Een historisch keerpunt r leder mens is onderhevig aan spanningen en conflicten kU Schoenen voor zomerse dagen Bellenbellenbellen... KINDEREN Verhaal en Raadsels VERSTOPPING Puzzle-rubriek OP HET MATJE Klein vee Japon voor een jong meisje ZATERDAG 30 MEI 1950 ereid ,,'/s >EKT EN U VINDT juiste levenspartner is. Schrijft, of komt geh. vrijbl. met ons a. Duizenden relaties ilke stand en geloof dit reeds vóór U en... joed succes. De Ver. Huw.kantoren „EX- IIOR" (de grootste isatie voor Huw.Bem.) en U op discrete wijze itact in alle delen van md. Vraagt geslaag- 3t, welke gratis wordt zonden. Ver. Ned. Kant. „EXCELSIOR" :sum, Ministerpark Dir. Mevr. J. van WAANNEER deze maand Mei van het jaar 1950 niet de geschiedenis zal ingaan als het begin van een nieuw tijdvak een periode, waarin de vrije, vredelievende volken zich zo sterk en zo gezond maakten, dat zij noch kon den worden aangevallen, noch van bin nen uit worden ondermijnd zal dit niet de schuld zijn van de mannen, die in Londen bezig zijn geweest met het ontwerpen van een „totale diplomatie" tegen het imperialistische streven van de Sowjetunie. Hun besluiten, revolu- tionnair namelijk geheel in strijd met alles, wat vroeger op het gebied van internationale betrekkingen en machts politiek als goed en juist werd be schouwd en stoutmoedig, bewijzen, dat in ieder geval zij zijn opgewassen tegen een situatie, waarvoor in de his torie der mensheid geen voorbeelden aanwezig zijn. Gezond èn sterk moet het Westen worden, opdat het in de strijd om de macht met het communisme, die naar het zich laat aanzien nog vele tiental len jaren zal duren (een Britse com mentator trok in dit verband onlangs een vergelijking met de strijd tussen het Christendom en de Islam in de 9 de 10de en 11de eeuw), van de langste adem verzekerd zal zijn. De in de Britse hoofdstad genomen besluiten la ten zich dan ook in twee delen onder scheiden. Het ene deel dient de schep ping van een centrum van militaire macht; het andere de schepping van een internationale economie, die aan elk land, dat er aan deelneemt, volle dige werkgelegenheid en een stijgende levensstandaard moet garanderen. Om politieke, economische, technische, so ciale en geografische redenen komen slechts de landen van het Atlantisch Pact, zo mogelijk aangevuld met Zwe den, Ierland, Zwitserland, Griekenland en Turkije, voor de functie van militair sterke kern in aanmerking. Zij kun nen deze taak ruimschoots vervullen, indien zij hun machtig potentieel tot een eenheid samensmeden. Zij zullen dan niet slechts zelf veilig voor aggres- sie zijn, maar bovendien overal elders ter wereld aggressie kunnen verhinde ren. Om deze eenheid te kunnen be reiken, zal het nodig zijn, dat al deze naties op korte termijnen gaan denken en optreden als één enkele natie. Sla gen zij daarin niet, dan moet de boven nationale politieke leiding een slechte farce blijven. DEN NOG veelomvattender project is de economische gezondmaking van de vrije wereld. In Londen is men tot de conclusie gekomen, dat om deze te bereiken zelfs de Atlantische gemeen schap te klein is. De vervulling van deze taak eist de samenwerking van landen van alle vijf werelddelen. In feite gaat het om niets meer of min der dan een soort huwelijk tussen ener zijds de samenwerkende productie apparaten van Noord-Amerika, West- Europa (met inbegrip van West-Duits- land) en Japan en anderzijds de be hoeftige gebieden van Afrika, Zuid- Oost-Azie en Zuid-Amerika. Het is hier niet de plaats voor een uiteenzet ting, hoe dit samengaan tot blijvend voordeel van alle partijen zou kunnen werken. Genoeg zij te zeggen, dat het, om tot stand te worden gebracht, in den beginne