Eerlijke bedelaars bouwen eigen stad Pijpleidingen van Texas tot New York Finse sisugarantie voor toekomst Frank Erickson, Amerikaanse de koning der bookmakers De rechte weg is niet altijd de snelste In het Finse „Delft" Aantal t.b.c.-gevallen nog zeer hoog Studenten bestormden wallen van ,,Damstadt'' Afkerig van publiciteit, thans in het middelpunt Proces tegen de koning der gokkers Aardgas: goedkope brandstof Problemen van de „sliertploeg" Aardgas Soldaten op weg naar huis WOENSDAG 21 JUNI 1950 Wij, lezers, hadden de eer in deze torenkoepel de beste maaltijd opgediend te krijgen, die ons in onze overigens langs niet onappetijtelijke Finse dagen gewerd, maar wij hadden dan ook van te voren een ontdekkingstocht-met-hin dernissen ver buiten Helsinki gemaakt, toen we over puinmassa's door een bos strompelden, waar de lucht voortdurend gespannen stond van het geknal van rotsenverbrekende dynamietpatronen. Wat we daar deden? In Finland krij gen de ingenieurs en architecten hun opleiding aan het Technologisch Insti tuut te Helsinki, een min ot meer uni versitaire gemeenschap die onder een speciale vorm van zelfbestuur bestaat. De regering heeft aan een z.g. admi nistratieve raad vergaande volmachten verstrekt en daardoor is het mogelijk geworden een eigen sfeer te scheppen, zonder altijd door ambtelijke contröle of wetsartikelen te worden gehinderd. Dit Finse „Delft" heeft een bevolking van ver over de 2000 studenten, van wie bijna het tiende deel vrouwelijke. Naast al het hulppersoneel heeft men er ruim 50 professoren, terwijl de libe raliteit ten opzichte van de taal zeer ver gaat: er wordt zowel in het Fins als in het Zweeds onderwezen. De stu denten komen uit alle mogelijke krin gen: meer dan een ach'tste deel is van boerenafkomst en maar heel weinig minder wordt uit de arbeidersklasse ge- recruteerd. De toeloop is ook hier voor al in de laatste jaren zo druk, dat nau welijks 30 a 40 procent van de adspi- ranten kan worden aangenomen. Van standsverschil tussen de studen ten merkt men niets; in geheel Scandi navië is dit trouwens een vrij vreemd begrip. Allen behoren tot éénzelfde stu dentencorps, zijn daartoe zelfs ver plicht, maar in dit corps kan vrijwel elk initiatief zich dan ook ontplooien. Zo is er een studentenkoor, dat tot de beste koren van Finland behoort en binnenkort zelfs een reis naar de USA gaat maken en het studenten-orkest ge niet al een even goede naam. Hoeveel ijver er aan sport en athletiek besteed wordt, kan men gemakkelijk gissen, als men iets gezien heeft van wat scholen en organisaties op dat terrein preste- (Van onze speciale verslaggever) ERGENS in een van de hoofdstraten van Helsinki staat een fors gebouw van ietwat afwijkende architectuur: zo stevig en zwaar en romantisch als een tmo&sleeuwse burcht. Hoog in de eigenaardige koepeltoren is een aller-eigen- aardlgst kamertje, dat door de vaste bezoekers van dit huis slechts eenmaal in hun leven betreden mag worden, n.1. als ze het examen met goed gevolg afgelegd hebben dat hen in staat stelt de koude wereld binnen te treden. Op de binnen kant van de deur, die toegang geeft tot dit zéér exclusieve verblijf, staat een wonderlijk gedrocht afgebeeld: de nooit-geziene, maar in dit milieu altijd aan wezige „grimmig-kijkende-ingenieur-met-de-zwarte-baard", het sedert decennia eerbiedig vereerde symbool van de gemeenschap, die aan de Finse Technische Hogeschool bestaat. nen valt, zijn de studenten als de kip pen bij: als kaartenverkopers, winkel bedienden, vacantiehulpjes, kortom naar eigen benaming als „eerlijke be delaars" vechten ze om de benodigde kapitale som bijeen te krijgen, over tuigd als ze zijn dat de regering aan de oorlogsschade-vergoedingen meer dan de handen vol heeft. Maar de Finse jeugd bezit „sisu", die typische eigenschap die alleen maar als pit, fut, kracht, energie en misschien nog het best met het Friese „kriich" aan te duiden is. De studenten hebben Otaniemi