Laboratorium van het Recht Waar gaan wij heen? fOct Vijf jaar Bijzondere Rechtspleging Van wonden die heelden en van wraak die riep Rechters in toga en colbert Mr dr K. W. P Klaassen Voor ideale reiniging van elk kunstgebitook plastic 1 RESA - HILVERSUM Het Radioprogramma VI HUWELIJK X Oe grootste en de béste! JN MAART 1945 werd het Paleis van Justitie te 's-Gravenhage gebombardeerd. het brandde geheel af en later heeft men de resten van de muren neergehaald. Nu, na vijf jaar, staat er nog geen steen van een nieuw Paleis van Justitie, ter wijl er zelfs nog geen ontwerp voor een nieuw gebouw schijnt te zijn.Als men er dan in meer dan vijf jaar niet in geslaagd is een nieuw gebouw van steen op te trekken, zou men er dan wel in geslaagd kunnen zijn van geestelijk ma teriaal een bouwwerk te scheppen, dat de bijzondere rechtspleging kan symbo liseren? JJEZE BEELDSPRAAK valt ons in als we terugblikken op vijf jaar van bijzondere rechtspleging. Ze wil een ter nog niet dadelijk een verwijt in houden. Nederland had in meer dan honderd jaar geen oorlog gehad. Het Nederlandse volk was aan de geest van oorlog ontwend. Het Nederlandse volk had dus ook in geen honderd jaar oorlogsmisdadigers en collaborateurs to berechten gehad. De rechters hadden in die eeuw een gaaf plan uitgestip peld, hoe de misdadigheid te bestrij den en te voorkomen; buiten dit plan behoefden zij niet te treden. En de massa voelde zich gerust en be schermd door rechters, die hun vak verstonden Toen kwamen de Duitsers de vrede en de rust verstoren. Alleen al door hun brutale inval kwetsten zij het rechtsgevoel van de massa en toen zii in de jaren der bezetting steeds meer die methoden doorvoerden, die hen ten slotte zo gehaat gemaakt heb ben, werd het rechtsgevoel van de Ne derlandse burger één open wond. Een wond, die na de bevrijding om gene zing vroeg en bij velen ook om wraak. DE ROES QENEZING, een natuurlijke drang. Wraak, een snel oplaaiende en vaak Door even snel dovende gevoelsuiting. Met deze twee aanknopingspunten startte de bijzondere rechtspleging. Hét was een roes aanvankelijk. Men arresteerde links en rechts. Men zette achter prik keldraad al wie men verdacht en er ontstonden duizenden en duizenden dossiers. Nederland telde nog meer politieke delinquenten en men maakte meer dossiers op dan het Nederlandse leger vóór de oorlog aan manschap pen telde. Zij hebben het niet allen even ge- gemakkelijk gehad, de arrestanten in de detentiekampen. Vóór de genezing van de in het rechtsbesef geslagen wonden kwam in de vorm van een ge ordende berechting werd er, helaas te vaak. om wraak geroepen. Door de ou- blicaties van eind vorig jaar van de uit de cellenbarakken te Scheveningen t smokkelde brochure over de mis- h-mdelingen in de detentiekampen, is éAn en ander in onderzoek gekomen. V;'f jaar na de bevrijding kunnen wij ons dit alles al moeilijk meer voorstei len: Ereens in Zeeland was een jonge vrouw gearresteerd, die enkele dagen na haar arrestatie beviel van een twee ling; een jonge bewaker, die meende, dat zü desondanks zou vluchten, heeft voor het raam van de kraamkamer le he'e bevalling staan aanschouwen. Er liet een brief voor ons van een poli tieke delinquent, waarin staat: „Men heeft mij al mijn kiezen en tanden, op 9 stuks na. uit mijn mond geslagen. Honger en dorst laten lijden Tegen een muur gezet met een executiepeloton