sstad Hammerfest, de Noordelijkste stad van ons werelddeel De verkeerde keus. Psychologie *ghedenckklanck) Hooglied in de Leidsestraat neentelijk beleid Belevenissen langs hel IJzeren Gordijn De Russen? Die komen hier nooit!" Spitsbergen, omstreden eiland in de Poolzee Om een hoekje Hersengymnastiek goed jaar voor nr.v amsterdams podium KRUIS W0ORDPUZZLE tebestuur van Beverwijk n zijn beleid richten door lat hier een stedelijk cen- groeien is van eerbled- ang. In dit licht moet men ïring van het millioenen- waterzuiveringsinstallatia. ;ie wordt gebouwd in dt eer. Het is een enorme waarschijnlijk komende uik zal kunnen worden directe voordeel ervan zal /■ijkers van de stank van en het toelatingskanaal, leet, en hun al heel wat rgd heelt, zullen worden 'an de enorme bouwsom E, waarmee in 1948 werd It Beverwijk al meer dan unnen afschrijven uit de len. j in gesprek komen met H. J. J. Scholtens, zegt hij irlijk te vinden te veel te „ogenbliks-belangen", die rden door sentimentsge- genbliksbelang van Be en de behoefte aan een tehuis kunnen noemen, oog te hebben voor meer Met het huidige stadhui^ uitengoed „Scheybeeck", dan nog maar een vijf jaar behelpen. OUD ■STATION ngeving nog goede moge- isen Wijk aan Zee en uin ligt de Kaag. Dat is t men slechts hoeft af te aar men slechts behoeft beheersing van het wa in uitstekend stuk tuin- m. Men zou er een soort in moeten maken. Wateronttrekking. trekking aan de bodem P.W.N.; 2e. de Papierfa- e Hoogovens, heeft heel 'ussenwijk als tuingebied gaan. Die wateronttrek- ot probleem. Zeker twee- ers hebben zich al een -e) bevloeiïngs-installa- Het P.W.N. heeft hier- teerd. In hoogste instan- iad van State dit protest klaard. dat alle zoons uit een ich te zijner tijd van een rzekerd kunnen houden, oken. Door rationalisatie is de personeelsbezetting i belangrijk minder ge- voorbeeld dertig of veer- i. En we moeten van de bedrijfjes af zien te ko- liet door uitbreiding van lervlakte, dan richte men tuur. Er komt hier in de meer glasteelt. Dat is een. Omscholing. aarmee het probeem van ;ens, die nimmer in da zelfstandige plaats zul- ïiet opgelost. Sommige ens emigreerden, en zij er het algemeen uitste- n worden omgeschoold plaats in de industrie, aten zich goed aan te 'elmaat van de nieuwe de omstandigheid, dat it inkomen kan rekenen, e waarderen. Aanvanke- egrijpelijk) grote aarze- ,p te doen van de tuin k. Het minder gunstige 50 heeft velen de knoop an Tuingrond is er niet i door deze gebeurtenis aantal liefhebbers voor ind overtreft altijd nog od". n (Van onze speciale vereslaggever). UALVERWEGE Hammerfest en Kirlcenes stond ik, omringd door de noorde lijkste fjorden, naar de kabeljauw te kijken, die in deze streek aan lange en hoge houten geraamten hangt en onder de kille adem van de IJszee, die alle rotsen omarmt, tot stokvis droogt. Dik geklede dreumesen drukten htm neus tegen het zijraam van mijn auto; zelden ontmoet men In deze streek enige kinderen. De rotsen zijn kaal, de zeewind is scherp en de Noordpool is to nabij, dat er geen boom en geen gras meer groeit. De Invloed van de wereld met comfort moet duizend en meer kilometers fjorden overwinnen om de onherbergzame noordelijke delen van Zweden en Finland te bereiken. De Noordelljkse haven van Europa ligt onder de adem van de milde Golf stroom. Wanneer het achter de rotsen sneeuwt, regent het in Hammerfest. „Deze kinderen hebben in hun hele leven eenmaal een sinaasappel gege ten", zei mij de visser, die zich onder de knapen mengde. Hij legde er daarbij de nadruk op hoe schrikkelijk een oor log is, die in zijn gevolgen zo lang duurt, dat in Noorwegen heden ten da ge nog allerlei gerantsoeneerd is. Ik vroeg hem naar de mening van de bevolking over de Russen, die sedert de Inlijving van