit, die
weliswaar niet in geld kan worden
uitgedrukt, maar bovendien innen zij
zoveel, dat de sectie „selfsupporting"
is. De opmerking, dat ,,al die ambte
naren alleen maar geld kosten," gaat
hier niet op. Integendeel, de smokke
laars kosten de gemeenschap geld;
zij ondermijnen de economie van het
land. Dat vergeten maar al te vaak
al die zogenaamd „fatsoenlijke" men
sen, die een geslaagd smokkelarij tje
zulk een sportieve prestatie vinden en
een niet-geslaagde poging als een
„smerige streek" van de douane
brandmerken.
[)E SCHITTERENDE BELOFTE
van een snel vertrek der Sowjet-
troepen uit Duitsland en een Russisch-
Duits vredesverdrag, die de vorming
van de Oostduitse staat vergezelde, is
naar de achtergrond geschoven. Pre
mier Otto Grotewohl heeft verklaard,
dat het vragen om een vredesverdrag
„in de huidige situatie niet realistisch
is" en dat hij geen spoedige beëindi
ging van de bezetting verwacht. En
president Wilhelm Pieck, heeft er bij
West-Duitsland op aangedrongen met
het Oosten tot overeenstemming te
komen. „Slechts op
deze wijze," zo be
weerde hij, „kan de
Duitse eenheid be
reikt en een vre
desverdrag ver
kregen worden".
Het schijnt dus,
dat Rusland besloten heeft, zulks in
tegenstelling met de gegeven belofte,
de Duitsers nog wat langer het lok
aas der „onafhankelijkheid" voor te
houden, in de hoop de Westelijke zo
nes tot een vereniging met het Oos
ten te bewegen.
De gehoorzame communisten van de
Oostelijke regering kunnen siechts
pretenderen, dat het vooruitzicht van
een onmiddellijke bevrijding van de
Russische legers niet „realistisch" is,
maar hun tegenstanders in het Wes
ten zullen moeilijk onder de indruk te
brengen zijn van dit nieuwe voorbeeld
van Sowjet-tactiek. De krachtige op
positie van de socialistische leider
Kurt Schumacher tegen elk compro
mis met het communistische regiem
en premier Konrad Adenauers belofte,
de Oostduitse staat nooit te zullen er
kennen, zouden het de Russen duide
lijk moeten maken, dat hun huidige
koers in Duitsland niet bijzonder goed
is.
Natuurlijk, deze politiek kan steeds
moeilijkheden veroorzaken. De Duit
sers, die Rusland tegen de Westelijke
mogendheden wensen uit te spelen en
degenen, die zo door de illusie der
souvereiniteit gehypnotiseerd zijn, dat
zij er zelfs hun vrijheid voor willen op
offeren, zullen ongetwijfeld op Duits-
lands verdeeldheid en de tekortkomin
gen van het bezettingsstatuut blijven
afgeven. Sommigen zullen president
Pieck's verzekering, dat het voor
Oost en West gemakkelijk moet zijn
tot een accoord te komen, aanvaarden.
Maar Ruslands nalatigheid, zijn belof
ten na te komen, maakt een algehele
ommekeer in de opvattingen van het
Westen practisch onmogelijk. Er is
ten slotte slechts een klein aantal
Duitsers, dat bereid is met president
Pieck en kanselier Grotewohl schim
men na te jagen.
Ter gelegenheid van het einde der Ronde Tafel Conferentie bood de am
bassadeur van India, dr. Mohan Sinha Metha in het kasteel Oud-Wasse
naar een diner aan. Een kijkje aan de hoofdtafel. Op achtergrond van links
naar rechts: Merle Cochran; Selden Chapin, de ambassadeur der Ver.
Staten; mevr. Hatta; Pierre Dupuy, ambassadeur van Canada; vijfde van
rechts mevr. Drees; dr. Mohan Sinha Metha; dr. W. Drees; geheel rechts
de Britse ambassadeur Sir Philip Nichols. Op de voorgrond links dr. H.
J. van Royen; rechts Anak Agung Gde Agung.
Eieren en bacon tegen
geheime prijzen
(Van onze economische medewerker)
Met de haken over de sloot is de
Voor-Unie er gekomen. Maar ze is er
en dat is een felicitatie waard.
