in dit blad
Hef complot van het houten paard
Donkere wolken trekken zich samen aan Lente-Lied jen
de internationale horizon
CULTUREEL NIEUWS
OE
ntmantels
AMSTERDAMS PODIUM
Fingertips
ge Mantels
PANTER.
heWe'
8r tot keldert
J
Enorme Chinese legers maken zich
gereed voor groot offensief in Mei
Een Sowjet-inmenging in
Korea voorlopig niet te
vrezen
DE KERN VAN DE ZAAK
ZATERDAG 7 APRIL 1951
OUREUs veilen a.s.
>t Gebouw Laat 221 te
t einde van het seizoen
wij onderstaande lage
1 klokkende rug
le Lapinman-
119.—
liaanse Seal-
div. modellen 159.
>mantel, fraaie
lening 198.
enmantel,
noiré-tekening 275.
klokkende rug
Sealmantel,
lellen 198.
e-mantel, met
Jg 275.—
Nerz-mur-
tei, spotprijs 395.
fetekende
ïantel 598.—
;e Indisch
itel 698.—
n fraaie
mantel950.
enz. enz
acillen, weg met de
wintermaanden. Het
:vang het met een
i gezond huis. Daar-
it reinigt èn ontsmet,
veilig. Doe als dui-
vrouwen, neem een
j de schoonmaak,
v i
ONTSA*£r/
Met waardebon voor
GO A L - voetbalfoto
- APELDOORN
(Van onae diplomatieke medewerker).
MET OPTIMISME OMTRENT DE MOGELIJKHEID van een spoedige vrede
in Korea in deze rubriek steeds met scepticisme beoordeeld is met
één slag weggevaagd door de onrustbarende verklaring van Sam Rayburn, voor
zitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, dat zich in Mandsjoerije
een massale machtsconcentratie voltrekt en zulks „niet van de Chinese commu
nisten alleen". Rayburn, zich klaarblijkelijk baserend op geheime inlichtingen,
die hij van militaire zijde in het Witte Huis had ontvangen, sprak openlijk ais
zijn mening uit, dat daardoor het gevaar van een derde wereldoorlog de drei-
gendste vorm sinds 1945 heeft aangenomen. Met Rayburns verklaring is nu ook
onthuld, waarom minister Marshall onlangs getuigde, dat de internationale
situatie op het ogenblik kritieker is dan zelfs bij het begin van het Chinese
ingrijpen in Korea. Als minister van Dcfepsie beschikte hij natuurlijk eerder dan
Rayburn over de geheime militaire inlichtingen, die aanleiding gaven tot de
sombere mededelingen in het Huis van Afgevaardigden.
vliegtuigen van de tegenstander in
grote getale boven Korea zouden
verschijnen.
Nog geen totale oorlog
jyj.VAR een uitbreiding van de oorlog
in het Vere Oosten, zelfs indien
deze niet tot Mandsjoerije beperkt zou
blijven, maar bijvoorbeeld naar For
mosa zou grijpen, behoeft, hoe gevaar
lijk ook, nog geen totale oorlog te be
tekenen. Die zou in het Verre Oosten
slechts kunnen uitbreken door een
directe interventie van het Rode Leger.
Het is gelukkig echter nog niet nodig
met deze mogelijkheid te rekenen.
Bestudeert men de internationale
situatie in haar geheel dan krijgt men
de indruk, dat de Russen ongetwijfeld
uit zijn op een verscherping van de
koude oorlog, kennelijk met het doel,
de defensie-inspanning van het Westen
te doorkruisen, maai- dat zij nog vol
doende eerbied voor de Amerikaanse
atoombom hebben om een werkelijke
oorlog uit de weg te gaan.
