Twee etmalen in een aards paradij:
IN HET BOETEKLEED
AMSTERDAMS PODIUM
Waar hei leven goed, de wijn
beter en het weer weer best is
Meer dan robijnen
Sensatie en politiek in Belgenland
Nagelaten
bekentenissen
Opstanding
De Cöte d' Azur: Frans
tot in de pitten der
citroenen
OP HET MATJE
MEN zou het ,over de doden niets dan goeds" kunnen uitbreiden en zeggen,
dat het verstandig is over goede vrienden geen kwaad te spreken. Onge
twijfeld zijn de Belgen onze vrienden en wanneer wij hier de vinger gaan leg
gen op enkele minder gelukkige uitingen van het leven in Belgie, heeft dat
niets uit te staan met die goede vriendschap, maar eerder met de solidariteit
er van, die wel een stootje kan velen. Twee dingen willen wü zeggen. In de
eerste plaats: de Belg is o.i. te veel belust op sensatie. In de tweede plaats: het
is allerongelukkigst te zien, hoe in dit goede land alles lijdt onder de politiek.
Deze twee aspecten zijn zo belangrijk, dat men zonder er rekening mee te hou
den allerlei verschijnselen in het Belgische leven niet hegrijpen kan.
m: T
DE ZATERDAGAVOND
LI moet het mij maar niet kwalijk ne-
men, maar ik ben echt een week
end aan de Cöte d'Azur geweest: in
Nice, Menton, Monte Carlo en Ville-
franche, in Cannes, Cagnes en St. Paul.
Daar, waar citroenen, sinaasappelen
en olijven voor het plukken zijn en
waar wilde asperges een uitgezochte
lekkernij betekenen. Het was allemaal
erg eenvoudig: op een ijskoude laat-
Maartse Vrijdagavond van het Leidse-
plein naar Schiphol en vandaar met
de KLM-Convair in ruim drie uur
naareen tropische regenbui in
Nice. In gedachten heb je dan onder
je het prachtige Franse land gezien,
Parijs en Bourgondie, waar de druiven
voor de grote wijnen groeien; Lyon, de
burgerlijkste stad van Frankrijk en de
machtige Rhóne-vallei; en dan lang
zaamaan de kostelijke Zuid-Franse
dorpjes, stuk voor stuk profane gebed
jes aan die speciale Franse Onze Lieve
Heer, die daar zo gul, zo warm, zo
rijk aan de arbeid is geweest.
Want zó zeggen de Fransen het: dat
het aardse paradijs ergens tussen de
Tigris en de Euphraat moet hebben
gelegen, is bepaald een vergissing. „Le
vrai Paradis terrestre" is natuurlijk
Zuid-Frankrijk en de appel van Eva
was een citroen uit Menton. Zijn daar
niet alle Eva's onder die blauwe lucht
en jn die zon verleidelijk mooi en alle
Adams daar voorbestemd om zich voor
een citroen te laten inpalmen?
UET WORDT een gewoonte. Week na
week, jaar na jaar gaat het einde
loze défilé der schuldigen voort. De
rechter is vergrijsd in het bestraffen
van zonde en ongerechtigheid, de
wachtmeester behandelt de delinquen
ten met de gelijkmatige onbewogenheid
van de routine, de vaste mannetjes op
ie tribune zijn stuk voor stuk geharde
specialisten en wij van de perstafel
wachten eigenlijk alleen maar op aar
dige copy. Alles is altijd hetzelfde.
Slechts de mensen op de verdachten-
bank zijn altoos weer anderen. Hoewel:
ook hun gezichten worden voor ieder
een, die lange tijd de zittingen be
zoekt, tot een grauwe, vervloeiende
massa.
Het wordt routine. Een enkele keer
is het belangwekkend, soms is het tra
gisch, meestal vervelend. Tot er plotse
ling iets gebeurt, dat het hart treft:
een vermoeid gebaar, een wanhopig
woord, de snik van een moeder. Of het
wenen van een vrouw. Zoals vandaag,
bij de uitspraken.
