Eeuwfeest van onze postzegel
Van West-Virginia naar
Oregon
1 JANUARI 1952
Eind Juni 1952 tentoonstelling
in Utrecht
Hei Wieringse geslacht Maats
«is
Regenverzekering
VJ
VIJF MEISJES NAAR AMERIKA (4)
Hartelijk weerzien in Washington
weerzien m
Verwarrende overgang
en een mooie reis
DONDERDAG DECEMBER 1951
liet gedaan. Niettemin
i allebei een aardig
lig en draaierig en dat
verwonderen.
ïharn Hotspur 03,
lester City 03, Li-
iool 11, Bolton Wan-
romwlch Albion 32,
in North End 02,
["ownDerby County
iter UnitedFulham
adNewcastle United
stdag: BlackpoolLi-
:rby CountyHudders-
1, FulhamManches-
3, Manchester City
MiddlesbroughStoke
lastle UnitedSunder-
smouthArsenal 11,
spurCharlton Athle-
iromwich AlbionBol-
32, Wolverhampton
ton Villa 1—2.
ijziging in Japan
remier, Sjigeroe Josji-
wijzigingen in zijn
acht. Er zijn twee mi-
portefeuille benoemd
etreffende het verdrag
de Staten.
s van plan Katsoeo
tot minister van
wanneer het vre-
kracht wordt. Tot dit
jida deze portefeuille
28 DECEMBER
I, 402 m.: 7.00—24.00
7.15 Een woord
r.30 Zendersluiting. 9.00
•berichten. 9.10 Voor de
9.35 Gram.-
11.00 Gram.-
opraan en piano. 11.43
12.00 Amusements-orkest
Tuinbouwmededelingen.
ensemble. 12.59 Klokgelui.
13.15 Vocaal-ensemble,
van het Vaderland", eau*
14.00 „De cy-
aiskamer", causerie. 14.15
t en soliste. 14.50 Fluit
15.15 Voordracht. 15.35
16.10 Voordracht. 16.30
8.00 Nieuws. 18.15 Amu*
18.35 Regeringsuitzen-
C. Berg: „Een jaar gaat
!en goed woord voor een
Muzikale causerie. 19.15
„Verklaring en toe*
Gram.muziek. 19.40 Ra-
en weerberichten.
:en. 20.15 Radio Philhar-
en solist. 21.35 „Is er in
veranderd in Surina-
21.55 Piano-recital. 22.20
het Verre Oosten", re-
rgelconcert. 22.45 Avond-
.00 Nieuws. 23.1524.00
298 m.: 7.00 VARA,
.20 VARA, 12.00 AVRO,
.30 VPRO, 21.00 VARA.
.00—24.00 VARA. 7.00
7.30 Zen-
Nieuws en weerberich-
gres van de Partij van de
•rgenwijding. 10.20 Orgel
Voordracht. 11.00 Voor de
van de P. v. d.
12.30 Land- en Tuin-
12.33 Sport en prog-
uws. 13.15 Mededelingen
13.20 Orkestconcert. 14.00
„Samson et Dalila",
acte). (15.00—15.20 Boe-
0 Muzikale causerie. 16.50
Nieuws. 18.15 Fell*
ancongres van de P. v. d.
pel. 19.30 „Feestgetijden",
Berichten. 20.00 Nieuws,
20.10 Gram.muziek.
causerie. 20.40 „Een sterk
21.00 „Op de valreep van
itenlands overzicht. 21.40
bijeenkomst P. v. d. A.
causerie. 22.45 Avond-
ieuws. 23.15 „In huwelijk
erie. 23.30—24.00 Gram--
Televisie-programma van
1 Opening; 2.
lm. Pauze. 4. „Au Salon
QP 1 Januari a.s. zal de postzegel in ons land precies honderd jaar in gebruik
zijn. De wet van 12 April 1850 voorzag in de invoering der postzegels in het
Koninkrijk der Nederlanden. 12 November 1851 werd het Koninklijk Besluit
afgekondigd, dat „de dag der uitvoering van het gebruik der postzegels wordt
bepaald op 1 Januari 1852". De postzegels werden door de zorg van de minister
van Financiën op alle post- en hulpkantoren der brievenposterij voor een ieder
verkrijgbaar gesteld tegen betaling van niet meer dan de daarop uitgedrukte
geldswaarde. Drie soorten werden uitgegeven, namelijk van vijf, van tien en van
vijftien cents. „Blaauw de postzegels van vijf cents. Rood die van tien cents.
