11 king Europa's grootste gebouw staat in het hart van Rotterdam Wie voor het eerst Parijs bezoekt, make met zorg een program op I AMSTERDAMS PODIUM De mysteries van hef „Bos" 1952 !BJN E SLAGERS ROIENSTE DE MAASSTAD RICHTTE ZICH QP UIT HET PUIN Groolhandelsgebouw bijna voliooid Getroffen zakenlieden sloegen handen ineen OP HET MATJE Druivenplukker Feest in de schaduw van St. Romboutstoren Apen van apen Onbevreesd Aan de fio-olten (Mm etn onbekende w-eïetd Drie maanden geëist tegen spelers ijwiel ITEN. tsevoort 41 elef. 2814 dag van het et ingang van s vanaf 1 uur soon gevr. voor i uitbreiding ind agentschap en volksverz. :e vergoeding, 'isie en incas- ilp inspecteur ien zeer solide 3'elieven uitv. teren. Kleine g vereist. Br. )57 Bur. Ver. Dagbl. Voor- kmaar. PIE ZATERDAGAVOND IN BOTTERDAM, de geteisterde werkstad, is een gebouw, dat het grootste bouwwerk van Europa genoemd wordt, bijna voltooid. Het is het gigantische Groothandelsgebouw, vlak naast het nog altijd gehavende Delftse Poortstation, dat te zijner tijd door een hypermodern centraal station zal worden vervangen. Het merkwaardige is, dat dit Groothandclsgebouw aan de buitenkant niet doet vermoeden, dat het gigantische afmetingen heeft. Toch heeft het die. Een lengte van 220 meter bij een breedte van 85 meter en een zeven-verdiepingenhoogte van dik veertig meter, zijn afmetingen, die in Europa werkelijk niet geëvenaard worden. l_]OE groot het gebouw is merkt men echter pas goed, wanneer men de zwaarste vrachtauto's met aanhang wagens als speelgoedkartetjes naar bin nen ziet rijden. Drie prachtige auto banen lopen dwars door het gebouw. Eén leidt naar de kelder, waar een garageruimte met stalling voor vier honderd auto's is. De tweede weg blijft op de begane grond maar langs de derde baan rijden de wagens via een snel stijgende, prachtig geconstrueerde op zuilen rus- Vandaag hernieuwden we de ken nismaking met ouwe Willem, aan wiens vallen-en-opstaan in de pel grimstocht der mensheid ik reeds eer der een aantal bedroevende regels had te wijden, 't Was het oude liedje met hetzelfde refrein: borrel, straatrumoer, wederspannigheid. Hoeveel keer heb ik u al veroor deeld?, zuchtte de rechter, zoekend in de paperassen. De ene mens is de andere niet zet Willem ootmoedig, maar ik praat geen woord kwaad van d'n edelacht bare. U zit daar niet om vliegen te vangen. Ik ben zus en u ben zó. De rechter keek op schudde het hoofd. In al zijn stevige welvarendheid, de grijze kop met de pretoogjes 'n beetje vooruitgestoken, een ouwe hoed ver frommelend op z'n rug, stond Willem gemoedelijk op z'n vonnis te wachten. Een verweerde rots in de branding van het recht. Saevis tranquillis in undis! i U bent nu 78 jaar en bedrinkt zich, schopt lawaai op straat, beledigt het gezag en slaat de agent, die u overeind helpt, in het gezicht. Wat zegt u daar nu van? U, een oud man. Oud, oud, da's te zeggen. De duvel is oud, zei Willem. Ik heb me hele leve 'n slokkie gedronke, da's beter dan pille-en-poeiers. Nog nooit ziek géweest, nog nooit. Alleen de mazelen, maar dat was toen ik alleen nog maar melk dronk. Ken u nagaan! En die agent dee me wreed pijn, hij brak me nek. llw adres klopt niet met de op gave, ontdekte de rechter in de papie ren. U woont toch bij uw dochter? Da's geweest, zei de oude Pal lieter. Dat wier me te druk an me kop met die kinders. 