Laboratorium van het Recht
Waar gaan wij
heen?
fOct
Vijf jaar Bijzondere Rechtspleging
Van wonden die heelden en van
wraak die riep
Rechters in toga en
colbert
Mr dr K. W. P Klaassen
Voor ideale reiniging van
elk kunstgebitook plastic 1
RESA - HILVERSUM
Het Radioprogramma
VI
HUWELIJK
X
Oe grootste en de béste!
JN MAART 1945 werd het Paleis van Justitie te 's-Gravenhage gebombardeerd.
het brandde geheel af en later heeft men de resten van de muren neergehaald.
Nu, na vijf jaar, staat er nog geen steen van een nieuw Paleis van Justitie, ter
wijl er zelfs nog geen ontwerp voor een nieuw gebouw schijnt te zijn.Als men
er dan in meer dan vijf jaar niet in geslaagd is een nieuw gebouw van steen
op te trekken, zou men er dan wel in geslaagd kunnen zijn van geestelijk ma
teriaal een bouwwerk te scheppen, dat de bijzondere rechtspleging kan symbo
liseren?
JJEZE BEELDSPRAAK valt ons in als
we terugblikken op vijf jaar van
bijzondere rechtspleging. Ze wil een
ter nog niet dadelijk een verwijt in
houden. Nederland had in meer dan
honderd jaar geen oorlog gehad. Het
Nederlandse volk was aan de geest
van oorlog ontwend. Het Nederlandse
volk had dus ook in geen honderd jaar
oorlogsmisdadigers en collaborateurs to
berechten gehad. De rechters hadden
in die eeuw een gaaf plan uitgestip
peld, hoe de misdadigheid te bestrij
den en te voorkomen; buiten dit plan
behoefden zij niet te treden. En de
massa voelde zich gerust en be
schermd door rechters, die hun vak
verstonden Toen kwamen de Duitsers
de vrede en de rust verstoren. Alleen
al door hun brutale inval kwetsten zij
het rechtsgevoel van de massa en toen
zii in de jaren der bezetting steeds
meer die methoden doorvoerden, die
hen ten slotte zo gehaat gemaakt heb
ben, werd het rechtsgevoel van de Ne
derlandse burger één open wond. Een
wond, die na de bevrijding om gene
zing vroeg en bij velen ook om wraak.
DE ROES
QENEZING, een natuurlijke drang.
Wraak, een snel oplaaiende en vaak
Door
even snel dovende gevoelsuiting. Met
deze twee aanknopingspunten startte
de bijzondere rechtspleging. Hét was
een roes aanvankelijk. Men arresteerde
links en rechts. Men zette achter prik
keldraad al wie men verdacht en er
ontstonden duizenden en duizenden
dossiers. Nederland telde nog meer
politieke delinquenten en men maakte
meer dossiers op dan het Nederlandse
leger vóór de oorlog aan manschap
pen telde.
Zij hebben het niet allen even ge-
gemakkelijk gehad, de arrestanten in
de detentiekampen. Vóór de genezing
van de in het rechtsbesef geslagen
wonden kwam in de vorm van een ge
ordende berechting werd er, helaas te
vaak. om wraak geroepen. Door de ou-
blicaties van eind vorig jaar van de
uit de cellenbarakken te Scheveningen
t smokkelde brochure over de mis-
h-mdelingen in de detentiekampen, is
éAn en ander in onderzoek gekomen.
V;'f jaar na de bevrijding kunnen wij
ons dit alles al moeilijk meer voorstei
len: Ereens in Zeeland was een jonge
vrouw gearresteerd, die enkele dagen
na haar arrestatie beviel van een twee
ling; een jonge bewaker, die meende,
dat zü desondanks zou vluchten, heeft
voor het raam van de kraamkamer le
he'e bevalling staan aanschouwen. Er
liet een brief voor ons van een poli
tieke delinquent, waarin staat: „Men
heeft mij al mijn kiezen en tanden, op
9 stuks na. uit mijn mond geslagen.
Honger en dorst laten lijden Tegen
een muur gezet met een executiepeloton
ervoor, geblinddoekt en „vuur" gecom
mandeerd. Vpor de aardigheid. Ik
moest 14 uur miin urine e.d. ophouden.
