in dit blad Hef complot van het houten paard Donkere wolken trekken zich samen aan Lente-Lied jen de internationale horizon CULTUREEL NIEUWS OE ntmantels AMSTERDAMS PODIUM Fingertips ge Mantels PANTER. heWe' 8r tot keldert J Enorme Chinese legers maken zich gereed voor groot offensief in Mei Een Sowjet-inmenging in Korea voorlopig niet te vrezen DE KERN VAN DE ZAAK ZATERDAG 7 APRIL 1951 OUREUs veilen a.s. >t Gebouw Laat 221 te t einde van het seizoen wij onderstaande lage 1 klokkende rug le Lapinman- 119.— liaanse Seal- div. modellen 159. >mantel, fraaie lening 198. enmantel, noiré-tekening 275. klokkende rug Sealmantel, lellen 198. e-mantel, met Jg 275.— Nerz-mur- tei, spotprijs 395. fetekende ïantel 598.— ;e Indisch itel 698.— n fraaie mantel950. enz. enz acillen, weg met de wintermaanden. Het :vang het met een i gezond huis. Daar- it reinigt èn ontsmet, veilig. Doe als dui- vrouwen, neem een j de schoonmaak, v i ONTSA*£r/ Met waardebon voor GO A L - voetbalfoto - APELDOORN (Van onae diplomatieke medewerker). MET OPTIMISME OMTRENT DE MOGELIJKHEID van een spoedige vrede in Korea in deze rubriek steeds met scepticisme beoordeeld is met één slag weggevaagd door de onrustbarende verklaring van Sam Rayburn, voor zitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, dat zich in Mandsjoerije een massale machtsconcentratie voltrekt en zulks „niet van de Chinese commu nisten alleen". Rayburn, zich klaarblijkelijk baserend op geheime inlichtingen, die hij van militaire zijde in het Witte Huis had ontvangen, sprak openlijk ais zijn mening uit, dat daardoor het gevaar van een derde wereldoorlog de drei- gendste vorm sinds 1945 heeft aangenomen. Met Rayburns verklaring is nu ook onthuld, waarom minister Marshall onlangs getuigde, dat de internationale situatie op het ogenblik kritieker is dan zelfs bij het begin van het Chinese ingrijpen in Korea. Als minister van Dcfepsie beschikte hij natuurlijk eerder dan Rayburn over de geheime militaire inlichtingen, die aanleiding gaven tot de sombere mededelingen in het Huis van Afgevaardigden. vliegtuigen van de tegenstander in grote getale boven Korea zouden verschijnen. Nog geen totale oorlog jyj.VAR een uitbreiding van de oorlog in het Vere Oosten, zelfs indien deze niet tot Mandsjoerije beperkt zou blijven, maar bijvoorbeeld naar For mosa zou grijpen, behoeft, hoe gevaar lijk ook, nog geen totale oorlog te be tekenen. Die zou in het Verre Oosten slechts kunnen uitbreken door een directe interventie van het Rode Leger. Het is gelukkig echter nog niet nodig met deze mogelijkheid te rekenen. Bestudeert men de internationale situatie in haar geheel dan krijgt men de indruk, dat de Russen ongetwijfeld uit zijn op een verscherping van de koude oorlog, kennelijk met het doel, de defensie-inspanning van het Westen te doorkruisen, maai- dat zij nog vol doende eerbied voor de Amerikaanse atoombom hebben om een werkelijke oorlog uit de weg te gaan. Zo ziet men in Parijs Gromyko met alle verbetenheid vechten voor de kans op het diplomatieke strijdtoneel een schakel uit het Westerse defensie stelsel (de herbewapening van West- Duitsland) te slaan. Alle kleine con cessies, die de Rus doet, kunnen dit niet verbergen. Maar in zekere zin is deze vasthoudendheid van Gromyso bemoedigend, want zij zou onverklaar baar zijn, indien Moskou de ontkete ning van een totale oorlog op korte termijn overwoog. Aan de andere kant moet men natuurlijk op nieuwe scher pe Sowjet-acties rekenen, indien Mos kou er niet in zou slagen de perma nente ontwapening van Duitsland via een conferentie der Grote Vier fe be