f Pirn, Pam, Pom m SIJl'TEL De blik, die doden kan... Hersengymnastiek Puzzle-rubriek Radioprogramma voor dit week-end JIMMY BROWN ALS KANAALZWEMMER w 0 ASTHMALIJDERS! Jong blijven NAAR VASTE GROND 'N "llTrm (\cl, PRODUCT ZATERDAG 7 APRIL 1961 „QEEN VERSCHRIKKELIJKER BEEST dan een vvoll, Ferenc!" zei Sem- janoj, de Poolse gids, tot de magere Hongaar, die tegenover hem aan het tafeltje zat. De aangesprokene keek op van zijn krant, waaruit hij zo juist het bericht had voorgelezen, dat een vrouw in de omtrek door een troep wolven was aangevallen. „Ja, wreed zijn ze," zei hij. „Maar ik geloof, dat je niet alles op de rekening van hun bloeddorstige aard mag schrijven, Sem janoj! Als ik ze 's nachts hoorde huilen, terwijl ze de zwakste broeders onder de troep afmaakten, dacht ik weieens: „Ze zijn razend van honger." De gids schudde het hoofd. „De duivel heeft hun achterwerk bekruisigd, makker, zo staat het geschreven. Zag jij ooit een wolf vlak voor je?" Ferenc legde de krant neer. „Ik heb ze dichter bij me gehad, dan me lief was! Ze huilden eD kermden om mijn slee, dat het een aard had." Semjanoj lachte wijs. „Dan heb je de wolf eigenlijk nog niet van aangezicht tot aangezicht gezien. Je moet ze meemaken als ze dol van de honger, kalm en bedachtzaam hun prooi be loeren. Als ze je observeren in al Je bewegingen. Hoe ze jehypnotiseren met die gloeiende ogen! Met in troepen, maar alleen, helemaal alleen en angstig-kaim! Ik kan je verhalen vertellen van mensen, die gestorven zijn onder die vreselijke blikkenFerenc haalde de schouders op. „Het is goed, dat ik je een beetje ken, vriend. Je zou iemand de stulpen op het lijf jagen. De eerste wolf, die alleen opereert, en dan bovendien met griezelige en occulte krachten werkt, moet nog geboren worden." J^IERMEE was het gesprek afgelopen. De gids mompelde nog wat in zijn baard maar wijdde dan al zijn aan dacht aan de vijn. Langzamerhand werd het voor de twee mannen tijd om huiswaarts te gaan. De meeste gasten hadden hun nachtverblijven al opgezocht. Eindelijk, het liep al tegen twaalf uur, verdwe nen ook Ferenc en Semjanoj.' Aan het eind van het dorp namen ze afscheid van elkaar. Ferenc ging alleen verder naar de boerderij, die enkele kilome ters verder lag, en waar hij logeer de. De nacht was koud en helder en er was bijna geen wind. De maan *ond els een bleke vlek aan de hemel en een eenzame wolk dreef gezapig voor bij. Ferenc liep kalm langs de kronke lende bosweg, die naar de boerderij leidde. Diep ademde hij de frisse nacht lucht in. Daar knapte een mens van op, na die bedompte atmosfeer in het klei ne café. Hij vertraagde zijn pas. Mooi was de nacht eigenlijk. Je hoorde geen gerucht dan een enkele maal het zach te ruisen van de struiken en je eigen voetstappen. Ferenc dacht na over het gesprek, dat hij met Semjanoj had ge voerd. Hij had er beter niet over kun nen beginnen. Semjanoj was zo bijge lovig en onmiddellijk boos als men zijn fantastische verhalen niet geloofde. Als je de gids moest geloven was een wolf een dier, dat alle eigenschappen van Satan zélf in zich verenigde. En dat allemaal, omdat nu precies drie maal in de laatste twintig jaar een mens in de omtrek door een wolf was aangevallen! Ferenc passeerde het wan kele bruggetje, dat de dorpsbewoners over