„THE RIVER" van Jean Rcnoii' Fruiiuoso, de erker nd I Een belangrijke taak voor de politieke partijen Armoe op de „gelukzalige'' eilanden vrees Herman Melville krijgt gelijk Miss Slade zoekl Verschrikkelijke' Het nieuwe boek Amateurs of deskundigen (2) Tener if Ie, paradijs van bloemen Schreeuwende armoede in een dorado Pariij en deskundigheid t ZATERDAG 33 FEBRUARI 1953 ren niet gelo- die meneer 1 waren, ke- Maar meneer lende blikken [ij wist zeil nd was. Maar de situatie. „Kijken jullie let verhaaltje Voortaan be- r meer. Of- ook niet kon jaar lang een !o is het viel Ie rede. „Maar :n ik daarvan dat vergeten!" :end en zo tot ateerd, maar intussen maar t verscheurd De ene helft ;t veel andera adspreken van ;en de andere ecies dezelfde n weer, en als was, zou het jn. Het is alle- wanneer twee twaardiging op ien: Jij begon lietes! Wel- ndeloze. indse actviteit, eringen, vijfde de toekomsti- amerhand alle jeduldige aard- ;r, steeds maar van haar kin- iphoudt hen te jedsel zo ten waardig ver- ïderen, ligt dat is onuitputte- economen, po- hardst uit om te wijzen ter iet alleen van ie. Angst heet menselijk ge- 5 moeten weten f-analyse, door «en, systemen, ngst op aarde tijn dat dit o.a. meer weten te ngst en vrees? imstandigheden zou een mens vrees meer meer zijn dan ontzielde? De i, en hangt ten zag en eerbied, som, en zonder een mens meer alle kwellende misschien juist weten wat wij ij tegenwoordig igsten lijden, ver: Gij zult men alles wat ring noemt, en zult gij vrezen leer der heer- ichten en H ij v vrees en van i 8 vs. 12—13). vrezen is niet Wij verbeelden lit zijn, dat het i vrezen, omdat (aar indien we werkelijk. ver- Ie" die hier be- en vlammende sen, dan Weten •wijderd is van ets er slechter we reilen en derdaad slechts ga uit van mij, en kunnen world be mate, heart of fire! een ander ver- i het (die g'od- nze wereld pas steen een hart ook niet. En uit it de vreze des ijd het begin en heid is. En dat gst voor aardse inen. Beter dan leid ook, beter rspellingen van of sterrebeel- graag onze toe- ir men tot u i van doden en n, die daar pie- ïl een volk niet al men voor de ;en? Tot de wet (Jesaja 8 vs. 19 t de getuigenis, ids terug! Daar- te verwachten, t alleen kan ons neerknielen, „in Slechts aan de een mens weer hij de moed om het bangste, i pijn angste :ijn! bromfietsen ïmen heeft een if voör brom- velke berust op 'keerde platen- I. De remweg in deze vinding IfENNETH McEIdowney is een Amerikaan, die louter omdat hij het zo leuk vond een film wilde laten maken over een onderwerp, dat hem interesseerde: de olifantenjacht in India. Dat van die film vond zijn vrouw een goed idee, maar die olifanten konden, naar haar mening, best even wachten. Ze had een beter denkbeeld en liet haar man een roman lezen, die in India speelde: „The River" van Rumer Goddon. Hij raakte er enthousiast over en wilde dat maar terstond verfilmen. Toen bleek echter, dat de filmrechten er van al sinds jaren verkocht waren, maar de koper had nooit het geld voor een verfilming bij elkaar kunnen krijgen. Het was Jean Renoir, maker van films als „Ba grande illusion" en „La béte humaine". Wel, Rem:ih McEIdowney zocht contact met hem en maakte het mogelijk, dat Renoir naar India ging om er die film te maken: „The River". r\E FILM speelt in een dorpje in West Bengalen aan een der monden van de Ganges en ze verhaalt van drie jonge meisjes, kinderen van Europeanen, die er werken. Omstreeks vijftien jaar oud zijn ze: de dichterlijke Harriet, de avon tuurlijke en wat geraffineerde Valerie en de stille, gesloten Mélanie, wier moe der een Ihdiase was. Onrust maakt zich van hen meester wanneer een jonge man een tijdlang als logé in hun midden komt. Voor alle drie jonge meisjes is hij de held hunner dromen en de spil, waarom hun gedachten draaien: alle drie beleven ze, hoewel de jongeman zich eenzelvig op een afstand houdt, hun eerste liefde. Dit