LEVE DE SCHOONMAAK Nog eventjes.... en 'i wordt lente! Een heel klein mannetje Modieus schoeisel De kracht van een goede sfeer ZATERDAG 15 K.'ART 1953 t Een paar aardige schoentjes met modieuze enkelbandjeg De nieuwe mode brengt kleine hoedjes met voiles. Hierboven een der voorjaarsmodellen uit de col lectie van Max Heymans, die de vorige week in Amsterdam werd getoond. Mies voelf zich beslist niet goed, 'k Denk dat ze naar een dokter moet. De dokter schrijft een drankje voor: „Drie maal daags een lepel hoor!" Mies neemt gauw een lepel in, „Lekker zeg, dat 's naar mijn zin!" Het drankje smaakt naar zoute drop, Ze drinkt alles uit 't flesje op! er niet een. Nu is ze zieker dan voorheen! MOG één week en het is lente! (Vol gens de kalender althans Wat onze garderobe aangaat, zal het nog niet direct zo zijn, dat men de zomerkleding kan aantrekken. Wel zullen de optimisten de „over winteraars" te voorschijn halen, om ze alvast aan een grondige inspectie te onderwerpen. Bij het ene japon netje wordt een zoom uitgelegd en bij het andere een aardige garnering ge zocht, welke de jurk een nieuw aan zien moet geven. Men diene evenwel, bij wijze van reserve, enkele halfwol len pullovers en vestjes achter de hand te houden, want nog immer zjjn de gezegden „Maart roert zijn staart" en „April doet wat hij wil" van krachtOok een zachtwollen deux-pièces is geen overdadige luxe. Integendeel, juist dit tweedelig cos- tuumpje kan onschatbare diensten bewijzen in het voorjaar. Al is dat alleen reeds door de vele variaties, waartoe het zich leent: geheel als costuum, de rok geassisteerd door een verscheidenheid aan blouses en de blouse in combinatie met gezellige rokjes Eigenlijk mag een deux-pièces in geen enkele kleedkast ontbreken, vooral niet wanneer de garderobe be perkt van omvang ishetgeen bij velen onder ons het geval is. Een schattig wandelpakje is wel het model van de eerste afbeelding, zacht groen iii eenvoudige gedistingeerde or>- zet. De daaromheen gegroepeerde il lustraties laten mogelijkheden voor metamorphoses open. Mocht het toch te fris blijken iets waarop een zeer grote kans bestaat in ons klimaat, dan weet de Frangaise zich te redden met de grote pelsmof. Een coquet mutsje in dezelfde bont soort verleent aan dit pakje aparte charme. Het kan echter ook gebeuren, dat men zich ietwat boos maakt over de Maartse buien: welnu dan is een warme mantel, zoals de tweede af beelding laat zien, een toevluchtsoord. Het zeer ruime model heeft veel weg van een swagger. Men draagt er, van wege het sportief cachet, een cein tuur bij, zodanig, dat <?e jas aan de voorzijde ruim „overbloust". Er is echter geen enkel bezwaar tegen om een ceintuur in afstekende kleur te kiezen! De grote zakken van Franse oorsprong - komen altijd goed van pas, ook bijvoorbeeld om een alpientje te verbergen, dat onmiddel lijk in top gaat, wanneer de moestal duurbetaalde krullen een speelbal van regen en wind dreigen te worden. Trouwens, tot deze bescherming draagt ook "e flinke platte kraag een steentje bij. Deze kan dienen als een royale hals-bedekking, waarin de punt van de hoofddoek onzichtbaar verdwijnt. De kleur van deze mantel is verder aangepast bij de moderne staalkaart: beige-bruin. Moge het echter niet van al te lan ge duur zijn, dat wij een dergelijke mantel moeten gebruiken. Of liever: Wij wensen hem een spoedige wel verdiende rust toe in de ouderwetse mottenzakken welke het altijd prima doen, alle andere middelen ten spijt! RITA Brei niei langer voor de vraat zuchtige motten, nu U volop gelVIITINiseerde, motvrlje wol kunt kopen VMITIN (Advertentie, Ing. Med.) Als jullie eens wat vrien den of