„Onderwijzeres Het woningvraagstuk voor bejaarden Zout vreet aan onze bodem „Hei Hof van Sonoy":één groot gezin Nieuwp wapenen in de worsteling tegen de zee Plannen voor transport van zoet Rijnwater Ervaringen van een Hollands meisje Het nieuwe boek Man met pet Naaimachine op 'i hoofd WAAR HET ANKER WORDT UITGEWORPEN L'EN TEHUIS voor bejaarden, dat nog in het teken van „oud en behoeftig" staat is b.v. het in Alkmaar bestaande Tehuis voor Ouden van Dagen „Het Hof van Sonoy", dat op de Nieuwe Sloot is gevestigd in het karakteristie ke oud-Hollandse gebouw met de prachtige toren. Het ligt daar met zijn fraaie, oude poort zo rustig en vredig, dat een vreemdeling het voor een bibliotheek >1 museum zou houden, ware het niet, dat op de bankjes, die zomers buiten staan, oude mannen hun pijpje roken en bejaarde vrouwtjes met haar brei werk een beschut plaatsje aan de zon kant gezocht hebben. De vorige bestuurder en zijn vrouw waren er nog „vader" en „moeder", de tegenwoordige, de heer Pool en zijn echtgenote, hebben de titels directeur en directrice gekregen, wat niets af doet aan het feit, dat zij vóór alles als hoofd van het gezin fungeren. TEN MERKWAARDIG gezin met 93 „kinderen", die ondanks hun hoge leeftijden, nog onder ouderlijk toe zicht staan cn zich daarin volkomen kunnen schikken. Het is een familie, waarvan de leden elkaar door en door kennen omdat zij ie samen wonen, eten en slapen met uitzondering van een viertal een echtpaar en een paar oude vriendin- ren die in twee afzonderlijke ka mertjes zijn gehuisvest. Het gebouw, dat eigendom is van de Ned. Herv. Diaconie, was vroeger zon der meer één van de overal gevestigde Oude Mannen- en Vrouwen-huizen, waarin de verpleegden vrijwel zonder uitzondering armlastig waren, en hoofdzakelijk door de diaconie onder houden werden. Hierin heeft de ou derdomsvoorziening in zoverre verbe tering gebracht, dat een groot aantal der bewoners het z.g. Drees-pensioen heeft gekregen en dus voor zijn onder houd niet meer uitsluitend op liefda digheid is aangewezen. VELE HIER VERPLEEGDEN hebben kinderen, die in het tekort aan pensiongeld willen bijdragen, maar de practijk heeft geleerd, daarmede bij de opname zeer voorzichtig te zijn. omdat die familiesteun door allerlei omstan digheden vaak uitbleef als de oudjes eenmaal in het grote gezin waren op genomen. Thans is de regeling zo, dat het Drees-seld aan Sociale Zaken wordt afgedragen en deze instelling dan de verplichting op zich neemt de tekor ten bjj te passen. Het tehuis is daar door zeker van de benodigde verpleeg- gelden en Sociale Zaken dat daar voor beter geoutilleerd is kan trach ten een deel van de door haar betaal de kosten op de kinderen te verhalen. V VANZELFSPREKEND bestaat hier niet meer de persoonlijke vrijheid welke de op zichzelf wonende oudjes bezitten. Men is hier aan vaste regels van het tehuis gebonden, moet op de uren der maaltijden thuis zijn en er voor zorgen 's avonds half tien bin nen te komen tenzij in bijzondere gevallen een later uur van thuis komst is toegestaan. Het feit, dat de meesten zich hierin zonder morren schikken is het beste bewijs, dat men zich hier thuis voelt. Men heeft min of meer de gedachte, dat men weer jong is en onder ouder lijk toezicht staat en zich volkomen bij het grote gezin moet aanpassen. In het begin zal verblijf in gemeenschap pelijke zalen even vreemd zijn, maar de practijk leert, dat men er spoedig aan gewend is en dat juist het dage lijks contact met anderen door men sen op hogere leeftijd ten