Petsamo de naaste buren der Noren zijn geworden. „De Russen? Die komen hier nooit", zeide hij. „Se dert de zestiende eeuw hebben onze grootmoeders de kleine kinderen, die niet braaf waren, voorgehouden; Pas op, als je stout bent, komen de Russen je halen. Geen der kinderen heeft, ook niet toen zij volwassen waren, ooit de Russen zien komen. Het sprookje van de naderende Russen is voor uw land nieuw, mijnheer. Daarom gelooft men het waarschijnlijk. Wij laten ons er niet meer door intimideren". Het was in het jaargetij, dat de laat ste boten uit Spitsbergen in Hammer fest waren binnengelopen. Spitsbergen is voor Noorwegen de kluis voor het zwarte goud in de witte wereld. Doch ook Rusland heeft van oudsher op dit eiland steenkool gedolven. Voor de Sovjet Unie zijn de mijnen van Spits bergen een politiek en strategisch mid del, voor Noorwegen zijn zij een eco nomisch doel. De Sovjets hebben in de ze mijnen honderden arbeiders meer dan de Noren, Doch de Noren delven het meervoudige, deels doordat hun ar" Lied van de week In Amerika, natuurlijk! Wat ontdekt men daar al niet, Heeft menvolgens de berichten, 't Nieuwste thans op schietgebied. Een sergeant heeft uitgevonden (Heus, je staat versteld er van) Een geweer waarmee de schutter Om een hoekje schieten kan. Nu dacht ik dat men vóór deze Oók reeds om een hoekie ging Als je maag geperforeerd werd Door zo'n „moord"-behandeling Maar dit schietding spant de kroon, lui. Want het geeft, versta me wel, Zegge négenhonderd schoten In de honderdtwintig tel! Fijn! da's weer een stapje verder Op onze beschavingsweg. 'k Vraag mij af, of ik al spoedig Door dat lood het loodje leg. Maar 'k zou om een lief ding willen Dat men nu eens iets verzon Waardoor ieder dod'lijk wapen Nóóit een schot meer geven kon! Heus, wij worden tegenwoordig. Noodgedwongen, zó vertrouwd Met diverse soorten wapens, Dat het je wel eens benauwt. Moge „Twee-en-vijftig" nog iets Béters bergen in zijn schoot Dan berichten over moorden In het klein en in het groot! JABSON! beidsmethoden moderner zijn, ander deels doordat zij hun arbeiders niet naar Spitsbergen sturen met anders dan economische motieven. Spitsbergen, het begin IN WERKELIJKHEID begint het IJze ren Gordijn op dit eiland. De Russen hebben met de Noorse arbeiders geen contact, tenzij één keer per jaar, met Kerstmis. Het IJzeren Gordijn werd ge weven uit wantrouwen. Dit wantrou wen van het Oosten is even oud als de toendra's en verontrust Hammerfest in genen dele. In de modderige en kille October- maand draaiden er de betonmolens en was de stad in alle hoeken vol hamer klanken. Hammerfest bouwt. Het bouwt in zwaar beton, als werd het een ves ting. De vissers willen niet andermaal beleven, dat hun houten huizen voor hun ogen afbranden, zoals tegen het einde van de laatste oorlog. Deze el lende ligt hun nog zwaar op de maag. In de winter van 1944'45 bivakkeerde de gehele stad onder tenten onder de sneeuw. De koude, die deze mensen le den, was onbeschrijflijk. Zij moesten een paar honderd kilometer lopen om het eerste boompje aan te treffen. Doch lopen is er in de winter even ondoen lijk als varen. Meters hoge sneeuw ver spert de enige weg naar Zuid en Oost. De sympathie voor Duitsland is in deze streek verre van groot. De stad zag er uit als beteerd, toen ik er des avonds bij natte sneeuw aankwam. Houten noodwoningen tussen modder plassen en donkere gaten van half af gebouwde betonnen huizen wisselden elkaar af. Ergens, ik wist zelf niet waar, opende een politieagent een deur voor mij. In dat huis kon ik slapen. Vijandelijkheid Weken voordien had ik op klaarlichte dag in Amsterdam beleefd, hoe een knaap een steen tegen de voorruit van mijn auto gooide en daarbij iets heel onvriendelijks zei aan het adres van de