Hr. Ms. „Evertsen" hield de naam der Koninklijke Marine hoog Hoornse weesjongen bouwde een grootse carrière in Indonesië op Sijmen Beiael aan het India staat op de tweesprong Het land van het lange leven Jager kreeg bij Wonsan de vuurdoop Na de tropen de kou van Korea BiharI stervend gebied Bill I ÈÊÊtÉÊÈÊI. i' |c?5 H §H§ illlllllillllPPi Klaas Bas leider van millioenenbedrijf Aanpassen aan de nieuwe omstandigheden VRIJDAG 1 JUNI 1951 Naar huis met souvenirs in de munitiebergplaatsen vyANNEER Hr. Ms. „Evertsen" Zaterdagmorgen omstreeks twaalf uur wordt afgemeerd in de Helderse Buitenhaven nabij de Atjehloods, zal deze torpedo- bootjager sinds de uitreis op 7 Januari 1949 een afstand hebben afgelegd van ruim honderdduizend zeemijlen, dat Is meer dan vijfmaal de omtrek van de aarde. Tweehonderd negen en dertig man zullen Zaterag van boord gaan en hun belevenissen uit de voorbije twee en halve jaar vertellen. Om te beginnen kun nen zij teruggrijpen naar het vertrek uit Rotterdam, toen de „Evertsen" door de een of andere onverklaarbare oorzaak vast zat. Maar natuurlijk kwam de jager vlot. De „Evertsen" vertrok, luide toegejuicht door de achtergeblevenen op de parkkade. de laatste dag van haar laatste pa trouille schijnt warempel een onder zeeboot nog roet in het eten te willen gooien. „Alarm"!! Binnen één minuut is een ieder op zijn post. Twee keer worden dieptebommen gegooid en nog weten wij niet of het een onderzeeboot dan wel een wrak is geweest. Enkele dagen tevoren werd door een bevriend schip in deze buurt inderdaad een der gelijke vijand-onderwater gepeild, maar men kan in een conflict als het Kore aanse nu eenmaal geen risico's nemen. En nu komt de „Evertsen" thuis. Haar taak is geëindigd, maar nog niet ten einde voor de Koninklijke Marine. Immers Hr. Ms. „Van Galen" heeft die taak overgenomen en zal haar voort zetten. Na een voorspoedige reis rond Kaap de Goede Hoop kwam de „Evertsen" I op 17 Februari 1949 te Batavia aan. Weldra volgden, met Soerabaja als ba- ais, oefeningen in divisieverband met Hr. Ms. „Van Galen" en Hr. Ms. „Kor- tenaer". Later begon het eentonige, maar zo noodzakelijke patrouillevaren. We slaan maanden over en komen aan Juli 1950. De „Evertsen" vaart in Straat Malakka wanneer zij plotseling wordt te ruggeroepen naar Soerabaja. Met 'n 25- mijls vaart wordt de terugtocht aan vaard. In 24 uur tijd wordt al het mo gelijke gedaan om op oorlogssterkte te komen. Precies een dag na haar aan komst in Soerabaja vertrekt de „Evert sen", onder bevel van de luitenant ter zee der eerste klasse D. J. van Door- ninck, naar Korea. De eerste buiten landse hulp na Amerika en Engeland is onderweg. Op 17 Juli 1950 komt de „Evertsen" In de Japanse haven Sasebo aan, waar zij wordt ingedeeld bij de Britse „Task Group 95.1", die bestaat uit vliegkamp- schepen, kruisers en jagers. Dan be gint weer een periode van eentonig patrouilleren, langs de rotsige kust van Korea, waarvoor ontelbare riffen en eilandjes liggen, die evenzovele schuil plaatsen voor de vijand kunnen zijn. Op een rif.... Helaas, het geluk is niet met de „Evertsen", want reeds op 9 Augustus, •ls zij een paar vluchtelingen uit een prauw heeft opgepikt en opdracht krijgt deze in een der havens aan de zuidkust van Korea af te leveren, ge beurt dat, wat bijna een ramp wordt: de „Evertsen" loopt op een rif.... Maar het schip blijft behouden. Meer dan drie dagen duurt het, voor het, ge- aleept door een Amerikaanse jager, bin nen is. Het schip kraakt, de ruwe zee itoot en slaat en het verblijf beneden- deks