Ik liep 8 maanden, waaronder 3 win
termaanden. op blote voeten, gekleed
in een gescheurd broekje, in een cel
van 's morgens 4 uur tot 's avonds 8
uur In de winternacht (tweemaal)
pookt (3 uur) op een plein staan te
B'auw-Kanel Doch ik doe hier geen
aan«ifte van. want ik besef donders
goed wat de oorlog over ons land
brarM en hoe diep de haat tegen ons
moest zijn...."
ORDE NA CHAOS
ÏJJTWASSEN, dit alles, dje niet passen
bij een geordende berechting. Wel
nu. de geordende berechting kwam met
een experiment. De politieke delin
quenten we-den het proefkonijn voor
iets geheel nieuws in de Nederlandse
rchtsnraak: berechting door leken.
De T.omJonre regmdng, die de tribu-
naien in het leven had geroeoen. stond
al even onwennig tegenover deze le-
kenrechtspraak als de latere uitvoer
ders van het tribunaalbesluit. Als
Voo-'itter van een tribunaal hebben
we dan ook nooit anders gezien dan
een jurist. Naast die jurist twee, meest
al met zero gekozen, particulieren en
hoven de tribunalen nog een lichaam,
dat a'le tHbunaaluitsoraken nog zou
mo"*en testen aan redeliikheid, billijk
heid en juridische tuistheid. met een
geheimzinnig woord aangeduid mot
„Hoge autoriteit". De tribunaalrecht-
sara-k was dus maar voor een cfeel in
handen van leken en we mogen hier
over misschien toch niet rouwig ziin.
Zou md-r. die 71'cb beschikbaar stelde
om deel uit te maken van een tribu
naal in serneaiae steden had men
moeite om daar voldoende „liefheb
bers" voor te vinden! zich voldoende
k-mnon onttrekken aan elk sentiment,
dat nog in hem moest zijn, hetzij nog
uit de bezettingstijd, hetzij uit de be-
vrijdingsroes? Maar er was ook een
groot voordeel. De tribunalen werkten
niet met rechters, wier vak het is te
veroordelen en die in de loop der jaren
eraan gewend zijn geraakt straffen op
te leggen, maar met mensen zo uit het
leven.
MISDAAD EN MISDAAD
Wij hebben de tribunalen zien tasten
naar de juiste maatstaven bij de be
oordeling van duizenden en duizenden
gevallen en gevalletjes. Wat was de
misdaad van een brood-NSB'er, die Jjd
van de partij was geweest, lid van Chn
paar nevenorganisaties, door zijn lid
maatschap een onbenullig baantje er
gens gekregen had, dat hij tevoren
nooit had kunnen bemachtigen? Wat
was de misdaad van de vrouw, die be
gunstigend lid van de Germaanse SS
was geworden omdat haar man het
was, en die de buurt was ingegaan met
de bus van Winterhulp? Natuurlijk
hadden zij aan de verkeerde kant ge
staan, al hadden sommigen dat niet
eens zo begrepen, maar hoe zouden zij
hun fouten moeten boeten?
Er kwamen ernstiger gevallen voor
de tribunalen terecht te staan. WA-
mannen, die lustig hadden meegedaan
aan relletjes. Al of niet werkloze za
kenlui, die reeds in crisistijd in de
N.S.B. wat gezien hadden, en zich nu
door de Duitsers lieten benoemen tot
Verwalter van een zaak, waaruit de
Joodse eigenaar verdreven was. Som
mige Verwalters deden hun werk cor
rect, anderen liquideerden zo'n zaak
op unfaire wijze
TWEE MATEN?
rtOCH LATEN WE de duizend-en-
één gevallen niet opsommen. Er
werd een strafmaat voor gevonden,
die pér lag beneden de maatstaven
van een „bijltjesdag" en die toch voor
velen hard is aangekomen. Want vóór
de oorlog moest men een royale in
braak begaan hebben om twee jaar in
de gevangenis te komen of abortus
gepleegd hebben met dodelijke afloop
om een jaar te moeten brommen, maar
wie een jaar of wat als politieke
delinquent gezeten heeft, is in ieder
geval nog te rangschikken onder de
„lichte gevallen".