is dan het hoofd verhaal van „The River": drie meisjes worden vrouw, beleven de stormen van de puberteit en rijpen door het conflict van droom en realiteit. Het is maar een simpel verhaal van kleine illusies, jaloezie, trouw, droefheid en een vleugje bitter geluk. Maar dat verhaal is opgenomen in een groter levensrhythme: geboorte en dood mar keren het leven van de families, waar toe deze meisjes behoren. En de dood van een kind in een dier gezinnen en de geboorte van een ander beïnvloeden mede de sfeer, waarin de drie meisjes hun eigen rijping ondergaan. Er is nog een andere factor, die zich «terk laat gelden: de hele geschiedenis speelt zich af tegen de achtergrond van het India daar aan die rivier. Voor de bevolking van India, wier leven zich concentreert op die rivier, is zij niet slechts een materiële aanwezigheid, maar vooral een manifestatie van het Goddelijke: in die riviér spiegelt zich het Eeuwige af. De Europeanen, die daar temidden van die bevolking leven, kunnen zich niet onttrekken aan die hele levenssfeer, waarin tijd en eeuwig heid, natuur en goddelijke macht, tezamen- vloeien.Onbewust haast on dergaan zij die sfeer en ook de drie meisjes en in het bijzonder Harriet, die er van droomt dichteres te zijn raken erdoor beïnvloed. In het begin van de film gaat Renoir nog niet veel verder dan een kleurige documentaire reportage. Van die repor tage over de jute-ind istrie komt hij dan terecht op het vernaai van de meisjes en van daar uit richt hij telkens weer zijn aandacht op het leven der Hindoes. Die gedeelten zijn de schoonste stukken u' heel de film: niet zo maar toeristi- Voortrefielijke tilrrT\ over leven m India j sche reportages, maar getuigenissen van de schoonheid van een oosterse cul tuur. Zwak is in deze film de eigenlijk overbodige en nogal naargeestig pathe tische figuur van de jongeman. Het om hem geweven verhaaltje is vrij stuntelig zelfs. Goed echter komen de meisjes in tekening: in het bijzonder de dichterlijke Harriet (een teer, fris en spontaan gespeeld rolletje van Patri cia Walters) en van het meisje Méla nie, dat zich, al is haam vader Europe aan, het meest aan het volk van haar moeder verwant Voelt. Deze figüur op de grehs van twee werelden, wordt bij zonder zuiver en gevoelig verbeeld door een jeugdige Indiase danseres Radha. „The River" heeft zeker zwakheden, maar als filmkunst is dit bescheiden ge bleven werk van Jean Renoir in elk ge val van grotp waarde om de gevoelig heid, waarmee de maker dé drie ver schillende thema's in een groot verband wist samen te brengen: alles gedragen, opgenomen en verzonken in één groot, als het ware eeuwig levensrhythme. waarvan de rivier een symbool is, en waaraan de film ook zelfs de toeschou wer laat deelhebben. LONG SHOT. Een der catchers van de wal visvaarder „Anglo Norse" heeft voor de kust van Peru een witte walvis geharpoeneerd. Foto's van het zelfzame dier zijn door de kapitein en door leden van de bemanning meegebracht. Zij heb ben een einde gemaakt aan de twijfel omtrent het bestaan van albino-walvissen. En daarmee is dan, na bijna een eeuw, recht gedaan aan de romanschrijver Herman Melville, die in zijn be roemde boek „Moby Dick" op on navolgbare 'Wijze een witte wal vis beschreef. Zeelieden en vis sers van alle landen hadden tot dusver voor het boek van Mel ville slechts een spottend lachje over gehad. De foto's en de ver klaringen van de walvisvaarders der „Anglo Norse" hebben nu aan alle spot een einde gemaakt. Mel ville had gelijk! Secretaresse van Gandhi op jacht naar monster |)E ENGELSE secretaresse van wijlen Mahatma Gandhi, miss Madeleine Slade (die zich Mira Bai liet noemen) is, na vier jaren geleefd te hebben op de hellingen van de Himalaya, tijdelijk in de bewoonde wereld teruggekeerd. Vier jaren verbleef zij, in bijna vol strekte eenzaamheid, in de onherberg zame oorden der nomaden, teneinde zich door meditatie