is niet aangenaam. Er is geen zoet water meer en alles zit ónder de olie. Zo komt men in Sasebo aan, waar de eerste noodzakelijkste reparaties ver licht kunnen worden. Voor een volle dig herstel moet men echter naar Hong kong en op eigen kracht wordt die tocht aanvaard. Hier wordt de „Evertsen" weer „Evertsen" en onder luid gejuich doorstaat zij de proefvaart glansrijk. Zo kan men eindelijk na geruime tijd Weer deelnemen in United Nations ver band. En de „Evertsen" heeft deelge nomen. In de winter, in de kou, in het ijs, dat duimen dik op dekken en bo venbouw ligt. De wapens zijn bevroren •n rillend van de kou loopt de beman ning in een snijdende koude wind de wacht, de uitkijk, beschermd door Ame rikaanse speciale winterkleding. In de ipannende dagen rond Kerst en Oude jaar ligt men voor Inchon te wachten. Zou het noodzakelijk zijn? Moet er ge ëvacueerd worden? Reeds trekken dui- zenden burgers weg, reeds zien zij de Amerikaanse schepen met de vluchte lingen uit de haven komen. Men blijft Wachten. Elk ogenblik kan het afko men: evacuatie van alle United Nations ♦roepen. De „Evertsen" hoopt dan het Nederlands Detachment te zullen krij gen, dat in de buurt moet zitten Maar er gebeurt niets. Op het laatste •genblik blijkt het gelukkig niet nood- llkelijk. Het werk wordt voortgezet: patrouil- |a. Eerst op de saaie Westkust, maar dan wordt plotseling de hulp ingeroe pen op de Oostkust, waar de United Nations zullen opereren tegen de be langrijke havenplaats Wonsan. Wonsan fc voor de „Evertsen" wat Hoengson poor het Nederlandse Detachement in Korea is geweest: de vuurdoop. Wdnt bier is het, dat de vijandelijke artille- llegranaten rondom de schepen vallen •n daarbij schijnt men het speciaal op de „Evertsen" gemunt te hebben. Dich ter en dichter vallen de granaten, totdat «IJ, nu eens „voor" dan weer „achter" •p slechts enkele meters vallen Hier is het, dat de „Evertsen" zich perdienstelijk maakt door haar zuiver ichieten, hier was het dat zij het staal tje uithaalde haar anker, dat zij bij de beschieting vanaf de kust, evenals de •verige schepen moest laten slippen, weer oppikt. Niet één keer, maar twee keerEn ge kunt u misschien wel Voorstellen hoe hoog de naam van de Dutchies weer stond, toen de „Evert ien" met twee ankers op haar basis terugkeerde, terwijl de overige sche pen soms één oog geen een hadden.... Amerikaanse waardering Twee en een half duizend granaten werden er bij het bombardement op Wonsan verschoten en er werd goed geschoten. Toen de „Evertsen" haar operatieterrein weer kon verlaten, luidde het haar nagezonden telegram, •fkomstig van de commandant van de Task-group, de Amerikaanse kolonel C. A. Dillavou: „The performance of the Evertsen, while under my operatio nal control has been superb, particu larly on three occasions while being subjected to enemy gunfire, It has been pleasure and privilige to have you with us. Well done!" Maar nog zijn wij er niet, want op Bijna dertigduizend mijl heeft de „Evertsen" afgelegd in de Koreaanse wateren, ruim een keer de wereld rond. De bemanning het oudste lid is vier jaren weggeweest, het jongste nog geen half jaar is blij, en terecht. Lang is men van huis geweest en lang zijn de wachten geweest. Altijd heeft men ge varen in verduisterde toestand, gesla pen met veel mensen in de kleine ruim te van verblijven, waarvan de patrijs poorten gesloten moesten blijven. Men heeft koude geleden, bittere koude. En men heeft het warm gehad figuur lijk dan te verstaan. Het gevaar van mijnen en onderzeeboten heeft dag en nacht