„Onderwijzeres
Het woningvraagstuk voor bejaarden
Zout vreet aan onze bodem
„Hei Hof van Sonoy":één groot gezin
Nieuwp wapenen in de worsteling tegen de zee
Plannen voor transport
van zoet Rijnwater
Ervaringen van een
Hollands meisje
Het
nieuwe
boek
Man met pet
Naaimachine op 'i hoofd
WAAR HET ANKER WORDT UITGEWORPEN
L'EN TEHUIS voor bejaarden, dat nog
in het teken van „oud en behoeftig"
staat is b.v. het in Alkmaar bestaande
Tehuis voor Ouden van Dagen „Het
Hof van Sonoy", dat op de Nieuwe
Sloot is gevestigd in het karakteristie
ke oud-Hollandse gebouw met de
prachtige toren.
Het ligt daar met zijn fraaie, oude
poort zo rustig en vredig, dat een
vreemdeling het voor een bibliotheek
>1 museum zou houden, ware het niet,
dat op de bankjes, die zomers buiten
staan, oude mannen hun pijpje roken
en bejaarde vrouwtjes met haar brei
werk een beschut plaatsje aan de zon
kant gezocht hebben.
De vorige bestuurder en zijn vrouw
waren er nog „vader" en „moeder", de
tegenwoordige, de heer Pool en zijn
echtgenote, hebben de titels directeur
en directrice gekregen, wat niets af
doet aan het feit, dat zij vóór alles als
hoofd van het gezin fungeren.
TEN MERKWAARDIG gezin met 93
„kinderen", die ondanks hun hoge
leeftijden, nog onder ouderlijk toe
zicht staan cn zich daarin volkomen
kunnen schikken.
Het is een familie, waarvan de leden
elkaar door en door kennen omdat zij
ie samen wonen, eten en slapen met
uitzondering van een viertal een
echtpaar en een paar oude vriendin-
ren die in twee afzonderlijke ka
mertjes zijn gehuisvest.
Het gebouw, dat eigendom is van de
Ned. Herv. Diaconie, was vroeger zon
der meer één van de overal gevestigde
Oude Mannen- en Vrouwen-huizen,
waarin de verpleegden vrijwel zonder
uitzondering armlastig waren, en
hoofdzakelijk door de diaconie onder
houden werden. Hierin heeft de ou
derdomsvoorziening in zoverre verbe
tering gebracht, dat een groot aantal
der bewoners het z.g. Drees-pensioen
heeft gekregen en dus voor zijn onder
houd niet meer uitsluitend op liefda
digheid is aangewezen.
VELE HIER VERPLEEGDEN hebben
kinderen, die in het tekort aan
pensiongeld willen bijdragen, maar de
practijk heeft geleerd, daarmede bij de
opname zeer voorzichtig te zijn. omdat
die familiesteun door allerlei omstan
digheden vaak uitbleef als de oudjes
eenmaal in het grote gezin waren op
genomen. Thans is de regeling zo, dat
het Drees-seld aan Sociale Zaken wordt
afgedragen en deze instelling dan de
verplichting op zich neemt de tekor
ten bjj te passen. Het tehuis is daar
door zeker van de benodigde verpleeg-
gelden en Sociale Zaken dat daar
voor beter geoutilleerd is kan trach
ten een deel van de door haar betaal
de kosten op de kinderen te verhalen.
V
VANZELFSPREKEND bestaat hier
niet meer de persoonlijke vrijheid
welke de op zichzelf wonende oudjes
bezitten. Men is hier aan vaste regels
van het tehuis gebonden, moet op de
uren der maaltijden thuis zijn en er
voor zorgen 's avonds half tien bin
nen te komen tenzij in bijzondere
gevallen een later uur van thuis
komst is toegestaan.
Het feit, dat de meesten zich hierin
zonder morren schikken is het beste
bewijs, dat men zich hier thuis voelt.
Men heeft min of meer de gedachte,
dat men weer jong is en onder ouder
lijk toezicht staat en zich volkomen
bij het grote gezin moet aanpassen. In
het begin zal verblijf in gemeenschap
pelijke zalen even vreemd zijn, maar
de practijk leert, dat men er spoedig
aan gewend is en dat juist het dage
lijks contact met anderen door men
sen op hogere leeftijd ten zeerste ge
waardeerd wordt.
