Hr. Ms. „Evertsen" hield de naam
der Koninklijke Marine hoog
Hoornse weesjongen bouwde een grootse
carrière in Indonesië op
Sijmen Beiael aan het
India staat op de tweesprong
Het land van het lange leven
Jager kreeg bij Wonsan de vuurdoop
Na de tropen de kou
van
Korea
BiharI stervend gebied
Bill I ÈÊÊtÉÊÈÊI. i'
|c?5 H §H§ illlllllillllPPi
Klaas Bas leider van millioenenbedrijf
Aanpassen aan de nieuwe
omstandigheden
VRIJDAG 1 JUNI 1951
Naar huis met souvenirs in de munitiebergplaatsen
vyANNEER Hr. Ms. „Evertsen" Zaterdagmorgen omstreeks twaalf uur wordt
afgemeerd in de Helderse Buitenhaven nabij de Atjehloods, zal deze torpedo-
bootjager sinds de uitreis op 7 Januari 1949 een afstand hebben afgelegd van
ruim honderdduizend zeemijlen, dat Is meer dan vijfmaal de omtrek van de
aarde. Tweehonderd negen en dertig man zullen Zaterag van boord gaan en hun
belevenissen uit de voorbije twee en halve jaar vertellen. Om te beginnen kun
nen zij teruggrijpen naar het vertrek uit Rotterdam, toen de „Evertsen" door de
een of andere onverklaarbare oorzaak vast zat. Maar natuurlijk kwam de jager
vlot. De „Evertsen" vertrok, luide toegejuicht door de achtergeblevenen op de
parkkade.
de laatste dag van haar laatste pa
trouille schijnt warempel een onder
zeeboot nog roet in het eten te willen
gooien. „Alarm"!! Binnen één minuut
is een ieder op zijn post. Twee keer
worden dieptebommen gegooid en nog
weten wij niet of het een onderzeeboot
dan wel een wrak is geweest. Enkele
dagen tevoren werd door een bevriend
schip in deze buurt inderdaad een der
gelijke vijand-onderwater gepeild, maar
men kan in een conflict als het Kore
aanse nu eenmaal geen risico's nemen.
En nu komt de „Evertsen" thuis. Haar
taak is geëindigd, maar nog niet ten
einde voor de Koninklijke Marine.
Immers Hr. Ms. „Van Galen" heeft die
taak overgenomen en zal haar voort
zetten.
Na een voorspoedige reis rond Kaap
de Goede Hoop kwam de „Evertsen"
I op 17 Februari 1949 te Batavia aan.
Weldra volgden, met Soerabaja als ba-
ais, oefeningen in divisieverband met
Hr. Ms. „Van Galen" en Hr. Ms. „Kor-
tenaer". Later begon het eentonige,
maar zo noodzakelijke patrouillevaren.
We slaan maanden over en komen aan
Juli 1950. De „Evertsen" vaart in Straat
Malakka wanneer zij plotseling wordt te
ruggeroepen naar Soerabaja. Met 'n 25-
mijls vaart wordt de terugtocht aan
vaard. In 24 uur tijd wordt al het mo
gelijke gedaan om op oorlogssterkte te
komen. Precies een dag na haar aan
komst in Soerabaja vertrekt de „Evert
sen", onder bevel van de luitenant ter
zee der eerste klasse D. J. van Door-
ninck, naar Korea. De eerste buiten
landse hulp na Amerika en Engeland
is onderweg.
Op 17 Juli 1950 komt de „Evertsen"
In de Japanse haven Sasebo aan, waar
zij wordt ingedeeld bij de Britse „Task
Group 95.1", die bestaat uit vliegkamp-
schepen, kruisers en jagers. Dan be
gint weer een periode van eentonig
patrouilleren, langs de rotsige kust van
Korea, waarvoor ontelbare riffen en
eilandjes liggen, die evenzovele schuil
plaatsen voor de vijand kunnen zijn.
Op een rif....
Helaas, het geluk is niet met de
„Evertsen", want reeds op 9 Augustus,
•ls zij een paar vluchtelingen uit een
prauw heeft opgepikt en opdracht
krijgt deze in een der havens aan de
zuidkust van Korea af te leveren, ge
beurt dat, wat bijna een ramp wordt:
de „Evertsen" loopt op een rif....
