Levenslang veroordeelde
drama over zijn mislukt
schreef
leven
i
11
Ba
êir i
De hoofdrol
Joh. Bolman, de stuwkracht
het ieugdherbergwerk
van
Tê^iF
m
-Mk
i
k
ii4
mm m
m
Ons volk op een schoen en een slof
Oud-K.L.M.-er is vice-president
van de Pan American Airways
Opvoering in Berlijns tuchthuis
Geslaagd experiment
NA een nadere kennismaking ziet de
bezoeker van dit ogenschijnlijk zo
sombere oord het gevangenisleven ech
ter niet meer als een troosteloos be
staan zonder hoop of een sprankje
vreugde. Hier sleept men zich niet
apathisch naar het einde van een mis
lukt leven. Er is heel wat veranderd,
sinds de meeste voorschriften van het
nationaal-socialistische strafwezen wer
den afgeschaft. Geestelijken zijn vast
aan de gevangenis verbonden en heb
ben het recht op elk tijdstip de ver
oordeelden, onder wie velen tot levens
lang, te bezoeken. De gevangenen blij
ven niet meer eenzaam in him cellen
opgesloten, 's Morgens om acht uur be
gint voor hen de werkdag. Er zijn tui
niers, schoenmakers, zakjesplakkers,
loodgieters, schrijnwerkers en kleer
makers, mensen dikwijls uit alle rang
en stand en van talloze nationaliteiten.
De kleermaker, die zo'n prachtig cos-
tuum kan maken, is een Rus, veroor
deeld wegens mensenroof. Aan de ta
fel, waar motzakken worden vervaar
digd, werken twee Spanjaarden, broers,
van het blauwe legioen rechtstreeks
naar de Berlijnse onderwereld ver
huisd. Bij de eerste de beste gelegen
heid zullen zij op transport worden ge
steld naar het land der gouden gra
naatappels. De Joegoslaaf, die zo trots
de schoen toont, welke hij van hak tot
teen geheel zelf heeft vervaardigd, I
heeft bij een roofoverval twee mensen
van het leven beroofd. En dan is daar
de Bulgaar, die tomaten kweekt en zijn
er talrijke Duitsers, allen „zware jon
gens", die men hun misdadig verleden
meestal echter niet zou aanzien. Deze
tuchthuisbewoners hebben iets onbe
vangens in hun vreugde, hun lach, al
verraden de soms zo sluwe ogen, dat
in deze gemoederen ook 'n ander vuur
kan branden, fel oplaaiend en alles ver
woestend, wat onder zijn bereik komt.
Er zijn demonische naturen onder, die
door een innerlijke vlam verteerd, on
geduldig de tijd afwachten, dat zij op
nieuw de vrijheid kunnen binnengaan
om weer een misdaad te bedrijven. Het
zijn de oude getrouwen, die telkens
terugkeren met een steeds grotere
strafmaat tot levenslang toe. Dan schik
ken zij zich voortaan gedwee in hun lot
en worden spoedig de rustigste tucht
huisbewoners. Anderen zijn zwakke
lingen, onbeheerste naturen, die dag en
nacht er over nadenken, hoe zij deze
misdaad konden begaan, en het maar
steeds niet begrijpen. Zij zijn dikwijls
emotioneel, vallen van de ene stem
ming in de andere, echte zorgenkinde
ren voor de bewakers en geestelijke
verzorgers. Een loodgieier zit trooste
loos voor zijn werkbank. Van het wei
nige geld, dat hij in de gevangenis ver
diende, heeft hij in de cantine choco
lade gekocht en deze aan zijn vrouw
gestuurd. Sinds weken heeft zij hem
echter al niet geschreven. Daarover
piekert hij bij zijn werk en meer nog
's avonds, als hij in de eenzaamheid van
zijn cel is teruggekeerd.
