Levenslang veroordeelde drama over zijn mislukt schreef leven i 11 Ba êir i De hoofdrol Joh. Bolman, de stuwkracht het ieugdherbergwerk van Tê^iF m -Mk i k ii4 mm m m Ons volk op een schoen en een slof Oud-K.L.M.-er is vice-president van de Pan American Airways Opvoering in Berlijns tuchthuis Geslaagd experiment NA een nadere kennismaking ziet de bezoeker van dit ogenschijnlijk zo sombere oord het gevangenisleven ech ter niet meer als een troosteloos be staan zonder hoop of een sprankje vreugde. Hier sleept men zich niet apathisch naar het einde van een mis lukt leven. Er is heel wat veranderd, sinds de meeste voorschriften van het nationaal-socialistische strafwezen wer den afgeschaft. Geestelijken zijn vast aan de gevangenis verbonden en heb ben het recht op elk tijdstip de ver oordeelden, onder wie velen tot levens lang, te bezoeken. De gevangenen blij ven niet meer eenzaam in him cellen opgesloten, 's Morgens om acht uur be gint voor hen de werkdag. Er zijn tui niers, schoenmakers, zakjesplakkers, loodgieters, schrijnwerkers en kleer makers, mensen dikwijls uit alle rang en stand en van talloze nationaliteiten. De kleermaker, die zo'n prachtig cos- tuum kan maken, is een Rus, veroor deeld wegens mensenroof. Aan de ta fel, waar motzakken worden vervaar digd, werken twee Spanjaarden, broers, van het blauwe legioen rechtstreeks naar de Berlijnse onderwereld ver huisd. Bij de eerste de beste gelegen heid zullen zij op transport worden ge steld naar het land der gouden gra naatappels. De Joegoslaaf, die zo trots de schoen toont, welke hij van hak tot teen geheel zelf heeft vervaardigd, I heeft bij een roofoverval twee mensen van het leven beroofd. En dan is daar de Bulgaar, die tomaten kweekt en zijn er talrijke Duitsers, allen „zware jon gens", die men hun misdadig verleden meestal echter niet zou aanzien. Deze tuchthuisbewoners hebben iets onbe vangens in hun vreugde, hun lach, al verraden de soms zo sluwe ogen, dat in deze gemoederen ook 'n ander vuur kan branden, fel oplaaiend en alles ver woestend, wat onder zijn bereik komt. Er zijn demonische naturen onder, die door een innerlijke vlam verteerd, on geduldig de tijd afwachten, dat zij op nieuw de vrijheid kunnen binnengaan om weer een misdaad te bedrijven. Het zijn de oude getrouwen, die telkens terugkeren met een steeds grotere strafmaat tot levenslang toe. Dan schik ken zij zich voortaan gedwee in hun lot en worden spoedig de rustigste tucht huisbewoners. Anderen zijn zwakke lingen, onbeheerste naturen, die dag en nacht er over nadenken, hoe zij deze misdaad konden begaan, en het maar steeds niet begrijpen. Zij zijn dikwijls emotioneel, vallen van de ene stem ming in de andere, echte zorgenkinde ren voor de bewakers en geestelijke verzorgers. Een loodgieier zit trooste loos voor zijn werkbank. Van het wei nige geld, dat hij in de gevangenis ver diende, heeft hij in de cantine choco lade gekocht en deze aan zijn vrouw gestuurd. Sinds weken heeft zij hem echter al niet geschreven. Daarover piekert hij bij zijn werk en meer nog 's avonds, als hij in de eenzaamheid van zijn cel is teruggekeerd. Onze Schaakrubriek Om het Kampioenschap van Suriname ''ons wekelijks* kort verhaal Do Productie van schoenen daalde tot de helft Steeds tot oude liefde teruggekeerd PORTRET VAN EEN JEUGDLEIDER Idealist met de nauwgezetheid