Eerlijke bedelaars bouwen eigen stad
Pijpleidingen van Texas tot New York
Finse sisugarantie voor toekomst
Frank Erickson,
Amerikaanse
de koning der
bookmakers
De rechte weg is niet altijd de snelste
In het Finse „Delft"
Aantal t.b.c.-gevallen
nog zeer hoog
Studenten bestormden
wallen van ,,Damstadt''
Afkerig van publiciteit, thans in het middelpunt
Proces tegen de koning
der gokkers
Aardgas: goedkope brandstof
Problemen van de
„sliertploeg"
Aardgas
Soldaten op weg
naar huis
WOENSDAG 21 JUNI 1950
Wij, lezers, hadden de eer in deze
torenkoepel de beste maaltijd opgediend
te krijgen, die ons in onze overigens
langs niet onappetijtelijke Finse dagen
gewerd, maar wij hadden dan ook van
te voren een ontdekkingstocht-met-hin
dernissen ver buiten Helsinki gemaakt,
toen we over puinmassa's door een bos
strompelden, waar de lucht voortdurend
gespannen stond van het geknal van
rotsenverbrekende dynamietpatronen.
Wat we daar deden? In Finland krij
gen de ingenieurs en architecten hun
opleiding aan het Technologisch Insti
tuut te Helsinki, een min ot meer uni
versitaire gemeenschap die onder een
speciale vorm van zelfbestuur bestaat.
De regering heeft aan een z.g. admi
nistratieve raad vergaande volmachten
verstrekt en daardoor is het mogelijk
geworden een eigen sfeer te scheppen,
zonder altijd door ambtelijke contröle
of wetsartikelen te worden gehinderd.
Dit Finse „Delft" heeft een bevolking
van ver over de 2000 studenten, van wie
bijna het tiende deel vrouwelijke.
Naast al het hulppersoneel heeft men
er ruim 50 professoren, terwijl de libe
raliteit ten opzichte van de taal zeer
ver gaat: er wordt zowel in het Fins
als in het Zweeds onderwezen. De stu
denten komen uit alle mogelijke krin
gen: meer dan een ach'tste deel is van
boerenafkomst en maar heel weinig
minder wordt uit de arbeidersklasse ge-
recruteerd. De toeloop is ook hier voor
al in de laatste jaren zo druk, dat nau
welijks 30 a 40 procent van de adspi-
ranten kan worden aangenomen.
Van standsverschil tussen de studen
ten merkt men niets; in geheel Scandi
navië is dit trouwens een vrij vreemd
begrip. Allen behoren tot éénzelfde stu
dentencorps, zijn daartoe zelfs ver
plicht, maar in dit corps kan vrijwel
elk initiatief zich dan ook ontplooien.
Zo is er een studentenkoor, dat tot de
beste koren van Finland behoort en
binnenkort zelfs een reis naar de USA
gaat maken en het studenten-orkest ge
niet al een even goede naam. Hoeveel
ijver er aan sport en athletiek besteed
wordt, kan men gemakkelijk gissen, als
men iets gezien heeft van wat scholen
en organisaties op dat terrein preste-
(Van onze speciale verslaggever)
ERGENS in een van de hoofdstraten van Helsinki staat een fors gebouw van
ietwat afwijkende architectuur: zo stevig en zwaar en romantisch als een
tmo&sleeuwse burcht. Hoog in de eigenaardige koepeltoren is een aller-eigen-
aardlgst kamertje, dat door de vaste bezoekers van dit huis slechts eenmaal in
hun leven betreden mag worden, n.1. als ze het examen met goed gevolg afgelegd
hebben dat hen in staat stelt de koude wereld binnen te treden. Op de binnen
kant van de deur, die toegang geeft tot dit zéér exclusieve verblijf, staat een
wonderlijk gedrocht afgebeeld: de nooit-geziene, maar in dit milieu altijd aan
wezige „grimmig-kijkende-ingenieur-met-de-zwarte-baard", het sedert decennia
eerbiedig vereerde symbool van de gemeenschap, die aan de Finse Technische
Hogeschool bestaat.
nen valt, zijn de studenten als de kip
pen bij: als kaartenverkopers, winkel
bedienden, vacantiehulpjes, kortom
naar eigen benaming als „eerlijke be
delaars" vechten ze om de benodigde
kapitale som bijeen te krijgen, over
tuigd als ze zijn dat de regering aan
de oorlogsschade-vergoedingen meer
dan de handen vol heeft.