grote offers van de indu striële mogendheden zal eisen en man nen van grote visie behoeft, om lei ding aan het geheel te geven. pjOEWEL het duidelijk is, dat de mili taire en economische gezondmaking beide zonder uitstel en naast elkaar ondernomen dienen te worden, ligt het evenzeer voor de hand, dat, gezien de militaire inspanning van de Sowjet unie, het militaire project een zekere prioriteit m et genieten en, als het minst omvangrijke, ook inderdaad snel ler uitvoerbaar is. Aan de voortgang, die daarmede gemaakt wordt, zal men het eerst kunnen waarnemen, of de volken van Amerika en Europa werkelijk bereid zijn, hun leiders op de aangewezen wegen te volgen. Het is met de herbewapening van het Westen nog altijd droevig gesteld. De anderhalf milliard dollar, die Ame rika in de militaire versterking van West-Europa bijdraagt plus de gelden, die de Westeuropese landen daaraan zelf spenderen, staan in geen verhou ding tot de behoeften. Om een soliede defensie te scheppen, zou Amerika zijn bijdrage met minstens 2 milliard dol lar per jaar moeten verhogen en zou den de Westeuropese landen tot het brengen van nog aanzienlijker offers bereid moeten zijn. Daarom zal men goed moeten letten op de begrotingen voor het komende jaar. Blijkt daaruit, dat het nieuwe At lantische hoge commando zijn werk naar behoren zal kunnen verrichten, dan zullen de conferenties in Londen inderdaad als een keerpunt in de his torie kunnen worden beschouwd. Kent gij uw eigen karakter? (3) ||ET WOORD KARAKTER, dat wij allen als een Hollands woord kennen, is eigenlijk van Griekse oorsprong. Het betekent oorspronkelijk zegel", „ken merk". Zo wordt een letter of een lettervorm nog wel eens „karakter" genoemd. Wij spreken over de characteristica, over de kenmerken van een bepaalde zaak. Zo is ons woord „karakter" de aanduiding geworden van datgene, wat in onze persoonlijkheid vast en constant mag heten. Maar zegt u nu eens eerlijk: Bent u er voor uzelf volledig van overtuigd, dat uw karakter constant en stabiel is, dat er nooit een verbreking is van evenwicht, dat er nooit spanningen optreden en dergelijke meer? Een antwoord op deze vraag behoef ik nauwelijk af te wachten. Want ieder levend mens kent toch de noodzaak van zoiets als zelfbeheersing. Maar wanneer het nodig is zichzelf te beheersen, wanneer het nodig is bepaalde driften in hun drang tot uitwerking te stuiten, wanneer het redelijk overleg in botsing komen kan met allerlei gevoelens, dan is 't karakter niet meer 't stabiele „zegel" van de persoonlijkheid. Ziel of geest over heersen £JE BEROEMDE psycholoog en hand schriftkundige Ludwig Klages, bij wie wij ons in dit artikel zullen aansluiten, maakt een ingrijpend verschil tussen ziel en geest, tussen voelen enerzijds, en denken en willen anderzijds. Wan neer u op een mooie zomeravond aan zee staat, kan het u overkomen dat u in een eigenaardige gemoedsstemming geraakt, waarbij u zich als het ware geheel voelt opgenomen in de u om ringende natuur. U bent met de gol ven en met de duinen als het ware één geworden. Een zelfde overgave van eigen wezen vinden wij b.v. ook in de religieuze exstase. Hier wordt de mens niet één met de natuur, maar één met God. En heeft niet menigeen bij verliefdheid ervaren, dat hij zo zeer opging in de ander, dat hij zich zelf en zijn zelfbezinning verloor? Bij deze voorbeelden spreekt steeds een overheersen van het gevoel, of zoals Klages zich uitdrukt, van de ziel. De ziel wil zich geven. In het gevoel wordt het ik als het ware losgelaten om over te gaan in het andere, waar tegenover het zich bevindt. De geest daarentegen streeft naar iets geheel anders. In het willen en denken wordt