bestaan; de oorlogswacht eist honderd procent activiteit. De „Evertsen" komt thuis. De muni tiebergplaatsen en de dieptebommen- ruimen zijn gevuld, niet alleen met gra naten en bommen, maar met souvernirs van deze grote wereldreis. Als de sou venirs even goed inslaan als de grana ten bij Wonsan, wel, dan zullen ze een rechte verrassing zijn.... WIM DUSSEL. Verkiezingen en hongersnood, de grote problemen IN INDIA zijn verkiezingen ophanden. Zjj hebben in het Indische Nationale Congres nogal wat onrust teweeg gebracht. Zes-en-veertig vooraanstaande leden hebben zich aaneengesloten tot een revolterend blok, dat onder leiding staat van Kripalanl, de man die vier jaar geleden is afgetreden als president van het Congres uit protest tegen de toenmalige regeringspolitiek. Thans ageert hjj met zijn medestanders tegen wat hij de verloochening van Gandhi's idealen be lieft te noemen. Het is nog niet duidelijk, wat deze „opstandigen" zullen gaan doen. Zullen zij het Congres verlaten? Of zullen zü eenzelfde rol gaan spelen als Bevan c.s. in de Labourpartij? yOORSHANDS beperkt deze groep zich er toe, zware politieke pressie uit te oefenen op de premier, Jawa- harlal Nehroe. Bij wijze van tijdelijke concessie aan deze grote figuur heb ben zij dezer dagen hun organisatie, het Democratische Front, formeel ont bonden. Dadelijk daarop hebben zij echter verklaard, dat op den duur de vorming van een nieuwe organisatie toch onvermijdelijk zou zijn. Een van hun adviseurs, is mr. Kidwai, de Mo hammedaanse minister van verkeer. Een zeer pikante omstandigheid inde- ze toch al lichtelijk ingewikkelde situ- QELDZORGEN aan alle kanten, liqui- serves langzaam zien verdwijnen en diteitsmoeilijkheden overal. Ik heb I vrees een steeds verder gaande ach- een behoorlijk weekloon en bezit een I teruitgang, tenzij van elders gelden zuinige huisvrouw welk een weel-1 kunnen worden aangetrokken. Ook dat de maar desondanks kent ons huis houdinkje zijn geldzorgen. Moeder de vrouw heeft de grootste moeite om rond te komen en het gebeurt her haaldelijk, dat zeer dringende uitgaven achterwege worden gelaten om niet in schulden te komen. We hadden een achterdeurtje, gelukkig, maar heel ge leidelijk wordt het saldo op het spaar bankboekje kleiner. En in de krant heb ik wel gelezen, dat dit een alge meen voorkomend verschijnsel is de laatste tijd. Met mijn baas kan ik het gelukkig heel goed vinden en hij neemt mij meermalen in vertrouwen. Het is mij wel duidelijk geworden, dat ook hij het niet gemakkelijk heeft. Allerléi beslist noodzakelijke veranderingen en verbe teringen moeten in het bedrijf worden aangebracht, maar ze worden uitge steld om niet verstrikt te raken in een moordende schuldenlast. Ik heb de re- I is echter bijna niet meer mogelijk. En in de grote huishouding, waartoe ik behoor, is het al niet anders. Ook de overheid heeft haar geldzorgen misschien wel de grootste. Maar zij heeft middelen en mogelijkheden om deze zorgen te verminderen of op te heffen, hetzij tijdelijk, hetzij definitief. Het beroerde is alleen, dat al deze middelen en mogelijkheden weer terug slaan op de leden van die grote huis houding, op U en mij, onverschillig of wij werkgever dan wel werknemer zijn, of wij behoren tot „de grote mas sa" of tot „de welgestelden", zoals mi nister Drees ons enige maanden gele den beliefde te onderscheiden. Over al die onderscheidene midde len en mogelijkheden zijn boekdelen vol geschreven en telkens weer blijkt, dat tot oordelen bevoegden geheel ver schillend denken over de doelmatigheid er