en gebed dieper van de geest van Gandhi te doen door dringen. Zij voelt zich thans sterk ge noeg om zijn leer uit te dragen onder de bevolking. Dit is echter niet de enige reden, waarom miss Slade van haar berghel lingen is afgedaald. Het ligt namelijk in haar voornemen, fototoestellen te kopen met automatisch inschakelende vërlichtlngsapparaten, teneinde daar mee „De Verschrikkelijke" te fotogra feren. Er lopen in de gebieden langs de Himalaya sinds Vele jaren geruch ten over de aanwezigheid van een reus achtig, rechtopgaand wezen, dat het midden zou houden tussen een mensen een aap. Het monster, waarover de no maden slechts fluisterend spreken, zou bijna drie meter lang en van een enorme lichaamsomvang zijn. Jaren ge leden zijn er in de sneeuw voetafdruk ken gevonden, die niet gemaakt kon den zijn door enig bekend levend we zen. Miss Slade wil het monster thans automatisch fotograferen door het spannen van draden over de bergpa den, die het van tijd tot tijd schijnt te beklimmen. Zodra het kolossale wezen een der draden aanraakt flitsen de lampen op en klikken de sluiters van de toestellen. Miss Slade acht de kans op succes gering, maar de berichten, die haar door tal van nomaden ge bracht zijn, hebben haar dusdanig ge ïnteresseerd dat zij in ieder geval een poging wil wagen om „De Verschrik kelijke" op de gevoelige plaat te krij gen. „Het Nabije Oosten", door dr A. N. Zadoks - Josephus Jitta. Er is welhaast geen moeilijker opgave r^enkbaar dan in een vijftigtal foto's en nchts enkele pagina's tekst een klaar beeld te geven van een cultuur, die zo rijk was als die van het Nabije Oosten. Nochtans heeft dr. A, N. Zadoks, Josephus Jitta zich deze opgave gesteld in het door haar samengestelde boekje „Het N&bije Oosten", dat In de reeks „Antieke Kunst" bij Van Dishoeck te Bussum het licht zag. Een dergelijk Werk moét mank gaan aan onvolledig heid, met hoeveel liefde en kennis van zaken meh zich odk aan de arbeid heèft gezet. In bovengenoemd werkje zal men dan ook slechts een indruk (maar dan ook niet méér) krijgen van de gewel dige beeldende Vermogens vah de vol keren, die vele eeuwen vóór Christus het Nabije Oosten bewoonden. Duidelijk heeft de samenstelster zich laten leiden door het besef, dat de antieke kunst de mens van vandaag iets te zeggen heeft: meer dan de moderne kunst, die veelal nog slechts wartaal spreekt. Helaas heeft de samenstelster niet de gele genheid gehad dit duidelijker uit te drukken. Meer dan de helft der repro ducties is gewijd aan de cultuur der Egyptenaren in haar talrijke verschij ningsvormen, die elk voor zich min stens een boekwerkje als dit zouden vereisen. Hoe het zij, binnen de grenzen van haar mogelijkheden, heeft mevrouw Zadoks een steentje bijgedragen tot het levend houden of maken van de liefde van de mens van nu voor de trotse schoonheid van de antieke kunst. 1 ee Nederlandse Korea-vrijwilligers bezetten hun post In de loopgraven, ergens in de voortste linies. Eén hunner bedient een auomatisch wapen, ter- Wijl de ander munitie gereed houdt. Een vun de op.tarnen uit „The River", waarin de vreemde welhaast tot een fatale beklemming voert.... ,uvenitg JN ons eerste artikel wezen wij op enkele oorzaken van en reacties op de voort durend in betekenis toenemende plaats, welke het ambtelijke en deskundigen apparaat in de leiding van de-staat inneemt. En op het gevaar, dat de Staten- Generaal eventueel door dezè „bureaucratie" zouden worden overspeeld, hetwelk zulke funeste gevolgen zou hebben. Er schuilt echter nog op een ander zeer belangrijk punt een groot gevaar in de huidige ontwikkeling van het maat schappelijke en politieke leven- Dit punt zullen wjj thans in de eerste plaats hebben té bezien. (Van onze correspondent in Zuid-Afrika) VROEG in de morgen, als de zon nog niet boven de kalme deining is verschep nen, nadert de „Jagersfontein", op weg van Amsterdam naar