TIJD: de alles beslissende factor De leeuwentemmer werkt rustig dóór nen Overheid had geld nodig Beperkende maatregelen voor de Zuiderzeevisserij noodzakelijk Wesieri VERPLANTEN i ellia's stapel groeide Moskou verhaast zijn naar het Westen gerichte projecten De Nederlandse Bank kon gelukkig helpen Wapenindustrie voor de vuurproef Hensbroek Boeiende lezing over Albert Schweitzer Een vraagstuk dat om oplossing roept Wonderlijk wereldje van circus Strassburger in het Amsterdamse Carré ledereen is er als kind mee begonnen LAATSTE "NIEUWS Gevallen engel Bergen De Volkshogeschool DONDERDAG 18 JANUARI 1951 Zij krijgt, indien c, alle opdrachten, i-goedkope retourtjes reekend- en avond oor de oorlog komen rectie van de Neder- n is van mening, dat iervan oneconomisch luidige tarieven komt ijf goed uit. De staat aan, maar behoeft er te leggen, bijzonder goedkope zich meebrengen, dat ten bijpassen. De be- i dit op zijn beurt slagbiljet merken. De zijn zo laag als ze l in de huidige tijds- En als we naar het i, mogen we in Ne. »en. Voor een enkele er 60 km betalen wij fransman 2.69 gulden, ilden, een Engelsman West-Duitser 3.26 gul- er moet voor dit ritje iet loketje neertellen, is uitstekend af 3 met zijn gedachten :n toeft, zal zich onge- rachtige camelia's her als balcorsage droeg. »e tinten en wat een Helaashiervoor oemen vrijwel niet doch als kamerplant i wel heel goed kwe- niet beweren dat een nakkelijke kamerplant r men wat planten- an men zich heus wel emplaar aanschaffen, i de meest geschikte ben echter zo hun er voorlichting zoudt /an terecht brengen. Ze heeft één grote ze gooit soms plotse- l en zelfs knoppen af, d maar een aanwijs- te vinden is. Toch »heid wel voorkomen, ge de Camellia een ts gunnen. Ze is erg andplaats-verwisseling, 1 mogelijk voorkomen :lfs al laat u de plant ;kje staan en u draait de andere kant eens t zonnetje kan profi- iat kwalijk nemen en rennen door knopval. ;en goede standplaats, it ze niet bevriezen 's winters van het ht kan profiteren. >en Camellia uw nor- ïte op prijs stelt, dat en bladval is het ge- tenslotte aleen nog an de bloemknoppn of erschieten. nen 's zomer heel goed worden, doch dan n licht schaduwplekje, de zomer wensen ze /ijl elke week een ;egeven moet worden, tober kan men haar doch zoals gezegd: In m normaal verwarmde men ook in de volle in poten, doch dat zijn die dan bovendien ;te standplaats verlan- zó plaatsen, dat de niet kan beschijnen, lijk vroeg in het voor- loemen van een nacht- l hebben, zullen ze len, als het zonnetje eet bij te pas kan ko- 1 de bloemen direct ;e rundveestapel is op ld 150.000 stuks hoger winter, n.l. 2.671.000 Voor de varkensstapel rs 2.273.000 en 1.795.000 tvarkens ligt 45 pc1' ;den jaar, het aantal 28 pet. De hoender- 10 tot 15 millioen. fruit naar Duitsland in heden kan er weer and worden geëxpor- pend op een definitief s overeengekomen, dat van 300.000 dollar aan land kan worden ver- sraal Eisenhower zal in een officiële recep- 'eboden door de hoge Ook Bondskanselier er aanwezig zijn. ns was hij een bij de e autoriteit, een mach" diger van Hitler in ons t hij de gevangenisboe- oment drong pas goed door, dat ook met ver- kooi een kooi blijft, da van ons gevangeniswe- 1 een ondergravin" van betekent. Het zwaai tia blijft scherp, ook t» verrukkelijk-mooie (Van onze diplomatieke medewerker). {-JET IJLTEMPO, waarin generaal Eisenhower zjjn „onderzoekingstocht" door de Westeuropese hoofdsteden maakt, is kenmerkend voor de situa tie. Tijd is aliesbeslissende factor geworden. Door de berekening, dat de Sowjetunie het niet vóór 1958 tot een „show-down" in West-Europa zou laten komen, is door nieuwe inlichtingen een dikke streep gehaald. Evenals het communisme in Azie het tijdschema zijner aggressieve plannen aanzien lijk versneld heeft, heeft het dit ook ten aanzien van zijn naar het Westen, gerichte projecten gedaan. Er zijn zelfs diplomatieke en militaire experts, die