van. Ik heb er helaas misschien Van die wonderbaarlijke carrières a la Michiel de Ruyter (U weet wel: van touwslagerskneohtje tot admiraal) hoor je tegenwoordig niet zo veel meer, maar ze komen toch nog voor en het is de Horenaar Klaas Bas, die een dergelijk lot beschoren is geweest. Klaas Bas was een jongen, die hier in het weeshuis aan de Korte Achterstraat een belangrijk deel van zijn jeugd sleet en laten we eerlijk wezen, men zag niet zulke weidse perspectieven voor hem. Hij was een aardig knaapje, maar op school blonk hij niet uit. Hij ging naar de U.L.O. en ook daar konden de onderwijzers niet bevroeden, dat hij het nog eens ver zou brengen in de maatschappij. Men dacht, dat er mischien een rustig kantoorbaantje voor Klaas weggelegd zou zijn, maar dat was dan ook alles. Het is echter ietwat anders uit- gepat. Bas, thans zeven en dertig jaar, is één van de grootste uitgevers in Indo nesië geworden. Hjj staat aan het hoofd van een zaak, waaraan een honderd mensen hun brood verdienen en een omzet waarvan men staat te duizelen als men al die cijfers voor de komma ziet. In Djakarta is het hoofdkantoor en verder zijn er filialen te Djocja en Solo, terwijl in Amsterdam een eigen kantoor geves tigd is met daaraan verbonden een boekhandel, en wel de boekhandel N.V. Jukkers Dekker in de Nieuwe Spiegelstraat. Na zijn ULO-tijd brak er voor Bas een moeilijke periode aan, want hij moest aan de slag. Deregenten van het weeshuis vonden een baantje voor hem op het kantoor van Scholtens Me- taalwarenfabreik, maar in deze branche bleek Klaas geen succes. Na een half jaartje had hij de boel zo verprutst, dat hij niet te handhaven was. Dus wat an ders. De oude heer Boot, leraar aan de Tuinbouwschool, mocht de jongen graag en ging eens praten met de heer Bou- man, boekhandelaar aan de Veemarkt. Die kon wel een hulpje gebruiken en zo verscheen op een goede dag Bas daar tussen de boeken. Het was inderdaad een goede dag, want Bas had zijn be stemming gevonden. Hij was meteen in zijn knollentuin en met „oom Hendrik en tante Neeltje" kon hij het uitstekend vinden. Hij zal misschien een jaar of daaromtrent tussen de boeken en de vulpennen gebivakkeerd hebben, toen er zich een kans op promotie voor deed. Bas solliciteerde naar een betrek king van assistent bij boekhandel Har- kema in Hilversum en met steun van de heer Bouman kreeg hij het baantje. Hij schijnt het daar goed gemaakt te hebben, want na verloop van tijd ont ving de familie Bouman een brief die als volgt begon: „Hoera, Klaas gaat naar Indie". Bas was namelijk door de firma Kolff, de grootste boekhandel en uitgeversfirma daar, als employé aan genomen. Dat zal zo omstreeks 1934 ge weest zijn.Laten we u vertellen, dat Bas er in slaagde om in de komende jaren op te klimmen tot een der meest verantwoordelijk» posten bij de firma Kolff. Hij trouwde in 1938 en werd een jaar later vader van een welgeschapen dochter. Onverwacht weerzien. Maar de oorlog kwam en Bas moest dienst nemen. Hij vocht tegen de Jap pen, kwam in een kamp en belandde ten slotte in Bangkok, waar hij het einde van de vijandelijkheden beleefde. Vrouw en dochter had hij In jaren niet gezien. Tot er een boot met mensen voor Holland arriveerde en Bas tot zijn grote vreugde ega en dochter over de ver schansing zag leunen. Bas ging ook naar Holland en heeft hier een jaartje door gebracht om wat op te knappen. Hij woonde toen met zijn gezin op de boer derij van zijn zwager en zijn zuster in de Beemster. Bas reisde wat voor het fonds van de uitgeverij van de Arbeiderspers, maar