Onze invoer uit Belgie is een stuk
groter dan onze uitvoer; dat verschil
betaalden we in dolars of goud en ge
deeltelijk met trekkingsrechten en een
Belgisch crediet. Op 1 October hebben
we een grote partij Belgische goede
ren vrijgegeven, hetgeen tot nog gro
tere invoer zal leiden. Met veel over
leg is een middel gevonden om ook
die extra invoer (van een opvoering
van de eigen uitvoer (van 'n opvoering
namelijk via extra trekkingsrechten,
veel verwacht) te betalen en wel voor-
De Belgen waren evenwel nog niet
tevreden met die grotere uitvoer naar
ons land: zij wilden dat wij nog meer
Onschuldig beroep, maar niet iedereen is er voor geschikt
HANNOVER, NOV.
Uilsluitend verkrijgbaar bi] apothekers, drogisten en de specieelbrenche.
383
Zelfs Duitsland heeft op het ogen
blik „taxi-girls"; het zijn werkloze
meisjes, kunstenaressen, danseressen
of studenten, die in een nachtgelegen
heid van Hannover de gasten aange
naam bezig nouden, zonder dat dit
ontaardt In twijfelachtige genoegens.
Naast een salaris van 100 DM per
maand ontvangen zij voor iedere dans
een coupon van 0.50 DM, die door
haar danspartner tevoren bij een kell-
ner wordt ingelost.
Men moet het niet verkeerd begrij
pen; het is in Hannover niet zoals in
Shanghai. De „taxigirls" zijn heel de
gelijke meisjes, die de hoop koesteren
weer eens een baantje te krijgen als
steno-typiste, toneelspeelster of arts.
Om aan de nachtgelegenheid een mon
dain karakter te geven staan hovende
deuren opschriften als „Bronx", „Ohio",
„Cardinal Car". Binnen, aan de tafels
zitten enkele handelsreizigers, een
paartje en een eindje verder twee ge
zette heren, die kennelijk schik in het
leven hebben. Aan de bar staat iemand,
die enigszins boven zijn theewater is,
een sterk verhaal aan de barkeeper
te vertellen. Tussen één en twee uur
wordt het in de zaak nog Iets drukker.
Aan twee tafeltjes zitten de „taxi-
girls", als bij een naaikransje bij el
kaar. Op hun japon dragen zij be
scheiden strikjes. Deze kentekenen on
derscheiden hen van de overige vrou
welijke gasten. Zij zitten en wachten,
drinken sodawater en taxeren iedere
binnenkomende gast naar zijn eventu
ele danslust, die in het begin nooit zo
PATRICIA
WENTWORTH
28
„Kom, meid, word wakker! Er is
niets om je overstuur te maken. Ik
wil je geen kwaad doen, noch het ver
leden weer opgraven. Alles gaat me
goed genoeg zoals het gaat. Je zou
geen spoor van me gezien hebben als
Martin en ik geen zaken hadden te
doen. Ik wist dus, dat we elkaar wel
zouden ontmoeten en vond het beter,
dit onder vier ogen te behandelen".
Zelfs het meest zachtaardig schepsel
zal vechten als het voelt, dat alles op
het spel staat. Linnet Oakley maakte
met een plotselinge ruk haar handen
vrij.
„Waarom ging je weg en liet me in
de waan dat je dood was?"
„M'n lieve kind, wat een vraag! Ik
nam eenvoudig de kans waar. We wa
ren juist helemaal aan lager wal im
mers. Een van de meest onaangename
dingen van een nogal veelbewogen le
ven! Met zo voort te gaan. zouden we
niets gewonnen hebben...."
„Maar je dacht er niet aan, wat met
mij zou gebeuren".
Gregory Porlock lachte.
„Integendeel, beste kind. Ik was er
zeker van, dat mijn Linnet een nieuw
nestje zou vinden. En dat deed zij....
een veel beter, steviger, vaster nest.
Hoe luidt het liedje ook?
„Zij is een mooi, mooi vogeltje,
In een mooie vergulde kooi".
Hij lachte,
„O, stel je niet zo aan. Ik weet, dat
het hard voor je is, maar 't gaat niet
alles zoals wij willen. Prent dat in je
hoofd en houd het vast. Zeven jaar
geleden was je zeven jaar jonger dan
je nu bent en ongeveer tien jaar knap
per. Toen ik verdween en jij heel ge
voelig aannam, dat ik wel dood zou
zijn, was je al heel zeker van het
nieuwe nest, waarover ik sprak. Als je
nu zo onnozel doet en je tegenwoordi
ge heel comfortabele positie verloo
chent, weet ik niet wat er van je moet
worden. Kijk niet zo angstig, er is geen
enkele reden, waarom je niet op de
ingeslagen weg zou voortgaan. Je hebt
Martin zeker verteld, dat je weduwe
was?"