de psychische kracht niet losgelaten om dan als het ware te vervloeien; neen, de geest wil juist alle krachten bundelen, voor zichzelf bewaren. De geest wil niet loslaten, maar juist binden en bewaren. Klages knoopt aan dit onderscheid allerlei zeer vergaande conclusies vast. Wij zullen ze niet bespreken. Eén ding staat echter vast. In ieder mens speelt de tweeheid van gevoel en wil. Het sterker of zwakker zijn van de een of de ander roept voortdurende spanningen op. Is het dan niet mogelijk de mensen te „karakteriseren", te „kenmerken" al naar gelang de wilskracht of de zuiging van het gevoel in hen spreekt? Klages heeft getracht op grond van de verschillende gerichtheid van ziel en geest, van gevoel en wil een sy steem van drijfveren op te stellen, dat karakterologisch van uitermate groot belang is gebleken. Geestdrift of redelijkheid. U zult stellig wel eens iemand ont moet hebben, die bezeten is door een dorst naar kennis. Zijn drang naai weten doet hem zichzelf vergeten. Hij zal zijn eten laten staan, huisgenoten en familieleden verwaarlozen terwille van zijn kennisdrift. Wat spreekt nu in zo'n mens het meest, de ziel of de g"est? In ieder geval de ziel. Want de ze mens geeft zich volkomen over aan het object van zijn onderzoek. Stel daartegenover nu eens een za kelijk mens. Hij neeft zin voor de werkelijkheid en tracht zo objectief mogelijk te oordelen. Dan hebben wij in hetzelfde vlak de tegenspeler van de eerstgenoemde. Want de redelijke, objectief oordelende mens wordt niet allereerst gedreven door z'n gevoel, maar door z'n redelijke wil. Een zelfde verschil kunt u opmer ken tussen een philantroop en iemand die strijdt voor sociale gerechtigheid. De philantroop geeft zichzelf aan de mensheid. Hij bezit nog wel zoveel re delijkheid, dat hij niet onbaatzuchtig wordt of zorgeloos. Onbaatzuchtig was Franciscus van Assisi, die al het zijne zonder meer weggaf. Bij hem sprak een liefde tot de mensheid, die niet geremd werd door enige redelijkheid. Maar een strijder voor sociale ge rechtigheid wordt allereerst gedreven door zijn redelijkheid, beter nog, door zijn ethische redelijkheid. Gevoels- kwaliteiten zijn zeker aanwezig, maar staan toch op de achtergrond. Zo is het, mogelijk een onderscheid te maken tussen mensen, die op aller lei terreinen meer gedreven worden door hun redelijk inzicht, of door hun gevoel. Hartstocht of egoïsme. Wanneer wij afdalen van de hoge waardegebied^, waar wij zoeven, zonder dit nader aan te duiden, ver toefd hebben, dan kunnen wij als voorbeelden van de spanning tussen ziel en geest b.,v. nemen drankzucht en eerzucht. Deze beide eigenschappen duiden een bepaalde richting aan, die voor de persoonlijkheid karakteristiek is. Maar in de eerzucht spreekt het egoïsme en daarmee de tendens zich zelf te bewaren wel heel sterk mee. In heerszucht en verlangen om er kend te worden vinden we hetzelfde. Maar in de drankzucht en speelzucht geeft een mens zich met zeer weinig reserves aan z'n borrel of aan z'n gok- kerij. Of stel tegenover elkaar het vermo gen tot liefde enerzijds, en de omzich tigheid anderzijds. In het vermogen tot liefde wordt uitgedrukt, dat iemand in staat is zichzelf te geven, zodra er liefde tot hem komt. En spreekt er in woorden als omzichtigheid, waak zaamheid, berekening, argwaan, wan trouwen niet een voortdurend streven op te passen voor zichzelf, om zich zelf toch vooral niet bloot te stellen aan mogelijke gevaren? Of vergelijk eens, op een nog lager niveau gekomen, het verlangen naar de roes enerzijds en genotzucht ander zijds. Kortom, U zult de spanning tus sen ziel en geest, tussen voelen an wil len bij honderden karakterologische