i Voetbaiwaanzin steeg ten top CULTUREEL NIEUWS De schoonheidswedstrijden huwelijksbemiddeling op vof|nen een groië schaal „Na vijftien jaar 27 Mei 1934: We gaan naar Rome'.... Vijfduizend supporters keerden teleur gesteld uit Milaan terug Uit de dagen van Han Hollander iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniHiinniuiiiiuininiiiiiiiiiiniiHiiiHiiiijiniiiiiinninim Van 900.000 „koninginnen" werden er drie en veertig ster Vierhonderdduizend w" deden „goede partij Het nieuwe boek Pa ris vous parle" J dess. 08 m. 35-42 ALLERCHARMANTST ZOMERSCHOENTJE licht maar van Dekje aan- de hij :1a- jke te aan- weer De rdan, it grote 7.p ke- lan :ht iet II. let 71 ak lt- og la- P ee .VONDAG 27 MEI" stond er in onze zakagenda, toen we daarin iets wilden noteren voor deze laatste Zondag van de maand Mei. Dat herinnerde! on» onweerstaanbaar aan een andere Zondag 27 Mei, waarop we temidden van vijfduizend Nederlandse voetballiefhebbers in Milaan zaten bi} de be- faamdste wedstrijd, welke het Nederlands elftal ooit buiten onze landsgren zen heeft gespeeld: NederlandZwitserland op 27 Mei 1984 voor de eerste ronde van het wereldkampioenschap voetbal. Zeventien jaar ls dat thans geleden, maar nog steeds leeft die topperiode van ons voetbal voort ln de herinnering der voetballiefhebbers boven de dertig jaar. Het was de tijd, waarin de radio telkenmale ons nieuwe volkslied „We gaan naar Rome" door de aether liet schallen als een soort tussenvorm tussen het plechtige Wil helmus en het in 1920 door Be Quick uit Maastricht naar Groningen meege voerde „Laat de klok maar luiden". We gingen naar Rome om wereldkam pioen te worden tenminste dat meenden diverse optimisten doch we strandden reeds in Milaan, waar Zwitserland ons met 32 uit het tournool wierp, zodat er ten slotte een finale ItaliëTsjeeho-SIowakije in het stadion van Rome kwam, terwijl de oranjevoetballers en hun supporters al lang weer In efgen land waren teruggekeerd. Ja, die supporters, die waren in de periode tussen 11 Maart en 27 Mei 1934 door het dolle heen. Op eerstgenoemde datum wonnen wij met 93 van ue Belgen, waarbij de doelpuntenlawine de kreet „tien, tien" deed opgaan, op 8 April volgde die andere historische wedstrijd tegen de Ierse beroepsvoet ballers (5—2) nadat we halverwege de tweede helft nog met 12 hadden ach tergestaan) en dat bracht Nederland dichterbij een toestand van voetbal waanzin dan het ooit geweest is. De radio met zijn voetbalreportages en zijn schlager „We gaan naar Rome" en de kranten zweepten ons anders toch zo nuchtere Nederland dusdanig op, dat er naar Milaan een supporters legioen meetrok, dat nog steeds een on genaakbaar wereldrecord voor een wed strijd op tweeduizend kilometer buiten de landgrenzen heeft gevestigd. Met extra treinen werden er 2800 Ne derlanders naar Milaan vervoerd, waar van de helft door bemiddeling van de Nederlandse Reis-Vereniging. Met ge wone treinen kwamen er vele honder den, de KNAC organiseerde een auto tocht met honderd deelnemers, er reden talloze autobussen, die vijf dagen over de reis deden en er waren zelfs enthou siasten, die per fiets naar Milaan togen, daarbij onderweg aan de kost komend door prentbriefkaarten te verkopen (het liften was in 1934 nog niet uitge vonden). Alles tezamen waren er vijf duizend Nederlanders door Belgie, Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland naar Italië getogen en ze waren als sup porterslegioen heel behoorlijk opgewas sen tegen de zevenduizend Zwitsers, die uit hun land slechts enkele uren te reizen hadden om onze tegenpartij aan te vuren. gekomen), een Nederlandse kapper (vijftien liefhebbers) en een Neder lands-Italiaanse tolk (twaalf aanbiedin gen, waarbij een van een meisje, dat schreef „dat het toch zeker niet