zeerste ge waardeerd wordt. ZICH eenmaal aange- UEEFT MEN past, dan kan men in een tehuis als dit niet anders dan tevreden zijn om dat de hier verpleegden zich geen zorgen over de toekomst behoeven te maken. Er wordt voor een uitstekende bur gerpot gezorgd, er wordt op vaste uren van de dag koffie cn thee geschonken, er is op feestdagen altijd iets extra er- er wordt zo veel mogelijk voor prettige ontspanning zorg gedragen. Wie in een tehuis als dit wordt opge nomen, is voor de rest van zijn leven „geborgen". Zieken en hulpbehoeven den komen in de ziekenafdeling en zij kunnen het tehuis voor korte tijd ver laten als specialistische hulp noodza- keliik is, maar worden dadelijk na hun verblijf in het ziekenhuis weer in de stichting opgenomen. In geen enkel ander geval ook niet bi.) chronische ziekten behoeven de hier verpleeg den het tehuis te verlaten, zodat zij de zekerheid hebben hier tot hun dood op deskundige en liefdevolle wijze ver pleegd te zullen worden. TJATUURLIJK zijn tehuizen als dit niet allereerst voor zieken en hulp behoevenden bestemd, maar het per centage daarvan is bij bejaarde men sen vrij groot en wie op zich neemt voor ouden van dagen te zorgen dient dit risico te aanvaarden. Naar de president-regent, de heer G W Kloos. ons vertelde, moeten er eigenlijk in ons land meer centrale verplegingshuizen zijn/ zoals er b.v. In Zeeland één is gevestigd. Zij zijn bg,- stemd voor chronische zieken en hulp behoevenden, die zich nooit meer zelf kunnen helpen, voor mensen, die niet alleen kunnen wonen omdat zij nie* meer vertrouwd zijn met vuur en licht en vele andere dergelijke gevallen. Deze mensen zullen in een tehuis als ,Het Hof van Sonoy" verscheidene plaat sen in de ziekenafdeling voortdurend bezetten, zij zullen door hun hulpbe hoevendheid extra personeel en extra zorg eisen en er moeten dan ook méér tehuizen komen, welke speciaal voor deze hulpbehoevenden bestemd zijn. TN EEN TEHUIS als „Het Hof van 1 Sonoy" is de heer des huizes eigen lijk meer „vader" dan directeur. Hij is te allen tijde voor ieder toegankelijk stelt zich op de hoogte van de per soonlijke omstandigheden van ziin „kin deren" en leeft volkomen met hen mee. Daarnaast is hij directeur wat de al gemene leiding betreft In tehui/en als dit moet hij er op toezien, dat er van c.e grote voorraden, welke voor alleri bestemd zijn, niets in particuliere han den kan komen en hij zal dagelijks be slissingen moeten nemen in tal van moeilijke gevallen. De heer Pool en diens echtgenote hebben hier de lei ding over dertien personeelsleden, n.l. een diacones (hoofd van de ziekenaf deling) vier ziekenhulpen welker aantal nodig moet worden uitgebreid vier werkmeisjes, twee koks, een naaister en een kleermaakster. JJET ETEN, dat hier verstrekt wordt, is van prima kwaliteit, een goede burgerpot met pap toe. Zondags en eenmaal tijdens de werkdagen wordt vlees verstrekt in velerlei variaties. Twee maal per dag is er koffie en twee maal thee en men is er trots op. dat hier nog nimmer surrogaat word gschonken. Zelfs in de oorlogsjaren was hier voldoende voedsel omdat men vaak met behulp van de illegaliteit met succes alles in het werk heeft gesteld om de verpleegden voldoende eten te verschaffen. Twee maal per dag is er een brood- maal en om half een zit men aan de warme maaltijd mannen en vrou wen apart. Op Christelijke en bijzon dere feestdagen wordt er getracteerd en eenmaal 's jaars maken de oudjes een autotocht, waarvan de kosten door het tehuis worden gedragen. VOOR DIT AI,LES