De kermis, een attractie voor duizenden Een onvervangbaar volksvermaak r Prettige herinneringen aan voorbije jaren Ook de zakelijke kant mag niet vergeten worden Morgen gaan de kramen en tenten open Zelfs de regen mochi niei deren De stad beviel ons VRIJDAG 24 AUGUSTUS 1951 KERMIS, zo vaak uitgekreten als een ontaard volksvermaak, dat zo spoedig mogelijk zou moeten verdwijnen, is eigenlijk van godsdienstige oorsprong. Zij heette vroeger kerkmis en had toen een geheel ander karakter. Speciaal vóór de Hervorming werden de kerken met grote plechtigheid ingewijd door allerlei feesten. Elk jaar werd op de datum der feestelijkheden een mis gehouden, die kerkmis genoemd werd en bij die gelegenheid kwamen de bewoners van de wijde omtrek naar de plaats, waar de kerk was ingewijd. Waar het volk is, daar is de nering. Ook in vroeger ecuwen schijnt men dit spreekwoord reeds op de juiste waarde geschat te hebben. Talrijke kooplieden, goochelaars, mu zikanten en zogenaamde kunstenmakers kwamen naar de plaatsen waar de mis teesten werden gehouden en maakten er goede zaken. Zo ontstonden de kerk missen, waarbij men na de Hervorming weinig meer aan de oorspronkelijke opzet gedacht heeft. Inderdaad: de kermis is een volksfeest geworden en heeft een zo grote populariteit verkregen, dat ze in diverse gemeenten tot de grote jaarlijkse attracties behoort. Waar het volk is, daar is de nering. Zo denken ook de tegenwoordige middenstanders er over, die in de kermisdagen met genoegen aanschouwen hoeveel duizenden uit de gehele omtrek eens gezellig komen feesten. Zelfs de plaatselijke overheid zou het kermisgebeuren niet gaarne willen missen, omdat het een belangrijke bron van jaarlijks wederkerende inkomsten blijkt te zijn. les wordt aan zijn oog onttrokken door een geweldige camouflage. Hij ziet pa leizen verrijzen met prachtige beeld houwwerken, tenten, die schitteren van licht en verguldsel, spullen waar buiten geweldige schilderstukken zijn opge- hangen, die fantastische gebeurtenissen DE KEEMI-S KOMT - EEN VOLKSVERMAAK is de kermis en alhoewel er tegenwoordig velen zijn, die haar roemlóöê zouden willen doen verdwijnen een streven, dat bier en daar inderdaad met succes be kroond werd toch is zij zó diep ge worteld in ons volksleven, dat zij als het ware burgerrecht heeft verkregen. Ongetwijfeld is er op kermissen wel eens te veel gedronken en zijn er bal dadigheden gepleegd, welke zouden uit gebleven zijn als er geen kermis was. Maar is dat niet overal en te allen tijde zo geweest als er grote volksfeesten werden gehouden? Er zijn eenvoudige lieden die een jaar lang hard moeten werken en dan voor een of twee dagen de bloemetjes eens willen buiten zetten en het opgepotte geld in vrolijkheid wil len uitgeven. Zo gaat het overal in den lande op plaatselijke feesten, zo ging het vroeger op Zuid-Beveland bij de zoge naamde Toondagen en zo gaat het nog elders, waar plaatselijke gebruiken tot een jaarlijks volksfeest leiden. MINDER DRANK Natuurlijk zal er hier en daar door onbezonnenen wel eens te diep in het glaasje worden gekeken, maar het wil ons voorkomen, dat dit euvel in veel mindere mate voorkomt dan jaren ge- HiER. VINDT DE FAMiloE VAU-ENTöoêO [LUCHT- "5CHOMMEL) HUI'óEL'lKE. eoST leden. Wanneer men b.v. eens naar de Alkmaarse kermis kijkt, zal men moe ten toegeven, dat dit jaarlijkse volks feest in de regel zonder