een grote actie der Sowjets in Europa reeds in de maanden April, Mei of Juni verwachten. Zjj geloven weliswaar niet, dat het Kremlin het Rode Leger dan rechtstreeks naar het Kanaal zal laten oprukken, waarop Amerika on getwijfeld met een „bommen-op-Moskou" zou antwoorden, maar wel bijvoor beeld aan een coup tegen Tito's Zuid-Slavie, teneinde op de Balkan een tweede „Korea" te scheppen. Hierdoor immers zou de opbouw van de Atlantische defensie op zijn minst zeer nadelig beïnvloed worden. luiiiiiiiiiiiiii.iiiiiMiiiiiiiiiimiiiHiiiiiiiiiiiiniiiiiiiniiiiiiiHiiiiiiiiiniiniiiiiinmiiiiHiiiiHiiuiHiim (Van onze economische medewerker) QE WEEKSTAAT van de Nederlandse Bank kan soms van die aardige verras singen brengen. Dat bleek niet alleen op 3, maar ook op 10 Januari. Wij hebben al eens verteld, dat de weekstaat een ver korte balans is. Hij vertelt ons elke week o.m. hoeveel bankbiljetten er in omloop zijn, hoeveel goud wij bezitten, hoe het staat met onze voorraad aan buitenlands® valuta, hoeveel geld er staat op de zoge naamde tegenwaarderekening (het bedrag in guldens, dat wij aan Marshallhulp ont vangen) en ook in hoeverre de overheid een beroep doet op de circulatiebank om haar geld voor te schieten. De Nederlandse Bank is de kassier van het Rijk; er is dan op die balans altijd een rekening, die aangeeft het bedrag, dat de Bank voor de overheid bewaart. Is dit bedrag erg klein geworden, dan is dit een vingerwijzing voor onze minister van fi nanciën. Hij moet dan op de een of an dere wijze ergens geld vandaan halen. Zo bleek ook tegen het ende van De cember het bezit aan kasgeld niet al te groot te zijn. De minister moest dus maat regelen nemen, temeer daar er voor spe ciale doeleinden een bedrag nodig was van liefst 305 millioen. Er moest een be drag van 133 millioen afgelost worden op in het buitenland aangegane leningen, voorts moest het Rijk aan de Nederlandse Bank 80 millioen terugbetalen, welk bedrag de Bank alvast aan Indonesië had geleend, doch welke lening ten laste van het Rijk moest komen. En tenslotte moest er aan de Bank 92 millioen worden te ruggegeven van destijds aan Indonesië verleende credieten in het kader van Bretton Woods (kapitaalverstrekking voor Monetair Fonds en Wereldbank). In normale gevallen zal de overheid, als zij op korte termijn geld nodig heeft, bij de particuliere banken zogenaamd schat- kistpapier onderbrengen. Dat wil zeggen: zij verkoopt aan die banken een bepaald soort schuldbekentenissen, waarvoor de banken rente krijgen en die zij na verloop van een bepaalde tijd weer bij de over heid kunnen inleveren. De overheid krijgt ln de regel geen bankpapier, doch een vordering op de banken. Haar schuld eisers betaalt zij dan door middel van een giro-overschrijving, net zoals dit bij het girokantoor gebeurt. Wij noemen dit soort geld giraal geld. Weinig contanten Het meest voor de hand liggende was dus geweest, dat de overheid voor die 305 millioen een beroep op de banken had gedaan. Maar deze kwamen tegen het einde van het jaar ook slecht in haar contanten te zitten, omdat veel mensen geld opvragen (feestdagen) of voor 31 December nog bepaalde verplichtingen hebben De banken moesten dus eveneens omzien naar wegen om aan geld te komen; zij gingen dan ook schatkistpapier naar de overheid terugbrengen (in plaats van nieuw er bij te nemen), terwijl zij boven dien bij De Nederlandse Bank door het in belening geven van (voornamelijk) schat kistpapier, dat nog niet afgelost kon wor den, geld in huis kregen. Er bleef nu voor de overheid nog maar één middel over: óók bij de circulatiebank aankloppen. Dit heeft ze dan ook gedaan, waarbij ze gebruik maakte van een over eenkomst van 1947, volgens welke zij ter voorziening in haar kasbehoeften schat kistpapier bij de Bank mag onderbrengen. Voor een bedrag van 300 millioen heeft zij opgenomen en daarmede de genoemde •chulden betaald. Met grote letters ver scheen dit