Maar het schip blijft behouden. Meer
dan drie dagen duurt het, voor het, ge-
aleept door een Amerikaanse jager, bin
nen is. Het schip kraakt, de ruwe zee
itoot en slaat en het verblijf beneden-
deks is niet aangenaam. Er is geen zoet
water meer en alles zit ónder de olie.
Zo komt men in Sasebo aan, waar de
eerste noodzakelijkste reparaties ver
licht kunnen worden. Voor een volle
dig herstel moet men echter naar Hong
kong en op eigen kracht wordt die tocht
aanvaard. Hier wordt de „Evertsen"
weer „Evertsen" en onder luid gejuich
doorstaat zij de proefvaart glansrijk.
Zo kan men eindelijk na geruime tijd
Weer deelnemen in United Nations ver
band. En de „Evertsen" heeft deelge
nomen. In de winter, in de kou, in het
ijs, dat duimen dik op dekken en bo
venbouw ligt. De wapens zijn bevroren
•n rillend van de kou loopt de beman
ning in een snijdende koude wind de
wacht, de uitkijk, beschermd door Ame
rikaanse speciale winterkleding. In de
ipannende dagen rond Kerst en Oude
jaar ligt men voor Inchon te wachten.
Zou het noodzakelijk zijn? Moet er ge
ëvacueerd worden? Reeds trekken dui-
zenden burgers weg, reeds zien zij de
Amerikaanse schepen met de vluchte
lingen uit de haven komen. Men blijft
Wachten. Elk ogenblik kan het afko
men: evacuatie van alle United Nations
♦roepen. De „Evertsen" hoopt dan het
Nederlands Detachment te zullen krij
gen, dat in de buurt moet zitten
Maar er gebeurt niets. Op het laatste
•genblik blijkt het gelukkig niet nood-
llkelijk.
Het werk wordt voortgezet: patrouil-
|a. Eerst op de saaie Westkust, maar
dan wordt plotseling de hulp ingeroe
pen op de Oostkust, waar de United
Nations zullen opereren tegen de be
langrijke havenplaats Wonsan. Wonsan
fc voor de „Evertsen" wat Hoengson
poor het Nederlandse Detachement in
Korea is geweest: de vuurdoop. Wdnt
bier is het, dat de vijandelijke artille-
llegranaten rondom de schepen vallen
•n daarbij schijnt men het speciaal op
de „Evertsen" gemunt te hebben. Dich
ter en dichter vallen de granaten, totdat
«IJ, nu eens „voor" dan weer „achter"
•p slechts enkele meters vallen
Hier is het, dat de „Evertsen" zich
perdienstelijk maakt door haar zuiver
ichieten, hier was het dat zij het staal
tje uithaalde haar anker, dat zij bij de
beschieting vanaf de kust, evenals de
•verige schepen moest laten slippen,
weer oppikt. Niet één keer, maar twee
keerEn ge kunt u misschien wel
Voorstellen hoe hoog de naam van de
Dutchies weer stond, toen de „Evert
ien" met twee ankers op haar basis
terugkeerde, terwijl de overige sche
pen soms één oog geen een hadden....
Amerikaanse waardering
Twee en een half duizend granaten
werden er bij het bombardement op
Wonsan verschoten en er werd goed
geschoten. Toen de „Evertsen" haar
operatieterrein weer kon verlaten,
luidde het haar nagezonden telegram,
•fkomstig van de commandant van de
Task-group, de Amerikaanse kolonel
C. A. Dillavou: „The performance of
the Evertsen, while under my operatio
nal control has been superb, particu
larly on three occasions while being
subjected to enemy gunfire, It has been
pleasure and privilige to have you
with us. Well done!"
Maar nog zijn wij er niet, want op
Bijna dertigduizend mijl heeft de
„Evertsen" afgelegd in de Koreaanse
wateren, ruim een keer de wereld rond.
De bemanning het oudste lid is vier
jaren weggeweest, het jongste nog geen
half jaar is blij, en terecht. Lang is
men van huis geweest en lang zijn de
wachten geweest. Altijd heeft men ge
varen in verduisterde toestand, gesla
pen met veel mensen in de kleine ruim
te van verblijven, waarvan de patrijs
poorten gesloten moesten blijven. Men
heeft koude geleden, bittere koude. En
men heeft het warm gehad figuur
lijk dan te verstaan. Het gevaar van
mijnen en onderzeeboten heeft dag en
nacht bestaan; de oorlogswacht eist
honderd procent activiteit.