Toen de man veertien dagen geleden
terecht stond wegens diefstal, had zijn
vrouw, met gespannen, doodsbleek ge
zicht op de tribune gezeten. Zij was
jong en knap, eenvoudig maar goed
gekleed. Haar lippen bewogen onop
houdelijk, als sprak zij zichzelf moed
inNaast haar zat een gebogen,
grijze vrouw, die voortdurend zachtjes
met het hoofd schudde, als kon zij nóg
niet begrijpen, dat het haar jongen was,
die daar voor de rechter stond. Dief
staldiefstal van een luttele dertig
gulden. En waarom? „Ik had het niet
nodig", zei de jonge man, maar de
verleiding was me te sterk, 't Lag voor
het grijpen, ik vergat mezelf, 't Is vre
selijk".
De eis was drie maanden geut eest.
Dat was veertien dagen geleden en
die veertien dagen moeten voor deze
mensen een hel hebben betekend,
erger dan het ergste uit het Inferno
van Dante.
Vandaag was het de dag van het
vonnis. Ik zag hen samen naar het ge
bouw komen de man en zijn vrouw
juist voor de zitting begon. Zij lie
pen gearmd, zwijgend en met gebogen
hoofden. De oude vrouw was er niet
bij, haar had zeker de kracht ontbro
ken
En wéér zat de jonge vrouw op de
publieke tribune en wéér was haar ge
zicht dodelijk bleek en strak als mar
mer. Ik durfde niet te kijken, toen de
naam van haar man werd afgeroepen.
,.De rechtbank veroordeelt u tot een
voorwaardelijke gevangenisstraf van
twee maanden met een proeftijd van
drie jaren". Een mild, een wijs vonnis.'
En metéén liep de jonge vrouw de
gang op en toen ik naar buiten stapte
kon ik nog juist zien, hoe ze haar man
onder de verbaasde blikken van een
paar advocaten en wat nieuwsgierigen
in de armen sloot en kuste, als had
ze hem uit de doden weergekregen. Ik
hoorde haar zeggen: „Freek.jon
genGoddank niet...." De rest
verwaaide in de wind. want zij gingen
schielijk naar buiten, de vrije wereld in.
Die man zien we hier niet terug. Dat
is eens en nooit weer. En laten de
reclassering en de zedelijke bonden en
allerlei andere goeie werkers waar
nooit genoeg lof van gesproken kan
worden!) maar rustig thuis blijven.
Deze man heeft een Vrouw, die naast
hem stond en naast hem staat en naast
hem zal blijven staan, for better and
Worse
„Hare waardij is meerder dan die
der robijnen. Het hart van haar man
vertrouwt op haar. Zij doet hem goed
en geen kwaad, alle de dagen haars
levens". KAREL
Zo vertellen ze daar een oud verhaal
op nieuwe wijs en het is mij als de
pure, absolute muziek van Franse
meesters, die mij boven al lief is. Niet
omdat daar geen problemen zijn. Ik
heb geboeid geluisterd naar de geschie
denis van een goede vriend, die een
jaar of wat geleden een klein Frans
meisje ontmoette. „Samen hadden we
3.000 francs en we hielden van elkaar
en waren zeer verliefd. We trouwden
en huurden een huisje in Cagnes. Ik
had mijn viool; zij haar ogen en haar
handen. Genoeg „pour être heureux",
om gelukkig te zijn. Toen op een dag
alle francs op waren, gingen wij ge
armd naar buiten, plukten druiven, si
naasappelen en olijven en de zon stoof
de ons hart warm. En wij hadden geen
moeite om gelukkig te blijven
HAAR sta je dan als Hollander. Ik zeg
met opzet „Hollander". Met een
hoofd vol zorgen om dit en om dat.
Door de KLM in een zucht overgeplant
op de Promenade des Anglais, waar
een zachte, avondlijke, zilte zeewind
de laatste resten van de regen op
droogt en waar je met je ogen knip
pert tegen de rijke, evenwel niet hin
derlijk-opdringerige verlichting van de
hotels. En je maakt aarzelend een eer
ste wandeling langs de zee. Zonder
jas, zonder hoed en je zou je colbertje
beslist over je arm willen nemen, als
Hollandse voorzichtigheid je op dat
moment niet tegen kouvatten waar
schuwde
En dan zoek je één van de vele ca-
fétjes op en je drinkt een halve liter
rose, kleine wijn of een pistas. Je hotel
is ten slotte een barok paleis, maar
door het open raam van een solitaire
kamer hoor je de geruchten van de zee
en van een bijna slapende stad, die
als een tache de beauté aan het blau
we water en tegen de uitlopers van de
maritieme Alpen ligt
UET is eigenlijk te vlug gegaan. Ik
merk het de volgende morgen, als
een vuilnisman, die ik met een zware
emmer help, zegt „mij oneindig dank
baar te zijn". Ergens in je borrelt een
lachje naar boven. De man overdrijft
niet. Oók hij heeft de aangeboren
zwier, de stijl en de charme van zijn
land: „Je vous remercie infinément,
monsieur" zegt hij. Hij meent het. Zo
als wij het menen, wanneer wij in de
trein of voor de bioscoop op de tenen
worden getrapt en dadelijk een lelijk
woord op onze lippen hebben. Voelt
u het verschil?