schokkende ge beurtenissen verloopt. Misschien moet de politie wat meer dan op normale dagen enkele al te vrolijken gratis nachtverblijf verschaffen en ontegen zeggelijk zal het wat drukker en ru moeriger dan anders zijn, maar van ernstige misdrijven is hier de laatste jaren geen sprake. Het drankmisbruik neemt overal in den lande af en dan is er toch eigenlijk geen reden om het volk iets te ontnemen, waaraan het van kindsaf zozeer gehecht gebleken. Men heeft hier en daar getracht de kermis door een of ander kunstmatig in elkaar gezette feestelijkheid te vervan gen en het resultaat is vrijwel altijd bedroevend. Er is geen animo en geen enthousiasme voor en dat valt geens zins te verwonderen. Want een gebeurtenis als de kermis is eigenlijk niet te vervangen. Daar voor hebben onze kermissen een veel te exclusief karakter, daarvoor dragen zij te veel het cachet van iets exotisch, iets, dat van buitenaf komt en aller>i ongeweten verrassingen in zich bergt DE KINDEREN VOORAL HET KIND ondergaat dit ui zeer sterke mate. Wie als knaapje o het kermisterrein dwaalt en naar de opbouw gaat kijken, ziet een heel apart wereldje voor zich opengaan. Een we reldje van schijn, van vergulde armoe, van spiegelglas en latten, maar dat al- DAT LAMME LAATSTE &USJE, DAU ALTijD 8L')FT STAAN» weergeven: leeuwenjachten, Romeinse wagenrennen en wat niet al. Hij ziet mensen, die blijkbaar van verre zijn gekomen, artisten uit de ca barets, vreemde dieren en allerlei an dere verrassingen. Zij huizen in woon wagens, geheimzinnig rijdende wonin gen waarnaar het kind urenlang kan staan kijken. Er is een wonderland voor zijn ogen opengegaan; een wonder land waarin alles mogelijk schijnt. Hij kent zijn stad of zijn dorp niet meer en kan de opening van al dat heerlijks nauwelijks afwachten. Wat zou er hier te zien zijn en wat is er daar te be leven? Zolang de kermis duurt zwerft hij rond de kramen en tenten, langs al die uitgestalde lekkernijen, langs de man met de aapjes en de ballonnen en langs de machtige showtenten waar de „artisten" door de directie met luider stem worden voorgesteld en op een po dium verschijnen, waar men het geluid van trommel en klarinet niet spaart om de bezoekers tot een massale binnen komst te animeren. Dat alles is niet door het organiseren van een volksfeest te vervangen, daar kunnen geen meisjes in 't wit en ver sierde autopeds tegen op, omdat dit in wezen een geheel ander karakter draagt. Duizenden en duizenden denken met een zekere weemoed en in elk ge val met grote dankbaarheid terug aan hun kinderjaren, toen de kramen en spullen waren opgebouwd en het leven een geheel ander aanzien had gekregen EN DE OUDEREN OOK DE OUDEREN gaan graag eens even ter kermis. Zij houden de hand vast op de portemonnaie, want die ker- ,0 MOET OPPAESE, VOOR. EEN &LONDE VCQOVV miskerels zullen van hun geld niet rijk worden. Maar als zij en familie over de ter reinen lopen waar de tenten en kramen hun plaatsen hebben gekregen, gaan onwillekeurig hun herinneringen naar een ver verleden. Uit hun onderbewust zijn wordt iets gewekt, dat daar een veilig plaatsje had gevonden, maar door allerlei prikkelingen weer boven komt. Zij horen de orgelklanken weer, het lawaai van schreeuwende mannen, zij ruiken die eigenaardige lucht, die men aleen op kermissen waarneemt, de lucht van gebakken oliebollen en wafels, zij zien in de palingkramen