Vrede op lange termijn beveiligd -
op korte termijn echter in gevaar
LUDOVH KWAM
Verhoging van de IJ-veer-tarieven heeft
een onbevredigende toestand geschapen
Militair machtsevenwicht kan pas in
1953 bereikt worden
God heeft de
mensen nodig
De
zure
plicht
Bijdrage uit Wegenfonds de oplossing
uiiiiniiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiii
NAAR VASTE GROND
Meest verbreide opvat
ting :oorlog is vermijdbaar
BRITSE GEZANT IN SEOEL
VERDWEEN SPOORLOOS
OP HET MATJE
Er zal gepraat worden
met de regering
EN
Hervormde Kerk neemt
zendingsarbeid over
IL AIRFO
SILK
Het Radiof
ZATERDAG 23 JUNI 195
Na een jaar oorlog in Korea
(Van onze diplomatieke medewerker)
QP 25 JUNI 1950, in de vroege ochtend, trokken de Noord-Koreanen de zuide
lijke grens van hun satellietstaat over. Het was de eerste daad van openlijke
aggressie sinds Hitier nadat de wereld werkeloos had toegezien bij de „vreed
zame" verovering van Oostenrijk en Tsjechoslowakije in 1939 Polen binnen
viel. Het verzet, dat toen geboden werd, kwam te laat. Wereldoorlog no. II was
niet meer te verhinderen. En daarom schepte een in angstige spanning afwach
tende mensheid verlicht adem, toen president Truman, luttele uren na de com
munistische overval op Zuid-Korea, besloot dat er ditmaal geen „München" zou
zijn. Onder leiding van Amerika veroordeelden de Verenigde Naties deze
aggressie en al vele maanden verdedigen thans de strijdkrachten van zestien
naties de vrijheid van een bruut overvallen staat tegen de Noord-Koreanen, aan
wier zijde zich inmiddels ook communistisch China heeft gescbaard.
J^AN MEN nu zeggen, dat het ingrijpen
der Verenigde Naties in Korea ge
baat heeft? De vraag begrijpelijk,
nu de strijd in Korea juist een jaar oud
is kan niet met een eenvoudig „ja"
of „neen" beantwoord worden. Nog
blaft in Korea het geschut en een wa
penstilstand is, ondanks alle vredes-
geruchten, niet in zicht. Wel kan men
echter, naar ik op goede gronden ge
loof, beweren, dat de wereld, door het
geen geschied is, op de lange termijn
gezien meer beveiligd is tegen een der
de wereldoorlog dan een jaar geleden
het geval was. Op de korte periode
daarentegen is de situatie ongetwijfeld
gevaarlijker geworden.
De politiek van de vrije wereld, zoals
deze na de aggressie in Korea vorm
gekregen heeft, is gericht op het berei
ken van een militair evenwicht met
het Sowjet-imperium. Niet onaanzien
lijke vorderingen in deze richting zijn
reeds gemaakt, maar nog veel meer
staat te doen. Amerika beschikt over
een voorsprong op het gebied der ato-
mische wapens. De vrees is echter ge
rechtvaardigd, dat het Kremlin binnen
niet al te lange tijd over middelen zal
beschikken, die, ondanks deze omstan
digheid, een oorlog voor de Sowjet-
Unie niet tot een al te groot risico
zullen maken. Aannemen mag men dat
J7EN FILM met bovenstaande titel
draait deze week in Amsterdam.
Zonder ook maar iets van de inhoud
van deze film te weten, kan de titel
alleen al ons tot nadenken brengen.
Onwillekeurig vraagt men zich af: Is
dat zo? Heeft God de mensen nodig?
Er zijn genoeg mensen, die het be
weren. Er zijn ook genoeg mensen
die het tegendeel beweren. Van Bijbels
standpunt uit luidt het antwoord zo
wel Ja als Neen. De Bijbel zegt: God
is souverein, Hij is zichzelf genoeg, Hij
is almachtig. Hij heeft de mensen en
al wat leeft zelf geschapen, dus hoe
zou Hij ze nodig hebben? Zijn wegen
zijn hoger dan onze wegen, God be
reikt Zijn voor ons verborgen doel
ook zonder ons, zelfs ondanks ons.