hin derde") Toen het hele teleurgestelde suppor- tersleger het San Siro-stadion, waar heden ten dage Wilkes' club Interna- zionale zijn competitiewedstrijden speelt, verlaten had en we op de pers tribune ons verslag naar Nederland telefoneerden, hadden we het uitzicht op duizenden weggegooide rood-wit- blauwe vlaggetjes, waarmee de Neder landse kolonie zo fier gezwaaid had tij dens de wedstrijd. Hoeveel indruk die Nederlandse in vasie op de bevolking van deze Itali aanse stad gemaakt had, merkten we nog een jaar later, toen een schoenpoet ser in Milaan, vernemend dat we Hol landers weren, met 'n trotse glimlacht al zijn kennis der Nederlandse taal luchtte in de zin: „waganaroma". We hadden werkelijk niet direct in de ga ten dat hij daarmee herinnerde aan wij len ons succeslied: „We gaan naar Rome", het was voor hem een erge te leurstelling. Zelfs de beste midvoor. die Neder land ooit bezat, Bep Bakhuys, slaagde er niet in om Nederland in de volgende ronde te brengen. Hier ziet men hem in actie tus sen de beide Zwitserse backs, die hem de weg naar doelman Sèche- haye versperren. Nieuwe cursus Engels door de BBC Onder de titel „Listen and speak" zal de BBC Zondag een nieu- wec ursus Engels voor Nederlandse luiteraars beginnen. Deze cursus is speciaal bestemd voro hen, die naar een der landen van het Britse Ge- menebst willen emigreren. door M. J Adriani Engels Klinkende namen IN dat voorjaar beschikte Nederland over de productiefste voorhoede, wel ke we ooit gehad hadden: Wels, Vente, Bakhuys, Smit en Mijnders, waarvan laatstgenoemde in Milaan door Van Nellen vervangen moest worden. Er achter stonden Pellikaan, Andriessen en Van Heel, terwijl in de wedstrijd tegen de Zwitsers het achtertrio gevormd werd door Weber, Van Run en Van der Meulen. Klinkende namen uit onze voetbalhistorie. Teneinde uit de voorronden een plaats te veroveren in het eigenlijke wereldkampioenstournooi had Neder land reeds in de maand April in top vorm moeten zijn om Ierland en Belgie te kloppen. Jat was onze grote handi cap, want we moesten daarna «en maand wachten en iedere insider weet dat het nog veel moeilijker is om een sportman gedurende enige weken in topvorm te houden dan om hem in vorm te brengen. De KNVB beging de fout dat bleek pas achteraf! om het elftal een week in een hotel aan het Comomeer te hou den als mentale voorbereiding op het tournooi. De wekenlange spanning bleek op de duur te veel voor onze spelers, die een zeer menselijke reactie op de zenuwslopende periode kregen en tegen de Zwitsers veel en veel zwakker speelden dan in de voorgaande wed strijden. Door een kopbal van de be roemde Zwitser Abegglen kwamen we met 3-1 achter te staan. Toen Vente er twintig minuten vóór het einde 32 van gemaakt had, hoopte ieder der vijf duizend Nederlanders op nog even een „Hollands kwartiertje", maar de score bleef onveranderd, met 32 waren we uitgeschakeld in een wedstrijd, waarin drie der vijf doelpunten uit kopballen ontstonden. Straten uitgestorven UET was die Zondagmiddag verbazend stil op straat in ons land, hoewel het prachtig voorjaarsweer was. Jong en oud zat aan zijn radiotoestel te luiste ren naar Han Hollander en een auto mobilist, die van Rotterdam naar Am sterdam gereden was, vertelde ons de indruk te hebben gekregen in een uit gestorven land te zijn terechtgekomen De nederlaag maakte een radicaal einde aan deze voetbalwaanzin, waarin de KNVB aan het Comomeer een eigen hotel had afgehuurd voor de Neder landse kolonie van negen en twintig pesonen, w.o. een Nederlandse kok (er waren tachtig sollicitaties voor binnen- Ons ko M tverhaal een schlrpe bocht de straat indraaiend, verliet Sierk Derksema de garage van de t itoverhuurder. Terwijl hij door de bijna verlaten straten van de stad