de gerookte lekkernijen in massa uitgestald en zij besluiten dan toch maar even datgene te doen wat eigenlijk bij een kermis bezoek hoort: hier en daar eens even nieuwsgierig een kijkje nemen, wat poffertjes gaan eten, een pakje nougat kopen en dan nog een dikke paling meenemen voor de huisgenoten, die dit genoegen niet konden meemaken en toch ook moeten weten, dat het kermis geweest is. EEN AFSPRAAKJE. Tot hoevele gelukkige huwelijken heeft voornamelijk op het platteland de kermis niet geleid? Dat waren de dagen waarop men met een aardig meisje een afspraakje maakte, waarop men wat ging draaien en zwieren want ook daaraan blijkt ieder op zijn tijd wel eens behoefte te hebben waarop men na afloop ging dansen in de gezellige, met vrolijke mensen be volkte danszaal van een café en waarop men na afloop zijn meisje thuisbracht. Kan een kunstmatig in elkaar gezet volksfeest zoiets vervangen? Dan stelt men zich weer de grote vraag: waarom zou men dat eigenlijk vervangen? Waarom al dat plezier en al die vreugde, waar men een heel jaar naar uitziet, van het volk afgenomen? Wij kunnen er het motief niet van ontdek ken zolang het feestvieren in het alge meen in normale banen blijft en daarop toe te zien is de taak van de politie. Er is tegenwoordig voldoende politietoe zicht om ernstige ongeregeldheden te kunnen voorkomen. De kermisgangers zijn voor het overgrote deel eenvoudige mensen. Van „Wein, Weib und Ge- sang" is minder sprake dan van „Bier, Weib und Gesang". Mag men dan niet eens in het jaar wat vrolijk zijn, mag men zich niet vermaken met het meisje zijner keuze, mag men niet eens pret hebben bij de schiet- of gooitent of een kansje wagen bij het rad van avon tuur? Mogen de potige jongens aan hun vrouwelijke bewonderaarsters niet eens tonen met hoeveel kracht zij op de kop van Jut kunnen slaan en is de bordpa pieren medaille, die hier op de jas ge speld wordt, niet het kostbaarste be wijs, dat men jong en gezond is en het leven lief heeft 3üü R5TOICK&IV PARADE- ikj ALICM/V\R Mag er dan niet eens gezongen wor den als men vrolijk is en de dagelijkse zorgen voor een enkele dag op zij ge zet heeft? Wie zal er zich aan ergeren, die zelf jong is geweest en ook de tijd gekend heeft, dat hij iets dergelijks met grote intensiteit kon beleven? DE ZAKELIJKE KANT ER ZIJN trouwens aan het kermis- vraagstuk nog vele andere facetten waaronder de zakelijke niet het laatst de aandacht trekken. De middenstand wij zeiden het reeds is met een druk kermisbezoek gebaat. Men mag hier en daar wel eens mopperen, dat de kermis zoveel geld kost, maar ze brengt daartegenover ook heel wat geld in verschillende laadjes. Duizenden komen hier een vrolijke avond of een vrolijke middag vieren, zij verspreiden zich door de stad en ook de middenstanders, die niet direct bij de kermisverkoop in palingstalletjes en dergelijke betrokken zijn, zullen kun nen constateren, dat het drukke bezoek van buiten van groot voordeel is van de in stad of dorp gevestigde zaken. De begrotingen zouden in alle gemeenten een belangrijk tekort aanwijzen als de kermissen er niet waren. Wat de verstoring van kerkelijke bij- LIEFDE. EN» TECHNI6K eenkomsten betreft valt er tegenwoor dig niet meer te klagen, omdat daar mede voldoende rekening wordt gehou den en er tegen gewaakt wordt, dat de feestvreugde zich niet zal uiten zolang daardoor de wijdingssfeer