woorden kunnen opmerken. En nu de slotvraag. Aan welke kant staat u, aan de kant van de ziel of van de geest? In de bossen en parken vertonen de bomen frisse, jong-groene blaadjes en tussen Haarlem en Leiden liggen de bollenvelden in hun bonte kleurenpracht Meer dan de gemiddelde temperatuur van de laatste weken doet dit ons beseffen dat wij de zomer tegemoet gaan. Zo langzamerhand moeten de winterkleren plaats maken voor de zomergarderobe. De schoenen, die onze voeten de gehele winter door zo behagelijk warm hebben gehouden, worden nu té warm en ook te zwaar. Een wandeling langs de schoenzaken waar het ene model schoen nog leuker en luchtiger is dan het andere, doet ons de zware last aan de voeten extra voelen. In de meeste gevallen volgt na zo'n wandeling een inspectie der financiën en na enig wikken en wegen wordt dan besloten dat er tot aankoop van de vurig begeerde zomerschoentjes maar moet worden overgegaan. Een tweede tocht langs de schoenwinkels volgt en de etalages worden heel nauwkeurig bestu deerd opdat de gemaakte keus achteraf niet verkeerd blijkt te zijn Deze foto toont U enkele nieuwe zomermodellen, bestemd voor verschillende gelegenheden Het paar links zijn wandelsandalen met Zuiderzeehak, die de voeten goed omsluiten. Om de voorschoen is een kalfsrand aangebracht. Iets gekleder is het suede schoentje op de voorgrond. De gesp op dit opengesneden modelletje is slechts een fantasiesluiting. Beslist gekleed is het opengesneden model met hoge hak, dat aan de voet wordt getoond. Doordat de insnijdingen doorlopen tot in het voorblad lijkt de voet klein. De sandaal geheel rechts is uitsluitend uit smalle biezen samengesteld, en is daarom een prettige dracht voor het strand De zool is dun en de hak plat. De meeste zomerschoenen zijn in verscheidene zünUtenberefkéa Z°dat C°mbinatie met de SaP°™en, aardige effecten (Van onze parlementaire redacteur) „ALS IK éénmaal met de korte bel bel, bel ik voor de minister" heeft de voorzitter van de Tweede Kamer, dr. L. G. Kortenhorst, de leden officieel laten weten. Dat is een gewichtige mededeling, want men moet over het belceremonieel in ons parlement, onderdeel van de ordemaatrege len, niet gering denken. Die korte bel wordt slechts twee a drie seconden achter elkaar gebruikt. Als de leden er dus éénmaal mee horen bellen, begrijpen zij, dat de minister aan het woord komt; zij kunnen zich dan, wanneer zij zich in het oude Kamergebouw bevinden, naar de Ridderzaal begeven, om de regering aan te horen. En de leden, die in een van de vele vertrekken van het grafelijke slot zelf verpozing.of werk gevonden hebben, kunnen eveneens naar de grote vergaderzaal gaan. Dat zijn dingen, die de dames en heren afgevaardigden precies moeten weten. Zij moeten trouwens met nog veel meer op de hoogte zijn. Er is een compleet bel-reglement oekend gemaakt. Wanneer de_ president tweemaal met de korte bel belt, wordt de ver gadering voor korte tijd geschorst. Als de volksvertegenwoordigers nu maar niet in de war raken, want tot dusver belde dr. Kortenhorst voor een korte schorsing drie maal met zijn korte bel. Drie maal bellen met de korte bel betekent voortaan: de vergadering wordt hervat. Als de korte bel ten slotte vier keer achtereen rinkelt, dan beduidt dit, de dames en heren waar zij zich in de Ridderzaal, of in het oude Kamergebouw ook bevinden dat de vergadering gesloten wordt of aan het einde van de middag geschorst wordt tot des avonds. De vroede heren zullen dit allemaal uit hun hoofd moeten leren. Zodra zij deze regels er goed hebben ingeprent, kunnen zij aan les twee begin nen, want er is ook nog een lange bel. Die lange bel wordt zo afgesteld, dat