DES DOODS SCHULDIG
OOK BIJ DE Bijzondere Gerechtsho
ven tastte men in het begin naar de
juiste strafmaat. Drie rechtsgeleerde
raadsheren en twee militaire rechters
stonden aanvankelijk voor de taak het
nieuwe strafstelsel, dat te Londen ont
staan was en opgesteld door mensen,
die de Duitse bezetting niet van nabij
hadden meegemaakt, toe te passen. Men
moest ook de doodstraf leren hanteren,
die na meer dan vijftig jaar weer in de
Nederlandse strafwet ingevoerd was.
Doodstraf voor treden in vreemde
krijgsdienst, voor hulpverlening aan de
vijand en soortgelijke misdrijven.
Vroeg in de herfst van 1945 werd
reeds het eerste doodvonnis geveld. Het
betrof een landwachter, die volgens de
maatstaven van een paar jaar later een
jaar of tien gekregen zou hebben. De
man zit nog, maar komt binnenkort
vrij. Nog een doodvonnis viel: wegens
het verraad van twee Joden, die niet
uit Duitsland zijn teruggekeerd. Later
hebben we minder zware vonnissen ge
zien voor mensen, die wel een paar
honderd Joden hebben helpen arreste
ren. Als eersten werden Blokzijl en
Mussert geëxecuteerd. Musserts gratie
verzoek werd juist afgewezen in de
eerste bevrijdingsherdenking.
Verkeerd geleid idealisme of waarlijk
landverraad? Men is de berechting be
gonnen met het plan om elk geval op
een goudschaaltje af te wegen. Maar er
waren te veel dossiers en er kwamen
onberekenbaar veel verontschuldigin
gen van de zijde der verdachten. Uit
al deze verontschuldigingen, hebben de
oordeelvellers, misschien onbewust,
achter al die politieke delinquenten
een achtergrond zien geweven worden,
welke hun oordeel vaak wat milder
kon stemmen. Jeugdgevallen werden
bekeken vanuit hun huiselijke kring.
Werkloze chauffeurs kwamen via het
Gewestelijke Arbeidsbureau vaak te
recht op een Duitse vrachtauto. Vrij
willig of gedwongen? De grens is vaak
moeilijk te trekken, ook die van de
straf, al was de vijand hulp verleend.
SS-ers, die althans zoveel (verkeerde)
overtuiging hadden, dat zij voor die
overtuiging hun leven wilden wagen,
moesten berecht worden, duizenden.
Het merendeel kreeg een middelzware
straf, behalve zij die ook in het Neder
landse leger gediend hadden
N.S.K.K.-chauffeurs, jonge en oudere
SS-ers, vurige propagandisten en volg
zame slachtoffers van hun propaganda,
mislukte jongelui, huisvaders die op
standig geworden waren tegen het eco
nomisch bestel van vóór 1940, het
werden voor de Bijzondere Gerechts
hoven clichégevallen, die best afge
daan konden worden door een alleen
sprekende raadsheer.
1001 GEVALLEN
\P DE GROENE tafels der Bijzon
dere Gerechtshoven is heel wat el
lende en vuiligheid uitgestald, die in
de bezettingsjaren naar buiten toe nog
niet eens Zo duidelijk gebleken was.
Hoe veel verraders heeft men niet in
de kraag gepakt om zich te verant
woorden? Ook hier weer gevallen van
weinig betekenis en gevallen van 'ver
schrikkelijke omvang. Een juffrouw,
die naar de Duitse politie liep, omdat
haar buurvrouw haar had uitgeschol
den. Een meisje, dat de Arbeidsbeurs
opbelde, nadat haar verloofde de ring
had teruggegeven. Maar ook de V-man
van d%S.D„ die zich binnendrong in
een illegale beweging om deze te doen
liïïmm
Willy Lages, de schrik van Am
sterdam, hoort de doodstraf eisen.
oprollen. Dan de V-lieden, die een
tientje ontvingen voor elke Jood, die
zij bij de Duitsers aanbrachten, en
verder zij, die in opdracht van de Duit
sers zwarte handelaars in de val lok
ten. Met dit laatste voorbeeld raken
we nog een teer punt, want ook de'
Nederlandse justitie streed in de be
zettingsjaren tegen de zwarte hande
laren en de clandestiene slachters en
er bestond zelfs, wat dit punt betreft,
een bepaalde samenwerking tussen
Nederlandse en Duitse politie-instan-
ties.