JLIET enige schroom mag ik zeggen,
dat ik nog nimmer onder een pan
toffel heb gezeten. Een kleine Fran-
paise, mademoiselle Andrée Antoniet-
ti, juriste en directrice van het Com
missariat du Tourisme, aan wier hoe
de ik die dagen toevertrouwd ben ge
weest, heeft me nauwelijks tijd voor
ademhalen gelaten. Zelfs de heer Hey-
ligers, regionaal directeur van de
KLM, slaagde er niet in haar te over
meesteren. Maar ik heb me bewust
niet verweerd; ik heb me haar zorgen
laten welgevallen, omdat ze zo volko
men Frans, zo ongewild, zo natuurlijk
voortvloeiden uit haar taak. En een
Nederlandse journalist is een jour
nalist die in een krant schrijft.
Zou hij misschien geen goede
dingen over de Cöte durven zeggen?
Ik heb haar bezworen, dat ik dat pa
radijs kende van vroegere reizen. Ze
is er in geslaagd plekjes te tonen, die
ik nog niet kende
Een kunst-winkel-van-sinkel in St. Paul. De zonderlingste shawltjes kun
je er kopen en afschuwelijke, maar waarschijnlijk bijzonder kunstzinnige
asbakken. Lappen linnen voor jurkjes in uitbundige kleuren en houtsnij
werk. Voor hoge prijzen. Het is er dan ook voor vreemdelingen. Ernaast
heerst de rust van de Cöte. Met poes en al.
(Van onze correspondent te Brussel)
T II I I J besten onder het Belgische volk is en
I V/BS allesbeheersende dat velen hier hartelijk hopen, dat
België nog eens zal leren de mens niet
fadoren 'n dienst van de politiek maar omge-
keerd, de politiek in dienst van de mens
ALS men in België elke dag de dag- *e stellen.
bladen leest, kan men heel gemak
kelijk tot de slotsom komen, dat in
geen land ter wereld zoveel criminali
teit bestaat als hier. De kranten staan
altijd vol verhalen over moord, vergif-
tigingsgevallen, brandstichting, auto
diefstal, enz. Men krijgt onwillekeurig
de indruk, dat België wel bovenaan
moet staan op de lijst der volken, die
de gevangenissen en tuchthuizen be
volken. In werkelijkheid is dit hele
maal niet het geval. Deze indruk wordt
slechts gewekt door de opvallende lust
naar sensatie en naar prikkelende lec
tuur, die het Belgische volk kenmerkt.
Geven de bladen niet toe aan deze ver
regaande sensatielust, dan worden ze
saai, „deftig" of niet-actueel gescholden.
Doen ze er omgekeerd wel aan mee,
dan vrezen zij de ontevredenheid op te
wekken van een kleine minderheid van
lezers, wier oordeel zij echter toch op
prijs stellen. Zo draait men rond in een
cirkel.
De politieke kruiwagen
CN verder: de politiek in België, die
beslist over de toekomst van duizen
den en over de vraag, of men maat
schappelijk vooruit komen zal.
Is men een bepaalde politiek en de
daarbij behorende politieke partij toe
gedaan en heeft deze partij op het
ogenblik de macht in handen, dan
heeft men kans op de maatschappe
lijke ladder omhoog te klimmen, een
gcede positie te veroveren en vooruit te
komen; in het andere geval blijft men
beneden aan de ladder staan, ten spijt
van de beste aanleg en de uitnemende
gaven, die men heeft. Schilders-bar staat er op dit zaakje
Het spreekt vanzelf, dat dit systeem in een straatje in Cagnes. Je kunt
van favoritisme of v?n vriendjes- er eten voor 400 francs, hetgeen
politiek een. doorn in het oog van de -niet gek goedkoop is. Je kunt er tal
In dat straatje zou ik willen wonen.