ervoor, geblinddoekt en „vuur" gecom mandeerd. Vpor de aardigheid. Ik moest 14 uur miin urine e.d. ophouden. Ik liep 8 maanden, waaronder 3 win termaanden. op blote voeten, gekleed in een gescheurd broekje, in een cel van 's morgens 4 uur tot 's avonds 8 uur In de winternacht (tweemaal) pookt (3 uur) op een plein staan te B'auw-Kanel Doch ik doe hier geen aan«ifte van. want ik besef donders goed wat de oorlog over ons land brarM en hoe diep de haat tegen ons moest zijn...." ORDE NA CHAOS ÏJJTWASSEN, dit alles, dje niet passen bij een geordende berechting. Wel nu. de geordende berechting kwam met een experiment. De politieke delin quenten we-den het proefkonijn voor iets geheel nieuws in de Nederlandse rchtsnraak: berechting door leken. De T.omJonre regmdng, die de tribu- naien in het leven had geroeoen. stond al even onwennig tegenover deze le- kenrechtspraak als de latere uitvoer ders van het tribunaalbesluit. Als Voo-'itter van een tribunaal hebben we dan ook nooit anders gezien dan een jurist. Naast die jurist twee, meest al met zero gekozen, particulieren en hoven de tribunalen nog een lichaam, dat a'le tHbunaaluitsoraken nog zou mo"*en testen aan redeliikheid, billijk heid en juridische tuistheid. met een geheimzinnig woord aangeduid mot „Hoge autoriteit". De tribunaalrecht- sara-k was dus maar voor een cfeel in handen van leken en we mogen hier over misschien toch niet rouwig ziin. Zou md-r. die 71'cb beschikbaar stelde om deel uit te maken van een tribu naal in serneaiae steden had men moeite om daar voldoende „liefheb bers" voor te vinden! zich voldoende k-mnon onttrekken aan elk sentiment, dat nog in hem moest zijn, hetzij nog uit de bezettingstijd, hetzij uit de be- vrijdingsroes? Maar er was ook een groot voordeel. De tribunalen werkten niet met rechters, wier vak het is te veroordelen en die in de loop der jaren eraan gewend zijn geraakt straffen op te leggen, maar met mensen zo uit het leven. MISDAAD EN MISDAAD Wij hebben de tribunalen zien tasten naar de juiste maatstaven bij de be oordeling van duizenden en duizenden gevallen en gevalletjes. Wat was de misdaad van een brood-NSB'er, die Jjd van de partij was geweest, lid van Chn paar nevenorganisaties, door zijn lid maatschap een onbenullig baantje er gens gekregen had, dat hij tevoren nooit had kunnen bemachtigen? Wat was de misdaad van de vrouw, die be gunstigend lid van de Germaanse SS was geworden omdat haar man het was, en die de buurt was ingegaan met de bus van Winterhulp? Natuurlijk hadden zij aan de verkeerde kant ge staan, al hadden sommigen dat niet eens zo begrepen, maar hoe zouden zij hun fouten moeten boeten? Er kwamen ernstiger gevallen voor de tribunalen terecht te staan. WA- mannen, die lustig hadden meegedaan aan relletjes. Al of niet werkloze za kenlui, die reeds in crisistijd in de N.S.B. wat gezien hadden, en zich nu door de Duitsers lieten benoemen tot Verwalter van een zaak, waaruit de Joodse eigenaar verdreven was. Som mige Verwalters deden hun werk cor rect, anderen liquideerden zo'n zaak op unfaire wijze TWEE MATEN? rtOCH LATEN WE de duizend-en- één gevallen niet opsommen. Er werd een strafmaat voor gevonden, die pér lag beneden de maatstaven van een „bijltjesdag" en die toch voor velen hard is aangekomen. Want vóór de oorlog moest men een royale in braak begaan hebben om twee jaar in de gevangenis