Een gastvrouw van formaat
Zuid-Nederlandse aspecten
Litterair wonderkind en twee oude getrouwen
Franse linkerzijde verloor
de verkiezingen
ROUND THE WORLD
ON ICE
Boeiend ijsschouwspel in
Carré
Phonografische industrie brengt
Nederlands Valent over de grens
Iedere plaat een technisch wonder
N.J.H.C. bezit 49 jeugdherbergen
voor ruim 70.000 trekkers
MET de (natte) zomer is ook het trekkerseizoen voorbij. Overal in de be
schaafde wereld zijn de scholen weer begonnen en zij hebben de sportieve
jongens en meisjes die de afgelopen maanden her en der langs 's heren wegen
trokken, weer opgeslokt. Voor de jeugdherbergen in de gehele wereld is een
rustige tijd aangebroken. Zo nu en dan met de weekenden bijvoorbeeld
zal er nog wel eens het vrolijk gezang en levendig gekwebbel klinken van de
onbezorgde jeugd, maar de gezellige rumoerige drukte van het zomerseizoen,
als de jeugdherbergen uitpuilen van de duizenden jongens en meisjes die er te
voet of per fiets op uittrekken, is voorlopig weer voorbij.
Bijna een half millioen
trekkers per jaar
Nieuwe kinderzegels
Twee luchtpostzegels
MAANDAG 15 OOxODEK 1951
Letterkundige
Verschijningen
Hugo Claus: De Metsiers, Uitge
versmaatschappij A. Manteau
N.V. Brussel.
Ernest Claes: Daar is een Mens
verdronken. Uitgeverij V/inants,
Heerlen.
Felix Timmermans verhaalt, P.
N. van Kampen Zoon N.V.,
Amsterdam.
VOOR en na hebben we op deze
plaats waardering voor de letter
kunde onzer Zuiderburen betuigd, het
zij dat die zich als „Vlaams" dan wel
als gewoon Zuid-Nederlands aandien
de. Moge de taak om over de voort
brengselen onzer Noord-Nederlandse
letteren te schrijven, niet altijd opwek
kend zijn bijna immer wordt zij met
enig genoegen verricht wanneer het
boeken betreit welke uit België tot
ons komen.
Ditmaal is het een collectie van on
derling wel zeer uiteenlopend gehalte
die op onze schrijftafel terecht is ge
komen; een verzameling welke niet
anders gemeen heeft dan dat ze uit het
Zuiden stamt, maar die weer eens ge
legenheid geeft, verschillende aspecten
van gindse literatuur even te aanschou
wen.
Wat de Noord-Nederlander bij de
Zuiderlingen bijna steeds trof, was de
oorspronkelijkheid. Ongetwijfeld zou
den wel invloeden' van buiten, zowel
van Frankrijk als van Nederland, zijn
aan te wijzen, maar men zag hier toch
allereerst op de „eigen" en zeer beel
dende taal, terwijl ook de aanpak van
de problemen dikwijls anders, en niet
zelden zuiverder, was. Ten slotte, maar
zeker niet ten minste, was daar het
grote vertel-talent, dat in het Noorden
reeds lang overwoekerd is door psy
cho-analyse e.t.q. en voor het overige
zelden hier zo natuurlijk is geweest.
VU is echter in het eerste voor het
overige belangrijkste hier te be
spreken boek de oorspronkelijkheid
niet onaanvechtbaar. Sedert de oorlog
hebben we allen een klap van de Ame
rikaanse molen beet gekregen en het
is vrij waarschijnlijk, dat ook de jonge
auteur Hugo Claus daaraan niet ont
kwam. Er is iets van de korte, indrin
gende formulering der moderne Ame
rikaanse prozaïsten in zijn taal en ook
hun weg laten van alle details, waar
door men als het ware het skelet van
een verhaal krijgt, en pas bij nader
inzien ervaart, dat er toch een volsla
gen lichaam omheen gesuggereerd is.
Heel anders dus dan bij de oudere Vla
mingen, die juist in het minutieus uit
schilderen van details uitmuntten.