van een of andere kerkdienst verstoord zou kun nen worden. <3*. „DIR.ECT AAN VA Né OER- VOOR.6TeUJN6" Men moet leven en laten leven, men moet begrijpen, dat het volk in zijn tal loze lagen geheel verschillend geaard is en wanneer men en terecht be scherming van eigen bijeenkomsten vraagt, dan moet men daarnaast kun nen begrijpen, dat er ook zeer velen zijn, die zich in hun uitingen van le venslust en levensvreugde niet door anderen tekort gedaan willen zien. Wie niet van de kermis houdt, wie zich niet meer in zijn jeugd kan ver plaatsen of enige andere reden heeft om het kermisterrein te mijden, blijve rustig thuis. Maar hij verhindere anderen niet de vreugde te smaken waarnaar zij soms maanden en maan den met verlangen hebben uitgezien, de toch in werkelijkheid onschuldige vreugde van de massa, die eens gezellig' wil zwieren en draaien en nog eens van harte genieten wil van alles wat alleen een goede kermis zal kunnen bieden. JJE JONGENSKIEL gleed mij nog om de schouders om met Nicolaas Beets te spreken toen ik voor de eerste maal met een paar vrienden Alkmaar binnenfietste. Dat is, helaas, al bijna dertig jaar geleden. Wij zagen voor het eerst de ruitertjes galopperen in de Waagtoren, de kaasdragers draven van de walkant naar de waagschaal met hun zwaarbeladen juk, onder doordringend lié-hei-ho-geroep. ons hals over kop in het kermisge- woel. AL<p ON6 DOCHTERTJE. StAAPT IN DS. /V-S. KEEniS- WSSZ. De stad en haar omgeving, mitsga ders haar ingezetenen, bevielen ons bij de eerste oogopslag. Sindsdien ging er geen zomervacantie voorbij, of wij maakten de aloude veste on veilig. De lezer wil wel van mij aan nemen, dat wij niet bij Proot (zoals het toen nog heette), of in de Toe last logeerden. Een dergelijke luxe liet onze uitgaanskas niet toe. Ons „hotel" verhief zich in die dagen aan de Noordlaan in Bergen-binnen, ach ter „Duinvermaak", en bestond uit een van zeppelindoek vervaardigde tent. Als het regende, lekte ze on dubbelzinnig, maar dan smeerden we roomboter aan de binnenkant en dan hield het lekken op. Tja, dat kon toen nog! Vandaag is de roomboter zelfs te duur om op de boterham te smeren. Trouwens, kamperen mag je in Ber gen ook ai lang niet meer, en waar eens onze tent stond, staan deftige villa's, met ernstige namen. Boven dien ben ik de leeftijd te boven, waarop men in tenten pleegt te sla pen. Zo sukkelt de wereld langzaam achteruit, en wij mèt haar. Maar hoe dit ook zij, voor Alkmaar heb ik in mijn hart nog altijd een ruime plaats gereserveerd. Elke keer als ik uit de stationstunnel naar het daglicht klim, de Stationsweg uitloop naar het Scharloo, dan voel ik mij thuis. Van de zee naar de kermis "pUSSEN TWEE POLEN bewoog zich in mijn onbezorgde jongens jaren de Alkmaarse vacantietijdde kermis en het strand. Ik vrees, dat ik thans enkele graden in uw achting daal, lieve lezeres, maar ik zou de waarheid schromelijk te kort doen, indien ik schreef, dat ik een trouwe bezoeker was van het stedelijk mu seum of ganse dagen doorbracht in het Gemeentearchief met het bestude ren van verweerde folianten. Nee, de waarheid moet er uit! Overdag zwom men wij in zee, en bruinden op het strand. En als de avond viel, beklom men wij het onvolprezen treintje naar Alkmaar, dat toen nog wagons had met banken op het dak, en stortten Oude foio's Ach die Alkmaarse kermis... Vóór mij liggen vergeelde foto's, vervaar