van een accountant André Priester bleef in vele opzichfen Nederlander GLIMLACHJE (Van onze correspondent te Berlijn) VRIJWEL vlak op de grens van de Sowjetrussisohe en Westelijke sectoren, maar nog op het gebied van West-Berlijn verheft zich het grootste tuchthuis van de voormalige Duitse hoofdstad. Duizenden reizigers, die van de S-baan gebruik maken, komen er dagelijks aan voorbij en kijken met beklemd hart naar de hoge gele muren, de vierkante uitkijktorens en de armdikke tralies voor de talloze matglazen vensters. Wie die poort binnengaat, denken velen, late alle hoop varen. Dat is het einde. En inderdaad, de aanblik van dit tuchthuis is verre van aantrekkelijk. Het staat lomp en plomp als een oud Turks fort op deze bodem geplant. Zijn gele muren zijn uitgevreten door wind en weer. De drie lange vleugels van deze panoptische constructie lijken op reusachtige kooien, waarin ontembare dieren^ maar geen mensen huizen. Zelfs wanneer men de dikke stalen deur van de hoofdingang achter zich heeft, wordt deze indruk niet gunstiger. In het grendelen der deur ligt iets onheilspellends, iets onafwend baars. Het is het afscheid van een leven in vrijheid en het begin van een ander leven tussen vier kale muren, was het in ieder geval eenmaal voor de zes honderd gevangenen, die hier zijn ondergebracht. schreef. Vijf andere, eveneens levens langen vertolkten de hoofdrollen in een drama, dat het leven van een moorde naar tot onderwep had. Een soldaat keert uit krijgsgevangenschap terug. Ouders en verloofde zijn omgekomen. Alleen twee vrienden wachtel- nog op hem. De een, Lucius, is de verpersoon lijking van het kwaad, de ander Chris- tiaan van het goede. De uit zijil even wicht geslagen soldaat .kiest Lucius en gaat met hem de weg op, die in dood slag zal eindigen. Als hij dan zelf op Goed en kwaad. QNTSPANNING kan hier dikwijls veel ten goede bewerkstelligen. In het tuchthuis van Berlijn heeft men zich onlangs aan een, tenminste voor Duits land, geheel nieuw experiment ge waagd. Men heeft er een toneeluitvoe ring gegeven, waarvoor een levenslang veroordeelde journalist het stuk zijn sterfbed ligt en in koortsdromen gekweld wordt door de geesten van hen, die hij om het leven bracht, roept hij uit vertwijfeling en wanhoop om Christiaan. Deze verschijnt hem als een tweede Christus. Lucius verliest alle macht over hem. De drukkende last van zijn verleden wordt weggenomen en hij sterft met een gebed op de lip pen. In ademloze stilte volgden de gevan genen dit drama, het drama van hun eigen leven. Zij zaten gehurkt op de wenteltrappen of hingen over de balu strade. Iedere handeling begrepen zij. De verbittering, het langzaam afglijden van de goede weg, de magnetische aan trekkingskracht van het kwaad, het schuldbesef, deze knagende pijn, dit tel kens terugkerend zelfverwijt, niets was hen in hun eigen bestaan vreemd ge bleven. Alleen zij wachtten nog op de verlossing in het gebed, op het geloof in het goede, dat de zegepraal behaalt en hen, zoals de soldaat, uit de greep van het kwaad bevrijdt. Deze opvoe ring was een groot succes. Nadenkend keerden de gevangenen 's avonds in hun cel terug. Zij hadden hun eigen leven op het toneel aanschouwd en in het voorbeeld van de soldaat gezien, dat ook voor hen, deze tijdelijk of voor altijd uitgestotenen, nog redding moge lijk was. Dit tournooi