Geen hoop het Westen op een Rusland, zoals het wenst In gesprek met Anton Karas Niet iedereen kan 'n goede brief opstellen Cultureel Nieuws AMSTERDAMS PODIUM Goede voorbeeld het IJzeren loopt vast op Gordijn Situatie waarschijnlijk vele jaren blijvend Vi kunt weer xolop genieten van de qeionde en Hersengymnastiek ONZE MOEDERTAAL: SCHOON MAAR MOEILIJK Rijkspostspaarbank ontvangt merkwaardige epistels Welck een dagh! Ghedenckkianck ZATERDAG 31 MAART 1951 (Van onze diplomatieke medewerker) unE IS IN STAAT DE RUSSEN en hun bedoelingen feilloos te beoordelen? Kort vóór Fasen verklaarde de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Dean Acheson, dat de internationale situatie tbans meer reden tot optimisme gaf dan een jaar geleden. Onmiddellijk na Fasen echter zette zijn collega van defensie, minister George C. Marshall, uiteen, dat de toestand thans kritieker jg dan in 1950. Het opmerkelijkste daarbij is, dat beide staatslieden, leden van dezelfde regering en dus beiden over dezelfde inlichtingen beschikkend, voor hun tegengestelde standpunten even sterke argumenten te berde brachten. Eén ding kan men daaruit met zekerheid concluderen: de geheimzinnigheid, die het Kremlin zo strikt betracht, dient zeker haar doel voor zover het er om gaat, de tegenstander in onzekerheid te houden. rjOK VOOR het overige is de Russi- sehe geheimzinnigheid geen idio syncrasie van door een teveel aan macht uit het lood geslagen leiders. Integendeel, zij is een van de belang rijkste voorwaarden tot de instand houding van Stalins regiem. Deze ge dachte dringt zich op bij lezing van het laatste nummer van „Foreign Af fairs", het toonaangevende Amerikaan se tijdschrift voor buitenlandse poli tiek, waarin „X", na vele maanden iwijgen, zijn licht weer eens op de be trekkingen met de Sowjetunie laat schijnen. Achter de letter „X" verbergt zich George Kennan, oud-adviseur van het Amerikaanse State Department en een van de beste kenners ter we reld van de Russische politiek. In 1947 ontwierp Kennan tegenover Rusland de „policy of containment", de politiek van het opwerpen van dammen tegen de Russische expansiedrang, die sinds dien bepalend voor de door Washington gevolgde koers is geweest. In zijn zojuist gepubliceerde artikel merkt Kennan op, dat het dwaasheid is te hopen op een Rusland, zoals het Westen het gaarne zou zien, namelijk als een liberale democratie. Het beste, dat men verwachten mag, is een Rus land, hetwelk bereid is het IJzeren Gordijn op te halen en af te zien van de overheersing zijner naburen. Inderdaad zou het Westen met zo'n Rusland in vrede kunnen samenleven. Het overheersende bezwaar is echter dat hot Westen zo bitter weinig kan ondernemen om een dergelijke ver andering in Rusland te bewerkstelli gen. De stoot er toe kan slechts door de Russen zelf gegeven worden. Het Westen kan daarom niet veel anders doen dan te trachten door zijn voor- W/ONDERLIJK is de wijze, waarop een instituut te Haifa, dat zich be zig houdt met de bestudering van de werken van de zeventiende eeuwse Joodse wijsgeer Spinoza, een zeldzaam exemplaar van de eerste uitgave van Spinoza's „Tractatus Theologico-Po- liticus" m bezit heeft gekregen. Toen tijdens de oorlog de Duitse stad Ko ningsberg werd geplunderd, zag een Joods geleerde onder de op straat weg geworpen voorwerpen een oud boek liggen. Zijn dochter nam het boek stil letjes mee uit de Sovjetzone. Een Rus sisch soldaat, die haar aan de grens visiteerde, vond het zorgvuldig ver stopte boek, maar na er een blik in te hebben geworpen, gaf hij het te rug, verachtelijk mompelend: „De Bij belDe jonge vrouw overleed kort geleden en haar echtgenoot, prof. Hans Iwand, hoogleraar aan de univer. siteit van Gothingen (Did), bood de ver handeling aan het Spinoza Instituut in Haifa aan. Het werk werd in 1670 uitgegeven en het bevat een opdracht en kanttekeningen door Spinoza zelf