Maar de Finse jeugd bezit „sisu", die
typische eigenschap die alleen maar
als pit, fut, kracht, energie en misschien
nog het best met het Friese „kriich"
aan te duiden is. De studenten hebben
Otaniemi reeds, hun stad krijgen ze
wel!
„De school" een voorname factor.
Zoals voor alle Scandinavische volken
betekent de school ook voor de Finnen
geweldig veel: de leerplicht (van 7
15 jaar) is de natuurlijkste zaak ter
wereld. Er wordt 36 weken (in dun
bevolkte streken 28 weken) per jaar
school gehouden en het accent valt
daarbij sterk op het practisch element:
handenarbeid betekent er bijv. veel
meer dan te onzent. De staat betaalt
alle leermiddelen en ook de schoolvoe-
ding, die alle kinderen tussentijds ont
vangen. Kinderen uit arme gezinnen
krijgen kleren en schoenen en de goed
geregelde medische en tandheelkundige
verzorging is ook gratis. De onderwijs
vernieuwing wordt ook hier druk be
sproken; door de groter onafhankelijk
heid der scholen zijn meer mogelijkhe
den voor decentralisatie en dus voor
experiment en initiatief gegeven.
De middelbare scholen hebben niet
zulk een overladen programma als in
Nederland; Grieks leert men bijv. ook
op de gymnaeia niet en buiten Fins en
Zweeds heeft men er als lesvak ten
hoogste nog twee of drie andere talen
bij. Hoewel de Finnen het liefst Duits
spreken, heeft het Engels na de oorlog
(vooral door het uitstekende werk van
de British Council) een flinke sprong
vooruit kunnen doen. Het lerarentekort
is ook hier aanzienlijk. De aparte scho
len voor jongens en meisjes zijn ver in
de minderheid.
Wie over „sisu" in Finland spreekt,
heeft het ook over de volksopvoeding.
Het beurzenstelsel wördt ruim toege-
Energiek doorgevoerd initiatief.
Ruimtegebrek is de kwaal waar het
Instituut hevig aan lijdt. De onmoge
lijkheid om kamers te huren dwingt de
studenten tot het maken van revo-
lutionnaire plannen en daar zijn ze dan
ook niet voor teruggeschrokken.
Een kilometer of wat ten Westen van
Helsinki ligt een prachtig schiereiland.
Grondgebrek bestaat hier in elk geval
niet, dus kon de regering dit Otaniemi
gemakkelijk voor de bouw van een
studentenstad beschikbaar stellen. Hier
komen de schoolgebouwen, de villa's
voor de professoren en hun laboratoria,
de studentenhuizen, sportvelden, zwem-
gelegenheden en wat niet al. Het blijft
landelijk en het wordt allemaal uiterst
modern; in de loop van de komende
tien a twintig jaar hoopt men hier een
Technische stad met tal van research
instituten te laten verrijzen.
Ook al is het geld nog lang niet bij
een, toch is men reeds met de bouw
begonnen, want de studentenhui
zen, die op meer dan 2000 bewoners be
rekend zijn, moeten in 1952 reeds de
deelneemsters aan de Olympische Spe
len bergen. Een Amerikaanse inslag is
in opzet en architectuur reeds nu te
onderkennen.
