„THE RIVER" van Jean Rcnoii'
Fruiiuoso, de erker
nd
I
Een belangrijke taak voor de
politieke partijen
Armoe op de „gelukzalige'' eilanden
vrees
Herman Melville
krijgt gelijk
Miss Slade zoekl
Verschrikkelijke'
Het
nieuwe
boek
Amateurs of deskundigen (2)
Tener if Ie, paradijs van bloemen
Schreeuwende armoede
in een dorado
Pariij en deskundigheid
t
ZATERDAG 33 FEBRUARI 1953
ren niet gelo-
die meneer
1 waren, ke-
Maar meneer
lende blikken
[ij wist zeil
nd was. Maar
de situatie.
„Kijken jullie
let verhaaltje
Voortaan be-
r meer. Of-
ook niet kon
jaar lang een
!o is het viel
Ie rede. „Maar
:n ik daarvan
dat vergeten!"
:end en zo tot
ateerd, maar
intussen maar
t verscheurd
De ene helft
;t veel andera
adspreken van
;en de andere
ecies dezelfde
n weer, en als
was, zou het
jn. Het is alle-
wanneer twee
twaardiging op
ien: Jij begon
lietes! Wel-
ndeloze.
indse actviteit,
eringen, vijfde
de toekomsti-
amerhand alle
jeduldige aard-
;r, steeds maar
van haar kin-
iphoudt hen te
jedsel zo ten
waardig ver-
ïderen, ligt dat
is onuitputte-
economen, po-
hardst uit om
te wijzen ter
iet alleen van
ie. Angst heet
menselijk ge-
5 moeten weten
f-analyse, door
«en, systemen,
ngst op aarde
tijn dat dit o.a.
meer weten te
ngst en vrees?
imstandigheden
zou een mens
vrees meer
meer zijn dan
ontzielde? De
i, en hangt ten
zag en eerbied,
som, en zonder
een mens meer
alle kwellende
misschien juist
weten wat wij
ij tegenwoordig
igsten lijden,
ver: Gij zult
men alles wat
ring noemt, en
zult gij vrezen
leer der heer-
ichten en H ij
v vrees en van
i 8 vs. 12—13).
vrezen is niet
Wij verbeelden
lit zijn, dat het
i vrezen, omdat
(aar indien we
werkelijk. ver-
Ie" die hier be-
en vlammende
sen, dan Weten
•wijderd is van
ets er slechter
we reilen en
derdaad slechts
ga uit van mij,
en kunnen
world be mate,
heart of fire!
een ander ver-
i het (die g'od-
nze wereld pas
steen een hart
ook niet. En uit
it de vreze des
ijd het begin en
heid is. En dat
gst voor aardse
inen. Beter dan
leid ook, beter
rspellingen van
of sterrebeel-
graag onze toe-
ir men tot u
i van doden en
n, die daar pie-
ïl een volk niet
al men voor de
;en? Tot de wet
(Jesaja 8 vs. 19
t de getuigenis,
ids terug! Daar-
te verwachten,
t alleen kan ons
neerknielen, „in
Slechts aan de
een mens weer
hij de moed om
het bangste,
i pijn
angste
:ijn!
bromfietsen
ïmen heeft een
if voör brom-
velke berust op
'keerde platen-
I. De remweg
in deze vinding
IfENNETH McEIdowney is een Amerikaan, die louter omdat hij het zo leuk
vond een film wilde laten maken over een onderwerp, dat hem interesseerde:
de olifantenjacht in India. Dat van die film vond zijn vrouw een goed idee, maar
die olifanten konden, naar haar mening, best even wachten. Ze had een beter
denkbeeld en liet haar man een roman lezen, die in India speelde: „The River"
van Rumer Goddon. Hij raakte er enthousiast over en wilde dat maar terstond
verfilmen. Toen bleek echter, dat de filmrechten er van al sinds jaren verkocht
waren, maar de koper had nooit het geld voor een verfilming bij elkaar kunnen
krijgen. Het was Jean Renoir, maker van films als „Ba grande illusion" en „La
béte humaine". Wel, Rem:ih McEIdowney zocht contact met hem en maakte
het mogelijk, dat Renoir naar India ging om er die film te maken: „The River".