Zo ziet men in Parijs Gromyko met
alle verbetenheid vechten voor de
kans op het diplomatieke strijdtoneel
een schakel uit het Westerse defensie
stelsel (de herbewapening van West-
Duitsland) te slaan. Alle kleine con
cessies, die de Rus doet, kunnen dit
niet verbergen. Maar in zekere zin is
deze vasthoudendheid van Gromyso
bemoedigend, want zij zou onverklaar
baar zijn, indien Moskou de ontkete
ning van een totale oorlog op korte
termijn overwoog. Aan de andere kant
moet men natuurlijk op nieuwe scher
pe Sowjet-acties rekenen, indien Mos
kou er niet in zou slagen de perma
nente ontwapening van Duitsland via
een conferentie der Grote Vier fe be
reiken. En de Russen zullen deze niet
bereiken, wa it de Westerse vertegen
woordigers in Parijs tonen niet de min
ste neiging collectief hun nek te ste
ken in de door Gromyko opgehangen
Sowjet-strop. Alle vastberadenheid van
het Westen, steunend op de opbouw
van zijn defensie-apparaat, die zich
thans snel voltrekt, kan echter niet
verhinderen, dat wij nu een tijd tege
moet gaan, waarin onze zenuwen nog
meer dan voordien op proef zullen
worden gesteld.
JNDERDAAD kan de ernst van Ray-
burn's verklaring niet overschat
worden, indien deze bedoelt te zeggen,
dat de Sowjets gereed staan, zich in
de strijd in Korea te mengen. Komt
het Rode Leger tegenover de troepen
der Verenigde Naties te staan, dan zal
dit zo goed ais zeker het begin van
een nieuwe wereldoorlog betekenen.
Het is echter nog niet nodig, een zo
extreme uitleg aan Raybnrn's woor
den te geven. Waarschijnlijker is, dat
de inlichtingen, waarover de Ameri
kanen beschikken, spreken van een
uitrusting op grote schaal der Chinese
massalegers in Mandsjoerije met Rus
sisch oorlogsmateriaal.
In de laatste weken hebben de com
munisten een luchtmacht van, volgens
betrouwbare rapporten. 800 Russische
toestellen aan de Noordkoreaanse
grens gestationneerd. Misschien is de
Amerikanen ook iets bekend gewor
den over de vorming van een voor de
strijd in Korea bestemd leger van
„vrijwilligers" uit de Oosteuropese sa
tellietstaten. Berichten over aanwer
ving van manschappen voor de Ko
reaanse oorlog in Oost-Duitsland sij
pelden reeds geruime tijd geleden door
het IJzeren Gordijn.
Dat alleen is al dreigend genoeg.
Bedenkt men, dat de Chinezen niet
minder dan zes legers ter versterking
naar Mandsjoerije gezonden hebben
(drie ervan zijn al gearriveerd, terwijl
de drie andere ergens in Midden-
China op transport wachten) en dat
deze overmacht, ditmaal gesteund door
een luchtmacht, die de suprematie der
verbonden troepen in de lucht geheel
te niet zal doen, misschien reeds in
Mei zich op de strijdmacht der Ver
enigde Naties in Korea zal storten,
dan kan men niet anders dan vervuld
van zorgen voor de toekomstB zijn. Een
dergelijke communistische actie moet
onmiddellijk leiden tot een uitbreiding
van de oorlog, want men kan niet ver
wachten, dat de Amerikanen generaal
MacArthur zullen dwingen de bases in
Mandsjoerije, van waaruit zijn troepen
bestookt zouden worden, ongemoeid
te laten. Inderdaad is de generaal
reeds machtiging verleend, doelen in
Mandsjoerije te bombarderen, indien
Lied van de week
Ma draait en wij eten
[Door een bepaald nummer te
bellen kan men in Wenen een
menu gedicteerd krijgen met
volledige recepten voor iedere
schotel en met een prijsopgaaf
voor de benodigde ingrediënten.
Courantenbericht.]
Mede Alidagenieters,
(Wat een woord lui, wat een
woorcB)
Ik heb maling aan Korea,
Aan de duurte en zo voort,
Sinds ik bovenstaand berichtje
In de krant kreeg opgedist,
Werkelijk, dat heeft mij geest'lijk
Een klein beetje opgefrist,
Dat techniek niet van een halt
weet,
Och, dat was V reeds bekend.
Met de nieuwste nieuwigheidjes
Worden wij constant verwend.
Draai een nummer en een juffrouw
Zegt meteen hoe laat het is.
(Snapt V dat zo'n mens nooit
moe wordt?)
Maar misschien heb rk het mis.
Wie wil weten wait voor weer
't wordt.
Slingert even met de schijf
En een donderbui of sneeuwstorm
Valt hem zo maar op het lijf.
Is een dirigent zijn toon kwijt,
Niet zijn teen, versta mij wel!
Even draaien en de A-toon
Krijgt hij binnen een paar tel.