In de zon en onder de palmen. En
kijken naar de zee en dan wat
schrijven. Bijvoorbeeld voor deze
krant
70ALS dat protserige, op de keper
beschouwd, dom-afschuwelijk paleis
van de Rothschilds op de Cap-Saint-
Jean-Ferrat, vlak bij Nice, waarin voor
millioenen aan waarde staat weg te
vegeteren binnenshuis en in het park
daarom heen. Een stuk vergane glorie
van een vrouw, die in het nabije Mon
te Carlo een fortuin verspeelde en
haar bezittingen niet langer kon behe
renHet is nu Musée lie de Fran
ce. Indien u ooit aan de Rivièra komt,
dan moet u er beslist gaan kijken. De
tuin is van een exotische pracht, maar
verwaarloosd en verweerd als hingen
de spinraggen tussen de bamboesten
gels. Twee onderkomen katten liggen
in de zon. De kolonel, die het landgoed
beheert, is er trots opHet is een
ietwat zielige trots
Je voelt hier het probleem, maar de
zon is te mild en de geur van de bloe
men, die je stukwrijft tussen je vin
gers, is hartstochtelijker dan die van
het flesje „Je reviens", dat je op de
Place Vendöme in Parijs wel eens voor
een lieve vriendin hebt gekocht
HE Directeur van het Casino in Men
ton heeft me bij hoog en bij laag
staan verzekeren, dat Matthieu Wieg
man „plus Mentonnais" is dan Berge-
^aar. Er komt een uitwisselingsten
toonstelling tussen schilders uit Ber
gen en schilders van de Cöte.
In het bureau van de KLM stond
een expositie van Leerdams glas en de
Federatie van Gebonden Kunsten is
gereed een nieuwe uitstalling in te
richten.
In Cagnes twijfel je er aan of je niet
beter daar kunt blijven in dat witte
huisje, dat op een tweesprong ligt. Je
denkt aan je kinderen in minimale
badpakjes en bruin van de zon
In St. Paul bij La Colombe d' Or
hangen ettelijke Utrillo's aan de mu
ren. Daar geeft Errol Flynn zijn par
tijen en dineert Farouk met zijn jonge
gade
In La Gaude arrangeert de eigena
res van een „Jimmy Bar" een foto op
het terrasWeer voel je, dat je
geleefd wordt. Het is overigens niet
erg op die manier lijdend voorwerp
te zijn!
TAAN rijden we terug naar Nice. In
Frankrijk is eten een cultus. Bij
Boutt^u is van deze cultus een soort
wijdingsdienst gemaakt. Met lippen
stift van de patrones zet je je handte
kening op de muur
En op die laatste morgen, vóór je
vertrek, doe je niets anders dan aan
zee een ligstoel huren. Je slaapt in in
de zon. Het zangerige Frans suist door
je hoofd en al die Hollandse proble
men zijn weg. Opgegaan in de warme
vreugde van een week-end aan de
Cöte.
Die voor vandaag uit onze pen is.
Nimmer uit ons hart.
H. M. K.
UET is mij niet bekend of er lezers van deze rubriek zijn, die haar regelmatig,
of alleen maar af en toe, uitknippen en bewaren. Niet zo zeer ter meerdere
glorie van de schrijver ervan, als wel om deze door zulk een dossier-vorming
op een bepaald ogenblik in staat van beschuldiging te stellen terzake onjuiste
voorstelling van zaken. Dit gevai deed zich enkele weken geleden voor, toen
een der lezers de handschoen opnam naar aanleiding van een lang geleden ge
schreven Podium, waarin in niet onaanzienlijke mate de loftrompet gestoken
werd over Harry-Third Man-Lime, oftewei Orson Welles. Deze lezer had zich
op instigatie van dat Podium naar het Amsterdamse Concertgebouw begeven,
teneinde door bemiddeling van Harry een avond vol intens kunstgenot te kun
nen ondergaan. Maar ziet'. In plaats van kunstgenot gewerd hem alleen de bit
terste teleurstelling en desillusie. Nog nooit (zo schrijft de lezer) gaf ik zoveel
geld uit voor zoveel nonsens en rimram. En gü zijt de schuldige (vervolgt
schrijver), omdat gjj deze man mateloos hebt bewierookt.
