St. Nicolaas kon niet komen
Het mooie Sinterklaasfeest van Maarten
id ontvangt
:.M VZ.
kinderen 1
Tpayglop
PAYGLOP
Ylico-toai-
P MAN
Maar op die avond, toen het stil w^as,
werd er gebeld
Recept voor 'n Sinterklaasverhaal
DOOR WOUTERTJE
Echte vriendschap is méér waard
dan veel geschenken
DE VOLGENDE DAG was 't vijf De
cember. De kinderen waren vroiyk
er nieuwgierig en 't vreemde was,
Maarten was ook biy, al vond Moeder
hem ook wel eens een beetje verdrietig
bij Tommy.
VRIJDAG 30 NOVEMBER 1951
fertentie. lng. Nrea.y
in het sportpark
liddag te bespelen
lolland een zware
lende KMVZ, d»
ïklijke Zwavelzuur-
i bezoek. Uit tien
3e KMVZ zestien
g Holland met vijf
Istrijden uit de bus
noeten de Amster-
strijd dus winnen,
eid hebben ze hem
innen. Bekend is,
clubs met kam-
ïten afsnoept. Hoe
met 31 werd ver
boor 't einde stond
(VZ een harde dob-
ng Holland.
1-elftal is als volgt
Cd.)Kouwen en v.
ol, Hoekstra en v.
is, G. Jansen, Har
selaar (v.)
jke stand
Willem J. de Waal
lan. Johannes No-
J. Met. Johannes
Nierop. Jacob J.
J. Jobse.
KEN
DRS
4NEN
ERS
)EN.
idvertentie, lng. Med.)
AN GROND UIT
MDBEDRUF
Willem de Zwijger
woningen voor ge-
gebouwd, moet nog
if worden genomen,
torden, dat de grond
.vrijp was. De boek-
die datum f 105.336,
et grondbedrijf moet
5 vergoeding komt
voningbedrijf.
AN KAMPEN
E RADIO.
cember zal voor de
I) van 10.45 tot 11
i heer Anthony van
De heer Van Kain-
ver onsterfelijke ci-
Conrad's Epos van
op 68-jarige leeftijd
P. W. van Rossum,
is van de Neder-
i Koophandel voor
irg te Brussel.
THANDEL
IJD welkom!
4 - Alkr
Advertentie, lng. Med.)
hoop gekregen, misschien had vader
het niet goed gehoord en zich vergist.
Je kon toch nooit weten. Toen moeder
hen naar bed bracht stonden hun mon
den niet stil over het komende feest.
Maar zij zagen niet hoe droevig moe
der keek en dat er tranen in haar ogen
kwamen. Zij wist niet beter of Sint Ni
colaas kwam dit jaar niet.
Eindelijk was de grote dag aange
broken en Jan en Mientje verkeerden
de hele dag in de grootste spanning.
Zou die meneer gelijk krijgen, zou de
goede Sint komen, of had vader ge
lijk en zou deze grote dag dit jaar on
gemerkt voorbij gaan? 's Middags had
den zij vrij van school en toen zij met
de vriendjes weer door de drukke stra
ten zwierven, zagen zij.... Sint Nico
laas. Hij zat in een prachtige koets, ge
trokken door vier witte paarden en hij
had wel zes zwarte pieten bij zich, die
ellende weer!" jam
de pikdonkere tun-
id, als we springen!"
liste Kappie. „Zodra
uit zijn. Ik zal niet
diamant weer heb!"