Ze begon te schreien en snikte: „Ik
dacht het heus, ik dacht, dat je dood
was".
De dansende ogen lachten in de
hare.
„Ik vrees, dat die onmenselijke
rechtbanken in dit land een certificaat
van ovei-lijden verlangen. Natuurlijk
hoopte je, dat ik dood was, omdat hel
zo uitstekend paste bij je huwelijk met
Martin. Maar hier was de wens de
vader van de gedachte en ik denk zo,
dat een rechtbank daar geen genoegen
mee zou nemen. Laat eens zien, hoe
lang heb je gehoopt, dat ik gestorven
was voordat je met Martin trouwde?
Zes maanden? O, negen? Wel, ik had
ook niet verwacht, langer betreurd te
worden. Maar de wet is zo conventio
neel, dat ze 't, naar ik vrees, als biga
mie zal beschouwen".
Hij vroeg zich af, of hij te ver was
gegaan, want nu uitte zij een gil, geen
harde gil, daar was zij te angstig voor.
Hij veranderde van toon.
„Kijk eens, Linnet, je behoeft niet
bang voor me te zijn. Ik wil evenmin
als jij een onthulling; daarmee zouden
mijn zakenplannen niet gediend zijn.
Natuurlijk, ik heb niet tegen de wet
gehandeld en jij wèl. Maar ik wil mijn
plannen niet in de war zien gestuurd
en heb dus ook geen reden, om jouw
huwelijk in de war te sturen. Je hebt
een zoon gekregen, nietwaar?"
„OMarty
„Goed, goed, niemand denkt eraan
hem kwaad te doen. Luister nu eens.
Denk je je mond te kunnen houden?"
„O, ja
erg groot is. Het zijn twaalf jonge
vrouwen, die allen dezelfde aanleiding
hadden om taxigirl te worden, n.l.:
de werkloosheid. Wanneer er geen
oorlog gekomen was, zou hun leven
evenals dat van vele andere Duitsers,
anders verlopen zijn.
Daar is b.v. Erna, slank, bruine
ogen; zij was een goed gesitueerde
huisvrouw in Breslau. Met haar man
en twee kinderen zou zij misschien
met haar eigen auto naar een dorpje
in de bergen gereden zijn om daar het
weekend door te brengen. Eén kind
heeft zij nog en nu danst zij om geld
te verdienen, nadat zij verkoopster,
dame van een Engelse huishouding is
geweest en maandelijks van een kleine
ondersteuning heeft moeten leven.
Het blonde meisje, reeds afgestu
deerd als arts, is overdag dokters
assistente in een ziekenhuis, waar zij
een kleine vergoeding ontvangt. Het
is niet genoeg om ook nog haar moe
der te onderhouden, dus gaat zij 's
nachts dansen en verdient daarmede
150 DM.
Gertrud daarentegen komt iedere
avond uit een 30 km. ver gelegen
dorpje. Overdag is zij een dorpsmeisje,
iedereen kent haar, maar alleen haar
beste vriendin weet, waarom zij 's
avonds in de trein naar de hoofdstad
stapt. Zij is geboren in Praag. In het
dorpje was geen werk voor haar.
Dan is er nog een studente in de me
dicijnen. Intelligent, rad van tong en
levendig. Op dansen is zij dol! Ook is
zij gedwongen er geld bij te verdie
nen. Misschien blijft zij nog een maand
en gaat dan naar een andere baan uit
kijken.
Anneliese uit Stettin heeft geen vak
geleerd. Zij is de dochter uit een beter
gesitueerde familie en zou gaan stude
ren; haar belangstelling ging uit naar
letterkunde. Haar ouders worden ver
mist en nu heeft zij een neiging naar
het avontuurlijke.
Twee „taxigirls" heeft de eigenaar
van de nachtgelegenheid moeten ont
slaan. Hoewel op iedere tafel een soort
„gebruiksaanwijzing" ligt, die de mees
ten voor een wijnkaart houden, begrij
pen sommige mensen in het vergevor
derde nachtelijke uur niet altijd meer
de juiste bedoeling van het „taxidan-
sen". Alles bij elkaar is het beroep van
taxigirl" in Duitsland vrij onschuldig,
maar niet iedereen is er voor geschikt.
IR u w e huid
Ruwe handen
Ruwe lippen
(Wordt vervolgd)
V
Gedachten, die ademen, en
woorden die branden. (Gray)
J
Zeventig doden in
Saksische uraniummijnen?