leverde een eerste plaats op voor een Noordhollander, de heer C. de Boer (wit). SS 70, dat hebben we weer gehad, zuchtte Piet Maertens, toen het doek voor de laatste maal dicht viel en het applaus verstierf, dat de beloning voor zijn spel was geweest. Nu gauw verkleden en dan naar huis. He, ik ben gekraakt: Een grote geeuw was als een zegel op deze woorden. De acteur was moe. Dagea en dagen achtereen had hij een zware rol gespeeld. Overdag was er hard ge- repeteerd aan een nieuw stuk, waarin hi) ook weer de hoofdrol had en onder wijl was het gezelschap van de ene uithoek van het land naar de andere getrok ken. Nu was hij aan het eind van zijn Latijn. De Nederlanders blijken hun zaken tegenwoordig veel meer op hun slotjes af te doen dan enige tijd geleden! Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft het voor ons uitgerekend. Toene mende gemakzucht dus? Wij geloven het niet; de oorzaak is veeleer te vin den inde verminderde koopkracht van het publiek en de hoge prijzen van de schoenen. Er worden lang niet zoveel schoenen meer gekocht als vroe ger en dientengevolge is ook de pro ductie van de vaderlandse schoenenfa brieken (met 25 en meer arbeiders) bedenkelijk afgenomen. Merkwaardig genoeg geldt dit niet voor pantoffels en huisschoeisel. De productie daarvan nam toe. Het C.B.S. zette de maanden Maart, April, Mei, Juni en Juli van dit jaar naast elkaar en kwam tot de conclusie, dat de fa brieken in deze maanden afleverden respectievelijk 38000, 39000, 33000, 38000 en 43000 paren geheel leren pantoffels en huisschoeisel en 98000, 91000. 93000, 128000 en 145000 paren andere pantof fels en ander huisschoeisel. Met de schoenen en laarzen met le deren bovenwerk en met lederen- of rubberzooi, is het echter droevig ge steld. Daaronder worden verstaan: mi litaire, politie- en brandweerschoenen en laarzen, werkschoenen en -laarzen, voetbal- en hockeyschoenen, en spikes en dergelijke, kleine-kinderschoenen, meisjes- en jongensschoenen, dames- en herenschoenen en sandalen. In Maart 1951 bedroeg de productie 1.387.000 paren, in April 1.328.000 paren, in Mei 1.274.000 paren, in Juni 1.020.000 paren en in Juli 661.000 paren. In enige maanden tijds is de productie dus tot minder dan de helft gedaald. Met rubberschoeisel, overig schoeisel zonder lederen bovenwerk doch met lederen- of rubberzooi; schoenen en laarzen met ander loopvlakmateriaal dan leder of rubber, is het eveneens ongunstig gesteld. In Maart leverden de fabrieken af 488.000 paren, in April 461.000 paren, in Mei 400.000 paren, in Juni 362.000 paren en in Juli 1951: 238.000 paren. Het ziet er voor de Nederlandse schoenenindustrie dus niet mooi uit. Wellicht, dat de in de laatste tijd afge komen grote militaire orders wat op leving brengen. Zwart: Ir. J. v. d. Meulen. I. e2e4, c7—c5; 2. Pgl—f3. d7—d6; 3. d2d4, c5xd4; 4. Pf3xd4, Pg8—f6; 5. Pblc3, eveneens goed is hier f3, met als sterkste antwoord e5!; 5 g7—g6; 6. Lfle2, Lf8—g7; 7. Lel—e3, past niet geheel in dit systeem, zoals spoedig zal blijken; 700 8. 00, Pb8c6, met d5! kon zwart nu Le3 weerleggen; de hele zwarte op bouw draait om deze zet; met de tekstzet ontstaat de hoofdvariant van de z.g. drakenvariant, als zwart op de tweede zet Pc6 speelt. 