reiken. En de Russen zullen deze niet bereiken, wa it de Westerse vertegen woordigers in Parijs tonen niet de min ste neiging collectief hun nek te ste ken in de door Gromyko opgehangen Sowjet-strop. Alle vastberadenheid van het Westen, steunend op de opbouw van zijn defensie-apparaat, die zich thans snel voltrekt, kan echter niet verhinderen, dat wij nu een tijd tege moet gaan, waarin onze zenuwen nog meer dan voordien op proef zullen worden gesteld. JNDERDAAD kan de ernst van Ray- burn's verklaring niet overschat worden, indien deze bedoelt te zeggen, dat de Sowjets gereed staan, zich in de strijd in Korea te mengen. Komt het Rode Leger tegenover de troepen der Verenigde Naties te staan, dan zal dit zo goed ais zeker het begin van een nieuwe wereldoorlog betekenen. Het is echter nog niet nodig, een zo extreme uitleg aan Raybnrn's woor den te geven. Waarschijnlijker is, dat de inlichtingen, waarover de Ameri kanen beschikken, spreken van een uitrusting op grote schaal der Chinese massalegers in Mandsjoerije met Rus sisch oorlogsmateriaal. In de laatste weken hebben de com munisten een luchtmacht van, volgens betrouwbare rapporten. 800 Russische toestellen aan de Noordkoreaanse grens gestationneerd. Misschien is de Amerikanen ook iets bekend gewor den over de vorming van een voor de strijd in Korea bestemd leger van „vrijwilligers" uit de Oosteuropese sa tellietstaten. Berichten over aanwer ving van manschappen voor de Ko reaanse oorlog in Oost-Duitsland sij pelden reeds geruime tijd geleden door het IJzeren Gordijn. Dat alleen is al dreigend genoeg. Bedenkt men, dat de Chinezen niet minder dan zes legers ter versterking naar Mandsjoerije gezonden hebben (drie ervan zijn al gearriveerd, terwijl de drie andere ergens in Midden- China op transport wachten) en dat deze overmacht, ditmaal gesteund door een luchtmacht, die de suprematie der verbonden troepen in de lucht geheel te niet zal doen, misschien reeds in Mei zich op de strijdmacht der Ver enigde Naties in Korea zal storten, dan kan men niet anders dan vervuld van zorgen voor de toekomstB zijn. Een dergelijke communistische actie moet onmiddellijk leiden tot een uitbreiding van de oorlog, want men kan niet ver wachten, dat de Amerikanen generaal MacArthur zullen dwingen de bases in Mandsjoerije, van waaruit zijn troepen bestookt zouden worden, ongemoeid te laten. Inderdaad is de generaal reeds machtiging verleend, doelen in Mandsjoerije te bombarderen, indien Lied van de week Ma draait en wij eten [Door een bepaald nummer te bellen kan men in Wenen een menu gedicteerd krijgen met volledige recepten voor iedere schotel en met een prijsopgaaf voor de benodigde ingrediënten. Courantenbericht.] Mede Alidagenieters, (Wat een woord lui, wat een woorcB) Ik heb maling aan Korea, Aan de duurte en zo voort, Sinds ik bovenstaand berichtje In de krant kreeg opgedist, Werkelijk, dat heeft mij geest'lijk Een klein beetje opgefrist, Dat techniek niet van een halt weet, Och, dat was V reeds bekend. Met de nieuwste nieuwigheidjes Worden wij constant verwend. Draai een nummer en een juffrouw Zegt meteen hoe laat het is. (Snapt V dat zo'n mens nooit moe wordt?) Maar misschien heb rk het mis. Wie wil weten wait voor weer 't wordt. Slingert even met de schijf En een donderbui of sneeuwstorm Valt hem zo maar op het lijf. Is een dirigent zijn toon kwijt, Niet zijn teen, versta mij wel! Even draaien en de A-toon Krijgt hij binnen een paar tel. En nu heeft men het zo ver dan, Dat ma door de telefoon Haar menu kan samenstellen. Wat is 't leven wonderschoon. Kers kan Kerstvacantie nemen Van de