DIT WAS HET JAAR VAN KOREA
Twaalf maanden van velerlei spanningen
Vraagteken blijft dreigend boven de wereld staan
Het Westen versnelt de pas
Rusland blijft de
Grote Onbekende
Geen eenheid
Geen basis voor overleg
De houding van Amerika
Internationale toestand beheerste de
ontwikkeling hier te lande
Nederland en Korea
We zijn arm
De Benelux
van' de Fran-
heeft gister,
tellen van d*
ering van het
>gramma van
wijzigde vonn
zordt, dat mi-
terzake de
zal stellen,
erde het te
sting tot 140
e de voorge-
ït civiele bud-
lorstellen kon-
hoging van 'n
ÏELEMMERT
MBURG
iwval in het
rg belemmert
ordelijk deel,
is 60 cm dik
erkeer. Ook
indt aanzien-
ationale trei-
van één tot
NEGENTIENHONDERDVIJFTIG zal in de geschiedenis wel bekend blijven als
het jaar van Korea. De door de koude oorlog toch al zo gespannen zenuwen
van onze samenleving kregen een extra-schok, toen op 25 Juni de Noordkoreanen
tr per procuratie in dit hoekje van de onrustige wereld waar een stuk prestige
van het Westelijke blok der Verenigde Naties en van Amerika lag een hete
oorlog van maakten. De constructie was uiteraard anders: naar geijkt model
was het een binnenlandse aangelegenheid der Koreanen. Voor de rest van de
wereld was het aggressie jegens een door de Verenigde Naties (althans de Wes
telijke meerderheid ingestelde staat, en we weten wat de gevolgen ervan zijn
geweest.
gerustgesteld en kan het ook niet ge
rustgesteld worden zolang de Sovjet
unie haar bewapening en die harer
bondgenoten opvoert tot ver boven
normale vredesbehoeften. En wanneer
er dan ook allerlei, op het oog tege
moetkomende en vredelievende, sug
gesties worden geuit zoals beper
king van de bewapening tot op een
derde kan dit niet leiden tot de ge
ruststelling van 't Westen, omdat de
ongelijke verhoudingen blijven bestaan.
En dit zoveel temeer, waar de Sovjet
unie zelf zich niet daadwerkelijk
mengt in het wereld-gewoel. In onver
klaarde oorlogen Iaat ze haar voorhoe
den deelnemen aan een soort van
volksbewegingen, welk proces zich
overal kan herhalen waar de keten
zwakke schakels toont, in Indo-China
in Iran, in Irak, enin Duitsland.
Wordt dit proces onderbroken wan
neer de Verenigde Staten gehoor ge
ven aan het beroep, dat Wisjinsky in
October in de politieke commissie der
Ver. Naties op Amerika deed om de
„nieuwe politiek van hardheid" te la
ten varen? Dit is geen politiek, gericht
op vrede, zo betoogde hij. „Indien gij
enige bereidheid zoudt tonen om geen
belemmeringen op ieders pad te wer
pen, zoudt gij wellicht overeenstem
ming kunnen bereiken, maar gij wijst
de koek af zonder hem zelfs te proe
ven". En hij vervolgde: „Gezaghebben
de Amerikaanse personen verklaren,
dat slechts macht indruk kan maken
op de Sow jetunie. Welk een grove mis
vatting! Er zal nooit een tijd komen,
dat de Sowjetunie voor iemand op haar
benen staat te trillen. De Sowjetunie
streeft naar samenwerking en trachtte
altijd haar mede-onderhandelaars hal
verwege tegemoet te komen".
nlT ALLES moge zich in de tweede
helft van het jaar hebben afge
speeld, het betekent geenszins, dat niet
reeds in de aanvang het weerlicht van
dit Aziatische onweer (dat, ook als
Korea geregeld wordt, nog lang niet
afgetrokken is) aan de horizon zicht
baar werd.