geschreven. Zoals bekend werd Spinoza in 1632 te Amsterdam geboren uit Portugees- Joodse ouders. Hij studeerde eerst theologie doch zijn niet-orthodoxe denkbeelden bezorgde hem de vijand schap der rabbijnen. In 1656 werd hij uitgestoten. Zijn Tractatus Theologico- Politicus wordt beschouwd als een van zijn voornaamste werken. Spinoza's wijsbegeerte is gebaseerd op die van Descartes, doch hij ontwikkelde deze volgens een streng geometrische me thode. DIJ een wagenmaker te Saint-Aubin (Fr.) is een viool ontdekt, die het opschrift draagt „Giovanni Paolo Maggini-Brespia 1637". Volgens des kundigen heeft men hier met een zeer zeldzaam exemplaar te doen. De Ne derlandse Opera te Amsterdam brengt in de maand April negen voorstellin gen o.a. Cavalleria Rusticana-Paljas op 3 April, Tosca op 8 April. La Tra- viata op 13 April, Butterfly op 17 Arpril en La Boheme op 29 April. De voorstellingen op 13 en 17 April wor den gevolgd door de uitvoering van Oud-Nederlandse dansen van Röntgen (ballet). MET medewerking van de vereniging „Nederland in den vreemde", heeft de Noorse schrijver Sverre Halse een leesboek over Nederland voor de Noor se jeugd samengesteld. De schrijver laat de lezer, tezamen met Pieter en zijn grootvader een leuke i;eis door u/000 geheel ons land maken. Ze bezoeken steden, bad- en vissersplaatsen en drukke industriegebieden. Sverre Hal- se schrijft over de Nederlandse vlijt, spaarzaamheid en het doorzettingsver mogen. De lezer leert de gehele Ne derlandse geschiedenis kennen, alsme de bekendste Nederlandse schilders en bovendien de voortdurende strijd te gen het water. Naast de samenwerking op het gebied van het kernphysisch onderzoek dus ook op dit wel gans an dere terrein een goed contactpunt met het zo sympathieke Noorse volk. beeld in Rusland het verlangen naar een gezonder, minder morbide en in. teressanter leven te wekken, zoals, Kennan terecht schrijft. Helaas echter zorgen de Russische leiders er maar al te goed voor, dat dit voorbeeld nau. welijks of in het geheel niet tot de massa's van de Sowjetunie doordringt. J^ATUURLIJK verraadt het isolement, waarin het Kremlin de volken van de Sowjetunie en de satellietstaten houdt, het bestaan van binnenlandse spanningen, evenzeer als de Russische drang naar expansie dit doet. Zij kunen waarschijnlijk niet opgeheven worden, vóór in de Sowjetunie een welvaarts peil zal zijn bereikt, dat niet te veel bij dat van het Westen achter ligt. De communisten geloven, dat zij dat op zeker ogenblik zullen bereiken en zelfs overtreffen. Hun tegenstanders echter menen, dat dit met het communisme nooit bereikt kan worden. Eerst de toekomst kan leren, wie er gelijk heeft, maar het bewijs kan on mogelijk op korte termijn geleverd worden, want de communistische lei ders zullen voor elke mislukking on getwijfeld steeds weer een uitvlucht vinden. Dit betekent, dat er bin nen afzienbare tijd niet op een werkelijke verandering in de Russi sche politiek mag worden gerekend. Ongetwijfeld wenst het Kremlin geen oorlog op grote schaal, want die zou voor het regiem nog noodlottiger zijn dan een ophalen van het IJzeren Gordijn en het afzien van afleidings manoeuvres naai- buiten. Dat blijkt wel in Korea, waar het met de dag duidelijker wordt, dat de Russen wel bereid zijn met een soort „remise" aan de 38ste breedtegraad genoegen te nemen. Zij hebben het klaarblijkelijk aan hun Chinese bondgenoten over gelaten, de zaken daar nu maar ver der naar eigen inzicht te regelen. Dat behoeft nog niet automotisch vrede te betekenen, want China heeft waar schijnlijk zijn buitenlandse avonturen met het oog op interne spanningen niet minder nodig dan de Sowjetunie. Maar het sluit wel een uitbreiding van de strijd in het Verre Oosten uit. zo wel aan de ene als aan de andere kant, hoewel generaal MacArthur er wat onbezonnen mee dreigde. Concessie in Parijs. MOSKOUS VREES voor een oorlog