'k Ben nou bij een weduwvrouw, dat ga best! In pension?, vroeg de rechter hof felijk, maar de oude schudde resoluut de grijze kop. Nee, pensioen was er niet bij, hij trok van Drees en deed de boodschappen voor de weduwvrouw. 'k Heb er een best wijf an! De rechter ging op die vertrouwe lijkheden niet in en gaf het woord aan de officier, dewelke een zware wijs liet gaan: onverbeterlijk, recidivist, dronkaard, belediging en verzet vier maanden. De kadi maakte er drie van. Hebt v nog wat te zeggen? 't Is hoger dan vroeger, d'r is geen genade meer voor d'n ouderdom, de tijde gaan d'r niet op vooruit, zei Willem. Toen keek hij om en glimlachte naar de tribune, breed en onverwoest baar. tende oprit, rechtstreeks naar de los- en laadkaden van de magazijnen op de eerste verdieping. Drie autobanen zijn hier dus boven elkaar gestapeld. De totale lengte van deze banen is 1,2 ki lometer! Hercules-liften CR-zijn meer'cijfers, die een indruk geven van de grootheid van dit uiterst modern ingerichte' handelsge bouw. Voor het maken van de bouw put werd 86.000 M3 grond uitgegraven. Anders gezegd, 34.400 autoladingen. In file geplaatst, zouden deze auto's de afstand Rotterdam-Groningen over bruggen. Er wérd 6:500.000 kg beton ijzer in en aan het gebouw verwerkt. De oppervlakte van het glas beslaat 20.000 M2. Twintig liften, waarvan een groot aantal zo rtiim is en een zo groot hefvermogen heeft, dat er rustig een volbeladen vrachtautomee naar de ze vende verdieping gedragen zou kunnen worden, doorboren het. Zo nodig kan het aantal liften verdubbeld worden, want de nodige schachten zijn al bij voorbaat gemaakt. De inhoud van het gebouw bedraagt 466.000 M3, terwijl de totale vloeroppervlakte 120.000 M2 is. LIET initiatief tot de bouw van het Groothandelsgebouw is uitgegaan van een groep groothandelaren, wier pakhuizen en kantoren in de binnen stad in 1940 verwoest werden. Na over leg met de Kamer van Koophandel heeft de groothandelaar F. Pot Jr het idee geopperd de handen ineen te slaan en gezamenlijk een huis te bouwen, waar alle getroffen groothandelszaken met heel hun hebben en houden in ondergebracht zouden kunnen worden. Honderd twintig zaken beschikken op dit ogenblik al over een plaats of hebben ruimte toegewezen gekregen. Dank zij de medewerking van de overheid en van de Herstelbank bij de financiering van het plan, kon op 18 Mei 1947 de eerste van de 3.100 palen, waarop het gebouw rust, in de grond worden geslagen, op de plaats waar vroeger de Rotterdamse diergaarde ge vestigd was. Aan het einde van dit jaar hoopt men dat het hele pand ge reed zal zijn. Duizend arbeiders vinden bij de bouw werkgelegenheid. Men vindt deze duizend bijna niet terug in het enorme gebouw. Zo zal het straks ook zijn met de 5500 employé's, die in deze kleine stad zullen werken. De oude Belgische stad Mechelen staat op het ogenblik in het teken van de herdenking van de eerste steenleg ging van de ook om zijn wereldbe roemde beiaard befaamde St. Rom boutstoren, welke plechtigheid dezer dagen voor vijfhonderd jaar plaats vond. In het kader van het herdenkings feest is te Mechelen een groots open luchtspel opgevoerd gewijd aan de boeiende geschiedenis van de stad en de toren. Talrijke personen en instel lingen uit het verleden als Karei de Vijfde en de heren van de Hoge Raad. epidemieën, die de stad troffen en gro te wapenfeiten werden uitgebeeld. Van 14 Juni tot 17 Augustus wordt ter gelegenheid van hetzelfde feit te Mechelen een tentoonstelling gehouden gewijd aan de Mechelse