het kleine beekje hadden ge legd. Plotseling struikelde hij en viel languit over de grond. Hij vloekte, terwijl hij trachtte zijn been te ver lossen uit de spleet tusen twee plan ken, waarin hij was blijven haken. Het kosten hem enige moeite eer hij zijn been had losgewrongen. Zittend bekeek hij de schram op zijn enkel, die hij tengevolge van de val had beko men. Het leek nogal ernstig. Met zijn zakdoek verbond hij de wond. Straks direct uitwassen, dacht hij, voor je infectie hebt. Dat is zo gebeurd op deze smerige wegen! Dan wilde hij zich oprichten, maar iel onmiddellijk weer terug. Vlak voor hem, nog geen meter hij hem vandaan glansden twee vurige ogen. „Een wolf"!, lacht Ferenc onmiddellijk en tastte zenuwachtig naar zijn riem, waar een mes moest zitten. „Vergeten!" ging het door hem heen. Onmiddellijk schoot hem het ver haal in gedachten, dat Semjanoj zo juist had verteld. Ondanks alles wees hij de veronderstelling, dat hij nu zelf het slachtoffer van het bloeddorstige pteppedier was geworden, van de hand. „Kolder!", zei hij halfluid. „Ik ben niet in de room gewassen!". Maar daar vlak voor hem gloeiden de oogballen van een wolf, en hypno se of geen hypnose, hij zat in een be nauwd parket. Wat moest hij beginnen? Blijkbaar maakte het dier geen aan stalten om hem aan te vallen. Misschien was het zelf angstig. Daar hoorde je meer van. Elk dier erkent zijn meester: de mens. Maar waarom vluchtte het dan niet? Waarom vluchtte hij zelf niet? Zou een wolf je dan aanvallen? De ogen van het roofdier bleven on afgebroken op hem gericht. Koud zweet begon hem uit te breken. Het leek als of er een vuur laaide achter die ogen. De muil kon hij niet zien, maar hij kon het zich voorstellen: de wrede ka ken wijd opengesperd. God, wat moest hij doen? In de verte jammerden wol ven tegen de bleke maan. De ogen gloeiden heviger. Ferenc voelde hoe een stroom, koud als ijs zijn leden begon te verstijven. Was een wolf dan toch een duivel? Feller en feller straalden de ogen. Ferenc wist, dat hij niet zou kunnen opstaan, zelfs als de wolf zou vluchten. Het dier zou niet vluchten, wist Ferenc. Het zou hem kalm en berekend doden met die vreselijke blik. In de verte, aan de bosrand huilden de andere wolven weer. Het was dichterbij gekomen. Ze hadden hem misschien geroken. Nee, dat kon niet, de wind was in zijn rich ting. Maar wolven zijn duivels.... Toen doofde de gloed in de branden de ogen vóór hem. Voor Ferenc was het einde van dit avontuur aangebro ken. De wolf had hem in zijn ver schrikkelijke ban. 'o werd hij de volgende ochtend ge vonden door Semjanoj, die al vroeg op pad was gegaan om zijn vriend voor een nieuwe tocht op te halen. Fercc lag half verstijfd en half bevroren op de brug; de zakdoek onhandig om het gekwetste been gewonden. Zijn hoed was op het ijs in de beek gevallen en zijn bril lag twee meter voor hem op het pad. De glazen glansden als wol venogen. Tom K. door Bob Wallagh Een fraai staaltje van hersen gymnastiek werd geleverd door de conducteur van de z.g. „Blauwe tram". Het gebeurde op de lijn van Haarlem naar Leiden. Een reiziger vroeg de conducteur: „Hoe laat ko men we eigenlijk in Oegstgeest aan?" Waarop de man tot grote verwondering van de reiziger ant woordde: „Niet allemaal tegelijk, meneer!" Aangezien ze