De „Evertsen" komt thuis. De muni
tiebergplaatsen en de dieptebommen-
ruimen zijn gevuld, niet alleen met gra
naten en bommen, maar met souvernirs
van deze grote wereldreis. Als de sou
venirs even goed inslaan als de grana
ten bij Wonsan, wel, dan zullen ze een
rechte verrassing zijn....
WIM DUSSEL.
Verkiezingen en hongersnood, de grote problemen
IN INDIA zijn verkiezingen ophanden. Zjj hebben in het Indische Nationale
Congres nogal wat onrust teweeg gebracht. Zes-en-veertig vooraanstaande
leden hebben zich aaneengesloten tot een revolterend blok, dat onder leiding
staat van Kripalanl, de man die vier jaar geleden is afgetreden als president van
het Congres uit protest tegen de toenmalige regeringspolitiek. Thans ageert hjj
met zijn medestanders tegen wat hij de verloochening van Gandhi's idealen be
lieft te noemen. Het is nog niet duidelijk, wat deze „opstandigen" zullen gaan
doen. Zullen zij het Congres verlaten? Of zullen zü eenzelfde rol gaan spelen als
Bevan c.s. in de Labourpartij?
yOORSHANDS beperkt deze groep
zich er toe, zware politieke pressie
uit te oefenen op de premier, Jawa-
harlal Nehroe. Bij wijze van tijdelijke
concessie aan deze grote figuur heb
ben zij dezer dagen hun organisatie,
het Democratische Front, formeel ont
bonden. Dadelijk daarop hebben zij
echter verklaard, dat op den duur de
vorming van een nieuwe organisatie
toch onvermijdelijk zou zijn. Een van
hun adviseurs, is mr. Kidwai, de Mo
hammedaanse minister van verkeer.
Een zeer pikante omstandigheid inde-
ze toch al lichtelijk ingewikkelde situ-
QELDZORGEN aan alle kanten, liqui- serves langzaam zien verdwijnen en
diteitsmoeilijkheden overal. Ik heb I vrees een steeds verder gaande ach-
een behoorlijk weekloon en bezit een I teruitgang, tenzij van elders gelden
zuinige huisvrouw welk een weel-1 kunnen worden aangetrokken. Ook dat
de maar desondanks kent ons huis
houdinkje zijn geldzorgen. Moeder de
vrouw heeft de grootste moeite om
rond te komen en het gebeurt her
haaldelijk, dat zeer dringende uitgaven
achterwege worden gelaten om niet in
schulden te komen. We hadden een
achterdeurtje, gelukkig, maar heel ge
leidelijk wordt het saldo op het spaar
bankboekje kleiner. En in de krant
heb ik wel gelezen, dat dit een alge
meen voorkomend verschijnsel is de
laatste tijd.
Met mijn baas kan ik het gelukkig
heel goed vinden en hij neemt mij
meermalen in vertrouwen. Het is mij
wel duidelijk geworden, dat ook hij het
niet gemakkelijk heeft. Allerléi beslist
noodzakelijke veranderingen en verbe
teringen moeten in het bedrijf worden
aangebracht, maar ze worden uitge
steld om niet verstrikt te raken in een
moordende schuldenlast. Ik heb de re-
I is echter bijna niet meer mogelijk.
En in de grote huishouding, waartoe
ik behoor, is het al niet anders. Ook
de overheid heeft haar geldzorgen
misschien wel de grootste. Maar zij
heeft middelen en mogelijkheden om
deze zorgen te verminderen of op te
heffen, hetzij tijdelijk, hetzij definitief.
Het beroerde is alleen, dat al deze
middelen en mogelijkheden weer terug
slaan op de leden van die grote huis
houding, op U en mij, onverschillig of
wij werkgever dan wel werknemer
zijn, of wij behoren tot „de grote mas
sa" of tot „de welgestelden", zoals mi
nister Drees ons enige maanden gele
den beliefde te onderscheiden.