En nu heeft men het zo ver dan,
Dat ma door de telefoon
Haar menu kan samenstellen.
Wat is 't leven wonderschoon.
Kers kan Kerstvacantie nemen
Van de kersentijd tot Kerst,
Want de fijnste lekkernij Wordt
Door de telefoon geperst.
En maar hachelen, geliefden,
't Maakt niet uit wat of gij wenst
t Zij een prak of fijne doppers,
Dit terrein is onbegrensd.
Maar toch kan ik het niet helpen
Dat ik onwilkeurig zing:
-Wie van ons kan dat betalen,
Wie heeft zoveel ping, ping, ping?"
JABSON
MiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuniiiiiiigiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
De Lente heeft dit lant bereyckt: haer adem gaet al geuren;
Sy teeckent alom de natuur in wonderlycke cleuren. j
Het graen en richt sich fier en stram in selfbewust gedyen,
Want 't is in deze Lente-tyd van Staetssubsidies vrye.
De Bierbloem doet het byster best. is reets in prys gesteeghen,
't Ghewas heeft deeser daeghen oock de Lente-tint gekreeghen.
Het Margarientje straelt als gout, het Heynkruid blyft wat loome.
Wellicht sal daer wat vette mest of 'n ploegher moeten coomen
i De Roode Motie bloeyt weer op (se dreighde te verwelcken)
En soetjens geuren nu oock weer de resolutiekelcken.
De Fiscus-penningh (swaer in cnop) schiet Tyck een pyl naer booven,
Eilaes en sien wy deese bloem te veel in onze hoven. j
Hoe fraay gaet de Defensieboom in blad en bloem ontwaecken j
I Siet hoe belast die tacken syn! De stam gaet reets aen 't craecken.1
Soo is het Lente, In het Veldt, al lyckt de lucht en grauwe
1 Slechts wachte men nog ruymen tyd met 'n Tuynhuys te gaen bouwen! j
z
3
1 De Lente heeft dit Lant bereyckt.Ick sie de Atomitis,
de Suring en de Kommerbloem, die erom van het verdriet is.
J 't Sal wereken worden in den Hof, waer sooveel distels groeyen
1 En waer de reyne sonnebloem soo byster slecht wil bloeyen.I
I THOMASSIUS 1
-
IIIIHIIHUMUIKIIIIIIIIIIIIIIIilHIiHIIIIIIHillllilllillllHIIIIHIIIIllllllHilllHIIHIlIHMIIHIllllllllHIIUiHHNNHHHMIUIHIIHIHIIMHUlIHHHIIIilllllMIIIIIUIIIHIIIIIIIIIIIIIIIlIHWIHHHIilimitllllllllHllllllilIHHIlHI
■yER gelegenheid van de vijftigste
verjaardag van de dichter Jan En
gelman is door het bureau „Ons Le
kenspel" te Bussum een landelijke
declamatiewedstrijd georganiseerd,
waarop uit het werk van dichters van
deze tijd werd gedeclameerd. De slot
bijeenkomst van deze wedstrijd heeft
vandaag in het I.C.C.-paviljoen in het
Vondelpark te Amsterdam plaats. Jan
Engelman woont de bijeenkomst bij.
De staatssecretaris van O.K. en W.
heeft aan de stichting „Puck", de sinds
enige tijd optredende toneelgroep „van
en voor jonge mensen" medegedeeld,
dat hij in beginsel besloten heeft voor
het seizoen 19501951 dit gezelschap
een Rijkssubsidie van f 18.000 toe te
kennen. Voor dit energieke troepje ar-
tisten behalve een stimulans om door
te zetten op de ingeslagen, moeilijke
weg, óók een terecht verdiende waar
dering. „Puck" is thans bezig met de
voorbereiding van een nieuw stuk
voor kinderen, dat ook in de openlucht
gespeeld zal kunnen worden.
Steun voor „Puck" - Op
Java komt grootste uni
versiteit van Azie Het
Europees College
De Amsterdamse dirigent Hans
Lichtenstein is uitgenodigd begin Mei
twee voorstellingen van Wagners
„Walküre" bij de Koninklijke Vlaam
se Opera in Antwerpen te leiden.
yERSCHENEN is het vijfde nummer
van „Cultureel Nieuws-Indonesie
1951" een uitgave van de Stichting
voor Culturele Samenwerking met In
donesië, Suriname en de Nederlandse
Antillen. Deze 48 pagina's tellende af
levering bevat belangwekkende arti
kelen en berichten over kunst, gods
dienst, onderwijs en boekwezen in In
donesië. Interessant zijn de medede
lingen, die in dit geschrift gedaan
worden over het onderwijs in Indone
sië. Er zijn 200.000 onderwijzers nodig
ter bestrijding van het analfabetisme,
dat op 80 pCt. wordt geschat op een
bevolking van 70 millioen zielen.