te komen of abortus gepleegd hebben met dodelijke afloop om een jaar te moeten brommen, maar wie een jaar of wat als politieke delinquent gezeten heeft, is in ieder geval nog te rangschikken onder de „lichte gevallen". DES DOODS SCHULDIG OOK BIJ DE Bijzondere Gerechtsho ven tastte men in het begin naar de juiste strafmaat. Drie rechtsgeleerde raadsheren en twee militaire rechters stonden aanvankelijk voor de taak het nieuwe strafstelsel, dat te Londen ont staan was en opgesteld door mensen, die de Duitse bezetting niet van nabij hadden meegemaakt, toe te passen. Men moest ook de doodstraf leren hanteren, die na meer dan vijftig jaar weer in de Nederlandse strafwet ingevoerd was. Doodstraf voor treden in vreemde krijgsdienst, voor hulpverlening aan de vijand en soortgelijke misdrijven. Vroeg in de herfst van 1945 werd reeds het eerste doodvonnis geveld. Het betrof een landwachter, die volgens de maatstaven van een paar jaar later een jaar of tien gekregen zou hebben. De man zit nog, maar komt binnenkort vrij. Nog een doodvonnis viel: wegens het verraad van twee Joden, die niet uit Duitsland zijn teruggekeerd. Later hebben we minder zware vonnissen ge zien voor mensen, die wel een paar honderd Joden hebben helpen arreste ren. Als eersten werden Blokzijl en Mussert geëxecuteerd. Musserts gratie verzoek werd juist afgewezen in de eerste bevrijdingsherdenking. Verkeerd geleid idealisme of waarlijk landverraad? Men is de berechting be gonnen met het plan om elk geval op een goudschaaltje af te wegen. Maar er waren te veel dossiers en er kwamen onberekenbaar veel verontschuldigin gen van de zijde der verdachten. Uit al deze verontschuldigingen, hebben de oordeelvellers, misschien onbewust, achter al die politieke delinquenten een achtergrond zien geweven worden, welke hun oordeel vaak wat milder kon stemmen. Jeugdgevallen werden bekeken vanuit hun huiselijke kring. Werkloze chauffeurs kwamen via het Gewestelijke Arbeidsbureau vaak te recht op een Duitse vrachtauto. Vrij willig of gedwongen? De grens is vaak moeilijk te trekken, ook die van de straf, al was de vijand hulp verleend. SS-ers, die althans zoveel (verkeerde) overtuiging hadden, dat zij voor die overtuiging hun leven wilden wagen, moesten berecht worden, duizenden. Het merendeel kreeg een middelzware straf, behalve zij die ook in het Neder landse leger gediend hadden N.S.K.K.-chauffeurs, jonge en oudere SS-ers, vurige propagandisten en volg zame slachtoffers van hun propaganda, mislukte jongelui, huisvaders die op standig geworden waren tegen het eco nomisch bestel van vóór 1940, het werden voor de Bijzondere Gerechts hoven clichégevallen, die best afge daan konden worden door een alleen sprekende raadsheer. 1001 GEVALLEN \P DE GROENE tafels der Bijzon dere Gerechtshoven is heel wat el lende en vuiligheid uitgestald, die in de bezettingsjaren naar buiten toe nog niet eens Zo duidelijk gebleken was. Hoe veel verraders heeft men niet in de kraag gepakt om zich te verant woorden? Ook hier weer gevallen van weinig betekenis en gevallen van 'ver schrikkelijke omvang. Een juffrouw, die naar de Duitse politie liep, omdat haar buurvrouw haar had uitgeschol den. Een meisje, dat de Arbeidsbeurs opbelde, nadat haar verloofde de ring had teruggegeven. Maar ook de V-man van d%S.D„ die zich binnendrong in een illegale beweging om deze te doen