bericht op 4 Januari in de bla den. Men kan er over twisten, in hoeverre hierdoor extra geld in omloop is ge bracht en dus de kans op inflatie is ver groot. De overheid ontkent het; verschil lende economen vinden echter van wel Hoe dan ook, de beurs, die fijngevoelige barometer, vond de handelwijze van de overheid maar raar. Zij zei (o.i. terecht): „dan had je maar beter moeten huishou den in de loop van het jaar, opdat je te gen het einde geld had overgehouden. Nu moet je het scheppen." Prompt liepen dan ook na het bekend worden van die transactie de koersen van verscheidene aandelen op. Tal van mensen vonden aandelen een veiliger bezit dan geld en waren bereid #oor die stukken zelfs een hogere koers te betalen. Een week later was de vaart er echter al weer uit. Toch bewijst die beurshausse, dat zo'n mededeling in de bladen de beurs •nel doet warm lopen. Op de weekstaat van deze week »*eek gelukkig dat de overheid op het goede pad teruggekomen is: van de 300 mliiioen zijn namelijk weer f 50 millioen afgelost dank zij het feit, dat de banken schat kistpapier wilden opnemen. Wij zullen moeten wachten tot De Nederlandse Bank over een paar maanden met vollediger cijfers komt om met zekerheid te kunnen zeggen, of de overheid verder gegaan is op het hellende vlak, dat naar de inflatie leidt. Op de Jachtlaan te Apeldoorn is een kind tegen een uit de richting Arnhem komende vrachtauto met aan hangwagen opgelopen en vrijwel op slag gedooü. De chauffeur bemerkte niets van het ongeval. J\[ATUURLIJK zouden de Sowjets daarbij de kans lopen, toch on middellijk met de Amerikanen in een gewapend conflict te geraken waar- bjj de Amerikanen Europa tijdelijk zouden moeten afschrijven maar zelfs de optimisten onder de Westerse deskundigen twijfelen er niet aan, dat de Sowjetunie thans bereid is gro ter risico's dan ooit te voren aan te gaan. Nu is de verwachting van een Rus sische manoeuvre reeds in het voor jaar de meest ongunstige. Rustiger beoordelaars houden het erop, dat Moskou gedurende het gehele komen de jaar weliswaar alles zal doen om de spanning te verhogen en daar- bjj tegelijk zal streven naar het zaaien van verdeeldheid in de vrije wereld! maar een totale oorlog nog uit de weg zal gaan. Zelfs wanneer dat waar is, kan men de situatie echter toch allerminst rooskleurig achten Een jaar is te weinig voor de opbouw van de in feite nog in het geheel niet bestaande Westeuropese de fensie. De huidige plannen (nog date rend uit de tijd, dat men geen Rus sische actie vóór 1953 verwachtte!) voorzien in de vorming van de als een minimum nodig geachte 55 tot 60 di visies in de loop van drie jaren. Dat is te lang en generaal Eisenhower, reeds belast met de zware taak uit de soldaten van meer dan tien naties één leger te vormen, moet nu zien, hoe hij het sneller kan doen. Wapens ontbreken. £JAARBIJ is de generaal in hoofdzaak afhankelijk van hetgeen de Wester se industrie presteren kan. De nodige mankracht is ten slotte nog wel op korte termijn te vinden en binnen niet al te lange tijd te trainen. Maar er zul len heel wat maanden mee heengaan, vóór alle daarvoor in aanmerking ko mende fabrieken op volle toeren wa pens afleveren. Een goed voorbeeld van de moeilijkheden, die op dit terrein liggen, ziet men in ons eigen land, waar men gedwongen is, twee van de drie divisies, die men dit jaar mobilisabel wil maken, met Canadese en Britse wapens te laten oefenen, hoewel ook zij zijn voorbestemd met Amerikaanse wapens te worden uitgerust. Maar die wapens van Amerikaans type zijn er nog niet. Generaal Eisenhower heeft het daar om voorlopig tot zijn voornaamste taak gemaakt, de Westeuropese rege ringen te bewegen, ook hun industrieën op zo groot mogelijke schaal in het proces der wapenproductie in te scha kelen. Van Amerikaanse kant heeft hij kunnen beloven, dat bij verstrekking van grondstoffen voor dit doel de grootst mogelijke faciliteiten zullen worden verleend. Dat