Onze Schaakrubriek
Om het Kampioenschap
van Suriname
''ons wekelijks*
kort verhaal
Do
Productie van schoenen
daalde tot de helft
Steeds tot oude liefde
teruggekeerd
PORTRET VAN EEN JEUGDLEIDER
Idealist met de nauwgezetheid van
een accountant
André Priester bleef in vele
opzichfen Nederlander
GLIMLACHJE
(Van onze correspondent te Berlijn)
VRIJWEL vlak op de grens van de Sowjetrussisohe en Westelijke sectoren,
maar nog op het gebied van West-Berlijn verheft zich het grootste tuchthuis
van de voormalige Duitse hoofdstad. Duizenden reizigers, die van de S-baan
gebruik maken, komen er dagelijks aan voorbij en kijken met beklemd hart naar
de hoge gele muren, de vierkante uitkijktorens en de armdikke tralies voor de
talloze matglazen vensters. Wie die poort binnengaat, denken velen, late alle
hoop varen. Dat is het einde. En inderdaad, de aanblik van dit tuchthuis is verre
van aantrekkelijk. Het staat lomp en plomp als een oud Turks fort op deze
bodem geplant. Zijn gele muren zijn uitgevreten door wind en weer. De drie
lange vleugels van deze panoptische constructie lijken op reusachtige kooien,
waarin ontembare dieren^ maar geen mensen huizen. Zelfs wanneer men de
dikke stalen deur van de hoofdingang achter zich heeft, wordt deze indruk niet
gunstiger. In het grendelen der deur ligt iets onheilspellends, iets onafwend
baars. Het is het afscheid van een leven in vrijheid en het begin van een ander
leven tussen vier kale muren, was het in ieder geval eenmaal voor de zes
honderd gevangenen, die hier zijn ondergebracht.
schreef. Vijf andere, eveneens levens
langen vertolkten de hoofdrollen in een
drama, dat het leven van een moorde
naar tot onderwep had. Een soldaat
keert uit krijgsgevangenschap terug.
Ouders en verloofde zijn omgekomen.
Alleen twee vrienden wachtel- nog op
hem. De een, Lucius, is de verpersoon
lijking van het kwaad, de ander Chris-
tiaan van het goede. De uit zijil even
wicht geslagen soldaat .kiest Lucius en
gaat met hem de weg op, die in dood
slag zal eindigen. Als hij dan zelf op
Goed en kwaad.
QNTSPANNING kan hier dikwijls veel
ten goede bewerkstelligen. In het
tuchthuis van Berlijn heeft men zich
onlangs aan een, tenminste voor Duits
land, geheel nieuw experiment ge
waagd. Men heeft er een toneeluitvoe
ring gegeven, waarvoor een levenslang
veroordeelde journalist het stuk
zijn sterfbed ligt en in koortsdromen
gekweld wordt door de geesten van
hen, die hij om het leven bracht, roept
hij uit vertwijfeling en wanhoop om
Christiaan. Deze verschijnt hem als een
tweede Christus. Lucius verliest alle
macht over hem. De drukkende last
van zijn verleden wordt weggenomen
en hij sterft met een gebed op de lip
pen.
In ademloze stilte volgden de gevan
genen dit drama, het drama van hun
eigen leven. Zij zaten gehurkt op de
wenteltrappen of hingen over de balu
strade. Iedere handeling begrepen zij.
De verbittering, het langzaam afglijden
van de goede weg, de magnetische aan
trekkingskracht van het kwaad, het
schuldbesef, deze knagende pijn, dit tel
kens terugkerend zelfverwijt, niets was
hen in hun eigen bestaan vreemd ge
bleven. Alleen zij wachtten nog op de
verlossing in het gebed, op het geloof
in het goede, dat de zegepraal behaalt
en hen, zoals de soldaat, uit de greep
van het kwaad bevrijdt. Deze opvoe
ring was een groot succes. Nadenkend
keerden de gevangenen 's avonds in
hun cel terug. Zij hadden hun eigen
leven op het toneel aanschouwd en in
het voorbeeld van de soldaat gezien,
dat ook voor hen, deze tijdelijk of voor
altijd uitgestotenen, nog redding moge
lijk was.