Alles wat een mens, al heet hij Albert
Schweitzer, Paulus of Ignatius van
Loyola, ooit kan werken aan het Ko
ninkrijk Gods is louter genade, dat is
rechtstreeks van God ontvangen
kracht en zegen. Omgekeerd kan geen
Judas of Kajafas verhinderen dat dat
goddelijke doel ten slotte toch, on
danks hen, wordt verwerkelijkt. God
gebruikt zowel onze kwade als onze
goede gedachten en daden, en buigt ze
beide om in Zijn richting. Hij kan het
dus eigenlijk best zander ons stellen
Maar er was eens een Joodse leraar,
die in een gesprek zei: „Wij Joden
hebben tegen jullie Christenen o.a
dat jullie in je hart je eigen Nieuwe
Testament niet gelooft. Daar staat toch
ook in: Gijlieden zijt medearbeiders
Gods!"
En inderdaad heeft het Jodendom
daar altijd meer ernst mee gemaakt
dan het Christendom, dat in de leuze
„alleen door genade" wel vaak een
welkom excuus vond om zelf dan
maar met de handen in de schoot te
blijven zitten, vooral op maatschappe
lijk gebied. Er zijn heel wat passieve
•n fatalistische Christenen en niet-
Christenen die te pas en te onpas zeg
gen: Ach ja, wat doe je eraan? Je
moet maar afwachten. Het zal wel zo
moeten zijn.
Tegen dezulken kan het Joodse ver
wijt niet krachtdadig genoeg worden
gericht. Tegen ouders die nun kinde
ren in alles maar laten begaan, ook in
het kwade, omdat ze menen dat de
kinderen toch niet naar hen zullen
luisteren (wat zij zeker niet zullen
doen als de ouders hen voorgaan in
laksheid en gelatenheid en gemak
zucht). Tegen mensen die de mach*
hebben om sociale verbeteringen aan
te brengen, misverstanden uit de weg
te ruimen, maar het niet doen onder
het motto dat het toch wel niets zal
helpen. Tegen zakenlieden die zich
kalm laten meesleuren naar de morele
afgrond, omdat „iedereen het doet" en
omdat „je er in je eentje toch niet
tegenop kunt". Tegen jonge mensen,
die Gods water maar over Gods akker
laten lopen omdat het toch wel gauw
weer oorlog zal zijn, en het er dus
niet meer op aan komt hoe je leeft
(zou het er dan niet juist dubbel en
dwars op aankomen?)
Zelfs al zou in al die gevallen het
beoogde doel inderdaad niet worden
bereikt, dan beantwoorden wij toch
meer aan onze bestemming als mens.
en vooral als medemens, door wè! te
trachten medearbeider Gods te zijn
dan door ons daar zogenaamd te ge
ring voor te achten. Het doet er im
mers niets toe wat wij van onszelf
vinden, alleen waartoe God ons roe
pen wil en maken wil. Die God. die
ons niet nodig heeft maar ons in Zijn
onbegrijpelijke ontferming toch soms
gebruiken wil, vraagt van ons geen
valse bescheidenheid, geen lijdelijke
berusting, alleen gehoorzaamheid. Met
alle rest hebben wij niets te maken
En als wij dan werkelijk door Hem
geroepen zijn, tot welk een Lilliput-
arbeid ook, dan geldt weer het woord
van Willem van Oranje, dat het niet
noodzakelijk is te slagen om vol to
houden.
spoedig doen. Hun grondstrijdkrachten
zijn verre superieur aan die van de
niet-communistische wereld en tot op
zeker hoogte kan dit zelfs van hun tac
tische luchtmacht gezegd worden.