Kaapstad, Santa Cruz de Teneriffe, de hoofdstad van de Canarische eilanden. Donker zijn de contouren der machtige hergen, maar duizenden lichtjes branden in de stad en pinkelen langs de sombere hellingen, ver het land in. Zwart, blauw en violet welft zich de ochtendhemel hoven dit grootste der groep eilanden, die de Grie ken reeds „die gelukzalige" noemden. Dan komt plotseling de zon op, snel en, onverwacht en meteen is het warm. Meteen ook verdwijnen, de één na de ander, de lichtjes in Teneriffe en de stad, wit, rose en doorschoten van het donkere groen der platanen, baadt zich in het gesluierde licht van de nieuwe dag. Lang zaam nadert ons schip de, „zeer edele, zeer trouwe, onoverwinbare", de hoofd stad van dit Spaanse eilandenrijk, De hoogste hellingen van de Teide, welker top schuil gaat achter de plechtig voortdrijvende wolken, zijn wit van de sneeuw, die glinstert als parelmoer, in zilver gevat. groet. Aan de meeste deurposten hangt een kooitje met een kanarie. Het hond je, dat Jan Steen op bijna al zijn schil derijen vereeuwigde, loopt hier in le venden lijve rond; kinderen spelen op blote voetjes in de modderige tuinen of rennen, precies als alle kinderen in alle landlen, zorggloos vlak voor de auto over de Weg. Duldzaam en ma teloos treurig stappen de met Zware lasten beladen ezels envrouwen langs de warme wegen; op de hoeken der straten groepen de mannen bijeen of zitten met hun rug tegen de war me muren doelloos met hun tenen te wapperen. Het is natuurlijk niet vol strekt uitgesloten, dat er op Teneriffe mannen zijn die werken, maar wjj hebben ze niet gezien. Het mooiste van Teneriffe zijn z'n bomen en bloemen. Het is Winter; de regen heeft de laatste dagen velden en wegen doorweekt, maar het is er zo heerlijk als het in Nederland kan zijn op een mooie dag in Mei. Mach tige gouden regens pralen in de tuinen der planters, paarse, rode en blauwe bloemen in allerlei exotische vormen staan overal tussen de bouwvallen en CEN HALF UUR later ligt de „Ja- gersfontein" voor de kade. En op hetzelfde ogenblik wordt ons voor de eerste maai duidelijk, hoe arm de be volking dezer sinds eeuwen onder Spaans bewind levende eilanden is Tientallen auto's krioelen, luid in al lerlei toonaarden toeterend, door el kaar maar wélk een auto's! Er is er niet één bij, die jonger is dan vijftien of twintig jaarUit een serie van de allerdwaaste vehikels, die men zich denken kan, stapt een heel legertje van allerhande autoriteiten dat, aan gevoerd door een zeldzaam dikke Spanjaard, aan boord komt. Ze doen eigenlijk weinig meer dan de helder geschrobde gangen vuil lopen, maar de stewards halen gelaten de schouders op. Water en bezems genoeg! Intussen hebbeh wij onze tweede les in Spaans regeren gekregen: Wat er ook ontbre ken moge op Teneriffe, de ambtena ren zijn er talrijk als de sprinkhanen weleer in Egypte. Later, als we de stad en de bergen intrekken met een van de gammele, levensgevaarlijke taxi's, zien we, dat er ook volop poli- tie-agenten, officieren en soldaten zijn. Zij zijn vrijwel de enigen, die behoor lijk gekleed gaan. De eigenlijke bevol king, die in verveloze, verzakte en af gebrokkelde huizen woont, die diep in de rotsgrond zijn uitgehouwen, maakt een indruk van «ramve armoede. De meeste straten zijn hopeloos slecht- onze kreunende auto valt van de ene kuil in de andere, maar de zwarthari ge chauffeur is er aan gewend en stuurt zijn Ford-1928 langs diepe af- cronden met dezelfde rust als waarmee een Nederlandse boer per fiets over de polderwegen rijdt. Armoedig maar vrolijk WE gaan voorbij huizen, die als var kenshokken nog een schandaal zouden zijn, indien ze in Schagen of Sassenheim, in Amersfoort of Middel burg of waar ook in Nederland zou den staan. Maar de mensen, bruin en goedlachs, wuiven ons vrolijk toe en kinderen en jongemeisjes roepen een DE HAVEN VAN SANTA CRUZ D3 TENERIFFE langs de bergpaden; meterhoge