Dit tournooi leverde een eerste plaats
op voor een Noordhollander, de heer
C. de Boer (wit).
SS
70, dat hebben we weer gehad, zuchtte Piet Maertens, toen het doek voor de
laatste maal dicht viel en het applaus verstierf, dat de beloning voor zijn
spel was geweest. Nu gauw verkleden en dan naar huis. He, ik ben gekraakt:
Een grote geeuw was als een zegel op deze woorden. De acteur was moe. Dagea
en dagen achtereen had hij een zware rol gespeeld. Overdag was er hard ge-
repeteerd aan een nieuw stuk, waarin hi) ook weer de hoofdrol had en onder
wijl was het gezelschap van de ene uithoek van het land naar de andere getrok
ken. Nu was hij aan het eind van zijn Latijn.
De Nederlanders blijken hun zaken
tegenwoordig veel meer op hun slotjes
af te doen dan enige tijd geleden! Het
Centraal Bureau voor de Statistiek
heeft het voor ons uitgerekend. Toene
mende gemakzucht dus? Wij geloven
het niet; de oorzaak is veeleer te vin
den inde verminderde koopkracht
van het publiek en de hoge prijzen
van de schoenen. Er worden lang niet
zoveel schoenen meer gekocht als vroe
ger en dientengevolge is ook de pro
ductie van de vaderlandse schoenenfa
brieken (met 25 en meer arbeiders)
bedenkelijk afgenomen.
Merkwaardig genoeg geldt dit niet
voor pantoffels en huisschoeisel. De
productie daarvan nam toe. Het C.B.S.
zette de maanden Maart, April, Mei,
Juni en Juli van dit jaar naast elkaar
en kwam tot de conclusie, dat de fa
brieken in deze maanden afleverden
respectievelijk 38000, 39000, 33000, 38000
en 43000 paren geheel leren pantoffels
en huisschoeisel en 98000, 91000. 93000,
128000 en 145000 paren andere pantof
fels en ander huisschoeisel.
Met de schoenen en laarzen met le
deren bovenwerk en met lederen- of
rubberzooi, is het echter droevig ge
steld. Daaronder worden verstaan: mi
litaire, politie- en brandweerschoenen
en laarzen, werkschoenen en -laarzen,
voetbal- en hockeyschoenen, en spikes
en dergelijke, kleine-kinderschoenen,
meisjes- en jongensschoenen, dames- en
herenschoenen en sandalen.
In Maart 1951 bedroeg de productie
1.387.000 paren, in April 1.328.000 paren,
in Mei 1.274.000 paren, in Juni 1.020.000
paren en in Juli 661.000 paren. In enige
maanden tijds is de productie dus tot
minder dan de helft gedaald.
Met rubberschoeisel, overig schoeisel
zonder lederen bovenwerk doch met
lederen- of rubberzooi; schoenen en
laarzen met ander loopvlakmateriaal
dan leder of rubber, is het eveneens
ongunstig gesteld. In Maart leverden
de fabrieken af 488.000 paren, in April
461.000 paren, in Mei 400.000 paren, in
Juni 362.000 paren en in Juli 1951:
238.000 paren.
Het ziet er voor de Nederlandse
schoenenindustrie dus niet mooi uit.
Wellicht, dat de in de laatste tijd afge
komen grote militaire orders wat op
leving brengen.
Zwart: Ir. J. v. d. Meulen.
I. e2e4, c7—c5; 2. Pgl—f3. d7—d6;
3. d2d4, c5xd4; 4. Pf3xd4, Pg8—f6;
5. Pblc3, eveneens goed is hier f3,
met als sterkste antwoord e5!; 5
g7—g6; 6. Lfle2, Lf8—g7; 7. Lel—e3,
past niet geheel in dit systeem, zoals
spoedig zal blijken; 700
8. 00, Pb8c6, met d5! kon zwart
nu Le3 weerleggen; de hele zwarte op
bouw draait om deze zet; met de
tekstzet ontstaat de hoofdvariant van
de z.g. drakenvariant, als zwart op de
tweede zet Pc6 speelt. 9. Pd4b3!
belet d5; 9a7a6; beter Le6!
met de dreiging d5; 10. f2f4, Lc8d7;
II. g2g4, Dd8c8; 12. f4f5!, zwart
staat nu reeds vrij machteloos tegen de
witte aanval; 12Pc6e5; 13.
g4g5ü, Pf6e8;
Wit: Kgl, Ddl, Tal, Tfl, Le2, Le3,
Pb3, Pc3, pi, a2, b2, c2, e4, f5, g5, h2.