bouwkunste naarsfamilie de Keldermansen, die be halve de toren te Mechelen ook wer ken ""voerden in Alkmaar (Grote Kerki Utrecht. Delft en Haarlem. Voor deze expositie beeft de ge meente Alkmaar een schilderij van een kerkinterieur vervaardigd door de schilder Saenredam, ingezonden. Als eert monument voor de daad kracht van de zakenlieden, die bij het bombardement op Rotterdam in Mei 1940, werden getroffen, verrijst in het hart van de Maas stad het Groothandelsgebouw. Tegen het eind van dit jaar zal het gereed zijn. India is sedert enige jaren bezig aan geweldige exportprojecten. Daarbij is ook de uitvoer van duizenden apen geregeld. Het vorige jaar werden er bij voorbeeld 23.257 langstaartige woudbe woners naar het buitenland gestuurd, waar ze welkome aanwinsten in dieren tuinen e.d. vormden. In het begin van dit jaar slaagde men erin zeven en veertigduizend apen te vangen en te exporteren. Het luidruchtige handels artikel dient het land thans op -twee manieren. In de eerste plaats komt er jaarlijks een aardig bedrag aan dollars binnen en tevens wordt het gevaar, dat de apen voor de voedselvoorziening vormen, verminderd. Naar schatting eten de apen in India jaarlijks een hoe veelheid voedsel op, die voldoende zou zijn voor millioenen mensen. Deskundi gen beweren, dat de apen de gewoonte hebben, met hun voedsel te knoeien. Een aap, die normaal van vijf bananen per dag zou kunnen leven, demonteert er eerst minstens tien voor hij goed en wel begin te eten. „Uw hart worde niet ontroerd". Dat staat daar in het veertiende hoofdstuk van Johannes zo eenvoudig, zo simpel weg. Maar hoe geladen van emotie, hoe vervuld van spanning en dreiging zijn de gebeurtenissen, die de achtergrond vormen waartegen Jezus deze woorden heeft geplaatst! Zijn aardse werk is vrijwel volein digd, het wordt tijd om de laatste in structies te geven aan zijn discipelen, die achterblijven als getuigen van het heil en als bouwers van de kerk. Die achterblijven óók als „slachtschaepkens Christi". Want de jonge kerk van Christus krijgt het moeilijk en zij moet dat tijdig weten. De wereld, die geen plaats had voor Christus in het loge ment van Bethlehem, de wereld die geen betere plaats voor hem had dan de schandpaal van het kruis, die we reld heeft óók geen plaats voor zijn evangelie van liefde, geen plaats voor de dragers van de Geest die uit God is. De strijd tussen goed en kwaad blijft voortgaan tot aan het einde der tijden en de kerk, die opgetrokken wordt uit de kracht van het evangelie en het bloed der martelaren, zal al spoedig na Christus' heengaan een „kerk onder het kruis", een kerk der verdrukking worden. Maar niet de kerk alléén krijgt het zwaar te verduren. In zijn afscheidsre de zegt Christus het duidelijk: Gans 't volk zal door het leed van oorlog en bezetting, door de smarten van ver woesting en wegvoering gaan. Jeruza lem zal vallen; van de tempel - dat stuk steengeworden religieuze verstarring en steriele nationale trots zal geen steen op de andere blijven. Jezus voorzegt die komende ellende in ronde woorden. Het is niet zijn ge woonte geweest, de feiten te verdoeze len; hij sprak altijd de waarheid, om dat hij uit de Waarheid" geboren is. Zou hij dan nu, in zijn afscheidswoord, dat tegelijk zijn aardse testament en zijn hemelse troonrede is, de hardheid van de toekomst verhullen? Geen spra ke van. Er komt oorlog! Er komt ver drukking. Er komt vervolging Maar er zijn ook andere