Thans zijn er slechts 50.000 leerkrach
ten aanwezig in Indonesië. Er is een
plan opgesteld voor de aflevering van
15 000 leerkrachten.
Voor de opbouw van het gehele In
donesische Hogere onderwijs, dat to
taal negen faculteiten omvat, heett de
regering een groot bedrag uitgetrok
ken. Indonesië telt op het ogenblik
4000 studenten. In het buitenland be
vinden zich ongeveer 900 studenten,
van wie de meeste in Nederland ver
toeven. Wat betreft de vrouwelijke
studenten neemt Indonesië na Ameri
ka, in percentage uitgedrukt, in de
wereld de tweede plaats in. Onlangs
promoveerde aan de Universiteit te
Jogja op een proefschrift „Hygiëni
sche regelingen in de Mohammedaan
se wet" dr. Achmad Ramali, verbon
den aan de Centrale Algemene Zie-
keninrichting te Djakarta. Dit is de
eerste dissertatie die geheel is geschre
ven in de Indonesische taal. Dit jaar
zal in Djakarta een Islamietische Ho
geschool worden geopend met een
economische en een juridische facul
teit. Voor de Universiteit te Jogja zal
een nieuw gebouw verrijzen, dat het
grootste van geheel Azië wordt. Met
de bouw ervan zullen vijf jaar ge
moeid zijn.
Voor belangstellenden geven wij
nog het adres van de hierboven ge
noemde Stichting. Dit is; J. J. Viotta-
straat 41, Amsterdam.
^AN het Europese College te Brugge
zullen gedurende het academische
jaar 19511952. dat in October begint,
veertig jenge intellectuele jongens en
meisjes, die hun studies in eigen land
hebben voltooid, de lessen volgen. Bo
vendien zullen er ongeveer tien plaat
sen worden gereserveerd voor niet-
Europese studenten.
IRONIE: Inkleding der gedachte, waarbij men het tegendeel zegt
van wat men eigenlijk te verstaan wil geven; spottend af schamper
prijzen van hetgeen men wezenlijk afkeurt.
Van Dale's groot Nederl. woordenboek.
VV" MENEN OPRECHT, dat men geen politicus, geen journalist en geen
lid van de UNO behoeft te z(jn, om met ontsteltenis en mededogen ver
vuld te geraken als men van dag tot dag kennis neemt van datgene, wat zich
in Korea, of op welk ander slagveld ook, afspeelt. Indien w\j ons alleen tot
Korea bepalen, zien wij, dat daar twee militaire groeperingen bezig zijn el
kaar op leven en dood te bestrijden. De overwinning daar wordt met een ver
bijsterend dure prijs betaald; maar hoe denkt men over de premie, waarmee
de burgerbevolking voor die overwinning wordt gehonoreerd
te wrang en getuigend van tè weinig
iJ^IJ ZIJN BEREID de oorlog, in de
ze wereld en met deze mensheid,
als een blijkbaar onafwendbaar feit
te accepteren. Wij zijn niét bereid ple
zierige dingen over zo'n oorlog te
denken, te zeggen of te schrijven. En
wij meenden óók dat van het vele
slechte, dat deze planeet in deze tiid
kenmerkt, het verschijnsel oorlog het
allerslechtste is. Vandaar dat wij. die
het voorrecht genieten onze gedach
ten aan de drukpers te mogen toe
vertrouwen (een uiterst belangrijk en
uiterste verantwoordelijkheid schep
pend voorrecht!) op ongeregelde tij
den harde, bittere, ironische dingen
over oorlogen schrijven. Omdat wij,
in onze onschuld, menen dat de gru
welen van de oorlog niet scherp en
realistisch genoeg kunnen worden
beschreven en dat men daarbij tot
vrijwel het uiterste kan gaan, waar 't
de woordkeus betreft.