Zouden we een grafische voorstelling
willen maken van de door de verschil
lende Bijzondere Gerechtshoven uitge
sproken straffen voor ongeveer dezelf
de feiten over de eerste jaren van de
bijzondere rechtspleging, dan zou de
lijn weerbarstig dansen. De eenheid in
de straftoemeting is pas gekomen, toen
zich, vooral ook dank zij het grote
rechtsbewustzijn van de Bijzondere
Raad van Cassatie, een duidelijk straf-
gemiddelde voor elk vergrijp was gaan
aftekenen. Statistieken hadden het al
geleerd: het ene Hof strafte veel zwaar"
der dan het andere. Waar zulk een kloof
overbrugd diende te worden, werd zij
overbrugd. Een in marmer gehouwen
en met goud geschilderde spreuk in de
grote zaal van de Hoge Raad houdt
het elke aanwezige altijd weer voor:
Waar wat rechtvaardig is ontbreekt,
begint de strijd. Zo in het dagelijkse
leven; zo in het internationale gebeu
ren, vroeger, in 1940 en ook nu; zo ook
in de rechtspraak.
EEN INTERESSANTE PROEF
NEMING.
JJET IS EEN interessante proefneming
geweest, de bijzondere rechtspleging.
De Tribunalen waren een stap naar de
volksrechtspraak, de Hoven en Bijzon
dere Raad werkte (n) deels met niet-
juristen maar militaire deskundigen.
Dat waren de nieuwe snufjes van de
uit Londen meegebrachte nieuwe straf
wetten. De nouveauté's hebben de ver
wachtingen niet beschaamd, maar nu de
Tribunalen er niet meer zijn en men
achter de groene tafels van de aanvan
kelijke Bijzondere Gerechtshoven nog
alleen maar toga's ziet en geen unifor
men meer, is het net of er niets ver
anderd is, alsof men zich wel heel ge
makkelijk weer heeft aangepast aan de
traditionele rechtspraktijk. En toch
Toch heeft de bijzondere rechtsple
ging ons over vraagstukken doen den
ken, waar we vroeger niet bij stil ston
den. Ze heeft ons ook leren inzien dat
minder in het leven axioma is dan we
dachten. Zo is bevel niet meer bevel.
De Duitser, die op nadrukkelijk bevel
van zijn meerdere een illegaal dood
schiet, krijgt levenslang. De politie
man, die het bevel uitvoert om Joden
op te halen, handelt verkeerd. En niet
elk ambtelijk voorschrift en wettelijke
regeling behoefde neen, mocht niet
worden uitgevoerd. Al deze onzeker
heden, aan de oppervlakte gebracht
door de bijzondere rechtspleging en
vastgelegd in duizenden sententies,
hadden helaas hun weerslag reeds ge
had op het zich herstellende burger
lijke leven. Die weerslag hebben we
gezien bij de gewone rechtbanken,
waar wet wél steeds wet is geweest
en het vraagstuk van het ambtelijke
bevel niet een brokje hersengym
nastiek is tegen tie achtergrond van
geschreven en ongeschreven interna
tionaal recht.
GERUST.
gOMMIGEN hebben de spot gedreven
met de bijzondere rechtspleging en
gezegd, dat ze bijzonder is omdat ze
bijzonder is. Anderen hebben in de bij"
zondere rechtspleging geestelijke rust
gevonden, omdat zij zich verenigden
met de opgelegde straffen. Weer ande
ren hebben telkens weer ontevreden de
publieke tribune Verlaten of hun krant
neergesmeten als een vonnis niet streng
genoeg naar hun zin was uitgevallen.
De tweede categorie is ongetwijfeld de
grootste en deze bevat ook degenen, die
hebben ingezien dat geen advocaat zijn
(vaderlandse) plicht verzaakte als hij
de strafzaak van een politieke delin-
liuent behandelde gelijk zijn andere
strafzaken. In zoverre is dus de bijzon
dere rechtspleging bevredigend verlo
pen. Krasse uitzonderingen daargelaten
heeft de massa de wonden in het ver
stoorde rechtsbewustzijn geheeld ge
voeld. In de rechtszaal is het als in de
schouwburg, spelers en publiek moeten
elkaar aanvoelen, begrijpen.