liïïmm Willy Lages, de schrik van Am sterdam, hoort de doodstraf eisen. oprollen. Dan de V-lieden, die een tientje ontvingen voor elke Jood, die zij bij de Duitsers aanbrachten, en verder zij, die in opdracht van de Duit sers zwarte handelaars in de val lok ten. Met dit laatste voorbeeld raken we nog een teer punt, want ook de' Nederlandse justitie streed in de be zettingsjaren tegen de zwarte hande laren en de clandestiene slachters en er bestond zelfs, wat dit punt betreft, een bepaalde samenwerking tussen Nederlandse en Duitse politie-instan- ties. Zouden we een grafische voorstelling willen maken van de door de verschil lende Bijzondere Gerechtshoven uitge sproken straffen voor ongeveer dezelf de feiten over de eerste jaren van de bijzondere rechtspleging, dan zou de lijn weerbarstig dansen. De eenheid in de straftoemeting is pas gekomen, toen zich, vooral ook dank zij het grote rechtsbewustzijn van de Bijzondere Raad van Cassatie, een duidelijk straf- gemiddelde voor elk vergrijp was gaan aftekenen. Statistieken hadden het al geleerd: het ene Hof strafte veel zwaar" der dan het andere. Waar zulk een kloof overbrugd diende te worden, werd zij overbrugd. Een in marmer gehouwen en met goud geschilderde spreuk in de grote zaal van de Hoge Raad houdt het elke aanwezige altijd weer voor: Waar wat rechtvaardig is ontbreekt, begint de strijd. Zo in het dagelijkse leven; zo in het internationale gebeu ren, vroeger, in 1940 en ook nu; zo ook in de rechtspraak. EEN INTERESSANTE PROEF NEMING. JJET IS EEN interessante proefneming geweest, de bijzondere rechtspleging. De Tribunalen waren een stap naar de volksrechtspraak, de Hoven en Bijzon dere Raad werkte (n) deels met niet- juristen maar militaire deskundigen. Dat waren de nieuwe snufjes van de uit Londen meegebrachte nieuwe straf wetten. De nouveauté's hebben de ver wachtingen niet beschaamd, maar nu de Tribunalen er niet meer zijn en men achter de groene tafels van de aanvan kelijke Bijzondere Gerechtshoven nog alleen maar toga's ziet en geen unifor men meer, is het net of er niets ver anderd is, alsof men zich wel heel ge makkelijk weer heeft aangepast aan de traditionele rechtspraktijk. En toch Toch heeft de bijzondere rechtsple ging ons over vraagstukken doen den ken, waar we vroeger niet bij stil ston den. Ze heeft ons ook leren inzien dat minder in het leven axioma is dan we dachten. Zo is bevel niet meer bevel. De Duitser, die op nadrukkelijk bevel van zijn meerdere een illegaal dood schiet, krijgt levenslang. De politie man, die het bevel uitvoert om Joden op te halen, handelt verkeerd. En niet elk ambtelijk voorschrift en wettelijke regeling behoefde neen, mocht niet worden uitgevoerd. Al deze onzeker heden, aan de oppervlakte gebracht door de bijzondere rechtspleging en vastgelegd in duizenden sententies, hadden helaas hun weerslag reeds ge had op het zich herstellende burger lijke leven. Die weerslag hebben we gezien bij de gewone rechtbanken, waar wet wél steeds wet is geweest en het vraagstuk van het ambtelijke bevel niet een brokje hersengym nastiek is tegen tie achtergrond van geschreven en ongeschreven interna tionaal recht. GERUST. gOMMIGEN hebben de spot gedreven met de bijzondere rechtspleging en gezegd, dat ze bijzonder is omdat ze bijzonder is. Anderen hebben in de bij" zondere rechtspleging geestelijke rust gevonden, omdat