Duitsers. Niettegenstaande ik 'n Neder lands journalist ben, reed ik onder een Duits autonummer. Later moest ik in Kopenhagen ervaren, hoe men uit van dalisme mijn auto beschadigd had. Toen ik dan qok die avond in dat, on bekende huis plotseling van bulten ge bons en geschreeuw hoorde, dacht ik terstond; mijn arme auto. En werkelijk, in de donkere straat had zich de aan komende jeugd, meisjes en jongens, verzameld. De kinderen hadden blijk baar mijn auto aan alle zijden bekeken en ontdekt dat er een Duits nummer op stond. De logische consequentie voor de bengels was thans te handelen waar zij dat vroeger gewild doch niet gekund hadden. Die auto moest er aan Mijn luide schreeuw dreef hen uit el kander. Zij kropen weg achter planken schuttingen, maar bleven in stelling. Ik kon niets anders ondernemen dan de politie waarschuwen. „Wij zullen je wagen meenemen", be loofde zij. „Maar begrijp het toch. De mensen hier hebben zoveel meege maakt". Toen ik de volgende morgen terug reed, kreeg ik overal vriendelijke knik jes. Als had de politie aangeplakt, dat ik geen Duitser was Een lezer vraagt of Boetelingen- sneeuw ook werkelijk sneeuw is en wat hiermede precies wordt be doeld. Met Boetelingensneeuw bedoelt men de sneeuw op de bergen van het hooggebergte van de Andes in tropisch Zuid-Amerika, die on der invloed van het smelten en verdampen door de zon een eigen aardige vorm aanneemt, die veel overeenkomst vertoont met een groepje knielende monniken. Van daar komt, naar alle waarschijn lijkheid, de naam Boetelingen- sneeuw. Hier weer onze gewone vragen; 1 Wie heeft onlangs de wereld kampioen Ray Sudgar Robinson onttroond door een overwin ning op punten? 2 Wat zijn „labiale letters"? 3 Hoe noemt men een lid van het Engelse Hogerhuis? 4 Wat is een „palaeograaf"? 5 Wie is de componist van de „Mattheus Passion"? 6 Behoort de parkiet tot de fa milie der kanaries of tot die der papegaaien? 7 Van wiens hand kwam de „Mona Lisa"? 8 Wat is een „ploot"T 9 Wie is de stichting van de Padvindersbeweging? 10 Wie schreef het boek „ik ver koos de vrijheid? Voor de antwoorden zie men ons nummer van Dinsdag. Het afgelopen jaar is voor de Neder- landsche Reisvereniging wel zeer gun stig geweest, want in groepsverband zijn op reis geweest 25.000 leden tegen over 15.000 in het voorgaande jaar. Aan de zeer goedkope reizen naar Zwitser land en Oostenrijk namen resp. 6000 en 10.000 leden deel. Het ledental steeg met 24.000 leden tot ruim 76.000 't jyjENSCHDOM speelt een Masquerade en de weerelt is 't Toneel. Rijcken draeghen dickwerf Iuyzen; armen hebben somtyds véél. 't Scbaep probeert voor Wolf te spelen, machtsverbreydcrs spelen soet veur den witten Vredesengel; wat heel aerdigh opgheld doet. Moordenaers syn steeds ghedreeven deur een broek „Onseeckerheyt", en dies sehenckt men booze luyden meestal hunne straf maer kwyt. Eezels balcken: „Wy syn schrander;".... Iedereen knïckt wys van Ja; veelen koopen eezelsooren en doen den dommen Eezel na. Maer zoo niét zij, die zich noemen: „Menschen van Persoonlyckheyt", deezen blyven, die sy waren, 't Weereltschouwtoneel ten spyt! Soo quam in een Hoedenwinckel, 'n dame zestlgh ghepasseerdt die een hoedtjen wilde koopen, dat soo'n leeftyd nogh flatteert. Vastbeslooten één te blyven met de waerheyt, sprack ze vief: ,,'n Hoedtjen veur een oude dame, graeg wat stemmigh, alstublief En inmiddels docht se danckbaer: „Toont steets weer jezelf te syn'. 