Vijf jaar geleden sprak men over po
litieke delinquenten. Een paar jaar later
had men het over „p.d's". Waar „men"
voelt dat veel vergolden is maar nooit
alles vergolden kan worden, zal waar
schijnlijk ook de titel „p.d." verwateren.
Mettertijd vergeet men ook de bijzonde
re rechtspleging. Behalve zij, die heb
ben meegewerkt aan dit tijdelijke bouw
werk, want niets boeit de mens zo als
het afwegen van goed en kwaad, in het
klein en in het groot.
Tast de natuurlijke kleur van Lu>
kunstgebit niet aan!
»#OOENTA AMERSFOORT
grote flacon bwgd
met maatdop
L 0.85
MP 395
Geslaafd dank zij
(Bekende Schriftelijke Cursus)
Vraagt ons prospectus: Middenstands
diploma, Algem. Ontwikkeling. Engels
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM I, 402 m. - Nieuwsberichten
om 7, 8 en 11 uur. 6.10 Charles Trenet.
6.15 Journalistiek weekoverzicht. 6.25 Septet
Johnny Ombach. 6.50 Voor de Wereldvrede.
7.15 Actualiteiten. 7.25 Mijnheer de voorzit
ter. 7.35 Ajnerikaanse Symphonie-orkesten 8.15
Lichtbaken. 8.40 Sonate. 8.43 „Steekt eens op,
heren!" 9.00 Negen heit de klok. 9.45 Weet
u het? 9.55 Weekend-serenade. 10.35 West-
Indische commentaar. 10.45 Avondgebed. 11.15
Kamermuziek van Listz en Chopin.
HILVERSUM II, 298 m. Nieuwsberichten
om 6, 8 en 11 uur. 6.15 Een kostbaar
bezit. 6.20 Fiano-soli. 6.30 Voor de Strijd
krachten. 7.00 Artistieke staalkaart. 7.30 Le
zen in de Bijbel. 7.45 „Passe-partout". 8.15
Vindobona Schrammel'n. 8.45 Onder moeders
parapluie. 9.45 Socialistisch commentaar. 10.00
Johan Jong en zijn banjoliers. 10.25 Onder
de pannen. 10.45 De fluisterende harmonica.
11.15 „Chez Marcel". 11.35 Gevarieerd pro
gramma.
VOOR ZONDAG
HILVERSUM I 402 m. Nieuwsberichten
om 8, 9.30, 1, 7.30 en 11 uur. 8.15 Neder-
lpndse liederen. 8.25 Inleiding Hoogmis. 8.30
Hoogmis. 9.45 Boyd Neel Strijkorkest. 10.00
Kerkdienst. 11.30 Na de kerkdienst. 12.15
Apologie. 12.40 Orkest zonder naam. 1.20
Omroeporkest. 2.30 Dichterliebe. 3.00 Katho
liek overleg. 3.25 Bel Canto. 4.10 Katholiek
Thuisfront. 4.15 Sport. 4.30 De grote terug
keer. 5.00 Kerkdienst. 6.15 De kerk zingt. 7.00
Gram.muziek. 7.15 Kent gij uw Bijbel? 7.45
Actualiteiten. 7.52 In 't Boeckhuys. 8.12 Uit
en Thuis. 10.45 Avondgebed. 11.15 Kamer
muziek.
HILVERSUM II, 298 m. - Nieuwsberichten
om 8, 1, 6.15, 8 en 11 uur. 8.17 Zingende
torens en koperaccoorden. 8.30 Voor het
platteland. 8.40 Elgar. 9.00 Wees wijs op reis.
9.10 Sport. 9.15 Men vraagt. en wij
draaien. 9.45 Gestelijk leven. 10.00 Porgy and
Bess. 10.25 Met en zonder omslag. 10.50 Peter
lorke. 11.15 Triangel. 12.00 Koninklijke Man-
nenzangvereniging. 12.30 De Zondagclub.
12.40 Pierre Palla. 1.20 De Soorwegen spre
ken. 1.30 „Les gars de Paris". 1,50 „Even
afrekenen, heren". 2.00 Vioolsonate. 2.05 Boe
kenhalfuur. 2.30 Beethoven-cyclus. 4.00 Maria
Zamora. 4.30 Sportrevue. 5.00 Orgel-ensemble.