welke het kans heeft te verliezen, blijkt ook in Parijs, waar Gromyko thans concessies heeft gedaan, die een bijeenkomst van de ministers van Bui tenlandse Zaken der Grote Vier mo gelijk maken. De Russen willen dus zelfs onder ongunstige voorwaarde on derhandelen over een zaak, die voor hen van vitaal belang is: de permanen te demilitarisatie van Duitsland. Veel uitzicht op succes hebben zij zo niet, maar zij schrikken terug voor de po ging hun wil met sabelgekletter aan de anderen op te leggen. ryP een ander toneel hebben zij inmid- dels kans gekregen, de voor hen on misbare spanning erin te houden. In Perzië spitst de toestand zich snel toe en de Russen zouden de Russen niet zijn, indien zij daarmede hun voor deel niet zouden doen. Het zal goed zijn de ontwikkeling in Perzië, een zoveel belangrijker land clan Korea nauwlettend te volgen. Voor het Westen blijft onder deze omstandigheden de aangewezen poli tiek het scheppen en instandhouden van een militair apparaat, sterk ge noeg, om het Kremlin nooit in de ver leiding te brengen, een beslissing op militair gebied te zoeken. Voor het overige moet men dan hopen, dat de kracht van het goede voorbeeld toch nog eens zo sterk zal blijken, dat het zelfs door ijzeren gordijnen vermag te dringen. door Bob Wallagh Weet U waar de uitdrukking „onder iemands duiven schieten" vandaan komt? Deze uitdrukking dateert uit vroegere eeuwen. In 1559 verbood Koning Philips zijn onderdanen door middel van een plakkaat: „dat iemand enige Zwa nen of Duiven, met bussen of bogen zou schietenDe Staien-Ge- neraal vaardigden in 1642 even eens een verbod op het schieten van duiven uit. Dit betekende dan het schieten onder (op) duiven die aan een ander toebehoorden, om dat dit vaak gedaan werd, daar duiven gemakkelijk onder schot te krijgen zijn. Later is men deze uitdrukking in figuurlijke zin gaan gebruiken b.v. in de zin van iemand oneerlijke concurrentie aandoen, iemand een klant of een primeur afhandig maken enz. En nu de nieuwe vragen: 1 Wot is de wapenspreuk van Belgie? 2 In de scheikunde worden de stoffen aangeduid door een for mule. Water b.v. is H..O. Water stofsuperoxyde H.,0.,. Wat be tekent H-O? 3 Is „salami" een Oosterse dans, een sla-saus, een worstsoort of een Arabische groet 4 Wie vertelde het beroemde ver haal van „Sinbad de Zeevaar der"? 5 Hoeveel weegt een baby-oli fant vlak na de geboorte? S Waar is het kouder na zons ondergang: in de woestijn of in een bos? -.. 7 Hoeveel opera's zijn door de be roemde componist Beethoven geschreven? 3 Er bestaan enige voorbeelden bi de dierenwereld van slapen met open ogen. Welke zijn dat? 9 Hoeveel weegt het skelet van een volwassen mens? 10 Cottonwood en Basswood zijn houtsoorten, die veel in Noord- Amerïka voorkomen. Waar komt nu Wegdwood vandaan? (Voor de antwoorden zie men ons blad van Dinsdag.) IN EEN RUSTIG HOEKJE van de Huishoudbeurs ontmoetten we An ten Karas, de citheraar. We hadden hem om een onderhoud verzocht en hij bleek er niet het minste bezwaar tegen te hebben. De eerste indruk: een gemoedelijk mens. Geen zweem mystiek, geen cent romantische in slag. Een rustig huisvader, toevallig op reis. Geen grein show en geen gram artistiek gedoe. Een groot man, maar een wiens grootheid hem niet is aan te zien. Wij boden hem een biertje aan, maar hij verkoos een glas melk Tussen twee glazen melk vond toen het hierna volgend vraaggesprek plaats. Meneer Karas, vertelt u ons eens. vindt U het nu eigenlijk wel prettig steeds opnieuw dat ding van Harry Lime te spelen? Nee, het is helemaal niet prettig, meneer. Dat moest u trouwens begrij pen. Probeert u maar eens vijf en twin tig maal snel achter elkaar het woord „poppenledikantje" te zeggen. Dat kunt u niet. Ik heb datzelfde met 't Harry Lime-thema. Ik heb net nu acni en zestigduizend maal gespeeld en 't lukt me nou bijna niet meer. Ik heb berekenjï, dat ik het nog