Over al die onderscheidene midde
len en mogelijkheden zijn boekdelen
vol geschreven en telkens weer blijkt,
dat tot oordelen bevoegden geheel ver
schillend denken over de doelmatigheid
er van. Ik heb er helaas misschien
Van die wonderbaarlijke carrières a la Michiel de Ruyter (U weet wel: van
touwslagerskneohtje tot admiraal) hoor je tegenwoordig niet zo veel meer, maar
ze komen toch nog voor en het is de Horenaar Klaas Bas, die een dergelijk lot
beschoren is geweest. Klaas Bas was een jongen, die hier in het weeshuis aan de
Korte Achterstraat een belangrijk deel van zijn jeugd sleet en laten we eerlijk
wezen, men zag niet zulke weidse perspectieven voor hem. Hij was een aardig
knaapje, maar op school blonk hij niet uit. Hij ging naar de U.L.O. en ook daar
konden de onderwijzers niet bevroeden, dat hij het nog eens ver zou brengen in
de maatschappij. Men dacht, dat er mischien een rustig kantoorbaantje voor Klaas
weggelegd zou zijn, maar dat was dan ook alles. Het is echter ietwat anders uit-
gepat. Bas, thans zeven en dertig jaar, is één van de grootste uitgevers in Indo
nesië geworden. Hjj staat aan het hoofd van een zaak, waaraan een honderd
mensen hun brood verdienen en een omzet waarvan men staat te duizelen als
men al die cijfers voor de komma ziet. In Djakarta is het hoofdkantoor en verder
zijn er filialen te Djocja en Solo, terwijl in Amsterdam een eigen kantoor geves
tigd is met daaraan verbonden een boekhandel, en wel de boekhandel N.V.
Jukkers Dekker in de Nieuwe Spiegelstraat.
Na zijn ULO-tijd brak er voor Bas
een moeilijke periode aan, want hij
moest aan de slag. Deregenten van
het weeshuis vonden een baantje voor
hem op het kantoor van Scholtens Me-
taalwarenfabreik, maar in deze branche
bleek Klaas geen succes. Na een half
jaartje had hij de boel zo verprutst, dat
hij niet te handhaven was. Dus wat an
ders. De oude heer Boot, leraar aan de
Tuinbouwschool, mocht de jongen graag
en ging eens praten met de heer Bou-
man, boekhandelaar aan de Veemarkt.
Die kon wel een hulpje gebruiken en
zo verscheen op een goede dag Bas daar
tussen de boeken. Het was inderdaad
een goede dag, want Bas had zijn be
stemming gevonden. Hij was meteen in
zijn knollentuin en met „oom Hendrik
en tante Neeltje" kon hij het uitstekend
vinden. Hij zal misschien een jaar of
daaromtrent tussen de boeken en de
vulpennen gebivakkeerd hebben, toen
er zich een kans op promotie voor
deed. Bas solliciteerde naar een betrek
king van assistent bij boekhandel Har-
kema in Hilversum en met steun van
de heer Bouman kreeg hij het baantje.
Hij schijnt het daar goed gemaakt te
hebben, want na verloop van tijd ont
ving de familie Bouman een brief die
als volgt begon: „Hoera, Klaas gaat
naar Indie". Bas was namelijk door de
firma Kolff, de grootste boekhandel en
uitgeversfirma daar, als employé aan
genomen. Dat zal zo omstreeks 1934 ge
weest zijn.Laten we u vertellen, dat
Bas er in slaagde om in de komende
jaren op te klimmen tot een der meest
verantwoordelijk» posten bij de firma
Kolff. Hij trouwde in 1938 en werd een
jaar later vader van een welgeschapen
dochter.
Onverwacht weerzien.
Maar de oorlog kwam en Bas moest
dienst nemen. Hij vocht tegen de Jap
pen, kwam in een kamp en belandde
ten slotte in Bangkok, waar hij het
einde van de vijandelijkheden beleefde.
Vrouw en dochter had hij In jaren niet
gezien. Tot er een boot met mensen voor
Holland arriveerde en Bas tot zijn grote
vreugde ega en dochter over de ver
schansing zag leunen. Bas ging ook naar
Holland en heeft hier een jaartje door
gebracht om wat op te knappen. Hij
woonde toen met zijn gezin op de boer
derij van zijn zwager en zijn zuster in
de Beemster.