ZICH
eenmaal aange-
UEEFT MEN
past, dan kan men in een tehuis als
dit niet anders dan tevreden zijn om
dat de hier verpleegden zich geen
zorgen over de toekomst behoeven te
maken.
Er wordt voor een uitstekende bur
gerpot gezorgd, er wordt op vaste uren
van de dag koffie cn thee geschonken,
er is op feestdagen altijd iets extra
er- er wordt zo veel mogelijk voor
prettige ontspanning zorg gedragen.
Wie in een tehuis als dit wordt opge
nomen, is voor de rest van zijn leven
„geborgen". Zieken en hulpbehoeven
den komen in de ziekenafdeling en zij
kunnen het tehuis voor korte tijd ver
laten als specialistische hulp noodza-
keliik is, maar worden dadelijk na hun
verblijf in het ziekenhuis weer in de
stichting opgenomen. In geen enkel
ander geval ook niet bi.) chronische
ziekten behoeven de hier verpleeg
den het tehuis te verlaten, zodat zij de
zekerheid hebben hier tot hun dood op
deskundige en liefdevolle wijze ver
pleegd te zullen worden.
TJATUURLIJK zijn tehuizen als dit
niet allereerst voor zieken en hulp
behoevenden bestemd, maar het per
centage daarvan is bij bejaarde men
sen vrij groot en wie op zich neemt
voor ouden van dagen te zorgen dient
dit risico te aanvaarden.
Naar de president-regent, de heer G
W Kloos. ons vertelde, moeten er
eigenlijk in ons land meer centrale
verplegingshuizen zijn/ zoals er b.v. In
Zeeland één is gevestigd. Zij zijn bg,-
stemd voor chronische zieken en hulp
behoevenden, die zich nooit meer zelf
kunnen helpen, voor mensen, die niet
alleen kunnen wonen omdat zij nie*
meer vertrouwd zijn met vuur en licht
en vele andere dergelijke gevallen.
Deze mensen zullen in een tehuis als
,Het Hof van Sonoy" verscheidene plaat
sen in de ziekenafdeling voortdurend
bezetten, zij zullen door hun hulpbe
hoevendheid extra personeel en extra
zorg eisen en er moeten dan ook méér
tehuizen komen, welke speciaal voor
deze hulpbehoevenden bestemd zijn.
TN EEN TEHUIS als „Het Hof van
1 Sonoy" is de heer des huizes eigen
lijk meer „vader" dan directeur. Hij is
te allen tijde voor ieder toegankelijk
stelt zich op de hoogte van de per
soonlijke omstandigheden van ziin „kin
deren" en leeft volkomen met hen
mee.
Daarnaast is hij directeur wat de al
gemene leiding betreft In tehui/en als
dit moet hij er op toezien, dat er van
c.e grote voorraden, welke voor alleri
bestemd zijn, niets in particuliere han
den kan komen en hij zal dagelijks be
slissingen moeten nemen in tal van
moeilijke gevallen. De heer Pool en
diens echtgenote hebben hier de lei
ding over dertien personeelsleden, n.l.
een diacones (hoofd van de ziekenaf
deling) vier ziekenhulpen welker
aantal nodig moet worden uitgebreid
vier werkmeisjes, twee koks, een
naaister en een kleermaakster.
JJET ETEN, dat hier verstrekt wordt,
is van prima kwaliteit, een goede
burgerpot met pap toe. Zondags en
eenmaal tijdens de werkdagen wordt
vlees verstrekt in velerlei variaties.
Twee maal per dag is er koffie en
twee maal thee en men is er trots op.
dat hier nog nimmer surrogaat word
gschonken. Zelfs in de oorlogsjaren
was hier voldoende voedsel omdat men
vaak met behulp van de illegaliteit
met succes alles in het werk heeft
gesteld om de verpleegden voldoende
eten te verschaffen.
Twee maal per dag is er een brood-
maal en om half een zit men aan de
warme maaltijd mannen en vrou
wen apart. Op Christelijke en bijzon
dere feestdagen wordt er getracteerd
en eenmaal 's jaars maken de oudjes
een autotocht, waarvan de kosten door
het tehuis worden gedragen.