Het jaar was nog maar zeer jong,
toen de Sowjetunie en Peking-China
een verdrag van vriendschap en we
derzijdse bijstand sloten, waarbij niet
alleen afspraken ten aanzien van han
del, spoorwegen en havens werden ge
maakt, maar ook werd bepaald, dat
wanneer een der verdragsluitende par
tijen door Japan „of een daarmee ver
bonden mogendheid" werd aangeval
len. de andere partij onmiddellijk mi
litaire hulp zou verlenen. Ongeveer
terzelfdertijd erkenden zowel Rusland
als Peking-China het bewind van_ Ho
Chi Minh, die in Indo-China een groot
offensief tegen Frankrijk en de Viet
nam aankondigde. Voorts waren er
berichten, dat Rusland belangrijke mi
litaire leveranties aan China deed, dat
Russische militairen op strategische
centra verschenen, en dat China zich
voorbereidde op een verovering van
Formosa. Kortom: er was een grote di
plomatieke en militaire bedrijvigheid,
die wees op een voortgezette expansie
van het communistische China als ex
ponent van het Sowjetrussische im
perialisme. zich óók richtend naar het
Verre Oosten.
Is China een saielliei?
Cr werd in de eerste helft van het
jaar veel gespeculeerd over de vraag
of China in de gewone betekenis van
het woord een satelliet van de Sowjet
unie was geworden. Het antwoord op
die vraag zou in belangrijke mate de
houding van de Westelijke staten be
palen, die in het spel van aantrekken
of afstoten met dubieuze factoren re
kening moesten houden. In ieder ge-,
val trokken enkele, zoals Engeland (en
Nederland) uit het niet te loochenen
feit. dat Peking het bewind over 450
millioen Chinezen vast in handen had,
de conclusie, dat deze regering, welke
ook haar politieke kleur mocht zijn en
of ze al dan niet als een instrument
in handen van Moskou moest worden
beschouwd, erkend diende te worden
Het verschil in opvatting te dien aan
zien tussen de Westeuropese mogend
heden en de Verenigde Staten (wier
diplomatieke en militaire experts in
snelle opeenvolging studiereizen naar
het Verre Oosten maakten) bleef door
werken tot op de belangrijke conferen
tie tussen Truman en Attlee, waarbii
men het over vele dingen eens werd.
maar niet over die verdere consequen
tie van de feitelijke toestand: toelating
van Pèking-China tot de Verenigde
Naties en uiteraard óók vervanging
van de vertegenwoordiger van de
Kwomintang in de Veiligheidsraad
door een gedelegeerde van commu
nistisch China.
OE GEHELE benadering van het
Aziatische vraagstuk lag trouwens
in een verschillend vlak. Voor de
nauwlettende toeschouwer was dat al
vóór de Koreaanse oorlog duidelijk
geworden. Vele uitspraken van Ame
rikaanse autoriteiten verontrustten de
Westeuropese regeringen, temeer om
dat er een onlosmakelijk verband be
staat tussen de nog naar in statu nas-
cendi verkerende Atlantische (en
Europese) defensie en de diplomatieke
en militaire strategie in het Verre
Oosten, waar de Sowjetunie het Wes
ten. maar met name Amerika, zo gre
tig tracht te binden. Ze heeft daarbij
een aantal troeven in handen, dat de
emotionele Amerikanen gemakkelijk
Verlokt tot een gewaagd spel, waar
bij de Britten echter hun poker-face
niet verliezen.
De ervaring, thans op het Aziatische
vasteland opgedaan, heeft intussen de
Verenigde Staten toch blijkbaar ook
aan het peinzen gebracht en geleerd,
dat de militair-technische vervolma
king haar hoogste nuttig effect niet op
levert in een orthodoxe land-oorlog,
waarbij in de wijde ruimten massale-
gers worden ingezet, voor wie de
waarde van het mensenleven niet
geldt. Het is niet slechts een les voor
het heden, het is een les voor de toe
komst.
Wat wil Stalin?