snorde, onstateerde hij tevreden, dat zijn oude zekerheid achter het stuur nog niet ver tr'én was gegaan. Hij gaf vol gas, toen hij de laatste huizen achter zich liet en '.'brede rijksweg zich als een grauw lint voor hem uitstrekte. Bijna een kwartiet 'later piepten de remmen en stond de auto stil, de motorkap in het struikgewas gedoken. Sierk doofde de lichten en verliet de wagen. Tastend zocht hij la gs krakende takken zijn weg, tot hij de donkere schim van het landhuisje k m zien. Op de eerste verdieping brandde licht en hij zag dit met voldoening 'oorzichting stak hij nu de tuin over, tot hij aan de achterzijde van het huis, vh k onder het verlichte venster stond. Hier mat hij de afstand van de grónd to het balcon en begon zich toen langs de uitstekende punten om hoog te wei ten. JTEN donk^ïe man van middelbare leeftijd i|t in de balconkamer aan zijn bureau en liet met grote snelheid zijn vingers lover de toetsen van een schrijfmachi diept in zij i werk, dat het hem ont ging, dat ai werd geopeijd. iter hem de kamerdeur gaan. Hij was zo ver- inga!" draaide de aangespro- en keek in het grimmige sierk- Derksema. Er was doodse stilte. Bleek liet blik langs de magere iej indringer gaan, die Revolver voor zich uit- Alle mensen in de gevangenis ze was Het Nederlands elftal tijdens zijn verblijf in Comoi Op onze foto onder scheidt men van links naar rechts: Wim Andriessen ft), Wels, trainer Bob Glendenning ft), Bep Bakhuys, Sjef van Run en Pellikaan. „Otto Hut Verschrikt kene zich or gelaat van een moment Huttinga zi; i figuur van dreigend ei stak. „Derkse: zeiden, dal overleden „Spijtig #or je, dat het niet zo is. ,.Er lag een sarcastisch lachje om de mond van&Sgrk". Toch attent, dat je me nog h^keht. Ik dacht zeker, dat die vijftieii jaar cel me wel wat ver anderd zouden, hebben." Huttinga wqes op de revolver. Even slikte hij iétf-'.weg, toen zei hij. „Je schijnt hier tijet met de beste bedoe lingen te koftien Derksema." Sierk kneep zijn ogen tot kleine spleetjes. ,Goed geraden makker. Ik kom mij evëji 'genoegdoening verschaf fen. Vijftiénf war geleden stonden we op gelijketV#<fiz.Jij was echter net even linker danzit ën dank zij jouw han dige getuiffégft draaide ik de bak in. Herinner je je nog Otto?! Je kreeg vrij spel Dip te bereiken wat je nu bent: een g$gcht man met een behoor lijk bestaan." „Je vergiet je, dat was niet door mijn getuigenis Derksema. Ik had je er juist uit'willen halen „Ja, je had het kunnen doen, maar je.deed het niet! Maar de tijd is nu gekomen om af te rekenen. Ik heb een pracht idee fiOtto. Weet je nog wel vroeger op school? Je was altijd zo bang voor wqter en ging nooit mee zwemmen. Dif watervrees ga ik nu benutten O&o. „Derksemai'. laat het me uitleggen. Ik...." „Zwijg, ik heb geen behoefte aan je uitvluchten.Dang genoeg had ik de tijd om er oHrer na te denken. Hier!" De knokige" v^ust schoot plotseling uit en raakte cteA kaak van Huttinga snel en hard. Als,een blok zakte hij ineen. Zwijgend keek Sierk naar de uit werking van' zijn slag. Toen de ander bewegingloos -bleef liggen trok hij de shawl van zijn hals en bond die voor Huttinga'9«1nt(£>nd. Daarna haalde hij een eind touw" te voorschijn en knoopte de handeri*(9p>,de rug. Even sta^dj.Juj nu stil en luisterde Nee, alles ijwas rustig. Het personeel had een vrije'avond en wie moest hier verder op tfit afgelegen punt komen9 Hij liep naar het bureau, draaide het vel papier van Huttinga uit de schrijf machine en deed er toen een blanco vel in. Toen begon hij voorzichtig te tikken. Na een zjinuut of tien was hij klaar en stopte -tót getypte ergens tussen de (Van onze correspondent te New-York). J7STHER PINKERTONHARRIS, een gewezen schoonheidskoningin van Kentucky uit het jaar 1938, die na de behaalde