UET doen van bekentenissen is een
goed, edel en nobel werk. D.w.z. als
anderen het doen. Er zélf toe komen is
iets van een o.i. haast onmenselijke on
baatzuchtigheid. Maar zo zijn wij. En
daarom hier een openlijke herroeping
van onze adoratie ten aanzien, van de
heer Lime. Wij kunnen dit te meer
doen, omdat ook wij die avond in het
Concertgebouw aanwezig waren. Maar
alleen om een illusie te zien vernieti
gen. Om een droom te zien sterven.
Om een mythe te zien verstoren. Wat
dat Lime? Was dat alles? Was dat
het mysterie? Dat het sinister aureool?
Het was minder dan niets. En wij
zwegen. Beschaamd en bedroefd. Maar
die lezer zweeg niet. En omdat h ij
sprak willen w ij niet achterblijven.
We beloven plechtig niet meer op deze
Lime terug te komen. Hij heeft afge
daan voor ons. Volledig en totaal.
Nademaal reeds de ouden zeiden dat
nooit het boetekleed de man ontsiert,
en mede in het kader onzer (ten slotte
prijzenswaardige) bekentenissendrift, is
het ons al evenezer een oprechte be
hoefte nog eens terug te komen op een
ander betreurenswaardig misverstand.
Dit ontstond door een Podium, getiteld
„De Smarten van Satan", door ons ge
schreven omstreeks half Januari, en
hetwelk buiten onze wil, een blaam op
een alleszins te goeder naam en faam
bekend staand hoofdstedelijk bedrijf
werpt, in casu The House of England,
in de Reguliersbreestraat. Men zal zich
wellicht nog herinneren dat wij in dit
artikel o.m. schreven dat de oude prijs
op de pakken nog nat van de nieuwe
inkt was, hetwelk niet anders kon wor
den uitgelegd dan dat de zaak in kwes
tie óf een pas aangekocht costuum aan
het verkopen was, óf een overgebleven
pak, dat even tevoren van een hogere
verkoopprijs was voorzien.
Al wie aan dat Podium plezier beleef
dende leidende figuren van The
House of England zeker niet! Omdat zij
in wezen doodonschuldig waren aan
deze brutale bejegening en zich dus
met recht op grievende wijze in hun
eer van goede zakenmensen aangetast
achtten.
Wij willen hier graag verklaren, te
meer omdat het bedrijf in kwestie de
enige zaak in de Reguliersbreestraat is
die in die dagen een dergelijke ver
koopactie hield, dat het geschrevene
redelijkerwijs niet anders kon slaan
dan op deze zaak. Hetgeen allerminst
onze bedoeling was. We kozen de eerste
de beste straatnaam en dit werd
(helaas!) de Reguliersbreestraat. En
die zaak was het zeer bepaald niet!
Het spijt ons bijzonder, als het bedrijf
door dat artikel schade heeft geleden,
ook al omdat ons van huis uit niets
meer verre is dan personen en zaken
schade te berokkenen, die daartoe in
geen enkel opzicht enige aanleiding ge
geven hebben. We kregen bovendien
de bewijzen dat in die tijd door het be
drijf geen enkel pak verkocht werd,
speciaal voor die periode geprijsd. ItV
tegendeelhet was de meest solide
en bonafide uitverkoop die zich liet
denken. En dan, als erkenning, zó'n
Podium!
Nogmaals, het doet ons leed The
House of Engeland op deze wijze in
een antihei te hebben betrokken. Pec-
cavi. We maakten een fout. er
kennen deze openlijk, en bieden
onze welgemeende verontschuldi
ging aan. Een last is ons hiermee van
de euvele ziel gewenteld, en zo ooit
een boetekleed ons stond, dan dit! Het
awsr 7
klemt nergens, is goed van coupe en
redelijk in prijs. En hiermee is dan ge
zegd wat gezegd moest wórden.
MA het opruimen van deze twee kardi
nale misverstanden nog enkele an
dere zaken. Zowel het artikel over
„Operatie Venus" als dat over de dok
ter in het Amsterdamse ziekenhuis die
ernstige lijders aan ruggegraatziekten
geneest, hebben aanzienlijke reacties
van de zijde der lezers tengevolge ge
had. Deze reacties waren zonder uit
zondering sympathiek. Enkele er van
(ten aanzien van de arts) waren aan
doenlijk. Het is mij niet mogelijk al die
van de beroemdste schilders ter
wereld ontmoeten; en lieden met
penselen, die daarvoor erg graag
zouden willen doorgaan. En een
zame Engelse juffrouwen op leef
tijd, wier uiterlijk in de meeste ge
vallen niet strookt met hear artis
tieke inborst. Dat is Z.-Frankryk.
brieven persoonlijk te beantwoorden,
maar zij, die het adres en de naam van
de dokter vroegen, zullen dit over
enkele dagen ontvangen. En wat „Ope
ratie Venus" betreft, wij hebben nooit
geweten dat zovele lezeressen het zo
zeer met ons eens waren over zo'n
delicaat onderwerp. Zoals wij evenmin
geweten hebben dat er onder de leze
ressen zoveel eerlijk-gemeende veront
waardiging en afkeer bestaat over zo
veel Amsterdamse „sex-in-advertising".