9. Pd4b3! belet d5; 9a7a6; beter Le6! met de dreiging d5; 10. f2f4, Lc8d7; II. g2g4, Dd8c8; 12. f4f5!, zwart staat nu reeds vrij machteloos tegen de witte aanval; 12Pc6e5; 13. g4g5ü, Pf6e8; Wit: Kgl, Ddl, Tal, Tfl, Le2, Le3, Pb3, Pc3, pi, a2, b2, c2, e4, f5, g5, h2. Zwart: Kg8, Dc8, Ta8, Tf8, Ld7, Lg7, Pe5, Pe8, pi a6, b7, d6, e7, f7, g6, h7. Stelling na 13Pe8 14. Pc3d5! met de dreiging Pe7t; op Dd8 volgt Lb6! 14Pe5c6; 15. f5—f6, e7jcf6; 16. g5xf6, wederom met dreiging Pe7t. Er volgde nog: 16Pe8xf6; 17. Pd5xf6, Lg7xf6; 18 Tflxf6, Pc6—e5; 19. Tf6xd6, Pe5g4; 20. Le3—f4, op Td7 volgt Pe3 21Tf8—d8; 22 Le2xg4 en zwart geeft op. PA je niet even mee naar Dix? vroeg Mary Janssens, zijn te genspeelster. Nee, zei Piet, ik ga naar bed. Ein delijk eens een keer behoorlijk uit slapen. 't Zal tijd worden ook. Is me dat een leven? Jakkeren en sloven en nauwelijks genoeg verdienen om je zelf in het leven te kunnen houden! Je kunt beter ambtenaar zijn! Moet je zien dat je het wordt! spotte Mary. Ze kende de buien van haar collega en begreep, dat hij weer eens moest uitkankeren. Het was haar best, dat hij niet meeging. Hij moest vooral niet denken, dat hij onmisbaar was. Ze aanvaardde dankbaar het aan bod van een paar anderen, om haar gezelschap te houden. Ze wilde nog een paar spottende opmerkingen ma ken, maar Piet was al verdwenen. Mopperend had hij zich in zijn kleedkamer teruggetrokken. Daar ont deed hij zich haastig van schmink en toneelplunje. Hij moest opschieten. Het was al laat. Als er nu nog maar een taxi was. Anders zou hij het hele eind moeten lopen. En daar had hij weinig ■lust in. Vlug kleedde hij zich aan. Het op. bergen van zijn spullen liet hij aan de costuumjuffrouw over. Haastig liep hij de halfronde gang achter het toneel door naar de zijuitgang. Even kijken ja, daar was nog een wagen. Hij wenkte. Even later klapte een portier en suisde de taxi weg. i y^NDRé A. PRIESTER is dezer dagen 60 jaar geworden. André Priester is vice- president en chef Technische Dienst van de Pan American Airways, een van de belangrijkste figuren in de internationale vliegwereld en Nederlander van geboorte. Hij verkreeg de Amerikaanse nationaliteit, is daarop trots en gelooft in de technische superioriteit van zijn nieuwe vaderland, doch bleef in vele opzichten een echte Hollander, een Nederlander van de goede soort, een pionier, een doorzetter, een puik organisator die door iedereen die hem kent geacht wordt om zijn scherpzinnigheid en helder inzicht en die de beste Iuchtvervoer- technicus ter wereld wordt genoemd. De Duitser Ernst Böhner vond dit vernuftige veringssysteem voor fietsen uit, waardoor zware schok ken nog gemakkelijk opgevangen kunnen worden. A AN BOLMAN is alles zorgvuldig en alles wat hij doet is bedachtzaam. De manier waarop hij iemand ontvangt en begroet, de manier waarop hij gaat zitten (hij trekt angstvallig zijn broeks pijpen op), de wijze waarop hij zijn pa pieren ordent, waarop hij een sigaret presenteert, het wijst allemaal op een aangeboren nauwkeurigheid. Zijn kle ren, zijn smetteloze boord, zijn keurig gestrikte das, zijn zorgvuldig gebor stelde (stugge) haren, zijn zorgvuldig gepoetste bril, de ernstige trek om zijn mond, zijn afgemeten volzinnen en zijn emotieloze stem, doen eerder denken aan een voorbeeldig ambtenaar of aan een man van studie en wetenschap dan aan een leider van onze woelige he dendaagse jeugd. Die indruk blijkt niet helemaal on juist te zijn, want als Bolman