zij zich verenigden met de opgelegde straffen. Weer ande ren hebben telkens weer ontevreden de publieke tribune Verlaten of hun krant neergesmeten als een vonnis niet streng genoeg naar hun zin was uitgevallen. De tweede categorie is ongetwijfeld de grootste en deze bevat ook degenen, die hebben ingezien dat geen advocaat zijn (vaderlandse) plicht verzaakte als hij de strafzaak van een politieke delin- liuent behandelde gelijk zijn andere strafzaken. In zoverre is dus de bijzon dere rechtspleging bevredigend verlo pen. Krasse uitzonderingen daargelaten heeft de massa de wonden in het ver stoorde rechtsbewustzijn geheeld ge voeld. In de rechtszaal is het als in de schouwburg, spelers en publiek moeten elkaar aanvoelen, begrijpen. Vijf jaar geleden sprak men over po litieke delinquenten. Een paar jaar later had men het over „p.d's". Waar „men" voelt dat veel vergolden is maar nooit alles vergolden kan worden, zal waar schijnlijk ook de titel „p.d." verwateren. Mettertijd vergeet men ook de bijzonde re rechtspleging. Behalve zij, die heb ben meegewerkt aan dit tijdelijke bouw werk, want niets boeit de mens zo als het afwegen van goed en kwaad, in het klein en in het groot. Tast de natuurlijke kleur van Lu> kunstgebit niet aan! »#OOENTA AMERSFOORT grote flacon bwgd met maatdop L 0.85 MP 395 Geslaafd dank zij (Bekende Schriftelijke Cursus) Vraagt ons prospectus: Middenstands diploma, Algem. Ontwikkeling. Engels VOOR HEDENAVOND HILVERSUM I, 402 m. - Nieuwsberichten om 7, 8 en 11 uur. 6.10 Charles Trenet. 6.15 Journalistiek weekoverzicht. 6.25 Septet Johnny Ombach. 6.50 Voor de Wereldvrede. 7.15 Actualiteiten. 7.25 Mijnheer de voorzit ter. 7.35 Ajnerikaanse Symphonie-orkesten 8.15 Lichtbaken. 8.40 Sonate. 8.43 „Steekt eens op, heren!" 9.00 Negen heit de klok. 9.45 Weet u het? 9.55 Weekend-serenade. 10.35 West- Indische commentaar. 10.45 Avondgebed. 11.15 Kamermuziek van Listz en Chopin. HILVERSUM II, 298 m. Nieuwsberichten om 6, 8 en 11 uur. 6.15 Een kostbaar bezit. 6.20 Fiano-soli. 6.30 Voor de Strijd krachten. 7.00 Artistieke staalkaart. 7.30 Le zen in de Bijbel. 7.45 „Passe-partout". 8.15 Vindobona Schrammel'n. 8.45 Onder moeders parapluie. 9.45 Socialistisch commentaar. 10.00 Johan Jong en zijn banjoliers. 10.25 Onder de pannen. 10.45 De fluisterende harmonica. 11.15 „Chez Marcel". 11.35 Gevarieerd pro gramma. VOOR ZONDAG HILVERSUM I 402 m. Nieuwsberichten om 8, 9.30, 1, 7.30 en 11 uur. 8.15 Neder- lpndse liederen. 8.25 Inleiding Hoogmis. 8.30 Hoogmis. 9.45 Boyd Neel Strijkorkest. 10.00 Kerkdienst. 11.30 Na de kerkdienst. 12.15 Apologie. 12.40 Orkest zonder naam. 1.20 Omroeporkest. 2.30 Dichterliebe. 3.00 Katho liek overleg. 3.25 Bel Canto. 4.10 Katholiek Thuisfront. 4.15 Sport. 4.30 De grote terug keer. 5.00 Kerkdienst. 6.15 De kerk zingt. 7.00 Gram.muziek. 7.15 Kent gij uw Bijbel? 7.45 Actualiteiten. 7.52 In 't Boeckhuys. 8.12 Uit en Thuis. 10.45 Avondgebed. 11.15 Kamer muziek. HILVERSUM II, 298 m. - Nieuwsberichten om 8, 1, 6.15, 8 en 11 uur. 8.17 Zingende torens en koperaccoorden. 8.30 Voor het platteland. 8.40 Elgar. 9.00 Wees wijs op reis. 9.10 Sport. 9.15 Men vraagt. en wij draaien. 9.45 Gestelijk leven. 10.00 Porgy and Bess. 10.25 Met en zonder omslag. 10.50 Peter lorke. 11.15 Triangel. 12.00 Koninklijke Man- nenzangvereniging. 12.30 De Zondagclub. 12.40 Pierre Palla. 