Men denkt bij Claus het eerst aan
Steinbeck. We willen niet beweren,
dat het ganse oeuvre van deze Ameri
kaan (dat overigens zeer ongelijk van
waarde is) een verheerlijking is van
de „armen van geest". Doch herhaalde
malen heeft hij de grootste menselijke
dan Ana bestaat. De laatste krijgt om
gang met een officier uit het Ameri
kaanse bevrijdingsleger, bij wien zij
een kort ogenblik de zuivere liefde
zoekt, om daarna tevens, en mis
schien vooral, uit medelijden terug
getrokken te worden naar Bennie. En
dan doodt Carter, de oppasser van
Jim Braddock, een man omtrent wien
men vrijwel niets verneemt, Bennie
plotseling met twee schoten uit een
jachtgeweer, van zo dichtbij gelost
dat het gezicht geheel onherkenbaar
wordt. Een protest van de eenvoudige,
rechtlijnige, Amerikaan tegen de in
cest die hij bespeurde? Een opkomen
voor zijn „baas"? Men mag er naar
gissen en het doet er ook niet het
meeste toe.
Hoofdzaak blijft voor ons althans
de figuur van Bennie, de verper
soonlijking van het onaantastbare, te
midden van deze poel van zedeloos
heid, of, als men het anders zeggen
wil, ontspoorde natuur.
JOCH ontwaart men juist aan Bennie
de zwakte in de opzet van het ver
haal. Claus heeft het verdeeld in een
reeks korte, flitsende hoofdstukken, die
elk de titel dragen van een der perso
nen en die in ik-vorm geschreven zijn.
Deels geven zij dialogen weer, deels de
„inwendige alleenspraken" der sujetten,
Hiermee is veel te bereiken zolang het
mensen betreft met een gecontroleerd
gedachtenleven (Van Sehendei toonde
het in zijn tederste roman: „De wereld
een Dansfeest), maar het wordt uiterst
moeilijk om dit te doen bij iemand met
een geestelijke afwijking. Bij Steinbeck
komt de hele Lennie-figuur op uit
dialogen, en korte commentaren van de
auteur en wordt zodoende aannemelijk.
Claus' Bennie is aannemelijk zolang
anderen over hem denken en praten,
maar wordt twijfelachtig zodra hijzelf
denkende wordt ingevoerd.
Toch, ondanks deze zwakte, beschou
wen we de Metsiers als een zeer op
merkelijk en hoogstaand boek van een
merkwaardig talent. Het schijnt dat
Claus, ondanks de twee literaire prijzen
welke hij met zijn boek verwierf, zich
als een mokkende Achilles heeft terug
getrokken en naar Frankrijk is gegaan,
verzekerend, dat hij voortaan slechts in
het Frans zou publiceren. Dit althans
heeft het tijdschrift Libertinage te ken
nen gegeven, Is het de miskenning van
de poëzie welke hij tot dusver publi
ceerde geweest, welke hem tot die hou
ding bracht? Voor de Nederlandse let
teren is het te hopen dat hij er op zal
terugkomen, want zijn talent draagt
meer beloften in zich dan zij kunnen
ontberen.
JJRNEST Claes is een gans andere
figuur dan Hugo Claus. Vooreerst
is hij al 66 jaar en voorts gaat hij ten
onzent toch vooral door als een verte
genwoordiger van de „ouderwetse"
Vlaamse literatuur, temeer omdat van
zijn ernstige oeuvre niet zoveel tot ons
zuiverheid toch trachten uit te beelden I doordrong. De uitgeverij Winants te
in de simpelste zielen. De figuur van
Lennie uit „Of mice and men" zal
niemand ooit uit de gedachte gaan die
dit zuiverste van Steinbecks boeken
las.
Ook in „De Metsiers" van Hugo
Claus is een simpele van geest de cen
trale figuur en ook hij schiep iemand
die door al het kwaad van de wereld,
ook al doet hij er zelf aan mee, onbe
roerd blijft.