reeds, hun stad krijgen ze wel! „De school" een voorname factor. Zoals voor alle Scandinavische volken betekent de school ook voor de Finnen geweldig veel: de leerplicht (van 7 15 jaar) is de natuurlijkste zaak ter wereld. Er wordt 36 weken (in dun bevolkte streken 28 weken) per jaar school gehouden en het accent valt daarbij sterk op het practisch element: handenarbeid betekent er bijv. veel meer dan te onzent. De staat betaalt alle leermiddelen en ook de schoolvoe- ding, die alle kinderen tussentijds ont vangen. Kinderen uit arme gezinnen krijgen kleren en schoenen en de goed geregelde medische en tandheelkundige verzorging is ook gratis. De onderwijs vernieuwing wordt ook hier druk be sproken; door de groter onafhankelijk heid der scholen zijn meer mogelijkhe den voor decentralisatie en dus voor experiment en initiatief gegeven. De middelbare scholen hebben niet zulk een overladen programma als in Nederland; Grieks leert men bijv. ook op de gymnaeia niet en buiten Fins en Zweeds heeft men er als lesvak ten hoogste nog twee of drie andere talen bij. Hoewel de Finnen het liefst Duits spreken, heeft het Engels na de oorlog (vooral door het uitstekende werk van de British Council) een flinke sprong vooruit kunnen doen. Het lerarentekort is ook hier aanzienlijk. De aparte scho len voor jongens en meisjes zijn ver in de minderheid. Wie over „sisu" in Finland spreekt, heeft het ook over de volksopvoeding. Het beurzenstelsel wördt ruim toege- Energiek doorgevoerd initiatief. Ruimtegebrek is de kwaal waar het Instituut hevig aan lijdt. De onmoge lijkheid om kamers te huren dwingt de studenten tot het maken van revo- lutionnaire plannen en daar zijn ze dan ook niet voor teruggeschrokken. Een kilometer of wat ten Westen van Helsinki ligt een prachtig schiereiland. Grondgebrek bestaat hier in elk geval niet, dus kon de regering dit Otaniemi gemakkelijk voor de bouw van een studentenstad beschikbaar stellen. Hier komen de schoolgebouwen, de villa's voor de professoren en hun laboratoria, de studentenhuizen, sportvelden, zwem- gelegenheden en wat niet al. Het blijft landelijk en het wordt allemaal uiterst modern; in de loop van de komende tien a twintig jaar hoopt men hier een Technische stad met tal van research instituten te laten verrijzen. Ook al is het geld nog lang niet bij een, toch is men reeds met de bouw begonnen, want de studentenhui zen, die op meer dan 2000 bewoners be rekend zijn, moeten in 1952 reeds de deelneemsters aan de Olympische Spe len bergen. Een Amerikaanse inslag is in opzet en architectuur reeds nu te onderkennen. Maar het geld! Finland is straatarm, gelukkig is het particulier initiatief kerngezond. Niet alleen verlenen dus alle Finse gemeenten een subsidie, maar ook persoonlijk wordt er veel gegeven, Zo was er eind 1949 een bedrag van millioen markka's bijeen maar dat is nog geen millioen gulden en daar kwamen sedertdien al weer 20 millioen bij. Overal waar maar iets te verdie Lea Vannas studeert architectuur en draagt dus de Witte pet met de zwarte kwast, waaraan de tech nische studenten te onderscheiden zijn: zij werkt hard mee aan de opbouw van de Studentenstad en dezer dagen werd ze gekozen tot officieel laurier-krans-bindster van de school, een hoge eer'. past, ook op de universiteit, maar de financiële toestand laat het voeren van een actieve cultuurpolitiek niet toe. Daartegenover staat, dat men zoveel mogelijk het werk der volkshogescho len steunt, omdat daardoor juist de ar beidersklasse bereikt wordt. Hoewel ge heel uit particulier initiatief ontstaan (74 zijn min of meer neutraal, waar van 56 Fins en 18 Zweeds en 30 hebben een uitgesproken godsdienstige instel ling) verleent de staat aan alle 60 proc. subsidie. Bovendien bezit Finland nog ruim 80 arbeidersscholen, die meer voor de stadsbevolking bestemd zijn, maar ook een grotendeels vrouwelijke bevolking hebben. Dikwijls komen ze voort uit de coöperatieve of christelijk-sociale