'ck Bèn toch immers zes en zestigh, oock al doet dit denckbeelt pyn?" Maer de Winckeljoffer peynsde; keeck haer klant diepsinnigh aen: „Sou dit stemmigh-swarte hoedtjen, naer U meent, Uw.moeder staen? Toen de oude dame heen ging, was se danckbaer en tevreê, maer se voerde op haer thuysreys nogh een hoedtjen èxtra meê THOMASSIUS ONS WEKELIJKSE KORTE VERHAAL TJA, zei meneer Janssen in diep na denken tot zichzelf, de verleiding wordt steeds groter. Sterk blijven, Jans sen, en niet verder afdwalen. Vóór hem op zijn bureau lag een groot vel papier met vele cijfertjes in nette kolomme tjes gerangschikt de trekkingslijst van de staatsloterij. Meneer Janssen bad het stuk hoogst persoonlijk bij de collectrice gehaald en het als ware het een streng verboden waar zijn privé-kantoor binnengesmokkeld. Hij had het met de hem eigen nauwgezet heid bestudeerd maar die studie moest herhaaldelijk worden onderbro ken, wanneer een schuchter tikje op de deur de komst van een ondergeschik te aankondigde; dan verdween de lijst snel in een lade van het grote bureau. Niemand mocht weten, dat de „baas" in de staatsloterij speelde. Want deze wetenschap kon schadelijk zijn voor geld nodig zijn. zijn faam, een man van onkreukbare en strenge beginselen te zijn. Beginselen hield hij er vele zeer goede op na. Een ervan was, dat hij nooit of te nimmer voor de verleiding was bezweken, eer kwam, naar bleek bij bestudering van de trekkingslijst, zowaar met een eigen geld uit de bus. En zo kwam het, dat de heer Janssen zijn studie van de cijfers in de kleine kolommetjes besloot met de reeds ge citeerde vermaning om sterk te blij ven in de ure der verleiding. gegokt, anders zou hij wel wat minder lang staan dubben. Je kon er immers toch niets aan doen. A' - je voor het geluk was voorbeschikt, kreeg je een ton en anders bleef het bij een niet. Aangezien zijn tijd kostbaar was, be sloot hij in te grijpen. Zeg, m'n waarde, zei hij tot meneer Janssen, ik geloof, dat je moei' klein gokje te wagen. Op de beurs had jaarde dame. U hebt nog keus. MIETTEMIN: toen de zeer deugdzame lijk kunt kiezen. Maak het je toch niet heer Janssen korte tijd later bij de zo moeilijk, man. Als jij nu deze neemt, collectrice binnenwandelde om zijn neem ik uie. Dan zijn we allebei tevre- eigen geld in ontvangst te gaan nemen, den. Kijk eens aan, wat een pracht num- fluisterde hem een klein duiveltje in mer. Twee staartcijfers zitten er in. Je het oor, dat hij toch nog best eens een wint er nog een ton op. kansje kon wagen. Hij verloor immers Meneer Janssen voelde zich diep on- nooit meer dan zijn eigen geld en gelukkig door deze ruwe onderbreking wie weet.Zie je, hij kon toch best van zijn overwegingen. Aangezien hij een klein kapitaaltje gebruiken voor inzag, dat hij niet tot na de trekking een uitbreiding, waarover hij al lang kon blijven dubben, verklaarde hij zich dacht; won hij, dan zou er geen vreemd accoord met de keus van zijn medegok ker en borg het lot in zijn portefeuille Ten tweede male bezweek hij. op. De nummers van beide briefjes Toen hij de collectrice zijn verlangen stonden als met gloeiende naalden in kenbaar maakte, werden hem twee zijn memorie gegrift, lootjes voorgelegd. Het zijn de laatste, zei de reeds be- hij zich nooit bezondigd aan specula ties in het privé-leven had hij nim mer aan enige loterij deelgenomen. Maar nu was de verleiding hem te machtig geworden. Er was een veront schuldiging voor deze faux pas: hij leed aan een klein, acuut geldgebrek, ont staan door een opeenstapeling van ka lenderfeesten en verjaardagen. Het had hem wat dwars gezeten, dat hij, Jans sen, directeur en -enige vennoot van Janssen en Janssen... Hij had ge droomd van een reuze trek uit de staatsloterij op nummer 39010 het getal had in enorme cijfers voor zijn ogen gedarteld, zodat hij het zonder mankeren had kunnen opnemen, toen hij een paar dagen later even bij een collectrice was binnengeglipt. En ja wel, hij kréég nummer 39010 en dat "pOT aan de verschijning van de trek- De heer Janssen aarzelde een wijle. kingslijst leefde meneer Janssen, de Ditmaal leidde