maar samen in de coupé waren, keek de passa gier stomverbaasd naar het olijke gezicht van de conducteur en bij had het grapje metéén door Het was heel geestig bedacht: de '(ram arriveerde namelijk om 12.59 of wel één voor één (dus: „niet allemaal tegelijk"). En nu maar weer enkele vragen waarop U het antwoord zelf moet vinden: 1 Een van de voornaamste uit- voerproducten van Suriname is bauxiet. Wat is dat? 2 In welk dorp van ons land zijn alle mannen zwagers, maar niet alle vrouwelijke inwoners, schoonzusters S Veel mannelijke beroepsnamen eindigen op er, zoals slager, behanger enz. Noemt V nu eens twee vrouwelijke beroepsnamen die op er eindigen? 4 Aan welk openbaar vervoer middel ontbreekt het ons in Nederland tot nu toe verge leken met Frankrijk of Enge land? 5 Vanwaar komt het woord limo nade? 6 Waarom gaan de deuren van leder klas-lokaal op scnool mar buiten open? T Wat is de meest voorkomende familienaam in Nederland? 8 Wie gaat er met de uitoefening van zijn beroep achteruit? 9 Noemt V eens drie eilanden die belangrijk waren in het leven van Napoleon. 10 Hoe luidt de spreuk boven de ingang van het gebouw van de Rijksmunt te Utrecht (Voor de antwoorden zie men ons nummer van Dinsdag a.s.) PUZZLE 182 EEN MOEILIJKE DELING (OPL.) Een van de vele goede oplossingen laten wij hieronder volgen:.. 333 100007892 300324 1078 999 799 666 1332 1332 Talrijk waren de inzendingen. Na lo ting onder de inzenders Is de wekelijkse prijs van f 5.— ditmaal ten deel geval len aan: MeJ. Ineke Arts, Parklaan 18, Enkhulzen. Gefeliciteerd! Deze prijs zal worden toegezonden. En nu onze nieuwe opgave. PUZZLE 183 SAMENVOEGING IN OMWISSELING Hieronder vindt men 6 maal twee let tergrepen of woorden naast elkaar. Door samenvoeging en omzetting der letters van elk tweetal kan men ZES zelfstandige naamwoorden maken. 1. RENGRINT—VISOSDUZE 2. MIJMEREN—BADESFUST 3. STUBIKEL—BETHION 4. PRAAM—GREFTOEN 5. STUIVER—VITIENSLOK 6. GLUMVOSIN—GERDIVEM Welke 6 worden zijn bedoeld? Oplossingen (per briefkaart) tot en met Donderdag 12 April aan de Redac tie van dit blad. (Er wordt onder de inzender van een goede oplossing weer een prijs van 5.— verloot). 16. Wanneer Plm, Pam en Pom een bom hadden laten ontploffen, dan had den ze de herbergier en de andere gas ten niet erger aan het schrikken kun nen brengen. Eindelijk gelukt het Se waard om zich te herstellen. „Heren heren, spot U er niet mee", smeekt hij. „U maakt natuurlijk maar een grapje. Wat zal ik U brengen? een lekker been tje om mee te beginnen en een schotel hondenbrood erbij?" De drie heren kij ken stomverbaasd. „Nee, ik maak geen grapje", zegt Pom of te wel de markies Pompelmoes. „Ik wou een ei! Wat is daar voor geks aan?" „Jaja" valt Pim hem bij. „Ik begrijp U niet. Waarom kunnen wij geen eitjes krijgen?" De drie hondjes spelen hun rol heel goed. Ze doen net of ze nog niets weten van het ongeluk, dat de Paashaas is over komen. En op deze manier hopen zij de dief te ontmaskeren. De herbergier wringt zich de handen. „Heren, ik zal het U uitleggen!" ZONDAG 8 APRIL HILVERSUM I, 402 m.t 8.00 NCRV, 9.30 KRO, 17.00 IKOR, 19.00 NCRV, 19.45-24.00 KRO. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.15 Gram.muziek. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Gram.- rauziek. 