Daarmee houdt de vergelijking ove
rigens op; Hugo Claus ging zijn eigen
wegen: schiep een eigen milieu voor
zi.in verhaal en schonk het een eigen
ietwat „gemaakt" aandoende opzet.
Ï.IUGO Claus was negentien jaar toen
hij de Metsiers schreef. Daarmee
stempelt hij zichzelf als een literair
„wonderkind". Intrigue en uitwerking
tasten zo diep in de menselijke harts
tochten, geven een a-sociaal milieu zo
griezelig waarheidsgetrouw of al
thans aannemelijk weer als slechts
een geest kan doen die zeer veel be
leefd, waargenomen en verwerkt heeft.
(Claus is trouwens ondanks zijn jonge
jaren al gevelschilder, arbeider in een
suikerfabriek in Noord-Frankrijk,
nachtwaker te Londen, typograaf en
leerling aan drie academies en een
toneelschool geweest!).
Wat nu zijn romans betreft; in de
buurt van een Vlaams dorp leven op
een hoeve de Metsiers. Twintig jaar
geleden heeft de vrouw met haar min
naar, Mon, haar man vermoord toen
zij een kind van Mon verwachtte. Te
zamen met Mon, hun achterlijke zoon
Bennie, en de dochter uit het huwelijk
met Metsiers, Ana, is zij op de hoeve
blijven wonen. Het dorp heeft dit ge
meenschapje uitgestoten; het heeft al
leen omgang met Smelders, vader en
zoon, welke zoon een verhouding met
Ana heeft die deze tracht te verbreken.
Feitelijk, slechts ten halve bewust,
gaat alle lijfelijke en geestelijke liefde
van Ana uit naar haar stiefbroer Ben
nie, voor wien er niets op de wereld
f
Hugo Glaus, veelbelovend jong
Belgisch auteur.
Heerlen heeft er geen kwaad aan ge
daan, de ernstige romancier die Claes
kon zijn, in ons land te introduceren
met een roman uit de vorige oorlog
(Daar is een Mens verdronken) waarin
iets doorschemert van de strijd der Fla
minganten en veel voorkomt dat tot het
trekken van parallellen met de toe
standen in de tweede wereldoorlog
brengt. Ook hij heeft het systeem toe
gepast om zijn roman in korte hoofd
stukken te verdelen, merendeels de ti
tel dragende van een der hoofdperso
nen, zoals „Het Boek van Dore Maer-
schalck", „Het Boek van Jeanne". „Het
Boek van Meester Noteleirs", maar' ook
,Het Boek van de oorlog", „Het Boek
van Boter, Spek, Tarwe" enz. Ook hier
werkt de methode, ofschoon anders toe
gepast dan door Claus, wel eens wat
geforceerd. Men kan Claes niet ontzeg
gen, een psychologisch verantwoord
verhaal goed verteld te hebben. Hij
heeft allerminst „helden" geschapen,
maar gewone mensen met meer kwade
dan goede eigenschappen. In Dore
Maerschalck schetste hij de carrière
van een zwarte handelaar die, na de
bevrijding welke in 1918 in Belgie al
evenveel desillusies schonk als die van
45 ten onzenten elders, door ver
keerde speculaties zijn geld verliest en
dan niet anders weet te doen dan zich
te verdrinken. Zijn dochtertje Jeanne
heeft een verhouding met een Duits sol
daat en trouwt na de oorlog met deze
en dat geval wordt met grote natuur
lijkheid en wijze objectiviteit verhaald.
De zuiverste figuur is de dorpsschool
meester Noteleirs, die geheel opgaat in
de Vlaamse zaak zonder nochtans het
landverraad te plegen dat de fanatiek
ste Flaminganten op hun geweten laad
den.
Wanneer men over wat sentimentali
teit en wat pathos hier en daar kan
heen lezen, dan is „Daar is een Mens
verdronken" een onderhoudend boek,
dat van grote levenernst en van even
grote liefde voor Vlaanderen getuigt en
dat de mensen poogt te geven zoals ze
zijn, niet beter en niet slechter.