IN ZIJN OUDE, wrakke ledikantje, ergens op de zolder van een klein huisje in
een smalle straat lag een kleine jongen, die Jantje heette, aan het komende
Sint Nicolaasfeest te denken. Wat moet die Sint Nicolaas toch geweldig rijk
zijn, dat hij aan alle kinderen over de gehele wereld zoveel speelgoed en lekker
nijen kan geven, dacht hij. Zeker wel duizend keer zo rijk als vader. Oh, wat
verlangde hij naar dat grote feest. Samen met zijn zusje Mientje had hij een
lijst gemaakt van al die dingen, die zij zo graag zouden willen hebben. Ook voor
kleine Hansje, het jongste broertje, hadden zij er wat opgezet, een grote beer
met een strik om zijn hals. Toen ze met het lijstje klaar waren, had moeder be
loofd het aan Sint Nicolaas te sturen. En iedere avond telden zij de nachten af.
die zij nog moesten slapen, voor de goede Sint jarig zou zijn. „Nu nog drie
nachtjes slapen" hadden zij vanavond tegen elkaar gezegd en opgewonden waren
zij onder de oude, gescheurde dekens gekropen.
VlIENTJE en Hansje sliepen al, hij
hoorde hun regelmatige ademnaling
naast zich. Door de open deur zag hij
hoe onder aan de trap, waar de kamer
was, het licht brandde en hij hoorde
de stemmen van vader en moeder, die
zacht met elkaar spraken.
Plotseling hoorde hij de stem van va
der, die luid sprak: „Ik kan het toch
ook niet helpen, dat er dit jaar niets
van Sint Nicolaas kan komen". „Ja,
man", hoorde hij de stem van moeder.
„Ik weet het wel, maar ik vind het zo
zielig voor de kinderen, het is voor
hen het grootste feest van het jaar en
zij hebben zich er al zolang op ver
heugd. Ik ben er zeker van, dat het
een geweldige teleurstelling voor hen
zal zijn". „Maar moeder', sprak vader
weer, „ik kan het toch heus niet hel
pen, ik heb genoeg mijn best gedaan
en natuurlijk vind ik het ook jammer
voor de kinderen maar ik kan toch
geen ijzer met handen breken. Het
spijt mij wel, maar Sint Nicolaas komt
dit jaar niet!"
De rest hoorde Jantje niet meer,
want de tranen sprongen hem in de
ogen. „Sint Nicolaas komt dit jaar
niet", klonk het steeds weer in zijn
oren. Geen feest, geen speelgoed, geen
lekkers, een gewone avond zoals alle
anderen. De tranen rolden nu over zijn
wangetjes en snikkend drukte hij zijn
gezicht in het kussen.
Voor de speelgoedwinkel
INE volgende morgen was Jantje stil
en verdrietig. Toen zij samen buiten
waren, vertelde hij zijn zusje Mientje
wat hij gehoord had en ook Mientje
kon haar verdriet niet verbergen en
begon te huilen. Jan, die de oudste van
de kinderen was, probeerde haar te
troosten, hoewel hij zelf moeite had
zijn tranen te bedwingen. Na veel pra
ten lukte het hem haar verdriet te
doen bedaren.
Avonds om een uur of vijf, het
was al donker, liepen zij met een paar
andere kinderen uit hun straat langs
de grote winkels. Het was er een druk
te van belang en als echte grote-stads-
kinderen wrongen en glipten zij behen
dig tussen de voetgangers en het ver
keer door en verdrongen zich voor de
helverlichte étalages. Natuurlijk kwa
men zij ook voor de grote ruit van de
speelgoedwinkel op de hoek te staan.
Prachtig opgesteld stond daar een
schitterende verzameling speelgoed,
een waar kinderparadijs. Vlak voor
aan, de neuzen plat tegen de ruit ge
drukt, vergaapten ze zich aan al die
kostbare dingen: Jantje, Mientje en de
andere kinderen uit het straatje.
„Ik wil zo'n auto van Sinterklaas",
zei Bennie, het jongetje van de buren.
„Ah jö, zo'n trein is veel fijner" vond
Kareltje, het broertje van Bennie. En
zo hadden al de kinderen hun verlan
gens
„Hè Jan, wat moet jij van Sinter
klaas hebben?" vroeg Bennie.
„Ik? Niks" zei Jantje, „Sinterklaas
komt toch niet dit jaar", en hij slikte
de prop in zijn keel weg. Bah, wat
brandden zijn ogen, nu niet huilen.