Bas reisde wat voor het fonds van de
uitgeverij van de Arbeiderspers, maar
naar zijn smaak was Nederland geen
oord om behoorlijk zaken te doen. Hij
zag een kans in de pogingen van de
stichting „De Opbouw" om in Indonesië
een uitgeverij te vestigen en werd be
last met een leidende functie in Dja
karta. Dus weer op de boot. Dai. was in
het voorjaar van 1947. Er waren heel
wat strubbelingen, die Bas moest over
winnen en de zak-n liepen helemaal
niet zoals hij wilde. Maar uiteindelijk
kreeg hij van het ministerie van Econo
mische Zaken gedaan, dat hij erkend
werd als boekhandelaar en dat hij de
viezen kreeg voor de import van boe
ken. Na veel vechten is de omzet van
het bedrijf thans honderdduizenden
exemplaren per maand.
Daarnaast zette Bas een uitgeverij op,
die thans een redactiestaf van zes men
sen heeft, waaronder als hoofd een
jurist. Per maand geeft Bas nu vier
boeken uit.
Bas begon letterlijk zijn tweede car
rière met geen cent in zijn mars. Thans
is hij een vermogend man. In vier jaar
tijds.Maar er is dan ook dag en nacht
voor geploeterd.
Waaraan dit fabelachtig succes mede
te danken geweest is? Wel Bas had een
goed inzicht in de politieke verhoudin
gen en de mogelijkheden die in Indone
sie lagen zowel voor de afzet van im-
portboeken a' voor het Indonesische
boek. Willens en wetens heeft hij zich
ingesteld op de nieuwe verhoudingen.
Toch staat de zaak nog maar aan het
begin van haar bloei. De uitgeverij gaat
'n grote toekomst tegemoet en in tien
tallen plaatsen moeten nog filialen wor
den opgericht. Maar dat eist overleg en
grote kapitaalsinvesteringen. Voorts la
boreert de zaak van de heer Bas aan
een chronisch tekort aan vakmensen.
Personeel uit Holland over laten komen
is te kostbaar en heeft weinig zin, om
dat een Hollandse boekhandelaar geen
flauwe notie heeft van wat de Indonesi
sche markt vraagt. Dus leidt de heer
Bas jonge Indonesiërs op, wat echter
enorm veel tijd vergt.
Benauwde ogenblikken heeft de heer
Bas doorgemaakt ten tijde van de geld-
sanering in Indonesië. Gelukkig had hij
net een belangrijk bedrag naar Hol
land overgemaakt, maar de markt voor
romans was door de saneringsmaatrege
len vrijwel geheel bedorven. Wel bleef
er interesse bestaan voor wetenschap
pelijke werken en meteen beeft .Bas.
zich op dit ondedreel van de markt ge
worpen.
De uitgeverij van de heer Bas is
thans bezig met vier en twintig school
boeken van Indonesische auteurs, ver
der met een reeks voor een Volks
universiteitsbibliotheek en een serie po
pulaire brochures.
Bas krijgt nu aanbiedingen uit alle
delen van de wereld. De grote uitgeve
rij MacMillan te Londen wil met hem
samenwerken, en voorts is de uitgeverij
alleenvertegenwoordigster voor de wer
ken van de Verenigde Naties en heeft
zij de auteursrechten van allerlei be
kende Engelse en Nederlandse populair
wetenschappelijke werken in handen
ter vertaling in het Indonesisch.
Stunt in Djocja.
Eind Juli 1949, vlak nadat Sukarno
en Hatta van Banka, waar ze gevangen
hadden gezeten, teruggebracht waren
naar Djocja, charterde Bas een vileg-
tuig van de KLM en liet dat vol boeken
naar Djocja vliegen. Bas wist, dat de
republikeinse autoriteiten graag boek,. i
in Djocja wilden hebben en hij waagde
een gokje. Het was nogal spectaculair
en ze vonden het in Djocja prachtig.
