i
Voetbaiwaanzin steeg ten top
CULTUREEL NIEUWS
De schoonheidswedstrijden
huwelijksbemiddeling op
vof|nen een
groië schaal
„Na vijftien jaar
27 Mei 1934: We gaan naar Rome'....
Vijfduizend supporters keerden teleur
gesteld uit Milaan terug
Uit de dagen van
Han Hollander
iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniHiinniuiiiiuininiiiiiiiiiiniiHiiiHiiiijiniiiiiinninim
Van 900.000 „koninginnen" werden
er drie en veertig ster
Vierhonderdduizend w"
deden „goede partij
Het nieuwe
boek
Pa
ris vous
parle"
J
dess. 08
m. 35-42
ALLERCHARMANTST
ZOMERSCHOENTJE
licht
maar
van
Dekje
aan-
de
hij
:1a-
jke
te
aan-
weer
De
rdan,
it
grote
7.p ke-
lan
:ht
iet
II.
let
71
ak
lt-
og
la-
P
ee
.VONDAG 27 MEI" stond er in onze zakagenda, toen we daarin iets wilden
noteren voor deze laatste Zondag van de maand Mei. Dat herinnerde!
on» onweerstaanbaar aan een andere Zondag 27 Mei, waarop we temidden
van vijfduizend Nederlandse voetballiefhebbers in Milaan zaten bi} de be-
faamdste wedstrijd, welke het Nederlands elftal ooit buiten onze landsgren
zen heeft gespeeld: NederlandZwitserland op 27 Mei 1984 voor de eerste
ronde van het wereldkampioenschap voetbal. Zeventien jaar ls dat thans
geleden, maar nog steeds leeft die topperiode van ons voetbal voort ln de
herinnering der voetballiefhebbers boven de dertig jaar. Het was de tijd,
waarin de radio telkenmale ons nieuwe volkslied „We gaan naar Rome" door
de aether liet schallen als een soort tussenvorm tussen het plechtige Wil
helmus en het in 1920 door Be Quick uit Maastricht naar Groningen meege
voerde „Laat de klok maar luiden". We gingen naar Rome om wereldkam
pioen te worden tenminste dat meenden diverse optimisten doch we
strandden reeds in Milaan, waar Zwitserland ons met 32 uit het tournool
wierp, zodat er ten slotte een finale ItaliëTsjeeho-SIowakije in het stadion
van Rome kwam, terwijl de oranjevoetballers en hun supporters al lang weer
In efgen land waren teruggekeerd.
Ja, die supporters, die waren in de
periode tussen 11 Maart en 27 Mei 1934
door het dolle heen. Op eerstgenoemde
datum wonnen wij met 93 van ue
Belgen, waarbij de doelpuntenlawine
de kreet „tien, tien" deed opgaan, op
8 April volgde die andere historische
wedstrijd tegen de Ierse beroepsvoet
ballers (5—2) nadat we halverwege de
tweede helft nog met 12 hadden ach
tergestaan) en dat bracht Nederland
dichterbij een toestand van voetbal
waanzin dan het ooit geweest is.
De radio met zijn voetbalreportages
en zijn schlager „We gaan naar Rome"
en de kranten zweepten ons anders toch
zo nuchtere Nederland dusdanig op,
dat er naar Milaan een supporters
legioen meetrok, dat nog steeds een on
genaakbaar wereldrecord voor een wed
strijd op tweeduizend kilometer buiten
de landgrenzen heeft gevestigd.