hem geen droomgezicht deugdzame, in een nauwelijks te ver bij zijn beslissing. De keus was moei- bergen spanning. Hij had het gevoel, lijk. Wat zou hij doen? dat hij moest boeten voor het feit, dat Terwijl hij zo stond als een aarzelen- hij opnieuw voor de verleiding was be de ezel tussen twee gulden hooischelven, zweken. kwam de heer Vermeren binnen een Weer kwam er een dag, dat hij steels- verre kennis, met wie hij zo af en toe gewijs in zijn privé-kantoor een groot eens een paar oppervlakkige woo-den vel papier vol cijfertjes bestudeerde, over weer en zaken wisselde. De procuratiehouder vond hem op ze- Hebt u er nog eentje voor me? ker moment bewusteloos achter zlin vroeg deze de verkoopster van gouden bergen en wrede desillusies. Meneer staat net keus te maken uit mijn laatste, antwoordde de dame. De heer Vermeren zag het geaarzel zo eens enige tijd aan, een trek van ironisch medelijden met het groentje op het gelaat. Het was te zien, dacht hij, dat deze man nog niet vaak had een niet..,. bureau, de verfrommelde trekkingslijst in de hand. Toen hij met veel moeite en vlugzout weer op de been was ge bracht, kwam met horten en stoten het verhaal van de zware slag, die hem had getroffen: de ton was op het lot van de heer Vermeren gevallen, de heer Janssen bleek te zijn verblijd met 2ELFS al liadde men de pen van Dante of Shakespeare, dan nog zou het onmogelijk zijn zoiets te beschrijven. Kan een mens, alleen met woorden, het wonder van de haast zichtbaar ontluikende roos weergeven? Of het zin gen van de wind in bloesemende appelbomen? Of dat warme glanzen in het oog van een veulen? Zo min als dat kan, zo min vermag het woord in staat geacht worden haar te beschrijven, die in de late namiddag van de eerste weck des jaars door de Leidsestraat ging. Niet liep, maar ging. Haar lopen was de allerhoogste vorm van de kunst der menselijke voortbeweging. Een veeg donkerbruin smeulend avondrood krulde over de Leidsestraat, toen wij haar zagen. Wij hielden onze pas in, deden of wij een etalage bekeken en draaiden op onze hakken mee. Om dat te zien! Drie andere heren, vier dames (die om de een of andere reden bjj elkaar hoorden) een bakkers- en een slagersjongen waren op dat ogenblik reeds stil blijven staan. Zij ging daar en het leek ons, dat ze zó van Montmartre, of daaromtrent, was overge waaid. Ze nas de minst Amsterdamse verschijning in gans Amsterdam, op dat uur in die straat. De ene jongen (het slagers-ambacht bedrijvend) riep tegen de andere: „de sjoboot". Veel later eerst dring 't tot ons door, dat de knaap daarmee The Showboat op het oog had. De vier dames stonden om te kijken. In dat kijken lag een aanzienlijke hoeveelheid verbijstering en haat en hoon en spot. Toen ze weer doorlie pen zagen wjj de gezichten. Ze deden denken aan schorpioenen. En aan da hyena's, waar Schiller het over had. f-JET was al weer voorbij eer het be gonnen was. Ze verdween ergens op het Leidseplein en de Leidsestraat verduisterde. De smeulende avondwolk boven de stad was weg en 51 Amster damse weken lagen lang en ernstig, streng en grimmig voor ons uit. Goor was de wereld weer, van duisternis en schaduw. De trams reden. Mensen keken in etalages. Heel het voor vijf seconden verstoorde mierennest kwam weer op toeren. Amsterdam was weer Amsterdam en we waren weer onder ons. De droom van Montmartre was uitgedroomd. Nooit tevoren voelden we zo genade loos diep hoe provinciaal Amsterdam kan zjjn. En hoe dorps de meest stadse stad en het minst burgerlijke plein van 't lieve vaderland. Dit beseffend zijn we heengesneld, zochten een klein café, bestelden tonic en barstten in oprech te tranen uit. Het was te snel voorbjj. ANTHONY VAN KAMPEN. £E was kleuriger dan M&ria Lécina op Zaterdagavond in Cadiz. Ze was