zij ongeveer dertig seconden blijft doorbellen. Dat is aanzienlijk korter dan tot nu toe, doch lang genoeg zo leert de voorzitter zijn discipelen om geen misverstand met de korte bel te doen ontstaan. Die lange bel wordt gebeld om aan te duiden, dat de vergadering begint, of dat er 'n stemming wordt gehouden. In dat laatste geval zal de lange bel de leden dus ijlings naar de vergaderzaal dóen snellen om hun pro of contra uit te spreken. Dr. Kortenhorst zal dit nieuwe belsysteem ongetwijfeld nauwkeurig toe passen. Hij duldt van de heren commiezen-griffiers, die doorgaans de bel bellen, geen bel-rebellie. Want daarover zou hij zich wel eens zeer gebelgd kunnen tonen. LIET WAS zulk mooi voorjaarsweer, dat de jongens en meisjes in de klas de grootste moeite hadden om te luisteren naar mijnheer Atlas, de aard rijkskundeleraar. En vooral Wim Hol- lema kon zijn gedachten heel moeilijk bij de les houden, want hij moest tel kens denken aande aap, die zijn broer uit Indonesië had meegebracht. „Zeg, Hollema", klonk eensklaps de scherpe stem van mijnheer Atlas, „ik heb je niet gezegd, dat je een buur praatje met je vriend Van Dam moest gaan houden. Blijf aan je werk!" „Ja, mijnheer", zei Wim gedwee en werkelijk keek hij even in zijn boek, maar er drong geen woord tot hem door van alle wijsheid, die daarin be schreven stond. Hij keek als bij toeval naar het raam. In het kozijn was een gestalte verschenen, waarin Wim tot zijn onuitsprekelijke verbazing meester Pisang, zijn aapje herkende! „Kijk nou eens, Karei!" sprak hij zacht en opgewonden tot zijn vriend. „Kijk eens naar het raam!" Vanzelfsprekend was ook Karei niet weinig verwonderd het kleine, grappi ge diertje daar te zien. „Hoe is dat nou mogelijk?" stamelde hij, „hoe komt dat beest hier?" Ja, dat was een raadsel. Het diertje had die geheimzinnige gave, die de mensen „instinct" noemen, om zijn meester over grote afstanden te kunnen opspo ren. Diezelfde gave bezitten ook hon den en katten en vooral de postduiven zijn daardoor in staat om over een af stand van honderden kilometers hun huis terug te kunnen vinden. De aap beschouwde het dus als de gewoonste zaak van de wereld, dat hij, nadat hij stilletjes het huis van de familie Holle- ma verlaten had, rechtstreeks naar de school was gegaan, waar Wim zijn ken nis vergrootte. Tevergeefs hadden eni ge mensen onderweg getracht om hem te vangenhet schrandere dier was hun telkens te slim af geweest. Met het grootste gemak was hij tegen de schoolmuur opgeklauterd en nu zat hij, met knipperende oogjes, tevreden naar zijn baasje te kijken, naar Wim, die zich geen raad wist van de schrik over de onverwachte verschijning van zijn aapje. „Stel je voor, dat hij de klas binnen komt!" dacht Wim. Nauwelijks had Wim dit gedacht of wat hij gevreesd had, gebeurde. Met een verbluffend snelle sprong wipte meester Pisang van het kozijn af op een bank en tegelijk kwam de hele klas in opschudding. „Een aap! Een aapschreeuw den de jongens. „O, jakkes een aap!" gilden de meis jes en een paar sprongen zenuwachtig op de zitting van hun bank, alsof zij vreesden dat het onschuldige diertje hen zou bijten. „Nee, maar....!" riep mijnheer Atlas en zijn bril gleed van opwinding naar het topje van zijn neus. „Een aap! Dat is vreselijk. Dat kan ik niet toestaan! Jaag onmiddellijk de aap het raam uit!" „Ja ja!" riepen de jongens vrolijk, blij om het verzetje. „Laten we hem vangen! Allemaal tegelijk!" Het werd een wilde ren door het klaslokaal. Al len liepen door elkaar en meermalen kwam meester Pisang in het nauw, maar steeds wist hij zich op het laatste ogenblik door een enorme sprong te redden. Zo vlug konden de jongens niet