overwinning niet de weg insloeg gebruikelijk voor alom benijde en van fantastische toekomstplannen vervulde lotgenoten, maar een succesvol journaliste en radiomedewerkster werd, heeft het sociologisch zo interessante phenomeen der schoonheidswed strijden onder de loupe genomen en een uitgebreid onderzoek ingesteld naar het verdere leven van de vele schoonheidskoninginnen, die de laatste 25 jaar gekozen werden. De eerste schoonheidswedstrijden werden in de Verenigde Staten in de jaren 1925 en 1926 gehouden. Zij namen nadien snel in aantal toe. Al heeft het publiek inmiddels wel enigszins genoeg gekregen van deze wedstrijden, toch hebben ze zich ln het openbare leven nog steeds gehand haafd. Het resultaat van het onderzoek van Esther PinkertonHarris geeft ons wel een idee van de redenen hiervoor: de schoonheidswedstrijden schijnen vooral een huwelijksbemiddeling ln grote stijl te zijn. UET aantal der in de V.S. sinds 1926 gekozen „koninginnen" bedraagt volgens de mededelingen van deze des- kut digen niet minder dan 900.000, waar bij de enquête beperkt werd tot steden met meer dan 5.000 inwoners en vereni gingen of organisaties met meer dan 5 000 leden Dit is dus bijna een mil- lioen jonge meisjes, die plotseling uit het duister van een onbekend, veelal bescheiden leven in het felle licht der schijnwerpers traden en met vleierijen en beloften overladen werden, geschen en ontvingen, huwelijksaanzoeken kre gen en zich opeens in een andere sprookjesachtige wereld verplaatst waanden. Ieder jaar hebben 3.000 meisjes, in het geheel dus ongeveer 75.000 de weg iedere schoonheidswedstrijd als premie uitgeloofd werd. Daar werden proef- opnamen van hen gemaakt, waarbij bleek, dat 95 pet direct als ongeschikt afgewezen werd. De anderen 150 per jaar kregen de vrijblijvende raad in Hollywood te blijven, haar kans waar te nemen en op een aanbod te wachten: „Volhouden! Je kunt nooit weten". Veel talrijker zijn de „koninginnen" die men niet eens deze vage vooruitzichten be loofde en die op de duur zo bescheiden werden, dat ze met een baantje als ouvreuse, ijsverkoopster of in het al lergunstigste geval zo nu en dan als figurante tevreden waren. Dit lot on dergingen ieder jaar 500 a 1000 meisjes. 43 sterren VAN de 100 schoonheidskoninginnen, die het niet waagden haar geluk in Hollywood te beproeven, gingen er 92 naar de foneel- of dansscholen en trachten darbij een of ander klein to neelgezelschap, bij de radio of de tele visie een baantje te bemachtigen. Als werkelijke sterren film, toneel, radio en televisie >bij elkaar gerekend zijn in deze kwfert1 eeuw slechts 43 schoon heidskoninginnen bekend geworden. Maar wat is er met de andere 899.953 gebeurd? Slechts een zeer gering percentage van de jonge meisjes was zo verstandig met beide ben.en op de aarde te blijven staan en hmr oorspronkelijke beroep verder uit teicefenen, waarbij meestal een man in^St spel was, die niets wilde weten van een twijfelachtige kunstcar rière van zijp verloofde. Ongeveer 5 pet. ko2^rt. met vrouwelijke instinct de juiste weg tussen illusie en werke lijkheid. 45 van de 100 schoonheidskoninginnen deden echter een zogenaamde „goede partij", als ze handig genoeg waren om het jaar van haar zegepraal goed te benutten. Velfsn konden door haar hu welijk een belangrijk hoger sociaal mi lieu bereikèn, enkelen verschalkten zelfs enige dollarmillionairs. Esther Pinkerton-Harris verzekert, dat volgens de door haar geconstateerde feiten prin sen van den'bloede, geleerden, industrie magnaten, riperoemde toneelspelers, ja zelfs drie geestelijken van de Methodis tische kerk hun levenskameraden bij een schoonheids wedstrijd vonden en van deze keuze geen spijt gehad heb ben. In ieder geval moeten de berichten over het ^tragische lot