geen directeur van de N.J.H.C. was, dan zou hij accountant zijn. Hij heeft namelijk een economische opleiding gevolgd en hij studeerde bovendien vóór de oorlog Duits. Hij heeft zijn acte M.O. ge haald, doch het leraarsambt nooit uit geoefend. Men zou het hem zo op het eerste gezicht ook niet aanzien, dat hij een geboren Amsterdammer is. Hij lijkt daartoe te stijf, maar als men achter zijn brilleglazen de twinkelende ogen heeft ontdekt en heeft ervaren, dat achter al die ernst toch wel een pracht gevoel voor humor schuilt, dan wordt men een geheel andere Bolman ge waar. r\AT is de Bolman, die al in de jaren toen de jeugdbeweging in ons land in opkomst was, zich daarbij aansloot en (toen hij op de H.B.S. zat in .lkmaar en later op de Hogere Handelsschool) een van de pioniers was die de jeugd herberg in Petten oprichtten „De Zevensprong" een van de oudste jeugd herbergen in het land en die een voorman was van de N.B.A.S., de Ne derlandse Bond van Abstinent Stude renden. Hij was er bij, toen het jeugd werk door de jongeren zelf ter hand werd genomen en hij werkte er voor met dezelfde nauwgezetheid en vol gens dezelfde rotsvaste principes, die hem nu nog kenmerken. Hij moge dan nu een ernstig man geworden zijn, zijn jeugdig enthousiasme heeft hem niet verlaten al toont hij dat niet open lijk en hij moge dan nu geen rigou reuze geheelonthouder meer zijn, hij is een matig mens gebleven, die altijd blijft binnen de strakke lijnen, die hij in zijn eigen leven getrokken heeft. Na zijn studie is de heer Bolman eerst op een accountantskantoor te recht gekomen, maar is toen o.a. in Berlijn Duits gaan studeren. Toen het jeugdwerk van de jongeren werd ge consolideerd en gecentraliseerd, werd hij in 1931 verbonden aan het secreta riaat van de N.J.H.C. Tot 1941 was hij getuige en voor een groot deel de drijfkracht van de gestage ontwik keling van deze prachtige instelling, die toentertijd reeds 65 jeugdherbergen exploiteerde voor 40.000 ingeschreve nen. - JOH. BOLMAN is een man van grote ernst en grote nauwkeurigheid. Zo op het eerste gezicht beantwoordt hij eigenlijk helemaal niet aan het beeld, dat men zich van een jeugdleider heeft gevormd. Ik voor mij althans stel me'een jeugdleider altijd voor als een beweeglijk idealist, die overbruist van energie en plannen, die in vuur en vlam raakt zodra het onderwerp jeugdzorg ter sprake komt, die praat alsof hij een menigte jonge mensen staat toe te spreken, maar die zoals de meeste idealisten niet altijd met twee voeten op de grond staat en zich gemakkelijk door zijn ideaal laat meeslepen. Stuwkracht van de herbouw. De oorlog maakte aan alles een eind en nadien moest de hele organisatie opnieuw worden opgebouwd. De N.J.H.C. was de eerste organisa tie in Nederland die aan het Nationaal Socialisme ten offer was gevallen de heer Bolman kwam opnieuw een accountantskantoor terecht. Op de dag van de bevrijding was hij evenwel weer bij de N.J.H.C. terug en meteen ging hij aan de slag om er weer iets van te maken Zijn portemonnaie was zijn kas en zijn benen zijn transport middel, maar het kwam voor elkaar. Wonderbaarlijk snel kwam de organi satie weer op de been. En toen vond Bolman, dat hij het werk aan jongeren moest overlaten (hij is trouwens zelf nu nog pas 46) en opnieuw werd hij procuratiehouder op een accountants kantoor. Twee jaar is hij