5.30 Ome Keesje. 5.50 Rhapsodie in blue. 6.00
Sport. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Luisterclubs
opgelet! 7.30 Uit het rijk der melodie. 8.05
Het gevleugelde lied. 8.25 Het houten paard.
9.00 Lichte noten, blijde tonen. 9.30 's Levens
speeltuin. 10.00 De Speeldoos. 10.15 Repor
tage-dienst. 10.30 Waltztime. 11.15 Francis
Lopez.
VOOR MAANDAG
HILVERSUM I, 402 m. Nieuwsberichten
om 7.07, 8.07, 1, 6. 8 en 11 uur. - 8.01
Felicitatie namens de Omroep. 8.22 Feest-
guirlande II. 9.00 Voor de vrouw. 9.33 Klok
ken zingen over Nederland. 10.00 Chopin.
10.30 Rooms-Katholieke uitzending. 11.00
Programma voor de zieken. 11.30 Juliana van
Stolberg. 11.45 Feestelijke morgengroet. 12.01
Zingende pijpen. 12.33 Amsterdamse Politie-
kapel. 1.15 De hoorspel-prijsvraag. 1.25 Pro
menade-orkest. 2.00 Kind van het land. 2.15
Radio Philharmonisch-orkest. 3.00 Vuurwerk.
4.00 Voor Nederland een lied. 4.50 Gram.
muziek. 5.00 Feestparade. 5.45 De vlaggen
aan het huis. 6.15 Omroep-orkest en Omroep
koor. 7.00 Actualiteiten. 7.15 De bietenbou
wers. 7.40 Klankbeeld. 8.05 Toespraak door
de minister-president. 8.10 Mariniers-kapel.
8.20 Het pad der vrijheid. 9.30 Nederlandse
Amusementsmuziek. 9.55 Johan Willem Friso.
'0.10 Kleinkunst-demonstratie. 11.15 Repor
tages. 11.30 Taptoe. 11.53 Dagsluiting.
HILVERSUM II, 298 m. Nieuwsberichten
programma. 12.30 Toespraak. 12.50 Drie
•"ragmenten. 1.15 Favorieten. 1.35 Nederlands
Kamerkoor. 2.00 Ludwig van Beethoven. 2.30
Door druk tot bloei. 3.30 Kinderkoor. 3.50
Concertgebouw-orkest. 4.35 De vrouw op de
Eerste Mei. 4.55 Potpourri. 5.30 Wij in West-
Europa op de Eerste Mei. 6.15 „Er op uit".
7.35 Vrede, arbeid, recht voor allen. 8.05
Toespraak. 8.10 Belgische en Nederlandse so
cialisten. 8.25 1-Mei bijeenkomst in Den
Bosch. 9.15 Socialistische Strijdliederen. 9.30
Nationaal programma.
DOOR MARY BURCHELL
„De moderne Alva", Hans i^„ens het proces, dat met een
doodvonnis eindigde.
(50)
„Geen telefoon?" riep mevrouw Bur-
dern uit, alsof dit gelijk stond met het
ontbreken van een badkamer.
„Maar wat vreeselijk, Hoe dóén jullie
het zonder?"
Teresa was zwaar in de verleiding
haar te zeggen, dat ze het er net zo
goed zonder konden stellen als de dui
zenden andere mensen, die aan mevr.
Burdern's aandacht ontsnapt waren.
Maar inplaats hiervan zei ze beleefd:
„Het zou soms erg makkelijk zijn er
een te bezitten, maar als je het altijd
zonder hebt gedaan, mis je het niet zo
erg."
„Juist", zei mevrouw Burdern. Maar
wat ze waarschijnlijk bedoelde was, dat
ze zich nu pas rekenschap gaf van de
bedroevend lage maatschappelijke posi
tie van haar toekomstige schoondoch
ter.
Teresia trachtte zich blij te voelen
inplaats van treurig. Door voor te stel
len, dat Elliott en zij een dagtocht heen
en weer zouden maken in de auto, had
ze in ieder geval een onaangename
woordenwisseling betreffende een blij
ven logeren van hem, vermeden. Geen
Burdern, dat wist ze zeker, zou zelfs
bij benadering de complicaties kunnen
gissen, die zich voordoen als in een
onbemiddelde en propvolle huishouding
een gast onverwacht de nacht overblijft.