ongeveer weehonderd maal kan doen, dan is het uit. Meneer Karas, waarom vinden de mensen dat liedje toch zo mooi? Ik heb er geen flauw idee van. Waar om zong heel de wereld ineens Lily Marleen en de Valencia? Weet u dat' Een expert in geestelijke afwijkingen noemen ze dat geen neurografen?, zei me laatst dat de wereld een gekken huis is. Dat klopt, als ik m'n ervarin gen van het laatste jaar na ga. Daar om vinden ze het mooi. Vindt u het zelf geslaagd als lied, meneer Karas? Eens vond ik het mooi. Dat is al ja ren geleden. Ik speelde het thuis, in Wenen, maar m'n vrouw en de kinde ren houden niet van citheren, en z< vroegen me of ik het maar niet liever buitenshuis wilde spelen. Daar is het mee begonnen. Want toen ik 't eens speelde in een café. verscheen Carol Reed en hij zei. dat het iets bijzonders was. Enfinde rest kent u. We willen niet onbescheiden zijn, meneer Karas, maar hebt u er nou erg veel geld aan verdiend? Anton Karas kijkt ons aan en hq aarzelt men z'n antwoord. Maar dan zegt hij: Veel. veel.... nu ja, niet weinig natuurliik. Baart het u geen zorg al dat geld te beheren, met al die ft scale zorgen enzo? O nee, volstrekt niet. Het wordt goed belegd. Eerst dacht ik aan aan delen in een broodfabriek. Ten slotte eten de mensen altijd brood. Maar ik heb het toch maar in een citherxabriek gestoken. Voorlopig zullen ze nog wel een jaar of tien in de wereld citheren en het dividend is dus safe. Is het waar dat een prinses n vijfmaal achter elkaar Harry Lime liet spelen, toen XJ aan -het Hof in En geland was? Ja, maar dat is nog maar een klei nigheid. Eenmaal liet een Zuidameri kaan in Parijs me op één avond-en- nacht vijf en zeventig maal Harry Lime spelen. Dat is m'n record ge weest. Maar ik heb 'm er dan ook voor laten betalen! Dat verzeker ik u. Onze blik viel, via de melk, plotse ling op het sjofele costuum van de heer Karas. Dus vroegen we: (Van onze Haagse redacteur) HE RIJKSPOSTSPAARBANK zal op 1 April haar zeventig-jarig bestaan vieren. Er zal wel niemand in Nederland zijn, die zich niet met de Rijkspostspaarbank hierover verheugt. Zeventig jaar lang immers heeft de bank de belangen be hartigt van millioenen kleine spaarders en hun aantal dat nu reeds bijna vier millioen bedraagt stijgt nog steeds. Een bank met zoveel cliëntele ontvangt een geweldige hoeveelheid correspondentie. „Spaarcommentaar", het lijfblad van alle rechtgeaarde PTT-ers, heeft eens in het brief-archief van de Rijkspostspaar bank gesnuffeld. Er werden enkele epistels van houders van spaarbankboekjes gevonden, die verdienen aan de vergetelheid te worden ontrukt vanwege de zonderlinge fouten, welke daarin voorkomen. Van afelopeen „DirectZie" MEN VINDT er taalfouten, stijlfou ten en denkfouten in bonte afwis seling. Woorden zijn soms onherken baar vermomd. (Kent m het woord „afelope"?) Maar wat men op deze brieven ook kan aanmerken, stellig met, dat het bij de schrijvers aan hof felijkheid ontbreekt. Vrijwel ieder meent, dat men bij een zo hooggeplaatst ambtenaar als de Directeur van de Rijkspostspaarbank moet verschijnen m zijn Zondagse jas en dat men met een buiging moet be ginnen en eindigen. Het is niet on aardig te zien, hoe sommige inleggers hun „révérence" maken. „Mijnheer, s.s.t.t.i.k. Hiermede geef ondergetekende zijn verschuldigde eerbied te kennen. Mijnheer het schrijven dat ik tot V richt is een vraag dien V mij wel wil toezenden". De letters achter „mijnheer" houden allerminst een verandering in. Zij zijn bedoeld als afkorting van „salvis titu- lis et honoribus" en als zodanig zijn zij stellig door de Directeur op prijs gesteld. „Achtbare Heer Derikteurïf spreekt me* de medwwe X. Moge» w# de goed Lutt'le uren resten Neerlant van d' aloude Narrendagh, Dat men oopeptlyck en vrye elck van ons bedotten magh. Eyndlyck, doen de krantencoppen gheene onrust meer ontstaen: Kyckt ghe alle Jobsberighten franck en vry