r\E FILM speelt in een dorpje in West
Bengalen aan een der monden van
de Ganges en ze verhaalt van drie jonge
meisjes, kinderen van Europeanen, die
er werken. Omstreeks vijftien jaar oud
zijn ze: de dichterlijke Harriet, de avon
tuurlijke en wat geraffineerde Valerie
en de stille, gesloten Mélanie, wier moe
der een Ihdiase was. Onrust maakt zich
van hen meester wanneer een jonge
man een tijdlang als logé in hun midden
komt. Voor alle drie jonge meisjes is
hij de held hunner dromen en de spil,
waarom hun gedachten draaien: alle
drie beleven ze, hoewel de jongeman
zich eenzelvig op een afstand houdt,
hun eerste liefde. Dit is dan het hoofd
verhaal van „The River": drie meisjes
worden vrouw, beleven de stormen van
de puberteit en rijpen door het conflict
van droom en realiteit.
Het is maar een simpel verhaal van
kleine illusies, jaloezie, trouw, droefheid
en een vleugje bitter geluk. Maar dat
verhaal is opgenomen in een groter
levensrhythme: geboorte en dood mar
keren het leven van de families, waar
toe deze meisjes behoren. En de dood
van een kind in een dier gezinnen en de
geboorte van een ander beïnvloeden
mede de sfeer, waarin de drie meisjes
hun eigen rijping ondergaan.
Er is nog een andere factor, die zich
«terk laat gelden: de hele geschiedenis
speelt zich af tegen de achtergrond van
het India daar aan die rivier. Voor de
bevolking van India, wier leven zich
concentreert op die rivier, is zij niet
slechts een materiële aanwezigheid,
maar vooral een manifestatie van het
Goddelijke: in die riviér spiegelt zich
het Eeuwige af. De Europeanen, die
daar temidden van die bevolking leven,
kunnen zich niet onttrekken aan die
hele levenssfeer, waarin tijd en eeuwig
heid, natuur en goddelijke macht,
tezamen- vloeien.Onbewust haast on
dergaan zij die sfeer en ook de drie
meisjes en in het bijzonder Harriet,
die er van droomt dichteres te zijn
raken erdoor beïnvloed.
In het begin van de film gaat Renoir
nog niet veel verder dan een kleurige
documentaire reportage. Van die repor
tage over de jute-ind istrie komt hij dan
terecht op het vernaai van de meisjes
en van daar uit richt hij telkens weer
zijn aandacht op het leven der Hindoes.
Die gedeelten zijn de schoonste stukken
u' heel de film: niet zo maar toeristi-
Voortrefielijke tilrrT\
over leven m India j
sche reportages, maar getuigenissen van
de schoonheid van een oosterse cul
tuur.
Zwak is in deze film de eigenlijk
overbodige en nogal naargeestig pathe
tische figuur van de jongeman. Het
om hem geweven verhaaltje is vrij
stuntelig zelfs. Goed echter komen de
meisjes in tekening: in het bijzonder
de dichterlijke Harriet (een teer, fris en
spontaan gespeeld rolletje van Patri
cia Walters) en van het meisje Méla
nie, dat zich, al is haam vader Europe
aan, het meest aan het volk van haar
moeder verwant Voelt. Deze figüur op
de grehs van twee werelden, wordt bij
zonder zuiver en gevoelig verbeeld door
een jeugdige Indiase danseres Radha.
„The River" heeft zeker zwakheden,
maar als filmkunst is dit bescheiden ge
bleven werk van Jean Renoir in elk ge
val van grotp waarde om de gevoelig
heid, waarmee de maker dé drie ver
schillende thema's in een groot verband
wist samen te brengen: alles gedragen,
opgenomen en verzonken in één groot,
als het ware eeuwig levensrhythme.
waarvan de rivier een symbool is, en
waaraan de film ook zelfs de toeschou
wer laat deelhebben.