kersentijd tot Kerst, Want de fijnste lekkernij Wordt Door de telefoon geperst. En maar hachelen, geliefden, 't Maakt niet uit wat of gij wenst t Zij een prak of fijne doppers, Dit terrein is onbegrensd. Maar toch kan ik het niet helpen Dat ik onwilkeurig zing: -Wie van ons kan dat betalen, Wie heeft zoveel ping, ping, ping?" JABSON MiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuniiiiiiigiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin De Lente heeft dit lant bereyckt: haer adem gaet al geuren; Sy teeckent alom de natuur in wonderlycke cleuren. j Het graen en richt sich fier en stram in selfbewust gedyen, Want 't is in deze Lente-tyd van Staetssubsidies vrye. De Bierbloem doet het byster best. is reets in prys gesteeghen, 't Ghewas heeft deeser daeghen oock de Lente-tint gekreeghen. Het Margarientje straelt als gout, het Heynkruid blyft wat loome. Wellicht sal daer wat vette mest of 'n ploegher moeten coomen i De Roode Motie bloeyt weer op (se dreighde te verwelcken) En soetjens geuren nu oock weer de resolutiekelcken. De Fiscus-penningh (swaer in cnop) schiet Tyck een pyl naer booven, Eilaes en sien wy deese bloem te veel in onze hoven. j Hoe fraay gaet de Defensieboom in blad en bloem ontwaecken j I Siet hoe belast die tacken syn! De stam gaet reets aen 't craecken.1 Soo is het Lente, In het Veldt, al lyckt de lucht en grauwe 1 Slechts wachte men nog ruymen tyd met 'n Tuynhuys te gaen bouwen! j z 3 1 De Lente heeft dit Lant bereyckt.Ick sie de Atomitis, de Suring en de Kommerbloem, die erom van het verdriet is. J 't Sal wereken worden in den Hof, waer sooveel distels groeyen 1 En waer de reyne sonnebloem soo byster slecht wil bloeyen.I I THOMASSIUS 1 - IIIIHIIHUMUIKIIIIIIIIIIIIIIIilHIiHIIIIIIHillllilllillllHIIIIHIIIIllllllHilllHIIHIlIHMIIHIllllllllHIIUiHHNNHHHMIUIHIIHIHIIMHUlIHHHIIIilllllMIIIIIUIIIHIIIIIIIIIIIIIIIlIHWIHHHIilimitllllllllHllllllilIHHIlHI ■yER gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de dichter Jan En gelman is door het bureau „Ons Le kenspel" te Bussum een landelijke declamatiewedstrijd georganiseerd, waarop uit het werk van dichters van deze tijd werd gedeclameerd. De slot bijeenkomst van deze wedstrijd heeft vandaag in het I.C.C.-paviljoen in het Vondelpark te Amsterdam plaats. Jan Engelman woont de bijeenkomst bij. De staatssecretaris van O.K. en W. heeft aan de stichting „Puck", de sinds enige tijd optredende toneelgroep „van en voor jonge mensen" medegedeeld, dat hij in beginsel besloten heeft voor het seizoen 19501951 dit gezelschap een Rijkssubsidie van f 18.000 toe te kennen. Voor dit energieke troepje ar- tisten behalve een stimulans om door te zetten op de ingeslagen, moeilijke weg, óók een terecht verdiende waar dering. „Puck" is thans bezig met de voorbereiding van een nieuw stuk voor kinderen, dat ook in de openlucht gespeeld zal kunnen worden. Steun voor „Puck" - Op Java komt grootste uni versiteit van Azie Het Europees College De Amsterdamse dirigent Hans Lichtenstein is uitgenodigd begin Mei twee voorstellingen van Wagners „Walküre" bij de Koninklijke Vlaam se Opera in Antwerpen te leiden. yERSCHENEN is het vijfde nummer van „Cultureel Nieuws-Indonesie 1951" een uitgave van de Stichting voor Culturele Samenwerking met In donesië, Suriname en de Nederlandse Antillen. Deze 48 pagina's tellende af levering bevat belangwekkende arti kelen en berichten over kunst, gods dienst, onderwijs en boekwezen in In donesië. Interessant zijn de medede lingen, die in dit geschrift gedaan worden over het onderwijs in Indone sië. Er zijn 200.000 onderwijzers nodig ter