Met extra treinen werden er 2800 Ne
derlanders naar Milaan vervoerd, waar
van de helft door bemiddeling van de
Nederlandse Reis-Vereniging. Met ge
wone treinen kwamen er vele honder
den, de KNAC organiseerde een auto
tocht met honderd deelnemers, er reden
talloze autobussen, die vijf dagen over
de reis deden en er waren zelfs enthou
siasten, die per fiets naar Milaan togen,
daarbij onderweg aan de kost komend
door prentbriefkaarten te verkopen
(het liften was in 1934 nog niet uitge
vonden). Alles tezamen waren er vijf
duizend Nederlanders door Belgie,
Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland
naar Italië getogen en ze waren als sup
porterslegioen heel behoorlijk opgewas
sen tegen de zevenduizend Zwitsers,
die uit hun land slechts enkele uren
te reizen hadden om onze tegenpartij
aan te vuren.
gekomen), een Nederlandse kapper
(vijftien liefhebbers) en een Neder
lands-Italiaanse tolk (twaalf aanbiedin
gen, waarbij een van een meisje, dat
schreef „dat het toch zeker niet hin
derde")
Toen het hele teleurgestelde suppor-
tersleger het San Siro-stadion, waar
heden ten dage Wilkes' club Interna-
zionale zijn competitiewedstrijden
speelt, verlaten had en we op de pers
tribune ons verslag naar Nederland
telefoneerden, hadden we het uitzicht
op duizenden weggegooide rood-wit-
blauwe vlaggetjes, waarmee de Neder
landse kolonie zo fier gezwaaid had tij
dens de wedstrijd.
Hoeveel indruk die Nederlandse in
vasie op de bevolking van deze Itali
aanse stad gemaakt had, merkten we
nog een jaar later, toen een schoenpoet
ser in Milaan, vernemend dat we Hol
landers weren, met 'n trotse glimlacht
al zijn kennis der Nederlandse taal
luchtte in de zin: „waganaroma". We
hadden werkelijk niet direct in de ga
ten dat hij daarmee herinnerde aan wij
len ons succeslied: „We gaan naar
Rome", het was voor hem een erge te
leurstelling.
Zelfs de beste midvoor. die Neder
land ooit bezat, Bep Bakhuys,
slaagde er niet in om Nederland
in de volgende ronde te brengen.
Hier ziet men hem in actie tus
sen de beide Zwitserse backs, die
hem de weg naar doelman Sèche-
haye versperren.
Nieuwe cursus Engels door
de BBC
Onder de titel „Listen and
speak" zal de BBC Zondag een nieu-
wec ursus Engels voor Nederlandse
luiteraars beginnen. Deze cursus is
speciaal bestemd voro hen, die naar
een der landen van het Britse Ge-
menebst willen emigreren.
door
M. J Adriani Engels
Klinkende namen
IN dat voorjaar beschikte Nederland
over de productiefste voorhoede, wel
ke we ooit gehad hadden: Wels, Vente,
Bakhuys, Smit en Mijnders, waarvan
laatstgenoemde in Milaan door Van
Nellen vervangen moest worden. Er
achter stonden Pellikaan, Andriessen en
Van Heel, terwijl in de wedstrijd tegen
de Zwitsers het achtertrio gevormd
werd door Weber, Van Run en Van der
Meulen. Klinkende namen uit onze
voetbalhistorie.
Teneinde uit de voorronden een
plaats te veroveren in het eigenlijke
wereldkampioenstournooi had Neder
land reeds in de maand April in top
vorm moeten zijn om Ierland en Belgie
te kloppen. Jat was onze grote handi
cap, want we moesten daarna «en
maand wachten en iedere insider weet
dat het nog veel moeilijker is om een
sportman gedurende enige weken in
topvorm te houden dan om hem in
vorm te brengen.
De KNVB beging de fout dat bleek
pas achteraf! om het elftal een week
in een hotel aan het Comomeer te hou
den als mentale voorbereiding op het
tournooi. De wekenlange spanning
bleek op de duur te veel voor onze
spelers, die een zeer menselijke reactie
op de zenuwslopende periode kregen en
tegen de Zwitsers veel en veel zwakker
speelden dan in de voorgaande wed
strijden. Door een kopbal van de be
roemde Zwitser Abegglen kwamen we
met 3-1 achter te staan. Toen Vente er
twintig minuten vóór het einde 32
van gemaakt had, hoopte ieder der vijf
duizend Nederlanders op nog even een
„Hollands kwartiertje", maar de score
bleef onveranderd, met 32 waren we
uitgeschakeld in een wedstrijd, waarin
drie der vijf doelpunten uit kopballen
ontstonden.