9.30 Nieuws en waterstanden. 9.45 Gram.muziek. 10.25 Hoogmis. 12.00 Gram.» muziek. 12.15 Apologie 12.35 Gram.muziek. 12.40 Lunchconcert. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws, weerberichten en katholiek nieuws. 13.20 Lunchconcert. 13.45 „Uit het Boek der Boeken". 14.00 Radio Philhormonisoh Orkest en solist. (Ca. 14.45 „Grote tekenaars: Honoré Daumier", causerie.) 15.25 Klein koor. 15.45 Strijkkwartet. 16.10 „Katholiek Thuisfront over al!". 16.15 Sport. 16.30 Vespers. 17.00 Nederl. Hervormde Kerkdienst. 18.15 Nederl. Herv. Zangdienst. Na afloop: Gram.muziek. 19.00 13. Toen Jimmy bemerkte, dat hij in elk geval bleef drijven, voelde hij zich niet meer zó onwennig in t wa ter. Hij begon zich langzaam de bewe gingen te herinneren, welke Dirk de Duiker hem kort tevoren had voorge daan en het volgende ogenblik reali seerde hij zich, dat hijzwöm. Hij maakte zwemslagen en hij kwam voor uit, hetgeen Dirk de Duiker met zicht bare tevredenheid waarnam. „Brede slagen maken", riep hij goedgemutst, „en lekker lang uitdrijven. Goed zo, 't gaat al prachtig". En werkelijk, ook Jimmy zelf zag, dat het prachtig ging. Krachtig en regelmatig sloeg hij armen en benen uit en hij voelde, dat hij als een bruinvis door het water begon te schieten. En hoewel hij er een heel ernstig gezicht bij trok, begon hij er nu zelf ook plezier in te krijgen. „Kom d'r maar uit", riep Dirk de Duiker, je kunt zwemmen en het komt er nu al leen nog maar op aan een beetje rou tine op te doen". Hij stak Jimmy een hand toe, toen deze uit het water klom. „Ik moet zeggen", zei hij, „dat 't mij hard is meegevallen". Patricia Wentlnvw.ii (71 Lamb hees zich met enige moeite uit zijn stoeL „Voorlopig zeg ik daar geen ja en geen neen op", verklaarde hij, „maar die meneer Bush moet zeker eens na der aan de tand worden gevoeld. We zullen hem tekst en uitleg vragen". Halverwege de deur keerde hij op zijn schreden terug. „A propos, u heeft toch zeker een motief bij de hand? Als regel vermoor den achtenswaardige kosters geen orga nisten. TJ weet wel, dat een motief broodnodig is. De jury's zijn daar erg op gesteld". Juffrouw Silver richtte zich op. 't Was maai- een licht, keurig gebaar, maar brigadier Abbott concludeerde eruit, dat in haar ogen de hoofdinspec teur, overigens misschien terecht wat uit het veld geslagen, minder hoffelijk jegens een dame was opgetreden. Met een lichte heesheid in haar stem, zeide zij: „Er bestaat mogelijk zulk een mo tief en ik acht het mijn plicht, het u mede te delen. Bush, ofschoon als Brits onderdaan geboren, is van Duitse af komst. Zijn ouders hebben zich hier te lande gevestigd. De naam was oorspron kelijk Busch, naar Duitse spelling, maar in de vorige oorlog is de c eruit ver wijderd. Juffrouw Feil heeft me ver teld, dat kort te voren deze Frederick Busch, toen zeventien jaar, door de agenten van de vijand was aangezocht, hun inlichtingen te geven. Hij was toendertijd bediende in een huis, waar de tafelgesprekken misschien van poli tiek belang konden zijn. Ik moet mij haasten, er bij te voegen, dat hij on middellijk weigerde en de stiefvader van juffrouw Feil, toendertijd dominee te Bourne, van de bijzonderheden op de hoogte stelde. Lamb liet een zacht gefluit horen, zich met een korte beweging weer naar de deur. „O, kom