bestrijding van het analfabetisme, dat op 80 pCt. wordt geschat op een bevolking van 70 millioen zielen. Thans zijn er slechts 50.000 leerkrach ten aanwezig in Indonesië. Er is een plan opgesteld voor de aflevering van 15 000 leerkrachten. Voor de opbouw van het gehele In donesische Hogere onderwijs, dat to taal negen faculteiten omvat, heett de regering een groot bedrag uitgetrok ken. Indonesië telt op het ogenblik 4000 studenten. In het buitenland be vinden zich ongeveer 900 studenten, van wie de meeste in Nederland ver toeven. Wat betreft de vrouwelijke studenten neemt Indonesië na Ameri ka, in percentage uitgedrukt, in de wereld de tweede plaats in. Onlangs promoveerde aan de Universiteit te Jogja op een proefschrift „Hygiëni sche regelingen in de Mohammedaan se wet" dr. Achmad Ramali, verbon den aan de Centrale Algemene Zie- keninrichting te Djakarta. Dit is de eerste dissertatie die geheel is geschre ven in de Indonesische taal. Dit jaar zal in Djakarta een Islamietische Ho geschool worden geopend met een economische en een juridische facul teit. Voor de Universiteit te Jogja zal een nieuw gebouw verrijzen, dat het grootste van geheel Azië wordt. Met de bouw ervan zullen vijf jaar ge moeid zijn. Voor belangstellenden geven wij nog het adres van de hierboven ge noemde Stichting. Dit is; J. J. Viotta- straat 41, Amsterdam. ^AN het Europese College te Brugge zullen gedurende het academische jaar 19511952. dat in October begint, veertig jenge intellectuele jongens en meisjes, die hun studies in eigen land hebben voltooid, de lessen volgen. Bo vendien zullen er ongeveer tien plaat sen worden gereserveerd voor niet- Europese studenten. IRONIE: Inkleding der gedachte, waarbij men het tegendeel zegt van wat men eigenlijk te verstaan wil geven; spottend af schamper prijzen van hetgeen men wezenlijk afkeurt. Van Dale's groot Nederl. woordenboek. VV" MENEN OPRECHT, dat men geen politicus, geen journalist en geen lid van de UNO behoeft te z(jn, om met ontsteltenis en mededogen ver vuld te geraken als men van dag tot dag kennis neemt van datgene, wat zich in Korea, of op welk ander slagveld ook, afspeelt. Indien w\j ons alleen tot Korea bepalen, zien wij, dat daar twee militaire groeperingen bezig zijn el kaar op leven en dood te bestrijden. De overwinning daar wordt met een ver bijsterend dure prijs betaald; maar hoe denkt men over de premie, waarmee de burgerbevolking voor die overwinning wordt gehonoreerd te wrang en getuigend van tè weinig iJ^IJ ZIJN BEREID de oorlog, in de ze wereld en met deze mensheid, als een blijkbaar onafwendbaar feit te accepteren. Wij zijn niét bereid ple zierige dingen over zo'n oorlog te denken, te zeggen of te schrijven. En wij meenden óók dat van het vele slechte, dat deze planeet in deze tiid kenmerkt, het verschijnsel oorlog het allerslechtste is. Vandaar dat wij. die het voorrecht genieten onze gedach ten aan de drukpers te mogen toe vertrouwen (een uiterst belangrijk en uiterste verantwoordelijkheid schep pend voorrecht!) op ongeregelde tij den harde, bittere, ironische dingen over oorlogen schrijven. Omdat wij, in onze onschuld, menen dat de gru welen van de oorlog niet scherp en realistisch genoeg kunnen worden beschreven en dat men daarbij tot vrijwel het uiterste kan gaan, waar 't de woordkeus betreft. Een vriend van ons, die eveneens iets tegen oorlogen heeft, merkte op: Men kan gaan tot het uiterste dat men zichzelf als limiet voorstelt met het doel (géén oorlog dus!) voor ogen. Dit uiterste zal voor iedere schrijver er gens anders liggen; voor Barbusse lag het verder, voor Wells en Doyle