Een vriend van ons, die eveneens
iets tegen oorlogen heeft, merkte op:
Men kan gaan tot het uiterste dat men
zichzelf als limiet voorstelt met het
doel (géén oorlog dus!) voor ogen. Dit
uiterste zal voor iedere schrijver er
gens anders liggen; voor Barbusse lag
het verder, voor Wells en Doyle min
der ver. Dat hangt af van de persoon
lijke aanleg, de opvoeding en het tijd
vak waarin men leeft.
Nog steeds is een slagveld geen wei
land met madeliefjes, waarop de
mensen met vlaggen lopen te zwaaien
en met mooie, blinkende sabels de
frissche und fröhliche Krieg van
little Billy Williams aan 't vieren zijn,
Hoe ouder wij worden, des te minder
plezier gaan wij scheppen in zulke
slagveldromantiek. Wellicht kijken
we soms te veel naar onze kinderen.
En wellicht wordt men, ouder wor
dend, dan tóch wijzer; ook al is deze
stelling niet bewezen.
J")E LEZERS van het Amsterdamse
Podium herinneren zich wellicht
nog, dat wij enkele weken geleden
een stukje schreven over een bezoek
aan Artis. In dat stukje vertelden we
hoe we bij de gieren een kijkje na
men. Woordelijk schreven wij:
Twee gieren en een condor zaten
op takken, hoog in hun kooien, te
soezen. De gieren stuurs en mokkend.
Dat was zeer begrijpelijk als men zich
realiseert welk een weigedekte gie
ren-tafel daar gedekt staat in Noord
en Zuid-Korea."
Het waren deze woorden, die nogal
wat stof deden opdwarrelen. Reacties
van verontwaardiging. Men vond deze
beschrijving blijkbaar te realistisch.
£EN BIJ UITSTEK klassieke krijgs
list deed in de jongste wereldoorlog
weer opgeld. Het oude Troje immers
werd ingenomen door middel van een
houten paard: de Trojanen maakten
het buit op hun belegeraars, sleepten
het binnen hun stadsmuren en kwamen
eerst té laat tot de pijnlijke ontdek
king, dat in het paard een groep tot de
tanden bewapende Grieken verborgen
zatEn een houten paard, geïn
spireerd op dit klassieke voorbeeld, was
het middel, waardoor de Engelse offi
piHllllllllliliilllillilllllllllllillllllllllllllllllllllllilllllllllllllll^
Knappe film, die spannende ontsnapping I
uit krijgsgevangenenkamp reconstrueert
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiï
ben op dit turnstoestel, begint hij te
graven, 's Avonds keert hij, verborgen
in het paard, terug met in zakjes het
weggegraven zand bij zich. Iedere dag
wordt de tunnel een paar decimeters
het open terrein, een tiental meters
van de omheining af, gaan ze met dit
toestel dagelijks urenlang oefeningen
cier Eric Williams en twee collega's in houden. Wanneer na enige tijd de
1943 uit een Duits krijgsgevangmie- Duitsers aan dit beeld gewend geraakt
kamp wisten te ontsnappen. Het avon- zijn, verbergt zich op een dag een der uitgediept, de zakjes zand worden uit-
tuurlijke relaas van deze ontsnapping krijgsgevangenen in het houten paard, gestort op de zolder van een barak,
heeft hij in romanvorm gepubliceerd en En terwijl zijn makkers zich de ganse 's nachts is de ingang van de tunnel
deze roman bewerkte hjj weer voor de dag, ondanks hun ondervoeding, aftob- weer bedriegelijk met zand gecamou-
film „The wooden horse" „Het com
plot van het houten paard". Het is een
goede en typisch Engelse film gewor
den, waarin regisseur Jack Lee op so
bere wijze en met nuchtere humor het
verhaal van deze romantische ont
snapping boeiend in beeld bracht.
gij HET BEGIN terstond al schiet de
film in de roos. De camera dwaalt
dan door een barak van het krijgsge
vangenenkamp, waar de mannen, die in
het verhaal betrokken zijn, op hun brit
sen liggen: de dag breekt aan. En in
de reeks beelden van de ontwakende
barak heeft de maker door een aantal
treffende details naar voren te halen,
zonder enige nadruk heel suggestief en'
niet zonder lichte ironische humor, de
eentonigheid en irriterende verveling
voelbaar gemaakt van het leven in dat
kamp. waar alle dagen gelijk en kleur
loos zijn.