van vroegere schoonneidskoninginnen, die men wel eens in Amerikaanse kranten leest, op overdrijvingij| berusten, want het per centage mislukte levens is onder deze door de nattfjr mild bedeelde vrouwen niet'hoger dan bij gewone stervelingen. paperassen van Huttinga. Het blad pa pier, waaraan Huttinga had gewerkt, frommelde hij in elkaar en stopte het in zijn zak. Vervolgens sleepte hij het lichaam uit de kamer naar het balcon. Met veel moeite gelukte het hem Huttinga op de begane grond te krij gen en zwaar gebogen onder zijn last droeg hij hem naar de auto. Na ge controleerd te hebben, of de ander nog leefde, startte hij en reed weg. Na verschillende kronkelige wegen te hebben gevolgd, stopte hij voor een hoge stenen brug. Hij had onder het rijden reeds bemerkt, dat zijn gevan gene was bijgekomen en zonder par don porde hij hem nu de auto uit. Toen volgde hij, de brug op. Beneden kabbelde rustig het water. ,„Nü Otto, hier ga ik afscheid van je nemen. Als de politie je hier na een paar dagen vindt, ben je per ongeluk verdronken. Tussen je paperassen in je werkkamer ligt nu een verklaring, dat je vijftien jaar geleden meineed pleegde. Mocht je nog eens zin krij gen om bij me te komen spoken, dan woon ik Oudeweg zeventien in Ooster- berg. Adieu!" Vlug sneed hij het touw om de polsen van Huttinga weg en rukte de shawl los. Toen stootte hij hem voorover de brug af. Hij hoorde de gil, die gesmoord werd door de plons in het water en liep naar de auto terug. Geen twee minuten later verdween het rode achterlicht in de verte 1"EGEN middernacht was Sierk thuis gekomen en dacht op zijn kamer nog eens over het gebeurde van de afgelopen avond na. Eigenaardig, dat hii op dit moment nu zo lang had ge wacht. Nu was het gebeurd en Er werd op de deur geklopt. Enigs zins geschrokken liep hij er heen. Was de kostbaas nog op? Of had hij zo zitten piekeren, dat hij geen bel had gehoord? „Grote genade!" Ontzet deinsde hij achteruit. Drie politiemannen stonden in de deuropening, met getrokken revolvers. Hier baatte geen verzet De politie-auto bracht hem snel naar de naburige stad. Op het bureau ontmoette hijOtto Huttinga. Zag hij spoken? Nee, 't was de bittere waarheid. „Het was handig bedacht Derkse ma," zei deze, „je had alleen een ding moeten weten. Onder die brug stond maar een meter water JAN BRU5SE li M. J. Brugse, de vader van Jan, kwam als reporter van de N.R.Ct. voor de ru briek „Onder de mensen" in contact met allerlei groepen onzer samenleving, die interessant genoeg waren om ze te beschrijven, al zaten ze dan ook vaak aan de zelfkant van het leven. .De zoon Jan is eveneens een zwerver, die op zijn ontdekkingstochten naar alles zoekt wat anderen kan interesseren. Maar hij heeft als correspondent in Pa rijs van dag- en weekbladen een afge bakend terrein, al is dat dan ook het grote frankrijk waarvan het natuur schoon, het klimaat, het volk en de om standigheden in allerlei gebiedsdelen zozeer verschillen, dat men zich moei lijk kan voorstellen, dat dit alles onder de driekleur van hetzeHde land ressor teert. Parijs zelf, de interessantste en meest romantische stad ter wereld, is natuur lijk het centrum van het terrein van deze nieuwsjager. Hij is er na een vijf jarige verkenning met veel markante bijzonderheden vertrouwd geraakt en hij beschrijft ze zoals ze niet in Baede ker staan. Hij vertelt in dit onderhou dende boekje van de dingen des dage- Iijksen levens, hoe men er woont, eet en slaapt, hoe men er vrienden krijgt en wat er onder „'s lands wijs, 's lands eer" moet worden verstaan. Hij verhaalt niet alleen van de be zienswaardigheden die alle vreemdelin gen bekeken hebben, maar vooral van wat er daarnaast en soms nog in veel sterkere mate het bezoeken, het be kijken en het ondervinden