Zwart: Kg8, Dc8, Ta8, Tf8, Ld7, Lg7,
Pe5, Pe8, pi a6, b7, d6, e7, f7, g6, h7.
Stelling na 13Pe8
14. Pc3d5! met de
dreiging Pe7t; op Dd8 volgt Lb6!
14Pe5c6; 15. f5—f6, e7jcf6;
16. g5xf6, wederom met dreiging
Pe7t. Er volgde nog: 16Pe8xf6;
17. Pd5xf6, Lg7xf6; 18 Tflxf6, Pc6—e5;
19. Tf6xd6, Pe5g4; 20. Le3—f4, op
Td7 volgt Pe3 21Tf8—d8;
22 Le2xg4 en zwart geeft op.
PA je niet even mee naar Dix?
vroeg Mary Janssens, zijn te
genspeelster.
Nee, zei Piet, ik ga naar bed. Ein
delijk eens een keer behoorlijk uit
slapen. 't Zal tijd worden ook. Is me
dat een leven? Jakkeren en sloven en
nauwelijks genoeg verdienen om je zelf
in het leven te kunnen houden! Je kunt
beter ambtenaar zijn!
Moet je zien dat je het wordt!
spotte Mary. Ze kende de buien van
haar collega en begreep, dat hij weer
eens moest uitkankeren. Het was haar
best, dat hij niet meeging. Hij moest
vooral niet denken, dat hij onmisbaar
was. Ze aanvaardde dankbaar het aan
bod van een paar anderen, om haar
gezelschap te houden. Ze wilde nog
een paar spottende opmerkingen ma
ken, maar Piet was al verdwenen.
Mopperend had hij zich in zijn
kleedkamer teruggetrokken. Daar ont
deed hij zich haastig van schmink en
toneelplunje. Hij moest opschieten. Het
was al laat. Als er nu nog maar een
taxi was. Anders zou hij het hele eind
moeten lopen. En daar had hij weinig
■lust in.
Vlug kleedde hij zich aan. Het op.
bergen van zijn spullen liet hij aan de
costuumjuffrouw over. Haastig liep hij
de halfronde gang achter het toneel
door naar de zijuitgang. Even kijken
ja, daar was nog een wagen. Hij
wenkte.
Even later klapte een portier en
suisde de taxi weg.
i
y^NDRé A. PRIESTER is dezer dagen 60 jaar geworden. André Priester is vice-
president en chef Technische Dienst van de Pan American Airways, een van
de belangrijkste figuren in de internationale vliegwereld en Nederlander van
geboorte. Hij verkreeg de Amerikaanse nationaliteit, is daarop trots en gelooft
in de technische superioriteit van zijn nieuwe vaderland, doch bleef in vele
opzichten een echte Hollander, een Nederlander van de goede soort, een pionier,
een doorzetter, een puik organisator die door iedereen die hem kent geacht
wordt om zijn scherpzinnigheid en helder inzicht en die de beste Iuchtvervoer-
technicus ter wereld wordt genoemd.
De Duitser Ernst Böhner vond dit
vernuftige veringssysteem voor
fietsen uit, waardoor zware schok
ken nog gemakkelijk opgevangen
kunnen worden.
A AN BOLMAN is alles zorgvuldig en
alles wat hij doet is bedachtzaam.
De manier waarop hij iemand ontvangt
en begroet, de manier waarop hij gaat
zitten (hij trekt angstvallig zijn broeks
pijpen op), de wijze waarop hij zijn pa
pieren ordent, waarop hij een sigaret
presenteert, het wijst allemaal op een
aangeboren nauwkeurigheid. Zijn kle
ren, zijn smetteloze boord, zijn keurig
gestrikte das, zijn zorgvuldig gebor
stelde (stugge) haren, zijn zorgvuldig
gepoetste bril, de ernstige trek om zijn
mond, zijn afgemeten volzinnen en zijn
emotieloze stem, doen eerder denken
aan een voorbeeldig ambtenaar of aan
een man van studie en wetenschap dan
aan een leider van onze woelige he
dendaagse jeugd.