1.20 De Soorwegen spre ken. 1.30 „Les gars de Paris". 1,50 „Even afrekenen, heren". 2.00 Vioolsonate. 2.05 Boe kenhalfuur. 2.30 Beethoven-cyclus. 4.00 Maria Zamora. 4.30 Sportrevue. 5.00 Orgel-ensemble. 5.30 Ome Keesje. 5.50 Rhapsodie in blue. 6.00 Sport. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Luisterclubs opgelet! 7.30 Uit het rijk der melodie. 8.05 Het gevleugelde lied. 8.25 Het houten paard. 9.00 Lichte noten, blijde tonen. 9.30 's Levens speeltuin. 10.00 De Speeldoos. 10.15 Repor tage-dienst. 10.30 Waltztime. 11.15 Francis Lopez. VOOR MAANDAG HILVERSUM I, 402 m. Nieuwsberichten om 7.07, 8.07, 1, 6. 8 en 11 uur. - 8.01 Felicitatie namens de Omroep. 8.22 Feest- guirlande II. 9.00 Voor de vrouw. 9.33 Klok ken zingen over Nederland. 10.00 Chopin. 10.30 Rooms-Katholieke uitzending. 11.00 Programma voor de zieken. 11.30 Juliana van Stolberg. 11.45 Feestelijke morgengroet. 12.01 Zingende pijpen. 12.33 Amsterdamse Politie- kapel. 1.15 De hoorspel-prijsvraag. 1.25 Pro menade-orkest. 2.00 Kind van het land. 2.15 Radio Philharmonisch-orkest. 3.00 Vuurwerk. 4.00 Voor Nederland een lied. 4.50 Gram. muziek. 5.00 Feestparade. 5.45 De vlaggen aan het huis. 6.15 Omroep-orkest en Omroep koor. 7.00 Actualiteiten. 7.15 De bietenbou wers. 7.40 Klankbeeld. 8.05 Toespraak door de minister-president. 8.10 Mariniers-kapel. 8.20 Het pad der vrijheid. 9.30 Nederlandse Amusementsmuziek. 9.55 Johan Willem Friso. '0.10 Kleinkunst-demonstratie. 11.15 Repor tages. 11.30 Taptoe. 11.53 Dagsluiting. HILVERSUM II, 298 m. Nieuwsberichten programma. 12.30 Toespraak. 12.50 Drie •"ragmenten. 1.15 Favorieten. 1.35 Nederlands Kamerkoor. 2.00 Ludwig van Beethoven. 2.30 Door druk tot bloei. 3.30 Kinderkoor. 3.50 Concertgebouw-orkest. 4.35 De vrouw op de Eerste Mei. 4.55 Potpourri. 5.30 Wij in West- Europa op de Eerste Mei. 6.15 „Er op uit". 7.35 Vrede, arbeid, recht voor allen. 8.05 Toespraak. 8.10 Belgische en Nederlandse so cialisten. 8.25 1-Mei bijeenkomst in Den Bosch. 9.15 Socialistische Strijdliederen. 9.30 Nationaal programma. DOOR MARY BURCHELL „De moderne Alva", Hans i^„ens het proces, dat met een doodvonnis eindigde. (50) „Geen telefoon?" riep mevrouw Bur- dern uit, alsof dit gelijk stond met het ontbreken van een badkamer. „Maar wat vreeselijk, Hoe dóén jullie het zonder?" Teresa was zwaar in de verleiding haar te zeggen, dat ze het er net zo goed zonder konden stellen als de dui zenden andere mensen, die aan mevr. Burdern's aandacht ontsnapt waren. Maar inplaats hiervan zei ze beleefd: „Het zou soms erg makkelijk zijn er een te bezitten, maar als je het altijd zonder hebt gedaan, mis je het niet zo erg." „Juist", zei mevrouw Burdern. Maar wat ze waarschijnlijk bedoelde was, dat ze zich nu pas rekenschap gaf van de bedroevend lage maatschappelijke posi tie van haar toekomstige schoondoch ter. Teresia trachtte zich blij te voelen inplaats van treurig. Door voor te stel len, dat Elliott en zij een dagtocht heen en weer zouden maken in de auto, had ze in ieder geval een onaangename woordenwisseling betreffende een blij ven logeren van hem, vermeden. Geen Burdern, dat wist ze zeker, zou zelfs bij benadering de complicaties kunnen gissen, die zich voordoen als in een onbemiddelde en propvolle huishouding een gast onverwacht de nacht overblijft. Tenzij het een doodgewone en oncon ventionele gast is. Teresa hield innig van haar