„Hu, Sinterklaas komt niet, zegt-ie",
schimpte Bennie. „Nou, ik zeg je, dat
hij wèl komt!"
„Ach joh, je weet er niks van, mijn
vader heeft het gisteravond zelf ge
zegd en mijn vader weet het beter dan
jij. Hij heeft gezegd, dat er dit jaar
niks van Sinterklaas kan komen, om
dat hij niet komt. Oh!"
Bennie keek een beetje beteuterd bij
zo'n heftig antwoord. „Nou, ik geloof
er niks van" was het enige, dat hij wist
te zeggen.
Zonder dat de kinderen het hadden
gemerkt, stonden er al geruime tijd
een keurig geklede dame en heer ach
ter hen, die glimlachend naar het ge
ruzie hadden staan 1 luisteren en veel
plezier hadden in die kakelende kin
derschaar, daar voor de ruit van de
speelgoedzaak. „Zo, zo", sprak de heer
tot Jantje, „komt Sint Nicolaas dit jaar
niet vent?" „Nee', zei Jantje beslist.
„Nu, luister eens goed naar mij, Sint
Nicolaas komt dit jaar wèl en ook bij
jou en je vriendjes".
„Mijn vader heeft gezegd dat hij niet
komt en dan ls het zo", verdedigde
Jantje het geloof in zijn vader. „Wie
is jouw vader dan en wie zijn Je
vriendjes en waar wonen jullie?" vroeg
de heer verder. Jantje en Bennie ver
telden toen waar ze woonden en wat
hun vaders waren en hoeveel broer
tjes en zusjes zij hadden. „Nu, kinde
ren", sprak de heer toen, ,ik ken Sint
Nicolaas heel goed en hij heeft mij
juist verteld, dat hij ook in jullie straat
komt, dus reken er maar op, nog twee
en hij verdween tussen de mensen.
Zou hy komen?
gETEUTERD keken de kinderen el
kaar aan. Die meneer scheen het
toch goed te weten, want hij bende
Sinterklaas. In een opgewekte stem
ming ging het groepje naar huis.
Jantje en Mientje hadden nieuwe
handen vol pepernoten en andere lek
kernijen uitstrooiden. Nu waren ze er
zeker van. Hoera, Sint Nicolaas was er!
's Avonds na het eten waren vader
en moeder erg stil. Vader las de krant
en moeder zat kleren te verstellen.
Jantje en Mientje waren onrustig; niets
kon hen bezighouden. Vol spanning ke
ken zij elkaar af en toe aan en in hun
ogen stond te lezen: „zou Sint Nicolaas
hun straat niet vergeten?"
Plotseling werd er gebeld en op de
deur gebonsd. Vader schrok op: wat
kan dat nu zijn? Jantje voelde zijn hart
in zijn keel kloppen. Moeder opende
de deur endaar stond Sint. Nicolaas
met Zwarte Piet. Uit de donkerte
schoven rappe handen een kist naar
binnen, waar het speelgoed uitpuilde.
Kleine Hansje kroop verschrikt achter
moeders rok weg en gluurde nieuws
gierig naar die vreemde mensen.
„Zo, daar ben ik dan", sprak Sint
Nicolaas, „en u ziet, dat ik op mijn
verjaardag ook u niet vergeten heb.
Hier zijn de presentjes voor de zoete
kinderen".
Zwarte Piet begon de kist uit te pak
ken en gaf het eerst een prachtige
beer met een strikje om zijn hals aan
Hansje, die nog een beetje bang, op
veilige afstand het begeerde speelgoed
aanpakte.
Sint Nicolaas is toch gekomen, dacht
Jantje. Maar die stem van de Sint,
waar heb ik die meer gehoord? Maar
veel tijd om daarover na te denken had
hij niet, want Zwarte Piet gaf hem een
grote doos met..,, een schitterende
spoortrein!
KERKELIJK NIEUWS
NED. HERV. KERK:
Aangenomen naar Buurse: A. Pijn-
acker Hordijk, cand. te Voorst.