mee, Frank, kom mee, voor ze ons nog meer vertelt! Ik heb al veel meer gehoord dan ik van daag kan verwerken". HOOFDSTUK XXX. Terwijl het gesprek, hierboven ver meld, aan de gang was, genoot juf frouw Sophy in de saion van een ver frissend dutje. Ofschoon ze nooit een middagslaapje wilde houden en zeker nimmer op dat uur haar benen ten volle had uitgestrekt, maakte zij geen bezwaar, ze op een voetenbankje te laten rusten of achterover te leunen tegen een aantal gemakkelijke kussens en dan haar ogen te sluiten. Garth Al bany en Janice, die ter weerszijden van haar zaten, kwamen eensklaps tot de ontdekking, dat ze niet meer naar hen luisterde. Haar witte, wollige krullen kwamen prachtig uit tegen een blauw zijden kussen, haar adem ging klam en geruisloos over de even van elkaar ge scheiden lippen, haar mollige handen lagen gevouwen in de schoot. Feitelijk waren de beide jongelieden alleen. Wat Janice betreft, ze had wel ge wild, dat ze ergens anders was. Of leek het maar zo? Na die wandeling op Zon dag had ze eigenlijk aldoor niet gewe ten wat ze wüde. Heel diep in een ver borgen hoekje schreide iets, dat niet ge troost wenste te worden. Nu Garth haar zijn liefde had willen verklaren, maar zij hem dit had belet, zou zij niets als herinnering hebben. Hij zou vertrekken en misschien eerst jaren later terug keren. Hij zou wellicht naar het bui tenland gaan, er sneuvelen en zij zou niets als aandenken bezitten. Hij zou die Zondag misschien hebben gezegd: „ik heb je lief': hij zou haar zeker weer hebben gekust. Zelfs als 't voor hem niets zou hebben betekend, zou 't voor haar een schat geweest zijn, waarvan ze na zijn vertrek had kunnen genie- tei.. Maar ze had haar trots de over hand gelaten en vond dat nu 'n schrale troost. Over de ronde, rijk met pruimkleu- rige cachemir beklede schouder van juffrouw Sophy keek ze naar hem en vond hem toch zo innig-lief. De groei van zijn haar, de lijnen van wangen en kaak, de rimpeltjes aan zijn ooghoeken als hij glimlachte Juist op dit ogenblik zag w die rim peltjes. Lachend zei hij: ,,'t Hoogtepunt van een klucht! De chaperonne is inge slapen. Wat zullen we nu doen?" Met een lichte hartklopping en verlegen glimlachend, bracht ze 't niet verder dan: „Sst!" Wéér lachte Garth. „O, nee.... dat geloof ik niet. De regie zegt: „Nu oversteken!" Meteen stond hij op, liep om de sofa heen en ging op de leuning van haar stoel zitten. „Je behoeft niet bang te zijn, dat ze wakker wordt, 't Is een familietrek, dat weet ik. Als ik eenmaal in slaap ben, dan slaap ik ook en is er een bom nodig om me wakker te maken". „Maar je bent geen familie van haarze is een stiefkind. Je kimt niets geërfd hebben van de stiefdochter van je grootvader". Hij legde zachtjes zijn arm over de stoelleuning. „Ik heb niet gezegd, dat ik het geërfd had. Maar je kunt ook iets karakteris tieks overnemen. Hoe het zij, hoofdzaak is, dat ze op zijn minst een half uur onder zeil is en dat het zonde zou zijn, die tijd te verknoeien. Je wilt zeker geen kus hebben?" Hij zag, hoe een vurige blos haar naar de wangen steeg en weer plotseling ver dween. Toen zij langzaam haar hoofd omwendde en hem aankeek, deed haar lippen plooiden zich om „ja" te zeggen, maar hij legde de hand op haar schou der. „Wat scheelt eraan?" „Niets". Hij