Toch gelooft men in de Westerse
hoofdsteden vrij algemeen, dat Moskou
niet zal toeslaan en zijn hoop zal blij
ven bouwen op de „onvermijdelijke" in
eenstorting van de kapitalistische lan
den, die in de heilige geschriften der
communisten voorspeld is. Men ba
seert dit geloof onder andere op het
feit dat de Russen tot nu toe weinig of
niets ondernomen hebben om aan de
oorlog in Korea uitbreiding te geven,
terwijl het voor het Kremlin, indien
het de totale oorlog wenst, toch voor
delig zou moeten zijn, deze in het Verre
Oosten, ver van de Westerse bevoor
radingscentra, te doen losbarsten.
Buitenlandse waarnemers te Moskou
beamen deze theorie. Zeker, zo geven
zij toe, de Sowjet-pers trekt fel van
van leer tegen het Atlantisch Pact en
de Amerikaanse bases in het buitenland
en zegt daarin een Westerse voorberei
ding tot oorlog te zien. Maar tegelijk
houden deze bladen hun lezers voort
durend voor, dat Stalin zal verhinde
ren, dat de Westerse „oorlogsophitsers"
hun zin krijgen. En de machtige Rus
sische heerser kan immers niet falen..
Er zjjn echter ook tekenen, die wèl
op een oorlog op korte termijn wijzen.
De onheilspellendste, zo schijnt het mij
toe is, dat Joego-Slavie wapens aan
het Westen gevraagd heeft. Nog geen
jaar geleden verklaarde Tito, dat hij
dit nooit zou doen, tenzij dan dat er
een directe aanval van de zijde van
Moskou dreigde. En de communist Tito
kent de heersers in het Kremlin beter
dan wie ook aan deze zijde van het
IJzeren Gordijn!
De Britse regering heeft de Sowj et-
unie verzocht een onderzoek in te stel
len naar de verblijfplaats van kapitein
Vivian Holt, de Britse gezant in Korea
vóór het uitbreken van de vijandelijk
heden. Kapitein Holt was in Seoel ach
tergebleven, toen de stad voor de eer
ste maal een jaar geleden in
Noordelijke handen viel en sindsdien is
niets meer van hem vernomen.
AMERIKAANS VLIEGTUIG VERMIST
Een Amerikaans vliegtuig met onge
veer 40 inzittenden, dat van Accra
(goudkust) onderweg was naar Dakar,
wordt vermist. Het toestel had gister
morgen te Robertsville (Liberia) rrióe-
ten landen.
het Westen, wanneer het daartoe de tijd
krijgt, begin 1953 bij benadering even
sterk zal zijn als de Sowjet-Unie en
haar satellieten. Daarop zou automa
tisch een periode van snel sl nkendt
spanning volgen.
De huidige Westerse politiek bergt
echter dit gevaar in zich: indien de
Sowjets toe willen slaan, moeten zij dit
(Advertentie. ing. Mee!,)
Een kei-hard hoofd
De Lancethet orgaan der
Britse medici, meldt, dat een
vijf en vijftig-jarige man zich in
bed door het hoofd schoot. „De
volgende ochtend stond hij op,
kleedde zich en bereidde zijn
eigen ontbijt. Hij Werd volkomen
bij zijn bewustzijn naar een zie
kenhuis gebracht en geopereerd.
Na twee maanden kon hij dit
verlaten. Een nader onderzoek,
negen maanden na het gebeurde,
toonde aan, dat de man volkomen
gezond was. Hij was echter even
onredelijk en slecht gehumeurd
als voor zijn mislukte zelfmoord
poging".
JJET was allemaal gekomen door de
optocht vanwege het feest. De
muziek was uitgerukt met groot
materiaal en de politie hield op de
straathoeken het dwarsverkeer in de
ijzeren greep van haar Gezag. Maar
Jannetje G., de achttienjarige zonne
bloem die vanochtend beteuterd en
met 'n traan aan iedere wimper voor
de rechter trad, had geprobeerd om
achter een agent z'n rug met haar
fiets door de drukte te wurmen En
dat was misgelopen op 'n onfeeste
lijke wijze. Ja, dat was niet zo best
geweest.