GEREFORM. KERKEN
Tweetal te Hillegersberg Terbregge:
G. Meyster te Oud-Beijerland en A. C.
Scherpenisse te Ooltgensplaat. Be
roepen te Watergraafsmeer: C. P. T.
Rijper te Meppel; te Lexmond: W. J.
van Hoek te Zuylichem.
De burgemeester van Los
Angeles in Nederland
Dezer dagen wordt in/ Nederland
verwacht mr Fletcher Böwron, eerste
burgemeester van Los Angeles. Hij
maakt een rondifcie-wereld-vlucht ten
einde handelsbetrekkingen te stimule
ren en havens te bezichtigen. Mr. Bow-
ron zal Rotterdam, Den Haag en Am
sterdam bezoeken.
Overeenstemming over de
Indonesische delegatie
Op een Donderdagmiddag gevoerde
bespreking tussen Indonesisch' minis
ters en vertegenwoordigers van rege
ringspartijen is overeenstemming be-
•reikt over het zenden van een delega
tie naar Nederland voor besprekingen
inzake het uniestatuut, Irian en de ver
houding NederlandIndonesië. Naar
alle waarschijnlijkheid zal de delegatie
vandaag worden samengesteld.
Wederom dodelijk ongeval
met een bromfiets
De 51-jarige mevronw Uut te Huizen,
verloor, toen zij gisteren in de voor
avond op haar bromfiets de helling van
de Noorderstraat te Laren afkwam, door
de snelheid de macht over het stuur
Eerst reed zij tegen een op de berm
lopende militair en kwam vervolgens
vlak voor een op de rijweg passerende
auto te vallen. In het St. Janszieken
huis te Laren is zij korte tijd later aan
haar verwondingen overleden.
Frankrijk zal 55 millioen
ECA-dollars ontvangen
Door de E.C.A. is medegedeeld, dat
de steun voor Frankrijk 55 millioen
dollar bedraagt. Hiervan zijn 44 mil
lioen dollar bestemd voor de betaling
van dollarkosten voor steenkool, olie
en vervoer en de resterende 11 millioen
dollar voor grondstoffen en bepaalde
werktuigen.
EEN CANADEES REGIMENT IN
ROTTERDAM AANGEKOMEN
Gis.ermiddag meerde in de Merwe-
haven te Rotterdam het Panamese ss
„Columbia", dat een detachement Ca
nadese militairen naar Europa bracht.
De 38 officieren en 773 manschappen
hebben zich reeds bij de in Duitsland
gelegerde Canadese onderdelen ge
voegd.
O schrijvers, die daar dreigt te falen
Omdat uw Sinterklaasverhalen
Nog niet gevloeid zijn uit uw vulpen,
Bedenk, dat IK hier thans uw hulp ben.
Gij, die gegevens tracht te peuren
Uit bronnen, die u af moet keuren,
En achter uw gesloten deuren
Tot in den treure zit te treuren,
In allersomberste humeuren,
Ik ben in staat u óp te beuren!
U mompelt: „t Is een schandaal!
Ik heb geen Sinterklaasverhaal......"
Houdt moed! (En hersens bij-elkaar),
ik breng u uitkomst, eerlijk-waar.
Collega's! Er zijn vaste normen.
Ja, die verhaalsoort heeft véél vormen,
Maar altijd is er toch een schema.
En altijd komt hetzelfde thema.
Collega's, bent u dus in tijdnood,
Aanvaardt dan, wat ik u vol vlijt bood,
Leest maar aandachtig dit recept
Waar U toch waarlijk iets aan hebt.
Ga dus maar niet de moed< verliezen,
U kunt uit vier modellen kiezen.
MODEL I.
Een arm student, die zorgen kent, bezit geen cent voor een present
voor haar, die hij zozeer aanbidtvvaardoor-ie in moeilijkheden zit.