Ir de Saksische uraniummijnen zou
zich volgens het blad „Sociaal Demo
krat", nabij Johangeorgenstadt een
nieuwe ontploffing hebben voorge
daan. Zeventig arbeiders zouden het
leven verloren hebben, tengevolge
var een ontploffing van een kruitma
gazijn veroorzaakt door de nalatigheid
.van een Sovjetrussiacha schildwacht.
dan de op 1 October gepubliceerde
lijst voor invoer zouden vrijgeven. Ten
langen leste zijn we voor die eis ge
zwicht, doch niet dan nadat Belgie één
van zijn principes over boord heeft ge
gooid. We mogen namelijk na ge
houden overleg een deel van ons
tekort betalen met zwakke valuta, zoals
Franse francs en Engelse ponden.
Dit is iets waar Nederland altijd voor
op de bres heeft gestaan. We bezitten,
dank zij ons gunstige handelsverkeer
met Frankrijk en Engeland, die valuta
cn wat is dan meer voor de hand lig
gende dan dat wij daarmede zoals
vóór 1940 altijd gebeurde onze
schuldeisers voldoen? Het kan de in
ternationale handel slechts ten goede
komen en het is dan ook een goed
ding, dat Belgie voor een deel van
zijn vorderingen onze eisen heeft aan
vaard.
Wij zullen nu verder van de Voor-
Unie afscheid nemen na de hoop te
hebben uitgesproken, dat deze jonge
plant voorspoedig zal gedijen en dat
de valutaregeling onze verwachtingen
niet zal besehamen.
Door onze gunstige handel met En-
gelan heeft Nederland nogal wat pon
den in kas. Het zal een deel van onze
lezers, vooral die van het platteland,
bekend zijn, dat op grote schaal land
bouwproducten naar Engeland ver
kocht worden, zowel kaas, boter, eie
ren als bacon. Voor deze laatste twee
bestaat er zelfs een vierjarig contract,
waarvan wel bekend is hoeveel er ge
leverd zal worden, doch niet tegen
welke prijs; deze wordt n.l. op verzoek
van de Engelse regering geheim ge
houden.
Sinds Mei is onze handel met En
geland dan ook zeer actief geworden
en wordt er een behoorlijk surplus
aan ponden gekweekt. Het opmerke
lijke is nu, dat er blijkbaar binnenkort
nog meer contracten op lange termijn
komen, waarbij waarschijnlijk aan bo
ter en kaas zal zijn gedacht.
De bedoeling van dit soort contrac
ten is om de afnemer en de producent
gedurende een aantal jaren van een
bepaalde leverantie te verzekeren. In
dien de prijzen gunstig zijn. hetgeen
niet bekend is. zou dit voor de boer
een aantrekkelijk afzetgebied beteke
nen.
Er is echter bij deze contracten plaats
voor het zetten van enkele vraagte
kens. Is de kans niet groot, door ons
op zulk een wijze vast te leggen aan
de Engelse afnemer (volgens de Engel
se minister van Landbouw voeren wij
vcor ca, f 500 millioen per jaar aan
landbouwproducten in) dat wij te wei
nig aan andere landen kunnen leve
ren, nietegenstaande elders betere prij
zen worden gemaakt? En doemt dan,
na afloop van zo'n contract, over en
kele jaren dus, niet het gevaar op, dat
juist die andere markten voor ons ver
loren zijn gegaan?
Dit zijn vragen die liggen op het ter
rein van de landbouwpolitiek. Er is
echter ook nog een ander aspect. Te
genover die leveranties staat, dat wij
natuurlijk moeten kopen. Industriepro
ducten. En ook al zou Engeland duur
der zijn dan andere landen, zoals West-
Duitsland, de consequentie is dat wij
moeten blijven afnemen. Onze in
dustrie wordt door deze langjarige
landbouwcontracten dus automatisch
jan Engeland als leverancier gebon
den.
En tenslotte ligt het in de lijn der
verwachting, dat door deze politiek ons
pondenpotje eerder zal toenemen dan
afnemen. Ook al wil Belgie nu wel
zwakke valuta accepteren, dan is het
helemaal niet zeker, dat het juist pon
den wil hebben, vooral als wij er steeds
dikker in komen te zitten.
Het wordt tijd, dat onze regering
opening van zaken geeft, opdat wij we
ten wat precies is afgesproken.
Duizend peronen gearresteerd
te Buenos Aires
Meer dan duizend personen zijn gear
resteerd, die een door de communisten
georganiseerde vergadering ter her
denking van de Russische revolutie
bijwoonden. Een vergunning voor de
vergadering was geweigerd, omdat de
gekozen zaal ongeschikt zou zijn.