Qnder al dit opzienbarend gebeuren
hield men zich uiteraard voortdurend
bezig met de vraag wat. de bedoeling
is van het Russische Politbureau. Die
vraag hing ook over dit jaar weer als
een sombere dreiging, vóór en na Ko
rea. Korea is geen verschijnsel op zich
zelf. Het is slechts een facet, of zoals
president Truman het uitdrukte: „Het
gevaar in het Verre Oosten is slechts
een deel van het wereldpatroon". De
Sowjetunie heeft ook in 1950 groot
scheepse vredescampagnes op touw ge-
ïei, maar daardoor is het Westen niet
IJIERIN nu schuilt naar Westelijke
opvattingen óf een bewuste mislei
ding óf een zó fundamenteel verschil
van visie, dat elke basis voor vrucht
baar overleg wegvalt. Ruslands diplo
matie heeft waarlijk niet alleen Ame
rika en West-Europa, maar alle demo
cratische landen contre coeur op een
hoop gedreven en zo er nog enige aar
zeling was, is die in het jaar 1950 wel
geheel verdwenen. Het is typerend,
dat een man als Henry Wallace zich
in dit jaar genoopt voelde te verkla
ren: „Millioenen onder ons, die op een
bepaald ogenblik Rusland halfweg te
gemoet wensten te komen, hebben
thans hun verlangen naar een com
promis prijs moeten geven". Toch wij
zen de grote drie zulk een compromis
niet a priori van de hand, getuige de
bereidheid om toch nog weer in ie
gaan op het Russische voorstel over
leg te plegen, maar dan niet alleen
over Duitsland (dat óók alweer een
deel is van het patroon), maar over
de hangende problemen in wijdere zin,
dat wil dus in feite zeggen over het
wereldprobleem, welks oplossing staat
of valt met de wil om tot een com
promis te komen.
Hier rijst weer dat dreigende vraag
teken, dat ook dit jaar en door de
loop der gebeurtenissen meer dan ooit
een donkere schaduw wierp over al
ons streven naar economisch herstel,
naar een groter welstand, naar sociale
verbeteringen, kortom over alle vre-
desbedrijvigheid. Zolang deze onzeker
heid blijft bestaan, voelt het Westen
zich gedrongen zijn defensieve kracht,
waaraan het sinds het einde van de
wereldoorlog in tegenstelling tot de
Sowjetunie maar matig aandacht
had besteed, te versterken. En wat zich
nu in Korea afspeelde, legde er temeer
nadruk op. Was tot dusverre de samen
bundeling van krachten van wat men
gemeenlijk noemt de vrije wereld
meer theoretisch dan practisch. of
zijn gunstigst gezegd hoofdzakelijk
van voorbereidende en organisatorische
aard geweest, nu begon men overhaast
de „blauwdrukken" in opbouwwerk
om te zetten, hopende dat het niet te
laat zal zijn en verwachtende, dat met
de groei van die kracht ook de stabi
liteit in de wereld zal toenemen, niet
om de Sowjetunie op haar benen te
doen trillen, maar om even stevig op
de benen te staan als de Sowjetunie.
Het is alleen maar te betreuren, dat
zóveel inspanning moet worden be
steed aan een zo onproductief doel als
bewapening, waardoor het levenspeil
onvermijdelijk wordt teruggedrukt.
Weinig voortgang
INTUSSEN stuitte de totstandkoming
van een collectief verdedigingsstelsel
op tal van bezwaren en voor het groot
ste deel gaf het afgelopen jaar nauwe
lijks enige voortgang van betekenis te
zien. Er was wel een druk verkeer van
hoge autoriteiten en er waren talloze
vergaderingen op het hoogste en ip
lager niveau, maar dat alles had wei
nig practisch effect. De ingewikkelde
situatie legde vele struikelblokken op
de weg naar militaire „integratie", zo
als ze dat ook deed op die naar de po
litieke en economische integratie van
West-Europa.
We behoeven nauwelijks te herinne
ren aan de hardnekkige worsteling van
Frankrijk om de onaangename conse
quentie te ontgaan, die de politieke
en militaire macht in Europa betreft
met zich bracht. Het was ook hier
weer Korea, dat de deur dicht deed
en Frankrijk deed besluiten zich ge
wonnen te geven. Duitsland doet dat
niet zo gauw. Het weet, dat het in dit
spel der krachten zijn souvereniteit
spoediger herwinnen zal dan onder an
dere omstandigheden het geval zou
zijn geweest en in de loop van 1950 in
casseerde het stuk voor stuk zijn
fiches, terwijl het reeds zijn hand uit
strekt naar andere van groter waarde.