VOOR DIT AI,LES bleek een pen-
sionprijs van 18 per week onvol
doende. zodat deze later tot 20 ver
hoogd is. Daarvan gaat nog heel wat
af voor men aan de voeding toe is. De
mannen krijgen 2 per week zakgeld
en de vrouwen 1,50, met uitzonde
ring van degenen, die enig kapitaal
bezitten of een behoorlijk pensioen
hebben. Wie opgenomen wordt moet
een vastgesteld minimum aan kleding
meebrengen. Verder zijn alle kosten
voor kleding en schoeisel en het on
derhoud daarvan voor het tehuis en de
verpleegden hebben, voor zover ze
niet verplicht verzekerd zijn, boven
dien vriie geneeskundige hulp en ge
neesmiddelen.
Voor extra diensten kunnen grati
ficaties gegeven worden, behalve voor
het schillen van aardappelen, wat min
of eieer als een morele plicht be
schouwd wordt.
QM HALF TIEN gaan in de grote, pas
gerestaureerde mannenzaal, waarin
naar hartelust gerookt mag worden, de
2000-kaars lichten uit, wat tevens een
bezuiniging betekent. Wie nog geen 80
jaar is,doet bij toerbeurt dienst als
„kamerheer" het klaarzetten van
kopjes en bordjes en als portier.
Om de veertien dagen wordt door
een der Alkmaarse predikanten een
kerkdienst gehouden en ds Nobel, die
in het „Hof van Sonoy" als „hofpredi
ker" dienst doet, komt elke Donder
dagmiddag om eens met de verpleeg
den te praten.
Het thuis is thans tot de nok toe
bezet met verpleegden uit Alkmaar of
uit buitengemeenten, waar men met
diaconieën of gemeentebesturen con
tracten heeft gesloten. Van de bewn
ners is een derde deel vrouwen. In de
ziekenafdeling zijn gemiddeld zestien
personen voor blijvende verpleging
opgenomen. Wie bedenkt, dat vele
mannen en vrouwen zich niet meer
zelf kunnen kleden, kan begrijpen, dat
de ziekenzusters dagelijks de handen
meer dan vol hebben.
LIET TEHUIS is toegankelijk voor
mannen en vrouwen van alle ker
kelijke richtingen, maar door de aard
van zijn stichting natuurlijk allereerst
voor Ned. Hervormden.
„Het Hof van Sonoy" heeft eigen be
zittingen en men betaalt hier hoofd
zakelijk grondlasten. Geeft het exploi-
tatiecijfer een tekort dan kan men le-
nen bij de diaconie en omgekeerd. Uit.
het college van diakenen zijn vier re
genten benoemd, maar zowel de dia
conie als het tehuis hebben een eigen
administratie.
De bewoners van het tehuis maken
zich over dit alles geen zorgen. De
vrouwen hehben haar conversatieka
mer aan de zijde van de Veerstraat. de
mannen aan het Hofplein, waar het
opbouwen en afbreken van de kermis
elk jaar weer de grote attractie en he»
onderwerp van een langdurig discours
is.
nEZE MENSEN spreken hoofdzakelijk
nog over wat zij dagelijks zien en
ondervinden. Hun horizon is nog maar
een kleine cirkel en het is daarom te
betreuren, dat de op het Hofplein ge
parkeerde auto's met name de grote
wagen van 'n nabijgelegen bodedienst
vlak voor het raam gezet worden,
waardoor de gehele dag het uitzicht
voor deze oudjes wordt belemmerd.
„Als u daar nog eens wat over kunt
schrijvenhebben ze gevraagd en
omdat we dit verlangen zo volkomen
kunnen begrijpen, doen wij gaarne
een beroep op allen, die daartoe kun
nen medewerken het vrije uitzicht
voor deze oudjes in hun laatste le
vensjaren niet nodeloos te belemme
ren.
In een volgend artikel zullen w'j
over een eenvoudig tehuis met kamer
bewoning schrijven.