bleek een pen- sionprijs van 18 per week onvol doende. zodat deze later tot 20 ver hoogd is. Daarvan gaat nog heel wat af voor men aan de voeding toe is. De mannen krijgen 2 per week zakgeld en de vrouwen 1,50, met uitzonde ring van degenen, die enig kapitaal bezitten of een behoorlijk pensioen hebben. Wie opgenomen wordt moet een vastgesteld minimum aan kleding meebrengen. Verder zijn alle kosten voor kleding en schoeisel en het on derhoud daarvan voor het tehuis en de verpleegden hebben, voor zover ze niet verplicht verzekerd zijn, boven dien vriie geneeskundige hulp en ge neesmiddelen. Voor extra diensten kunnen grati ficaties gegeven worden, behalve voor het schillen van aardappelen, wat min of eieer als een morele plicht be schouwd wordt. QM HALF TIEN gaan in de grote, pas gerestaureerde mannenzaal, waarin naar hartelust gerookt mag worden, de 2000-kaars lichten uit, wat tevens een bezuiniging betekent. Wie nog geen 80 jaar is,doet bij toerbeurt dienst als „kamerheer" het klaarzetten van kopjes en bordjes en als portier. Om de veertien dagen wordt door een der Alkmaarse predikanten een kerkdienst gehouden en ds Nobel, die in het „Hof van Sonoy" als „hofpredi ker" dienst doet, komt elke Donder dagmiddag om eens met de verpleeg den te praten. Het thuis is thans tot de nok toe bezet met verpleegden uit Alkmaar of uit buitengemeenten, waar men met diaconieën of gemeentebesturen con tracten heeft gesloten. Van de bewn ners is een derde deel vrouwen. In de ziekenafdeling zijn gemiddeld zestien personen voor blijvende verpleging opgenomen. Wie bedenkt, dat vele mannen en vrouwen zich niet meer zelf kunnen kleden, kan begrijpen, dat de ziekenzusters dagelijks de handen meer dan vol hebben. LIET TEHUIS is toegankelijk voor mannen en vrouwen van alle ker kelijke richtingen, maar door de aard van zijn stichting natuurlijk allereerst voor Ned. Hervormden. „Het Hof van Sonoy" heeft eigen be zittingen en men betaalt hier hoofd zakelijk grondlasten. Geeft het exploi- tatiecijfer een tekort dan kan men le- nen bij de diaconie en omgekeerd. Uit. het college van diakenen zijn vier re genten benoemd, maar zowel de dia conie als het tehuis hebben een eigen administratie. De bewoners van het tehuis maken zich over dit alles geen zorgen. De vrouwen hehben haar conversatieka mer aan de zijde van de Veerstraat. de mannen aan het Hofplein, waar het opbouwen en afbreken van de kermis elk jaar weer de grote attractie en he» onderwerp van een langdurig discours is. nEZE MENSEN spreken hoofdzakelijk nog over wat zij dagelijks zien en ondervinden. Hun horizon is nog maar een kleine cirkel en het is daarom te betreuren, dat de op het Hofplein ge parkeerde auto's met name de grote wagen van 'n nabijgelegen bodedienst vlak voor het raam gezet worden, waardoor de gehele dag het uitzicht voor deze oudjes wordt belemmerd. „Als u daar nog eens wat over kunt schrijvenhebben ze gevraagd en omdat we dit verlangen zo volkomen kunnen begrijpen, doen wij gaarne een beroep op allen, die daartoe kun nen medewerken het vrije uitzicht voor deze oudjes in hun laatste le vensjaren niet nodeloos te belemme ren. In een volgend artikel zullen w'j over een eenvoudig tehuis met kamer bewoning schrijven. Hei Hof van Sonoy, een der fraaisie gebouwen van Alkmaar Voor het drukke wegverkeer op de belangrijke verbindingsweg Apeldoorn Zwolle is het passeren van de drie meter brede doorgang van de Hattemer- poort een groot obstakel. Eind volgend jaar zal het verkeer via Hattem van deze ergernis