De agent was jong en actief. Hij
vertelde vanochtend in z'n beste pro
cesverbaalstijl, dat „de verdachte"
had geweigerd stil te staan Voorts had
zij haar fiets gerukt in Noordooste
lijke richting, hoewel de bedoelingen
van de politieman meer in het Zuid
westelijke hadden gelegen. En ze had
„peslijer en bloedhond" laten komen
over de fraaigewelfde omheining ba
rer tanden.
Ik greep hadr vervolgens in de
schouder, teneinde de weg vrij te
maken, maar zij bracht mij een slag
toe op de linkerwang, juist onder de
slaap", doceerde de man in het goed
zittende uniform.
Nou, de rechter schokte er van
overeind. En wat Jannetje daar zélf
wel van zei. Dat leek toch nergens
op
De blonde zondaresse ving zeer te
wenen aan en de jonge agent kreeg
'n kleur en friemelde aan z'n boord.
Ik denk, dat hij het vanochtend lie
ver onder vier ogen had uitgepraat,
maar de Plicht had anders geboden.
Deed het pijn?, wilde de rechter
weten. Maar dat was er niet bij ge
weest. De agent schudde, alsof z'n
knappe kop er af moest. „O neen, edel
achtbare, de klap was maar zacht ge
weest"
Juist toen we dachten dat het frêle
figuurtje van Jannetje Kenau zou
wegdrijven op de golfslag van haar
eigen traanproductie stond de offi
cier op om de boetpredikatie te hou
ten. Het meisje zag hem vermoedelijk
voor de beul aan. want ze gaf een gil
lerig kreetje en zweeg.
Enfin, de rechter brak de eis door
midden en zo werd het dertig gulden.
De mishandelde agent stapte samen
met de veroordeelde de deur uit. We
konden nog nét zien, hoe hij haar, als
'v charmant cavalier in de regenjas
hielp.
Mocht er 'n huwelijk uit ontluiken
dan zullen we met z'n allen een bloe
metje sturen. KAPEL.
Zo'n Het», die lichter loopt i
(■paji) -Saj 'siinspsApv)
HET WEKELIJKSE
KORTE VERHAAL
||ET LEEK in het huwelijk van de heer en mevrouw Krll weinig meer op Ai
tijd, toen ze toen nog Snoepie en Kereltje geheten in de stedelijk»
schouwburg zwijmelden bij Liszt's Liebcstraume, gereproduceerd onder leidin,
van de veelbelovende jonge muziekmeester Korver. Mevrouw Kril, in de rol van
Snoepje, had gefluisterd: „Ons liedje, Kereltje!" en meneer Kril had slechti
adem gevonden voor een diepbewogen „Ja.Maar hoe gaat het. Ze hebbe,
Liebcstraume in swingzetting op de markt gebracht, muziekmeester Korv»,
heeft de dirigeerstok geruild voor een broodwijkje en de echtelieden Kril het»»
„Zeg, hé.en „Kril", en ze dragen allebei kunstgebitten van vederlicht plast!»,
De romantiek slijt er af. De heer Kril verweet het vroegere „Snoepie" haar
grijze haren en zij had iets tegen de pieperige geluiden die bij nacht en ontjj,
maar ook onder het eten uit de gorgel van haar man opstegen Bovendle»
snorkte hij.
^AARAAN het ligt kan niemand
zeggen, maar op een middag
meneer was naar kantoor werd in
het hoofd van mevrouw Kril hèt idee
geboren. Misschien kwam het door het
hoorspel „Twee harten werden één",
dat gisteravond door de radio kwam.
De twee harten verenigden zich, na
zich te hebben ontdaan van weer twee
andere harten van (wettige) levensge
zellen, die in het dagelijks leven waren
tegengevallen. Hoe het zij, mevrouw
Kril zat met hèt idee.
Min of meer impulsief had ze de
Morgenpost (verschijnt eens per week)
gegrepen en onder de rubriek „Huwe
lijken" de lange lijst van „Nette Heren,
m.g.p., eigen home, ac. gevormd enz.",
die allemaal langs deze hun onsympa
thieke weg etcetera voor hun geluk ad
verteerden, nagelopen. Er waren man
nen onder (niet onbem.), die ware
hartekreten hadden laten drukken. Deze
categorie vermocht mevrouw Kril ech
ter niet te boeien, hoewel dat „niet
onbem." aantrekkelijk was. Maar ze
vroegen bijna alle een „j. sl. alg. ontw.
versch.", hetgeen wees op materialisme.