Hei Hof van Sonoy, een der fraaisie gebouwen van Alkmaar
Voor het drukke wegverkeer op de belangrijke verbindingsweg Apeldoorn
Zwolle is het passeren van de drie meter brede doorgang van de Hattemer-
poort een groot obstakel. Eind volgend jaar zal het verkeer via Hattem van
deze ergernis der automobilisten verlost zijn. Een oplossing is gevonden in
een weg langs de Oostelijke zijde van het stadje, die 450 meter lang zal
zijn met een rijbaan van 8 meter breed.
Tragiek van eeuwenlange sirijd
Er zit een geweldige tragiek in de
strijd, die Nederland door de eeuwen
heen tegen het water heeft gevoerd.
Ten koste van de grootste offers heb
ben onze voorvaderen het wurgende,
wrekende water kunnen keren en nog
zjjn wij bezig om in een verbeten strijd
vierkante kilometer na vierkante kilo
meter aan de zee te ontrukken. Doch
de zee hernam toch telkens weer, wat
mensenhanden haar hadden ontrukt. De
twintigste eeuw met haar moderne tech
niek, zag Nederland aanvankelijk triom
fantelijk op zijn dijken staan, uitroe
pend, dat de zee bezworen was. Doch
onmerkbaar langzaam vrat de zee aan
het lichaam van ons land. Dag na dag
perste de zee een Iangzaam-werkend
vergif in onze bodem: het zout! Het
kwam binnen bij de riviermonden,
j-jAAR staat ze nuin 'n strapless katoentje te bibberen op het Aucklandse
vliegveld. De „sub-tropische" Southern gaan haar door merg en been en
haar enige verlangen is 'n bed, 'n groot bed met veel dekens. Maar dat is er
nog niet bij! Wellington is niet naast de deur en ze zal zich voorlopig tevreden
moeten stellen met 'n niet oncomfortabele trein en een „kussen met schone
sloop", dat haar voor het luttele bedrag van 'n shilling door 'n hartelijke Nieuw-
Zeelander onder het moede hoofd wordt geschoven. Haar enige troost op de
lange nachtreis is de maan. Ze ziet de bergen, donker tegen de lichte hemel
en met ogen, groot van verlangen denkt ze terug aan de Gedeh, die ze iedere
morgen kon bewonderen vanuit haar kleine paviljoen
LIET is 'n boarding-house.
n Niet beseffend, wat dit inhoudt en
bereid om overal in te trekken, rolt ze
doodmoe haar nieuwe appartement in:
'n slaapkamertje 3x3 met 'n onafge
haald bed, 'n monsterachtige toiletta
fel met klepspiegel en veel stenen
prulletjes op de vensterbank.
De landlady brengt thee en schone
lakens. „Baboe mintakreunt ze,
doch ligt na vijf minuten in bed.
Van heel ver dringen er nog gelui
den tot haar door: 'n dichtslaande deur,
Amerikaanse be-bob, de wind, die om
het huis huilt en dan komt de slaap,
die alles doet vergeten.
De eerste gedachte, die haar 's mor
gens met het leven verzoent, is het
heerlijk-warme bed. Na 'n bad met echt
badzout en gloeiend water is ze op stap
gegaan Met tachtig pond. Die schoon
op waren toen ze bepakt en gezakt
thuis kwam met warme kleren, nylons
en als eerste teken van algehele aan
passing: 'n step-in!
Wat zilver- en kopergeld rammelt
hatelijk enkele dagen in haar tas en
doet haar besluiten op 'n baan uit te
gaan. Trots toont ze haar „papieren",
ontvang een compliment over haar
Engels en voelt zich „binnen". Tot ze
weer buiten staat.
A LS een vreemde eend in de bijt vindt
ze zich de volgende morgen terug
tussen machines, waarop vaardige
iianden aan honderden kousen 'n ge
raffineerde naad toveren.
„Dit is voor de gevorderden" wijst
de manageress. „Dus kind", zegt ze bij
zichzelf als haar een grote zak met 25
paar kousen wordt overhandigd, „als je
hier maar lang genoeg zit, dan schop
je het ook wel zo ver". Na drie dagen
heeft ze twee grote blaren op haar vin
gers. Na een week snapt ze nog steeds
niet, hoe je het voor elkaar krijgt met
elegante, snelle en afdoende handgre
pen per dag 80 dozijn kousen van niet
gewenste draden te ontdoen.