der automobilisten verlost zijn. Een oplossing is gevonden in een weg langs de Oostelijke zijde van het stadje, die 450 meter lang zal zijn met een rijbaan van 8 meter breed. Tragiek van eeuwenlange sirijd Er zit een geweldige tragiek in de strijd, die Nederland door de eeuwen heen tegen het water heeft gevoerd. Ten koste van de grootste offers heb ben onze voorvaderen het wurgende, wrekende water kunnen keren en nog zjjn wij bezig om in een verbeten strijd vierkante kilometer na vierkante kilo meter aan de zee te ontrukken. Doch de zee hernam toch telkens weer, wat mensenhanden haar hadden ontrukt. De twintigste eeuw met haar moderne tech niek, zag Nederland aanvankelijk triom fantelijk op zijn dijken staan, uitroe pend, dat de zee bezworen was. Doch onmerkbaar langzaam vrat de zee aan het lichaam van ons land. Dag na dag perste de zee een Iangzaam-werkend vergif in onze bodem: het zout! Het kwam binnen bij de riviermonden, j-jAAR staat ze nuin 'n strapless katoentje te bibberen op het Aucklandse vliegveld. De „sub-tropische" Southern gaan haar door merg en been en haar enige verlangen is 'n bed, 'n groot bed met veel dekens. Maar dat is er nog niet bij! Wellington is niet naast de deur en ze zal zich voorlopig tevreden moeten stellen met 'n niet oncomfortabele trein en een „kussen met schone sloop", dat haar voor het luttele bedrag van 'n shilling door 'n hartelijke Nieuw- Zeelander onder het moede hoofd wordt geschoven. Haar enige troost op de lange nachtreis is de maan. Ze ziet de bergen, donker tegen de lichte hemel en met ogen, groot van verlangen denkt ze terug aan de Gedeh, die ze iedere morgen kon bewonderen vanuit haar kleine paviljoen LIET is 'n boarding-house. n Niet beseffend, wat dit inhoudt en bereid om overal in te trekken, rolt ze doodmoe haar nieuwe appartement in: 'n slaapkamertje 3x3 met 'n onafge haald bed, 'n monsterachtige toiletta fel met klepspiegel en veel stenen prulletjes op de vensterbank. De landlady brengt thee en schone lakens. „Baboe mintakreunt ze, doch ligt na vijf minuten in bed. Van heel ver dringen er nog gelui den tot haar door: 'n dichtslaande deur, Amerikaanse be-bob, de wind, die om het huis huilt en dan komt de slaap, die alles doet vergeten. De eerste gedachte, die haar 's mor gens met het leven verzoent, is het heerlijk-warme bed. Na 'n bad met echt badzout en gloeiend water is ze op stap gegaan Met tachtig pond. Die schoon op waren toen ze bepakt en gezakt thuis kwam met warme kleren, nylons en als eerste teken van algehele aan passing: 'n step-in! Wat zilver- en kopergeld rammelt hatelijk enkele dagen in haar tas en doet haar besluiten op 'n baan uit te gaan. Trots toont ze haar „papieren", ontvang een compliment over haar Engels en voelt zich „binnen". Tot ze weer buiten staat. A LS een vreemde eend in de bijt vindt ze zich de volgende morgen terug tussen machines, waarop vaardige iianden aan honderden kousen 'n ge raffineerde naad toveren. „Dit is voor de gevorderden" wijst de manageress. „Dus kind", zegt ze bij zichzelf als haar een grote zak met 25 paar kousen wordt overhandigd, „als je hier maar lang genoeg zit, dan schop je het ook wel zo ver". Na drie dagen heeft ze twee grote blaren op haar vin gers. Na een week snapt ze nog steeds niet, hoe je het voor elkaar krijgt met elegante, snelle en afdoende handgre pen per dag 80 dozijn kousen van niet gewenste draden te ontdoen. „You'il get used to it", zegt harr buurvrouw tussen twee regels van de ..monkey and the chimp". En na veer tien