gera niums bloeien overal in uitbundige Vlammende schoonheid. Hier en daar staan, voornaam en edel, aronskelken in smetteloos wit. En boven al deze schoonheid welft zich een helderblau we hemel, waaruit langs de hoge bergtoppen een wazig, mysterieus licht zindert in de dalen en tot vei over de diep beneden ons liggende baai. Werk voor de Caudlllo We komen uit de warmte van deze wonderlijke winterdag, in de koelte van de prachtige oude kerk in La Laguna en de rijkdom aan goud, zil ver, beeldhouwwerk en oude schilde rijen, die in dit gebouw is opgetast, verbluft en verstilt ons. Groter tegen stelling dan tussen de pracht van deze kerk en de armoe van de mensen, die, knielend op de plavuizen, hun roze- krans bidden, is moeilijk denkbaar. Twee meter van een in goud gevat Mariabeeld staan magere kinderen te bedelen om een peseta en een stnk brood. De radio heeft ons vanochtend aan boord verteld, dat Franco aanspraak maakt op Gibraltar. De caudillo zou er goed aan doen eerst eens te komen kijken naar de maatschappelijke toe standen op Teneriffe. Daar is voor lopig wérk genoeg! Dit prachtige arme eiland ligt ter zijde van de grote wereld als een sprookje, waarin alleen maar sprake is van Assepoesters. Het ligt midden in de oceaan als een uitloper van het Afrikaanse vasteland waarmee het vroeger naar de legende wil ver bonden was eer een kolossale vloed golf het lossloeg en voor altoos iso leerde. Ligt onder de blauwe golven, die het omspoelen, het verloren Atlan tis? Misschien zal de mensheid het eeng weten. Misschien ook nooit. W/IJ bedoelen de verhouding tussen onze politieke partijen en onze ad ministratieve, technische, wetenschap pelijke en andere deskundigen. Deze verhouding is stellig niet altijd een ge makkelijke; het is immers een sterke traditie, dat de Nederlandse intellec tuelen niet „aan politiek doen". Het vasthouden aan deze traditie kan ech ter onder de huidige omstandigheden, zoals wij direct nader zullen uiteenzet ten, niet langer als verantwoord wor den beschouwd. Nadere bestudering van deze kwestie èn door onze partijen èn door onze intellectuelen is dan ook dringend geboden. Het voortdurend ingewikkelder wor den van zo goed als alle maatschappe lijke en politieke vraagstukken toch heeft er toe geleid, dat een politieke partij, welke zich hnao verantwoordelijk heid voor het goed functionneren van ons democratisch staatsbestel bewust is, niet meer zal kunnen volstaan met het poneren van een aantal aantrekke lijke verkiezingsleuzen, maar zich zeer ernstig zal hebben te bezinnen op de mogelijkheid van verwezenlijking, ook en vooral in onderling verband, van de door haar voorgestane verlangens op staatkundig terrein. Met andere woorden: elk van onze partijen zal, op grondslag van de fun damentele door haar beleden beginse len, een harmonisch samenhangend po litiek beleid, beantwoordend aan de eisen van deze tijd, moeten uitwerken en in een program moeten formuleren. En hierbij zal de steun van en samen werking met op velerlei gebied deskun dige partijleden stellig niet kunnen worden gemist! In deze zijn ongetwijfeld van groot belang de wetenschappelijke instituten TEN OOSTEN van Genua strekt zich de Riviera di Levante uit. Als men de kaart bekijkt dan ziet men op 20 km afstand van de haven plaats een heel klein schier eiland in zee steken, ^oals een erker van een huis het mogelijk maakt de straat af te kijken, zo heeft men van ieder willekeurig punt op de ze landtong een prachtig uit zicht op de grillige baaien langs de Rivièra. Wil men dit schiereiland per voet doorkruisen dan vraagt deze 125 km2 aarde vele dagen van inspanning Dit land is een voorgebergte van de Apenijnen en 't heeft zijn steilte van 600 metei- te verdedigen tegen het aan al le kanten aan haar likkende Middellandse Zeewater. Het kan gebeuren dat men een weg zoekehde in het met bossen begroeide kustge- bergte, plotseling