Tevergeefs heeft Frankrijk getracht
langs de weg de Integratieplannen het
economische leven van de Westeuro
pese landen dermate te verweven, dat
daarmede de tegenstellingen en het
gevaar van herleving van enigerlei be
dreiging zouden verdwijnen. Bij een
rustiger ontwikkeling zou dit wellicht
gelukt zijn. En misschien als er tijd
overblijft kan het plan-Schuman en
dat van de landbouw alsnog nivelle
rend werken, al liggen de kaarten than»
ongetwijfeld anders.
Het Europese complex van proble
men demonstreerde zich ook in
Straatsburg, waar de federalisten het
afleggen tegen de „functionalisten" en
waar men zich voorlopig tevreden stel
de met de „gespecialiseerde lichamen"
voor diverse objecten, die als instru
menten van de dubieuze Europese
eenheid in de plaats traden van een
mystiek, die kennelijk niet wortelde in
de Europese op historie en psychologie
gegronde feitelijkheid. Welke practische
oplossing overigens de mogelijkheid
opende van samenwerking-in-geschei-
denheid met het dualistische Engeland,
dat met één been in Europa en met
het andere in het gemenebest staat,
welke laatste na Korea steviger dan
ooit werd neergeplant.
^MERIKA zag dit alles ietwat wre
velig aan. Zowel ten aanzien van de
economische samenwerking, nog steeds
belichaamd in de O.E.E.S. die zich
echter in toenemende mate met de
coördinatie van economische en be
wapeningsbedrijvigheid bezighield
als die op het gebied van de defensie
hield het zich aan het zo simpel schij
nende adagium van de éne ruimte, die
echter zo verschillend is van die in
Amerika. Intussen werd de vrees, dat
de versterking van het republikeinse
element in het Amerikaanse Congres
bij de verkiezingen tot een zekere ver
waarlozing van de Europese belangen
zou leiden, door Korea weggenomen.
Zelfs Taft sprak zich geruststellend,
zij het gereserveerd, uit. Tegenover de
astronomische bedragen, die Amerika
thans aan zijn bewapening (en aan een
verdere ontwikkeling van de atoom
bom en de waterstofbom, welke weer
zozeer de aandacht hadden) besteedt,
heeft trouwens de militaire en econo
mische steun aan Europa een geheel
ander accent gekregen.
Andere gebeurtenissen in het afge
lopen jaar (de Belgische koningskwes
tie, de ontwikkeling in Joegoslavië, in
Griekenland, in Spanje, in Oostenrijk,
in Egypte, in het midden-Oosten, in
Afrika en vele andere) hadden tijd»
lijk wel de belangstelling, maar ze
werden toch steeds weer overscha
duwd door die éne grote worsteling,
die ons denken en leven beheerst, om
dat we begrijpen, dat het lot van on
getelde millioenen en ons eigen lot
ermee is gemoeid. Het is de tragiek,
die onze geest verduistert, dat, terwijl
we in vrede willen werken, we op de
scheiding van dit jaar na zo korte tijd
alweer aan de rand van een oorlog
leven.
In 1916 kwam de Amerikaanse jeugd onder bevel van generaal Pershing
naar Europa om het Pruisische militarisme te verslaan en een veilige
wereld te helpen scheppen. Nauwelijks vijf-en-twintig jaar later werd er
opnieuw een beroep gedaan om de democratie te verdedigen. En hier
ziet u de Amerikaanse jeugd van vandaag, vijf jaar nadat hun oudere
broers andermaal de vrijheid succesvol verdedigd hebben. Zwaar ver
moeide Amerikaanse infanteristen proberen achter het front in Korea
even uit te meten.