Neen, dan voelde ze toch nog meer
voor die „Eenv. besch. heer, levenspos.",
die naast een echtgen. ook foto (op
erew. ret.) vroeg. Hoe meer ze de ad
vertentie bestudeerde, hoe meer ze zich
tot de eenv. besch. voelde aangetrok
ken Doch de man woonde ergens in
Venlo, want daarheen moesten de brie
ven onder nummer gestuurd worden.
Hoe stug-zakelijk deze tijden ook zijn,
de mens heeft behoefte aan de ro
mance. Zelfs een mevrouw Kril leeft
niet alleen voor het huishouden en een
pieperige echtgenoot. „Al zou", zo be
sloot ze „slechts een romance-per-brief
het gevolg zijn van een levensteken aan
de eenv. besch., dan nog zou het uiter
mate spannend zijn. Ze zou iets heb
ben om haar leven mee te vullen. Ze
had die fragiele illusie van in 't ge
heim bemind te zijn, nog wel door
iemand met een levenspos., waarvan ze
bij Kril ook nog niet zo zeker was.
En 's avonds postte ze reeds een
brief met foto. Ze wist voor zichzelf,
dat deze brief ook dè brief zou zijn.
Hij zou doel treffen.
De feiten bewezen de juistheid van
die gedachte.
Twee dagen later bezorgde de post
een brief van de eenv. besch. En welk
een brief! Zeven per schrijfmachine
dichtbeschreven vellen, plus foto. waar-
Gesprelf met burgemeester mr. D'AiHy
(Van onze speciale verslaggever)
„PEN bepaald onbehaaglijke geschiedenis", noemde burgemeester mr. A. J.
d'Ailly van Amsterdam de verhoging van de IJ-veer-tarieven van Januari j.l.
De burgemeester zei ons dit in een gesprek, dat wij dezer dagen met hem had
den. In dat gesprek maakten wij ons tot tolk van de honderden automobilisten
uit Noord-Holland, en stellig ook velen uit Friesland, op wie die tariefsverho
ging zo'n onsympathieke indruk gemaakt heeft, dat ze dat veer als het maar
enigszins mogelijk is, mijden. „Liever een omweg maken, en dus een extra-
hoeveelheid dure benzine verbruiken, dan me iedere keer te ergeren, wanneer
ik op de pont sta en mijn tol moet betalen aan Amsterdam, om de hoofdstad
binnen te kunnen komen", had ons een Noordhollandse automobilist gezegd. En
zo kwamen wij tot dat gesprek.
dit niet worden door de verhoging. Al
leen kon het voor een paar ton worden
gecompenseerd. En dat was hoogst
noodzakelijk. Vergeet u niet, de situa
tie zelf is ook zo onbevredigend. Een te
geringe vaarcapacitait en daardoor
lange wachttijden. Daar moet iets aan
gedaan worden. We hadden een stille
hoop. dat de tariefsverhoging ertoe zou
leiden, dat er minder druk gebruik
van het veer gemaakt zou worden...."
„In November van het vorige jaar
werden er gemiddeld 6200 auto's per
dag overgezet. Na de verhoging in Ja
nuari daalde dit cijfer tot 5300 Maar
sindsdien was er weer een regelmatige
toename. Maart 5600, April 5700 en
Mei zelfs alweer 6100 per dag", wisten
wij te vertellen, omdat we vóór ons
bezoek aan burgemeester D'Ailly de si
tuatie ter plaatse eens hadden opgeno
men, en toen tellers aan het werk had
den gezien, die over deze maand-tota-
len beschikten.
„Precies. Hieruit zou dus blijken
kunnen, dat het oogmerk om het ver
keer een andere weg te laten kiezen,
niet bereikt is. De automobilisten ne
men de verhoging dus maar voor lief,
„Een hoogst onbevredigende situatie.