naar zijn smaak was Nederland geen oord om behoorlijk zaken te doen. Hij zag een kans in de pogingen van de stichting „De Opbouw" om in Indonesië een uitgeverij te vestigen en werd be last met een leidende functie in Dja karta. Dus weer op de boot. Dai. was in het voorjaar van 1947. Er waren heel wat strubbelingen, die Bas moest over winnen en de zak-n liepen helemaal niet zoals hij wilde. Maar uiteindelijk kreeg hij van het ministerie van Econo mische Zaken gedaan, dat hij erkend werd als boekhandelaar en dat hij de viezen kreeg voor de import van boe ken. Na veel vechten is de omzet van het bedrijf thans honderdduizenden exemplaren per maand. Daarnaast zette Bas een uitgeverij op, die thans een redactiestaf van zes men sen heeft, waaronder als hoofd een jurist. Per maand geeft Bas nu vier boeken uit. Bas begon letterlijk zijn tweede car rière met geen cent in zijn mars. Thans is hij een vermogend man. In vier jaar tijds.Maar er is dan ook dag en nacht voor geploeterd. Waaraan dit fabelachtig succes mede te danken geweest is? Wel Bas had een goed inzicht in de politieke verhoudin gen en de mogelijkheden die in Indone sie lagen zowel voor de afzet van im- portboeken a' voor het Indonesische boek. Willens en wetens heeft hij zich ingesteld op de nieuwe verhoudingen. Toch staat de zaak nog maar aan het begin van haar bloei. De uitgeverij gaat 'n grote toekomst tegemoet en in tien tallen plaatsen moeten nog filialen wor den opgericht. Maar dat eist overleg en grote kapitaalsinvesteringen. Voorts la boreert de zaak van de heer Bas aan een chronisch tekort aan vakmensen. Personeel uit Holland over laten komen is te kostbaar en heeft weinig zin, om dat een Hollandse boekhandelaar geen flauwe notie heeft van wat de Indonesi sche markt vraagt. Dus leidt de heer Bas jonge Indonesiërs op, wat echter enorm veel tijd vergt. Benauwde ogenblikken heeft de heer Bas doorgemaakt ten tijde van de geld- sanering in Indonesië. Gelukkig had hij net een belangrijk bedrag naar Hol land overgemaakt, maar de markt voor romans was door de saneringsmaatrege len vrijwel geheel bedorven. Wel bleef er interesse bestaan voor wetenschap pelijke werken en meteen beeft .Bas. zich op dit ondedreel van de markt ge worpen. De uitgeverij van de heer Bas is thans bezig met vier en twintig school boeken van Indonesische auteurs, ver der met een reeks voor een Volks universiteitsbibliotheek en een serie po pulaire brochures. Bas krijgt nu aanbiedingen uit alle delen van de wereld. De grote uitgeve rij MacMillan te Londen wil met hem samenwerken, en voorts is de uitgeverij alleenvertegenwoordigster voor de wer ken van de Verenigde Naties en heeft zij de auteursrechten van allerlei be kende Engelse en Nederlandse populair wetenschappelijke werken in handen ter vertaling in het Indonesisch. Stunt in Djocja. Eind Juli 1949, vlak nadat Sukarno en Hatta van Banka, waar ze gevangen hadden gezeten, teruggebracht waren naar Djocja, charterde Bas een vileg- tuig van de KLM en liet dat vol boeken naar Djocja vliegen. Bas wist, dat de republikeinse autoriteiten graag boek,. i in Djocja wilden hebben en hij waagde een gokje. Het was nogal spectaculair en ze vonden het in Djocja prachtig. Niettegenstaande de woningnood kreeg Bas een tokopand en kon twee weken later zijn filiaal daar openen. Geduren de die weken was hij de enige Neder lander in Djocja. Guerrillastrijders, die uit de bergen kwamen afzakken, keken hem wel eens vreemd aan, maar ze de den niets. Bas deed zaken op een ge weldige manier. En erg leuk