vriendinnen op be zoek hebben, weet ik een erg leuk toneelstukje waar, als je net goed opvoert, iedereen zich tranen om zal lachen. Goed opletten dan zullen jullie spoedig begrij pen wat de bedoeling is. Tussen de eet- en de zit kamer hangen meestal gor dijnen. Je sluit deze en zet er in het midden een tafel tje of een bankje Voor dat 50 tot 60 cm. hoog is. Nu kun je misschien wel een oud, wijd overhemd van va der te pakken krijgen. Je doet dit aan, sluit de boord en doet er een das om. Ver volgens heb je een kleine korte broek of een kleine plus-four van broertje no dig. Je doet je armen door de broekspijpen en trekt het broekje dan op tot ongeveer je elleboog. Doe nu aan je handen een paar sokjes en daar overheen een paar kleine schoentjes. Nu komt het er op aan. Je gaat tussen de tafel en de gordijnen staat met je gezicht aar de kamer en zet je handen (waar de schoentje aan zitten) op het tafelblad. De opening tus sen de twee gordijnen is dus vlak achter je rug. .Een vriendje of vriendinnetje van je, die ongeveer de zelf de lengte heeft, gaat nu ach ter het gordijn staat. Doet de twee gordijnen iets van elkaar en steekt de armen in de mouwen van het wijde overhemd dat de ander aan heeft. Het gordijn wordt nu weer zo goed mogelijk ge sloten, zodat de persoon ach ter het gordijn niet is te zien. Van voren gezien is het nu net of er een heel klein mannetje op de tafel staat dat de malste fratsen kan maken. Voordat je het gaat opvoeren moet je goed oefe nen en dan moet het man netje natuurlijk iets gaan zeggen of een verhaaltje vertellen dat ook van te vo ren moet zijn ingestudeerd. Mijn zusje Antje heeft een jurkje met een kantje en een hoedje met een veer en nog heel veel meer. Als dan Zondags zusje Antje in haar jurkje met het kantje en haar hoedje met de veer en nog heel veel meer aan 't wand'len gaat in de straat, kijkt iedereen naar haar. 't Is waar! En men zegt: „Zie je dat wat een schat!" Maar thuis is Antje, met haar jurkje en het kantje met het hoedje en de veer en nog heel veel meer, altijd stout hard en koud. Altijd treuzelen met eten. Altijd alles prompt vergeten. Altijd ruzie. Altijd naar. 't Is waar! 70DRA er maar een bewijsje van voorjaar in de lucht Zit, krijgt de htds- vrouw het te pakken. Of de heer des huizes nu al zucht en steunt, er helpt geen moedertjelief aan: alles moet van zijn plaats en gesopt en Be klopt worden. Maar voordien zorgen we eerst, dat ons schoonmaaktenue in orde is, zodat we niet behoeven te schrikken, als er plotseling gebeid wordt. In een goed wasbaar japonschort met een gezellig patroontje zijn we altijd toonbaar. Voor 't hier afgebeelde mo del heeft u nodig ca. 3.25 M. stof van 90 c.M. breed. Het heeft een aangeknipte kraag, flinke zakken, elastiek in de taille en naar verkiezing knoop- of rits sluiting. Voor de laatste vervalt het aangeknipte be leg, terwijl de onderkant van de kraag dan volgens de stippellijn geknipt wordt. We naaien in de voorbaan de figuurnaad dicht en zet ten de zakken op, die met afstekend band gegarneerd zijn. Zij- en schoudernaden sluiten, waarbij de rug schouders iets ingehouden worden. Tegen de kraag naaien we het beleg, dat aan één stuk geknipt is, zodat het middenachter geen naad krijgt. Een 50 5 60 c.M. lange rits stikken we tegen de voorkanten en We sluiten het overige gedeelte van de middenvoorraad. We naaien het garneerband op de mou wen, voor we de naad dichtmaken, en zetten ze dan over de kop iets inge houden, naad op naad val lend in het armsgat. In de taille wordt een schuif tegengestikt, waardoor we elastiek ha. len, dat de japon op taillewijdte ine rimpelt. Voelt u meer voor knoopsluiting, dan