een door kijkje heeft op het schitte rende watervlak waartegen ragfijn groen of een bloeien de heester Schilderachtig af steekt. Even later, door zo'n groen poortje, fladdert een wit zeil tje van een pleizierbootje als een meeuw voorbij het oog en steeds dalend in de om ringende bossen, terwijl de zuivere lucht je Iongen mei gezondheid vult, ontdekt men een spits kerktorentje. „Zo, düs daar moet toch iets van een nederzetting zijn. Natuurlijk, in dit won- derlahd van lucht, water en komen, ontbreekt in 't kleu rengamma van blauw, groen en bloemenkleuren nog het felle wit van huizen of roze bepleisterde muren". Wij zijn het op spoor, wij zijn op weg naar één van die verscholen vogelnest-dorpjes, die werkelijk bestaan maar waarvan wij zelfs nooit ge droomd hebben omdat ze zo karakteristiek zijn dat je er je geen voorstelling van kunt maken. Pas bij aankomst in Frut- tuoso zien wij de zee op- niêtiW. Maar daar ligt zij dan ook op zijn ruimst Voor ons. Hier op de Zuidkant van hét schiereiland voel je je als op een vooruit geschoven uit kijkpost. Op de achtergrond sluit het naar beiden zijden zich uitstrekkende Ligurië zich bij dit stukje aarde aan. Langzaam vervaagt de kust Dit beeld maakt dat Frilt- tuoso. dat toch slechts uit een klooster met kerk en enkele visserswoningen bestaat, een belangrijke Werkelijkheid Wordt. Fruttuoso is slechts bereik baar langs een duizelingwek kend bospad en vanuit zee. Het ligt daar aan de kleine baai gevangen als een Doorn roosje. Onze nieuwsgierigheid naar de rechtvaardiging van deze houding zet ons tot luisteren naar haar verleden. Het klooster en de kerk zijn Op bogen boven het wa ter gebouwd. In het jaar 1300 voereh de boten onder deze bogen door, zij brachten het roemrijke geslacht Doria uit Genua naar hun laatste rust plaats in de witte en zwarte graven in deze abdij. Een rustplaats^ waar zij eeuwig bezongen 'worden door de zelfde golven waarop zij ge durende hun leven hun lau weren geoogst hebben. De abdij is één der oudste In Ligurië en dateert waar schijnlijk reeds uit het jaar 409, De meest waarschijnlijke verklaring is dat, in die tijd door de inval der Vandalen in Spanje, vele heiligen en oriesters naar Italië vlucht ten, dit ook het ge'val was met Bisschop San Prospero, die later te Ruta ong. 10 km ten Noorden van Frut tuoso, stierf. S. Prospero droeg zijn jon gere priesters op de as van de heilige Fruttuoso en van nog enkele martelaren langs de gemakkelijker zeeweg naar Rome te brengen. Toen zij onderweg hoorden van een buitengewone invasie onderbraken zij hun reis en zetten de as hier bij. Geperst als Fruttuoso ligt op een klein strookje strand tegen de steile rotswand, heeft het geen mogelijkheid gehad om zich zelfs maar tot een dorp te ontwikkelen Door al de eeuwen heen heeft het de sfeer van de grijze oudheid tussen de rot sen gevangen gehouden. Als wij ons. later op de dag per boot van Fruttuoso Ver wijderen en de open zee be reiken is het alsof de oevers van de baai zich naar elkaar toebuigen. De beide landton gen sluiten het witte kloos ter op de achtergrond in om het als toevluchtsoord te be waren voor degenen die in tijden van gevaar of storm hier veiligheid zoeken. P. en de commissies van advies, welke di meeste partijbesturen in de laatste ja reit voor de bestudering van belangrijk! vraagstukken hebben ingesteld. Er zijl dan ook duidelijke aanwijzingen, da vele partijen trachten haar tekortko mingen iri het voorbereiden van pro grams te verbeteren. Al kan op he ogenblik ook nog worden geconstateerd dat meer dan een partij nog te veel is bevangen door althans ten dele ver ouderde Schemata, constructies en slag woorden. .en de Tweede Kamei TN sommige partijen bestaat er enig! samenwerking tussen de Tweede Kamerfractie en de commissies van nd vies van de betrokken partij. Me dien verstande, dat deze commissies oj verzoek van de fractie een deskundig