Inderdaad", zei de burgemeester
„Hoogst onbevredigend, omdat er naast
dit gemeentelijke veer, ook twee rijks
veren zijn, die het eiland Noord-Hol
land met de vaste wal verbinden. En
die twee Rijksveren zijn gratis. De
weggebruiker vraagt zich natuurlijk
niet af. wie de kosten van zo'n veer
draagt. Die verlangt alleen maar, dat
hij op de vlotste manier overgezet
wordt, en ziet dus alleen de onbillijk
heid, dat hij op de ene plaats we) moet
betalen en op de andere plaats, een
paar kilometer verderop, niet, terwijl
hem op beide plaatsen precies dezelfde
dienst wordt bewezen.
Toch is het principe, om de wegge
bruiker rechtstreeks de kosten te doen
dragen van de verbinding, niet ver
ouderd. Zelfs in het zo moderne Ame
rika vindt het no? op tal van plaatsen
toepi----'no Fn A>-roterdam zat met dat
nn'zrw'ii1 t on dat veer Ruim
ohderhalf tnillioen. Teniet gedaan kon
omdat het nu eenmaal de kortste weg
is, die ze kunnen kiezen. Is alleen over
gebleven het voordeel voor Amsterdam,
dat het grote tekort met een paar ton
gedrukt is".
Waarom alléén Amsterdam?
„Maar nu een andere kant van de
medaille, vervolgt de burgemeester.
Waarom moet Amsterdam die kosten
altijd maar weer alleen dragen? Dat is
onredelijk. De grote rijksweg naar
Leeuwarden is over Amsterdam geleid.
We vinden het prachtig. Maar wanneer
die weg toevallig eist, dat er een brug
geslagen moet worden ergens over een
kanaal bij een klein dorpje, dan zegt
het Rijk toch ook niet: „Dorp, betaal
jij nu die brug maar". En voor Amster
dam wordt dat altijd maar vanzelf
sprekend geacht. Er wordt een grote
Rijksweg aangplegd. Die Rijksweg
loopt tot aan de grens van de gemeen
te. Het onderhoud, en desnoods ook de
aanleg, van de aansluitende weg in de
stad, komt altijd weer opnieuw voor
rekening van ons.
De Rijksweg naar Leeuwarden is
aangelegd. Natuurlijk wordt er een
druk gebruik van gemaakt. Zo'n druk
gebruik, dat de vervoerscapaciteit van
het IJ-veer beslist onvoldoende is ge
worden. Wie heeft er maar te zorgen,
dat aan de redelijke eisen van de weg
gebruikers wordt voldaan? Amsti lam.
En zo'n veerdienst is zeer kapitaal-in
tensief. U weet, dat er een plan tot
verbetering klaar ligt. dat acht mil-
lioen zal vergen. Rente en aflossing
zullen weer ernstig drukken op de
exploitatierekening.
Dat neemt alles niet weg, dat we een
open oor hebben voor de klacht, dat
hier een extra-belasting opgelegd wordt
aan automobilisten. In de raadszitting,
waarin het voorstel werd aangenomen
om de tarieven te verhogen, heeft de
wethouder voor het vervoerwezen dan
ook al toegezegd, dat de kweriie nog
maals in studie zou worden genomen.
Dat is gebeurd, en daar zal dus binnen
kort een rapport over kunnen ver
schijnen.
Taak voor Wegenfonds.
jyjEN MAG zich namelijk de vraag
stellen, in hoeverre hier het We
genfonds tegemoet dient te komen. Dit
veer is eeri schakel geworden in het
grote Rijkswegennet. Met enige rede
lijkheid mag dus gevraagd worden, of
het Rijk wil bijspringen. Niet om Ijpt
hele tekort te dragen, maar toch zeker
wel voor een edeelte. Met een zoda
nige bijdrage zou misschien de Jamia-
ri-verhoging teniet gedaan kunnen
worden. Amsterdam behoeft ei niet
aan te denken het vervoer geheel gra
tis te doen zijn. Zelfs zal het niet zo
ver kunnen gaan, dat het aan verkeer
van elders dezelfde faciliteiten verleent
als aan de bewoners van Amsterdam-
Noord. Voor hen heeft Amsterdam na
melijk niet minder dan de plicht te
zorgen, dat er een goede verbinding is
met bet centrum van de stad. Amster
dam beschouwt zijn bewoners van
Noord als kinderen uit het grote-stads-
gezin. En natuurlijk is het hemd ons
nader dan de rok.