Die indruk blijkt niet helemaal on
juist te zijn, want als Bolman geen
directeur van de N.J.H.C. was, dan zou
hij accountant zijn. Hij heeft namelijk
een economische opleiding gevolgd en
hij studeerde bovendien vóór de oorlog
Duits. Hij heeft zijn acte M.O. ge
haald, doch het leraarsambt nooit uit
geoefend.
Men zou het hem zo op het eerste
gezicht ook niet aanzien, dat hij een
geboren Amsterdammer is. Hij lijkt
daartoe te stijf, maar als men achter
zijn brilleglazen de twinkelende ogen
heeft ontdekt en heeft ervaren, dat
achter al die ernst toch wel een pracht
gevoel voor humor schuilt, dan wordt
men een geheel andere Bolman ge
waar.
r\AT is de Bolman, die al in de jaren
toen de jeugdbeweging in ons land in
opkomst was, zich daarbij aansloot en
(toen hij op de H.B.S. zat in .lkmaar
en later op de Hogere Handelsschool)
een van de pioniers was die de jeugd
herberg in Petten oprichtten „De
Zevensprong" een van de oudste jeugd
herbergen in het land en die een
voorman was van de N.B.A.S., de Ne
derlandse Bond van Abstinent Stude
renden. Hij was er bij, toen het jeugd
werk door de jongeren zelf ter hand
werd genomen en hij werkte er voor
met dezelfde nauwgezetheid en vol
gens dezelfde rotsvaste principes, die
hem nu nog kenmerken. Hij moge dan
nu een ernstig man geworden zijn, zijn
jeugdig enthousiasme heeft hem niet
verlaten al toont hij dat niet open
lijk en hij moge dan nu geen rigou
reuze geheelonthouder meer zijn, hij is
een matig mens gebleven, die altijd
blijft binnen de strakke lijnen, die hij
in zijn eigen leven getrokken heeft.
Na zijn studie is de heer Bolman
eerst op een accountantskantoor te
recht gekomen, maar is toen o.a. in
Berlijn Duits gaan studeren. Toen het
jeugdwerk van de jongeren werd ge
consolideerd en gecentraliseerd, werd
hij in 1931 verbonden aan het secreta
riaat van de N.J.H.C. Tot 1941 was hij
getuige en voor een groot deel de
drijfkracht van de gestage ontwik
keling van deze prachtige instelling,
die toentertijd reeds 65 jeugdherbergen
exploiteerde voor 40.000 ingeschreve
nen.
-
JOH. BOLMAN is een man van grote ernst en grote nauwkeurigheid. Zo op
het eerste gezicht beantwoordt hij eigenlijk helemaal niet aan het beeld, dat
men zich van een jeugdleider heeft gevormd. Ik voor mij althans stel me'een
jeugdleider altijd voor als een beweeglijk idealist, die overbruist van energie
en plannen, die in vuur en vlam raakt zodra het onderwerp jeugdzorg ter
sprake komt, die praat alsof hij een menigte jonge mensen staat toe te spreken,
maar die zoals de meeste idealisten niet altijd met twee voeten op de
grond staat en zich gemakkelijk door zijn ideaal laat meeslepen.
Stuwkracht van de herbouw.
De oorlog maakte aan alles een eind
en nadien moest de hele organisatie
opnieuw worden opgebouwd.
De N.J.H.C. was de eerste organisa
tie in Nederland die aan het Nationaal
Socialisme ten offer was gevallen
de heer Bolman kwam opnieuw
een accountantskantoor terecht. Op de
dag van de bevrijding was hij evenwel
weer bij de N.J.H.C. terug en meteen
ging hij aan de slag om er weer iets
van te maken Zijn portemonnaie was
zijn kas en zijn benen zijn transport
middel, maar het kwam voor elkaar.