en spottend aen. Welck een weelde in de tyden. die van ernst en syn deurspeckt: Waerin elck in arren moede een ghequeldt ghelaet en treckt. Morghen lacht ghe om de sorghen: maeckt se ergher, welbewust. Hoe rampsaaligher de tyding, des te beter het ons lust! Margarine wordt weer duurder, prysen syn nu een Paskwil: 's Sal wel weer inflatie wordenHihihi, 't Is één April! Hollant can gheen huys meer bouwen; de subsidiestroom staet stil. Ieder worde holbewoner: Hahaha, 't is één April! Langher dienen is ghebooden: weer een soort defensiegril; Treek maer uyt het BurgherpaekjenHuhuhu, 't Is één April1 Manus Oly is gheghreepen, weenend in een' duyventil ,,'k Wil me beet'ren," riep hy luydeHèhèhè. 't Is één April! Daer verneemt ghe dat de fiscus eene nieuwe duymschroef wil: By mooy weer een extra heffing. Hohoho't Is één April! Pluck den dagh dan, diep gheplaaghden, lacht nu om de naerighheyt: Want voordat het wéér April is, comt er nogh een nare tyd! THOMASSIUS heid hebben om u eens wat te mogen vragen In dankbare afwachting Namens de Directeur De Wed. X." Deze inlegster had eens een brief ontvangen, ondertekend door een amb tenaar „Namens de Directeur" en zij vond dit blijkbaar zó netjes staan, dat zij zelf ook zo tekende. „Geachte Direkt Zie, ik weet niet waar mijn meisje de pen gelate het. daarom schrijf ik maar met potlood". Heel begrijpelijk. Een oude heer, wiens handtekening in de loop der jaren aanmerkelijke wijziging had ondergaan, ontving een uitnodiging om ten postkantore op nieuw zijn handtekening te stellen. Hij schrijft daarop het volgende: „W.E.Heer. Met weemoed heb ik het van ontvangen bericht gelezen, waaruit men lezen kan, dat mijn hand tekening belangrijk afwijkt van voor heen, wat lijkt op vervalsing. Is groter vernedering denkbaar? Ik zou mij schamen als de mensen op het dorp het wisten. Ik ben secretaris van 4 verenigingen, waar naar mij kunt informeren, enz." Het lijkt onbegonnen werk deze heer te troosten. „Mijn Heere, met deze een klijne vraag- Nu ik over een paar jaar ver liet bent verklaart zo vraag ik beleeft een voorzoek of dat ik nu nog spaare mag. Een verders vernome als dat de bankgeheime bloot gelegen worden Naar groet van mijn enz" Deze heer kon gerustgesteld wor den. ..Mijnheer, we hebben bij onze over leden Oom wel afelope van de bant gevonden maar geen spaarbankboekje Inlichtingen gevraagd door Uw onder <kman A. «t C." De oom was blijkbaar zo verstandig geweest om zijn spaarcentjes nog bij zijn leven te verteren. Een gehuwde vrouw had inlichtin gen gevraagd over het sparen op een boekje te haren name. Zij was ver wezen o.a. naar art. 10 lid 2 der Post- spaarbankwet, waar staat, dat gehuw de vrouwen zonder bijstand van haar echtgenoten spaarbankboekjes te haren name kunnen bekomen en daarop in leggen. De directeur ontving het volgende antwoord: „Mijnheer, helaas is de wet voor mij niet van kracht. Ik geniet n.l. wel bij stand van mijn man, die een heel mooie gemeentebetrekking heeft." Er zijn inleggers, die blijkbaar geen juiste voorstelling van de omvang van het bedrijf der bank hebben. Een van hen ving een brief als volgt aan: „Mijnheer, U zult wel gedacht heb ben, waar blijft toch het boekje van Y vn drie jaren is het niet voor rente bijschrijving ingezonden". „Heer Dirk Teur. Ondergetekende betuigt hier zijn nieuwsgierigheid en drinkt er bij u op aan, beleefd doch vriendelijk, edele heer, daar het om zente gaat en ik niet in mijn ongelijk sta mitsdien, waarde heer wild a bevoddere ik men zente krijg, hetgeen ook eerlekker is, want ik ben de waarre erfgenaam Minachtend enz Dat .minachtend" valt wat uit de toon. Maar adressant bedoelt stellig dat hij zich zelf gering acht. Deze brieven bieden ongetwijfeld vermakelijke lectuur, maar verraden tevens, dat de hooggeroemde algemem ontwikkeling van ons volk toch nie' zo diep gaat. want een goede duide lijk gestelde brief