Straten uitgestorven
UET was die Zondagmiddag verbazend
stil op straat in ons land, hoewel het
prachtig voorjaarsweer was. Jong en
oud zat aan zijn radiotoestel te luiste
ren naar Han Hollander en een auto
mobilist, die van Rotterdam naar Am
sterdam gereden was, vertelde ons de
indruk te hebben gekregen in een uit
gestorven land te zijn terechtgekomen
De nederlaag maakte een radicaal
einde aan deze voetbalwaanzin, waarin
de KNVB aan het Comomeer een eigen
hotel had afgehuurd voor de Neder
landse kolonie van negen en twintig
pesonen, w.o. een Nederlandse kok (er
waren tachtig sollicitaties voor binnen-
Ons ko
M
tverhaal
een schlrpe bocht de straat indraaiend, verliet Sierk Derksema de garage
van de t itoverhuurder. Terwijl hij door de bijna verlaten straten van de
stad snorde, onstateerde hij tevreden, dat zijn oude zekerheid achter het stuur
nog niet ver tr'én was gegaan. Hij gaf vol gas, toen hij de laatste huizen achter
zich liet en '.'brede rijksweg zich als een grauw lint voor hem uitstrekte. Bijna
een kwartiet 'later piepten de remmen en stond de auto stil, de motorkap in het
struikgewas gedoken. Sierk doofde de lichten en verliet de wagen. Tastend
zocht hij la gs krakende takken zijn weg, tot hij de donkere schim van het
landhuisje k m zien. Op de eerste verdieping brandde licht en hij zag dit met
voldoening 'oorzichting stak hij nu de tuin over, tot hij aan de achterzijde van
het huis, vh k onder het verlichte venster stond. Hier mat hij de afstand van
de grónd to het balcon en begon zich toen langs de uitstekende punten om
hoog te wei ten.
JTEN donk^ïe man van middelbare
leeftijd i|t in de balconkamer aan
zijn bureau en liet met grote snelheid
zijn vingers lover de toetsen van een
schrijfmachi
diept in zij i werk, dat het hem ont
ging, dat ai
werd geopeijd.
iter hem de kamerdeur
gaan. Hij was zo ver-
inga!"
draaide de aangespro-
en keek in het grimmige
sierk- Derksema. Er was
doodse stilte. Bleek liet
blik langs de magere
iej indringer gaan, die
Revolver voor zich uit-
Alle mensen
in de gevangenis
ze
was
Het Nederlands elftal tijdens zijn verblijf in Comoi Op onze foto onder
scheidt men van links naar rechts: Wim Andriessen ft), Wels, trainer
Bob Glendenning ft), Bep Bakhuys, Sjef van Run en Pellikaan.
„Otto Hut
Verschrikt
kene zich or
gelaat van
een moment
Huttinga zi; i
figuur van
dreigend ei
stak.
„Derkse:
zeiden, dal
overleden
„Spijtig #or je, dat het niet zo is.
,.Er lag een sarcastisch lachje om de
mond van&Sgrk". Toch attent, dat je
me nog h^keht. Ik dacht zeker, dat
die vijftieii jaar cel me wel wat ver
anderd zouden, hebben."
Huttinga wqes op de revolver. Even
slikte hij iétf-'.weg, toen zei hij. „Je
schijnt hier tijet met de beste bedoe
lingen te koftien Derksema."