min der ver. Dat hangt af van de persoon lijke aanleg, de opvoeding en het tijd vak waarin men leeft. Nog steeds is een slagveld geen wei land met madeliefjes, waarop de mensen met vlaggen lopen te zwaaien en met mooie, blinkende sabels de frissche und fröhliche Krieg van little Billy Williams aan 't vieren zijn, Hoe ouder wij worden, des te minder plezier gaan wij scheppen in zulke slagveldromantiek. Wellicht kijken we soms te veel naar onze kinderen. En wellicht wordt men, ouder wor dend, dan tóch wijzer; ook al is deze stelling niet bewezen. J")E LEZERS van het Amsterdamse Podium herinneren zich wellicht nog, dat wij enkele weken geleden een stukje schreven over een bezoek aan Artis. In dat stukje vertelden we hoe we bij de gieren een kijkje na men. Woordelijk schreven wij: Twee gieren en een condor zaten op takken, hoog in hun kooien, te soezen. De gieren stuurs en mokkend. Dat was zeer begrijpelijk als men zich realiseert welk een weigedekte gie ren-tafel daar gedekt staat in Noord en Zuid-Korea." Het waren deze woorden, die nogal wat stof deden opdwarrelen. Reacties van verontwaardiging. Men vond deze beschrijving blijkbaar te realistisch. £EN BIJ UITSTEK klassieke krijgs list deed in de jongste wereldoorlog weer opgeld. Het oude Troje immers werd ingenomen door middel van een houten paard: de Trojanen maakten het buit op hun belegeraars, sleepten het binnen hun stadsmuren en kwamen eerst té laat tot de pijnlijke ontdek king, dat in het paard een groep tot de tanden bewapende Grieken verborgen zatEn een houten paard, geïn spireerd op dit klassieke voorbeeld, was het middel, waardoor de Engelse offi piHllllllllliliilllillilllllllllllillllllllllllllllllllllllilllllllllllllll^ Knappe film, die spannende ontsnapping I uit krijgsgevangenenkamp reconstrueert liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiï ben op dit turnstoestel, begint hij te graven, 's Avonds keert hij, verborgen in het paard, terug met in zakjes het weggegraven zand bij zich. Iedere dag wordt de tunnel een paar decimeters het open terrein, een tiental meters van de omheining af, gaan ze met dit toestel dagelijks urenlang oefeningen cier Eric Williams en twee collega's in houden. Wanneer na enige tijd de 1943 uit een Duits krijgsgevangmie- Duitsers aan dit beeld gewend geraakt kamp wisten te ontsnappen. Het avon- zijn, verbergt zich op een dag een der uitgediept, de zakjes zand worden uit- tuurlijke relaas van deze ontsnapping krijgsgevangenen in het houten paard, gestort op de zolder van een barak, heeft hij in romanvorm gepubliceerd en En terwijl zijn makkers zich de ganse 's nachts is de ingang van de tunnel deze roman bewerkte hjj weer voor de dag, ondanks hun ondervoeding, aftob- weer bedriegelijk met zand gecamou- film „The wooden horse" „Het com plot van het houten paard". Het is een goede en typisch Engelse film gewor den, waarin regisseur Jack Lee op so bere wijze en met nuchtere humor het verhaal van deze romantische ont snapping boeiend in beeld bracht. gij HET BEGIN terstond al schiet de film in de roos. De camera dwaalt dan door een barak van het krijgsge vangenenkamp, waar de mannen, die in het verhaal betrokken zijn, op hun brit sen liggen: de dag breekt aan. En in de reeks beelden van de ontwakende barak heeft de maker door een aantal treffende details naar voren te halen, zonder enige nadruk heel suggestief en' niet zonder lichte ironische humor, de eentonigheid en irriterende verveling voelbaar gemaakt van het leven in dat kamp. waar alle dagen gelijk en kleur loos zijn. Een der mannen uit de barak is be zig een onderaardse