Nederlands Nieuws in het jaar 1950
MEER DAN OOIT leefden we in dit jaar in een tijd van spanningen en wan-
neer we een karakteristiek moeten geven van het jaar 1950 dan zou ik willen
voorstellen te spreken van een „jaar van spanningen". Een spanning is er,
die al die andere, grote en kleine, overheerst, die overal in het leven
voelbaar is, ook in ons persoonlijk leven en waarvan wij allemaal vurig
hopen, dat zij nimmer zal leiden tot een over-spanning. Want wat dat zou
betekenen, dat weten wij allemaal maar al te goed. Het was wellicht de bekende
Duitse predikant ds. Martin Niemöller, die dit enkele maanden geleden op
huiveringwekkend duidelijke wijze onder woorden heeft gebracht, toen hij zei:
Het maakt voor ons in West-Europa maar weinig verschil, wie er wint als de
bom barst. Is het Rusland, dan krijgen we de Amerikaanse atoombom, is het
Amerika, dan de Russische. Ds. Niemöllers uitlating is natuurlijk te defaitistisch,
maar zij is toch karakteristiek voor de visie, die velen op de loop der dingen
hebben.
wanneer deze begin 1951 eindelijk
15 huurverhoging krijgt.
Dat waren zorgen, waarmede ook
onze regering te maken had. Ik her
inner aan de lonen- en prijzennota's,
aan de loonronden van Januari en Sep
tember en aan de industrialisatiepolitiek
van minister Van den Brink, welke er
evenals de landbouwpolitiek van mi
nister Mansholt bij voortduring op ge
richt is, Nederlands economische posi
tie ten opzichte van het buitenland zo
sterk mogelijk te maken en te bereiken
dat, wanneer de Marshall-hulp eenmaal
geëindigd zal zijn, ons land niet al te
wankel op eigen benen zal staan.
Dat daarbij steeds meer wordt afge
weken van een star planmatige econo
mie en het begrip liberalisatie voort
durend terrein wint, ligt geheel in de
lijn der internationale ontwikkeling,
aan welke Nederland zich natuurlijk
niet kan onttrekken.
MAAKTE zich niet bij het uitbreken
van het Koreaanse conflict van ve
len een kleine hamsterwoede roeester
en wordt niet de gehele financiële en
economische positie van ons land be
paald door de enorme krachtinspannin
gen, welke wij ons moeten getroosten
voor het organiseren en inrichten van
een afdoende Westerse defensie?
Moesten ook wij niet door het zenden
van Hr. Ms. Evertsen en een bataljon
vrijwilligers ons deel leveren in de
strijd tegen de aggressor, die in het
Verre Oosten Zuid-Korea als doelwit
had gekozen"
En leek het er dit najaar niet een
ogenblik op, dat men in Amerika had
uitgemaakt, dat wij onze maritieme
tradities maar overboord moesten
gooien en dat we onze spaarzame finan
ciën voortaan dienden te besteden voor
ons aandeel in de verdediging te land?
Gelukkig toonde de overdracht van 13
mijnenvegers van de Amerikaanse ma
rine aan de onze een andere mentali
teit.
Genoeg voorbeelden. _Zij bewijzen,
dat de grote internationale spanningen
ook vonken naar ons land deden over
slaan.
J^aar het was toch op een geheel
ander terrein, dat de gevolgen voor ons
allen direct voelbaar werden, n.l. in
onze portemonnaie en aan onze boter
ham, op ons belastingbiljet en straks
ook aan de quitantie van de huisbaas,
Jnmiddels werkten wij, samen met
Belgie en Luxemburg, voort aan de
opbouw van de Benelux. Konden wij
vorig jaar de verwachting uitspreken
dat deze op 1 Juli 1950 geheel „rond"
zou zijn, helemaal uitgekomen is deze
verwachting toch niet. Er zijn welis
waar in de loop van 1S50 weer ver
schillende ministerconferenties en ook
conferenties op lager niveau gehouden,
die natuurlijk alle slaagden, maar toch
ook altijd weer enkele problemen on
opgelost lieten. Dat waren dan de moei
lijkste kwesties, zoals die van het han
dels- en betalingsverkeer, de land
bouwpolitiek en de kwestie van de
waterwegen. Het kwam zelfs zover, dat
de aanvankelijk voor December vast
gestelde ministerconferentie voorlopig
moest worden verschoven en de Econo
mische Unie is nog steeds geen vol
dongen feit.