advies uitbrengen over een bepaald! kwestie. Wij kunnen ons voorstellen dat bij verdere ontwikkeling van di type samenwerking het overwicht, het welk de ministers inzake specialistiscl advies hebben over de Kamerleden belangrijk zou worden verminderd. Een andere oplossing voor dit nijpen de probleem is onlangs naar voren ge bracht door het nauw met de K.V.P verbonden Centrum voor Staatkundi ge Vorming. In een lezenswaardig rap port, „Aanbevelingen tot herziening van de samenstelling en werkwijze de Staten-Generaal" getiteld, wordt geplei „voor de mogelijkheid van instelling bij de wet van vaste colleges van ad vies en bijstand aan het parlement". Di samenstellers van dit rapport zijn nie bevreesd, dat dit een te ingewikkeld! structuur van het parlementaire ei staatsapparaat met zich mede zal bren gen, aangezien „het in vele gevallet wel practijk zal worden, dat de bedoel de colleges zowel voor advies en bij stand aan de regering als aan het par lement zullen worden bestemd. Boven dien is het slechts een bevoegdheid ei geen plicht van het parlement om der gelijke colleges te raadplegen". Hoe aantrekkelijk een dergelijke op. lossing wellicht ook op het eerste ge zicht moge lijken, toch komt zij on: niet juist voor. Naar ons oordeel han. gen de problemen van het verantwoorc opstellen van partijprograms en van he deskundig voorlichten van de fractie: en daarmede van de Tweede Kamer zi nauw met elkaar samen, dat men zi gezamenlijk zal moeten trachten op t! lossen. En wij menen, dat hier vóó: alles een taak voor onze politieke par tijen zelf is weggelegd, zo men het be houd van de grondslagen van ons de> rnocratisch bestel op prijs stelt, dooi haar advies-commissies te activeren ei uit te breiden alsmede door een hecht! samenwerking tussen deze en de frac ties te bevorderen. Gaat men echter over tot het in he leven roepen van commissies als be doeld in genoemd rapport, dan bestaal eensdeels hèt ernstige en niet te onder) schatten gevaar, dat de partijen haa taak en plicht ten opzichte van het des kundigen-probleem zouden verwaarl lozen met ais gevolg een onvoldoend onderzoek van de politieke problemen! holle verkiezingsprograms en een mei handen en voeten gebonden zijn vam partijen, fracties en ministers aan hel ambtelijke en para-statale deskundil gen-apparaat. Anderdeels bestaat stellig de mogel lijkheid, dat deze onpartijdige com! missies niet alle wensen van de ver) schillende fracties zullen kunnen be y;edigen met ais gevolg, dat de pari tijen toch ook zelf weer maatregeleif zouden moéten nemen. Met het risicq van overbelasting van de deskundige Conclusil TN het voorgaande hebben wij slechtl enkele aspecten van het ongetwijfeld in de naaste toekomst nog sterk in bel tekenis toenemende „vraagstuk der desl ltundigen" kunnen belichten. Wij steil len ons dan ook voor te gelegener tijq op andere hiermede verwante kwestiel in te gaan. Het zal de lezer, hopen wijl duidelijk zijn geworden, dat wij da huidige situatie, ondanks bestaande tel kortkomingen, allerminst zonder uitl zicht achten. Ons land is nog lang niel toe aan een volledige bureaucratische bewindvoerdersdictatuur en het zal ook niet zo gemakkelijk zover komenl mits onze partijen voortgaan ernst td maken met deze problemen. Niet de tegenstelling „regering dool amateurs" of „regering door deskundil gen", maar regering door „amateurs" ij nauwe samenwerking met „deskundil gen" behoort het motto te zijn. Darf zullen ook de Staten-Generaai de haai in ons staatsbestel toebedeelde rol teg volle kunnen vervullen. Mexico verwerpt militaire hulp van Amerika Mexico heeft de Amerikaanse voor-I stellen ter versterking van de defensie-| ve kracht van het land verworpen. De voorwaarden, aan deze hulp verbon-| den, Waren niet aanvaardbaar. De be-l sprekingen zullen worden hervat, waJH neer zulks nodig mocht blijken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 7