er uit ge weest, maar toen werd hij teruggeroe pen en als directeur van het N.J.H.C. bureau geeft hij opnieuw zijn beste krachten aan het werk voor de jeugd Hij doet dat zonder veel ophef. Hij spreekt niet over roeping of idealen, maar ziet zijn werk eenvoudig als de vanzelfsprekende plicht, die hij in deze functie heeft te vervullen. Hij is ge steld voor een bepaalde taak en die moet zo goed mogelijk verricht wor den, daarmee uit! Het ware voor me nige Idealistische instelling te wensen dat zij zulke nuchtere en zakelijke lei ders had, zij zouden er wel bij varen In al zijn nuchterheid geeft Bolman die tegenwoordig in Naarden woont, op „De Peppels" zich geheel en al aan de N.J.H.C. (hij bleef vrijgezel), tot grotere bloei van deze organisatie en tot heil van de Nederlandse jeugd. Hij is in dienst van de Pan American Airways sinds deze maatschappij in 1927 de eerste postvlucht maakte van de geregelde dienst tussen Key West en Havanna. Hij is een oud KLM-man. Zijn opvoeding genoot hij geheel in Nederland en 't toenmalige Nederlands- Indie en nadat hij als militair de no bilisatie tijdens de eerste wereldoorlog had meegemaakt, kwam hij in 1920 in de vliegtuigindustrie terecht. Bijna vijf jaar was hij in dienst van de KLM. ging vervolgens naar Amerika, waar hij voor verschillende luchtvaartmaat schappijen werkte, tot hij in Juli 1927 bij de Pan American Airways kwam. Hij was in dienst van de New York Airways toen Juan T. Trippe gereed kwam met de plannen voor de eerste overzeese dienst van de Pan American, die toen een hele onderneming, om niet te zeggen een waagstuk was. Als „ope rations chief" bracht hij samen met Trippe een staf bij elkaar en werkte als een paard om binnen twee weken een nieuwe luchtlijn uit de grond te stampen In de jaren van uitbreiding die zolg den. was het Priester die de voornaam ste rol speelde in het veelomvattende werkprogramma van de Pan American Airways, die stimuleerde tot het ont werpen van steeds betere vliegtuigen, ondertussen de beschikbare vliegtuigen aanpaste aan de behoeften en ze tege lijkertijd gebruikte als een studieobject om tot beter bruikbaar materiaal te komen. Het was Priester, die bij de mo- torenfabrikanten steeds hamerde op een lager benzine-verbruik per paarJe- kracht-uur en bij de vliegtuig >jit- werpers op een betere stroomlijn Het is voorgekomen dat een fabriek hem vier ontwerpen in successie moest voorleggen, voor hij tevreden was. „Te kort. te klein, te langzaam", was in drie gevallen zijn bondig commentaar. Toen tijdens zijn campagne voor een betere vering der propeller-bladen, de fabrikanten trachten aan te tonen, dat zijn plannen onuitvoerbaar waren, hield hij hardnekkig vol, dat zijn cijfers wel goed waren en hij won het pleit. Als chef van de Technische Dienst van het uitgebreide luchtlijnen-net van de Pan American Airways, is Priester er in geslaagd nieuwe types vliegtui gen te verkrijgen, waarin vele van zijn denkbeelden verwezenlijkt zijn, spe ciaal waar het betreft zijn ideaal van een vliegtuig voor lange afstanden, dat op grote hoogte moet kunnen vliegen met een summum aan veiligheid, mei heid, zuinigheid en betrouwbaarheid. Maar wat voor een type of soort vlieg tuig ook zal worden geproduceerd, André A. Priester zal er nooit helemaal tevreden mee zijn. ERGENS in een buitenwijk stopte een auto. Een donkere