Sierk kneep zijn ogen tot kleine
spleetjes. ,Goed geraden makker. Ik
kom mij evëji 'genoegdoening verschaf
fen. Vijftiénf war geleden stonden we
op gelijketV#<fiz.Jij was echter net even
linker danzit ën dank zij jouw han
dige getuiffégft draaide ik de bak in.
Herinner je je nog Otto?! Je kreeg
vrij spel Dip te bereiken wat je nu
bent: een g$gcht man met een behoor
lijk bestaan."
„Je vergiet je, dat was niet door
mijn getuigenis Derksema. Ik had je
er juist uit'willen halen
„Ja, je had het kunnen doen, maar
je.deed het niet! Maar de tijd is nu
gekomen om af te rekenen. Ik heb een
pracht idee fiOtto. Weet je nog wel
vroeger op school? Je was altijd zo
bang voor wqter en ging nooit mee
zwemmen. Dif watervrees ga ik nu
benutten O&o.
„Derksemai'. laat het me uitleggen.
Ik...."
„Zwijg, ik heb geen behoefte aan je
uitvluchten.Dang genoeg had ik de
tijd om er oHrer na te denken. Hier!"
De knokige" v^ust schoot plotseling uit
en raakte cteA kaak van Huttinga snel
en hard. Als,een blok zakte hij ineen.
Zwijgend keek Sierk naar de uit
werking van' zijn slag. Toen de ander
bewegingloos -bleef liggen trok hij de
shawl van zijn hals en bond die voor
Huttinga'9«1nt(£>nd. Daarna haalde hij
een eind touw" te voorschijn en knoopte
de handeri*(9p>,de rug.
Even sta^dj.Juj nu stil en luisterde
Nee, alles ijwas rustig. Het personeel
had een vrije'avond en wie moest hier
verder op tfit afgelegen punt komen9
Hij liep naar het bureau, draaide het
vel papier van Huttinga uit de schrijf
machine en deed er toen een blanco
vel in. Toen begon hij voorzichtig te
tikken.
Na een zjinuut of tien was hij klaar
en stopte -tót getypte ergens tussen de
(Van onze correspondent te New-York).
J7STHER PINKERTONHARRIS, een gewezen schoonheidskoningin van
Kentucky uit het jaar 1938, die na de behaalde overwinning niet de weg
insloeg gebruikelijk voor alom benijde en van fantastische toekomstplannen
vervulde lotgenoten, maar een succesvol journaliste en radiomedewerkster
werd, heeft het sociologisch zo interessante phenomeen der schoonheidswed
strijden onder de loupe genomen en een uitgebreid onderzoek ingesteld naar
het verdere leven van de vele schoonheidskoninginnen, die de laatste 25 jaar
gekozen werden. De eerste schoonheidswedstrijden werden in de Verenigde
Staten in de jaren 1925 en 1926 gehouden. Zij namen nadien snel in aantal
toe. Al heeft het publiek inmiddels wel enigszins genoeg gekregen van deze
wedstrijden, toch hebben ze zich ln het openbare leven nog steeds gehand
haafd. Het resultaat van het onderzoek van Esther PinkertonHarris geeft
ons wel een idee van de redenen hiervoor: de schoonheidswedstrijden schijnen
vooral een huwelijksbemiddeling ln grote stijl te zijn.
UET aantal der in de V.S. sinds 1926
gekozen „koninginnen" bedraagt
volgens de mededelingen van deze des-
kut digen niet minder dan 900.000, waar
bij de enquête beperkt werd tot steden
met meer dan 5.000 inwoners en vereni
gingen of organisaties met meer dan
5 000 leden Dit is dus bijna een mil-
lioen jonge meisjes, die plotseling uit
het duister van een onbekend, veelal
bescheiden leven in het felle licht der
schijnwerpers traden en met vleierijen
en beloften overladen werden, geschen
en ontvingen, huwelijksaanzoeken kre
gen en zich opeens in een andere
sprookjesachtige wereld verplaatst
waanden.