knipt u het hier getekende beleg wel aan, vouwt het naar binnen, waar u het met het beleg van de kraag ver bindt en brengt op de middenvoorlijn knopen en knoopsgaten aan. U kunt dit patroon ook heel goed gebruiken voor een eenvoudig huis- of vacantiejurkje met of zonder zakken. U garneert de kraag dan b.v. met een wit bloemmotief, zoals we tegenwoor dig kant en klaar kunnen kopen en maakt er ook een paar witte manchet ten bij. Een wit ceintuurtje of één van de japonstof (100 bij 3 a 4 c.M.) vol tooit het geheel. Desgewenst kunt tl dan de schuif in de taille laten ver vallen, de zijnaad een paar c.M. meer tailleren en een coupenaadje of een paar plooitjes in de rug maken. U heeft dan met weinig moeite en kos ten een gemakkelijk zittend japon netje! Heb jij ook soms net als Antje een mooi jurkje met een kantje en een hoedje met een veer en nog heel veel meer? Vergeet dan (zo je ziet) het voornaamste niet! Zorg dat je mooi bent om te beginnen niet van buiten maar van binnen! Lakschoentjes met ingebouwd hakje. Met een bijpassende tas vormt het geheel een aardige combinatie bij een gekleed toiletje. Hiernaast staat 'n wijzer plaat getekend waarvan de cijfers zijn vervangen door letters. Deze letters vormen een belangrijke spreuk die op ieder van jullie van toe passing is. Hoe kunnen we nu deze zin vinden? Er zijn een aantal tijdaanduidingen gegeven. Als je goed op de klok kunt kijken weet je hoe steeds de wijzers moe ten staan. Staat er bijvoor beeld: vijf voor zes, dan wijst de grote wijzer naar de 11 (dus de T) en de klei ne naar de 6 (dus de L). Op deze wijze stellen alle letters voor. Zet deze letters achter elkaar en je kent de spreuk. Denk er om: steeds eerst de letter van de grote wijzer en daarna de letter van de kleine wijzer op schrijven. Tien over twaalf, tien over half zes, kwart voor acht, half negen, kwart voor één, vijf voor tien, vijf over half twaalf, half vijf, twee uur, zeven uur, tien over half twee, kwart over elf, twintig over twaalf, ha)f zes. Bij de laatste tijd aanduiding staan de wijzers op elkaar hier wordt dus maar één letter bedoeld. Zoek de B's Op deze tekening staan 'n heleboel dingen afgebeeld die met een B beginnen. Ik zie een Bakfiets en een Boom en eennee, meer zeg ik niet. Jullie moeten 't maar eens opschrijven, je kunt er zeker wel 25 vin den. Je kunt er ook een leuk spelletje van maken. Ieder ni&g de tekening 5 minuten bekijken en dan de woorden met een B op schrijven. Wie de meeste heeft is winnaar. WAT STAAT ER OP DE KLOK ERGENS kom ik binnen, bij mensen die ik niet ken. In de kamer staat een tafel er is een lage bank, planten decoreren de raamkozijnen en een en kel goedgeplaatst schilderij hangt aan de effen muur. Voor de hoge vensters hangen geen gordijnen, het licht van de dag is gevangen tussen de brede vertakkingen van glanzendengroene planten en in de voorkamer zit iemand achter de piano en speelt. Twee kinderen, friskoud uit school gekomen, hebben de mantels nog half aan. Ze lopen me voorbij en roepen: ,Nee, Moeder, dat van Guusje. Guusje zag een negerjongen." De vrouw kijkt opzij en streelt het haar van de klei ne jongen, het meisje pingelt met een vinger over de zwarte toetsen en neu riet vals een liedje. Met iets van ont roering vraag ik mij af waarin de be koring van dit tafereeltje ligt? In de rust, in de prettige ongedwongenheid van moeder en kind, of in de vreugde er gens te komen waar geen gekiouel en gescheld is? Er is iets met me gebeurd, de sfeer van begrijpen heeft me geraakt en weer voel ik de macht van deze onge breidelde vreugde. Sfeer is niet te le ren, maar men kan er zich voor open stellen, proberen