zijn, of Pisang was vlugger! Boe ken, schriften en tassen vlogen naar alle kanten en Wim stond doodsangsten uit, dat een van die voorwerpen zijn aapje zou raken. Hij zou het wel willen uitschreeuwen, dat ze zijn diertje met rust moesten laten, dat meester Pisang niemand kwaad zou doen. Steeds wilder werd de jacht en het leek, alsof meester Pisang niet meer zou kunnen ontsnappen. Juist was het diertje in een hoek gedreven, toen in- en slechte spijsvertering veroorzaken hoofdpijn, misselijkheid, lusteloosheid, gemelijkheid enz. Foster's zachtwer- kende Maagpillen zijn het probate laxeermiddel en dragen zorg voor een volkomen normale ontlasting. Verkrijgbaar bij apothekers en drogis ten. Imp. H. ten Herkei, Hilversum. eens de kreet door de klas klonk: „De directeurDe directeurTer stond was het rustig. Iedereen liet de aap in de steek en staarde naar de di recteur, die streng naar de wanorde lijke bende vóór hem keek en vervol gens de reden van al dat lawaai aan mijnheer Atlas vroeg. Zo kort mogelijk legde mijnheer Atlas het hem uit. „Waar is die aap nu?" vroeg de di recteur. Iedereen keek om zich heen, naar boven, naar beneden, naar links en naar rechtsmaar meester Pi sang was spoorloos verdwenen! „Misschien door het raamop perde Wim, maar enkele jongens, die daar de wacht hadden gehouden, spra ken dit met klem tegen. Vlug liet de directeur nu alle jongens en meisjes in hun lessenaar zoeken, in hun tassen.... zelfs in de lessenaar van mijnheer At lasmaar nergens was de aap te vinden. Tamelijk verwonderd gingen de leerlingen, toen de directeur ver trokken was, weer aan het werk, maar de aandacht? toch al niet groot, was nu geheel verdwenen. Het was een op luchting, toen de bel ging en zij de school konden verlaten. Wim en Karei bleven achter en ke ken, als laatste, nog eens rond. „Ik begrijp niet, waar Pisang zo in eens gebleven kan zijn", zei Wim, schouderophalend. „Zo zag je hem en zo zag je hem niet". Hij hield op, toen Karei chaterla- chend zijn arm greep en naar de prul- Iemand wees, in de hoek van het lo kaal In de massa papieren was eens klaps beweging gekomen en tussen al lerlei witte vellen stak ineens het brui ne kopje van meester Pisang omhoog, die zich daar verborgen had! Zijn grappige kraaloogjes glunderden en hjj scheen te willen zeggen: „Hoe heb ik dat opgeknapt? Heb ik ze eventjes al lemaal te pakken genomen?-";, DE RAADSELS 1. Met een g. doe ik mijn mond open, met een j. ben ik een jongensnaam en met een r. ben ik een soort wortel. 2. Mijn eerste is een inwoner van Europa, mijn tweede een lidwoord, mijn derde is het tegengestelde van donker. Mijn geheel is een natuur verschijnsel. Wie weet het? tqoiiaapTOO^i g 'deer 'deep 'deefj 'uaSurssojdo sq Puzzle 136 Iets voor de cijferliefhebbers Het kleinste getal bestaande uit en kel énen, dat deelbaar was door 2071723 was het getal bestaande uit 17 enen en de uitkomst was dan 5363222357. Zeer veel correcte oplossingen kwa men ditmaal binnen. Weten de puzze laars dat men nog steeds zoekende is of een getal bestaande uit 19 enen deel baar is of niet? Na loting onder de inzenders van een goede oplossing is de wekelijkse prijs a 5.— ditmaal ten deel gevallen aan de heer D. Smit, Watertorenweg 14 te Egmond aan Zee. Gefeliciteerd! Deze prijs zal worden toegezonden. En nu onze nieuwe opgave: Puzzle 137 Tien moeilijke woorden Hieronder vind men in alphabetische volgorde vijftig lettergrepen waarvan tien zelfstandige naamwoorden ge vormd kunnen worden. Wij geven geen omschrijvingen maar alleen de letter grepen en vertellen verder dat er drie woorden zijn van vier lettergrepen, vier van vijf en drie van zes. De woor den moeten in deze volgorde worden ingezonden ook alphabetisch. Lettergrepen. ar be beids ci co dels dels der di druk e een ga han han kan ke komst las len man men ming na ne ni o on op or or pa pas po re ring rij sa sa si sie spe tie tie tie tie ting toor ver zwe. Welke woorden zijn bedoeld? Oplossingen (per briefkaart) tot en met Donderdag 25 Mei aan de Redactie van dit blad. (Er wordt weer een prijs van 5.