Een der mannen uit de barak is be
zig een onderaardse gang te graven die
hem buiten de prikkeldraadomheining
van het kamp moet brengen. De af
stand blijkt echter te groot. „We zou
den eigenlijk de gang moeten laten be
ginnen op het open terrein tussen ba
rak en omheining" meent een der an
deren. Het denkbeeld schijnt waanzin
nig, maar wanneer het verder uitge
werkt wordt, blijkt het nog niet zo
ondeugdelijk. Uit het hout der kisten,
waarin de Roode-Kruis-zendingen ver
pakt zijn. bouwen de krijgsgevangenen
een stevig turnpaard. waarbij de ruim
te tussen de poten aan het oog ont
trokken wordt door een bekisting. Op
Verborgen in het houten paard, terwijl boven hun hoofd hun makkers
ter camouflage turnoefeningen honden, granen twee der krijgsgevangen
Britse officieren (Anthony Steel en Leo Germ) iedere dag verder aan de
twnnek, die hen naar dt wijheid moet voeren.
fleerd en de Duitsers, hoe wantrou
wend ook, vermoeden geen dubbelspel
bij hun van schijnbaar dwaze turnlust
bezeten gevangenen.
4c
|_|EEL NUCHTER, in goed gekozen
beelden, vertelt regisseur Lee dit
verhaal van de aanleg van de tunnel,
dat een climax aan spanning bereikt
in de ontsnapping zelf. Dan is de film
echter niet ten einde: De drie ontsnap
ten trekken door vijandelijk Duitsland
op weg naar neutraal gebied. En de
camera volgt twee hunner, die samen
reizen, op hun hachelijke tocht naar
Lübeck, waar ze vergeefs trachten een
schip te vinden dat hen naar Zweden
brengen kan. Naar Duitsland gedepor
teerde Franse arbeiders, wier vertrou
wen ze gewonnen hebben maken het
tenslotte mogelijk, dat ze wegkomen
met een Deense schoener. In Kopenha
gen worden ze verder geholpen door
illegale werkers en met een motor
sloep steken ze tenslotte over naar
Zweden. Daar treffen ze de andere
krijgsgevangene, die tegelijk met hen
ontsnapte, in een ironische scène, waar
mee de film als anti-climax na alle
spanning een bijzonder geestig besluit
krijgt.
MET AL is ..The woorden horse"
een opmerkelijk goede film. Niet
altijd is ze even sterk en na het relaas
van de ontsnapping bijvoorbeeld heeft
ze even een diepe inzinking. Maar ze
is over het algemeen zo voortreffelijk
van sfeer, zo knap opgebouwd, zo raak
van psychologische tekening en heel
direct van spanning, dat ze ver boven
de middelmaat uitsteekt. Ondanks en
kele zwakheden in zijn scenario heeft
de jonge regisseur Jack Lee hier een
bijzonder knappe prestatie geleverd:
«en film volkomen in de sfeer van het
door en na de oorlog in Engeland zo
sterk ontwikkelde onopgesmukte
llmrealisme, minder schokkend dan
'iet realisme der Italiaanse films, min
der hartstochtelijk en veel nuchterder,
maar niet minder een heel rake en
eerlijke visie biedend op de werkelijk
heid.
Er wordt uitstekend geacteerd in de -
ze film. vooral door Anthony Steel en
Leo Genn. Een eerlijke, frisse en boei
ende fiim, die het zien alleszins waard
is! LONG-SHOT
gevoel voor hen, die daar op dit
ogenblik bezig zijn onze eigen vrij
heid te verdedigen. Voor hen, onder
wie zieh óók Nederlandse jongens be
vinden.
Het weekblad Vrij Nederland nu
heeft een rubriek die „Schandpaal en
Eretribune" heet. Schrijver dezes ge
noot de eer volgens de regelen der
kunst aan die schandpaal genageld te
worden. Iemand uit Amersfoort had
't citaat doorgezonden aan de redac
tie, met als prompte consequentie, dat
die inzender voor zijn scherpzinnig
heid een boek won, en de samensteller
van het Amsterdamse Podium publie
kelijk voor schande werd gezet.
c
Protesten aan een
schandpaal
Wij vonden dat niet zo plezierig.