Oranje die van vijftien cent".
|_|ET Nederland van die dagen heeft
vreemd gestaan tegenover deze in
wezen zo simpele oplossing van het
vraagstuk der briefwisseling. Het heeft
n.l. nog bijna twintig maanden geduurd
totdat de zegels verkrijgbaar waren na
de afkondiging der wet de bekende
Postwet van Thorbecke. Het moet in
de bedoeling gelegen hebben deze ter
mijn niet zo lang te rekken. Het Ko
ninklijk Besluit zegt immers, dat op 22
December 1850 de termijn voor het in
werking brengen der postzegels was
verlengd „tot eenen door Ons (Willem
III) te bepalen dag, doch uiterlijk tot
den 31sten December 1851". En nog na
de dag der invoering van het gebruik
der postzegels bleef het de burgers mo
gelijk hun brieven ongefrankeerd te
verzenden. De frankering werd immers
niet verplicht gesteld. De zegels wer
den alleen maar verkrijgbaar gesteld
„tot vooruitbetaling van het port op de
binnenlandsche briefwisseling", of om
gebruikt te worden voor brieven, die
naar het buitenland werden gezonden",
,,in zooverre dit niet strijdt met de
overeenkomsten of schikkingen daar
omtrent met vreemde Regeeringen of
administratiën". De gebruikelijke vorm
van betaling bleef dus gehandhaafd.
Die gebruikelijke vorm was om bij het
verzenden van een brief aan het post
kantoor de port te gaan voldoen, of
zelfs ongefrankeerd te verzenden en de
ontvanger van de brief het port te la
ten betalen. De postambtenaar tekende
op die oude brieven nonchalant over 't
adres het geldsbedrag, dat betaald was
geworden.
De portokosten
Het port van de binnenlandse corres
pondentie hield rekening met de af
stand en met het gewicht. 3 Juli 1855
is een tariefswijziging bekrachtigd, die
een verlaging inhield. Het werd 5 cent
voor een brief tot 15 wigtjes gram)
voor de afstand van ten hoogste 30
mijl waarbij berekend was, dat deze af
stand 15 uur en 24 minuten gaans was
Was de afstand groter, dan werd voor
hetzelfde maximale gewicht tien cent
berekend. Bij hogere gewichten werd
het port verdubbeld of verveelvoudigd.
tie van postzegels kon doen voorzien".
Men hoeft geen hartstochtelijk filate
list te zijn om nog even stil te blijven
staan bij dat kleine getande papiertje,
dat het postverkeer tenslotte toch zo
oneindig vergemakkelijkte. Zelfs de
kleinste jongen weet, hoe begeerlijk
deze oudste exemplaren voor iedere
verzamelaar zijn. Hij weet ook al heel
gauw, dat ze als watermerk een post
hoorn dragen en dat ze 'ongetand zijn.
Wanneer die jongen wat ouder wordt
zal hij zich mischien ook nog gaan in
teresseren voor de verschillende druk
ken, die er van deze zegels verschenen
zijn tot aan het moment in 1864 dat de
tweede Nederlandse zegel met debeel-
-■
tenis van Koning Willem III uit de
werkplaatsen van 's Rijks Munt te
Utrecht te voorschijn kwamen.