schudde haar zacht door elkaar. „Kindlief, dit was een klucht. Jij maakt er een drama van, zoiets als: „Laat los mij, knecht; ik heb vergif ge dronken" Wat scheelt eraan?" „Ik deug niet erg voor een klucht". Hij keek haar lachend aan. „Och, ik ben er ook niet zo geschikt voor. Laat ons er een salonstuk van ma ken: De grote scène van het aanzoek. Ik ben een zoon van rijke maar eerlijke ouders. Ik ken je door en door' en jij weet meer van mij dan enig ander meisje .Voor ons beiden is de toekomst hoogst onzeker, 't Is zoals iemand eens heeft geschreven: „Pluk de rozen als je het kunt". Welnu?" Ze dwong haar stijve lippen tot een glimlaoh. (Wordt vervolgd.) Kamerkoor. 19.15 „Meuren op de achterstond", cwuerie, 19.30 Nieuw», sportuitslagen en weer berichten. 19.45 Actualiteiten. 19.52 Boek bespreking. 20.05 De gewone man zegt er 't zijne van. 20.12 Gevarieerd programma. 22.45 Avondgebed en Liturgische kalender. 23.00 Nieuws, 28.15—24.00 Gram,muziek. HILVERSUM 1L 298 m.i 8.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.30 IKOR, 12.00 AVRO, 17.00 VPRO, 17.30 VARA, 20.00-24.00 AVRO. - 8.00 Nieuw» en weerberiobten. 8.18 Gram. muziek. 8.30 Vooantietips. 8.40 Voor de gere patrieerde militairen. 9.12 Fortduivenberioh- ten. 9.15 Vurzoekprogramma. 9.45 „Geestelijk leven", causerie. 10.00 „Geef het door". 10.05 Zondagshalfuur. 10.30 Doopsgezinde Kerk dienst, 12.00 „Muziek-étalage". 12.40 Voor de Jeug'd, 12.50 Gram.muziek. 13.00 Nieuws en weerberichten. 13.15 Mededelingen of gram. muziek. 13.20 Theater-orkest. 13.50 „Even afrekenen, herenl". 14.00 Gram.muziek. 14.05 Boekbespreking. 14.25 Gitaarspel. 14.40 „Ca- valleria Rustioana", opera (gr.pl.). 16.00 Film praatje. 16.15 Zuidelijke muziek. 16.30 Spurt- revue. 17.00 „Gesprekken met luisteraars". 17.20 „Een Kerklied". 17.30 „Het Lauriston Gardens Mysterie", hoorspel. 17.50 Piano-spel. 18.00 Sport. 18.15 Nieuws en sportuitslagen. 18.30 Cabaret. 19.00 Radiolympus. 19.30 Amu sementsmuziek. 20.00 Nieuws. 20.05 Roman tische voorjaorsmuziek. 20.45 Avro-allerlei. 20.50 „De Forsyte Sage: Een man van For tuin", hoorspel. 21.30 Metropolo-orkest. 22.00 Cabaret. 22.30 Zang en orgel. 22.50 Actuali teiten. 23.00 Nieuws. 23.15 Gram.muziek. 23.30—24.00 Dansmuziek. MAANDAG 8 APRIL HILVERSRUM 402 m.: 7.00-24.00 NCRV 7.00 Nieuws. 7.18 Gewijde muziek. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weer berichten. 8.10 Sportuitslagen. 8.20 Gram. muziek. 9.15 Voor de zieken. 9.30 Water standen. 9.35 Familie-competitie. 10.30 Mor gendienst. 11.00 Gram.muziek. 11.15 Geva rieerde muziek. 12.30 Land- en Tuinbouw- mededelingen. 12.33 Orgelconcert. 13.00 Nieuws. 13.15 Spaanse muziek. 13.45 Gram. muziek. 14.00 Schoolradio. 14.35 Gram.muziek 14.45 Voor de vrouw, 15.15 Graunmuziek. 15.25 Strijkkwartet en piano. 16.00 Bijbellezing 16.45 Vocaal Ensemble. 17.00 Voor de kleu ters. 17.15 Orgelconcert. 17.45 Voor de kin deren. 18.00 Zigeunerkwintet. 18.15 Sport- rubriek. 18.25 Engelse les. 18.45 Boekbespre king. 19.00 Nieuws en weerberichten. 19.15 „Volk en Staat", causerie. 19.30 Gram.muziek. 19.40 Radiokrant. 20.00 Nieuws. 20.05 Salon orkest. 20.40 „Georg Friedrich Handel", hoor spel. 21.30 Strijkorkest. 22.15 Reportage. 22.30 Fluit en clavecimbel. 22.45 Avondoverden king. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram. muziek. HILVERSUM II, 298 m.: 7.00-24.00 AVRO 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek. 7.30 Gram.muziek. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram.muziek. 9.00 Morgenwijding'. 9.15 Gram.muziek. 10.30 Van vrouw tot vrouw. 10.35 Gram.muziek. 11.00 „Op de uitkijk". 11.15 Orgelconcert. 12.00 Orkestconcert. 12.30 Land- en Tuin- bouwmededelingen. 12.33 In 't spionnetje. 12.38 Giam.muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Avro- allerlei. 13.20 Politie-kapel. 14.00 „Wat gaat er om in de wereld?", causerie. 14.20 Gram. muziek. 14.30 Voordracht met harpspel. 14.45 Semi-klassieke muziek. 15.15 Voor de vrouw. 16.15 Piano-reoital. 16.45 „Musicalender". 17.30 Voor de padvinders. 17.45 Regerings uitzending: E. W. Ostreig: „De Europese ge meenschap in Indonesië". 18.00 Nieuws. 18.15 Militair commentaar. 18.30 Dansmuziek. 19.00 „Discogram". 19.30 Muzikale causerie. 19.45 Regeringsuitzending: Ir. H. Verschuyl: „De schapenfokkerij in Nederland". 20.00 Nieuws. 20.05 Avro-allerlei. 20.10 Radioscoop. 22.30 Radio Philharmonisch Orkest. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram.muziek. HIER IS WAT U MOET WETEN! De hevigste asthma-aanval kan bin nen één minuut gekalmeerd worden. Dat is de ondervinding van de tiendui zenden asthmalijders, die de wonder baarlijke Adozo tabletten hebben ge bruikt. De medicijnen, die de Adozo tabletten bevatten zijn zo samenge steld, dat één enkel tablet de felste aanval in 30 seconden verlicht en de normale ademhaling in 5 a 15 minuten herstelt. Adozo is doeltreffend in alle gevallen van asthma, bronchitis, nacht en ochtendhoest, beklemming op de borst, moeilijke ademhaling, enz. Neem eens de proef met Adozo. U vindt de Adozo tabletten bij Uw apotheker of drogist. (Advertentie, log. McdJ. LIET IS MET de woorden die wij horen of lezen een vreemde geschiedenis. Ieder zal mij direct willen toegeven, dat je woorden hoort met je oor, of, zo ze geschreven staan, ziet met je oog. Wan neer wij in het algemeen iets horen of zien, kortweg iets waarnemen, dan ko men wij in deze waarneming onmid dellijk met het ding zelf in aanraking. Wanneer ik een vogel hoor zingen, en ik zie hem tegelijk in een boom zitten, dan geeft de waarneming zelf mij de onmiddellijke indruk van juist deze vogel in juist deze boom. Maar, nu hoort u op dit moment geen vogel zin gen; en u ziet hem ook niet in een boorn zitten. U leest slechts over die zingende vogel in z'n boom. Tenminste, wanneer u de Nederlandse taal verstaat! Want het woord, waarmee wij mensen en dieren en dingen aanduiden, is niet het ding zelf. Het moet vertaald wor den! U moet aan dat woord z'n zin ge ven en door uw begrijpen van de taal zin kunnen geven! Het horen of het lezen van woorden is dus geen waar nemen van de zaken, die daarin wor den genoemd. Het is het besluiten tot het springen naar de daarin bedoelde zaken. Wij merken dit vreemde karakter van het woord, namelijk dat het niet-adae- quaat kan en moet worden opgevat, nauwelijks meer op. Maar zodra w* over God gaan spreken, bemerken we ineens weer het indirecte dat elk woord eigen is. Woorden als vogel en boom, hoewel we de klank of het letterbeeld daarvan moeten vertalen om er zin aan te geven, zijn zo gewoon, dat