Zóveel, dat wij hopen dat hun stem ge
hoord wordt tot in de laboratoria en
centrales, waar deze vorm van propa
ganda en reclame uitgedacht en be
dreven wordt.
Het is hartverheffend te merken dat
eer en waardigheid nog concrete din
gen zijn voor zoveel Nederlandse vrou
wen. ook al wonen ze dan „maar" in da
provincie. Het was in hoge mate verras
send, dit reageren. Omdat het zo con
creet gebeurde. Veel tastbaarder en
veel concreter dan men zou denken,
dwalend langs de volgesmeerde schut
tingen en aanplakzuilen van de eerste
en de grootste stad des lands.
ANTHONY VAN KAMPEN.
DASEN is het feest der opstanding. De
Christelijke kerk van alle eeuw her
denkt daarbij hoe Jezus drie dagen na
zijn sterven op Golgotha opstond uit het
graf, aldus bewijzend Gods Zoon te zijn,
wien gegeven is alle macht in hemel
en op aarde. Zoals in de natuur, na een
winter van kille doodsheid alles begint
te herleven, zo is Christus, die de hemel
en de aarde tot elkaar bracht in zijn
dood op het kruis, herrezen uit de slaap
des doods om in eeuwigheid als Vorst
des levens, als Heer der wereld, te leven
en te regeren.
Om de geestelijke vreugde, die daarin
voor de gemeente van Christus ligt op
gesloten, hebben reeds de eerste Chris
tenen elkaar begroet met het credo:
De Heer is waarlijk opgestaan. Daarin
zit een der kernen van het Christelijke
denken en geloven. Immers reeds Pau-
lus heeft het scherp onderkend: Indien
Christus niet ware opgestaan, zo ware
ons geloof ijdel.
Pasen is voor de Christelijke kerk
een feest van troost en hoop. Van troost,
omdat aan de dood niet het laatste
woord is maar aan het leven uit geest
en waarheid. Van hoop, omdat Jezus
de eersteling is dergenen die in Hem
ontslapen en mitsdien met Hem leven
zullen. Hij is hun „oudste broeder".
Gods ingrijpen in de geschiedenis
door het zenden van Christus onder de
mensen is wel zeer radicaal en defini
tief geweest. Daarvan is Pasen een der
onomstotelijke bewijzen. Gods liefde tot
de mensen was zo groot, zo allesomvat
tend breed en diep, dat Hij zijn Zoon
opgaf, opdat een ieder die in Hem ge
looft niet verloren ga, maar eeuwig
leven hebbe. De macht van graf en hel
de macht van het boze, de macht van
ons aller degeneratie en ondergang is
verwonnen toen Jezus het accoord tus
sen hemel en aarde tekende met zijn
uitroep: Het is volbracht. En Pasen,
waarop God zijn kind uitvoert uit het
graf, is daarvan de hemelse aanvaar
ding.
Omdat het vredeswerk volkomen was,
daarom en daarom alléén kon de dood
niet ten einde toe over Jezus Christus
heersen. De letter van de wet had het
doodvonnis over hem uitgesproken,
maar de Geest maakte levend door de
liefde V3n onwederstandelijke
Óaarom blijft Pasen het feest van de
Christelijke lente, het feest van „e
Christelijke troost en van de Christe
lijke hoop. God maakt in Christus alle
digen nieuw, ook in ons oersoonlijk--
leven, ook m het leven der kerk en in
dat vjn deze verscheurde wereld. De
Christus van Pasen is bij machte ook
m uw hart een nieuwe lentezang te
doen geboren worden, zo het luisteren
wil naar de hemelse boodschap van
verzoer|ng en hergeboorte.
Het is Pasen. Dat wil zeggen: De
Heer is waarlijk opgestaan!