DIT WAS HET JAAR VAN KOREA Twaalf maanden van velerlei spanningen Vraagteken blijft dreigend boven de wereld staan Het Westen versnelt de pas Rusland blijft de Grote Onbekende Geen eenheid Geen basis voor overleg De houding van Amerika Internationale toestand beheerste de ontwikkeling hier te lande Nederland en Korea We zijn arm De Benelux van' de Fran- heeft gister, tellen van d* ering van het >gramma van wijzigde vonn zordt, dat mi- terzake de zal stellen, erde het te sting tot 140 e de voorge- ït civiele bud- lorstellen kon- hoging van 'n ÏELEMMERT MBURG iwval in het rg belemmert ordelijk deel, is 60 cm dik erkeer. Ook indt aanzien- ationale trei- van één tot NEGENTIENHONDERDVIJFTIG zal in de geschiedenis wel bekend blijven als het jaar van Korea. De door de koude oorlog toch al zo gespannen zenuwen van onze samenleving kregen een extra-schok, toen op 25 Juni de Noordkoreanen tr per procuratie in dit hoekje van de onrustige wereld waar een stuk prestige van het Westelijke blok der Verenigde Naties en van Amerika lag een hete oorlog van maakten. De constructie was uiteraard anders: naar geijkt model was het een binnenlandse aangelegenheid der Koreanen. Voor de rest van de wereld was het aggressie jegens een door de Verenigde Naties (althans de Wes telijke meerderheid ingestelde staat, en we weten wat de gevolgen ervan zijn geweest. gerustgesteld en kan het ook niet ge rustgesteld worden zolang de Sovjet unie haar bewapening en die harer bondgenoten opvoert tot ver boven normale vredesbehoeften. En wanneer er dan ook allerlei, op het oog tege moetkomende en vredelievende, sug gesties worden geuit zoals beper king van de bewapening tot op een derde kan dit niet leiden tot de ge ruststelling van 't Westen, omdat de ongelijke verhoudingen blijven bestaan. En dit zoveel temeer, waar de Sovjet unie zelf zich niet daadwerkelijk mengt in het wereld-gewoel. In onver klaarde oorlogen Iaat ze haar voorhoe den deelnemen aan een soort van volksbewegingen, welk proces zich overal kan herhalen waar de keten zwakke schakels toont, in Indo-China in Iran, in Irak, enin Duitsland. Wordt dit proces onderbroken wan neer de Verenigde Staten gehoor ge ven aan het beroep, dat Wisjinsky in October in de politieke commissie der Ver. Naties op Amerika deed om de „nieuwe politiek van hardheid" te la ten varen? Dit is geen politiek, gericht op vrede, zo betoogde hij. „Indien gij enige bereidheid zoudt tonen om geen belemmeringen op ieders pad te wer pen, zoudt gij wellicht overeenstem ming kunnen bereiken, maar gij wijst de koek af zonder hem zelfs te proe ven". En hij vervolgde: „Gezaghebben de Amerikaanse personen verklaren, dat slechts macht indruk kan maken op de Sow jetunie. Welk een grove mis vatting! Er zal nooit een tijd komen, dat de Sowjetunie voor iemand op haar benen staat te trillen. De Sowjetunie streeft naar samenwerking en trachtte altijd haar mede-onderhandelaars hal verwege tegemoet te komen". nlT ALLES moge zich in de tweede helft van het jaar hebben afge speeld, het betekent geenszins, dat niet reeds in de aanvang het weerlicht van dit Aziatische onweer (dat, ook als Korea geregeld wordt, nog lang niet afgetrokken is) aan de horizon zicht baar werd. Het jaar was nog maar zeer jong, toen de Sowjetunie en Peking-China een verdrag van vriendschap en we derzijdse bijstand sloten, waarbij niet alleen afspraken ten aanzien van han del, spoorwegen en havens werden ge maakt, maar ook werd bepaald, dat wanneer een der verdragsluitende par tijen door Japan „of een daarmee ver bonden mogendheid" werd aangeval len. de andere partij onmiddellijk mi litaire hulp zou verlenen. Ongeveer terzelfdertijd erkenden zowel Rusland als Peking-China het bewind van_ Ho Chi Minh, die in Indo-China een groot offensief tegen Frankrijk en de Viet nam aankondigde. Voorts waren er berichten, dat Rusland belangrijke mi litaire leveranties aan China deed, dat Russische militairen op strategische centra verschenen, en dat China zich voorbereidde op een verovering van Formosa. Kortom: er was een grote di plomatieke en militaire bedrijvigheid, die wees op een voortgezette expansie van het