Wonderbaarlijk snel kwam de organi
satie weer op de been. En toen vond
Bolman, dat hij het werk aan jongeren
moest overlaten (hij is trouwens zelf
nu nog pas 46) en opnieuw werd hij
procuratiehouder op een accountants
kantoor. Twee jaar is hij er uit ge
weest, maar toen werd hij teruggeroe
pen en als directeur van het N.J.H.C.
bureau geeft hij opnieuw zijn beste
krachten aan het werk voor de jeugd
Hij doet dat zonder veel ophef. Hij
spreekt niet over roeping of idealen,
maar ziet zijn werk eenvoudig als de
vanzelfsprekende plicht, die hij in deze
functie heeft te vervullen. Hij is ge
steld voor een bepaalde taak en die
moet zo goed mogelijk verricht wor
den, daarmee uit! Het ware voor me
nige Idealistische instelling te wensen
dat zij zulke nuchtere en zakelijke lei
ders had, zij zouden er wel bij varen
In al zijn nuchterheid geeft Bolman
die tegenwoordig in Naarden woont,
op „De Peppels" zich geheel en al
aan de N.J.H.C. (hij bleef vrijgezel),
tot grotere bloei van deze organisatie
en tot heil van de Nederlandse jeugd.
Hij is in dienst van de Pan American
Airways sinds deze maatschappij in
1927 de eerste postvlucht maakte van
de geregelde dienst tussen Key West en
Havanna. Hij is een oud KLM-man.
Zijn opvoeding genoot hij geheel in
Nederland en 't toenmalige Nederlands-
Indie en nadat hij als militair de no
bilisatie tijdens de eerste wereldoorlog
had meegemaakt, kwam hij in 1920 in
de vliegtuigindustrie terecht. Bijna vijf
jaar was hij in dienst van de KLM.
ging vervolgens naar Amerika, waar
hij voor verschillende luchtvaartmaat
schappijen werkte, tot hij in Juli 1927
bij de Pan American Airways kwam.
Hij was in dienst van de New York
Airways toen Juan T. Trippe gereed
kwam met de plannen voor de eerste
overzeese dienst van de Pan American,
die toen een hele onderneming, om niet
te zeggen een waagstuk was. Als „ope
rations chief" bracht hij samen met
Trippe een staf bij elkaar en werkte
als een paard om binnen twee weken
een nieuwe luchtlijn uit de grond te
stampen
In de jaren van uitbreiding die zolg
den. was het Priester die de voornaam
ste rol speelde in het veelomvattende
werkprogramma van de Pan American
Airways, die stimuleerde tot het ont
werpen van steeds betere vliegtuigen,
ondertussen de beschikbare vliegtuigen
aanpaste aan de behoeften en ze tege
lijkertijd gebruikte als een studieobject
om tot beter bruikbaar materiaal te
komen.
Het was Priester, die bij de mo-
torenfabrikanten steeds hamerde op
een lager benzine-verbruik per paarJe-
kracht-uur en bij de vliegtuig >jit-
werpers op een betere stroomlijn
Het is voorgekomen dat een fabriek
hem vier ontwerpen in successie moest
voorleggen, voor hij tevreden was. „Te
kort. te klein, te langzaam", was in
drie gevallen zijn bondig commentaar.
Toen tijdens zijn campagne voor een
betere vering der propeller-bladen, de
fabrikanten trachten aan te tonen, dat
zijn plannen onuitvoerbaar waren, hield
hij hardnekkig vol, dat zijn cijfers wel
goed waren en hij won het pleit.
Als chef van de Technische Dienst
van het uitgebreide luchtlijnen-net van
de Pan American Airways, is Priester
er in geslaagd nieuwe types vliegtui
gen te verkrijgen, waarin vele van zijn
denkbeelden verwezenlijkt zijn, spe
ciaal waar het betreft zijn ideaal van
een vliegtuig voor lange afstanden, dat
op grote hoogte moet kunnen vliegen
met een summum aan veiligheid, mei
heid, zuinigheid en betrouwbaarheid.
Maar wat voor een type of soort vlieg
tuig ook zal worden geproduceerd,
André A. Priester zal er nooit helemaal
tevreden mee zijn.