Eerst vanaf 1 October 1866 is het be
drijf van Joh. Enschede Zonen te
Haarlem hierbij ingeschakeld. Het
heeft heel wat voeten in de aarde ge
had, voordat de eerste zegel goedge
keurd was.
Dr. A. Vrolijk, voorzitter van het
Utrechtse muntcollege, heeft de eerste
Koning Willem III-zegel ontworpen. J.
W. Kaiser, directeur van de Graveer-
school der Academie van Beeldende
Kunsten te Amsterdam, die een knap
portrettist was, doch een minder knap
letter-graveur, heeft de gravure ervoor
gemaakt. Als voorbeeld stond Kaiser
een boetseermodel van het portret van
de Koning voor ogen, dat vervaardigd
was door N. Pieneman. J. Wiener ver
menigvuldigde de stempels op de sta
len platen. Iedere plaat bestond uit
honderd zegelbeelden. 2 December J851
zijn de eerste 3 x 1000 vellen postzegels
in Den Haag afgeleverd.
Vermelden we tenslotte, dat die bij
zondere eeuwfeest herdacht zal wor
den met een grote Internationale Post
zegeltentoonstelling van 28 Juni tot 6
Juli in Utrecht in het Jaarbeursgebouw
en dat de firma Enschede en Zonen
daar een viertal bijzondere zegels zal
vervaardigen in plaatdruk.
-
1vv
.V V V
-
W
Postzegels waren nog niet verplicht, voor een afgestempelde brief moest
de ontvanger het verschuldigde bedrag betalen.
Een zeker lid van Arnhem's raad
Die heeft één dezer dagen,
Met een vér vooruitziende blik
De vroedschap vóórgeslagen:
De zomergasten voortaan te
Verzek'ren tegen regen;
En nu zitten de heren dan
Dit plan te overwegen
Och, waarom niet!, schier elke
plaats
is 's zomers druk in actie
De vreemdeling te trekken met
Een aardige attractie.
De één doet het met vogeltjes,
Een ander Weer met bloemen.
En wie, die hem eenmaal bezag,
Zal niet de kaasmarkt roemen?
'k Geef toe, het lijkt misschien
wat raar
Wat Arnhem wil beginnen.
Maar moog'lijk kunnen anderen
Daar nog vel wol bij spinnen.
Ik denk aan „Mijlpaal"; „Damstad'
en
„Van 't IJ tot aan de Wadden",
Waar zij nog géén verzekering
Tegen de regen hadden.
Wanneer men daar eens, vroeg
genoeg,
Zo'n voorzorg had genomen,
Dan was men van de regen niet
Zó in de drup gekomen!
Maar buiten dat, de vreemd'ling
kan
Des zomers nu genieten,
Al zou het ook een hele week
Aan één stuk blijven gieten.
JABSON
Brand aan boord van een
Nederlands vrachtschip
Het Nederlandse 10.000 ton metende
vrachtschip „Langkoeas" van de Ko
ninklijke Rotterdamse Lloyd is Dins
dagmiddag op de rede van Brest aan
gekomen, terwijl er in een van de rui
men een brand woedde. Men was het
vuur spoedig meester. Het schip was
op weg naar Indonesië.
Families uit Noord - Holland
het genealogisch onderzoek naar ver
schillende Noordhollandse families
brengt vaak vele merkwaardigheden
aan het licht. Zoals in het geslacht
Rempt het beroep van veearts-smid
steeds van vader op zoon overging, zo
was dit bij het van oorsprong Wie
ringse geslacht Maats het geval met
het beroep: kapper-dokter. In vroeger
tijden was een combinatie van deze
beroepen niets bijzonders; men be
schouwde het als vanzelfsprekend dat
de kapper tevens chirurgijn was.
De stamvader van het geslacht Maats,
Pieter Abrahamsz Maats, was wel een
van de merkwaardigste figuren uit
Noordhollands verleden. Hij leefde in
de tweede helft van de achttiende eeuw
op het eiland Wieringen, waar hij niet
alleen kapper en chirurgijn was, maar
tévens landbouwer en herbergier. Waar
hij geboren werd is nog niet bekend, al
is het zeker, dat hij zich vanuit een
andere pViats op Wieringen vestigde.