communistische China als ex ponent van het Sowjetrussische im perialisme. zich óók richtend naar het Verre Oosten. Is China een saielliei? Cr werd in de eerste helft van het jaar veel gespeculeerd over de vraag of China in de gewone betekenis van het woord een satelliet van de Sowjet unie was geworden. Het antwoord op die vraag zou in belangrijke mate de houding van de Westelijke staten be palen, die in het spel van aantrekken of afstoten met dubieuze factoren re kening moesten houden. In ieder ge-, val trokken enkele, zoals Engeland (en Nederland) uit het niet te loochenen feit. dat Peking het bewind over 450 millioen Chinezen vast in handen had, de conclusie, dat deze regering, welke ook haar politieke kleur mocht zijn en of ze al dan niet als een instrument in handen van Moskou moest worden beschouwd, erkend diende te worden Het verschil in opvatting te dien aan zien tussen de Westeuropese mogend heden en de Verenigde Staten (wier diplomatieke en militaire experts in snelle opeenvolging studiereizen naar het Verre Oosten maakten) bleef door werken tot op de belangrijke conferen tie tussen Truman en Attlee, waarbii men het over vele dingen eens werd. maar niet over die verdere consequen tie van de feitelijke toestand: toelating van Pèking-China tot de Verenigde Naties en uiteraard óók vervanging van de vertegenwoordiger van de Kwomintang in de Veiligheidsraad door een gedelegeerde van commu nistisch China. OE GEHELE benadering van het Aziatische vraagstuk lag trouwens in een verschillend vlak. Voor de nauwlettende toeschouwer was dat al vóór de Koreaanse oorlog duidelijk geworden. Vele uitspraken van Ame rikaanse autoriteiten verontrustten de Westeuropese regeringen, temeer om dat er een onlosmakelijk verband be staat tussen de nog naar in statu nas- cendi verkerende Atlantische (en Europese) defensie en de diplomatieke en militaire strategie in het Verre Oosten, waar de Sowjetunie het Wes ten. maar met name Amerika, zo gre tig tracht te binden. Ze heeft daarbij een aantal troeven in handen, dat de emotionele Amerikanen gemakkelijk Verlokt tot een gewaagd spel, waar bij de Britten echter hun poker-face niet verliezen. De ervaring, thans op het Aziatische vasteland opgedaan, heeft intussen de Verenigde Staten toch blijkbaar ook aan het peinzen gebracht en geleerd, dat de militair-technische vervolma king haar hoogste nuttig effect niet op levert in een orthodoxe land-oorlog, waarbij in de wijde ruimten massale- gers worden ingezet, voor wie de waarde van het mensenleven niet geldt. Het is niet slechts een les voor het heden, het is een les voor de toe komst. Wat wil Stalin? Qnder al dit opzienbarend gebeuren hield men zich uiteraard voortdurend bezig met de vraag wat. de bedoeling is van het Russische Politbureau. Die vraag hing ook over dit jaar weer als een sombere dreiging, vóór en na Ko rea. Korea is geen verschijnsel op zich zelf. Het is slechts een facet, of zoals president Truman het uitdrukte: „Het gevaar in het Verre Oosten is slechts een deel van het wereldpatroon". De Sowjetunie heeft ook in 1950 groot scheepse vredescampagnes op touw ge- ïei, maar daardoor is het Westen niet IJIERIN nu schuilt naar Westelijke opvattingen óf een bewuste mislei ding óf een zó fundamenteel verschil van visie, dat elke basis voor vrucht baar overleg wegvalt. Ruslands diplo matie heeft waarlijk niet alleen Ame rika en West-Europa, maar alle demo cratische landen contre coeur op een hoop gedreven en zo er nog enige aar zeling was, is die in het jaar 1950 wel geheel verdwenen. Het is typerend, dat een man als Henry Wallace zich in dit jaar genoopt voelde te verkla ren: „Millioenen onder ons, die op een bepaald ogenblik Rusland halfweg te gemoet wensten te komen, hebben thans hun verlangen naar een com promis prijs moeten geven". Toch wij zen de grote drie zulk een compromis niet a priori van de hand, getuige de bereidheid om toch nog weer in ie gaan op het Russische voorstel over leg te plegen, maar dan niet alleen over Duitsland (dat óók alweer een deel is van het patroon), maar over de hangende problemen in wijdere zin, dat wil dus in feite zeggen over het