waard is. Hij praat met mensen uit alle kringen der samenleving en drinkt met hen de Franse wijnen. Hij zit in de typische Parijse kroegjes en tekent intussen, ge moedelijk vertellend, de karakters van het volk van la douce France, dat hij heeft lief gekregen. Soms neemt hij de lezers mee naar buiten, naar het Zuiden waar de zee altijd blauw is, naar typi sche landelijke dorpjes en stadjes in de Landes of in Normandië, naar een ge hucht vol leegstaande huizen of een zonnig eiland waar kleren overdadige weelde zijn. En soms gaat hij op be zoek bij beroemdheden als Picasso of Sarte en speurt in het tot museum verbouwde huis van een in armoe ge storven litterator als Balzac. Hij vertelt er over in Nederlandse bladen of houdt er een causerietje over voor de radio en het is alles zo prettig, zo luchtig, zo bruisend als Franse cham pagne, dat het een plezier is ervan te lezen en er naar te luisteren. Wie van Parijs meer vil weten dan men in een korte vacantie of vanuit de ramen van een autocar zien kan, kope en leze dit met toepasselijke illus traties versierde boekske. Ad. £jE MAKER van de bekende Neder landse speelfilm „Op hoop van ze gen" naar gegevens van het boek van Herman Heijermans, de heer A. Benno, heeft het plan opgevat weer een grote Nederlandse speelfilm te vervaardigen. Hij heeft daartoe de rechten gekocht van het reeds uitgezonden hoorspel „De uitvinding van Max Vrede". Dit spel zal worden verwerkt in een draaiboek voor de film, die tot titel zal hebben „Drie van de pers". Het plan voor deze ver filming bevindt zich nog in een voor bereidend stadium. Verwacht wordt, dat over enige maanden nadere mede delingen over deze filmproductie kun nen worden gedaan. De filmwereld in Oostenrijk blijft ook steeds actief. De film „Verklun- genes Wien" is vrijwel gereed. Deze rolprent, die in 1912 speelt, bevat nieu we liederen van de Oostenrijkse com ponist Ralph Benatzky en bekende Weense liedjes als „Mein Mutterl war eine Wienerin" en „Ich muss wieder einmal in Grinzing sein". Deze maand zijn de opnamen begonnen van de film „Maria Theresia", waarin Paula Wes- sely de rol van keizerin speelt. Zij zal daarna optreden in een detective-film „Mein Geliebter der Mörder", waarin de hoofdrol wordt vertolkt door Attila Hörbiger. Onder regie van Hubert Marischka DE ERE STADSOMROEPER HERSTELD. Dit baantje, dat sinds 1S70 afge schaft was, wed tijdens omroep- demonstraties te Battersea (Enge land) voor speciale gevallen weer in ere hersteld. PAULA WESSELK .keizerin. is men begonnen met de verfilming van Leo Falls' operette „Der fidele Bauer". In de hoofdrol speelt Paul Hörbiger. Onder regie van Alfred Stöger wordt de operette van Robert Stolz (de man van „In eine kleine Konditorei") „Tanz ins Gulck" verfilmd. Deze film wordt in kleuren opgenomen. Eveneens in kleuren worden thans opnamen ge maakt van een film over de „Wiener Sangerknaben", die voorlopig tot titel draagt „Frühlingsstimme". Oostenrijk zal tijdens de filmweken te Berlijn uitkomen met de Johan Strauss film „Wenen danst" met Marte Harell en Adolf Wohlbruck. „Drie van de pers" Oostenrijk filmt Expo sities in de hoofdstad JN DE Moderne Boekhandel in de Leidsestraat te Amsterdam wordt een interessante fototentoonstelling gehou den onder het motto „Mens en Machi ne" In het Rijksmuseum kan men nog steeds de indrukwekkende tentoonstel ling schilderijen .Franse Landschaps kunst" gaan zien. Vandaag herdenkt de bekende Haagse musicus Thomas Kneifer de dag, waarop hij voor zestig jaar zijn loopbaan als musicus begon. Hij behoorde tot de oprichters van het strijkorkest „Euterpe", was contrebas- sist in het Residentieorkest en leraar voor contrrba- aan het Koninklijk Con servatorium.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 5