LIOEWEL de geboorteplaats niet werd
genoemd, is het ons uit een aanteke
ning bij zijn overlijden toch bekend, dat
hij in 1737 werd geboren. Hij bezat te
Den Oever een herberg, genaamd ,,'t
Lands Welvaaren". Het is zeer waar
schijnlijk, dat hij door armoede gedre
ven werd om naast het beroep van her
bergier nog andere bezigheden te zoe
ken. Deze bestonden uit het bewerken
van zijn grond, het scheren en knippen
van de dorpsbewoners en het behande
len van zieke Wieringers. Hiertoe bezat
hij een „vospaardje", dat hij nodig had
om zich op het eiland zo snel mogelijk
te verplaatsen.
Pieter Maats was gehuwd met Jeltje
Jansdr. Metselaar, en wel op 21 Sep
tember 1760 te Den Oever. Na haar
overlijden op 20 Juli 1783 her
trouwde hij omstreeks 1788 met Neeltje
Kok. Reeds een jaar later overleed hij.
Na zijn overlijden werd een inven
tarislijst var zijn bezittingen opge
maakt. Zijn weduwe Neeltje Kok, zijn
zoon Jan en Dirk Dam, een der voog
den over zijn nagelaten kinderen, lieten
deze lijst opmaken bij een notaris
Het is juist deze lijst, die ons vele in
lichtingen verschaft over het veelsoortig
beroep van Pieter Maats. Hij bezat en
kele stukken vee, een „tweejarig osje",
(Bijzondere correspondentie)
JN MIJN vorige brief heb ik u verteld van mijn verblijf in West-Virginia, en
van mijn ophanden zijnd vertrek naar een ander deel van de Verenigde Staten.
Toen het eenmaal zo ver was het was toen 24 September had ik een ver
drietig gevoel. In de twee maanden, die ik in deze streken had doorgebracht,
waren de mensen, onder wie ik had geleefd, tot mijn beste kennissenkring gaan
behoren. Dat maakte het afscheid moeilijk. Niettemin: het moest en zo stond
ik twee uur nadat ik de laatste handen had gedrukt op mijn eentje in de Ameri
kaanse hoofdstad. Plotseling kreeg ik weer een erg blij gevoel. Ik zag in het
bagagedepot vier Hollandse koffers staan, waarvan ik wist dat ze aan Anneke en
Lietje toebehoorden.
eerste postzegels, nog
perforeerd.
onge-
Grappig is nog te vernemen, dat „de
brieven voorzien van postzegels door
of vanwege de afzenders gestoken dien
den te worden in de brievenbussen, die
tot het ontvangen der ongefrankeerde
brieven waren bestemd", en „dat de
postzegels moesten worden vastge
hecht in den bovensten hoek aan de
linkerzijde van het opschrift der brie
ven". Ook deze zaken waren zeer
nauwkeurig omschreven in het Ko
ninklijk Besluit. En daar staat ook in,
dat „De Minister van Financiën de
brieven, waarvan het briefport voor
uitbetaald was met gereed geld en
die dus ongefrankeerd gebleven waren
door de ambtenaren der Administra.
|)E OVERGANG van het rustige plat-
teland naar de drukke wereldstad
werkte wat verwarrend. Het lawaai
was bijna niet te verdragen. De wirwar
van méfisen en auto's verwarde me
aanvankelijk. De tram, waarin volop
muziek galmde, bracht me naar het de
partement van landbouw. Nadat ik hier
een half uur had lopen zoeken en vra
gen, kwam ik bij mijn „baas" terecht.
Hier werd ik hartelijk verwelkomd.