beweging. Het merkwaardigste initiatief bieden misschien nog wel de „studiekringen", groepen van 1030 ouderen, die met staatssteun werken. Hun werk ver diende een beschouwing op zichzelf, want alleen in 1946 liepen er reeds over de 2000 van zulke officieel ingeschre ven kringen. Het is duidelijk, dat zowel de rege- Uit het jaarverslag over 1949 van de Nederlandse Centrale Vereniging tot bestrijding der Tuberculose blUkt, dat het sterftecijfer voor de tbc dat jaai 24.4 per 100.000 van de gemiddelde be volking bedroeg. De cijfers over 1945, 1946, 1947 en 1948 waren resp. 85.9, 46.9, 37.3 en 28.3. Het aantal sterfgevallen aan tbc be droeg in 1949 2436. De sterfte aar, longtuberculose beweegt zich nog steeds in dalende lijn doch het aantal ziektegevallen is nog zeer hoog. In 1949 werden bij de districtsconsultatie- bureaux 17.461 (vorig jaar 17.947) nieuwe lijders aan actieve tuberculose ingeschreven. Een ongeveer zestig man sterke groep studenten heeft Dinsdag tegen middernacht een poging gedaan om de burgemeester van Damstadt gevangen te nemen en tijdelijk het „stadtsbe- stuur" in handen te nemen. Hun op treden werd echter zodanig zo deel de de politie mede dat opgetreden moest worden. Een aantal agenten verdreef met gummistok en sabels de „aanvallers". De studenten die, via daartoe mee genomen ladders, hun plannen hadden willen volvoeren, slaagden er wel in de Stadtsvlagvan de toren te halen. De praeses, die de vlag met zich voer de, werd echter door de politie achter haal d. Ook de ladders beuinden zich nn op het politiebureau. Indonesië en Spanje in de Tarweraad Tijdens de thans geëindigde bijeen komst van de internationale tarweraad zijn Indonesië en Spanje tot de inter nationale tarweovereenkomst toege laten. De toetreding van Japan werd echter niet goedgekeurd. Duitsland, dat kort geleden toetrad, was voor het eerst vertegenwoordigd. Aan Spanje werd een invoerquotum toe gestaan van 100.000 ton. Aan Indonesië werd een quotum van 75.000 ton toe gestaan, dat zal worden afgetrokken van het quotum van Nederland, dat in feite verdeeld werd tussen Neder land en Indonesië. ring als de verantwoordelijke organi saties in Finland alles zetten op de ver sterking van de volkskracht. De „sisu" was het die de Finse natie gedurende acht eeuwen van vrijheid het hoofd om hoog deed houden, de „sisu" kan deze vier millioen straks ook sterk doen staan als nieuwe stormen komen! (Van onze correspondent in New York). Op het ogenblik leeft heel Amerika het proces mee, dat te New York ge voerd wordt tegen Frank Erickson, alias „de grote onbekende". Frank Erickson is zoals iedere New Yorkse straatjongen weet, de koning der gokkers. Daarvan heeft Frank, noch iemand anders, ooit getracht een geheim te maken. Hoe had hjj anders een clientele kunnen trekken, die vol doende geïnteresseerd is in zijn acti viteit om hem per jaar een slordige 100.000 dollar te doen overhouden' Zijn eretitel, de grote onbekende te zijn is echter het gevolg van zijn spreekwoordelijke terughoudendheid. In tegenstelling tot zeer vele con currenten in de gokwereld heeft Erick son nog nooit een interview toege staan; foto's zijn zelden genomen; de administratie van zijn bedrijf wordt eerder in zijn hersens dan in kasboe ken gevoerd. De misdaad, waarvoor Erickson zich moet verantwoorden, is het aannemen van weddenschappen, een onmisken bare overtreding van de wet, die im mers het bookmaken verbiedt. Noem het de omstandigheden van het leven. Als zijn tante in Brooklyn die zijn carriere in de maatschappij lanceerde, haar zin had, gehad, was Frank vandaag een kellner in een Ke gelbaan geweest. Dat was dan een promotie van zijn eerste functie, ile van loopjongen in een dergelijke zaak De klanten stuurden Frank met gokbriefjes naar de plaatselijke book maker om hun weddenschappen te plaatsen; van laatstgenoemde kreeg Frank een „percentage" van wat hij binnenbracht en af en toe gaven ie kegelaars, die gelukkig