Maar het geld! Finland is straatarm,
gelukkig is het particulier initiatief
kerngezond. Niet alleen verlenen dus
alle Finse gemeenten een subsidie, maar
ook persoonlijk wordt er veel gegeven,
Zo was er eind 1949 een bedrag van
millioen markka's bijeen maar dat is
nog geen millioen gulden en daar
kwamen sedertdien al weer 20 millioen
bij. Overal waar maar iets te verdie
Lea Vannas studeert architectuur en
draagt dus de Witte pet met de
zwarte kwast, waaraan de tech
nische studenten te onderscheiden
zijn: zij werkt hard mee aan de
opbouw van de Studentenstad en
dezer dagen werd ze gekozen tot
officieel laurier-krans-bindster van
de school, een hoge eer'.
past, ook op de universiteit, maar de
financiële toestand laat het voeren van
een actieve cultuurpolitiek niet toe.
Daartegenover staat, dat men zoveel
mogelijk het werk der volkshogescho
len steunt, omdat daardoor juist de ar
beidersklasse bereikt wordt. Hoewel ge
heel uit particulier initiatief ontstaan
(74 zijn min of meer neutraal, waar
van 56 Fins en 18 Zweeds en 30 hebben
een uitgesproken godsdienstige instel
ling) verleent de staat aan alle 60 proc.
subsidie.
Bovendien bezit Finland nog ruim 80
arbeidersscholen, die meer voor de
stadsbevolking bestemd zijn, maar ook
een grotendeels vrouwelijke bevolking
hebben. Dikwijls komen ze voort uit
de coöperatieve of christelijk-sociale
beweging.
Het merkwaardigste initiatief bieden
misschien nog wel de „studiekringen",
groepen van 1030 ouderen, die met
staatssteun werken. Hun werk ver
diende een beschouwing op zichzelf,
want alleen in 1946 liepen er reeds over
de 2000 van zulke officieel ingeschre
ven kringen.
Het is duidelijk, dat zowel de rege-
Uit het jaarverslag over 1949 van de
Nederlandse Centrale Vereniging tot
bestrijding der Tuberculose blUkt, dat
het sterftecijfer voor de tbc dat jaai
24.4 per 100.000 van de gemiddelde be
volking bedroeg. De cijfers over 1945,
1946, 1947 en 1948 waren resp. 85.9,
46.9, 37.3 en 28.3.
Het aantal sterfgevallen aan tbc be
droeg in 1949 2436. De sterfte aar,
longtuberculose beweegt zich nog
steeds in dalende lijn doch het aantal
ziektegevallen is nog zeer hoog. In
1949 werden bij de districtsconsultatie-
bureaux 17.461 (vorig jaar 17.947)
nieuwe lijders aan actieve tuberculose
ingeschreven.
Een ongeveer zestig man sterke
groep studenten heeft Dinsdag tegen
middernacht een poging gedaan om de
burgemeester van Damstadt gevangen
te nemen en tijdelijk het „stadtsbe-
stuur" in handen te nemen. Hun op
treden werd echter zodanig zo deel
de de politie mede dat opgetreden
moest worden. Een aantal agenten
verdreef met gummistok en sabels de
„aanvallers".
De studenten die, via daartoe mee
genomen ladders, hun plannen hadden
willen volvoeren, slaagden er wel in
de Stadtsvlagvan de toren te halen.
De praeses, die de vlag met zich voer
de, werd echter door de politie achter
haal d. Ook de ladders beuinden zich nn
op het politiebureau.
Indonesië en Spanje
in de Tarweraad
Tijdens de thans geëindigde bijeen
komst van de internationale tarweraad
zijn Indonesië en Spanje tot de inter
nationale tarweovereenkomst toege
laten. De toetreding van Japan werd
echter niet goedgekeurd. Duitsland,
dat kort geleden toetrad, was voor
het eerst vertegenwoordigd. Aan
Spanje werd een invoerquotum toe
gestaan van 100.000 ton. Aan Indonesië
werd een quotum van 75.000 ton toe
gestaan, dat zal worden afgetrokken
van het quotum van Nederland, dat
in feite verdeeld werd tussen Neder
land en Indonesië.
ring als de verantwoordelijke organi
saties in Finland alles zetten op de ver
sterking van de volkskracht. De „sisu"
was het die de Finse natie gedurende
acht eeuwen van vrijheid het hoofd om
hoog deed houden, de „sisu" kan deze
vier millioen straks ook sterk doen
staan als nieuwe stormen komen!