het ons niet meer opvalt. Maar het woord God, ofschoon zeer algemeen en zelfs te al gemeen gebruikt, plaatst ons ineens weer voor het raadsel der vertaling. Dit is in zo'n hevige mate het geval, dat wij er steeds weer behoefte aan heb ben om alles wat met God verband houdt, uit te spreken in de meest alle daagse termen. DM AAN dit verlangen naar een zo gewoon mogelijke weergave tege moet té komen inzake het contact met God, dat een mens steeds jong en be reid houdt, vertel ik u dit korte, Oos terse verifaal. Een rijk man, een vriend der mensen, had een prachtige vijver aangelegd, vissen daarin doen zwem men en er bomen en vele planten rond om geplaatst. Deze vijver kreeg z'n water uit een verre bergrivier. Zo werd dit plekje een lust voor de ogen. Kin deren speelden er bij voorkeur. Oude ren kwamen er graag om uit te rusten, Maar, deze vriend der mensen stierf. Zijn huis met de daarbij behorende vij ver kwam in handen van een ander. En deze laatste was geen vriend van de natuur en van de mensen. Dus damde hij de rivierarm, die de vijver van wa ter voorzag, af. Het gevolg was, dat de vijver droog kwam te liggen. De vissen stierven, de planten verdorden, de bo men verkwijnden. Kinderen en volwas senen kwamen er niet meer. Deze voor malige vijver werd weer een even troos teloos stukje grond als voordien, toen de mensenvriend het levenbrengende water nog niet naar die plaats geleid had. TEDER begrijpt, dat dit als beeld be doeld is. Evenals de gelijkenissen uit het Nieuwe Testament, of de mythen die Plato in zijn geschriften gebruikt. Dergelijke beelden of gelijkenissen ma ken het ons gemakkelijker de woorden van en omtrent God te vertalen. Wanneer er dus gesproken wordt over een levend contact met God, dan bedoelen we zoiets als het zojuist ver telde. Deze vijver gaf de indruk van een voortdurende verjonging, van een eeuwige jeugd, van een voortdurende lente, alleen omdat van verre bergen water toegevoerd werd. En zo nu is het met de mens. God is een krachtbron. God is dunamis, zoals de Grieken zei den: dynamiet. God is het leven en hij schenkt het leven. Zonder hem gaat alles dood. Zonder hem verkilt de mensheid en versterft de aarde. Sommigen zullen tegenwerpen, dat ondanks Gods er-zijn, de dood er toch ook is, als die macht die de directe te genstelling is met het leven Gods. Dat zal geen mens mogen ontkennen. De dood is er. Hij schijnt almachtig. Niets, geen plant, dier of mens schijnt buiten zijn greep te staan. Zelfs de aarde als geheel en ons zonnestelsel zijn sterfe lijk. Jong blijven is dus een wensdroom, een illusie, een gedachtespel Je kunt je met zo'n spel vermaken. In wezen echter is het zinloos. Tegen deze schijn gaat het geloof over de hele linie in. Geloof is een le vende relatie met de levende God. Deze relatie kan nooit verbroken worden, niet in dit leven en niet buiten dit le ven, niet in de ziekte en niet in -de dood. Dit is een band. die sterker is dan alle dood, een band die zelfs de dood van ons universum overleeft. Dit alles is het met woorden uitbeel den van een realiteit. Niet eerder ech ter zult ge van deze realiteit overtuigd zijn. dan dat ge zelf hebt gezien. Dit zelf-zien echter is niet anders dan uw eigen geloofsbeslissing.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 6