was het, dat hij vrijwel niets anders ontving dan zilvergeld, dat de mensen hadden op- ge:paard. Rijdende toko Nu hoopt Bas over twee maanden weer met iets nieuws te komen, name lijk een rijdende toko. Bij de spoor wegen wordt een wagen ingericht tot boekwinkel. Het is een wagon, die der tien meter lang is. Door een binnen huisarchitect is het interieur ontwor pen. De wagen heeft een eigen licht installatie en verder hoort er nog een kleinere wagen bij met een onderkom n voor het personeel. De bedoeling is, dat de wagons naar de kleinere plaatsen worden gebracht en daar enige dagen blijven staan. Er is ook een film-appa raat bij en 's avonds worden er films vertoond op het gebied van de bestrij ding van het analphabetisce en de volksvoorlichting. In een brief aan de familie Bouman, waaraan we de gegevens voor dit ftrti- kei ontlenen, schrijft de heer Bas voorts, dat de toestand in Djakarta langzamer hand rustiger wordt. Hij hoopt full speed door te kunnen gaan met zijn arbeid. Maar haar Holland terugkomen, daaraan denkt de heer Bas niet. Of het moest zijn voor een vacantietripje. Op zakelijk gebied is het hem hier veel te i klein en te benepen. moet ik wel zeggen: gelukkig weinig verstand van, maar beu toch van twee dingen wel heel erg overtuigd. Het is mij namelijk dui elijk geworden, dat vrijwel alle middelen echte „paarde- middelen" zijn. En ik weet ook zeker, dat hier evene is geldt: zachte heel meesters maken stinkende wonden. In 1949 heb ik een buitenkansje ge had en kreeg dus een hogere aanslag in de inkomstenbelasting dan voor heen. De belasting-inspectie dacht ze ker, dat het in 1950 wel weer zo zou zijn en stuurde me dus een veel te hoge voorlopige aanslag. Ik heb direct om vermindering verzocht en wacht daarop nu reeds enige maanden. Ten einde de moeilijkheden van moeder de vrouw niet onnodig te verzwaren heb ik de ontvanger gevraagd om mij uit stel van betaling van het teveel gevor derde te willen verlenen. En nu krijg ik daar een moot gestencild briefje, waarbij mij wordt medegedeeld, dat uitstel van betaling niet kan worden verleend, Ik moet mij maar weer op nieuw tot de inspecteur wenden en in afwachting van diens beslissing wordt de vervolging normaal ingesteld of voortgezet. Er zal dus binnenkort wel een deurwaarder komen om mij een dwangbevel te betekenen en als de in specteur zijn beslissing nog langer uit stelt, zal mijn inboedeltje wel in beslag genomen worden. Wat is toch de oor zaak van deze houding van de fiscus? Zijn de heren overstelpt met werk zaamheden of is het een middel om de liquiditeitsmoeilijkheden van de over heid tijdelijk te overbruggen? Hoe dit ook zij, het gaat in elk geval ten koste van de burgerij. UEN andere maatregel van de minister van Financiën heeft het uitsluitende doel om op korte termijn gelden aan het bedrijfsleven te onttrekken ten creëren van de mogelijkheid om aan vennootschappen voorlopige aanslagen op te leggen. Zeer binnenkort zullen deze aanslagen over 1950 worden opge legd en over enige maanden eveneens over 1951. Het geheel zal vóór het ein de van het jaar betaald moeten wor den. Op zichzelf klinkt het helemaal niet onlogisch: het bedrijf maakt winst en dus moet van die winst direct het deel. hetwelk aan de gemeenschap toekomt, maar direct worden afgedragen. Theo rie en practijk zijn echter geheel ver schillend Bij ons in het bedrijf is het lang zamerhand zo geworden, dat de afne mers een crediet genieten van ongeveer twee maanden en ook wij hebben van onze leveranciers een gelijk crediet Stel U nu eens