(Van onze correspondent in
New York).
Op het ogenblik leeft heel Amerika
het proces mee, dat te New York ge
voerd wordt tegen Frank Erickson,
alias „de grote onbekende".
Frank Erickson is zoals iedere New
Yorkse straatjongen weet, de koning
der gokkers. Daarvan heeft Frank,
noch iemand anders, ooit getracht een
geheim te maken. Hoe had hjj anders
een clientele kunnen trekken, die vol
doende geïnteresseerd is in zijn acti
viteit om hem per jaar een slordige
100.000 dollar te doen overhouden'
Zijn eretitel, de grote onbekende te
zijn is echter het gevolg van zijn
spreekwoordelijke terughoudendheid.
In tegenstelling tot zeer vele con
currenten in de gokwereld heeft Erick
son nog nooit een interview toege
staan; foto's zijn zelden genomen; de
administratie van zijn bedrijf wordt
eerder in zijn hersens dan in kasboe
ken gevoerd.
De misdaad, waarvoor Erickson zich
moet verantwoorden, is het aannemen
van weddenschappen, een onmisken
bare overtreding van de wet, die im
mers het bookmaken verbiedt.
Noem het de omstandigheden van
het leven. Als zijn tante in Brooklyn
die zijn carriere in de maatschappij
lanceerde, haar zin had, gehad, was
Frank vandaag een kellner in een Ke
gelbaan geweest. Dat was dan een
promotie van zijn eerste functie, ile
van loopjongen in een dergelijke zaak
De klanten stuurden Frank met
gokbriefjes naar de plaatselijke book
maker om hun weddenschappen te
plaatsen; van laatstgenoemde kreeg
Frank een „percentage" van wat hij
binnenbracht en af en toe gaven ie
kegelaars, die gelukkig op de paarden
hadden gewed hem een fooitje. Tot de
dag kwam, waarop Frank's baas hem
juist op het critieke uur, waarop de
gokpapiertjes moetsen worden afgege
ven met een ijlboodschap elders
heen stuurde, Min of meer „in zenu
wen" begon Frank de terugweg naar
de Kegelbaan, in de wetenschap dat
de kegelaars er geen genoegen mee
zouden nemen, wanneer hun dub
beltjes, kwartjes en dollars niet opf de
uitverkoren paarden waren gezet.
Tevens vreesde Frank, dat hij wel
licht jaren zou moeten werken, indien
hij de gelukkige winnaars zou moe
ten uitbetalen. Teneinde derhalve de
beste strategie uit te werken, besloot
(Van onze correspondent te New York)
QP TAL VAN PLAATSEN in Amerika ziet men dezer dagen grote vracht
wagens Stalen huizen met een diameter van ongeveer zestig centimeter aan
voeren. In de steden valt het nauwelijks op. De activiteit in het bouwbedrijf
overtreft immers alles, dat dit land op dit gebied ooit heeft beleefd. Maar wan
neer men op het platteland waar hoogstens een eenzame boerderij staat op
tientallen mijlen afstand van de dichtstbijzijnde gemeenschap te midden van
onvolprezen natuurschoon honderden van deze buizen ziet die in hoog tempo
door ploegen potige arbeiders onder de grond worden gestopt, dan vraagt men
zich af, waar dit alles wel voor dient.
„^ARDGAS" is het antwoord, dat de
voorman u zal geven. „Aardgas!"
is de kreet van de huisvrouw en de
exploitant van grote flatgebouwen, die
elk op de goedkoopste manier hun wo
ningen verwarmd willen hebben en
hun fornuizen willen stoken met een
product, dat per kubieke eenheid tegen
een aanzienlijk lager tarief geleverd
kan worden dan de uit steenkool ver
kregen gassen. „Aardgas", zegt de be
legger in Wall Street, die er doorgaans
snel bij is om aandelen van een nieu
we industrie te kopen vóór deze tak
van bedrijf nog een hoge vlucht heeft
genomen.