„You'il get used to it", zegt harr
buurvrouw tussen twee regels van de
..monkey and the chimp". En na veer
tien dagen stuurt ze trots twee loon
zakjes naar huis. „M'n eerst verdiende
geid!"
TOT men haar toelaat op school. En
ze van negen tot vier werk corri
geert van kinderen, die verstoken van
alle onderwijs, ver weg op de farms,
de instructies volgen van hun papie
ren juffrouw. Ze kan weer tekenen
Kleine grappige tekeningen, die, verge
zeld van 'n dikke pluim en 'n harte
lijke bemoediging vreugde brengen in
'n kinderhart. Ze vat het stoute plan
op te verhuizen naar iets beters en
schaart zich :n de lange rij van wach
tenden. De goden zijn haar welgezind
en in haar ruime, goed gemeubileerde
flat, komt ze weer tot zichzelf, 'n Open
haard, een kop koffie en haar boeken!
Ze heeft weer plezier i» het leven!
Haar koffie wordt beroemd.
Ze maakt vrienden en ontvangt har
telijkheid. Het leven krijgt wat kleur.
En met het enthousiasme, dat in haar
wakker wordt, komt de lust tot vech
ten. 'n Echte klas zal ze hebben met
kinderen, lastige, ongezeggelijke jonge
tjes, zachte, verlegen meisjes, blonde
cn donkere kopjes, vragende blauwe
en bruine ogen.
Enige tijd geleden organiseerde de
K.L.M. een wedstrijd, onder naar
Australië en Nieuw Zeeland ge
ëmigreerde Nederlanders, waarbij
gevraagd werd een verhaal te
schrijven over hun ervaringen
als emigrant.
De K.L.M. ontving verscheidene
verhalen, waarin mannelijke en
vrouwelijke emigranten hun bele
venissen beschreven. Een aantal
inzendingen werd bekroond, Hier
bij publiceren wij het relaas van
een der prijswinnaressen, thans
wonende in Wellington in Nieuw
Zeeland, die zich er een positie
heeft veroverd als onderwijzeres.
En wéér stapt ze naar de „heren".
Weer vertelt ze hun van haar ervaring
op de scholen, „Doorzetten en niet op
geven" raden haar vrienden. En ze
krijgt een kans. Nu .-.laat ze op proef
voor zes weken. Komen de heren in
specteurs haar wegen en wordt ze niet
te licht bevonden, dan zal ze binnen
kort trots kunnen zijn op 'n Nieu v-
Zeelandse .Lagere Akte cn wordt haar
salaris aangepast aan haar dienstjaren.
Dat kan ze na school rechtdoor naar
huis en hoeft ze niet meer te vegen en
te boenen in de avonduren. Dan kan
ze in de pauze van de bioscoop haar
glacé's weer uitdoen zonder dat haar
handen nog pikzwart van de boenwas
zijn.
DN toch zat er muziek in!
Om door de telefoon te kunnen
zeggen: Wacht maar bij de lift van de
vierde verdieping. Daar werk ik tegen
haif negen. Om Dindsags je loonzakje
te ontvangen met het extra verdiende
geld, waardoor je je 'n dure flat kunt
permitteren. En met haar zijn er hon
derden.
Die met hun handen hard en eerlijk
weik verzetten en lift h-.nfd koel hou
den als hun hart naar ander werk hun
kert. Die het goede, wat ze meebren
gen in hun hart bewaren, die open
staan voor alles, wat hun aan -goeds in
het nieuwe land geboden wordt en die
ze gevend en ontvangend dit nieuwe
land dienen en hun leven rijker maken
Nell Reys, I Levy Street, Wellington
door onze Ingenieuze sluizen en ver-
ziltte langzaam het binnenwater.
Er dreigt hier een groot gevaar. Niet
alleen moet verzilting op de duur on
bruikbaarheid van het drinkwater ver
oorzaken, ook onze tuinbouw kan ern
stig geschaad worden als het zoutge
halte van de grond toeneemt. De re
genval hier te lande is noch voor zoet
binnenwater, noch voor drinkwater
voorziening van doorslaggevende bete
kenis, Slechts de Rijn is in dit opzicht
de levensader. En deze levensader ver
vuilt nu juist hoe langer hoe meer. De
industriële bedrijvigheid in de Elzas
en in het Ruhrgebied doen mede het
aantal bacteriën, doch vooral het zout
gehalte van het Rijnwater gestadig toe
nemen. In vijftig jaar tijds is het zout
gehalte van de Rijn verdrievoudigd!