slank als de cederen der Libanon. Als de koningspalmen in de tuin van Hotel des Indes in Batavia. Rijziger dan de rijzigste minaret, de slankste obelisk. Ze leek ons brozer dan dat ragfijn kantwerk, waarmee de sluiervis zich door zijn element beweegt. Brozer dan de sidderende vleugels der door zonne stof wiegende libel. Brozer dan sneeuw, neergedwarreld op de laatste blaadjes herfstviolen. Waren wij een groot dichter (maar dat zijn wij niet), wij zouden harp en lier stemmen en in een Hooglied over haar voortzingen. En zo getuigen van de som harer voortreffelijkheden. Van het haar, dat als wuivend zwart flu weel rondom dat koninklijke hoofd aanging. Van die rode doek, gedragen zoals alleen prinsessen en vorstinnen van den bloede rode doeken dragen. Zoals de houris in het paradijs die moeten dragen, en zoals Sheherazade die gedragen heeft. Van haar figuur, dat was als een uit brons gegoten beeld van Collini. Van haar gang, die de gang was van een Salomé. 2E was dan, mijne vrienden, datgene waarover alle jonge, oudere en oude mannen dromen en fantaseren tussen hun achttiende en tachtigste jaar. Ze was, lijkt ons, datgene waarover man nen dromen, die in stinkende loopgra ven en schurftige eenmansgaten aan de fronten liggen. En wat hen in leven houdt. Datgene, waaraan altijd weer dichters denken als ze het zenith hun ner inspiratie haderen. Datgene waar over de eenzame Poolreiziger mijmert als de sneeuw, de storm en de ver schrikkelijke kou, die woedt aan het einde der wereld, over hem komen. Datgene, waarom bepaalde mannen elkaar onder bepaalde omstandigheden vermoorden. Datgene wat schilders en beeldhouwers, dichters en schrijvers hebben willen weergeven: in woorden, op linnen en in steen. Datgene wat in de muziek misschien nog het aller dichtst benaderd werd: door Schubert en door Verdi. Zo ging zij door de Leidsestraat. Zo maar op die door-de-weekse dag met die waaiende, wuivende, warrelende rode doek over haar wijde zwarte man tel. In de eerste week des nieuwen jaars. Met een veeg rood-smeulend vuurwerk tegen de winterhemel 7 O ALS gezegd: wij stonden aan het trottoir geklonken en gemetseld en aanzagen dat alles indirect door de ruiten van dat winkelpand. Twee he ren stonden stil en keken om. Dat was een dwaas en triest gedoe. Een ander heer werd zienderogen nerveus en ging er snel vandoor, 't Was alsof hij in de poorten van het vagevuur gekeken had. Horizontaal: 1. slagader, 5. buigzaam, 10. deel van een stoel, 12. gelooide huid, 13. voorkeur, 14. toiletartikel, 16. baan voor balspel, 17. edelsteen, 18. rivier in Engeland, 20. elasticiteit, 21. ge zichtsorgaan; 23. klamp; 25. aanwijzend voorn.woord, 27. op de wijze van (Fr.), 28. gewichtje, 29. aanw. voorn.woord, 30. insect, 31. schrijfgerei, 33. strijdbijl, 36. noodsein, 38 uitmuntend, 39 deel van de week, 41. rijtoer, 42. soort hert, 44. nobel, 46. bergplaats, 47. gevleugelde termiet (Ind.), 48. soort gebak. Verticaal: 1. vrucht, 2. gehoororgaan, 3. gard, 4. motorraces in Assen, 6. leng temaat, 7. zuiver (van gewicht), 8. Europeaan, 9. gaarne, 11. schaakstuk, 14. wagen, 15. tam, 19. uitstalkast, 22. rivier in Z.-Amerika, 23. smal weg getje, 24. lange smalle plank, 25. stom, 26. bewoner van Estland, 31. bode aan een universiteit, 32. kleurling, 33. hou ding, 34. deel v. h. been, 35. deel v. e. tennispartij, 36. boete voor een over treding, 27. handvat, 40. gravin van Holland, 43. plaats in Gelderland, 45. soort onderwijs, 46. zangnoot. In de magische figuur moeten woor den ingevuld worden van de navolgen de betekenis: Hor. en Vert.: 1. militaire rang, 2. zakvormige riviermond, 3. laatste letter v. h. Griekse alph., 4. deel van de vin ger, 5. strafschop (voetbal term).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 7