gedaante glipte er uit en verdween in het diepe duis ter. Hé, meneer, je moet nog betalen, riep de chauffeur. Maar zijn vrachtje was als door de aarde verzwolgen. Mopperend schakelde de chauffeur de rtotor weer in.. Weer een paar gul den strop. Toen de wagen was weggereden, kwam er uit en poortje een donkere gedaante te voorschijn. Hij liep langs de huizen, zocht even en scheen toen het juiste nummer te hebben gevon den. Hij bleef staan. Hier moet het zijn, mompelde hij. Alles in huis was donker. Er was kennelijk niemand. De man grinnikte zachtjes voor zich heen. Boffen noemen ze dat, zei hij halfluid. Even later was hij binnen. Hij maak te geen licht. In dit huis wist hij de weg als in zijn eigen kamer. Weet hoe vaak was hij er geweest, had hij alles opgenomen. Hij wist wat hij wilde hebben. In één greep een flink be drag dan kon hij weer even voor uit. Reeds stond hij in de kamer. Zijn zaklantaarn flitste! even op. Daar zag hij staan, wat hij wilde hebben: twee zilveren kandelaars en een zilveren schaal op de boekenkast. Ze verdwe nen in zijn tas. Verder was er niets, dat hem interesseerde. Nu vlug weg, voordat er iemand thuis kwam. Zacht trok hij even later de buiten deur achter zich dicht en verdween in het duister. JN de kamer achter het café hing een gespannen sfeer. Wat mannen zaten er te kaarten. Het ging om grof geld. Stapeltjes bankbiljetten werden inge zet en verwisselden na ieder spel van bezitter. Soms klonk er een gesmoor de vloek, wanneer er een onverwach te slag viel en een berekening ver keerd uitkwam. Op een kast stonden twee zilveren kandelaars en een scho tel. Ze waren in schril contrast met de armelijke omgeving. Jij moet, Piet, zei één der spelers tegen een nog jonge man, die in ge dachten verzonker naar de kostbare stukken zat te staren. De aangesprokene schrok op. Hij nam de kaarten aan, waste ze en deel de rond. Meteen was hij er weer hele maal in. Er werd geboden en één van de mannen opende het spel. De span ning steeg naarmate de slagen vielen. Weer schoven de bankbiljetten over de tafel. Ik ben blut, zei de jongeman tot de winnaar. Die dingen daar zijn voor jou. Hij wierp nog een blik op de zilve- ren voorwerpen, als om er afscheid van te nemen. Toen stond hij op. Ik ga naar huis, zei hij. Plotseling sloeg de deur open. In pa niek schoten de mannen overeind en probeerden geld en kaarten te verber gen. Agenten en rechercheurs kwamen de kamer binnen. Dof glommen de re volvers in het lamplicht. Handen omhoog! klonk 't scherp. Eén der agenten zocht kaarten en geld bijeen en borg ze op Anderen fouilleerden de mannen en boeiden ze daarna. De inspecteur bekeek nauwlettend de zilveren voorwerpen op de kast. Zijn die van u? vroeg hij de ca- fchour.er en keek hem scl erp aan. Neen, van hem. antwoordde deze en wees op de jongeman. Zo. meneer Maertens, hebt u die bij mevrouw Janssens vandaan ge haald' -T- Ja, antwoordde deze. Dat is niet verstandig van u ge weest Ze dacht nog wel, dat u zo ver moeid was. Dat hebt u haar knap voorgespeeld. U hebt wel talent, dat moet ik zeggen. Piet Maertens zweeg. Hij wist, dat ziin rol uitvesneeld was. Voor het eerst sinds lange tijd schaamde hij zich Hii wendde het gelaat af en rilde pvnv, «oen de boeien om zijn polsen klikten Vacantie herinneringen. ?<féR«qa£-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 8