J?N dan ligt daar nog „Felix Timmer*
mans verhaalt". Timmermans is
door „Pallieter" beroemd geworden en
verguisd geraakt. Het boek heeft het
grote publiek gepakt als een bevrij
dende kreet van levenslust, maar de
critiek, ofschoon niet geheel van enige
naijver vrij te pleiten, doorschouwde
toch de zwakheden van dit wat gema
niëreerde, op effect beluste en wel zeer
materialistisch ingestelde proza.
Timmermans is het vorige jaar over
leden. Zijn „Pallieter" wordt nog steeds
gelezen, ofschoon niet zo geestdriftig
als een dertig jaar geleden, maar meer
dan zijn andere werk. En de critiek is
over hem uitgepraat.
De samenlezing uit zijn vertellingen,
door Van Kampen uitgegeven onder de
in de aanvang genoemde titel, geeft
geen aanleiding, dat debat te herope
nen. Wel dwingt ze tot de erkenning,
dat Felix Timmermans dan toch wel
een uitnemend verteller is geweest.
Van deze tien vertellingen bestaat het
merendeel uit opgewerkte anecdotes,
maar hoe dan ook opgewerkt! De ty
pisch Vlaamse liefde voor het détail
viert er haar triomfen en de taal is van
een bijna tastbare plastiek. Merkwaar
dig overigens dat die in het langere
verhaal „Ik zag Cecilia komen" plotse
ling veel eenvoudiger wordt; waar Tim
mermans werkelijk wat dieper poogt te
tasten in de roerselen van het mense
lijk lot, laat hij zijn „sappige" Vlaams
vrijwel schieten; het zou er ook niet
bij gepast hebben. W. E.
Zwaarste klap was voor
de communisten
In Frankrijk is Zondag de tweede
ronde gehouden van de verkiezingen
voor de departementale raden. De eer
ste ronde werd verleden week Zondag
gehouden en leverde reeds 814 defini
tieve uitslagen op. Toen was een voor
geschreven meerderheid nodig. Thans,
in ruim honderd herstemmingen, had
den de candidaten voldoende aan de
helft plus een. Verleden week leden
vooral de socialisten en de communis
ten de grootste verliezen. De einduit
slagen hebben deze tendenz bevestigd.
Zij luiden als volgt: communisten ge
kozen 78 (verlies 98), socialisten 278,
verlies 139, diverse linkse partijen 51.
(verlies 11), radicalen 382. winst 8, con
servatieven e.d. 468 (winst 142). gaul
listen 150 (winst 80) Plm. veertig pro
cent van de kiezers was niet opgeko
men.
ONRUST IN VENEZUELA
De regering van Venezuela maakt
bekend, dat „de democratische en
communistische actiebeweging van Ve
nezuela" een poging heeft gedaan de
regering omver te werpen, doch dat de
overheid de toestand thans beheerst.
„Round the world on ice": Zaterdag
avond ging dit nieuwste product van
Will Redley voor het eerst in „Carré"
te Amsterdam, waar deze ijsrevue een
daverende inzet beleefde. Meermalen
hebben we reeds het genoegen ge
smaakt ijsrevue's te mogen zien, doch
wat hier geboden werd was beslist nog
beter en grootser van opzet dan de
voorgaande.
Fantastisch goede solodansen van
schaatskampioenen uit Amerika, Enge
land en Oostenrijk. Het Amerikaanse
paar voerde o.a. een voortreffelijke
rumba-rhapsody uit. Van het Engelse
paar noemen we de gedurfde Apachen-
dans. Eén der hoogtepunten vormde ook
het Chinese tafreel, waarbij enige beel
den uit de grond schenen te rijzen om
vervolgens tot ieders verbazing lustig
over het toneel te zweven. Ook het
Wener dansfeest en de „Showboat"-
scène voldeden uitstekend.
Naast goede balletten was .verder
een ruime plaats ingeruimd voor prima
jongleerkunst en haalde één der deel
nemers boven op een los op het ijs
staande ladder enige stoute kunstjes
uit, die een daverend applaus ontlok
ten.