Men bedolf me onder allerlei instruc
ties omtrent mijn treinreis naar en
mijn verblijf in Oregon. Kort daarop
ontmoette ik ook Anneke en Lietje. Het
weerzien kunt u zich wel voorstellen.
In een mengelmoesje van Hollands,
Fries en Amerikaans poogden wij el
kaar onze belevenissen te vertellen. De
beide andere meisjes, Maartje en Gudie
gingen rechtstreeks naar hun tweede
originele IIicod Alr-Wlcl *4®
(Advertentie, Ing. MedJ
Stempel zonder jaartal. Verzonden uit Bommel 6 Juni, ontvangen te Leiden
7 Juni.
staat, en kwamen dus niet in Washing
ton. Hen zagen wij dus niet. In zekere
zin waren wij heel bevoorrecht met
ons tussentijds verblijf in Washington.
Die avond zetten Anneke en ik Lietje
op de trein, die haar' naar Kentucky
zou brengen. Ikzelf vertrok enkele uren
later, en zo bleef Anneke alleen ach
ter. Haar trein zou haar pas de volgen
de morgen naar North Carolina bren
gen.
Nieuwe ervaringen
HET WAS eerst een vreemde gewaar
wording, om zo laat in de avond nog
op reis te gaan. Dat is in Amerika ove
rigens heel gewoon, daar men vaak
een paar dagen moet reizen, voordat
men op de plaats van bestemming is.
Ik zag om me heen allerlei mensen,
die vaak in de wonderlijkste slaaphou
dingen zaten. Wel een uurlang heb ik
ze zitten bestuderen. Toen verscheen
er een neger, die voor een kwartje per
nacht kussens verhuurde. Ik maakte er
dadelijk gebruik van. De nacht verliep
overigens erg onrustig. De trein stop
te vaak. Elke keer werd ik met een
schok wakker.
Het eerste, dat ik de volgende mor
gen zag, was de enorme fabrieksstad
Pittsburg. Zij zag er grauw en onaan
trekkelijk uit. Ik zag die ochtend mijn
ogen uit aan het vlakke landschap tus
sen Pittsburg en Chicago. Het herin
nerde me sterk aan ons eigen landje.
Het was alleen veel wijder en uitge
strekter en enigszins eenzaam. De
meeste boerderijen zagen er royaal en
welvarend uit. De hoge silo's, die bo
ven de boerderijen uitstaken, en de
witbeschilderde huizen vormden een
typisch Amerikaanse noot in het land
schap. Voordat we in Chicago aankwa
men, passeerden we nog het Michigan-
meer. Het had een prachtige blauwe
kleur. In de winter is het berucht om
de harde wind, die al menig schip te
gronde heeft doen gaan.
Chicago was indrukwekkend door
zijn vele fabrieken van enorme om
vang. Anderhalf uur lang zag ik niets
dan de meest uiteenlopende industrie-
en. De stad zelf is met haar vier mil-
lioen inwoners de tweede van de Ver
enigde Staten.
Naar Oregon
JK MOEST hier overstappen en voelde
me op het enorme station min of
meer verloren. Gelukkig hielp me de
travellers aid, die op elk station aan
wezig is en vele talen vloeiend spreekt,
uit de nood. Per taxi moest ik naar
een ander groot station. Daar heb ik
drie uur zitten wachten, voordat de
trein naar Oregon vertrok, 's Avonds
om half zes verliet ik eindelijk Chica
go voor een tocht over 2500 miles (4000
km.) in anderhalve dag.
De trein was prachtig. Er waren ver
schillende restauratiewagens, maar de
prijzen van de consumpties lagen over
het algemeen te hoog voor mijn be
scheiden beurs. Verder waren er kleine
vertrekjes, waar de reizigers zich kon
den opknappen. De zitplaatsen waren
zo aangebracht, dat iedereen voldoende
ruimte had om zich heerlijk uit te
strekken.