wereldprobleem, welks oplossing staat of valt met de wil om tot een com promis te komen. Hier rijst weer dat dreigende vraag teken, dat ook dit jaar en door de loop der gebeurtenissen meer dan ooit een donkere schaduw wierp over al ons streven naar economisch herstel, naar een groter welstand, naar sociale verbeteringen, kortom over alle vre- desbedrijvigheid. Zolang deze onzeker heid blijft bestaan, voelt het Westen zich gedrongen zijn defensieve kracht, waaraan het sinds het einde van de wereldoorlog in tegenstelling tot de Sowjetunie maar matig aandacht had besteed, te versterken. En wat zich nu in Korea afspeelde, legde er temeer nadruk op. Was tot dusverre de samen bundeling van krachten van wat men gemeenlijk noemt de vrije wereld meer theoretisch dan practisch. of zijn gunstigst gezegd hoofdzakelijk van voorbereidende en organisatorische aard geweest, nu begon men overhaast de „blauwdrukken" in opbouwwerk om te zetten, hopende dat het niet te laat zal zijn en verwachtende, dat met de groei van die kracht ook de stabi liteit in de wereld zal toenemen, niet om de Sowjetunie op haar benen te doen trillen, maar om even stevig op de benen te staan als de Sowjetunie. Het is alleen maar te betreuren, dat zóveel inspanning moet worden be steed aan een zo onproductief doel als bewapening, waardoor het levenspeil onvermijdelijk wordt teruggedrukt. Weinig voortgang INTUSSEN stuitte de totstandkoming van een collectief verdedigingsstelsel op tal van bezwaren en voor het groot ste deel gaf het afgelopen jaar nauwe lijks enige voortgang van betekenis te zien. Er was wel een druk verkeer van hoge autoriteiten en er waren talloze vergaderingen op het hoogste en ip lager niveau, maar dat alles had wei nig practisch effect. De ingewikkelde situatie legde vele struikelblokken op de weg naar militaire „integratie", zo als ze dat ook deed op die naar de po litieke en economische integratie van West-Europa. We behoeven nauwelijks te herinne ren aan de hardnekkige worsteling van Frankrijk om de onaangename conse quentie te ontgaan, die de politieke en militaire macht in Europa betreft met zich bracht. Het was ook hier weer Korea, dat de deur dicht deed en Frankrijk deed besluiten zich ge wonnen te geven. Duitsland doet dat niet zo gauw. Het weet, dat het in dit spel der krachten zijn souvereniteit spoediger herwinnen zal dan onder an dere omstandigheden het geval zou zijn geweest en in de loop van 1950 in casseerde het stuk voor stuk zijn fiches, terwijl het reeds zijn hand uit strekt naar andere van groter waarde. Tevergeefs heeft Frankrijk getracht langs de weg de Integratieplannen het economische leven van de Westeuro pese landen dermate te verweven, dat daarmede de tegenstellingen en het gevaar van herleving van enigerlei be dreiging zouden verdwijnen. Bij een rustiger ontwikkeling zou dit wellicht gelukt zijn. En misschien als er tijd overblijft kan het plan-Schuman en dat van de landbouw alsnog nivelle rend werken, al liggen de kaarten than» ongetwijfeld anders. Het Europese complex van proble men demonstreerde zich ook in Straatsburg, waar de federalisten het afleggen tegen de „functionalisten" en waar men zich voorlopig tevreden stel de met de „gespecialiseerde lichamen" voor diverse objecten, die als instru menten van de dubieuze Europese eenheid in de plaats traden van een mystiek, die kennelijk niet wortelde in de Europese op historie en psychologie gegronde feitelijkheid. Welke practische oplossing overigens de mogelijkheid opende van samenwerking-in-geschei- denheid met het dualistische Engeland, dat met één been in Europa en met het andere in het gemenebest staat, welke laatste na Korea steviger dan ooit werd neergeplant. ^MERIKA zag dit alles ietwat wre velig aan. Zowel ten aanzien van de economische samenwerking, nog steeds belichaamd in de O.E.E.S. die zich echter in toenemende mate met de coördinatie van economische en be wapeningsbedrijvigheid bezighield als die op het gebied van de defensie hield het zich aan het zo simpel schij nende adagium van de éne ruimte, die echter zo verschillend is van die in Amerika. Intussen werd de vrees, dat de