LONG SHOT.
Een der catchers van de wal
visvaarder „Anglo Norse" heeft
voor de kust van Peru een witte
walvis geharpoeneerd. Foto's van
het zelfzame dier zijn door de
kapitein en door leden van de
bemanning meegebracht. Zij heb
ben een einde gemaakt aan de
twijfel omtrent het bestaan van
albino-walvissen. En daarmee is
dan, na bijna een eeuw, recht
gedaan aan de romanschrijver
Herman Melville, die in zijn be
roemde boek „Moby Dick" op on
navolgbare 'Wijze een witte wal
vis beschreef. Zeelieden en vis
sers van alle landen hadden tot
dusver voor het boek van Mel
ville slechts een spottend lachje
over gehad. De foto's en de ver
klaringen van de walvisvaarders
der „Anglo Norse" hebben nu aan
alle spot een einde gemaakt. Mel
ville had gelijk!
Secretaresse van Gandhi
op jacht naar monster
|)E ENGELSE secretaresse van wijlen
Mahatma Gandhi, miss Madeleine
Slade (die zich Mira Bai liet noemen)
is, na vier jaren geleefd te hebben op
de hellingen van de Himalaya, tijdelijk
in de bewoonde wereld teruggekeerd.
Vier jaren verbleef zij, in bijna vol
strekte eenzaamheid, in de onherberg
zame oorden der nomaden, teneinde
zich door meditatie en gebed dieper
van de geest van Gandhi te doen door
dringen. Zij voelt zich thans sterk ge
noeg om zijn leer uit te dragen onder
de bevolking.
Dit is echter niet de enige reden,
waarom miss Slade van haar berghel
lingen is afgedaald. Het ligt namelijk
in haar voornemen, fototoestellen te
kopen met automatisch inschakelende
vërlichtlngsapparaten, teneinde daar
mee „De Verschrikkelijke" te fotogra
feren. Er lopen in de gebieden langs
de Himalaya sinds Vele jaren geruch
ten over de aanwezigheid van een reus
achtig, rechtopgaand wezen, dat het
midden zou houden tussen een mensen
een aap. Het monster, waarover de no
maden slechts fluisterend spreken, zou
bijna drie meter lang en van een
enorme lichaamsomvang zijn. Jaren ge
leden zijn er in de sneeuw voetafdruk
ken gevonden, die niet gemaakt kon
den zijn door enig bekend levend we
zen.
Miss Slade wil het monster thans
automatisch fotograferen door het
spannen van draden over de bergpa
den, die het van tijd tot tijd schijnt te
beklimmen. Zodra het kolossale wezen
een der draden aanraakt flitsen de
lampen op en klikken de sluiters van
de toestellen. Miss Slade acht de kans
op succes gering, maar de berichten,
die haar door tal van nomaden ge
bracht zijn, hebben haar dusdanig ge
ïnteresseerd dat zij in ieder geval een
poging wil wagen om „De Verschrik
kelijke" op de gevoelige plaat te krij
gen.
„Het Nabije Oosten", door dr A.
N. Zadoks - Josephus Jitta.
Er is welhaast geen moeilijker opgave
r^enkbaar dan in een vijftigtal foto's en
nchts enkele pagina's tekst een klaar
beeld te geven van een cultuur, die zo
rijk was als die van het Nabije Oosten.