voor. dat onze leveran ciers plotseling zouden zeggen, dat we onmiddellijk moeten betalen. Het zou een ramp zijn atie is wel, dat Kidwai een vriend van Nehroe is.... Men mag aannemen, dat deze rebel len binnen afzienbare tijd volgelingen zullen krijgen in Bengalen en Madras. En dan? Wat zal er gebeuren, wanneer zij zich afscheiden van de Congrespar tij? Zullen zij gaan samenwerken met de Indische socialisten? Volgens som mige berichten is Kripalani in contact geweest met mr. Jai Prakash Narain, de leider der socialisten. Maar het De mocratische Front is geen socialistische groepering. Integendeel: het is eigen lijk in het geheel niets. Een program heeft deze groep niet. Zij is alleen maar een protest tegen de corruptie en de traagheid, die het Congres-regime kenmerken. De communistische partij heeft even eens met interne moeilijkheden te kam pen gehad. Onlangs is er echter een verkiezingsmanifest met vier en der tig punten verschenen, zodat men kan aannemen, dat de ergste problemen zijn overwonnen. Het grootste probleem: de honger. JjE POLITIEKE oppositie is verdeeld en dus tamelijk machteloos. Vandaar :al de regering dus niet veel moeilijk heden behoeven te duchten. Een aan zienlijk groter probleem vormt voor haar de droogte, die een groot deel van India teistert en die heeft geleid tot een afschuwelijke hongersnood. Hieruit vloeit een belangrijk stuk sociale onrust voort. Van verschillende kanten heeft In dia aanbiedingen gekregen voor aan zienlijke hoeveelheden graan. Nehroe heeft hierop geantwoord met een reeks van redevoeringen, die het weinig waarschijnlijk maken, dat Amerika snel voedsel zal zenden. Het Amerikaanse Congres, dat hierover beslissingen moet nemen, wil aan de levering voorwaar den verbinden, die Nehroe niet zal aan vaarden. Mocht India er in slagen, van China en Rusland een millioen ton graan te krijgen, voordat de Ameri kaanse voedselschepen zee kiezen, en de onderhandelingen hierover zijn gaand dan zullen de Verenigde Sta ten in de toekomst spijt hebben van de traagheid van het thans zittende Congres, zo schreef kortelings 't Britse liberale blad „Manchester Guardian". Intussen nadert de hongerdood de provincie Bihar. Het land ligt te schroeien onder de zon. Door de droog te is de oogst mislukt, dan wel het zaaien uitgesteld. De vruchtbare aarde van Terai schenkt de mensen allereerst nog maar zoete krielaardappelen. Voor het vee is er geen voer meer. De var kens zijn vel over been. Er ligt en soort verdoving over de vlakten van Bihar. Er wordt niet meer op 't land gewerkt. Mens en dier lig gen zwijgend in de schaduw van de mangabomen. Zelfs de kleine kinderen zijn stil, terwijl zij op de zure groene manga's kauwen. In het district Sita- marhi zijn de meeste bronnen opge droogd. Vrouwen en kinderen schrapen bate vaiï de schatkist. Ik denk aan het 1de bodems Yf? de. watertanks af, op zoek naar kikkervisjes en slakken. Sieraden zijn verkocht of beleend, op het land drukken zware hypothe ken, geld wordt geleend tegen zeven tig procent rente. Kinderen en oude mensen vertonen de eerste symptomen van de naderende hongerdood. Dit is het ergst van al: de nat.te moesson staat voor de deur en dan zal geen voedsel het zwaar getroffen Bi- har mee kunnen bereiken. Deze ramp gaat zich nu als gevolg van bovenbedoelde maatregel vol trekken. De fiscus heeft immers het gebruikelijke crediet opgezegd en be zit de middelen om aan deze opzegging kracht bij te zetten. Mijn baas zit daar door in nog grotere zorgen, temeer daar hij weet. dat voor hem niets an ders geldt