versterking van het republikeinse element in het Amerikaanse Congres bij de verkiezingen tot een zekere ver waarlozing van de Europese belangen zou leiden, door Korea weggenomen. Zelfs Taft sprak zich geruststellend, zij het gereserveerd, uit. Tegenover de astronomische bedragen, die Amerika thans aan zijn bewapening (en aan een verdere ontwikkeling van de atoom bom en de waterstofbom, welke weer zozeer de aandacht hadden) besteedt, heeft trouwens de militaire en econo mische steun aan Europa een geheel ander accent gekregen. Andere gebeurtenissen in het afge lopen jaar (de Belgische koningskwes tie, de ontwikkeling in Joegoslavië, in Griekenland, in Spanje, in Oostenrijk, in Egypte, in het midden-Oosten, in Afrika en vele andere) hadden tijd» lijk wel de belangstelling, maar ze werden toch steeds weer overscha duwd door die éne grote worsteling, die ons denken en leven beheerst, om dat we begrijpen, dat het lot van on getelde millioenen en ons eigen lot ermee is gemoeid. Het is de tragiek, die onze geest verduistert, dat, terwijl we in vrede willen werken, we op de scheiding van dit jaar na zo korte tijd alweer aan de rand van een oorlog leven. In 1916 kwam de Amerikaanse jeugd onder bevel van generaal Pershing naar Europa om het Pruisische militarisme te verslaan en een veilige wereld te helpen scheppen. Nauwelijks vijf-en-twintig jaar later werd er opnieuw een beroep gedaan om de democratie te verdedigen. En hier ziet u de Amerikaanse jeugd van vandaag, vijf jaar nadat hun oudere broers andermaal de vrijheid succesvol verdedigd hebben. Zwaar ver moeide Amerikaanse infanteristen proberen achter het front in Korea even uit te meten. Nederlands Nieuws in het jaar 1950 MEER DAN OOIT leefden we in dit jaar in een tijd van spanningen en wan- neer we een karakteristiek moeten geven van het jaar 1950 dan zou ik willen voorstellen te spreken van een „jaar van spanningen". Een spanning is er, die al die andere, grote en kleine, overheerst, die overal in het leven voelbaar is, ook in ons persoonlijk leven en waarvan wij allemaal vurig hopen, dat zij nimmer zal leiden tot een over-spanning. Want wat dat zou betekenen, dat weten wij allemaal maar al te goed. Het was wellicht de bekende Duitse predikant ds. Martin Niemöller, die dit enkele maanden geleden op huiveringwekkend duidelijke wijze onder woorden heeft gebracht, toen hij zei: Het maakt voor ons in West-Europa maar weinig verschil, wie er wint als de bom barst. Is het Rusland, dan krijgen we de Amerikaanse atoombom, is het Amerika, dan de Russische. Ds. Niemöllers uitlating is natuurlijk te defaitistisch, maar zij is toch karakteristiek voor de visie, die velen op de loop der dingen hebben. wanneer deze begin 1951 eindelijk 15 huurverhoging krijgt. Dat waren zorgen, waarmede ook onze regering te maken had. Ik her inner aan de lonen- en prijzennota's, aan de loonronden van Januari en Sep tember en aan de industrialisatiepolitiek van minister Van den Brink, welke er evenals de landbouwpolitiek van mi nister Mansholt bij voortduring op ge richt is, Nederlands economische posi tie ten opzichte van het buitenland zo sterk mogelijk te maken en te bereiken dat, wanneer de Marshall-hulp eenmaal geëindigd zal zijn, ons land niet al te wankel op eigen benen zal staan. Dat daarbij steeds meer wordt afge weken van een star planmatige econo mie en het begrip liberalisatie voort durend terrein wint, ligt geheel in de lijn der internationale ontwikkeling, aan welke Nederland zich natuurlijk niet kan onttrekken. MAAKTE zich niet bij het uitbreken van het Koreaanse conflict van ve len een kleine hamsterwoede roeester en wordt niet de gehele financiële en economische positie van ons land be paald door de enorme krachtinspannin gen, welke wij ons moeten getroosten voor het organiseren en inrichten van een afdoende Westerse defensie? Moesten ook wij niet door het zenden van Hr. Ms. Evertsen en een bataljon vrijwilligers ons deel leveren in de strijd tegen de aggressor, die in het Verre Oosten Zuid-Korea als doelwit had gekozen" En leek het er dit najaar niet een ogenblik op, dat men in Amerika had uitgemaakt, dat wij onze