digd door de „Extréme Radiofoto" aan de Gedempte Nieuwesloot 38. Ze zijn niet voor publicatie vatbaar, dat voelt u met de klompen aan. Niet, dat mijn vrienden en ik er niet netjes op staan, de stoere borst versierd met decoraties, ontleend aan het hengsten op de Kop van Jut. Nee, dat is wel KERMlSHANDEL VAM DE - KLSjnje. MAM» in orde! Maar die vrolijk lachende meiskes aan onze zijde zijn nu naai alle waarschijnlijkheid gelukkig ge huwde Alkmaarse huismoeders met kinderen die nu net zo oud zijn als zij toen waren. En daarom, zand er en schande ever hem of haar, er kwaad van zou denken! toen I over, I die er J)E ALKMAARSE KERMISIk denk aan de stoomcaroussel van Janvier, aan de zweefmolens op de Paardenmarkt, aan het koekhakken, aan het smullen van malse gerookte paling, het schieten in de „Salon de Tir", het slaan op de Kop van Jut. Welk een veelheid van kleuren en geluiden, wat een bron van vreugde en vermaak! Muziek in alle café's, en in de meeste zaken ook cabaret en gelegenheid tot dansen. Over dansen gesproken, op de Laat was in die dagen een danstent, Con cordia genaamd, waar men ons vaak kon aantreffen. In een hoek stond een kolossaal draaiorgel, en op de 1 men- ten vloer werd heel wat afgezwierd. Geen elite-dancing, zult u zeggen. Ik moet het, helaas, toestemmen. Er werd, het spijt mij het te moeten zeggen, zelfs wel eens met lege of gevulde bierglazen gegooid. Vaag herinner ik mij een vechtpartij met zigeuners, die dubbeltjes tussen de vingers namen en daarmee over de wangen van hun tegenstanders rat sten. En nog vager staat mij voor de geest, dat ik eens een gulden moest betalen wegens beschadiging van het draaiorgel. Maar, we waren jong, het bier smaakte daar (ook toen) ai best, je had er de ruimte, en dus gin gen wij er dansen wanneer de stoom- carrousel, het vlooien-theater, de waarzegster, het kalf met twee kop pen en de dikste dame ter wereld ons niet langer boeiden. De dode zeehond £ENS VONDEN WIJ op de bazalt- blokken van de Hondsbosse zee wering een dode zeehond van bijna twee meter lengte. Wij laadden het kadaver op een soort brancard, sjouw den het naar Kamperduin, waar we het voor een riks verkochten. Twee dagen later zagen wij op een kraam pje aan de Nieuwsloot een bord: „Af- zigtelijk zeemonster, de schrik der matrozen^ Alhier te bezigtigen, tien cent". Wij naar binnen! Het was in derdaad onze reeds lichtelijk stinken de zeehond. Regen j\LS HET KERMIS IS in Alkmaar, dan regent het, zeggen de oude Alkmaarders. Ik heb de waarheid van dat gezegde aan den lijve onder vonden. Zelden heb ik zulke ontzet tende regen- en onweersbuien meege maakt als tijdens de Alkmaarse ker mis. Vaak moesten wij, ten einde raad, op ons weiland aan de Noord laan van sprokkelhout een vuur sto- M£7 MOZ'BK OOOfZ. H£T LBK/Std" ken, om onze drijfnatte kleren droog te krijgen. Maar brak de zon weer door, dan was alle leed gauw ver geten. 1 Er was ioch ieis veranderd f-JET VORIG JAAR WAS IK weer in Alkmaar tijdens de kermis- week. Ik zag weinig verschil met der tig jaar geleden. Wéér was het gezel lig druk in de nauwe winkelstraten, weer was er een keur van spullen en kramen, weer klonk er muziek uit vele café's, en overal werd gedanst. Toch was er iets veranderd. Dat iets was ik zelf. Dertig jaar ouder, helaasWaar blijft de tijd! J. G. R. PIN/ALS.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 5