in Amerika zelf op het gebied der productie nu alles op alles wordt gezet, kon West-Europa uit de Boodschap van president Tru man aan het Congres vernemen. En generaal Eisenhower zal dan tevens nog aan de Europese regeringen heb ben verteld, dat Amerika haast zal maken met het zenden van troepen naar ons continent. De Los Angeles Times wist hieromtrent te berichten dat het Amerikaanse 7de leger, dat op het ogenblik opnieuw op de been wordt gebracht,- binnen zeer korte tijd in Europa zal aankomen, Zo'n Ameri kaans veldleger bestaat uit drie corp sen van drie divisies elk en telt met zijn speciale eenheden niet minder dan 300.000 man. Dat is in ieder geval een begin, waaruit men wat moed kan putten. NIEUWE FINSE REGERING Woensdag is een nieuwe Finse re gering samengesteld, bestaande uit 6 agrariërs, 4 sociaal-democraten, 1 lid van de Zweedse volkspartij en een lid van de progressieve pa tij. De agrariër Dr. Urho Kekkonen is eer ste minister gebleven. Minister van Buitenlandse Zaken is Dr. Aake Gartz van de Zweedse Volkspartij. Voor de bijeenkomst van „Ontwik keling en Ontspanning" hield ds. Ap pel van Nieuwe Niedorp een lezing met lichtbeelden over Albert Schweit zer. De spreker zei blij te zijn over deze grote figuur te kunnen spreken, nu de ons omringende wereld er zo moeilijk voor staat. Schweitzer werd 14 Jan. '75 in Kai- sersberg geboren, zodat hij juist z'n 76e verjaardag heeft gevierd. Kaisers- berg ligt in de Elzas, het veel omstre den gebied, dat nu eens Duits, dan weer Frans is. Evenals z'n vader en grootvader van moeders zijde was Schweitzer voorbestemd predikant te worden. En zo studeert hij in Straats burg theologie, maar ook filosofie, mu ziekwetenschappen en neemt hij orgelles te Parijs. Hij neemt feitelijk te veel hooi op z'n vork, maar als zeer be gaafd student kan hij het bijbenen. In 1898 verkrijgt hij de bevoegdheid van predikant en wordt hulpprediker. B.ach en Goethe krijgen z'n oprechte bewondering. En dan op zekere dag staat het plotseling voor hem vast, dat hij zich tot z'n 30e jaar zal wijden aan wetenschappen en kunst en zich daar na zal geven aan de dienst voor de lijdende mensheid. Zo komt het, dat de 30-jarige professor in de theologie de zware en langdurige studie voor arts ter hand neemt, waarbij hij tot vaak diep in de nacht studeert en als doctor slaagt. In 1913 vertrekt Schweitzer, verge zeld van z'n vrouw, naar Lambarene. in Afrika, om te trachten het vele !e?d onder de negers te verzachten. Besommingen IJmuiden De besommingen van Woensdag zijn trawler f 43.300; loggers Sch. 9 15.500; Kw. 47 f 17.50; Kw. 151, f 325. Per 1 kg: heilbot 3.502.40, gr. tong 2.70—2.35, grm. tong 2.342.20, kim. tong 2.42—2.18, kl. tong 1 2.22—1.95, kl. tong 2 2.02—1.78, tarbot 1 2.70—2.06. 4 Per 50 kg: tarbot 4 59—56, schartong 50 —39, gr. schol 43.5040, grm. schol 65 62, kim. schol 76—71.50, kl. 1 schol 65.50— 62, kl. 2 schol 57—34.50, schar 42—27, v. haring 3050, makreel 57—51, gr. schelvis 8579, grm. schelvis 8682, kim. schelvis 77—70.50, kl. schelvis 1 69—66, kl. schelvis 11 56.50—52. Per 50 kg: wijting 31.50—20, gr. gul 67 59, mid. gul 47—44, kl. gul 43—38. kl. haal 3327, ham 6757, kim. hake 94, kl. hake 1 67—60, kl. hake 2 41—30. poontjes 32. lommen 234, kl. koolvls zw. 3329, rood- baars 29. Per 25 kg: gr. kabeljauw 220156,, gr. Later trekt hij de wereld rond om lezingen over z'n werk aldaar te hou den, orgelconcerten te geven, waar van de baten ten goede zullen komen aan z'n liefdadig werk. In Lambarene kan hij niet gemist worden, zelfs nu nog niet op 76-jarige leeftijd. Na deze inleiding volgden lichtbeel den met explicatie. Het was een bijzonder genotvolle en leerzame avond, die zeer insloeg. Ds. Appel kan boeiend, vlot, een voudig en onderhoudend vertellen. Het plaatselijk zangkoor gaf ter af wisseling enkele liederen o.l.v. de dirigent N. Pluister. Voorzitter Oudendijk bracht harte lijke dank voor het