Hij wordt gehuurd als Baby-sitter zijn stemming is bijzonder
bitter hij zit bij 't wiegje stil te dromendaar hoort hij reeds de
ouders komen. Zij gaan hem hartelijk bedanken in uitgebreide
jubelklanken en wat ontpopt zich dan daarna? De Pa floreert
in tandpasta en heeft op eigen huis-en-erf, iets machtigs tegen
tandbederf hij is met de student begaan een avond-baan biedt
hij hem aan! (Met voorschot!) Ja, zó moet het gaan.
Model II.
Jaja, hier komt dan Model Twee. Een moedertjeeen zoon op
zeeeen storm steekt opvoelt u dat méé? Die Moedersnood
is dus héél groot waór zit haar zoon? Waar vaart zijn boot?
Het Moedertje hoort stormen loeien, en kan die zeereis wel ver
foeien 't Is avondje van Sinterklaasde makkers staken hun
geraasDe Moeder zingt zacht: „Zie de Maanen éven
later! wie belt aan? De zoon! De zoon, die heeft gebeld, die dan
als zeeheld binnensnelt!
Model III.
Natuurlijk! de verloren zoon! - Zijn strafregister is niet schóón.
Hij nam, volkomen onbekommerd een ring, en bracht die naar de
lommerd. Zijn moeders trouwring nota bene ging die lichtzin-
nigling belenen! Zo „en-passant" nam hij ook mee een hele
keukenport'monnaie verdween daarop naar Yokohama, met
zeep, en borstel en pyama. En wét is nu het slot van 't drama?
Op 5 December huilt de winden huilt óók het verloren kind.
Omhelzing, sneeuwstorm en ontroering. De lezers raken in ver
voering!
Model IV.
West-Friesland. Hoorn, of Medemblik, Sint Nicolaaseen luide
snikwij zien dan, in dat ogenblik, een jonge vrouw, slank, niet
te dik. Zij ligt niet op een bed van stro o, neen! Zjj ligt, dat
zien we zó op d' éne helft der litsjumeaux. De and're helft, o
wrede zede! was ééns des echtvriends legerstede. Maar deze
vrouw, jong en charmant ligt eenzaam in dat ledikant. Haar
huwelijk, ééns vol illusie werd ruw verstoord door slechts één
ruzie maar Sinterklaas denkt aan zijn Suzie en zorgt voor een
hernieuwde fusie. Om acht uur 's avonds belt hij aan uit 't man
nenoog druipt stil een traanhij zegt. terwijl zijn lippen beven:
„Och, Suzie, kun je mij vergeven??" En als zij snikkend aan zijn
borst gaat (waardoor hij heus niet als hansworst staat) en
hunkerend in liefdesdorst-praat krijgt zjj een fraaie doos met
borstplaat.
IIET LIEP TEGEN ZEVEN UUR in de avond. Maarten Veldcr lichtte de klink
op van de achterdeur, om naar buiten te gaan, terwijl hy zijn moeder, die
by een kleine lamp sokken zat te stoppen een beetje brommend goedendag zei.
Ze riep hem zacht terug: „Wat ga je doen, Maarten?" Hy draaide zich even om
en zei: „Naar Jan, moeder, ik ben zö terug!" Moeder nam de zwarte sok weer
in de hand en liet de naald, die glansde in 't licht van de lamp, rustig op en
neer wippen in het hekwerkje van draden, dat ze gespannen had over 't grote
gat. Maar even later liet ze de hand toch weer rusten en staarde in gedachten
verzonken naar de deur, die Maarten, haar oudste jongen van dertien jaar, even
tevoren zo onverschillig had dichtgesmetenWat was er toch met hem
Hij was stil en in zichzelf gekeerdAlleen met Tommy speelde hij, de kleine,
jonge hond, die hij enkele weken geleden voor zijn verjaardag had gekregen
Moeder zuchtteze zou 't hem maar eens vragen
Maarten boomde en Jan zat voorop..
Ze spraken niet veel.... In gedachten
stak Jan z'n hand in 't water, dat grap
pig oprimpelde en donkere streepjes
op 't water maakte.