dagen stuurt ze trots twee loon zakjes naar huis. „M'n eerst verdiende geid!" TOT men haar toelaat op school. En ze van negen tot vier werk corri geert van kinderen, die verstoken van alle onderwijs, ver weg op de farms, de instructies volgen van hun papie ren juffrouw. Ze kan weer tekenen Kleine grappige tekeningen, die, verge zeld van 'n dikke pluim en 'n harte lijke bemoediging vreugde brengen in 'n kinderhart. Ze vat het stoute plan op te verhuizen naar iets beters en schaart zich :n de lange rij van wach tenden. De goden zijn haar welgezind en in haar ruime, goed gemeubileerde flat, komt ze weer tot zichzelf, 'n Open haard, een kop koffie en haar boeken! Ze heeft weer plezier i» het leven! Haar koffie wordt beroemd. Ze maakt vrienden en ontvangt har telijkheid. Het leven krijgt wat kleur. En met het enthousiasme, dat in haar wakker wordt, komt de lust tot vech ten. 'n Echte klas zal ze hebben met kinderen, lastige, ongezeggelijke jonge tjes, zachte, verlegen meisjes, blonde cn donkere kopjes, vragende blauwe en bruine ogen. Enige tijd geleden organiseerde de K.L.M. een wedstrijd, onder naar Australië en Nieuw Zeeland ge ëmigreerde Nederlanders, waarbij gevraagd werd een verhaal te schrijven over hun ervaringen als emigrant. De K.L.M. ontving verscheidene verhalen, waarin mannelijke en vrouwelijke emigranten hun bele venissen beschreven. Een aantal inzendingen werd bekroond, Hier bij publiceren wij het relaas van een der prijswinnaressen, thans wonende in Wellington in Nieuw Zeeland, die zich er een positie heeft veroverd als onderwijzeres. En wéér stapt ze naar de „heren". Weer vertelt ze hun van haar ervaring op de scholen, „Doorzetten en niet op geven" raden haar vrienden. En ze krijgt een kans. Nu .-.laat ze op proef voor zes weken. Komen de heren in specteurs haar wegen en wordt ze niet te licht bevonden, dan zal ze binnen kort trots kunnen zijn op 'n Nieu v- Zeelandse .Lagere Akte cn wordt haar salaris aangepast aan haar dienstjaren. Dat kan ze na school rechtdoor naar huis en hoeft ze niet meer te vegen en te boenen in de avonduren. Dan kan ze in de pauze van de bioscoop haar glacé's weer uitdoen zonder dat haar handen nog pikzwart van de boenwas zijn. DN toch zat er muziek in! Om door de telefoon te kunnen zeggen: Wacht maar bij de lift van de vierde verdieping. Daar werk ik tegen haif negen. Om Dindsags je loonzakje te ontvangen met het extra verdiende geld, waardoor je je 'n dure flat kunt permitteren. En met haar zijn er hon derden. Die met hun handen hard en eerlijk weik verzetten en lift h-.nfd koel hou den als hun hart naar ander werk hun kert. Die het goede, wat ze meebren gen in hun hart bewaren, die open staan voor alles, wat hun aan -goeds in het nieuwe land geboden wordt en die ze gevend en ontvangend dit nieuwe land dienen en hun leven rijker maken Nell Reys, I Levy Street, Wellington door onze Ingenieuze sluizen en ver- ziltte langzaam het binnenwater. Er dreigt hier een groot gevaar. Niet alleen moet verzilting op de duur on bruikbaarheid van het drinkwater ver oorzaken, ook onze tuinbouw kan ern stig geschaad worden als het zoutge halte van de grond toeneemt. De re genval hier te lande is noch voor zoet binnenwater, noch voor drinkwater voorziening van doorslaggevende bete kenis, Slechts de Rijn is in dit opzicht de levensader. En deze levensader ver vuilt nu juist hoe langer hoe meer. De industriële bedrijvigheid in de Elzas en in het Ruhrgebied doen mede het aantal bacteriën, doch vooral het zout gehalte van het