Niettegenstaande de woningnood kreeg
Bas een tokopand en kon twee weken
later zijn filiaal daar openen. Geduren
de die weken was hij de enige Neder
lander in Djocja. Guerrillastrijders, die
uit de bergen kwamen afzakken, keken
hem wel eens vreemd aan, maar ze de
den niets. Bas deed zaken op een ge
weldige manier. En erg leuk was het,
dat hij vrijwel niets anders ontving dan
zilvergeld, dat de mensen hadden op-
ge:paard.
Rijdende toko
Nu hoopt Bas over twee maanden
weer met iets nieuws te komen, name
lijk een rijdende toko. Bij de spoor
wegen wordt een wagen ingericht tot
boekwinkel. Het is een wagon, die der
tien meter lang is. Door een binnen
huisarchitect is het interieur ontwor
pen. De wagen heeft een eigen licht
installatie en verder hoort er nog een
kleinere wagen bij met een onderkom n
voor het personeel. De bedoeling is, dat
de wagons naar de kleinere plaatsen
worden gebracht en daar enige dagen
blijven staan. Er is ook een film-appa
raat bij en 's avonds worden er films
vertoond op het gebied van de bestrij
ding van het analphabetisce en de
volksvoorlichting.
In een brief aan de familie Bouman,
waaraan we de gegevens voor dit ftrti-
kei ontlenen, schrijft de heer Bas voorts,
dat de toestand in Djakarta langzamer
hand rustiger wordt. Hij hoopt full
speed door te kunnen gaan met zijn
arbeid. Maar haar Holland terugkomen,
daaraan denkt de heer Bas niet. Of het
moest zijn voor een vacantietripje. Op
zakelijk gebied is het hem hier veel te
i klein en te benepen.
moet ik wel zeggen: gelukkig weinig
verstand van, maar beu toch van twee
dingen wel heel erg overtuigd. Het is
mij namelijk dui elijk geworden, dat
vrijwel alle middelen echte „paarde-
middelen" zijn. En ik weet ook zeker,
dat hier evene is geldt: zachte heel
meesters maken stinkende wonden.
In 1949 heb ik een buitenkansje ge
had en kreeg dus een hogere aanslag
in de inkomstenbelasting dan voor
heen. De belasting-inspectie dacht ze
ker, dat het in 1950 wel weer zo zou
zijn en stuurde me dus een veel te
hoge voorlopige aanslag. Ik heb direct
om vermindering verzocht en wacht
daarop nu reeds enige maanden. Ten
einde de moeilijkheden van moeder de
vrouw niet onnodig te verzwaren heb
ik de ontvanger gevraagd om mij uit
stel van betaling van het teveel gevor
derde te willen verlenen. En nu krijg
ik daar een moot gestencild briefje,
waarbij mij wordt medegedeeld, dat
uitstel van betaling niet kan worden
verleend, Ik moet mij maar weer op
nieuw tot de inspecteur wenden en in
afwachting van diens beslissing wordt
de vervolging normaal ingesteld of
voortgezet. Er zal dus binnenkort wel
een deurwaarder komen om mij een
dwangbevel te betekenen en als de in
specteur zijn beslissing nog langer uit
stelt, zal mijn inboedeltje wel in beslag
genomen worden. Wat is toch de oor
zaak van deze houding van de fiscus?
Zijn de heren overstelpt met werk
zaamheden of is het een middel om de
liquiditeitsmoeilijkheden van de over
heid tijdelijk te overbruggen? Hoe dit
ook zij, het gaat in elk geval ten koste
van de burgerij.
UEN andere maatregel van de minister
van Financiën heeft het uitsluitende
doel om op korte termijn gelden aan
het bedrijfsleven te onttrekken ten
creëren van de mogelijkheid om aan
vennootschappen voorlopige aanslagen
op te leggen. Zeer binnenkort zullen
deze aanslagen over 1950 worden opge
legd en over enige maanden eveneens
over 1951. Het geheel zal vóór het ein
de van het jaar betaald moeten wor
den.
Op zichzelf klinkt het helemaal niet
onlogisch: het bedrijf maakt winst en
dus moet van die winst direct het deel.
hetwelk aan de gemeenschap toekomt,
maar direct worden afgedragen. Theo
rie en practijk zijn echter geheel ver
schillend
Bij ons in het bedrijf is het lang
zamerhand zo geworden, dat de afne
mers een crediet genieten van ongeveer
twee maanden en ook wij hebben van
onze leveranciers een gelijk crediet
Stel U nu eens voor. dat onze leveran
ciers plotseling zouden zeggen, dat we
onmiddellijk moeten betalen. Het zou
een ramp zijn
atie is wel, dat Kidwai een vriend van
Nehroe is....