Ieder jaar hebben 3.000 meisjes, in
het geheel dus ongeveer 75.000 de weg
iedere schoonheidswedstrijd als premie
uitgeloofd werd. Daar werden proef-
opnamen van hen gemaakt, waarbij
bleek, dat 95 pet direct als ongeschikt
afgewezen werd. De anderen 150
per jaar kregen de vrijblijvende raad
in Hollywood te blijven, haar kans waar
te nemen en op een aanbod te wachten:
„Volhouden! Je kunt nooit weten". Veel
talrijker zijn de „koninginnen" die men
niet eens deze vage vooruitzichten be
loofde en die op de duur zo bescheiden
werden, dat ze met een baantje als
ouvreuse, ijsverkoopster of in het al
lergunstigste geval zo nu en dan als
figurante tevreden waren. Dit lot on
dergingen ieder jaar 500 a 1000 meisjes.
43 sterren
VAN de 100 schoonheidskoninginnen,
die het niet waagden haar geluk
in Hollywood te beproeven, gingen er
92 naar de foneel- of dansscholen en
trachten darbij een of ander klein to
neelgezelschap, bij de radio of de tele
visie een baantje te bemachtigen. Als
werkelijke sterren film, toneel, radio
en televisie >bij elkaar gerekend zijn
in deze kwfert1 eeuw slechts 43 schoon
heidskoninginnen bekend geworden.
Maar wat is er met de andere 899.953
gebeurd?
Slechts een zeer gering percentage
van de jonge meisjes was zo verstandig
met beide ben.en op de aarde te blijven
staan en hmr oorspronkelijke beroep
verder uit teicefenen, waarbij meestal
een man in^St spel was, die niets wilde
weten van een twijfelachtige kunstcar
rière van zijp verloofde. Ongeveer
5 pet. ko2^rt. met vrouwelijke instinct
de juiste weg tussen illusie en werke
lijkheid.
45 van de 100 schoonheidskoninginnen
deden echter een zogenaamde „goede
partij", als ze handig genoeg waren om
het jaar van haar zegepraal goed te
benutten. Velfsn konden door haar hu
welijk een belangrijk hoger sociaal mi
lieu bereikèn, enkelen verschalkten
zelfs enige dollarmillionairs. Esther
Pinkerton-Harris verzekert, dat volgens
de door haar geconstateerde feiten prin
sen van den'bloede, geleerden, industrie
magnaten, riperoemde toneelspelers, ja
zelfs drie geestelijken van de Methodis
tische kerk hun levenskameraden bij
een schoonheids wedstrijd vonden en
van deze keuze geen spijt gehad heb
ben. In ieder geval moeten de berichten
over het ^tragische lot van vroegere
schoonneidskoninginnen, die men wel
eens in Amerikaanse kranten leest, op
overdrijvingij| berusten, want het per
centage mislukte levens is onder deze
door de nattfjr mild bedeelde vrouwen
niet'hoger dan bij gewone stervelingen.
paperassen van Huttinga. Het blad pa
pier, waaraan Huttinga had gewerkt,
frommelde hij in elkaar en stopte het
in zijn zak. Vervolgens sleepte hij het
lichaam uit de kamer naar het balcon.
Met veel moeite gelukte het hem
Huttinga op de begane grond te krij
gen en zwaar gebogen onder zijn last
droeg hij hem naar de auto. Na ge
controleerd te hebben, of de ander nog
leefde, startte hij en reed weg.
Na verschillende kronkelige wegen
te hebben gevolgd, stopte hij voor een
hoge stenen brug. Hij had onder het
rijden reeds bemerkt, dat zijn gevan
gene was bijgekomen en zonder par
don porde hij hem nu de auto uit.
Toen volgde hij, de brug op. Beneden
kabbelde rustig het water.