„Hoe ziet u de verhouding tussen
provincie en stad op dit ogenblik?"
„Heel anders dan vroeger De afstand
is weggevallen door het moderne ver
keer. Dat heeft geleid tot een juister
begrip van eikaars taak en plaats."
„Wat kan de provincie doen. om die
tariefsverhoging van de IJ-veren on
gedaan te maken?"
Aanstonds het streven van Amster
dam ondersteunen om een Rijksbijdrage
in de kosten van het veer te krijgen
uit het Wegenfonds. Laten de Kamers
van Koophandel in uw gebied, die de
belangen van liet zakenleven voorstaan,
hun klachten tegen die verhoogde ta
rieven ter kennis van de regering
brengen. Amsterdam heeft er begrip
voor. Amsterdam beschouwt ze als re
delijk. En wanneer wij straks eens met
de regering gaan praten over een bij
drage uit het Wegenfonds, zullen die
adressen ons een steun in de rug zijn".
op een veertigjarige heer haar ietwat
weemoedig, doch hoffelijk aankeek. Hij
heette Ludovicus van Haerlen, wat
bijna een adellijke naam was. In zijn
brief schreef hij, dat hij boekhouder
was, veel van klassieke muziek hield
en uit brief en foto van „Annette" had
begrepen, dat zij eigenlijk zijn tweed»
zelf was. Hij had een ontroerend re.
laas in zijn brief verwerkt, over een
mislukt huwelijk met een vrouw, die
de fijnbesnaarde harp van zijn gemoed
niet vermocht te bespelen. Een pro
zaïsche vrouw, zonder interesse voor
de poëzie des levens.
En onmiddellijk spanden zich de vin
gers van Annette Veerman (want ze
had met haar meisjesnaam onderte
kend) tot het roeren van de snaren van
Ludovicus. Er ging een brief terug, di»
een symphonie .was, teer en gedra
gen, met een enkel fijndoorvoeld Ada
gio. Het wérd een romance, die echter
een bittere smaak kreeg, doordat d»
heer Kril uiteraard van alles onbe
kend nog steeds trachtte het leven
van zijn vrouw met zijn aanwezigheid
te versomberen. Dikwijls keek ze met
nauw verholen ergernis naar die grijze
figuur met de dunne haren, de simpele
ziej. wiens leven zich traag vo'.t.-ok
tussen ochtendkrant en nachtkus.
Och nee. dit was geen Ludovicus,
geen fijnvoelend man, me' zekere wijs
gerige neigingen. Geen man als de
eenv. besch., die in zijn jeugd de klas
sieken had gelezen, die een man was
als 'n bruisende bergstroom. Och, hier
bij werd Kril een borrelend slootje.
Een man van kleine dingen.
LANGER en inniger werden de
brieven naar Ludovicus, voor wiens
(nog onbekende) voeten ze haar ganse
levensleed, haar geweldige liefde uit
stortte, en wiens antwoorden haar leer
den, dat hij eenzelfde eenzame ziel was
als zij; een miskende.
Toen zou de ontmoeting komen, want
beiden begrepen, dat zij waren gelijk
Caesar en Cleopatra, als Romeo en
Julia, kortom dat zij tesamen hoorden
als Vroom bij Dreesmann en Van Gend
bij Loos. Annette had een kapsel, zo
als dat van Jeanne d'Arc (in de gelijk
namige film) laten vervaardigen, aan
gezien Ludo die geweldige vrouw zo
bewonderde.