Bij mijn vertrek uit Chicago was het
al schemerdonker geworden. Ik' pro
beerde nog zoveel mogelijk te zien,
maar ik moest me tevreden stellen
met een lichtje of een flits van een
Amerikaans woonvertrek hier en
daar. Des nachts reisden we door de
staten Iowa en Nebraska. Ik sliep uit
stekend en werd 's morgens tegen zes
sen wakker van de zon, die roodgloei
end opkwam. Het was een fantastisch
gezicht: grillig gevormde sparrebo-
men, een licht glooiend landschap met
een zandige bodem, het geheel een
zaam en verlaten. Al spoedig stoom
den we Wyoming binnen. Het land
schap werd steeds troostelozer.
Pioniers
^ANVANKELIJK zag ik nog wel eens
een enkele boerderij, meestal om
ringd door een groot aantal bomen.
Tientallen Auguskoeien liepen vaak
ver van huis in de omgeving rond. De
ze dieren zijn pikzwart, kleiner dan ons
Friese vee en worden als vleeskoeien
opgefokt en verkocht. Af en toe zag ik
een boer te paard zijn dieren tellen.
Hier en daar bleek, hoe moeilijk het
leven hier is. Dan passeerden we een
vervallen huisje, omringd door wat oud
roest. De bewoners hadden het verla
ten omdat ze door gebrek aan water
gedwongen waren geweest ergens an
ders een bestaan te zoeken. Voor de
mensen, die hier hebben gewoond en
nog wonen moet men het diepste res
pect hebben.
Tegen de middag zagen we de eer
ste bergen en uitgestrekte gebieden
met „sagebrush", een soort gras, die al
leen op de alleronvruchtbaarste plaat
sen groeit. Af en toe stopten we bij
een kleine plaats, stoffig en verwaar
loosd, niettemin heel wijds stad ge
noemd. Meestal woei het er flink, het
geen de bewoners noodzaakte, een stof
bril te zetten. Toen de avond begon
te vallen, werd de wereld weer iets
menselijker. We lieten de hoge bergen
en de prairies achter ons, vruchtbare
velden werden zichtbaar, grote en
kleine boerderijen, groene bomen, een
kronkelende rivier. Dat was Idaho.
's Avonds laat kwamen we in Oregon,
Onze eerste halte daar was Nyssa.
Bekende naam.
yELE bewoners van de Schermerpol
der zullen de naam Nyssa wel eens
hebben gehoord. Omstreeks 1900 heb
ben immers vele Noordhollanders het
vaderland vaarwel gezegd en zich daar
gevestigd. Het was er toen nog dor
land, maar de Schermer boeren hebben
door irrigatie Zuidoost Oregon tot een
van de vruchtbaarste gebieden weten
te maken. De grond is er thans veel
waard.
In Nyssa staat de grootste suikerfa
briek ter aarde.
De volgende morgen om negen uur
kwam ik in Portland, de plaats van
mijn bestemming, aan. Vóór het zover
was, kreeg ik nog iets buitengewoons
te zien. De zon verscheen rood boven
de bergen, die begroeid waren met
honderden sparrebomen, over kleine
huisjes en de brede Columbia-rivier.
Deze ontspringt in Brits-Columbia en
is 2440 km lang. Zij slingert zich in
Zuid-Oregon tussen machtige bergen
door een kloof, die in eeuwen en eeu
wen in de harde steen is uitgeslepen.
Voordat dfe blanken hier kwamen,
vonden de Indianen in en aan de ri
vier een bestaan. Ze mogen nog zonder
vergunning op zalm vissen de blan
ken alleen met een speciale permissie
maar overigens is het met hun oude
leven gedaan. Ze onderscheiden zich in
weinig meer van de blanken, behalve
dan door hun vaak verschrikkelijke ar
moede.
De volgende morgen, 27 September,
kwam ik in Portland aan. Het was een
schitterende warme dag, een buitenge
woon prettige entree in deze mooie,
vriendelijke stad aan de Stille Oceaan,
gelegen in een vallei aan de voet van
de met sneeuw bedekte Mount Hood.