op de paarden hadden gewed hem een fooitje. Tot de dag kwam, waarop Frank's baas hem juist op het critieke uur, waarop de gokpapiertjes moetsen worden afgege ven met een ijlboodschap elders heen stuurde, Min of meer „in zenu wen" begon Frank de terugweg naar de Kegelbaan, in de wetenschap dat de kegelaars er geen genoegen mee zouden nemen, wanneer hun dub beltjes, kwartjes en dollars niet opf de uitverkoren paarden waren gezet. Tevens vreesde Frank, dat hij wel licht jaren zou moeten werken, indien hij de gelukkige winnaars zou moe ten uitbetalen. Teneinde derhalve de beste strategie uit te werken, besloot (Van onze correspondent te New York) QP TAL VAN PLAATSEN in Amerika ziet men dezer dagen grote vracht wagens Stalen huizen met een diameter van ongeveer zestig centimeter aan voeren. In de steden valt het nauwelijks op. De activiteit in het bouwbedrijf overtreft immers alles, dat dit land op dit gebied ooit heeft beleefd. Maar wan neer men op het platteland waar hoogstens een eenzame boerderij staat op tientallen mijlen afstand van de dichtstbijzijnde gemeenschap te midden van onvolprezen natuurschoon honderden van deze buizen ziet die in hoog tempo door ploegen potige arbeiders onder de grond worden gestopt, dan vraagt men zich af, waar dit alles wel voor dient. „^ARDGAS" is het antwoord, dat de voorman u zal geven. „Aardgas!" is de kreet van de huisvrouw en de exploitant van grote flatgebouwen, die elk op de goedkoopste manier hun wo ningen verwarmd willen hebben en hun fornuizen willen stoken met een product, dat per kubieke eenheid tegen een aanzienlijk lager tarief geleverd kan worden dan de uit steenkool ver kregen gassen. „Aardgas", zegt de be legger in Wall Street, die er doorgaans snel bij is om aandelen van een nieu we industrie te kopen vóór deze tak van bedrijf nog een hoge vlucht heeft genomen. In de oorlog tussen Finland en Rusland werd bij een bombardement het gebouw van de Sowjet-legatie in Helsinki door de Russen zelf in puin geworpen. De Finse regering gaf die puinhoop cadeau aan de technische studenten. Eigenhandig hebben deze daarop 800.000 stenen afgebikt en naar Otaniemi getransporteerd; hier ziet men enkele jonge mannen bezig met opstapelen op het terrein. De foto is begin April genomen. Aardgassen zijn een bijproduct van de olie-winning, in die zin, dat zich gewoonlijk aardgassen bevinden in de onmiddellijke omgeving van olievel den. In tal van gevallen ervaart men, dat een olieboring niet alleen tot het vinden van olie leidt, maar dat tege lijkertijd aardgassen mee naar boven komen. Deze laatste worden dan in buizen geleid, en op enige hoogte bo ven de olievelden verbrand. Waar de boringen echter louter aardgassen op leveren, is men er toe overgegaan het product te kanaliseren naar opslag plaatsen, die nu eens niet groter zijn dan een cylinder, dan weer imposante proporties van een gashouder aanne men. Niets nieuws onder de zon Deze gassen zijn op zich zelf niets nieuws. Maar de Amerikaan heeft dit nieuwe stookmiddel in het centrum van alle belangstelling geplaatst door de wijze van exploitatie, die hij eraan heeft gegeven. Teneinde snel en goed koop een zo groot mogelijk aantal klanten ei mee te kunnen voorzien, besloot men tot de aanleg van een net van pijpleidingen, dat zich thans r- im 2000 mijl uitstrekt van Texas tot New York. Het denkbeeld van een pijpleiding is ook al geen votum voor de olie industrie. Maar zelden heeft men een zo uitvoerig gebruik van pijpleidingen gemaakt als sinds de introductie van de aardgassen. Een van de pioniers van het pijpen-leggen is Roy F. Parkhill, die thans in Oklahoma zijn eigen maat schappij exploiteert, welke gedurende de laatste 30 jaar voldoende pijpen heeft gelegd om de evenaar te om spannen. Het leggen van het buizen stelsel geschiedt in twee operaties. Eerst zorgt een zogenaamde „strin- ging"-ploeg (vrij vertaald: „sliert ploeg"). dat de pijpen min of meer op de plaats van bestemming