Wij houden niet van schandpalen en
helemaal niet als wij daar zélf een
onderdeel van gaan uitmaken. Het
bedroefde ons bijzonder. Nog meer
bedroefde het ons, dat die inzender
de bedoeling van ons schrijven niet
alleen niet begrepen had, maar daar
aan een precies tegenovergestelde
strekking gaf. Het ailerméést ver-
driette ons echter van de redactie
van Vrij Nederland te horen dat er
„tal-van-inzender^" waren geweest,
die er net zo over dachten.
Men kan zich van deze dingen na
tuurlijk niets aantrekken en rustig
doorgaan. Dat is een trots en hovaar
dig standpunt. Wie schrijft, zal ten
slotte kritiek ondervinden en die moet
men maar weten te incasseren. An
ders moet men niet schrijven. Maar
V-N. is niet het eerste het beste week
blad en daarbij vonden wij het toch
wel een bijzonder vervelende, irrite
rende gedachte, dat blijkbaar zó velen
geen notie hadden gehad van de iro
nie, waarmee wij die gieren, die con
dor en Korea in eikaars gezelschap
hadden gebracht. Omdat het verdrie
tig is als men iets, als wit bedoeld,
zwart afschildert.
In het laatste nummer van Vrij Ne
derland verlost één der lezers van dat
blad ons van die schandpaal. Wij zijn
die lezer en de redactie voor deze
ridderlijke rehabilitatie erkentelijk.
Hij leerde óns dat men als schrijver
onbekende vrienden heeft. En hij
leerde die inzender uit Amersfoort dat
lezen iets anders is dan alleen maar
woorden tot zich nemen. Lezen is in
dringen in de zin van woorden. Het
is het zien achter en tussen de woor
den.
QF DIT NU allemaal zo geweldig
belangrijk is? Of het nu eigenlijk
wel de moeite waard is daarop zo in
extenso terug te komen?
Ja. zó belangrijk is dat. Omdat het
hier gaat over zoiets alles bepalends
als een oorlog. En omdat de eerste de
beste oorlog, waarin wij zelf kun
nen geraken een zaak van leven en
dood wordt. Ook voor onze kinde
ren, als men z'n eigen belangrijkheid
en onmisbaarheid hier niet in het ge
ding wil brengen. Met alle middelen
willen wij zo'n oorlog als ver
schijnsel bestrijden. Omdat hij on
menselijk is. En vooral: omdat hij
overbodig is.
Met alle middelen.... dus óók met
de pen. Dus óók met de in de Inkt ge
doopte pen. Dus óók met het wapen
dat ironie heet. De „vele lezers"
waarover Vrij Nederland het heeft
hebben dat niet begrepen, en tot elk
van hen zouden wij willen zeggen:
lees opnieuw dat Artis-stukie over.
En als uw zoon in Korea veent. of uw
neef of wie ook van uw verwanten,
weest u dan zo goed aan te nemen dat
v/ij niét de oorlog in Korea in het bij
zonder willen veroordelen. Nóch die
in Vietnam. Nóch welke oorlog, waar
ook op deze planeet. Maar wel: de
oorlog. En voor deze zienswijze wil
len wij gaarne alle schand'norden van
alle kranten en weekbladen in dit land
bezetten. Ook zonder rehabilitatie, als
't moet.
Wij realiseren ons, dat ironie een
moeilijk hanteerbaar zwaard is en dat
niet iedereen het subtiele gevoel h' rt
daarom in de toekomst nog voorzich
tiger moeten worden met dit onder-
haar terstond te herkennen. Wij zullen
deel der journalistiek. Maar wij zul
len zeer bepaald niét voorzichtiger
worden met het signaleren van zoiets
overbodigs, onmenselijks en krankzin
nigs als: de oorlog. Men behoeft geen
lid te worden van een vereniging van
anti-militaristen om de oorlog te ver
doemen. Zoals men geen soldaat be
hoeft te zijn om haar te verheerlijken.
De oorlog is letterlijk: de gesel on
zer wereld. En zogoed als de wereld
zocht naar de bestrijder van de pest,
de typhus en de cholera, en koorts
achtig zoekt naar die van kanker en
tuberculose, zo naar die van de
grootste pest: de oorlog. De oorlog
van de ene mens tegen de andere, die
samen één en dezelfde planeet bewo
nen. ANTHONY VAN KAMPEN