Plotseling schoot een dikke rat
voorbijvlak langs de hand van
Jan.„Tjonge, wat een knaap!" be
wonderde hij, ofschoon hij toch maar
gauw zijn hand terugtrok„Zag je
'm, Maarten?" Doch toen Maarten al
leen maar „neezei, keerde Jan
TOEN Maarten de deur achter zich
had dichtgetrokken bleef hij een
ogenblik staan, stak onverschillig de
handen in z'n broekzakken, trok de
schouders op met een gebaar, alsof 't
hem tóch niks kon schelen en keek om
zich heen.
De maan stond groot en helder aan
de .hemel en 't was net, of dóór dat
maanlicht 't hele dorp warmpjes toe
gedekt was met een wazige, zilverach
tige dauw. Alles zag er heel anders uit
dan overdag; nu leken de huisjes niet
klein en armoedigNu was 't water
in de vaart niet dof en donker....
neen, 't glansde, alsof 't ineens van
zilver was gewordenDe hoge.
smalle bruggetjes glommen, of ze door
kabouters met tere, lichte kleuren wa
ren bestrekenEn dón de huisjes.
wat zagen ze er knus en prettig ge
heimzinnig uit, met hier en daar 't
schijnsel van een brandende lamp, dat
door de vensters naar buiten straal
de....
Maar Maarten lette er niet op hy
liep met een boos gezicht naar de wa
terkant, trok de pen uit de grond,
waarmee hun kleine boot was vastge
legd, gooide de ketting er in en volgde
dan zelf. Handig duwde hij 'm van de
kant en boomde rustig de vaart af
onder de bruggetjes door, die de hui
zen aan weerskanten met elkaar ver
bonden.
Waar Jan, zijn vriend, woonde legde
hij aan. 't Was zó licht buiten, dat
Maarten op de stoep van de deur, op
zij van 't huis, Jan's klompen kon zien
staan.,.. Mooi, die was dus thuis...
Toen stak hij twee vingers in zijn
mond en floo. schel. De deur werd di
rect open gemaakt en daar was Jan ai
Hij school vlug in z'n klompen, kwam
op een drafje naar z'n vriend toe en
stapte in.
zich om, omdat hij wel begreep, waar
Maarten weer aan dach'en vroeg;
„Wat ga je nou doen met Dirk....
weet je al, hoe je 't morgen moet
goed maken op Sinterklaasavond?"
't Duurde even, voordat Maarten
antwoorddetoen zei hij: „Ik geef
'm Tommy!"
Jan keek 'm verwonderd aanJe
eigen hondEn je bent zelf zo gek
op 'ml"
Doch Maarten knikte vastbesloten,
terwijl 't bootje rustig voortduwde.
Jan bleef Maarten nog steeds ongelo
vig aankijkenMaar je hoeft 'm
toch je eigen hond niet te geven....
er zijn toch jonge honden genoeg....
voor Dirk blijft 't betzelfde-"
Maar Maarten hield vol: „Ik geel
'm expres Tommy.ik begrijp nou
n<~t meer, dat ik zo laf en beroerd heb
kunnen zijn tegen Dirk.... en daórom
geef ik 'm nu Tommyik weet, dat
hij zo gel: op 'm is1"
't Was even stilin de verte
kwam een roeibootje aanje kon
't klotsend geluid van de roeispanen
horen
Na een poosje zei Jan: „Je hebt ge
lijk.
yOEN de kleintjes naar bed waren, zat
Maarten nog even met vader en
moeder aan de tafel. Op zijn schoot lag
Tommy, dit speels in Maartens vin
gers beet.
Vader las de krantmaar moeder
keek haar jongen zo nu en dan eens
onderzoekend an. „Je ziet er niet naar
uit, alsof je morgen vee! van Sinter
klaas verwacht", zei ze en lachte een
beetje. En toen zei Maarten plotse
ling: „Ik wil niet eens wat hebben
Vader legde de krant neer en moeder
haar verstelwerk en toen was 't ineens
zó stil in de kamer, alsof alles wacht
te op wat Maarten te zeggen had.