Nieuwe Kerkorde
Qp kerkelijk terrein valt in de eerste
plaats te vermelden de aanvaarding
van de nieuwe kerkorde door de Ge
nerale Synode der Ned. Hervormde
kerk, welke men misschien mag zien
als de bekroning van een actie, welke
uit die kerk zelf is voortgekomen er.
die bedoeld is om haar meer dan te
voren te plaatsen als een levende ge
meenschap in deze wereld.
Een ander belangrijk feit uil het
kerkelijk leven is dat van de dogma
verklaring van de lichamelijke ten»
hemelopneming van Maria: voor de
katholieken een glorieuze bevestiging
van iets, dat zij reeds lang als waar
heid aanvaardden, maar voor het pro
testantse Nederland een nieuw obsta
kel op de weg naar een breder samen
gaan met Rome.
Vallen we weer even terug van het
geestelijke naar het materiële terrein,
dan dient vermeld te worden, dat het
probleem, van de werkloosheid zich
nog steeds binnen redelijke grenzen
beweegt. Ja, het was zelfs zo, dat bijv
de maand November een gunstig beeld
vertoonde en vergeleken bij het vorig
jaar zelfs een daling van het werk
loosheidscijfer te zien gaf. Dit ondanks
repatriëring en demobilisering en mis
schien wel ook een beetje dank zij de
emigratie, welke zich op steeds groter
schaal voltrekt.
Indonesië en de Wesi
Repatriëring en demobilisering voeren
ons als het ware vanzelf naar de
Indonesische kwestie. Hier stippen we
slechts enkele punten in het kort aaa
In Januari was er de actie Westerling
tegen Bandung, welke de „Turk" ten
slotte eerst in de gevangenis te Singa
pore en daarna weer in vrijheid :n
Brussel deed belanden. Er waren ook
Unieoonferenties in Djakarta en Den
Haag, met bevredigende resultaten, die
overigens niet konden verhinderen, dat
het federalisme en het zelfbeschik
kingsrecht der Indonesische volkeren
alle afspraken ten spijt volledig geli
quideerd werden. Verder noemen we
de acties tegen Zuid-Celebes en later
tegen het gebied van Ambon, waar de
Republiek der Zuid-Molukken een vrij.
wel hopeloze strijd tegen de macht
hebbers van Djakarta en Djokja
streed. De ontbinding van het KNIL
werd op 26 Juli een feit.
En dan nog het belangrijkste van al
les: de Nieuw-Guinea-conferentie, wel
ke in Den Haag hét geschilpunt tussen
de Uniepartners ter tafel bracht.
De omschakeling naar een grótere
zelfstandigheid gaat voor de West wel
iswaar niet met zulke hevige conflic
ten gepaard als in ons voormalige Oost-
Indie, maar ook hier was toch aan
spanningen geen gebrek.
Koninklijke familie
In het begin van het jaar kwamen
onze gebiedsdelen op het Westelijk
halfrond op zeer bijzondere wijze in het
centrum van de belangstelling te staan
door de reis, die Z.K.H. Prins Bern-
hard naar West-Indie en naar enkele
Zuidamerikaanse staten, Mexico en de
U.S.A. maakte. Dat deze reis er in be
langrijke mate toe heeft bijgedragen,
de goodwill van ons land in het Ame
rikaanse werelddeel te vergroten, staat
ais een paal boven water.
Het Koninklijk echtpaar, dat in de
loop van 1950 zijn reeks van bezoeken
aan de provincies voltooide, heeft ook
zijn eerste officiële bezoeken aan bui
tenlandse staatshoofden gebracht. In
Mei ontvingen president en mevrouw
Auriol koningin Juliana en prins Bern-
hard en in November waren zij gasten
van het Engelse Koningspaar.
H.K.H. Prinses Wilhelmina vierde >p
31 Augustus in stilte haar 70ste ver
jaardag. Het was een dag zonder veel
uiterlijk feestvertoon.