gebodene. De heer Koppenol, secretaris, deel de nog mede, dat het in de bedoeling ligt om bij voldoende deelname, in samenwerking met de afd. der Platte landsvrouwen, een cursus in welspre kendheid te organiseren, die gedoceerd zal worden door het hoofd der o.l. school te Stompetoren. (Van onze speciale verslaggever) WIEwel eens in het voorjaar een tochtje heeft gemaakt over onze langzaam verdwijnende Zuiderzee, die zal gezien hebben, dat de vissersvloten uit Bunschoten, uit Urk, uit Volendam, uit Elburg nog groot zijn. Wellicht heeft men zich afgevraagd, als men dan de midden in zee werkende bag germolens met de andere vaartuigen en installaties voor de Zuiderzeewer ken gezien heeft, wat er in de toe komst met hen, die de vloten beman nen en hun gezinnen moet gaan gebeu ren. Deze vraag leeft ook in de krin gen van onze Zuiderzeevisserij. Men kan beter zeggen leeft nog steeds in die kringen, want van het ogenblik af, dat het besluit tot drooglegging van onze binnenzee vaststond heeft men zich er het hoofd over gebroken, zon der tot een afdoend antwoord te ge raken. Men heeft sinds 1918, het jaar waar in de wet tot afsluiting en droogleg ging tot stand kwam, van regerings zijde steeds gepoogd de vissersvloten op de Zuiderzee te doen inkrimpen en de vissers over te halen een ander be roep te kiezen. In de eerste jaren heeft men hiermee, mede doordat de visse rij in die dagen een vrij karig bestaan opleverde, enige resultaten geboekt. De laatste tien jaar is het aanta] vis sers op de Zuiderzee echter bijna niet verminderd en hebben vooral de po gingen om de vissers van de Zuidwal een ander beroep te doen kiezen, wei nig resultaat gehad. Maar de tijd dringt. Er wordt hard gewerkt aan de dijken van de Oost- Polder en in de loop van dit jaar zul len grote stukken hiervan gereed ko men en daarmee wordt dan het vis water voor de vissers uit Elburg, Kam pen en Harderwijk grotendeels on bruikbaar. „Is dat niet grappig, op deze hoek maak ik steeds dezelfde tout". {-JET ARTTSTENLEVEN is enerverend, maar hard. Spijkerhard. Neem nu Dola, de Spaanse leeuwentemmer van Strassburger in Carré. Gister avond kwam de dokter weer even naar hem kijken, nieuw verband leggen om de wonden, die de leeuwinnen Fuia en Simba hem Zaterdagmiddag had den toegebracht. Maar voordat dit gebeurde werkte de 36-jarige dompteur nog even z'n nummer af. De spanning in Carré was ten top gestegen. Niet alleen onder het publiek, ook onder de artisten. Dola zelf was misschien het meest gespannen van allen. Hjj kent als geen ander de kracht van het levende materiaal, waarmee hij werkt. En vond zjjn vader vijftien jaar geleden ook niet een ontijdig einde in de leeuwenkuil? nok van het circus halsbrekende toe ren verrichten, of die andere twee luchtacrobaten Jeanette en Groot. Het is één sensatie, al sensatie. Een door lopend spel met magere Hein, die maar grijzend staat te wachten, tot- ie er een paar op de punt van z'n zeis kan vangen. Het is ook hier weer het oude lied je. Als kind ben je er mee begonnen en nu kan je niet anders meer. Het is zeker onder de circusartisten zeld zaam, wanneer de herinnering aan het werk niet terug gaat tot de kinder jaren. Nemen We de Trebla's. Hij, eigenlijk Albert hetend, en Belg van geboorte, bedrijft z'n oefening al van z'n twaalf de jaar. Met z'n vijftiende trad hij voor het eerst in de piste. Als slan genmens begon hij, maar al veertien jaar verkoopt hij nu z'n „schouder bladen-nummer". Een krachtpatser is-ie met de schouderbladen. Hij de monstreert die spierkracht op veler lei manieren. En hij vindt er brood ln, terwijl hij anders, als kind van de „werkende stand", misschien in een benauwde fabriek had moeten werken, ergens in Antwerpen. Zijn vrouw, die hem assisteert, is eveneens een artis- lenkind. Van pappa en mamma leer de ze de acrobatie. „Als je jong ben: vind je het allemaal zo mooizegt ze. „Het valt nu wel eens niet mee Maar toch houden we