feiten en er is .ook een andere toekomst. Want „mijn vrede geef ik u" en mijn vrede blijft met u, alle de dagen tot aan de voleinding der wereld. Vreest daarom niet. Uw hart worde niet ontroerd. Wat ook moge wankelen, wat ook moge vallen: de Geest Gods blijft ds kerk nabij en hoe de storm van ver drukking en .vervolging moge woeden, het Woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken. De kerk had het nooit gemakkelijk in deze wereld, omdat zij zelf te on gemakkelijk is voor de natuur van de mens. zolang zij, getrouw aan haar op dracht, de eis van het gebod doet ho ren. Hebt God lief, bemint uw naaste! Daarom is er altijd geweest en zal er altoos zijn de principiële strijd, in ieder mensenhart «zo goed als in aller- hand sociaal verband, om de prioriteit tussen de dingen die vergaan en de dingen der eeuwigheid. Maar zijn rede en de kracht des Geestes Gods zijn gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid. Daarom zal de ware kerk niet vrezen „al wer den de bergen verzet in het hart der zee", want hij, die de Getrouwe is, zal de zijnen niet begeven noch verlaten. Zijn gunst zal over allen die hem vre zen, in eeuwigheid altoos dezelfde zijn. IN een correspondentie met enkele lezers over het artikel van enkele weken geleden, de JES (Stichting Jeugd en Studenten), blijkt dat men veronderstelt, dat Amsterdam de jeugd hoegenaamd niets te bieden heeft, waar het bos be treft. Dit is een totaal onjuiste veronderstelling. Amsterdam heeft in dit opzicht wel degelijk iets te bieden, maar men weet het niet en men kent het niet. Amsterdam bezit nog altijd zijn „Amsterdamse Bos", in de volksmond bekend als ,,'t Bosplan". Wie zich over dat Amsterdamse Bos smalend en geringschattend uitlaat, demonstreert daarmee alleen, dat hij smaalt over dingen, waarvan hij geen flauw benul heeft. voornamelijk de Noordzijde eibaan, 't deel dus (Jat zich icoon /4a rnoiVioon an dp ty/IJ hadden, niet zo lang geleden, contact met een der vijf boswach ters van dit hoofdstedelijk reservaat, de heer Brander. Wat hij ons vertelde, en vertellend liet zien, is interessant genoeg om er op deze plaats op terug te komen. Zes jaar lang behoedde deze boswachter van de Roeibaan, bevindt tussen de roeibaanen de Nieuwe Meer. Wist u, dat zich daar alleen 85 soorten vogels bevinden, die broeden? Wist u, dat dit neerkomt op een 500 tot 6Ó0 paartjes? Er zijn soor ten, die toe- en soorten, die afnemen. Die op het lag^bos zijn aangewezen verminderen, zoals het kneutje, de tuinfluiter en de spotvogel. Maar door het snel oprijzende bos worden ande re soorten gelokt: de wielewaal, de houtduif, de tortelduif en de Vlaamse gaai. Alleen van de laatste soort broe den er thans 30 paren. Dit zijn maar eenvoudige dingen, maar ze zijn helemaal niet meer zo eenvoudig als men de moeite neemt zich tot dit kleine leven te bepalen. Dan kan het gebeuren, dat de poor ten van een groot wonder voor u ge opend worden. Het wonder van het kleine leven in de grote stad. Wist u, dat de mannetjes twee da gen eerder verschijnen en zich zingend een wijfje zoeken? Hij zingt zo lang en indrukwekkend hij kan, en met dat zingen imponeert hij alle andere soort genoten in de buurt. En wel zó, dat ze verre van z'n erf blijven. En dan komt het wijfje. Gelokt door dat zin gen en misschien ook wsl geimpoiieerd door de moed van dat mannetje. En er wordt een paar gevormd. L)E MENSEN denken, dat de vogels u in dat Amsterdamse Bos maar