schrijven is blijk baar een kunst, die lang niet iedere Nederlander machtig is. Een brief is zoveel als een visite kaartje, waarop niet alleen naam. adres en beroep voorkomen, maar da' ook veel zegt omtrent de persoon van de schrijver. In staat te zijn een goede brief te schrijven Is daarom «en waar étevoüc kunst- Levenswijsheid tussen twee glazen melk Wij willen niet onbescheiden zijn, maar schuilt er wellicht een diepere oorzaak achter uw eenvou dige kleding? Helemaal niet, meneer! Maar ik zou wel eens willen zien, als ze u in één week driemaal de kleren van ja lijf scheuren. Dat lijkt wel plezierig, maar het is donders vervelend. Ten slotte deed ik m'n leven lane met twee pakken per jaar (ir. de goede tijd), en daar wil ik het bij houden. Vandaar dit knullige confectiepakje. Laat ze nou maar sjorren en trekken. Trouwens, daarom draag ik ook steeds leren hemden. Niet stuk-trekbaar. Maar dat mag u niet in de krant zet ten, anders is de aardigheid er af. Karas lacht slim, als hij een stukje van het hemd tussen twee vestknopen door laat kieren. Meneer Karas, afgezien van dat scheuren aan u, houdt u van het pu bliek? Nee, volstrekt niet. Maar bet betaalt goed en dat is het voornaamste. Dus u speelt alleen maar om het geld, als ine u niet misverstaan? In zeker opzicht wel. Maar daar is toch niets tegen? Als u een stukje over mij schrijft, doet u dat toch zeker óók niet gratis? Of wel? Wjj zwijgen beschaamd, stamelden iets, en dronken koortsachtig van onze melk. Om het gesprek daarna snel over een andere boeg te gooien. Maar u hebt natuurlijk wel idea len, meneer Karas? En of! Een eigen huis, een goede op voeding voor m'n kinderen en een ver zekerde oude dag. Dat zijn de voor naamste dingen in het leven. En dan zo weinig mogelijk mensen om me heen. Ik heb er voor m'n hele leven genoeg gezien, en wérkelijk meneer (maar schrijf dat niet in die kran van u, want dat vinden ze niet aardig) al die smoelen gaan je op 't laatst toch zo verschrikkelijk tegenstaan. Ze zijn trouwens allemaal gelijk, let u maar eens op. Hoe vond u de heer Orson Wel les? Orson Welles....? Die heb ik alleen op de film gezien. Een rare, grieze lige kerel. Begrijpt u dat de mensen naar zo'n vent in zó'n film gaan En fin, ze zijn niet wijzer, maar daar hebben we het al over gehad. En de heer Carol Reed, de regis seur, dié u dit fortuin bezorgde? Dat was een heer. We waren het direct met elkaar eens en dat zijp we nóg steeds. We zijn er allebei niet slechter van geworden. Ja, ik herin ner me nog als de dag van gisteren, meneer, dat m'n moeder eens tegen me zei: Anton, zei ze, denk er aan, jon gen, éénmaal krijgt iedereen de kans in z'n leven. Als die kans komt. pik 'm dan. Nouik heb 'm gepikt Zo'n kans krijg je echt maar éénmaal En dan nog wel met dat ding waarop ik thuis niet mocht spelen. Ze werden er mis selijk van, zeiden ze. Maar laatst kreeg ik een brief en daarin schreef m'n oudste dochter: vader, schreef ze, als je thuis komt speel dan nog eens Harry Lime. Ja. niets zo veranderlijk als de mens. zoals Plato zei. Of zei dat een ander? Onze melk was op. Er kwam een belangwekkende dame aanruisen met een grote paarse rozet op. Ze zei: Me neer Karas, het is zo ver. Het publiek wacht u". Anton stond op. Hij gaf ons een hand en zei: U rekent de melk zeker wel even af? Natuurlijk, zeiden we. en een beetje cynisch voegden we er aan toe: En u gaat ze maai weer verdienen, meneer Karas! Hij draaide zich om. bleef staan en keek ons onthutst en haas! kinderlijk aan met z'n sympathieke warme ogen. Ja. zei hij. maai ik moet me haas ten. Nou luisteren ze nog Morgen mis schien niet meer. Ener komt vast geen Vierde Man 1 Daarna betaalden wij en gingen heen In diep gepeins over de onthul lingen van Karas de citherman De enige verstandige tussen honderr' mil lioen soortgenoten ANTHONY VAN KAMPEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 5