Nochtans heeft dr. A, N. Zadoks,
Josephus Jitta zich deze opgave gesteld
in het door haar samengestelde boekje
„Het N&bije Oosten", dat In de reeks
„Antieke Kunst" bij Van Dishoeck te
Bussum het licht zag. Een dergelijk
Werk moét mank gaan aan onvolledig
heid, met hoeveel liefde en kennis van
zaken meh zich odk aan de arbeid heèft
gezet. In bovengenoemd werkje zal men
dan ook slechts een indruk (maar dan
ook niet méér) krijgen van de gewel
dige beeldende Vermogens vah de vol
keren, die vele eeuwen vóór Christus
het Nabije Oosten bewoonden. Duidelijk
heeft de samenstelster zich laten leiden
door het besef, dat de antieke kunst de
mens van vandaag iets te zeggen heeft:
meer dan de moderne kunst, die veelal
nog slechts wartaal spreekt. Helaas
heeft de samenstelster niet de gele
genheid gehad dit duidelijker uit te
drukken. Meer dan de helft der repro
ducties is gewijd aan de cultuur der
Egyptenaren in haar talrijke verschij
ningsvormen, die elk voor zich min
stens een boekwerkje als dit zouden
vereisen. Hoe het zij, binnen de grenzen
van haar mogelijkheden, heeft mevrouw
Zadoks een steentje bijgedragen tot het
levend houden of maken van de liefde
van de mens van nu voor de trotse
schoonheid van de antieke kunst.
1 ee Nederlandse Korea-vrijwilligers bezetten hun post In de loopgraven,
ergens in de voortste linies. Eén hunner bedient een auomatisch wapen, ter-
Wijl de ander munitie gereed houdt.
Een vun de op.tarnen uit „The River", waarin de vreemde
welhaast tot een fatale beklemming voert....
,uvenitg
JN ons eerste artikel wezen wij op enkele oorzaken van en reacties op de voort
durend in betekenis toenemende plaats, welke het ambtelijke en deskundigen
apparaat in de leiding van de-staat inneemt. En op het gevaar, dat de Staten-
Generaal eventueel door dezè „bureaucratie" zouden worden overspeeld, hetwelk
zulke funeste gevolgen zou hebben. Er schuilt echter nog op een ander zeer
belangrijk punt een groot gevaar in de huidige ontwikkeling van het maat
schappelijke en politieke leven- Dit punt zullen wjj thans in de eerste plaats
hebben té bezien.
(Van onze correspondent in Zuid-Afrika)
VROEG in de morgen, als de zon nog niet boven de kalme deining is verschep
nen, nadert de „Jagersfontein", op weg van Amsterdam naar Kaapstad,
Santa Cruz de Teneriffe, de hoofdstad van de Canarische eilanden. Donker zijn
de contouren der machtige hergen, maar duizenden lichtjes branden in de stad
en pinkelen langs de sombere hellingen, ver het land in. Zwart, blauw en violet
welft zich de ochtendhemel hoven dit grootste der groep eilanden, die de Grie
ken reeds „die gelukzalige" noemden. Dan komt plotseling de zon op, snel en,
onverwacht en meteen is het warm. Meteen ook verdwijnen, de één na de ander,
de lichtjes in Teneriffe en de stad, wit, rose en doorschoten van het donkere
groen der platanen, baadt zich in het gesluierde licht van de nieuwe dag. Lang
zaam nadert ons schip de, „zeer edele, zeer trouwe, onoverwinbare", de hoofd
stad van dit Spaanse eilandenrijk, De hoogste hellingen van de Teide, welker
top schuil gaat achter de plechtig voortdrijvende wolken, zijn wit van de sneeuw,
die glinstert als parelmoer, in zilver gevat.
groet. Aan de meeste deurposten hangt
een kooitje met een kanarie. Het hond
je, dat Jan Steen op bijna al zijn schil
derijen vereeuwigde, loopt hier in le
venden lijve rond; kinderen spelen op
blote voetjes in de modderige tuinen
of rennen, precies als alle kinderen in
alle landlen, zorggloos vlak voor de
auto over de Weg. Duldzaam en ma
teloos treurig stappen de met Zware
lasten beladen ezels envrouwen
langs de warme wegen; op de hoeken
der straten groepen de mannen bijeen
of zitten met hun rug tegen de war
me muren doelloos met hun tenen te
wapperen. Het is natuurlijk niet vol
strekt uitgesloten, dat er op Teneriffe
mannen zijn die werken, maar wjj
hebben ze niet gezien.