Veel meer, te veel om op te noemen
kunt u zien in deze voortreffelijke ijs-
revue, die ongetwijfeld weer vele
Noordhollanders naar Amsterdam zal
lokken. Vooral daar de reisbureaux
trips organiseren, hetgeen de reis ten
zeerste vergemakkelijkt.
(Van onze speciale verslaggever)
Als de gramofoonplaat nog niet was uitgevonden, zou dat waarschijnlijk ook
niet meer gebeuren, want de geleerden kunnen bewijzen dat hetgeen de gramo-
foonplatenindustrie doet, theoretisch eigenlijk onmogelijk is. Er is een nadere
confrontatie met de techniek nodig, om ons zo af en toe te doen beseffen, hoe
vanzelfsprekend wij een heleboel dingen in ons leven aanvaarden, zonder er ons
van bewust te zijn met welke technische wonderen wij in feite te maken heb
ben. De moderne gramofoonplaat is zulk een technisch wonder.
Honderd groeven op
één centimeter
JOEN Edison deze geluidsdrager ont
dekte, leverde hij een prestatie, die
ook nu nog onze bewondering afdwingt,
maar zelfs zijn genie zou niet hebben
kunnen begrijpen, niet vermoeden zelfs,
tot welk een perfectie zijn uitvinding
zou worden vervolmaakt. Vooral de
laatste drie jaar heeft zich op het ge
bied van de gramofoonplatenfabricage
een omwenteling voltrokken, die eigen
lijk verbijsterend is. Men slaagde er in
platen te vervaardigen met een uiterst
fijne groef door Philips Minigroef-
platen genoemd waardoor men de
z.g. langspeelplaten kon produceren. Op
deze platen liggen niet minder dan hon
derd groeven op een centimeter! De ge
luidstrillingen welke moeten worden
vastgelegd, moeten gemeten worden in
microns. Een micron is een duizendste
millimeter. De fabricage vereist dan
(van onze speciale verslaggever)
Het merendeel daarvan is beneden de
20 jaar (60%).
Voor wie in de jeugdherbergen te
recht kan, zijn de prijzen zeer mode
raat. De jongelui beneden de 20 jaar
kunnen er logeren voor 65 cent en de
ouderen voor 95 cent, een lunch kost
45 cent, een warme maaltijd 95 cent
en thee per keer een dubbeltje!
De herbergen
£N denk vooral niet, dat die jeugd
herbergen een soort primitieve
onderkomens zijn. Er zijn oude kas
telen bij (in Denekamp bijv. en in
Heemskerk) en luxueuze villa's (in
Amersfoort). In Beusichem is de
jeugdherberg ondergebracht in een
voormalig veerhuis, in Arkel in een
vroegere pastorie, op Ameland in
oude Duitse bunkers en onderkomens.
In Bakkum staat het fraaie speciaal
gebouwde „Koningsbos", in Olden-
broek bouwden de trekkers zelf een
prachtige jeugdherberg en in Axel
komt, met steun van de gemeente, ook
een speciaal gebouw tot stand. Eén
van de oudste jeugdherbergen van
Nederland is die in Kortenhoef. Een
vroeger schildersatelier op palen dat
vooral door trekkers per kano wordt
gefrequenteerd. Deze jeugdherberg is
trouwens nog om een andere reden
•?en uitzondering in ons land. Zij
wordt alleen beheerd door een jeugd
herberg-moeder, de populaire Moeder
'J'REKKER word je, als je geen lust
of geen geld (of geen van beiden)
hebt om op de conventionele manier
met de trein of bus op reis te gaan en
in hotels te overnachten. Dit komt
uiteraard vooral bij heel jonge mensen
voor, die vrij willen rondzwerven (zo
weinig mogelijk volwassenen willen
zien) en zich in hotels niet op hun
gemak voelen. Te voet of op de fiets
kunnen zij gaan waar zij willen, kun
nen hun eigen tempo bepalen en de
mooiste plekjes uitzoeken voor hun
mst- en maaltijden. Maar als de nacht
komt moet er raad geschaft worden.