— verloot). ONS RECHTSZAALTJE levert jaar lijks boeiende stof genoeg voor een ro man in zes delen met een voorwoord en een aanhangsel. Het is, dat mij de tijd ontbreekt, maar andersNou, wie er aan begint zal in -t nvang „Ge jaagd door de wind" en alle Noorse tri- logiën en zelfs de rapportencyclus van de parlementaire enquêtecommissie met honderden pagina's slaan. Kilo's zwaar der dan het complete geuzenvendel van Jan de Hartog zou het worden en een stuk erger wat grondigheid en bondig heid van taal betreft. We staan hier voor letterlijk niets. Neem nou de sprietige vrouw met dat muizensnoetje, die vanochtend in haar blauwe balletjesjurk voor de Kadi trad. Op het oog een mensje, dat leeft bij koffie en pepermunt, dat ordente lijk de kousen stopt en op tijd de ka narie verschoont. Echt zo'n vrouwtje, waarvoor de boekhandel adverteert: „Geef moeder een boek op moederdag" (om ze in de boekenweek met een taart te verrassen, vermoedelijk). De moeder lijkheid omstraalde haar als een zonne cirkel van goedheid, maar dat was ge zichtsbedrog. Hier stond een tijgerin. De griffier, die de dagvaarding voor droeg, hing er een wild schilderij van op. Ze had twist gehad met een buur vrouw (die in de getuigenbank zat als een kleindochter van Kenau Simons Hasselaar), ze had die rondborstige da me met een emmer op het bolle hoofd gemept („het dreunde door me kop as een onweersslag", zei de getuige), ze had haar slachtoffer voorts mondeling en ten aanhore van de ganse straat in gedeeld bij de gildezusters van wat het oudste beroep der vrouwelijke kleine zelfstandigen wordt geheten. Toen was er, gewekt door krijsende geluiden, een politieman nader gedren teld, vragend of er soms wat aan de hand was. Hetgeen de vrouw met het muizengelaat, naar zij tot de Kadi zei- de, op de stille zenuwen was geslagen. Weshalve zij de diender had toegevoegd! Loop door, gore luizenkoning. Dat mag natuurlijk niet. Het is bo vendien onrechtvaardig, want de Ne derlandse agent van politie is doorgaans een frisgewassen man in een helder hemd. Ik heb nog nergens gelezen, dat er een brigadier van politie ter ontlui- zing in Elim werd gebracht. Al moeten sommige nieuwbakken rechercheurs die meer op stomme venters in dossiers lijken hoognodig een stortbad ijswa- ter op hun kop hebben alvorens op 'n Haagse wenk uit de rijen der vaklui te verdwijnen. Maar zelfs die enkele sufferd mag een stille-zenuwen-juf niet kronen tot „lui zenkoning". De muizensnuit leerde het vanochtend uit het lesje, dat de rechter haar gaf. Er was geen vreemd woord bij maar het ging er wel Spaans op uit. En het schoolgeld bedroeg veertig, gul den. Mocht ze nóg eens zo'n uitbundige last van de stille nerveusiteiten krij gen dan gaat ze in 't kolenhok. Ze werd er oleek en beverig van. En tot de agent zei ze liefjes; Dag meneer. Ik vond het een akelig mens. Maar die balletjesjurk stond 'r wel aardig. Met 'n kopmouw en smokwerk in de borst- pandjes. Echt leuk. KAREL. Molyneux heeft een aantrekkelijk plissé-rokje voor het jonge meisje ge lanceerd. Slechts de pas is geheel strak. De enige versiering van dit een voudige jurkje wordt gevormd door de witte manchetten en de kleine witte kraag, waaronder een lint is geknoopt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1950 | | pagina 7