Het mooiste van Teneriffe zijn z'n
bomen en bloemen. Het is Winter; de
regen heeft de laatste dagen velden
en wegen doorweekt, maar het is er
zo heerlijk als het in Nederland kan
zijn op een mooie dag in Mei. Mach
tige gouden regens pralen in de tuinen
der planters, paarse, rode en blauwe
bloemen in allerlei exotische vormen
staan overal tussen de bouwvallen en
CEN HALF UUR later ligt de „Ja-
gersfontein" voor de kade. En op
hetzelfde ogenblik wordt ons voor de
eerste maai duidelijk, hoe arm de be
volking dezer sinds eeuwen onder
Spaans bewind levende eilanden is
Tientallen auto's krioelen, luid in al
lerlei toonaarden toeterend, door el
kaar maar wélk een auto's! Er is er
niet één bij, die jonger is dan vijftien
of twintig jaarUit een serie van
de allerdwaaste vehikels, die men zich
denken kan, stapt een heel legertje
van allerhande autoriteiten dat, aan
gevoerd door een zeldzaam dikke
Spanjaard, aan boord komt. Ze doen
eigenlijk weinig meer dan de helder
geschrobde gangen vuil lopen, maar de
stewards halen gelaten de schouders
op. Water en bezems genoeg! Intussen
hebbeh wij onze tweede les in Spaans
regeren gekregen: Wat er ook ontbre
ken moge op Teneriffe, de ambtena
ren zijn er talrijk als de sprinkhanen
weleer in Egypte. Later, als we de
stad en de bergen intrekken met een
van de gammele, levensgevaarlijke
taxi's, zien we, dat er ook volop poli-
tie-agenten, officieren en soldaten zijn.
Zij zijn vrijwel de enigen, die behoor
lijk gekleed gaan. De eigenlijke bevol
king, die in verveloze, verzakte en af
gebrokkelde huizen woont, die diep in
de rotsgrond zijn uitgehouwen, maakt
een indruk van «ramve armoede. De
meeste straten zijn hopeloos slecht-
onze kreunende auto valt van de ene
kuil in de andere, maar de zwarthari
ge chauffeur is er aan gewend en
stuurt zijn Ford-1928 langs diepe af-
cronden met dezelfde rust als waarmee
een Nederlandse boer per fiets over de
polderwegen rijdt.
Armoedig maar vrolijk
WE gaan voorbij huizen, die als var
kenshokken nog een schandaal
zouden zijn, indien ze in Schagen of
Sassenheim, in Amersfoort of Middel
burg of waar ook in Nederland zou
den staan. Maar de mensen, bruin en
goedlachs, wuiven ons vrolijk toe en
kinderen en jongemeisjes roepen een
DE HAVEN VAN SANTA CRUZ D3 TENERIFFE
langs de bergpaden; meterhoge gera
niums bloeien overal in uitbundige
Vlammende schoonheid. Hier en daar
staan, voornaam en edel, aronskelken
in smetteloos wit. En boven al deze
schoonheid welft zich een helderblau
we hemel, waaruit langs de hoge
bergtoppen een wazig, mysterieus
licht zindert in de dalen en tot vei
over de diep beneden ons liggende
baai.
Werk voor de Caudlllo
We komen uit de warmte van deze
wonderlijke winterdag, in de koelte
van de prachtige oude kerk in La
Laguna en de rijkdom aan goud, zil
ver, beeldhouwwerk en oude schilde
rijen, die in dit gebouw is opgetast,
verbluft en verstilt ons. Groter tegen
stelling dan tussen de pracht van deze
kerk en de armoe van de mensen, die,
knielend op de plavuizen, hun roze-
krans bidden, is moeilijk denkbaar.
Twee meter van een in goud gevat
Mariabeeld staan magere kinderen te
bedelen om een peseta en een stnk
brood.
De radio heeft ons vanochtend aan
boord verteld, dat Franco aanspraak
maakt op Gibraltar. De caudillo zou
er goed aan doen eerst eens te komen
kijken naar de maatschappelijke toe
standen op Teneriffe. Daar is voor
lopig wérk genoeg!