komen te lig gen. Dit is minder eenvoudig dan men doorgaans beseft; zware tractoren zijn nodig om de met pijpen beladen vrachtwagens door modder,, slijk, moe rassen, en nauwelijks begaanbare berg streken te trekken. Andere tractoren, uitgerust met speciale lieren om de buizen van de vrachtwagens te tillen Bij verschillende boringen, die de B.P.M. in ons land verricht heeft, is men niet alleen op aard olie, maar ook op aard-gas ge stuit. Het is om de olie te doen, doch ook het aardgas heeft waarde, zij het, dat het nog niet geëxploiteerd wordt in een om vang van enige betekenis.. Wel licht, dat dit in de toekomst wel geschieden zal. In Amerika is men ons in elk geval ver vooruit, zoals blijkt uit het artikel van onze correspon dent in New York, dat wij hier bij publiceren. en zoetjes op de grond te leggen, vor men eveneens een onderdeel van deze karavaan. Elke pijp wordt gelegd op de plaats waar de „graafploeg" hem later zal lassen en op ongeveer tien centimeter onder de grond zal ingra ven. Want uiteindelijk mag niemand ook maar iets zien van dit ondergrond se pijpennet. Gevaarljjk werk J.JET WERK VAN DE sliertploeg is niet zonder gevaar. In bergstreken moet men soms een bedding in de rots wand dynamieteren. En voor men een veertien-tons vrachtauto tegen een rotswand heeft opgesjord met behulp van een vervaarlijke staalkabel, is heel wat hard werk vereist. Zou de kabel ooit breken, dan is het leven van de truckchauffeur en zijn helpers in gevaar. Het leven van de sliert- en graaf- ploegen is in feite dat van nomaden. Het gros van de staf bestaat uit onge- huwden; de getrouwden staan voor de noodzaak hun kinderen bij familie on der te brengen en voor de echtgenote een woonwagen achter een van de trucs te haken. Het spaart althans huis huur uit. De problemen van de pijpenleggers zijn legio. Roy Parkhill vertelde ons het pieest gebruikelijke avontuur, dat zijn mannen beleven: boeren, die spon taan komen aanbieden om de pijpen door hun land te legen, of die de kara vaan een omweg willen besparen door toestemming te verlenen door hun ter rein te trekken. „Meestal ging het dan zo", zei Roy, „zodra de eerste truck bij de uitgang van de boerderij kwam, stond er een sterke barrière, waarach ter onze vriend de landbouwer zich had opgesteld tezamen met de plaatse lijke advocaat. Of we maar wilden be talen voor deze privileges, die we had den ontvangen. Zeiden we dan, dat hij ons doortocht had aangeboden, dan be aamde de boer dit, maar voegde er aan toe, dat hij geen mond had open ge daan over het verlaten van het ter rein. Een van mijn ploegen heeft op die manier een paar dagen vast geze ten, tot we een rechterlijke uitspraak kregen, waarbij de boer gelast werd ons te laten vertrekken. Ik heb er al thans van geleerd, dat er weliswaar maar één rechte lijn tussen twee pun ten loopt, maar dat die lijn niet nood zakelijk de snelste route is". Frank in een stil kroegje een glaasja bier te gaan drinken om aan de hand van de laatste avond-editie na te gaan, hoeveel het hem zou kosten als hij de winnaars moest uitbetalen. Hij kwam tot de verrassende ontdekking, dat net geld, dat de kegelaars hem hadden meegegeven voor hun gezamenlijke weddenschappen, ruimschoots vol doende was om de winnaars het vol ledige pond te geven, waarna er nog een verdienstelijke winstmarge voor Frank op overschoot. Het was duide lijk, hoe Frank's leven zich van dit punt af zou ontwikkelen. Prompte uitbetaling. Evenals Douglas Stewart in Londen, vestigde Frank Erickson zijn reputatie in New York door zijn prompte uit betalingen. Hij was goed voor het geld. Dat wist iedereen. Het spreekt vanzelf dat het bedrijf van de koning der bookmakers zich spoedig uitbreid de tot ver buiten de grenzen van deze metropolis. Hij richtte filialen op in alle vacantie-oorden, waar hij som» 40.000 dollar per jaar aan huur oe- taalde voor een strandhut in de buurt van het amusementscentrum, waar de rijke „society" zich vermaakt, opdat deze zich al zonnebadende kon verrij ken of verarmen op paarden of bas ketball, of op het aantal auto's dat per dag door een bepaalde tol zou rijden Want Frank' ideeën op het gebied van de gok waren even onuitputtelijk ris origineel. Wie in dit land veel geld verdient in een bedrijf dat bloeit, doch in laat ste instantie illegaal is, moet zich „De- scherming" aanmeten. Men moet vrienden maken, of kopen. Men m >et op strategische punten bij de politie in het stadsbestuur, of bij het Huis van Afgevaardigden op sympathie te kun nen rekenen. Voor de door vrienden bewezen diensten revancheert men zich dan weer als er zich een ogen blik daarvoor voordoet. Toen b.v. bur gemeester O'Dwyer van New York verleden jaar veel geld nodig had voor zijn campagne, werd een feest gege ven, waaraan Erickson niet ontbrak. Dat was onvoorzichtig van Frank, want de persfotografen herkenden hem en fotografeerden hem met een wel lust als gold het een uit retraite ver schenen kluizenaar. Niemand was ver baasd, dat O'Dwyer een jaar later een voorstel deed om in de stad New Yocsc het aannemen van weddenschappen toe te staan. Helaas (voor Frank): het voorstel van de burgemeester werd geketst. Gevaar? Een ander vooraanstaand stadsbe stuurder, districts-procureur Hogan, die tijdens deze laatste verkiezingen door de burgemeester voor schut was gezet, koestert ambities voor een ho ger ambt, dat eerlang zal openkomen, nl. dat van gouverneur van de staat New York, welke plaats thans bezet is door Dewey. Dewey was voor hij de ze functie bekleedde, eveneens districts procureur en hij verwierf zich inder tijd grote faam door het opruimen rnn het bendewezen in New York. Kwade tongen beweren, dat Hogan hoopt zich evenveel populariteit te verwerven als Dewey, door een opruiming te houden van al degenen, die in de bookmake- rij hun brood verdienen, Hogan is een degelijk man, maar is er in tegen stelling tot Dewey nog niet in ge slaagd publiciteit voor zichzelf te ma ken met een grote zaak, waarover men maanden blijft spreken. In Erickson ziet hij zijn kans. Want indien de ko ning der bookmakers inderdaad ge dwongen wordt een boekje open te doen over zijn relaties met vooraan staande Amerikanen, dan kan het nau welijks uitblijven, dat er rissen sqhan- dalen loskomen. Marshallgelden voor werken in de Biesbosch Met de ECA is overeenstemming be reikt over het gebruik van f 2mil lioen uit de tegenwaarderekening der Marshall-hulp voor financiering van waterbouwkundige werken in de Bies bosch. Hierdoor zal, naar mag worden verwacht, de waterstaatkundige toe stand van dit gebied worden verbeterd, hetgeen van belang is o.m. voor de op voering van de agrarische productie van Nederland. Een zware tractor trekt een truck, geladen met buizen tegen een helling op. Het is een verantwoordelijk en gevaarlijk werk; als de stalen verbin dingskabel breekl komen de levens van de chauffeur en de andere arbei ders in ernstig gevaar. Zoals de foto laat zien, worden de buizen vaak door landschappen vol natuurschoon gelegd. Churchill wil deelnemen aan Parijse besprekingen Winston Churchill heeft met een aan tal afgevaardigden van de liberale partij in het Engelse Lagerhuis een motie ingediend, waarin de Engelse re gering verzocht wordt, deel te nemen aan de huidige besprekingen over het plan-Schuman. Amarapoora, 19 Juni Kaap Tenez gepasseerd (naar Amster dam met burgers). Dorsetshire, 19 Juni 100 m. Oost van Malta (naar Amsterdam met burgers) General J. H. McCrae, 19 Juni Kaap Tenez gepasseerd naar Rot terdam) Atlantis, 19 Juni 1000 mijl OZO Castelbianco, 19 Juni bij Ad-o burgers). Castelbianco, 19 Juni bij Aden (naar Amsterdam met burgers). Empire Brent, 19 Juni 330 mijl NNW van Perim (naar Rotter dam met burgers). Fairsea, 19 Juni 230 mijl NNW van Perim (naar Rotterdam). Goya, 19 Juni 280 mijl NNW van Perim (naar Rotterdam). 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1950 | | pagina 5