Ons klimaat laat (helaas) en onze
vaders en moeders laten (gelukkig)
meestal het slapen in de open lucht
niet toe. En daarvoor is het instituut
van de jeugdherbergen geschapen, in
Nederland beheerd door de N.J.H.C.,
de Nederlandse Jeugdherberg Centra-
Die N.J.H.C. is een gastvrouw van
groot formaat. Dat moet zij wel zijn,
want de lust tot trekken is in ons
land groter dan u misschien zoudt
denken. Niet minder dan 70.893 Neder
landse jongens en meisjes staan op het
ogenblik bij de N.J.H.C. als trekker
ingeschreven, inclusiel 4000 leiders.
M. Hopman. Alle andere jeugdherber
gen hebben een compleet ouderpaar.
In totaal zijn er op het ogenblik in
ons land 49 jeugdherbergen met samen
5600 bedden. Omdat er in ons land nog
zo weinig terecht komt van de vacan-
tiespreiding is dit in het drukke sei
zoen veel te weinig. Dan moeten er
vaak trekkers teleurgesteld worden. Er
zijn herbergen, waar ieder bed gere
geld 90 dagen per jaar beslapen wordt.
In 1950 boekte men 385000 overnach
tingen (196000 jongens, 189000 meisjes).
Hierbij waren niet minder dan 55000
overnachtingen van buitenlandse
trekkers, uit bijna alle landen van de
wereld. Aangenomen wordt er be
staat daarvan geen statistiek dat nog
een veel groter aantal Nederlandse
trekteers ieder jaar naar het buiten
land gaat.
Keurige organisatie
J^JEN moet niet vragen wat er voor
zo een organisatie komt kijken en
hoeveel geld er nodig is om al deze
jeugdherbergen in te richten en te
exploiteren. De kosten moeten voor
namelijk bestreden worden uit de in
schrijfgelden (f 2.50 per jaar tot 20
jaar, f 3.50 voor ouderen). De jeugd
herbergen worden overigens wat de
exploitatie betreft verondersteld self
supporting te zijn. Voorts is er vanzelf
sprekend een groot bureau nodig om
het administratieve werk te kunnen
doen. Het secretariaat telt 166000 in-
en uitgaande brieven per jaar. Ver
der heeft de stichting haar eigen ar
chitect voor ontwerpen van nieuwe
herbergen en van verbouwingen.
Als men dan nog weet dat de N.J.H.C.
na de oorlog de hele organisatie van
de grond af aan heeft moeten opbou
wen en alle jeugdherbergen opnieuw
heeft moeten inrichten (in 1945 wa
ren er weer vijf bedrijfsklaar) dan
krijgt het „gastvrouw van formaat"
een dubbele betekenis. Iu het belang
van de jeugd van alle bevolkingsgroe
pen is het een prachtig werk dat
ieders respect en medewerking ver
dient.
ook een ongelooflijke precisie-arbeid en
er is een uiterst verfijnde galvanoplas-
tiek nodig om matrijzen te vervaardi
gen, die deze groeven en trillingen op
de best denkbare wijze op de pers
massa overbrengen. Het opnemen, het
matriseren en de materiaalbewerking
dient met de allergrootste nauwkeurig
heid te geschieden. Iedere plaat is een
technisch wonder op zich zelf.
Rulsvrft
j~)E Philips Phonografische Industrie
heeft zich van de aanvang af op de
ontwikkeling en de fabricage van lang
speelplaten toegelegd, al heeft de er
varing in Amerika de belangrijkste
producent van gramofoonplaten mei
een markt in het eigen land, groter dan
het totaal van alle markten in de rest
van de wereld uitgewezen, dat de
oude standaardplaat met 78 toeren per
minuut zich naast de langspeelplaten,
die draaitafels met een omwentelings
snelheid van 35 1/3 toeren noodzakelijk
maken, blijven handhaven Zoals ge
meld is Philips er trouwens in geslaagc
een heel nieuwe minigroefnlaat te ver
vaardigen, die met gebruikmaking
van een lichte opnemer (die nieuw
moet worden aangeschaft) op de be
staande apparatuur van 78 toeren per
minuut kan worden afgespeeld. Deze
platen, die een diameter hebben var
17 cm hebben een ononderbroken speel-
duur van vijf minuten per zijde (het
geen dus overeenkomt met een normale
30 cm plaat), zijn door het gebruik van
modern materiaal nagenoeg ruisvrij. on
breekbaar en vergen een minimum aar
opbergruimte.