tehuis en van haar moeder. Maar, ze wist, dat het zich benelpen moeten en het goed-gehumeurde me- thodeloze wezen van haar moeder, bui ten het bevattingsvermogen van haar schoonfamilie lagen. Het was dus maar goed, dat alleen Elliott ermee gecon fronteerd zou worden. En een man, troostte Teresa zich, merkte de dingen nooit zo op als een vrouw. Mevrouw Burdern of Clara waren eenvoudig niet denkbaar in haar huise lijke omgeving. Gelukkig zou de ont hulling over de telefoon haar wel alle moed ontnemen. Gedurende de rest van de avond ging het gesprek merendeels over de trouw- kwesties. Soms gaf dit Teresa rust omdat het 't huwelijk tot een feit maakte en 't Marcia-gevaar verdween: maar soms enerveerde het haar, omdat zij zich scherper realiseerde: het is mijn hele leven waarover we het hebben. Ik ga met Eilliott trouwen en ik houd van hem, en hij houdt niet van mij hij kan niet van me houden. Hoe zou dat mogelijk zijn? Ben ik gek, om dit te willen doorzetten? Tegen 't eind van de avond voelde ze zich onnatuurlijk moe. En ze was zielsdankbaar afscheid te kunnen nemen en door Elliott naar huis te worden gebracht. Hij wikkelde haar zorgzaam in de bont-deken toen hij haar in de auto naast zich installeerde. Ze dacht dat ze tijdens de korte weg naar huis, de lichte conversatietoon be hoorde vol te houden. Maar toen hij zich naast haar zette, ontsloeg hij haar van deze plicht, zeggende: „Je hoeft niet te praten als je er geen zin in hebt. Rust maar uit." Ze was zo verrast, dat ze een ogenblik aan zijn suggestie gehoor gaf. Toen vroeg ze, onweerstaanbaar geïntrigeerd: „Waarom zei je dat?" „O,...." hij glimlachte nadenkend. „De zekerheid dat deze avond niet ge makkelijk geweest moet zijn en dat je er je kranig doorheen hebt geslagen. En dat je nu moe zult zijn, niet?" „Ik.... geloof van wel", gaf ze toe. En toen: „Je let erg goed op me, is 't niet Elliott?" „Dat weet ik werkelijk niet, om je de waarheid te zeggen. Maar ik weet wel, dat niets zo vermoeiend is, als je tegenover mensen vriendelijk te moeten voordoen." Teresa dacht hier in stilte over na. Ze zou graag willen vragen, of persoonlij ke ondervinding hem die uitlating had ingegeven, en zo ja wélke ondervinding? Vond hij het soms vermoeiend, te moe ten voorgeven dat hij niet om Marcia gaf, terwijl hij dat wel deed? (Wordt vervolgd) NAAR VASTE GROND J^AAT MIJ mogen beginnen met twee citaten. Het eerste is ontnomen aan het werk van Ortega Y Gasset, „De op stand der horden". Deze Spaanse schrij ver zegt: „De huidige wereld, dia meer middelen heeft, meer kennis, meer technische vaardigheden dan ooit ta voren, gaat, ak de meest rampzalige wereld die er ötot geweest is, roerloos stroomafwaarts". Het tweede citaat is uit de brief van Paulus aan de gemeen te te Rome. Hij schrijft: „Want wij we ten, dat het ganse schepsel te zamen zucht en te zamen als in barensnood is tot nu toe". Een enkele verduidelijking aangaande beide aanhalingen is op haar plaats. QRTEGA Y GASSET bespreekt in het betrokken hoofdstuk van zijn boek „de wasdom des levens". Hij maakt ons hier, zoals reeds zoveel moderne schrij vers, attent op de ruimtelijke en tijde lijke volheid der wereld, waar wij deel aan hebben. Immers, onze ruimte is da laatste vijftig jaar veel groter gewor den. Rusland en Amerika, vroeger niet meer dan onbestemde namen, zijn fei telijkheden geworden, waar we