gang te graven die hem buiten de prikkeldraadomheining van het kamp moet brengen. De af stand blijkt echter te groot. „We zou den eigenlijk de gang moeten laten be ginnen op het open terrein tussen ba rak en omheining" meent een der an deren. Het denkbeeld schijnt waanzin nig, maar wanneer het verder uitge werkt wordt, blijkt het nog niet zo ondeugdelijk. Uit het hout der kisten, waarin de Roode-Kruis-zendingen ver pakt zijn. bouwen de krijgsgevangenen een stevig turnpaard. waarbij de ruim te tussen de poten aan het oog ont trokken wordt door een bekisting. Op Verborgen in het houten paard, terwijl boven hun hoofd hun makkers ter camouflage turnoefeningen honden, granen twee der krijgsgevangen Britse officieren (Anthony Steel en Leo Germ) iedere dag verder aan de twnnek, die hen naar dt wijheid moet voeren. fleerd en de Duitsers, hoe wantrou wend ook, vermoeden geen dubbelspel bij hun van schijnbaar dwaze turnlust bezeten gevangenen. 4c |_|EEL NUCHTER, in goed gekozen beelden, vertelt regisseur Lee dit verhaal van de aanleg van de tunnel, dat een climax aan spanning bereikt in de ontsnapping zelf. Dan is de film echter niet ten einde: De drie ontsnap ten trekken door vijandelijk Duitsland op weg naar neutraal gebied. En de camera volgt twee hunner, die samen reizen, op hun hachelijke tocht naar Lübeck, waar ze vergeefs trachten een schip te vinden dat hen naar Zweden brengen kan. Naar Duitsland gedepor teerde Franse arbeiders, wier vertrou wen ze gewonnen hebben maken het tenslotte mogelijk, dat ze wegkomen met een Deense schoener. In Kopenha gen worden ze verder geholpen door illegale werkers en met een motor sloep steken ze tenslotte over naar Zweden. Daar treffen ze de andere krijgsgevangene, die tegelijk met hen ontsnapte, in een ironische scène, waar mee de film als anti-climax na alle spanning een bijzonder geestig besluit krijgt. MET AL is ..The woorden horse" een opmerkelijk goede film. Niet altijd is ze even sterk en na het relaas van de ontsnapping bijvoorbeeld heeft ze even een diepe inzinking. Maar ze is over het algemeen zo voortreffelijk van sfeer, zo knap opgebouwd, zo raak van psychologische tekening en heel direct van spanning, dat ze ver boven de middelmaat uitsteekt. Ondanks en kele zwakheden in zijn scenario heeft de jonge regisseur Jack Lee hier een bijzonder knappe prestatie geleverd: «en film volkomen in de sfeer van het door en na de oorlog in Engeland zo sterk ontwikkelde onopgesmukte llmrealisme, minder schokkend dan 'iet realisme der Italiaanse films, min der hartstochtelijk en veel nuchterder, maar niet minder een heel rake en eerlijke visie biedend op de werkelijk heid. Er wordt uitstekend geacteerd in de - ze film. vooral door Anthony Steel en Leo Genn. Een eerlijke, frisse en boei ende fiim, die het zien alleszins waard is! LONG-SHOT gevoel voor hen, die daar op dit ogenblik bezig zijn onze eigen vrij heid te verdedigen. Voor hen, onder wie zieh óók Nederlandse jongens be vinden. Het weekblad Vrij Nederland nu heeft een rubriek die „Schandpaal en Eretribune" heet. Schrijver dezes ge noot de eer volgens de regelen der kunst aan die schandpaal genageld te worden. Iemand uit Amersfoort had 't citaat doorgezonden aan de redac tie, met als prompte consequentie, dat die inzender voor zijn scherpzinnig heid een boek won, en de samensteller van het Amsterdamse Podium publie kelijk voor schande werd gezet. c Protesten aan een schandpaal Wij vonden dat niet zo plezierig. Wij houden niet van schandpalen en helemaal niet als wij daar zélf een onderdeel van gaan uitmaken. Het bedroefde ons