In de oorlog tussen Finland en Rusland werd bij een bombardement het
gebouw van de Sowjet-legatie in Helsinki door de Russen zelf in puin
geworpen. De Finse regering gaf die puinhoop cadeau aan de technische
studenten. Eigenhandig hebben deze daarop 800.000 stenen afgebikt en naar
Otaniemi getransporteerd; hier ziet men enkele jonge mannen bezig met
opstapelen op het terrein. De foto is begin April genomen.
Aardgassen zijn een bijproduct van
de olie-winning, in die zin, dat zich
gewoonlijk aardgassen bevinden in de
onmiddellijke omgeving van olievel
den. In tal van gevallen ervaart men,
dat een olieboring niet alleen tot het
vinden van olie leidt, maar dat tege
lijkertijd aardgassen mee naar boven
komen. Deze laatste worden dan in
buizen geleid, en op enige hoogte bo
ven de olievelden verbrand. Waar de
boringen echter louter aardgassen op
leveren, is men er toe overgegaan het
product te kanaliseren naar opslag
plaatsen, die nu eens niet groter zijn
dan een cylinder, dan weer imposante
proporties van een gashouder aanne
men.
Niets nieuws onder de zon
Deze gassen zijn op zich zelf niets
nieuws. Maar de Amerikaan heeft dit
nieuwe stookmiddel in het centrum
van alle belangstelling geplaatst door
de wijze van exploitatie, die hij eraan
heeft gegeven. Teneinde snel en goed
koop een zo groot mogelijk aantal
klanten ei mee te kunnen voorzien,
besloot men tot de aanleg van een net
van pijpleidingen, dat zich thans r- im
2000 mijl uitstrekt van Texas tot New
York.
Het denkbeeld van een pijpleiding
is ook al geen votum voor de olie
industrie. Maar zelden heeft men een
zo uitvoerig gebruik van pijpleidingen
gemaakt als sinds de introductie van
de aardgassen. Een van de pioniers van
het pijpen-leggen is Roy F. Parkhill,
die thans in Oklahoma zijn eigen maat
schappij exploiteert, welke gedurende
de laatste 30 jaar voldoende pijpen
heeft gelegd om de evenaar te om
spannen. Het leggen van het buizen
stelsel geschiedt in twee operaties.
Eerst zorgt een zogenaamde „strin-
ging"-ploeg (vrij vertaald: „sliert
ploeg"). dat de pijpen min of meer op
de plaats van bestemming komen te lig
gen. Dit is minder eenvoudig dan men
doorgaans beseft; zware tractoren zijn
nodig om de met pijpen beladen
vrachtwagens door modder,, slijk, moe
rassen, en nauwelijks begaanbare berg
streken te trekken. Andere tractoren,
uitgerust met speciale lieren om de
buizen van de vrachtwagens te tillen
Bij verschillende boringen, die
de B.P.M. in ons land verricht
heeft, is men niet alleen op aard
olie, maar ook op aard-gas ge
stuit. Het is om de olie te doen,
doch ook het aardgas heeft
waarde, zij het, dat het nog niet
geëxploiteerd wordt in een om
vang van enige betekenis.. Wel
licht, dat dit in de toekomst wel
geschieden zal.
In Amerika is men ons in elk
geval ver vooruit, zoals blijkt uit
het artikel van onze correspon
dent in New York, dat wij hier
bij publiceren.
en zoetjes op de grond te leggen, vor
men eveneens een onderdeel van deze
karavaan. Elke pijp wordt gelegd op
de plaats waar de „graafploeg" hem
later zal lassen en op ongeveer tien
centimeter onder de grond zal ingra
ven. Want uiteindelijk mag niemand
ook maar iets zien van dit ondergrond
se pijpennet.