mee ta maken hebben. De film, de radio en straks de televisie, doen ons aanwezig zijn in elke uithoek van de aarde. Kortom, ons leven is ten aanzien van de ruimte, voller, intenser, rijker ge worden. Hetzelfde kan gezegd worden van ons leven in verband met de tijd. Wij overzien veel groter tijdsbestekken, dan ooit te voren. De praehistorie is doorgrond. De sterrekundigen spreken van hun lichtjaren. Kortom, ons tijd ruimtelijke leven is in de laatste halve eeuw onbeschrijflijk veel rijker en vol ler geworden. Het leven is als het ware gegroeid! En toch, zegt onze Spaanse schrijver ontbreekt er aan dat volle leven iet» zeer fundamenteels. Het zijn de vér strekkende plannen, de idealen, de toe komstig verbeelde levenstaak. Dit ge mis aan visie is het, dat onze wereld maakt tot een rampzalige wereld, die stroomafwaarts drijft. £)E AAN de woorden van Pauius ten grondslag liggende gedachtengang is een volmaakt andere. Hij spreekt niet over de resultaten der techniek en de daarbij ontbrekende idealen. Hij spreekt over de macht van het verderf, die hij overal in de wereld werkzaam ziet. Deze antigoddelijke macht van het ver derf leidt tot de dood. Maar nu heeft God in Christus een mogelijkheid ge schapen om aan deze verderfsmacht van de zonde te ontkomen en de ver lossing, de heerlijkheid, de glorie Gods deelachtig te worden. Christus nu heeft door zijn lijden en sterven een machtig verlangen in heel de schepping doen ontstaan, een verlangen naar de godde lijke heerlijkheid. Niet alleen de men sen, zelfs de planten en de dieren zien reikhalzend uit naar Gods triomferend komen. Maar zover is het nog niet. Nog zucht het schepsel onder de druk van dit bestaan. [_AAT ik in aansluiting hieraan met nog twee andere citaten mogen slui ten. De nu volgende zinsnede is over genomen uit Gheorghiu's boek Het vtjf en twintigste uur". Hij schrijft: „Ten slotte zal God deernis met de mens krijgen, zoals Hij reeds zo dik wijls heeft gehad; gelijk de ark van Noach op de golven, zo zullen de en kele mensen, die werkelijk mensen blij ven, blijven drijven op de hooggaande zee van deze collectieve ramp". En het laatste citaat is opnieuw uit Paulus' reeds genoemde brief. Hij schrijft: „Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige noch toekomende din gen, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen schelden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onze Heer". QVER GHEORGHIU'S uitstekende werk kan ik hier nauwelijks iets zeggen. Hij ziet in deze vertechniseer- de tijd, waarin mensen niet meer dan nummers zijn, geen mogelijkheden om „geest te scheppen. De mens die tus sen machines moet leven, kan niet meer gelovra, hopen of bidden. Hij kan zelfs met meer vloeken. De oude trits vab geloof hoop en liefde, is volgens Gheorghiu in dit Vijf en twintigste uur machteloos geworden. Er is geen red ding, tenzij God deernis krijgt- Maar zelfs tot in dit Vijf en twintigete uur, dat wij thans beleven, kliekt het woord van Paulus door: Ik ben verze kerd! Met heel de schepping wacht hij, op wat zeker komen zal, op de verlos sing Gods. Bij alle nadenken over de vraag, waar wij in onze geschiedenis heen' gaan, treft mij altijd weer deze blijd schap van het evangelie. Ondanks Spengler, Ortega Y Gasset en Sartre, gaan wij naar God! per rol i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1950 | | pagina 6