De ontmoeting zou plaats vinden
voor het concertgebouw, bij de paai,
waarop een bord van de verzekerings
maatschappij R.V.S. geplaatst was. Het
was regenachtig weer, maar in An
nette's hart scheen de zon, zoals reis
gidsen ze bij de reclame van de Riviera
laten drukken. Ze voelde een aandrang
tot lachen, mevrouw Kril, zo maar,
van de zenuwen.
Gespannen staarde ze naar de hoek
van de straat, waar wellicht straks de
grote liefde zijn entree zou maken. Zo
kijkend droomde Annette heen naar
liefelijke oorden, waar allerlei ac. gev.
heren haar het hof maakten, tot ten
slotte de Grote Ludovicus hen allen
neervelde en haar in de sterke armen
meevoerde naar zijn burcht, in techni
color.
yOEN schrok ze op door het geluid
van een een zar hté? stem naast haar.
..Ik ben Ludovicus", zei die stem. An
nette slaakte 'n gilletje Toen zag ze...
Naast haar stond compleet met ijzeren
brilletje, dunne haren en een zacht
hijgen, zeker van de spanning, haar
echtvriend
„Kereltje!", stiet Annette geschrok
ken uitKereltje!"
„Snoepie". zei de heer' Kril zacht en
teder. Ze keken elkaar geruime tijd aan.
Toen zei de heer Kril het woord, dat
heilig was: ..Hebben we elkaar ooit vol
doende begrepen?"
Er bleven wat mensen staan. „Laten
we doorlopen", zei de heer Kril, „ze
spelen hier binnen net een Liszt-pro-
gramma.ook Liebestraune
„Kereltje" fluisterde Annette ten
derde male, bewijzend dat haar Liefde
groot was
„Liebestraume
Donderdag zal de Nederlands Her
vormde kerk het zendingswerk overne
men, dat sinds anderhalve eeuw door
particuliere verenigingen als de ver
enigde Nederlandse zendingscorporaties
te Oegstgeest, is behartigd. Mede onder
invloed van de nieuwe kerkorde zal
het werk thans onder de verantwoor
delijkheid van de kerk komen te staafl.
(Adi
ZONDAG
HILVERSUM I.: 402
NCRV, 12.15 KRO, 17.C
19.45-24.00 KRO. - t
berichten. 8.15 Gram.n
9.30 Nieuws en waten
koor. 10.00 Gerefonnee
Gram.muziek. 11.45 Koe
gie. 12.35 Gram.muzieli
12.55 Zonnewijzer, 13.0
teu en katholiek nieuw,
muziek. 13.45 Omroepo
„Uit het Boek der Bi
recital. 15.10 Gram.mui
orkest en soliste. 16.10
overal". 16.15 Sport.
Jeugddienst. 18.15 Zanj
orkest. 19.15 „Van alle
causerie. 19.30 Nieuws,
berichten. 19.45 Actualit<
long. 20.05 De gewone
van. 20.12 Gevarieer
Avondgebed en Liturgi
Nieuws. 23.15—24.00 C
HILVERSUM H, 298
AVRO, 17.00 VARA,
IKOR, 20.00-24.00 AV]
weerberichten. 8.15 Ar;
het platteland. 8.40 Gra
tie-tips. 9.12 Postduive
boekprogïamma. 9.45
serie. 10.00 Voor de jeu,
der omslag". 10.50 Ixu
Voordracht. 11.35 Lichl
teursuitzending uit Frai
jeugd. 12.50 Gram.muz,
weerberichten. 13.15 N
muziek. 13.20 Orkestcoi
rekenen, heren!". 14.0i
Rubriek van Kunst en
spel. 14.45 Omroepko
Filmpraatje. 16.00 Dar
revue. 17.00 Mannenkoi
heime raketvlucht naar
17.40 Gram.muziek. 1!
18.15 Nieuws en sport
dienst. 1.00 Voor de 1
vertelling voor de jeugd
Utiechts Stedelijk Orke
20.50 „Wereld-sensaties:
meester der kunstverva
Gevarieerde muziek. 22.
Grfam .muziek. 23.00
Gram.muziek.
(Ad