Gevaarljjk werk
J.JET WERK VAN DE sliertploeg is
niet zonder gevaar. In bergstreken
moet men soms een bedding in de rots
wand dynamieteren. En voor men een
veertien-tons vrachtauto tegen een
rotswand heeft opgesjord met behulp
van een vervaarlijke staalkabel, is
heel wat hard werk vereist. Zou de
kabel ooit breken, dan is het leven van
de truckchauffeur en zijn helpers in
gevaar.
Het leven van de sliert- en graaf-
ploegen is in feite dat van nomaden.
Het gros van de staf bestaat uit onge-
huwden; de getrouwden staan voor de
noodzaak hun kinderen bij familie on
der te brengen en voor de echtgenote
een woonwagen achter een van de
trucs te haken. Het spaart althans huis
huur uit.
De problemen van de pijpenleggers
zijn legio. Roy Parkhill vertelde ons
het pieest gebruikelijke avontuur, dat
zijn mannen beleven: boeren, die spon
taan komen aanbieden om de pijpen
door hun land te legen, of die de kara
vaan een omweg willen besparen door
toestemming te verlenen door hun ter
rein te trekken. „Meestal ging het dan
zo", zei Roy, „zodra de eerste truck bij
de uitgang van de boerderij kwam,
stond er een sterke barrière, waarach
ter onze vriend de landbouwer zich
had opgesteld tezamen met de plaatse
lijke advocaat. Of we maar wilden be
talen voor deze privileges, die we had
den ontvangen. Zeiden we dan, dat hij
ons doortocht had aangeboden, dan be
aamde de boer dit, maar voegde er aan
toe, dat hij geen mond had open ge
daan over het verlaten van het ter
rein. Een van mijn ploegen heeft op
die manier een paar dagen vast geze
ten, tot we een rechterlijke uitspraak
kregen, waarbij de boer gelast werd
ons te laten vertrekken. Ik heb er al
thans van geleerd, dat er weliswaar
maar één rechte lijn tussen twee pun
ten loopt, maar dat die lijn niet nood
zakelijk de snelste route is".
Frank in een stil kroegje een glaasja
bier te gaan drinken om aan de hand
van de laatste avond-editie na te gaan,
hoeveel het hem zou kosten als hij de
winnaars moest uitbetalen. Hij kwam
tot de verrassende ontdekking, dat net
geld, dat de kegelaars hem hadden
meegegeven voor hun gezamenlijke
weddenschappen, ruimschoots vol
doende was om de winnaars het vol
ledige pond te geven, waarna er nog
een verdienstelijke winstmarge voor
Frank op overschoot. Het was duide
lijk, hoe Frank's leven zich van dit
punt af zou ontwikkelen.
Prompte uitbetaling.
Evenals Douglas Stewart in Londen,
vestigde Frank Erickson zijn reputatie
in New York door zijn prompte uit
betalingen. Hij was goed voor het
geld. Dat wist iedereen. Het spreekt
vanzelf dat het bedrijf van de koning
der bookmakers zich spoedig uitbreid
de tot ver buiten de grenzen van deze
metropolis. Hij richtte filialen op in
alle vacantie-oorden, waar hij som»
40.000 dollar per jaar aan huur oe-
taalde voor een strandhut in de buurt
van het amusementscentrum, waar de
rijke „society" zich vermaakt, opdat
deze zich al zonnebadende kon verrij
ken of verarmen op paarden of bas
ketball, of op het aantal auto's dat per
dag door een bepaalde tol zou rijden
Want Frank' ideeën op het gebied van
de gok waren even onuitputtelijk ris
origineel.
Wie in dit land veel geld verdient
in een bedrijf dat bloeit, doch in laat
ste instantie illegaal is, moet zich „De-
scherming" aanmeten. Men moet
vrienden maken, of kopen. Men m >et
op strategische punten bij de politie
in het stadsbestuur, of bij het Huis van
Afgevaardigden op sympathie te kun
nen rekenen. Voor de door vrienden
bewezen diensten revancheert men
zich dan weer als er zich een ogen
blik daarvoor voordoet. Toen b.v. bur
gemeester O'Dwyer van New York
verleden jaar veel geld nodig had voor
zijn campagne, werd een feest gege
ven, waaraan Erickson niet ontbrak.