Moeder.... vader" begon hij
stotterend, „ik moet u wat vertellen.,
ik had 't al veel eerder willen doen.
maar ik durfde 't niet. .1"
Moeder en Vader keken elkaar aan
en toen naar hun jongen, die er zo ver
drietig uitzag.
„U weet toch wel", begon hy, „dat
Dirk een week geleden z'n been heeft
gebroken.„Hij heeft aan zijn Moeder
verteld, dat hij was uitgegledenma#r
dat is niet zo., ik heb hem geduwd..,
om hem te plagen., en nou durf ik niet
naar hem toe te gaan.. Jan gaat wèl
elke dag.en dan vertelt hij mij hoe 't
met hem is.
Maarten veegde zijn roodbehuilde
ogen af, maar steeds kwamen er nieuwe
tranen
Eindelijk zei Vader: „Dat is niet
mooi van je, Maarten.. Je moet naar
Dirk toe gaan en zijn ouders alles ver
tellen.. dat is beter en eerlijker., voor
jezèlfen ook '.egenover Dirk, die je
heeft getoond je vriend te zijn, ook al
ga je met hem niet zoveel om als met
Jan.
Moeder was opgestaan en had haar
arm om Maartens schouder gelegd
„En daarom wil jij nu natuurlijk niets
van Sinterklaas hebbenis 't zo niet?"
„Ja, Moeder", bekende hy zacht..
Toen zette hij Tommy voor zich op
tafel en streelde 't diertje over z'n glan
zende lijfje.
Ik ga morgen naar Dirk toe en
geef 'm Tommytoe vader, mag 't?
Dirk heeft me niet verraden.. Vader
mag ik hem morgen op Sinterklaas
avond Tommy brengen?"
Hij streelde 't rolronde diertje, dat
vinnig-speels naar hem beet.„Hij is
nog zo jong.hij zal best bij Dirk wen
nen!" Vader vouwde langzaam de krant
dicht.en toen hij weer opkeek ston
den zijn ogen blij
,,'t Is goed, m'n jongen", zei hij..-en
Moeder streek hem over z'n haar en
zei, dat hij flink was. „En", voegde ze
er aan toe, „als nu morgen Sint Nico
laas bij de kleintjes komt kun jij ook
weer plezier hebben".
Toen zei vader en hij glimlachte
een beetje „Ik heb gehoord, dat Sint
voor jou een hondenmandje had., dat
moet dan maar wachten tot er hier eens
een andere hond komt".
Maar Maarten vroeg: „Vader, mag ik
de mand dan ook aan Dirk geven?
Toen ze allemaal naar bed waren
sloop Maarten voorzichtig naar de ka
mer, waar Tommy lag te slapen. Voor
zichtig pakte hij het diertje op en
kroop er mee onder de dekens
Voor Tommy was 't een feest.voor
Maarten ook, maar toch was hij wel
even heel bedroefd.
Eindeiyk was 't avond en wat donker
geworden. De kleintjes drukten hun
neusjes plat tegen de ruiten, want over
't bruggetje voor hun huis zouden Sint
en Piet aankomen.
Ze zongen hun liedjes luid en biy.
Neeltje schoof stilletjes 't raam een
beetje open en zong, met haar hoofd
voor de gleuf, extra hard Misschien
zou Sint dan wel eerder komen. Het
wachten duurde lang, maar na een poos
zagen ze toch Zwarte Piet, die met een
zware ketting rammelde.. Hij maakte,
bovenop 't bruggetje dwaze danspasjes
en zwaaide met z'n hand naar de maan.
welke nieuwsgierig keek naar die
vreemde mensen, die van huis tot huis
gingen bruggetje op bruggetje
af., naar Sint Nicolaas, die een beetje
langzaam, omdat hy al zo oud was, ach
ter Piet aankwam.
De maan liet een extra dikke straal
vallen op Sints sneeuwwitte baard en
z'n prachtige roodfluwelen mantel, dan
kon hij zelf tenminste ook alles goed
zien.