Dit prachtige arme eiland ligt ter
zijde van de grote wereld als een
sprookje, waarin alleen maar sprake
is van Assepoesters. Het ligt midden
in de oceaan als een uitloper van het
Afrikaanse vasteland waarmee het
vroeger naar de legende wil ver
bonden was eer een kolossale vloed
golf het lossloeg en voor altoos iso
leerde. Ligt onder de blauwe golven,
die het omspoelen, het verloren Atlan
tis? Misschien zal de mensheid het
eeng weten. Misschien ook nooit.
W/IJ bedoelen de verhouding tussen
onze politieke partijen en onze ad
ministratieve, technische, wetenschap
pelijke en andere deskundigen. Deze
verhouding is stellig niet altijd een ge
makkelijke; het is immers een sterke
traditie, dat de Nederlandse intellec
tuelen niet „aan politiek doen". Het
vasthouden aan deze traditie kan ech
ter onder de huidige omstandigheden,
zoals wij direct nader zullen uiteenzet
ten, niet langer als verantwoord wor
den beschouwd. Nadere bestudering
van deze kwestie èn door onze partijen
èn door onze intellectuelen is dan ook
dringend geboden.
Het voortdurend ingewikkelder wor
den van zo goed als alle maatschappe
lijke en politieke vraagstukken toch
heeft er toe geleid, dat een politieke
partij, welke zich hnao verantwoordelijk
heid voor het goed functionneren van
ons democratisch staatsbestel bewust
is, niet meer zal kunnen volstaan met
het poneren van een aantal aantrekke
lijke verkiezingsleuzen, maar zich zeer
ernstig zal hebben te bezinnen op de
mogelijkheid van verwezenlijking, ook
en vooral in onderling verband, van de
door haar voorgestane verlangens op
staatkundig terrein.
Met andere woorden: elk van onze
partijen zal, op grondslag van de fun
damentele door haar beleden beginse
len, een harmonisch samenhangend po
litiek beleid, beantwoordend aan de
eisen van deze tijd, moeten uitwerken
en in een program moeten formuleren.
En hierbij zal de steun van en samen
werking met op velerlei gebied deskun
dige partijleden stellig niet kunnen
worden gemist!
In deze zijn ongetwijfeld van groot
belang de wetenschappelijke instituten
TEN OOSTEN van Genua
strekt zich de Riviera di
Levante uit. Als men de kaart
bekijkt dan ziet men op 20
km afstand van de haven
plaats een heel klein schier
eiland in zee steken, ^oals
een erker van een huis het
mogelijk maakt de straat af
te kijken, zo heeft men van
ieder willekeurig punt op de
ze landtong een prachtig uit
zicht op de grillige baaien
langs de Rivièra.
Wil men dit schiereiland
per voet doorkruisen dan
vraagt deze 125 km2 aarde
vele dagen van inspanning
Dit land is een voorgebergte
van de Apenijnen en 't heeft
zijn steilte van 600 metei- te
verdedigen tegen het aan al
le kanten aan haar likkende
Middellandse Zeewater.
Het kan gebeuren dat men
een weg zoekehde in het met
bossen begroeide kustge-
bergte, plotseling een door
kijkje heeft op het schitte
rende watervlak waartegen
ragfijn groen of een bloeien
de heester Schilderachtig af
steekt.
Even later, door zo'n groen
poortje, fladdert een wit zeil
tje van een pleizierbootje als
een meeuw voorbij het oog
en steeds dalend in de om
ringende bossen, terwijl de
zuivere lucht je Iongen mei
gezondheid vult, ontdekt men
een spits kerktorentje.
„Zo, düs daar moet toch
iets van een nederzetting
zijn. Natuurlijk, in dit won-
derlahd van lucht, water en
komen, ontbreekt in 't kleu
rengamma van blauw, groen
en bloemenkleuren nog het
felle wit van huizen of roze
bepleisterde muren".
Wij zijn het op spoor, wij
zijn op weg naar één van die
verscholen vogelnest-dorpjes,
die werkelijk bestaan maar
waarvan wij zelfs nooit ge
droomd hebben omdat ze zo
karakteristiek zijn dat je er
je geen voorstelling van kunt
maken.