Rijnwater gestadig toe nemen. In vijftig jaar tijds is het zout gehalte van de Rijn verdrievoudigd! Dan zijn er de grote zeesluizen te IJmuiden, die schuld hebben aan de verzilting. Élke keer, dat er een zee schip in de sluizen wordt geschut, komt er een hoeveelheid zout in het Noord- zee-kanaal, die gelijk is aan honderd vijftig wagonladingen. In totaal is dit dus 325 ton zout per geschut schip De verzilting van onze bodem is een zeer groot probleem. De bouw van de Afsluitdijk en de afdamming van de Brielse Maas waren eerste stappen op de weg naar het zoutvrij maken van ons land. Een andere belangrijke stap is vori ge maand genomen, toen de gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Hol land de oprichting goedkeurden van de N.V. Watertransport-maatschappij Rijn- Kennemerland. Men wil niet minder dan elke dag 70.000 kubieke meters wa ter onttrekken aan de Rijn en deze mas sa naar Noord-Holland pompen, waar het de grond in verloop van jaren zal zuiveren. Een ruw-waterpompstation bij Jutphaas zal voor het oppompen ervan zorgdragen. Niet alleen zal men met de uitvoering van dit plan berei ken, dat de tuinbouw beschermd wordt; ook voor de drinkwatervoorziening is het project van vitaal belang. Het nieuwe Amsterdam-Rijnkanaal heeft een belangrijke plaats in deze plannen. Naast de sluizen bij Tiel be vinden zich geweldige watergangen, waardoor het Rijnwater onafhanke lijk van het openen of sluiten van de sluisdeuren in het kanaal kan stro men. Via het kanaal en de Lek komt dit water dan bij Jutphaas, waar zich het pompstation bevindt. Doch hoe ge weldig de watermassa's zijn, die onder de grond door naar het Westen stro men, het zal nog jaren duren eer er sprake kan zijn van verbetering. In het kader van de plannen voor watertransport zal Nederland allereerst alles in het werk moeten stellen om Duitsland en Frankrijk ertoe te bewe gen de verontreiniging van het Rijn water tegen te gaan. Het leven van Ne derland kan ermee gemoeid 'zijn, „Lotgevallen van een voetbal schoen" door George van Aalst, Uitg. Mij. „West-Friesland" te Hoorn, Velen zullen zich uit vroegere jaren het jongensboek van George van Aalst „De lotgevallen van een voetbal schoen" herinneren. Dat dit boek ook onder de -tegenwoordige jeugd nog zeer populair is, moge blijken uit het feit dat van dit verhaal uit de voetbalwe reld thans reeds een vijfde druk is verschenen. Wij kunnen ons deze po polariteit echter geheel indenken, want welke jongen is niet dol op voetballen en gaat niet volkomen op in de gezon de avonturen van Key en Pil? Wij kunnen iedere jeugdige voetbalentrtiu- siast dan ook enkele uren vreugde garanderen met dit buitengewoon vlo' geschreven en aardig geïllustreerde jongensboek. QOEREND vreedzaam was de rust, welke die middag in het treincom partiment heerste. Slechts de blin kende breipennen van een middel bare huismoeder, gemoedelijk alsof zij naast haar theelichtje zat in plaats van in een zich in steeds nieuwe avon turen stortend gevaarte, tikten in ge lijke cadans met het rollen van de stalen wielen. Een onzichtbare heer was verdiept in de strips van een vooraanstaand landelijk dagblad en een derde passagier scheen ietwat schuddebollend en met geloken ogen in wijs gepeins verzonken. Naast hem op de bank lag trots een dienstpet met het symbolisch gevleugelde .tafel van onze eigen Nederlandse Spoor wegen. Kortom, een innig tafereel. Totdat daar plotseling, aangekon digd door gedruis en stemrumoer in het nevencompartiment, de Conduc teur verscheen. Zijn