Tenzij het een doodgewone en oncon
ventionele gast is. Teresa hield innig
van haar tehuis en van haar moeder.
Maar, ze wist, dat het zich benelpen
moeten en het goed-gehumeurde me-
thodeloze wezen van haar moeder, bui
ten het bevattingsvermogen van haar
schoonfamilie lagen. Het was dus maar
goed, dat alleen Elliott ermee gecon
fronteerd zou worden. En een man,
troostte Teresa zich, merkte de dingen
nooit zo op als een vrouw.
Mevrouw Burdern of Clara waren
eenvoudig niet denkbaar in haar huise
lijke omgeving. Gelukkig zou de ont
hulling over de telefoon haar wel alle
moed ontnemen.
Gedurende de rest van de avond ging
het gesprek merendeels over de trouw-
kwesties. Soms gaf dit Teresa rust
omdat het 't huwelijk tot een feit
maakte en 't Marcia-gevaar verdween:
maar soms enerveerde het haar, omdat
zij zich scherper realiseerde: het is mijn
hele leven waarover we het hebben. Ik
ga met Eilliott trouwen en ik houd van
hem, en hij houdt niet van mij hij
kan niet van me houden. Hoe zou dat
mogelijk zijn? Ben ik gek, om dit te
willen doorzetten? Tegen 't eind van de
avond voelde ze zich onnatuurlijk moe.
En ze was zielsdankbaar afscheid te
kunnen nemen en door Elliott naar huis
te worden gebracht. Hij wikkelde haar
zorgzaam in de bont-deken toen hij
haar in de auto naast zich installeerde.
Ze dacht dat ze tijdens de korte weg
naar huis, de lichte conversatietoon be
hoorde vol te houden. Maar toen hij
zich naast haar zette, ontsloeg hij haar
van deze plicht, zeggende: „Je hoeft
niet te praten als je er geen zin in hebt.
Rust maar uit."
Ze was zo verrast, dat ze een ogenblik
aan zijn suggestie gehoor gaf. Toen
vroeg ze, onweerstaanbaar geïntrigeerd:
„Waarom zei je dat?"
„O,...." hij glimlachte nadenkend.
„De zekerheid dat deze avond niet ge
makkelijk geweest moet zijn en dat je
er je kranig doorheen hebt geslagen.
En dat je nu moe zult zijn, niet?"
„Ik.... geloof van wel", gaf ze toe.
En toen: „Je let erg goed op me, is 't
niet Elliott?"
„Dat weet ik werkelijk niet, om je
de waarheid te zeggen. Maar ik weet
wel, dat niets zo vermoeiend is, als je
tegenover mensen vriendelijk te moeten
voordoen."
Teresa dacht hier in stilte over na. Ze
zou graag willen vragen, of persoonlij
ke ondervinding hem die uitlating had
ingegeven, en zo ja wélke ondervinding?
Vond hij het soms vermoeiend, te moe
ten voorgeven dat hij niet om Marcia
gaf, terwijl hij dat wel deed?
(Wordt vervolgd)
NAAR VASTE GROND
J^AAT MIJ mogen beginnen met twee
citaten. Het eerste is ontnomen aan
het werk van Ortega Y Gasset, „De op
stand der horden". Deze Spaanse schrij
ver zegt: „De huidige wereld, dia meer
middelen heeft, meer kennis, meer
technische vaardigheden dan ooit ta
voren, gaat, ak de meest rampzalige
wereld die er ötot geweest is, roerloos
stroomafwaarts". Het tweede citaat is
uit de brief van Paulus aan de gemeen
te te Rome. Hij schrijft: „Want wij we
ten, dat het ganse schepsel te zamen
zucht en te zamen als in barensnood is
tot nu toe". Een enkele verduidelijking
aangaande beide aanhalingen is op
haar plaats.