Pas bij aankomst in Frut-
tuoso zien wij de zee op-
niêtiW. Maar daar ligt zij dan
ook op zijn ruimst Voor ons.
Hier op de Zuidkant van hét
schiereiland voel je je als op
een vooruit geschoven uit
kijkpost. Op de achtergrond
sluit het naar beiden zijden
zich uitstrekkende Ligurië
zich bij dit stukje aarde aan.
Langzaam vervaagt de kust
Dit beeld maakt dat Frilt-
tuoso. dat toch slechts uit een
klooster met kerk en enkele
visserswoningen bestaat, een
belangrijke Werkelijkheid
Wordt.
Fruttuoso is slechts bereik
baar langs een duizelingwek
kend bospad en vanuit zee.
Het ligt daar aan de kleine
baai gevangen als een Doorn
roosje.
Onze nieuwsgierigheid naar
de rechtvaardiging van deze
houding zet ons tot luisteren
naar haar verleden.
Het klooster en de kerk
zijn Op bogen boven het wa
ter gebouwd. In het jaar 1300
voereh de boten onder deze
bogen door, zij brachten het
roemrijke geslacht Doria uit
Genua naar hun laatste rust
plaats in de witte en zwarte
graven in deze abdij. Een
rustplaats^ waar zij eeuwig
bezongen 'worden door de
zelfde golven waarop zij ge
durende hun leven hun lau
weren geoogst hebben. De
abdij is één der oudste In
Ligurië en dateert waar
schijnlijk reeds uit het jaar
409, De meest waarschijnlijke
verklaring is dat, in die tijd
door de inval der Vandalen
in Spanje, vele heiligen en
oriesters naar Italië vlucht
ten, dit ook het ge'val was
met Bisschop San Prospero,
die later te Ruta ong. 10
km ten Noorden van Frut
tuoso, stierf.
S. Prospero droeg zijn jon
gere priesters op de as van
de heilige Fruttuoso en van
nog enkele martelaren langs
de gemakkelijker zeeweg
naar Rome te brengen. Toen
zij onderweg hoorden van
een buitengewone invasie
onderbraken zij hun reis en
zetten de as hier bij.
Geperst als Fruttuoso ligt
op een klein strookje strand
tegen de steile rotswand,
heeft het geen mogelijkheid
gehad om zich zelfs maar tot
een dorp te ontwikkelen
Door al de eeuwen heen
heeft het de sfeer van de
grijze oudheid tussen de rot
sen gevangen gehouden.
Als wij ons. later op de dag
per boot van Fruttuoso Ver
wijderen en de open zee be
reiken is het alsof de oevers
van de baai zich naar elkaar
toebuigen. De beide landton
gen sluiten het witte kloos
ter op de achtergrond in om
het als toevluchtsoord te be
waren voor degenen die in
tijden van gevaar of storm
hier veiligheid zoeken. P.
en de commissies van advies, welke di
meeste partijbesturen in de laatste ja
reit voor de bestudering van belangrijk!
vraagstukken hebben ingesteld. Er zijl
dan ook duidelijke aanwijzingen, da
vele partijen trachten haar tekortko
mingen iri het voorbereiden van pro
grams te verbeteren. Al kan op he
ogenblik ook nog worden geconstateerd
dat meer dan een partij nog te veel is
bevangen door althans ten dele ver
ouderde Schemata, constructies en slag
woorden.
.en de Tweede Kamei
TN sommige partijen bestaat er enig!
samenwerking tussen de Tweede
Kamerfractie en de commissies van nd
vies van de betrokken partij. Me
dien verstande, dat deze commissies oj
verzoek van de fractie een deskundig
advies uitbrengen over een bepaald!
kwestie. Wij kunnen ons voorstellen
dat bij verdere ontwikkeling van di
type samenwerking het overwicht, het
welk de ministers inzake specialistiscl
advies hebben over de Kamerleden
belangrijk zou worden verminderd.