En Piet danste en huppelde, zodat
de gele veer op zijn muts vrolijk op
en neer wipte.
Doch toen Sint het bruggetje af
moest, werd Piet ineens ernstig; hij
hield Sint stevig vast, want 't was
hoog en glibberig en Sint was al heel,
heel oud.
Ja hoor, daar bonsde Piet dan ook
op hün deur. De kinderen juichten en
zongen; ze hadden rode wangen en
hun ogen schitterden van pleizier.
Sint mocht natuurlijk in vaders stoel
gaan zittenPiet moest even z'n
mond houden, omdat Sint nu tegen
alle kinderen wat ging zeggen. Daar
ging de zak openen toen kregen
ze allemaal wat.
Maarten kreeg de hondenmand, maar
Vader zei: „Sint Nicolaas, ik geloof,
dat Maarten zijn geschenk aan een
ziek vriendje wil gevenmèt z'n
eigen hondje erbydat vindt u toch
wel goed?"
Sint keek Maarten eens aan en zei:
„Mooi zo, jongenzullen we alles
dan maar meteen gaan brengen?"
Even later drukten de kleintjes hun
neusjes weer tegen de ruiten en nu
zagen ze, hoe Pieterbaas handig in 't
bootje sprong. Hij zwaaide nog even
met z'n baret en ging toen Sint Nico
laas helpen, die ook moest instappen.
Daarna nam Piet de mand aan, die
Maarten hem aanreikte en toen stap
te deze zelf in, mèt Tommy in z'n
armen.
Zwarte Piet boomde en onder de
bruggetjes door gleed langzaam de
kleine boot met Sint en zijn zwarte
knechten Maarten, die 't liefste
hondje, dat hij kende, ging weggeven
aan een vriend, die door zijn schuld
pijn had eii op bed moest blijven.
jyjAARTEN hield Tommy stevig tegen
zich aan't diertje drukte zijn
vochtige neusje snuffelend tegen
Maartens wang en kwispelde vroiyk
met z'n staartje, maar misschien ook
wel een beetje angstig.
Bij het huis van Jan floot Maarten
even. Jan kwam gauw naar buiten.
„Ik ga 'm wegbrengen", zei hij. De
ander knikte en bleef staan, tot het
bootje uit 't gezicht was verdwenen.
gij Dirk legden ze aan. Ze liepen
achterom, eerst Sintdan Piet
en 't laatst Maarten met Tommy.
Wat keek Dirk biy, toen Sint en
Piet binnenkwamen. Doch toen hij
daar ineens Maarten zag staan, met
Tommy in z'n armen, kreeg hij een
vuurrode kleur en zei verbaasd en
zacht„Maarten .1"
Sint, die naar de twee jongens had
gekeken, zei: „Vooruit Maarten jij
eerstwant jouw verrassing is de
mooiste
Zonder wat te zeggen en een beetje
verlegen, legde Maarten 't kleine,
warme hondje in 't holletje vanDirks
arm.. Maar Dirk fluisterde: ,,'t Hoeft
niet. Maarten je hebt 't toch niet
express gedaan!"
Maarten streelde nog éénmaal z'n
hondje, toen -,ei hij: „Nou ls-t-ie van
jou Dirk, dan ben je meteen niet meer
alleen .1" En toen verklaarde hij in
eens alles, wat er op die middag was
gebeurd. Niemand wis', wat te zeggen.
Toen stond Sint langzaam op en leg
de zijn hand op Dirks hoofd en zei:
„Je bent een trouw vriendje ge
weest... je ouders mogen wel trots
op je zijn
En tegen Maarten zei Sint: „Jjj bent
nu oök een flinke kerel, en daar ben
ik erg blij om!"
Het hondje lag tevreden en warm
bij Dirk. Sint bleef hier wat langer
dan bij de andere kinderen en toen hij
wegging, zei hij: „Ik geloof, dat dit de
mooiste Sinterklaasavond is geweest
die ik ooit heb meegemaakt."