Nederland leefde in 1950 ook mee
met de vier prinsesjes, die, geheel naar
de wens van haar koninklijke ouders,
opgroeien als gewone kinderen en zo
veel mogelijk verre worden gehouden
van alles wat de jeugd van veel vor
stenkinderen in het verleden vaak heel
wat minder zonnig heeft gemaakt
Toch hebben in de loop van 1950 ook
prinses Irene en zelfs de kleine Mar
griet haar eerste „officiële daad" moe
ten verrichten. Ireentje legde op 23
Juli de eerste steen voor de nieuwe
Nd. Hervormde kerk in Londen en
Margriet onthulde te Spaardam net
monument dat herinnert aan de red
ding van de dijk door een jongetje, dat
volgens de overlevering met zijn vin
ger het doorsiepelende water tegen
hield.
Bouwen
J^ederland werkte in 1950 verder aan
zijn wederopbouw en aan de oplos
sing van het woningprobleem, ook al
een gebied, waarop spanningen voel
baar waren. Er werd weer veel ge
bouwd en toch was dat, met name
voor de door de oorlog getroffen ge
bieden, nog lang niet genoeg. Een zeer
welkome bijdrage tot de oplossing van
het woningprobleem leverde de Bus-
sumse wethouder Bouma, die een spe
ciaal woningtype ontwierp, dat het
Rijk in de gelegenheid stelde, te vol
staan met een veel geringere exploi
tatie-bijdrage dan tot dusver in nor
male gevallen nodig was. Niet minder
dan 11.000 van deze Bouma-woningen
zijn er in ons land op stapel gezet.
De wet op de vergoeding van de ma
teriële oorlogsschade trad in Februari
in werking, maar van feitelijke uitbe
talingen op grond van deze wet is tot
dusver nog weinig terecht gekomen."
Een kwestie, die in 1950 vele gemoe
deren heeft bezig gehouden, was die
van Bertha Hertogh. Vrijwel iedere
Nederlander leefde mee in de span
ning, waarin vader en moeder Hertogh
moeten hebben geleefd en de verlos
sende uitspraak van het gerechtshof te
Singapore werd ook hier te lande al
gemeen met instemming en voldoening
begroet. Het is tragisch, dat bij de
relletjes in Singapore zoveel slachtof
fers moesten vallen.
Allerlei nieuws
£)e berechting van oorlogsmisdadi
gers, nu in eerste instantie door de
gewone rechterlijke macht, ging nog
steeds verder. Er werden ook nog
doodvonnissen voltrokken, waarbij de
executie van de verrader Anton van
der Waals op 26 Januari het meest de
aandacht trok.
De veiling van de nalatenschap van
Han van Meegeren bracht in Septem
ber de slotacte van een tragi-comedie,
die gedurende enkele jaren door vrij
wel iedereen in spanning werd gevolgd.
Op het gebied van de luchtvaart
vallen gelukkig ditmaal voor Neder
land geen grote rampen met tientallen
slachtoffers te melden. Bij de onder
gang van een KLM-posttoestel voor
onze kust in Februari kwamen toch
nog zeven mensen om het leven.
De dienst Gemeente Werken te Am
sterdam publiceerde in het najaar zijn
plan voor een tunnel onder het IJ, dat
de oplossing moet brengen voor een
belangrijk verkeersprobleem in de
hoofdstad.
Rederiand is een klein deel van een
groot geheel, een schakeltje in een
ingewikkelde machinerie, maar ook
dat schakeltje kan belangrijk zijn,
vooral wanneer het zijn taak goed ver
staat en zijn rol ais bindend element
in de ingewikkelde samenleving naar
behoren vervult. Nederland deed dat
in het verleden, ook in het afgelopen
jaar op verschillende wijzen, getuige
bijvoorbeeld zijn activiteit in het werk
van Straatsburg en zijn initiatieven bij
de behandeling van meer dan een in
ternationaal probleem (plan-Stikker,
pian-ManshoIt enz.). Mogen zü, die
ons land leiding geven, in 1951 op deze
weg blijven voortgaan.