Dan zijn er de grote zeesluizen te
IJmuiden, die schuld hebben aan de
verzilting. Élke keer, dat er een zee
schip in de sluizen wordt geschut, komt
er een hoeveelheid zout in het Noord-
zee-kanaal, die gelijk is aan honderd
vijftig wagonladingen. In totaal is dit
dus 325 ton zout per geschut schip
De verzilting van onze bodem is een
zeer groot probleem. De bouw van de
Afsluitdijk en de afdamming van de
Brielse Maas waren eerste stappen op
de weg naar het zoutvrij maken van
ons land.
Een andere belangrijke stap is vori
ge maand genomen, toen de gemeente
Amsterdam en de provincie Noord-Hol
land de oprichting goedkeurden van de
N.V. Watertransport-maatschappij Rijn-
Kennemerland. Men wil niet minder
dan elke dag 70.000 kubieke meters wa
ter onttrekken aan de Rijn en deze mas
sa naar Noord-Holland pompen, waar
het de grond in verloop van jaren zal
zuiveren. Een ruw-waterpompstation
bij Jutphaas zal voor het oppompen
ervan zorgdragen. Niet alleen zal men
met de uitvoering van dit plan berei
ken, dat de tuinbouw beschermd wordt;
ook voor de drinkwatervoorziening is
het project van vitaal belang.
Het nieuwe Amsterdam-Rijnkanaal
heeft een belangrijke plaats in deze
plannen. Naast de sluizen bij Tiel be
vinden zich geweldige watergangen,
waardoor het Rijnwater onafhanke
lijk van het openen of sluiten van de
sluisdeuren in het kanaal kan stro
men. Via het kanaal en de Lek komt
dit water dan bij Jutphaas, waar zich
het pompstation bevindt. Doch hoe ge
weldig de watermassa's zijn, die onder
de grond door naar het Westen stro
men, het zal nog jaren duren eer er
sprake kan zijn van verbetering.
In het kader van de plannen voor
watertransport zal Nederland allereerst
alles in het werk moeten stellen om
Duitsland en Frankrijk ertoe te bewe
gen de verontreiniging van het Rijn
water tegen te gaan. Het leven van Ne
derland kan ermee gemoeid 'zijn,
„Lotgevallen van een voetbal
schoen" door George van Aalst,
Uitg. Mij. „West-Friesland"
te Hoorn,
Velen zullen zich uit vroegere jaren
het jongensboek van George van Aalst
„De lotgevallen van een voetbal
schoen" herinneren. Dat dit boek ook
onder de -tegenwoordige jeugd nog zeer
populair is, moge blijken uit het feit
dat van dit verhaal uit de voetbalwe
reld thans reeds een vijfde druk is
verschenen. Wij kunnen ons deze po
polariteit echter geheel indenken, want
welke jongen is niet dol op voetballen
en gaat niet volkomen op in de gezon
de avonturen van Key en Pil? Wij
kunnen iedere jeugdige voetbalentrtiu-
siast dan ook enkele uren vreugde
garanderen met dit buitengewoon vlo'
geschreven en aardig geïllustreerde
jongensboek.
QOEREND vreedzaam was de rust,
welke die middag in het treincom
partiment heerste. Slechts de blin
kende breipennen van een middel
bare huismoeder, gemoedelijk alsof
zij naast haar theelichtje zat in plaats
van in een zich in steeds nieuwe avon
turen stortend gevaarte, tikten in ge
lijke cadans met het rollen van de
stalen wielen. Een onzichtbare heer
was verdiept in de strips van een
vooraanstaand landelijk dagblad en
een derde passagier scheen ietwat
schuddebollend en met geloken ogen
in wijs gepeins verzonken. Naast hem
op de bank lag trots een dienstpet
met het symbolisch gevleugelde .tafel
van onze eigen Nederlandse Spoor
wegen. Kortom, een innig tafereel.