ERGENS in een buitenwijk stopte een
auto. Een donkere gedaante glipte
er uit en verdween in het diepe duis
ter.
Hé, meneer, je moet nog betalen,
riep de chauffeur. Maar zijn vrachtje
was als door de aarde verzwolgen.
Mopperend schakelde de chauffeur
de rtotor weer in.. Weer een paar gul
den strop.
Toen de wagen was weggereden,
kwam er uit en poortje een donkere
gedaante te voorschijn. Hij liep langs
de huizen, zocht even en scheen toen
het juiste nummer te hebben gevon
den. Hij bleef staan.
Hier moet het zijn, mompelde hij.
Alles in huis was donker. Er was
kennelijk niemand. De man grinnikte
zachtjes voor zich heen.
Boffen noemen ze dat, zei hij
halfluid.
Even later was hij binnen. Hij maak
te geen licht. In dit huis wist hij de
weg als in zijn eigen kamer. Weet hoe
vaak was hij er geweest, had hij alles
opgenomen. Hij wist wat hij wilde
hebben. In één greep een flink be
drag dan kon hij weer even voor
uit.
Reeds stond hij in de kamer. Zijn
zaklantaarn flitste! even op. Daar zag
hij staan, wat hij wilde hebben: twee
zilveren kandelaars en een zilveren
schaal op de boekenkast. Ze verdwe
nen in zijn tas. Verder was er niets,
dat hem interesseerde. Nu vlug weg,
voordat er iemand thuis kwam.
Zacht trok hij even later de buiten
deur achter zich dicht en verdween in
het duister.
JN de kamer achter het café hing een
gespannen sfeer. Wat mannen zaten
er te kaarten. Het ging om grof geld.
Stapeltjes bankbiljetten werden inge
zet en verwisselden na ieder spel van
bezitter. Soms klonk er een gesmoor
de vloek, wanneer er een onverwach
te slag viel en een berekening ver
keerd uitkwam. Op een kast stonden
twee zilveren kandelaars en een scho
tel. Ze waren in schril contrast met de
armelijke omgeving.
Jij moet, Piet, zei één der spelers
tegen een nog jonge man, die in ge
dachten verzonker naar de kostbare
stukken zat te staren.
De aangesprokene schrok op. Hij
nam de kaarten aan, waste ze en deel
de rond. Meteen was hij er weer hele
maal in. Er werd geboden en één van
de mannen opende het spel. De span
ning steeg naarmate de slagen vielen.
Weer schoven de bankbiljetten over
de tafel.
Ik ben blut, zei de jongeman tot
de winnaar. Die dingen daar zijn voor
jou.
Hij wierp nog een blik op de zilve-
ren voorwerpen, als om er afscheid
van te nemen. Toen stond hij op. Ik
ga naar huis, zei hij.
Plotseling sloeg de deur open. In pa
niek schoten de mannen overeind en
probeerden geld en kaarten te verber
gen. Agenten en rechercheurs kwamen
de kamer binnen. Dof glommen de re
volvers in het lamplicht.
Handen omhoog! klonk 't scherp.
Eén der agenten zocht kaarten en
geld bijeen en borg ze op Anderen
fouilleerden de mannen en boeiden ze
daarna.
De inspecteur bekeek nauwlettend
de zilveren voorwerpen op de kast.
Zijn die van u? vroeg hij de ca-
fchour.er en keek hem scl erp aan.
Neen, van hem. antwoordde deze
en wees op de jongeman.
Zo. meneer Maertens, hebt u die
bij mevrouw Janssens vandaan ge
haald'
-T- Ja, antwoordde deze.
Dat is niet verstandig van u ge
weest Ze dacht nog wel, dat u zo ver
moeid was. Dat hebt u haar knap
voorgespeeld. U hebt wel talent, dat
moet ik zeggen.
Piet Maertens zweeg. Hij wist, dat
ziin rol uitvesneeld was. Voor het
eerst sinds lange tijd schaamde hij
zich Hii wendde het gelaat af en rilde
pvnv, «oen de boeien om zijn polsen
klikten
Vacantie herinneringen.
?<féR«qa£-