,„Nü Otto, hier ga ik afscheid van je
nemen. Als de politie je hier na een
paar dagen vindt, ben je per ongeluk
verdronken. Tussen je paperassen in
je werkkamer ligt nu een verklaring,
dat je vijftien jaar geleden meineed
pleegde. Mocht je nog eens zin krij
gen om bij me te komen spoken, dan
woon ik Oudeweg zeventien in Ooster-
berg. Adieu!" Vlug sneed hij het touw
om de polsen van Huttinga weg en
rukte de shawl los. Toen stootte hij
hem voorover de brug af. Hij hoorde
de gil, die gesmoord werd door de
plons in het water en liep naar de
auto terug. Geen twee minuten later
verdween het rode achterlicht in de
verte
1"EGEN middernacht was Sierk thuis
gekomen en dacht op zijn kamer
nog eens over het gebeurde van de
afgelopen avond na. Eigenaardig, dat
hii op dit moment nu zo lang had ge
wacht. Nu was het gebeurd en
Er werd op de deur geklopt. Enigs
zins geschrokken liep hij er heen.
Was de kostbaas nog op? Of had hij
zo zitten piekeren, dat hij geen bel
had gehoord?
„Grote genade!" Ontzet deinsde hij
achteruit. Drie politiemannen stonden
in de deuropening, met getrokken
revolvers. Hier baatte geen verzet
De politie-auto bracht hem snel
naar de naburige stad. Op het bureau
ontmoette hijOtto Huttinga. Zag
hij spoken? Nee, 't was de bittere
waarheid.
„Het was handig bedacht Derkse
ma," zei deze, „je had alleen een ding
moeten weten. Onder die brug stond
maar een meter water
JAN BRU5SE
li
M. J. Brugse, de vader van Jan, kwam
als reporter van de N.R.Ct. voor de ru
briek „Onder de mensen" in contact
met allerlei groepen onzer samenleving,
die interessant genoeg waren om ze te
beschrijven, al zaten ze dan ook vaak
aan de zelfkant van het leven. .De zoon
Jan is eveneens een zwerver, die op
zijn ontdekkingstochten naar alles
zoekt wat anderen kan interesseren.
Maar hij heeft als correspondent in Pa
rijs van dag- en weekbladen een afge
bakend terrein, al is dat dan ook het
grote frankrijk waarvan het natuur
schoon, het klimaat, het volk en de om
standigheden in allerlei gebiedsdelen
zozeer verschillen, dat men zich moei
lijk kan voorstellen, dat dit alles onder
de driekleur van hetzeHde land ressor
teert.
Parijs zelf, de interessantste en meest
romantische stad ter wereld, is natuur
lijk het centrum van het terrein van
deze nieuwsjager. Hij is er na een vijf
jarige verkenning met veel markante
bijzonderheden vertrouwd geraakt en
hij beschrijft ze zoals ze niet in Baede
ker staan. Hij vertelt in dit onderhou
dende boekje van de dingen des dage-
Iijksen levens, hoe men er woont, eet
en slaapt, hoe men er vrienden krijgt
en wat er onder „'s lands wijs, 's lands
eer" moet worden verstaan.
Hij verhaalt niet alleen van de be
zienswaardigheden die alle vreemdelin
gen bekeken hebben, maar vooral van
wat er daarnaast en soms nog in veel
sterkere mate het bezoeken, het be
kijken en het ondervinden waard is.
Hij praat met mensen uit alle kringen
der samenleving en drinkt met hen de
Franse wijnen. Hij zit in de typische
Parijse kroegjes en tekent intussen, ge
moedelijk vertellend, de karakters van
het volk van la douce France, dat hij
heeft lief gekregen. Soms neemt hij de
lezers mee naar buiten, naar het Zuiden
waar de zee altijd blauw is, naar typi
sche landelijke dorpjes en stadjes in de
Landes of in Normandië, naar een ge
hucht vol leegstaande huizen of een
zonnig eiland waar kleren overdadige
weelde zijn. En soms gaat hij op be
zoek bij beroemdheden als Picasso of
Sarte en speurt in het tot museum
verbouwde huis van een in armoe ge
storven litterator als Balzac. Hij vertelt
er over in Nederlandse bladen of
houdt er een causerietje over voor de
radio en het is alles zo prettig, zo
luchtig, zo bruisend als Franse cham
pagne, dat het een plezier is ervan te
lezen en er naar te luisteren.