Totdat daar plotseling, aangekon
digd door gedruis en stemrumoer in
het nevencompartiment, de Conduc
teur verscheen. Zijn baritonaal tover-
wooord „Plaatsbewijzen, alstublieft!''
verscheurde bruut de heersende siesta.
Men begon schokkerig in zakken en
tassen naar kaartjes en abonnementen
le zoeken en het bleek, dat de thans
zichtbare heer een treffende gelijkenis
met president Auriol vertoonde. .Tot
ontgoocheling van de francophiel
huismoeder, die haar breipennen
zorgvuldig terzijde had gelegd en na
een aanvankelijk vergeefse en ner
veuze speurtocht haar rijbewijs met
een zucht van opluchting uif een con
glomeraat van kleren had opgediept,
sprak hij echter opgewekt en met een
zeer on-Frans accent tot de Conduc
teur, terwijl hij hem zijn kaartje
reikte: „Ha die Hein, hebbe ze je weer
te graze voor dif trajek? Nooit een
pest te beleve, zeker?"
„Ach, dat Qaat nogal, Willem", ant
woordde Hein, al knippend en plotse
ling wat onwennig in zijn galadwang
buis, en richttedan, ook al om. de
bemoeizieke spreker uit een andere
wereld van zich af te schudden, het
plichtsbeseffend arendsoog op de ar
geloze, die nog steeds in ernstig ge
peins verzonken hing. Hij denkt over
de Franse kabinetscrisis, dacht de
huismoeder vertederd.
„Meneer, uw plaatsbewijs!" sprak
de Conducteur met stemverheffing,
aoch hij had met evenveel resultaat
kunnen pogen „Le penseur" van Rodin
tot leven te wekken. Onversaagd zette
hij niettemin door, met steeds toene
mend stemvolume, tot het was alsof
hij van de tweede etage van de Eiffel-
toren af het woord richtte tot iemand,
die zich op hef terras van het Palais
Chaillot bevond. De aandacht der
medereizigers was volkomen. Ten
slotte schudde hij met een goed ge
speelde vaderlijkheid, welke zijn op
borrelende driften moest verhelen
de welgevulde schouder van zijn
slachtoffer, dat nu eindelijk met kleine
rukjes tot bewustzijn kwam en een
wazige blik wierp op zijn belager.
Dromerg glimlachend knikte de man
in de richting van zijn dienstpet op
de bank en gleed zonder dralen weer
terug naar de schone vergetelheid. De
Conducteur nam het niet.
„Uw plaatsbewijs" zei hij luid en
dreigend. „Mijn pet!" pareerde de rei
ziger, weer opgeschrokkep, en legde
zijn hand liefkozend op .het hoofd
deksel. „Mijn dienstpet, dat ziet u
toch!" verduidelijkte hij, zich een oog
uitwrijvend. „Niks mee te maken,
met die pet!" antwoordde de Conduc
teur pesterig, en wachtte demonstra
tief. De man, thans geheel ontwaakt
tot de nuchtere realiteit en kwaad
aardig mompelend over collega's, van
wie je het maar moest hebben, begon
uit zijn binnenzak een Ausweis met
eep foto en stempels van de N. S. op
te diepen. De Conducteur keek naar
het portret en naar het gezicht van
de man op de bank. hem en face en
en profil zorgvuldig observerend.
„Het klopt wel, geloof ik", zei hij
eindelijk superieur, maar wat teleur
gesteld en gaf het document dan de
verbitterde eigenaar terug.
Na de triomfantelijke aftocht van de
N.S.-hermandad begon Petmans drif
tig aan de hem aan de lippen hangen
de huismoeder te verhalen over zijn
vijftien spoorjaren, waarin iets derge
lijks hem nog nooit was overkomen.
Toen hij een climax bereikte, zette hij
zich met een forse klap zijn dierbaar
argument, de dienstpet, op het hoofd,
hetgeen hetzelfde effect had als het
snuiten van een kaars. Hij sudderde
nog even na en ging toen weer op zoek
naar de draad van zijn droomgedach
ten. President Aimol was allang weer
met zijn strips bezig....
Deze jongedame in Tripoli, houdt
er voor onze Westerse begrippen,
wel een eig aardige manier op
na, om haar naaimachine te ver
voeren.