bijzonder. Nog meer bedroefde het ons, dat die inzender de bedoeling van ons schrijven niet alleen niet begrepen had, maar daar aan een precies tegenovergestelde strekking gaf. Het ailerméést ver- driette ons echter van de redactie van Vrij Nederland te horen dat er „tal-van-inzender^" waren geweest, die er net zo over dachten. Men kan zich van deze dingen na tuurlijk niets aantrekken en rustig doorgaan. Dat is een trots en hovaar dig standpunt. Wie schrijft, zal ten slotte kritiek ondervinden en die moet men maar weten te incasseren. An ders moet men niet schrijven. Maar V-N. is niet het eerste het beste week blad en daarbij vonden wij het toch wel een bijzonder vervelende, irrite rende gedachte, dat blijkbaar zó velen geen notie hadden gehad van de iro nie, waarmee wij die gieren, die con dor en Korea in eikaars gezelschap hadden gebracht. Omdat het verdrie tig is als men iets, als wit bedoeld, zwart afschildert. In het laatste nummer van Vrij Ne derland verlost één der lezers van dat blad ons van die schandpaal. Wij zijn die lezer en de redactie voor deze ridderlijke rehabilitatie erkentelijk. Hij leerde óns dat men als schrijver onbekende vrienden heeft. En hij leerde die inzender uit Amersfoort dat lezen iets anders is dan alleen maar woorden tot zich nemen. Lezen is in dringen in de zin van woorden. Het is het zien achter en tussen de woor den. QF DIT NU allemaal zo geweldig belangrijk is? Of het nu eigenlijk wel de moeite waard is daarop zo in extenso terug te komen? Ja. zó belangrijk is dat. Omdat het hier gaat over zoiets alles bepalends als een oorlog. En omdat de eerste de beste oorlog, waarin wij zelf kun nen geraken een zaak van leven en dood wordt. Ook voor onze kinde ren, als men z'n eigen belangrijkheid en onmisbaarheid hier niet in het ge ding wil brengen. Met alle middelen willen wij zo'n oorlog als ver schijnsel bestrijden. Omdat hij on menselijk is. En vooral: omdat hij overbodig is. Met alle middelen.... dus óók met de pen. Dus óók met de in de Inkt ge doopte pen. Dus óók met het wapen dat ironie heet. De „vele lezers" waarover Vrij Nederland het heeft hebben dat niet begrepen, en tot elk van hen zouden wij willen zeggen: lees opnieuw dat Artis-stukie over. En als uw zoon in Korea veent. of uw neef of wie ook van uw verwanten, weest u dan zo goed aan te nemen dat v/ij niét de oorlog in Korea in het bij zonder willen veroordelen. Nóch die in Vietnam. Nóch welke oorlog, waar ook op deze planeet. Maar wel: de oorlog. En voor deze zienswijze wil len wij gaarne alle schand'norden van alle kranten en weekbladen in dit land bezetten. Ook zonder rehabilitatie, als 't moet. Wij realiseren ons, dat ironie een moeilijk hanteerbaar zwaard is en dat niet iedereen het subtiele gevoel h' rt daarom in de toekomst nog voorzich tiger moeten worden met dit onder- haar terstond te herkennen. Wij zullen deel der journalistiek. Maar wij zul len zeer bepaald niét voorzichtiger worden met het signaleren van zoiets overbodigs, onmenselijks en krankzin nigs als: de oorlog. Men behoeft geen lid te worden van een vereniging van anti-militaristen om de oorlog te ver doemen. Zoals men geen soldaat be hoeft te zijn om haar te verheerlijken. De oorlog is letterlijk: de gesel on zer wereld. En zogoed als de wereld zocht naar de bestrijder van de pest, de typhus en de cholera, en koorts achtig zoekt naar die van kanker en tuberculose, zo naar die van de grootste pest: de oorlog. De oorlog van de ene mens tegen de andere, die samen één en dezelfde planeet bewo nen. ANTHONY VAN KAMPEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 5