Dat was onvoorzichtig van Frank,
want de persfotografen herkenden hem
en fotografeerden hem met een wel
lust als gold het een uit retraite ver
schenen kluizenaar. Niemand was ver
baasd, dat O'Dwyer een jaar later een
voorstel deed om in de stad New Yocsc
het aannemen van weddenschappen toe
te staan. Helaas (voor Frank): het
voorstel van de burgemeester werd
geketst.
Gevaar?
Een ander vooraanstaand stadsbe
stuurder, districts-procureur Hogan,
die tijdens deze laatste verkiezingen
door de burgemeester voor schut was
gezet, koestert ambities voor een ho
ger ambt, dat eerlang zal openkomen,
nl. dat van gouverneur van de staat
New York, welke plaats thans bezet
is door Dewey. Dewey was voor hij de
ze functie bekleedde, eveneens districts
procureur en hij verwierf zich inder
tijd grote faam door het opruimen rnn
het bendewezen in New York. Kwade
tongen beweren, dat Hogan hoopt zich
evenveel populariteit te verwerven als
Dewey, door een opruiming te houden
van al degenen, die in de bookmake-
rij hun brood verdienen, Hogan is een
degelijk man, maar is er in tegen
stelling tot Dewey nog niet in ge
slaagd publiciteit voor zichzelf te ma
ken met een grote zaak, waarover men
maanden blijft spreken. In Erickson
ziet hij zijn kans. Want indien de ko
ning der bookmakers inderdaad ge
dwongen wordt een boekje open te
doen over zijn relaties met vooraan
staande Amerikanen, dan kan het nau
welijks uitblijven, dat er rissen sqhan-
dalen loskomen.
Marshallgelden voor werken
in de Biesbosch
Met de ECA is overeenstemming be
reikt over het gebruik van f 2mil
lioen uit de tegenwaarderekening der
Marshall-hulp voor financiering van
waterbouwkundige werken in de Bies
bosch. Hierdoor zal, naar mag worden
verwacht, de waterstaatkundige toe
stand van dit gebied worden verbeterd,
hetgeen van belang is o.m. voor de op
voering van de agrarische productie
van Nederland.
Een zware tractor trekt een truck, geladen met buizen tegen een helling
op. Het is een verantwoordelijk en gevaarlijk werk; als de stalen verbin
dingskabel breekl komen de levens van de chauffeur en de andere arbei
ders in ernstig gevaar. Zoals de foto laat zien, worden de buizen vaak door
landschappen vol natuurschoon gelegd.
Churchill wil deelnemen
aan Parijse besprekingen
Winston Churchill heeft met een aan
tal afgevaardigden van de liberale
partij in het Engelse Lagerhuis een
motie ingediend, waarin de Engelse re
gering verzocht wordt, deel te nemen
aan de huidige besprekingen over het
plan-Schuman.
Amarapoora, 19 Juni Kaap
Tenez gepasseerd (naar Amster
dam met burgers).
Dorsetshire, 19 Juni 100 m. Oost
van Malta (naar Amsterdam met
burgers)
General J. H. McCrae, 19 Juni
Kaap Tenez gepasseerd naar Rot
terdam)
Atlantis, 19 Juni 1000 mijl OZO
Castelbianco, 19 Juni bij Ad-o
burgers).
Castelbianco, 19 Juni bij Aden
(naar Amsterdam met burgers).
Empire Brent, 19 Juni 330 mijl
NNW van Perim (naar Rotter
dam met burgers).
Fairsea, 19 Juni 230 mijl NNW
van Perim (naar Rotterdam).
Goya, 19 Juni 280 mijl NNW
van Perim (naar Rotterdam).
1