QRTEGA Y GASSET bespreekt in het
betrokken hoofdstuk van zijn boek
„de wasdom des levens". Hij maakt ons
hier, zoals reeds zoveel moderne schrij
vers, attent op de ruimtelijke en tijde
lijke volheid der wereld, waar wij deel
aan hebben. Immers, onze ruimte is da
laatste vijftig jaar veel groter gewor
den. Rusland en Amerika, vroeger niet
meer dan onbestemde namen, zijn fei
telijkheden geworden, waar we mee ta
maken hebben. De film, de radio en
straks de televisie, doen ons aanwezig
zijn in elke uithoek van de aarde.
Kortom, ons leven is ten aanzien van
de ruimte, voller, intenser, rijker ge
worden. Hetzelfde kan gezegd worden
van ons leven in verband met de tijd.
Wij overzien veel groter tijdsbestekken,
dan ooit te voren. De praehistorie is
doorgrond. De sterrekundigen spreken
van hun lichtjaren. Kortom, ons tijd
ruimtelijke leven is in de laatste halve
eeuw onbeschrijflijk veel rijker en vol
ler geworden. Het leven is als het ware
gegroeid!
En toch, zegt onze Spaanse schrijver
ontbreekt er aan dat volle leven iet»
zeer fundamenteels. Het zijn de vér
strekkende plannen, de idealen, de toe
komstig verbeelde levenstaak. Dit ge
mis aan visie is het, dat onze wereld
maakt tot een rampzalige wereld, die
stroomafwaarts drijft.
£)E AAN de woorden van Pauius ten
grondslag liggende gedachtengang is
een volmaakt andere. Hij spreekt niet
over de resultaten der techniek en de
daarbij ontbrekende idealen. Hij spreekt
over de macht van het verderf, die hij
overal in de wereld werkzaam ziet.
Deze antigoddelijke macht van het ver
derf leidt tot de dood. Maar nu heeft
God in Christus een mogelijkheid ge
schapen om aan deze verderfsmacht
van de zonde te ontkomen en de ver
lossing, de heerlijkheid, de glorie Gods
deelachtig te worden. Christus nu heeft
door zijn lijden en sterven een machtig
verlangen in heel de schepping doen
ontstaan, een verlangen naar de godde
lijke heerlijkheid. Niet alleen de men
sen, zelfs de planten en de dieren zien
reikhalzend uit naar Gods triomferend
komen. Maar zover is het nog niet.
Nog zucht het schepsel onder de druk
van dit bestaan.
[_AAT ik in aansluiting hieraan met
nog twee andere citaten mogen slui
ten. De nu volgende zinsnede is over
genomen uit Gheorghiu's boek Het
vtjf en twintigste uur". Hij schrijft:
„Ten slotte zal God deernis met de
mens krijgen, zoals Hij reeds zo dik
wijls heeft gehad; gelijk de ark van
Noach op de golven, zo zullen de en
kele mensen, die werkelijk mensen blij
ven, blijven drijven op de hooggaande
zee van deze collectieve ramp".
En het laatste citaat is opnieuw uit
Paulus' reeds genoemde brief. Hij
schrijft: „Want ik ben verzekerd, dat
noch dood noch leven, noch engelen
noch overheden, noch machten, noch
tegenwoordige noch toekomende din
gen, noch hoogte noch diepte, noch
enig ander schepsel ons zal kunnen
schelden van de liefde Gods, welke is
in Christus Jezus onze Heer".
QVER GHEORGHIU'S uitstekende
werk kan ik hier nauwelijks iets
zeggen. Hij ziet in deze vertechniseer-
de tijd, waarin mensen niet meer dan
nummers zijn, geen mogelijkheden om
„geest te scheppen. De mens die tus
sen machines moet leven, kan niet meer
gelovra, hopen of bidden. Hij kan
zelfs met meer vloeken. De oude trits
vab geloof hoop en liefde, is volgens
Gheorghiu in dit Vijf en twintigste uur
machteloos geworden. Er is geen red
ding, tenzij God deernis krijgt-
Maar zelfs tot in dit Vijf en twintigete
uur, dat wij thans beleven, kliekt het
woord van Paulus door: Ik ben verze
kerd! Met heel de schepping wacht hij,
op wat zeker komen zal, op de verlos
sing Gods.
Bij alle nadenken over de vraag,
waar wij in onze geschiedenis heen'
gaan, treft mij altijd weer deze blijd
schap van het evangelie. Ondanks
Spengler, Ortega Y Gasset en Sartre,
gaan wij naar God!
per rol
i