ons er aan. We kunnen er immers tóch 'niet buiten D^t applaus van het publiek't is zo schoon, zunne." W/IE een gemakkelijk leven zoekt, moet verre blijven van dit milieu. Moeder Dola zoekt deze sfeer. Haai man werd slachtoffer van zijn beroep. Maar onmiddellijk liet zij haar zoon Hermanos de lege plaats innemen. En wanneer die mocht vallen, staan er naast de dochter Lola, nog twee zoons klaar om dit werk voort te zetten. Moeder volgt achter de coulissen de arbeid van haar kinderen en hun hel pers. Ze is duidelijk de centrale figuur van dit artistengezin, dat nimmer medelijden met zichzelf kent. Sjouwend van wereldstad naar we reldstad, met altijd het loerende ge vaar om zich heen, zodra ze een stap binnen de ijzeren hekken zetten men moet wel uit het goede hout ge sneden zijn, om dit langer dan een paar dagen te kunnen volhouden. Dat is de familie Dola dan ook ken nelijk. Het meisje Lola aarzelt zelfs niet haar ontblote arm in de muil van een stevige leeuwin te steken Niet fors genoeg weliswaar naar de zin van broer Hermanos, die het haar achter de coulissen nog eens precies voordoetMaar ze doet het dan toch maar. Sensatie. Mensen met stalen zenuwen moeten het zijn. Maar is dat ook niet het ge val met die drie Antares, die in de J-JET is grappig achter die coulissen van Carré eens zo'n uurtje rond te neuzen. Ieder weet het ogenblik van opkomst op een prik. De laatste minuten is er telkens weer de ner veuze gespannenheid, die men met be drijvig oefenen probeert te verdrijven. De Mexicanen buitelen en springen salto na salto, Victor Julian met zijn kostelijke collectie gedresseerde hon den en apen, gebruikt z'n wachttijd met het voortdurend trainen van „baby-dogs" in het op hun achterpoten lopen. De genoeglijke Belgische clowns na de mensen van de ele gante paardendressur nog de rus tigste van allen, lopen toch nog steeds te kijken of al hun ingrediënten wel op hun plaats liggen. „Ai, waar zijn die lucifers nu weer? Jasses, zeker weer de één of de ander, die een grap wil uithalen. Die lucifers zijn altijd zoek, meneer. Daarom zorg ik steeds twee doosjes bij de hand te hebben.' En dan de koning der jongleurs Paolo. De ballen, stokken en ringen dwarrelen maar onafgebroken de lucht in. Eén van de tien ringen valt. „Bah, altijd op hetzelfde moment," zegt de artist even ontmoedigd. Even maar. Hij lacht alweer, wanneer ons het ver haal verteld wordt van de journalist, die een paar jaar geleden een week met het circus meereisde, en ook hielp met de opbouw van de tent. De jonge man mocht helpen bij de opbouw, maar werd ten slotte weggestuurd om de niet-bestaande piste-sleutel te ha len. Wel, wel, wat heeft het ontelbaar grote aantal samenspannende perso neelleden de jongeman laten tippelen. Het mopje is bekend. De leerjongen in iedere branche wordt er eenmaal in z'n leven op een soortgelijke manier eens tussen genomen. In het circus doet men het grondig en genoeglijk. Wie aan die krantenman denkt, schiet nog in de lach. Tjonge, tjonge, wat heeft die getippeld. Een goede gezonde sfeer daar bij Strassburger in Carré. Een fameus program. Maar een slechte recette. Dat kunnen de laatste paar avonden zeker niet meer goed maken. rjVER tien jaar zullen ook de vissers uit Bunschoten, Volendam en an dere plaatsen een ander emplooi moe ten zoeken. Op het ogenblik wordt er nog door 899 scheepjes op de Zuider zee gevist. Men neemt aan, dat nog niet de helft hiervan op het IJselmeer kan blijven vissen en zelfs dit is nog twijfelachtig, want men zal moeten af wachten hoe de visstand zich in dat meer zal ontwikkelen. Vast staat in ieder geval, dat het aantal vissers drastisch zal moeten verminderen. Tot dusver heeft men die vermindering trachten te bereiken door een opvolgingsregeling voor de visvergunning. Er wordt slechts een nieuwe vergunning uitgereikt aan iemand, die de opvolger is in het be drijf van zijn vader of oom of jaren lang medebedrijfseigenaar