Het is aan geen twijfel onderhevig
dat de oprichting van een Nederlandse
phonografische industrie, zowel in in
dustrieel als in cultureel opzicht, voor
ons land van zeer grote betekenis kar
zijn.
Wereldcentrum
^TOWEL wat betreft de gramofoonpla
tenfabricage nog steeds zijn gra
mofoonplaten de meest populaire ge
luidsdragers waarvoor overal in de we
reld afspeelapparatuur voorhanden is
als voor het wetenschappelijk onder
zoek (chemisch, electro-acoustisch en
mechanisch) van de geluidsdragers in
het algemeen, zal Baarn (waar aan de
Torenlaan een nieuwe fabriek wordt
gebouwd en het laboratorium reeds in
gebruik is), een wereldcentrum wor
den. Van dit centrum uit zal richting
worden gegeven aan de activiteit over
de gehele wereld. Sinds vorig jaar wer
den reeds organisaties opgebouwd in
Frankrijk, Belgie, Duitsland, Canada en
Columbia, binnenkort zal een begin
worden gemaakt in Zweden en Zwit
serland en waarschijnlijk ook in Dene
marken en Spanje.
Nederlands talent
JTEN van de belangrijkste onderdelen
van de werkzaamheden der nieuwe
industrie is het samenstellen, opbouwen
en exploiteren van een repertoire. Een
zeer belangrijk deel hiervan zal worden
opgenomen met het in Nederland be
schikbare talent. Natuurlijk kan een
internationale onderneming zich daar
toe niet uitsluitend beperken, maar er
zal naar worden gestreefd, het Neder
landse talent een internationale bekend
heid te verschaffen en dit geldt niet
alleen voor orkesten en kunstenaars
die zich reeds een reputatie hebben
verworven, maar ook de jongeren, van
wie kan worden verwacht dat zij een
internationaal niveau zullen bereiken,
zal een kans worden gegeven. De be
kende musicus Otto Glastra van Loon
is benoemd tot hoofd van het Program
ma-bureau Klassiek en het internatio
nale klassieke programma zal geheel
van uit Baarn worden gedirigeerd. Als
men ziet welke werken reeds werden
opgenomen en wat nog op het program
ma staat en hoe groot het aandeel van
de Nederlandse muziekwereld daarin
is, dan mogen ten aanzien van de cul
turele aspecten van deze nieuwe Ne
derlandse industrie de allerbeste ver
wachtingen worden gekoesterd.
Van 12 November t/m 31 December
1951 zullen dé gebruikelijke weldadig
heidszegels met een toeslag „Voor het
kind" worden verkocht.
De zegels geven meisjes en jongens
te zien met op de achtergrond de om
geving, waarin zij wonen of werken.
2 cent (groen) verkoopprijs 5 cent,
meisje (achtergrond molen) 5 cent
(grijs) verkoopprijs 8 cent, jongen
(achtergrond huizen in aanbouw en een
kraan) 6 cent (sepia) verkoopprijs 10
cent, vissersjongen (achtergrond visnet
ten en de mast van een schip en ge
bouw) 10 cent (roodbruin) verkoop
prijs 15 cent, fabrieksjongen (achter
grond fabrieksschoorsteen, ijzer con
structiewerk).
Met ingang van 12 November zal de
PTT twee luchtpostzegels uitgeven in
de waarden van 15 (bruinachtig zwart)
en 25 gulden (grijsblauw). De voorstel
ling voor beide waarden is dezelfde en
geeft een zeemeeuw te zien, vliegend
boven een landschap, waarin o.a. een
brug over een kanaal, alsmede duinen
en zee afgebeeld staan.