in huis iets goed te bouwen. Want, bekent U het maar, zij, die dit artikeltje lezen, we hebben alle maal in ons leven wel eens zo'n diep- blij moment gehad. Als we ergens kwamen en de warmte ons om het hart sloeg, als de harmonie prettig was en er iets goeds in ons hart naar boven drong. Ik weet nog hoe ik als kind re gelrecht naar huis vloog, omdat er een pannetje chocolademelk op de kachel stond. Buiten waaide het en het was bitterkoud. O, dat verrukkelijke ge voel dat men zich later pas realiseert, dat vertrouwde gevoel van thuis zijn aan de warme.melk, terwijl de wind tegen de ramen beukte. Moeder stond aan de strijkplank en ik deed iets heei geks; iets dat geen mens toen be greep. Ik ging naar haar toe, drukte m'n gezicht tegen haar rok en begon te huilen. Het was niets. Voor mij was het veel. Ik zag niet dat het tafelkleed dunnetjes werd dat er een rekje met wasgoed om de kachel stond en de schemerlampjes een hardgeel licht verspreiden. Ik onderging de sfeer. En ik denk bij het schrijven van dit alles aan de jongen van tien die zomaar bloemen mee naar huis braqht omdat hij er zo van hield. En die door zijn moeder ontvangen werd met de woor den: „Ben je nou helemaal gek? Denk je dat ons het geld op de rug groeit?" Ik hoef hier niets meer bij te vertel len. Ook niets van het verdriet. Het is een gelukje als je ergens ge boren wordt waar men op deze kleine maar zo ontzettend grote vreugden van het leven let. De tijd waarin wij leven wordt ge kenmerkt door één leus: „Het is geen tijd voor kinderen, het is een slechte tijd". En dan heb ik wel eens een le lijk woord op de lippen over de dom heid en tactloosheid. Kinderen wor den te allen tijde geboren en de tijd om hen te ontvangen is altijd rijp. De mens echter niet. Want als er nü er gens in ons land gezinnen zijn zoals ik in het begin aanhaalde, waar het kind nog samen wat zingt met moeder, de aardige kinderliedjes van Jacob Ha mei, waar zij hen midden in de kin derziel grijpt door een grote warmte, waar een vader tijd kan vinden om s'avonds voor het slapen gaan nog eens met hen te dollen en spannende verhalen te verzinnenlaat dan de Tijd slecht zijn, die Kinderen krij gen iets waarmee ze de slechtheid te lijf kunnen. Ze zijn toegerust met het beste wapen ter wereld, harmonie, lief de en een goede ondergrond. Want een sfeer is niet gebonden aan rijke inte rieurs aan veel opsmuk en dikdoene rij. Elk kind zal kunnen zeggen waar hij het fijn vindt om te komen. In die gezinnen waar gespeeld mag worden, geravot, geknoeid, en waar iemand is die hun op een simpele manier on merkbaar leiding geeft. En dan zou ik met nadruk willen zeggen dat de tijd wijzelf zijn. Wij onthouden onszelf de sfeer in huis, en onze hummels hun rust. Ieder mens kan gezelligheid in zijn gezin krijgen als hij de moeite neemt er voor open te staan. Dat geldt niet uitsluitend voor hen die met veel geldelijke middelen zijn toebedeeld, maar misschien méér nog voor hen, die voelen waar het in zit, in een le vende belangstelling ten opzichte van elkaar, in een willen aanvoe en wat men vooral nu zo hard nodig heeft. De sfeer die opwelt uit het hart en wonderen verricht. Ons verschuilen achter de gejaagdheid van deze omwen teling gaat niet altijd op. Ik vraag U, wat zet U tegenover de rusteloosheid die ons allen kan bespringen? En dan is er maar één ding. De kracht om in de eigen woning iets uit te dragen dat sfeer heet en geen enkel mens ons ooit kan ontrukken. De ziel, die haar beste wapen gebruikt om onszelf, onze man en ons kind het meest kostbare te schenken Heerlijke sportschoenen van shrunkleer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 9