Een andere oplossing voor dit nijpen
de probleem is onlangs naar voren ge
bracht door het nauw met de K.V.P
verbonden Centrum voor Staatkundi
ge Vorming. In een lezenswaardig rap
port, „Aanbevelingen tot herziening
van de samenstelling en werkwijze de
Staten-Generaal" getiteld, wordt geplei
„voor de mogelijkheid van instelling
bij de wet van vaste colleges van ad
vies en bijstand aan het parlement". Di
samenstellers van dit rapport zijn nie
bevreesd, dat dit een te ingewikkeld!
structuur van het parlementaire ei
staatsapparaat met zich mede zal bren
gen, aangezien „het in vele gevallet
wel practijk zal worden, dat de bedoel
de colleges zowel voor advies en bij
stand aan de regering als aan het par
lement zullen worden bestemd. Boven
dien is het slechts een bevoegdheid ei
geen plicht van het parlement om der
gelijke colleges te raadplegen".
Hoe aantrekkelijk een dergelijke op.
lossing wellicht ook op het eerste ge
zicht moge lijken, toch komt zij on:
niet juist voor. Naar ons oordeel han.
gen de problemen van het verantwoorc
opstellen van partijprograms en van he
deskundig voorlichten van de fractie:
en daarmede van de Tweede Kamer zi
nauw met elkaar samen, dat men zi
gezamenlijk zal moeten trachten op t!
lossen. En wij menen, dat hier vóó:
alles een taak voor onze politieke par
tijen zelf is weggelegd, zo men het be
houd van de grondslagen van ons de>
rnocratisch bestel op prijs stelt, dooi
haar advies-commissies te activeren ei
uit te breiden alsmede door een hecht!
samenwerking tussen deze en de frac
ties te bevorderen.
Gaat men echter over tot het in he
leven roepen van commissies als be
doeld in genoemd rapport, dan bestaal
eensdeels hèt ernstige en niet te onder)
schatten gevaar, dat de partijen haa
taak en plicht ten opzichte van het des
kundigen-probleem zouden verwaarl
lozen met ais gevolg een onvoldoend
onderzoek van de politieke problemen!
holle verkiezingsprograms en een mei
handen en voeten gebonden zijn vam
partijen, fracties en ministers aan hel
ambtelijke en para-statale deskundil
gen-apparaat.
Anderdeels bestaat stellig de mogel
lijkheid, dat deze onpartijdige com!
missies niet alle wensen van de ver)
schillende fracties zullen kunnen be
y;edigen met ais gevolg, dat de pari
tijen toch ook zelf weer maatregeleif
zouden moéten nemen. Met het risicq
van overbelasting van de deskundige
Conclusil
TN het voorgaande hebben wij slechtl
enkele aspecten van het ongetwijfeld
in de naaste toekomst nog sterk in bel
tekenis toenemende „vraagstuk der desl
ltundigen" kunnen belichten. Wij steil
len ons dan ook voor te gelegener tijq
op andere hiermede verwante kwestiel
in te gaan. Het zal de lezer, hopen wijl
duidelijk zijn geworden, dat wij da
huidige situatie, ondanks bestaande tel
kortkomingen, allerminst zonder uitl
zicht achten. Ons land is nog lang niel
toe aan een volledige bureaucratische
bewindvoerdersdictatuur en het zal
ook niet zo gemakkelijk zover komenl
mits onze partijen voortgaan ernst td
maken met deze problemen.
Niet de tegenstelling „regering dool
amateurs" of „regering door deskundil
gen", maar regering door „amateurs" ij
nauwe samenwerking met „deskundil
gen" behoort het motto te zijn. Darf
zullen ook de Staten-Generaai de haai
in ons staatsbestel toebedeelde rol teg
volle kunnen vervullen.
Mexico verwerpt militaire
hulp van Amerika
Mexico heeft de Amerikaanse voor-I
stellen ter versterking van de defensie-|
ve kracht van het land verworpen. De
voorwaarden, aan deze hulp verbon-|
den, Waren niet aanvaardbaar. De be-l
sprekingen zullen worden hervat, waJH
neer zulks nodig mocht blijken.