maritieme tradities maar overboord moesten gooien en dat we onze spaarzame finan ciën voortaan dienden te besteden voor ons aandeel in de verdediging te land? Gelukkig toonde de overdracht van 13 mijnenvegers van de Amerikaanse ma rine aan de onze een andere mentali teit. Genoeg voorbeelden. _Zij bewijzen, dat de grote internationale spanningen ook vonken naar ons land deden over slaan. J^aar het was toch op een geheel ander terrein, dat de gevolgen voor ons allen direct voelbaar werden, n.l. in onze portemonnaie en aan onze boter ham, op ons belastingbiljet en straks ook aan de quitantie van de huisbaas, Jnmiddels werkten wij, samen met Belgie en Luxemburg, voort aan de opbouw van de Benelux. Konden wij vorig jaar de verwachting uitspreken dat deze op 1 Juli 1950 geheel „rond" zou zijn, helemaal uitgekomen is deze verwachting toch niet. Er zijn welis waar in de loop van 1S50 weer ver schillende ministerconferenties en ook conferenties op lager niveau gehouden, die natuurlijk alle slaagden, maar toch ook altijd weer enkele problemen on opgelost lieten. Dat waren dan de moei lijkste kwesties, zoals die van het han dels- en betalingsverkeer, de land bouwpolitiek en de kwestie van de waterwegen. Het kwam zelfs zover, dat de aanvankelijk voor December vast gestelde ministerconferentie voorlopig moest worden verschoven en de Econo mische Unie is nog steeds geen vol dongen feit. Nieuwe Kerkorde Qp kerkelijk terrein valt in de eerste plaats te vermelden de aanvaarding van de nieuwe kerkorde door de Ge nerale Synode der Ned. Hervormde kerk, welke men misschien mag zien als de bekroning van een actie, welke uit die kerk zelf is voortgekomen er. die bedoeld is om haar meer dan te voren te plaatsen als een levende ge meenschap in deze wereld. Een ander belangrijk feit uil het kerkelijk leven is dat van de dogma verklaring van de lichamelijke ten» hemelopneming van Maria: voor de katholieken een glorieuze bevestiging van iets, dat zij reeds lang als waar heid aanvaardden, maar voor het pro testantse Nederland een nieuw obsta kel op de weg naar een breder samen gaan met Rome. Vallen we weer even terug van het geestelijke naar het materiële terrein, dan dient vermeld te worden, dat het probleem, van de werkloosheid zich nog steeds binnen redelijke grenzen beweegt. Ja, het was zelfs zo, dat bijv de maand November een gunstig beeld vertoonde en vergeleken bij het vorig jaar zelfs een daling van het werk loosheidscijfer te zien gaf. Dit ondanks repatriëring en demobilisering en mis schien wel ook een beetje dank zij de emigratie, welke zich op steeds groter schaal voltrekt. Indonesië en de Wesi Repatriëring en demobilisering voeren ons als het ware vanzelf naar de Indonesische kwestie. Hier stippen we slechts enkele punten in het kort aaa In Januari was er de actie Westerling tegen Bandung, welke de „Turk" ten slotte eerst in de gevangenis te Singa pore en daarna weer in vrijheid :n Brussel deed belanden. Er waren ook Unieoonferenties in Djakarta en Den Haag, met bevredigende resultaten, die overigens niet konden verhinderen, dat het federalisme en het zelfbeschik kingsrecht der Indonesische volkeren alle afspraken ten spijt volledig geli quideerd werden. Verder noemen we de acties tegen Zuid-Celebes en later tegen het gebied van Ambon, waar de Republiek der Zuid-Molukken een vrij. wel hopeloze strijd tegen de macht hebbers van Djakarta en Djokja streed. De ontbinding van het KNIL werd op 26 Juli een feit. En dan nog het belangrijkste van al les: de Nieuw-Guinea-conferentie, wel ke in Den Haag hét geschilpunt tussen de Uniepartners ter tafel bracht. De omschakeling naar een grótere zelfstandigheid gaat voor de West wel iswaar niet met zulke hevige conflic ten gepaard als in ons voormalige Oost- Indie, maar ook hier was toch aan spanningen geen gebrek. Koninklijke familie In het begin van het jaar kwamen onze gebiedsdelen op het Westelijk halfrond op zeer bijzondere wijze in het centrum van de belangstelling te staan door de reis, die Z.K.H. Prins Bern- hard naar West-Indie en naar enkele Zuidamerikaanse staten, Mexico en de U.S.A. maakte. Dat deze reis er in be langrijke