Mijn uiteindelijke bestemming was Ca-
vallis, 175 km van Portland verwijderd.
Ik werd daar ondergebracht bij de fa
milie Rogers, waar ik zeven weken ben
geweest. Op het ogenblik vertoef ik in
een klein dorp, zeven kilometer van
de Oceaan gelegen, op een boerderij
van ongeveer vijftig hectare. Over wat
ik hier zoal heb beleefd, vertel ik in
een volgende brief. ITA POSCH.
een „vospaardje" en 64 schapen. In de
drankwinkel stond ongeveer 50 liter
wijn, 200 liter jenever en enig azijn
en bier. In de „chirurgijnswinkel" be
vonden zich een koperen vijzel, een
glazen mortier, twee sc'neerstoelen, acht
scheermessen, een „kruidlaat" (een lade
met geneeskrachtige kruiden), twee
scharen, een zaag, een koker met lan
cetten (aderlatingsinstrument), dat in
die dagen veelvuldig werd gebruikt),
enige tangen en spadels. Een keur van
gereedschappen dus, die voor het vak
van chirurgijn-kapper nu eenmaal on
ontbeerlijk waren, al mogen we ver
onderstellen, dat de zaag wel in een
ander deel van het huis zal hebben
thuis behoord.
jan Pietcrsz Maats (1766—1837)
(~)NDER de nakomelingen van Pieter
Abrahamsz Maats vinden we vele
dokters. Hij liet zeven kinderen na,
waaronder zes zonen. Een van deze zo
nen, Jan, had van zijn vader reeds vele
bijzonderheden over het doktersvak ge
leerd en het is dus niet vreemd, dat hij
na het overlijden van zijn vader zich
ook op dit beroep toelegde. Na een tijd
lang werkzaam te zijn geweest in Den
Oever, vestigde hij zich de 1ste Mei
1806 te Hippolytushoef. Hij was ge
trouwd op 19 October 1786 met
Dieuwertje Cornelisdr. Mulder.
Behalve als chirurgijn wordt Jan
Maats ook genoemd als vrederechter en
dijkgraaf. Ook vinden wij hem nog tij
dens het leven van zijn vader veroor
deeld tot een dukaton boete, omdat htf
bij de bevalling van zijn vrouw zijn
vader ter assistentie had geroepen on
niet, zoals was voorgeschreven, de
vroedvrouw!
Zijn broer Abraham vestigde zich to
Koedijk en was daar o a. chirurgiin,
schout en secretaris. Jan Maats over
leed op 21 October 1837 te Hippolytus
hoef, 71 jaren oud.
A. MEKKEN.
V. 'v -
Bij zijn terugreis naar Amerika
hield Dean Acheson zich bezig met
shuffleboard. Achter hem Mrs.
Perkins, de echtgenote van de
assistent-secretaris der V.S.
„HARPOONS" OP VALKENBURG
AANGEKOMEN.
Op het vliegveld Valkenburg zijn
Maandag zes „Harpoons" aangekomen.
Deze toestellen zijn dé laatste van de
achttien „Harpoons" die Nederland ^en
behoeve van de Marine-Luchtvaart
dienst uit de Vereigde Staten ont
vangt.
LAATSTE CANADESE TROEPEN
IN ROTTERDAM.
Maandagmorgen is het laatste ge
deelte van de 27ste Canadese infante
riebrigade met het s.s. „Columbia" in
Rotterdam aangekomen De troepen
zijn, na te zijn verwelkomd door de
Canadese ambassadeur, Pierre Dupuy,
per trein verder gereisd naar Hann
over.
Kardinaal Spellman woonde de Kerstviering bij van een aantal weeskin-
at ren uit New York Dit was de laatste gelegenheid waarbij de kardinaal
m het publiek verscheen. Kardinaal Spellman heeft de Kerstdagen bij de
troepen jn Korea doorgebracht.