is geweest. Door deze regeling kan maar een uiterst kleine beperking bereikt wor den, want in de meeste gevallen zal de houder van een vergunning wel een opvolger hebben. Ook worden de vis sers en hun zoons nog steeds aange moedigd om een ander beroep te kie zen. Er zijn echter van overheidswege nog steeds geen richtlijnen gegeven om de beperking van het aantal vis vergunningen sneller te doen verlo pen. Integendeel, het heeft onder de vissers, die van oudsher op de Zuider zee hun bedrijf uitoefenen, kwaad bloed gezet, dat het vorige jaar een twintigtal tijdelijke vergunningen, die na de oorlog waren afgegeven, defini tief werden verklaard. Zij voelen te recht aan, dat dit in tegenspraak is tot de aandrang, die op hen wordt uitge oefend om hun bedrijf op te geven. Die aandrang zelf heeft maar wei nig succes. De vissers hebben op het ogenblik nog een redelijk bestaan. Zij verdienen meer dan zij naar alle waar schijnlijkheid aan de wal kunnen ver dienen. Bovendien hebben zij enkele bijzonder goede jaren achter de rug. In 1949 waren er zelfs vissersknechts, die een jaarinkomen hadden van 5000 tot 6000 gulden. Dit is, als gevolg van de daling der palingprijzen, wel ver minderd, maar toch niet zodanig, dat de vissers en hun knechts geneigd zijn hun beroep te veranderen. Het wordt echter tijd, dat men dit probleem krachtiger gaat aanpakken, Men kan nu nog de vissers langs de weg der geleidelijkheid aan een ander bestaan helpen; over enkele jaren is elke geleidelijkheid onmogelijk ge worden en zal men op korte termijn dit belangrijke sociale en economische probleem op moeten lossen. Er zit voor de overheid niets anders op dan een grotere beperking van de opvol gingsregeling der vergunning, waarbij dan tegelijkertijd gezorgd moet worden voor goede toekomstmogelijkheden voor de vissersjeugd. IJmuider trawler maakte recordreis De IJmuidende trawler „Haarlem IJm. 9" kwam gisteren aan de vis- afslag in zijn thuishaven met 1200 kisten rondvis, voornamelijk schelvis, kabeljauw en wijting. Het gaat er op lijken, dat wanneer dit schip aan de markt komt, iedereen zich inspant om de vis zo duur mogelijk te betalen, want ook verleden jaar maakte de „Haarlem" in de slechte tijd menig uitstekende reis. Gisteren sloeg het schip zijn eigen record van 1950 door in totaal f 43.000 te besommen. (Ongecorrigeerd) HEVIGE STRIJD BIJ JONCWOL Woensdag en Donderdag is in het Oostelijk deel van het centrale front in Korea een hevige strijd opgelaaid, waarin de verbonden legers de tegen stander zware verliezen toebrachten. Tezelfder tijd trokken nieuwe vijande lijke troepen uit het Noorden en Wes ten naar het strijdtoneel. Het centrum van de strijd is Jongwol, welke stad hedenmorgen nog in handen van de varbonden legers w«s. REGENVLAGEN striemden het glim mende macadam van de hoofd straat. Windvlagen gierden langs de monumentale stadhuis-trap, rukten aart uithangborden, de kale bomen e« hoeden. Als het nacht was geweest, zou ik geschreven hebben: het was een spook- nacht. Jammer. Boven het geluid van de wind uit klonk de cadans van marcherende voeten. Enigszins scheef in de bocht hangend, maakte een troep soldaten zijn entree in de winderige, bijna ver laten hoofdstraat. Twee venijnige kor- poralen renden rond het troepje, dat als gevolg van de wind opgeblazen petten op het hoofd droeg en door de uitpuilende windjacks een weinig de indruk wekte als vormden zij een be toging van Michelin-mannetjes. Voor het verregende,, berustende stadhuis werd halt gemaakt. Vit een zijstraat verscheen plotseling een iet wat zonderlinge figuur: de sportin- structeur. Spottend met alle dreigingen van griep, jicht en koliek droeg hij een dun trainings-pak. De voorge schreven pet had hij evenwel op het hoofd. Gymschoenen aan blote voeten. Zo verscheen deze Spartaan, deze sportheld, kortom dit wonderlijke nummer uit een in eender grijs ge klede soldatengroep, voor het forum van de twintig