Men mag aannemen, dat deze rebel
len binnen afzienbare tijd volgelingen
zullen krijgen in Bengalen en Madras.
En dan? Wat zal er gebeuren, wanneer
zij zich afscheiden van de Congrespar
tij? Zullen zij gaan samenwerken met
de Indische socialisten? Volgens som
mige berichten is Kripalani in contact
geweest met mr. Jai Prakash Narain,
de leider der socialisten. Maar het De
mocratische Front is geen socialistische
groepering. Integendeel: het is eigen
lijk in het geheel niets. Een program
heeft deze groep niet. Zij is alleen
maar een protest tegen de corruptie en
de traagheid, die het Congres-regime
kenmerken.
De communistische partij heeft even
eens met interne moeilijkheden te kam
pen gehad. Onlangs is er echter een
verkiezingsmanifest met vier en der
tig punten verschenen, zodat men kan
aannemen, dat de ergste problemen
zijn overwonnen.
Het grootste probleem: de honger.
JjE POLITIEKE oppositie is verdeeld
en dus tamelijk machteloos. Vandaar
:al de regering dus niet veel moeilijk
heden behoeven te duchten. Een aan
zienlijk groter probleem vormt voor
haar de droogte, die een groot deel
van India teistert en die heeft geleid
tot een afschuwelijke hongersnood.
Hieruit vloeit een belangrijk stuk
sociale onrust voort.
Van verschillende kanten heeft In
dia aanbiedingen gekregen voor aan
zienlijke hoeveelheden graan. Nehroe
heeft hierop geantwoord met een reeks
van redevoeringen, die het weinig
waarschijnlijk maken, dat Amerika snel
voedsel zal zenden. Het Amerikaanse
Congres, dat hierover beslissingen moet
nemen, wil aan de levering voorwaar
den verbinden, die Nehroe niet zal aan
vaarden. Mocht India er in slagen, van
China en Rusland een millioen ton
graan te krijgen, voordat de Ameri
kaanse voedselschepen zee kiezen,
en de onderhandelingen hierover zijn
gaand dan zullen de Verenigde Sta
ten in de toekomst spijt hebben van
de traagheid van het thans zittende
Congres, zo schreef kortelings 't Britse
liberale blad „Manchester Guardian".
Intussen nadert de hongerdood de
provincie Bihar. Het land ligt te
schroeien onder de zon. Door de droog
te is de oogst mislukt, dan wel het
zaaien uitgesteld. De vruchtbare aarde
van Terai schenkt de mensen allereerst
nog maar zoete krielaardappelen. Voor
het vee is er geen voer meer. De var
kens zijn vel over been.
Er ligt en soort verdoving over de
vlakten van Bihar. Er wordt niet meer
op 't land gewerkt. Mens en dier lig
gen zwijgend in de schaduw van de
mangabomen. Zelfs de kleine kinderen
zijn stil, terwijl zij op de zure groene
manga's kauwen. In het district Sita-
marhi zijn de meeste bronnen opge
droogd. Vrouwen en kinderen schrapen
bate vaiï de schatkist. Ik denk aan het 1de bodems Yf? de. watertanks af, op
zoek naar kikkervisjes en slakken.
Sieraden zijn verkocht of beleend,
op het land drukken zware hypothe
ken, geld wordt geleend tegen zeven
tig procent rente. Kinderen en oude
mensen vertonen de eerste symptomen
van de naderende hongerdood.
Dit is het ergst van al: de nat.te
moesson staat voor de deur en dan zal
geen voedsel het zwaar getroffen Bi-
har mee kunnen bereiken.
Deze ramp gaat zich nu als gevolg
van bovenbedoelde maatregel vol
trekken. De fiscus heeft immers het
gebruikelijke crediet opgezegd en be
zit de middelen om aan deze opzegging
kracht bij te zetten. Mijn baas zit daar
door in nog grotere zorgen, temeer
daar hij weet. dat voor hem niets an
ders geldt dan
SIJMEN BETAEL.