mate toe heeft bijgedragen, de goodwill van ons land in het Ame rikaanse werelddeel te vergroten, staat ais een paal boven water. Het Koninklijk echtpaar, dat in de loop van 1950 zijn reeks van bezoeken aan de provincies voltooide, heeft ook zijn eerste officiële bezoeken aan bui tenlandse staatshoofden gebracht. In Mei ontvingen president en mevrouw Auriol koningin Juliana en prins Bern- hard en in November waren zij gasten van het Engelse Koningspaar. H.K.H. Prinses Wilhelmina vierde >p 31 Augustus in stilte haar 70ste ver jaardag. Het was een dag zonder veel uiterlijk feestvertoon. Nederland leefde in 1950 ook mee met de vier prinsesjes, die, geheel naar de wens van haar koninklijke ouders, opgroeien als gewone kinderen en zo veel mogelijk verre worden gehouden van alles wat de jeugd van veel vor stenkinderen in het verleden vaak heel wat minder zonnig heeft gemaakt Toch hebben in de loop van 1950 ook prinses Irene en zelfs de kleine Mar griet haar eerste „officiële daad" moe ten verrichten. Ireentje legde op 23 Juli de eerste steen voor de nieuwe Nd. Hervormde kerk in Londen en Margriet onthulde te Spaardam net monument dat herinnert aan de red ding van de dijk door een jongetje, dat volgens de overlevering met zijn vin ger het doorsiepelende water tegen hield. Bouwen J^ederland werkte in 1950 verder aan zijn wederopbouw en aan de oplos sing van het woningprobleem, ook al een gebied, waarop spanningen voel baar waren. Er werd weer veel ge bouwd en toch was dat, met name voor de door de oorlog getroffen ge bieden, nog lang niet genoeg. Een zeer welkome bijdrage tot de oplossing van het woningprobleem leverde de Bus- sumse wethouder Bouma, die een spe ciaal woningtype ontwierp, dat het Rijk in de gelegenheid stelde, te vol staan met een veel geringere exploi tatie-bijdrage dan tot dusver in nor male gevallen nodig was. Niet minder dan 11.000 van deze Bouma-woningen zijn er in ons land op stapel gezet. De wet op de vergoeding van de ma teriële oorlogsschade trad in Februari in werking, maar van feitelijke uitbe talingen op grond van deze wet is tot dusver nog weinig terecht gekomen." Een kwestie, die in 1950 vele gemoe deren heeft bezig gehouden, was die van Bertha Hertogh. Vrijwel iedere Nederlander leefde mee in de span ning, waarin vader en moeder Hertogh moeten hebben geleefd en de verlos sende uitspraak van het gerechtshof te Singapore werd ook hier te lande al gemeen met instemming en voldoening begroet. Het is tragisch, dat bij de relletjes in Singapore zoveel slachtof fers moesten vallen. Allerlei nieuws £)e berechting van oorlogsmisdadi gers, nu in eerste instantie door de gewone rechterlijke macht, ging nog steeds verder. Er werden ook nog doodvonnissen voltrokken, waarbij de executie van de verrader Anton van der Waals op 26 Januari het meest de aandacht trok. De veiling van de nalatenschap van Han van Meegeren bracht in Septem ber de slotacte van een tragi-comedie, die gedurende enkele jaren door vrij wel iedereen in spanning werd gevolgd. Op het gebied van de luchtvaart vallen gelukkig ditmaal voor Neder land geen grote rampen met tientallen slachtoffers te melden. Bij de onder gang van een KLM-posttoestel voor onze kust in Februari kwamen toch nog zeven mensen om het leven. De dienst Gemeente Werken te Am sterdam publiceerde in het najaar zijn plan voor een tunnel onder het IJ, dat de oplossing moet brengen voor een belangrijk verkeersprobleem in de hoofdstad. Rederiand is een klein deel van een groot geheel, een schakeltje in een ingewikkelde machinerie, maar ook dat schakeltje kan belangrijk zijn, vooral wanneer het zijn taak goed ver staat en zijn rol ais bindend element in de ingewikkelde samenleving naar behoren vervult. Nederland deed dat in het verleden, ook in het afgelopen jaar op verschillende wijzen, getuige bijvoorbeeld zijn activiteit in het werk van Straatsburg en zijn initiatieven bij de behandeling van meer dan een in ternationaal probleem (plan-Stikker, pian-ManshoIt enz.). Mogen zü, die ons land leiding geven, in 1951 op deze weg blijven voortgaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1950 | | pagina 5