opgeblazen landsver dedigers. „Ik hoop, dat jullie 't nou kenne!", riep hij nadrukkelijk, „anders doen we het nog'rs over!" Een windvlaag deed het troepje soldaten naar links uitwijken, van welke gelegenheid een fietsende dame gebruik maakt te pas seren. „Jullie dachten, dat doet'ie niet, hè!" concludeerde de sportsman luid. „Maar we gaan desnoods dóór tot van avond tien uur". Door de soldaten ging een vreemde rilling. Eén van hen deed alsof hij iets wou zeggen. „Nou, wat is 't, Hutsel hoofd?", vroeg de Spartaan. De heer Hutselhoofd begon iets te lispelen. „Hou je mond!" commandeer de het trainingspak. Hutselhoofd zweeg. Er kwam belangstelling van burger zijde. Uit een rij, die zich in verband met de opruiming gevormd had, klonken commentariërende stemmen. „Weerom hewwe ze bai de armee gien sokke voor dat mannegie?" werd er gevraagd. En: „Wat zou 't voor ien weze?" Een andere naamloze wachter antwoordde: „Meskien de aalmoeze nier, of d'rluis korreperaal!" „Belnee" klonk het even verder, „Hai hoort bai de marrevaas. Die hewwe allegaar van die pakkies an!" „Toch wel een pittige bink", zei een meisje, bewonderend kijkend naar het bollende trainingspak. „Wat zei 't skeip 't koud hewwe. Zou zuks nou mótte op Winterdag?", vroeg een ander zich af. Tragische druppels hingen aan de hoofddeksels, die men in het militair jargon „petten-hoofd" noemt. En steeds maar stonden de soldaten, als luchtge- vulde zakken in de storm. Wederom verhief de gestalte in trai ningspak zijn stem: „Zijn jullie sol daten?", zo vroeg hij naief. „Zijn jullie kerels, die een klap moeten kunnen verdragen? Bah!", concludeerde hij dan krachtig. „Vaatdoeken!" Toen kwam Bram Komijn voorbij, oud militair in alle nerven, ofschoon hij thans als bezorger bij een kaashan del werkt. „La-je-nie-neme!"riep hij opstandig. „Laat-ie zellef marsjeren!", en hij strooide sympathieke knipogen rond. De soldaten-groep begonnen te glimmen en een knap telepaath zou verbleekt zijn bij het zien van zoveel wraakgierige gedachten in een twin tigtal druipende soldaten-hoofden. De sportinstructeur schrok een weinig op. „Wat moet jij?", vroeg hij, vuil kij kend naar Klaas Komijn. „Ik mot niks", repliceerde deze, „maar ze mosten jou in een haringvat spijkere, met je heibel!" De Olympiaan deed een stap in Klaas' richting. Deze bleef echter staan, gesteund door toegewijde sol daten-blikken. „Ga je weg, ofbe gon trainings pak. Er kwam geen ant woord. Maar plotseling lag de instruc teur die zich een onverwachte be weging had veroorloofd in een plas. En schalde er een luid gelach door de glimmende straten. Enigszins scheef hangend trok de troep de soldaten een hoek rond. Voorop schreed de sport instructeur. „Net Lucifer van de gevallen enge len", zei een soldaat. „Net een vaatdoek", zei een ander. THOM. Het weekeinde van 10-12 Februari op de Volkshogeschool te Bergen zal geheel gewijd zijn aan Frankrijk. Mej. A. E. Oosterlee, die de leiding heeft van het Volkshogeschoolcen trum Méridon bij Chevreuse en die aan d® honderden Nederlanders, die zij daar heeft ont vangen reeds zoveel van Frankrijk heeft ver teld en heeft laten zien, zal hiervoor naar Bergen komen om 's Zaterdagavonds te spreken over de betekenis die Frankrijk voor ons als Nederlanders kan hebben en om ons 's Zon dags iets te vertellen over de grote Frans® schrijver-viegenier Antoine de St. Exupéry. Monsieur Belaunay van het Instituut Fran, gais te Amsterdam is uitgenodigd te spreken over wat er op dit ogenblik in Frankrijk aan geestelijke stromingen leeft. Deze- inleiding zal in het Frans gehouden worden, maar ver taald worden. Ten slotte zal Frans muziek worden ge speeld. OBDAM. 17 Jan. 1951. Rode kool 8,30 10,60; gele kool 6; Deense kool 5,50; Sa- voye kool 7,109,70; uien 4,605,20, grof 4,20—5,30, nep 12,20; breekpeen C 3,10—3,60, B 3,90; kroten A 9,10-0,20, B 6,60—6,70; spffiaiton 20—98.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 7