Rusland telt ruim 30.000
Methusalems
(Van onze correspondent te Stockholm)
Uit Moskou5 deelt de Prawda ons
mede, dat de mensen onder het Sowjet-
regime zoveel vreugde in het leven
scheppen, dat zij gewoonweg niet meer
willen sterven en zjj leven dan ook veel
langer dan hun arme medemensen in de
kapitalistische landen. In de gehele
Sowjet-Unie schijnen niet minder dan
300.000 mannen en vrouwen te leven,
die de eerste eeuw Van hun leven reeds
overschreden zouden hebben. De Me-
thusalem onder hen moet op de wereld
gekomen zijn in de dagen van de slag
van Jena en Auerstadt in het jaar 1806,
Daar hij aan de Zwarte Zee geboren
werd, had hjj helaas geen gelegenheid
om Goethe in zijn beste jaren persoon
lijk te leren kennen, anders had hjj nu
in Moskou een lezing kunnen houden
over „Mijn gesprekken met Goethe".
Toen hij op school ging, als deze Was-
siliy Sergjewitsch Tischkin tenminste
ooit naar school is gegaan, hoorde hij
ook niets van Bismarck, daar deze nog
helemaal niet geboren was. Op zijn
honderdste jaar had hij eigenlijk
volgens de communistische theorie
onder de vloek van het kapitalistische
stelsel zo langzaam het bijltje erbij
neer moeten leggen. Maar hij zag
waarschijnlijk al in zijn geest de Sow-
jet-ster aan de bloedrode horizon op
gaan en toen hij op zijn lilde jaar ge
tuige was van Lenin's Staatsgreep
kreeg het leven voor hem eigenlijk pas
waarde.
Hoewel hij 145 jaar oud is, is hem nog
allerminst een rustige levensavond be
schoren, integendeel: hij schrijdt elke
dag dapper op zijn akker op en neer
om zijn Kolchose-plicht te vervullen.
Bij de verkiezingen zou men hem aan
geboden hebben de bus in zijn huis te
brengen, hetgeen hij echter als een be
lediging beschouwde. Nu begeeft hij
zich naar het stemlokaal, om zijn keus
te doen tussen de ene partij, die op
het stembiljet staat en hierbij zijn
kruisje te zetten. Hij weet, dat hij, als
hij niet kwam stemmen, zelf een kruis
je achter zijn naam zou krijgen en zijn
natuurlijk lang leven een onnatuurlijk
snel einde zou vinden. Zijn rivaal is
Makhmoed Eiwasow, die maar drie jaar
jonger is. Eiwasow is afgevaardigde in
de dorps-Sowjet voor het gebied van
Lerik in Azerbeidzjan. Ieder jaar vindt
daar een volksvergadering plaats. Dan
is hij jarig en krijgt bezoek van zijn
118 kinderen, kleinkinderen, achter
kleinkinderen en achter-achterkleinkin
deren.
Dat inderdaad, in sommige Aziatische
gebieden, vooral in de Kaukasus, de
mensen een buitengewoon hoge leeftijd
bereiken, is bekend, hoewel de nauw
keurige leeftijd meestal niet vast te
stellen is bij gebrek aan registratiepa
pieren. Het klimaat zal hierbij wel
evenzeer een rol spelen als bepaalde
voedingsgewoonten. Doch dat het com
munistische stelsel hierbij de doorslag
zou geven, zal zelfs professor Nagorny
van de Universiteit in Charkow niet ge
loven, ook al heeft hij nu, om een of an
dere Stalin-prijs te behalen, een boek
geschreven onder de titel „De Sowjet-
Unie het land van het lange leven".
Hoe zou het anders komen, dat ook de
mensen in het naburige land, in het
kapitalistische Turkije, een ongehoord
hoge leeftijd bereiken? Nog helemaal
afgezien van het feit, dat voor millioe-
nen Russen de Sowjet-Unie een land
van een kort, al te kort leven is.
De Britse trawler „Harvest Hope"
is ten Zuid-zuid-westen van Copensay
(Orkneys) op de kust gelopen tenge
volge van het slechte zicht.
Donderdag is te Philadelphia kar
dinaal Denis J. Dougherty, aartsbis
schop van Philadelphia overleden. Hij
was 85 jaar.