Wie van Parijs meer vil weten dan
men in een korte vacantie of vanuit
de ramen van een autocar zien kan,
kope en leze dit met toepasselijke illus
traties versierde boekske. Ad.
£jE MAKER van de bekende Neder
landse speelfilm „Op hoop van ze
gen" naar gegevens van het boek van
Herman Heijermans, de heer A. Benno,
heeft het plan opgevat weer een grote
Nederlandse speelfilm te vervaardigen.
Hij heeft daartoe de rechten gekocht
van het reeds uitgezonden hoorspel „De
uitvinding van Max Vrede". Dit spel zal
worden verwerkt in een draaiboek voor
de film, die tot titel zal hebben „Drie
van de pers". Het plan voor deze ver
filming bevindt zich nog in een voor
bereidend stadium. Verwacht wordt,
dat over enige maanden nadere mede
delingen over deze filmproductie kun
nen worden gedaan.
De filmwereld in Oostenrijk blijft
ook steeds actief. De film „Verklun-
genes Wien" is vrijwel gereed. Deze
rolprent, die in 1912 speelt, bevat nieu
we liederen van de Oostenrijkse com
ponist Ralph Benatzky en bekende
Weense liedjes als „Mein Mutterl war
eine Wienerin" en „Ich muss wieder
einmal in Grinzing sein". Deze maand
zijn de opnamen begonnen van de film
„Maria Theresia", waarin Paula Wes-
sely de rol van keizerin speelt. Zij zal
daarna optreden in een detective-film
„Mein Geliebter der Mörder", waarin
de hoofdrol wordt vertolkt door Attila
Hörbiger.
Onder regie van Hubert Marischka
DE
ERE
STADSOMROEPER
HERSTELD.
Dit baantje, dat sinds 1S70 afge
schaft was, wed tijdens omroep-
demonstraties te Battersea (Enge
land) voor speciale gevallen weer
in ere hersteld.
PAULA WESSELK
.keizerin.
is men begonnen met de verfilming van
Leo Falls' operette „Der fidele Bauer".
In de hoofdrol speelt Paul Hörbiger.
Onder regie van Alfred Stöger wordt
de operette van Robert Stolz (de man
van „In eine kleine Konditorei") „Tanz
ins Gulck" verfilmd. Deze film wordt
in kleuren opgenomen. Eveneens in
kleuren worden thans opnamen ge
maakt van een film over de „Wiener
Sangerknaben", die voorlopig tot titel
draagt „Frühlingsstimme".
Oostenrijk zal tijdens de filmweken
te Berlijn uitkomen met de Johan
Strauss film „Wenen danst" met Marte
Harell en Adolf Wohlbruck.
„Drie van de pers"
Oostenrijk filmt Expo
sities in de hoofdstad
JN DE Moderne Boekhandel in de
Leidsestraat te Amsterdam wordt een
interessante fototentoonstelling gehou
den onder het motto „Mens en Machi
ne" In het Rijksmuseum kan men nog
steeds de indrukwekkende tentoonstel
ling schilderijen .Franse Landschaps
kunst" gaan zien. Vandaag herdenkt
de bekende Haagse musicus Thomas
Kneifer de dag, waarop hij voor zestig
jaar zijn loopbaan als musicus begon.
Hij behoorde tot de oprichters van het
strijkorkest „Euterpe", was contrebas-
sist in het Residentieorkest en leraar
voor contrrba- aan het Koninklijk Con
servatorium.