dan SIJMEN BETAEL. Rusland telt ruim 30.000 Methusalems (Van onze correspondent te Stockholm) Uit Moskou5 deelt de Prawda ons mede, dat de mensen onder het Sowjet- regime zoveel vreugde in het leven scheppen, dat zij gewoonweg niet meer willen sterven en zjj leven dan ook veel langer dan hun arme medemensen in de kapitalistische landen. In de gehele Sowjet-Unie schijnen niet minder dan 300.000 mannen en vrouwen te leven, die de eerste eeuw Van hun leven reeds overschreden zouden hebben. De Me- thusalem onder hen moet op de wereld gekomen zijn in de dagen van de slag van Jena en Auerstadt in het jaar 1806, Daar hij aan de Zwarte Zee geboren werd, had hjj helaas geen gelegenheid om Goethe in zijn beste jaren persoon lijk te leren kennen, anders had hjj nu in Moskou een lezing kunnen houden over „Mijn gesprekken met Goethe". Toen hij op school ging, als deze Was- siliy Sergjewitsch Tischkin tenminste ooit naar school is gegaan, hoorde hij ook niets van Bismarck, daar deze nog helemaal niet geboren was. Op zijn honderdste jaar had hij eigenlijk volgens de communistische theorie onder de vloek van het kapitalistische stelsel zo langzaam het bijltje erbij neer moeten leggen. Maar hij zag waarschijnlijk al in zijn geest de Sow- jet-ster aan de bloedrode horizon op gaan en toen hij op zijn lilde jaar ge tuige was van Lenin's Staatsgreep kreeg het leven voor hem eigenlijk pas waarde. Hoewel hij 145 jaar oud is, is hem nog allerminst een rustige levensavond be schoren, integendeel: hij schrijdt elke dag dapper op zijn akker op en neer om zijn Kolchose-plicht te vervullen. Bij de verkiezingen zou men hem aan geboden hebben de bus in zijn huis te brengen, hetgeen hij echter als een be lediging beschouwde. Nu begeeft hij zich naar het stemlokaal, om zijn keus te doen tussen de ene partij, die op het stembiljet staat en hierbij zijn kruisje te zetten. Hij weet, dat hij, als hij niet kwam stemmen, zelf een kruis je achter zijn naam zou krijgen en zijn natuurlijk lang leven een onnatuurlijk snel einde zou vinden. Zijn rivaal is Makhmoed Eiwasow, die maar drie jaar jonger is. Eiwasow is afgevaardigde in de dorps-Sowjet voor het gebied van Lerik in Azerbeidzjan. Ieder jaar vindt daar een volksvergadering plaats. Dan is hij jarig en krijgt bezoek van zijn 118 kinderen, kleinkinderen, achter kleinkinderen en achter-achterkleinkin deren. Dat inderdaad, in sommige Aziatische gebieden, vooral in de Kaukasus, de mensen een buitengewoon hoge leeftijd bereiken, is bekend, hoewel de nauw keurige leeftijd meestal niet vast te stellen is bij gebrek aan registratiepa pieren. Het klimaat zal hierbij wel evenzeer een rol spelen als bepaalde voedingsgewoonten. Doch dat het com munistische stelsel hierbij de doorslag zou geven, zal zelfs professor Nagorny van de Universiteit in Charkow niet ge loven, ook al heeft hij nu, om een of an dere Stalin-prijs te behalen, een boek geschreven onder de titel „De Sowjet- Unie het land van het lange leven". Hoe zou het anders komen, dat ook de mensen in het naburige land, in het kapitalistische Turkije, een ongehoord hoge leeftijd bereiken? Nog helemaal afgezien van het feit, dat voor millioe- nen Russen de Sowjet-Unie een land van een kort, al te kort leven is. De Britse trawler „Harvest Hope" is ten Zuid-zuid-westen van Copensay (Orkneys) op de kust gelopen tenge volge van het slechte zicht. Donderdag is te Philadelphia kar dinaal Denis J. Dougherty, aartsbis schop van Philadelphia overleden. Hij was 85 jaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 9