baritonaal tover- wooord „Plaatsbewijzen, alstublieft!'' verscheurde bruut de heersende siesta. Men begon schokkerig in zakken en tassen naar kaartjes en abonnementen le zoeken en het bleek, dat de thans zichtbare heer een treffende gelijkenis met president Auriol vertoonde. .Tot ontgoocheling van de francophiel huismoeder, die haar breipennen zorgvuldig terzijde had gelegd en na een aanvankelijk vergeefse en ner veuze speurtocht haar rijbewijs met een zucht van opluchting uif een con glomeraat van kleren had opgediept, sprak hij echter opgewekt en met een zeer on-Frans accent tot de Conduc teur, terwijl hij hem zijn kaartje reikte: „Ha die Hein, hebbe ze je weer te graze voor dif trajek? Nooit een pest te beleve, zeker?" „Ach, dat Qaat nogal, Willem", ant woordde Hein, al knippend en plotse ling wat onwennig in zijn galadwang buis, en richttedan, ook al om. de bemoeizieke spreker uit een andere wereld van zich af te schudden, het plichtsbeseffend arendsoog op de ar geloze, die nog steeds in ernstig ge peins verzonken hing. Hij denkt over de Franse kabinetscrisis, dacht de huismoeder vertederd. „Meneer, uw plaatsbewijs!" sprak de Conducteur met stemverheffing, aoch hij had met evenveel resultaat kunnen pogen „Le penseur" van Rodin tot leven te wekken. Onversaagd zette hij niettemin door, met steeds toene mend stemvolume, tot het was alsof hij van de tweede etage van de Eiffel- toren af het woord richtte tot iemand, die zich op hef terras van het Palais Chaillot bevond. De aandacht der medereizigers was volkomen. Ten slotte schudde hij met een goed ge speelde vaderlijkheid, welke zijn op borrelende driften moest verhelen de welgevulde schouder van zijn slachtoffer, dat nu eindelijk met kleine rukjes tot bewustzijn kwam en een wazige blik wierp op zijn belager. Dromerg glimlachend knikte de man in de richting van zijn dienstpet op de bank en gleed zonder dralen weer terug naar de schone vergetelheid. De Conducteur nam het niet. „Uw plaatsbewijs" zei hij luid en dreigend. „Mijn pet!" pareerde de rei ziger, weer opgeschrokkep, en legde zijn hand liefkozend op .het hoofd deksel. „Mijn dienstpet, dat ziet u toch!" verduidelijkte hij, zich een oog uitwrijvend. „Niks mee te maken, met die pet!" antwoordde de Conduc teur pesterig, en wachtte demonstra tief. De man, thans geheel ontwaakt tot de nuchtere realiteit en kwaad aardig mompelend over collega's, van wie je het maar moest hebben, begon uit zijn binnenzak een Ausweis met eep foto en stempels van de N. S. op te diepen. De Conducteur keek naar het portret en naar het gezicht van de man op de bank. hem en face en en profil zorgvuldig observerend. „Het klopt wel, geloof ik", zei hij eindelijk superieur, maar wat teleur gesteld en gaf het document dan de verbitterde eigenaar terug. Na de triomfantelijke aftocht van de N.S.-hermandad begon Petmans drif tig aan de hem aan de lippen hangen de huismoeder te verhalen over zijn vijftien spoorjaren, waarin iets derge lijks hem nog nooit was overkomen. Toen hij een climax bereikte, zette hij zich met een forse klap zijn dierbaar argument, de dienstpet, op het hoofd, hetgeen hetzelfde effect had als het snuiten van een kaars. Hij sudderde nog even na en ging toen weer op zoek naar de draad van zijn droomgedach ten. President Aimol was allang weer met zijn strips bezig.... Deze jongedame in Tripoli, houdt er voor onze Westerse begrippen, wel een eig aardige manier op na, om haar naaimachine te ver voeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 10