doelloos en systeemloos rondvliegen. Neen, daar is wel degelijk systeem. Het domein, waarin zo'n vogel vliegt en woont heeft een grootte van circa twee huiskamers. En iedere morgen zingt hij daar. Steeds om te impone ren. Vogels zijn honkvast. Ze blijven waar ze horen. Ze houden niet van verhuizen. In het najaar komt de trek. Dan vliegen ze 5000 kilometer en meet weg, naar het gebied rondom de Mid dellandse Zee of naar Zuid Afrika. En als het opnieuw voorjaar wordt komen ze terug. Wéér 5000 kilometer. En ze keren in dat kleine stukje bos, van 2 huiskamers groot, terug, op dezelfde boom. Na 10.000 kilometer. Is dat geen wonder, vrienden? Van Tjuld-Afrika naar die ene Amsterdamse boom Als men daar goed over gaat naden ken, is het eigenlijk ontroerend. Wie in de Kalverstraat loopt, over het Rokin of door de Leidsestraat, JE schrijft me, beste vriend, dat je het plan hebt op gevat een week met vacan- tie naar Parijs te komen. En nu vraag je me, hoe Je die week het beste kunt in delen, opdat je zo veel mo gelijk van de Franse hoofd stad, ziet, waarbij je je nu toch ook weer niet al te veel Wilt vermoeien. Je ver wacht dus eigenlijk van me, dat ik een soort dagin deling voor je zal maken, die voorkomt, dat je te veel tijd verliest met zoeken of dat je wijken gaat bezoe ken, die voor zo'n eerste Parijse vacantie niet zo erg belangrijk zijn. Laat ik je dan eerst mo gen schrijven, dat je gelijk hebt nu al te komen. De meeste buitenlanders ko men in Juli en Augustus. Maar dat zijn niet de mooi ste maanden en bovendien kan het dan knap warm zijn. Je vertrekt dus Zater dag uit Amsterdam, zodat je tegen etenstijd in Parijs aankomt. Je eerste bezig heid is een hotel te zoeken. Dat doe je het beste in Montparnasse of in het Quartier Latin. Ga niet in de buurt van de Champ Elysées of de Opéra zoeken, want daar zijn de hotels duur. Wat je die eerste avond dan gaat doen, is niet moeilijk te raden. Je moge wat vermoeid zijn door de reis, maar je weet. dat de Parijse feestver lichting alleen 't Zater dags en 's Zondags brandt en daar moet je natuurlijk van profiteren. Al die historische gebouwen, die door ontelbare schijnwer pers verlicht worden, die snuitende fonteinen, je zult zien, dat het een sprookje lijkt. Neem de métro tot aan de Place de l'Etoile. He' beste kun je dan van de Are de Triomphe langs de Champs Elysées naar de place de la Concorde lopen. Vandaar langs de Seine naar het eiland, dat in deze rivier ligt en het lie de la Cité heet. Daar staat de nu verlichte Notre Dame. 70NDAGMORGEN zou ik je aanraden eens op de Eiffeltoren te klimmen. Dat is wel niet zo goedkoop, maar als je boven bent, krijg je zo'n indruk van de grootsheid van Parijs. 's Middags zou ik naar het Bois de Boulogne gaan, waar je van de Eiffeltoren af gemakkelijk heen kunt lopen. Je zult zien hoe ge zellig die speeltuin van de Parijzenaars is. 's Avonds zijn de gebouwen weer ver licht en je zult heus nog wel wat te bewonderen hebben. Maandagmorgen kan ik je aanraden een lange wandeling langs de Seine te gaan maken. Begin maar bij de Eiffeltoren en zwerf langs de kaden tot aan het Louvre. Maandag middag is een mooie tijd, om het Louvre te gaan be zichtigen. Dan is het er niet zo druk en je moet de Mona Lisa en de Venus van Milo toch minstens gezien hebben. Wat je Maandag avond doet, moet je zelf weten. Dinsdag kan ik je Montmartre aanbevelen. Klim 's morgens eens naar boven, bezichtig de Sacré Coeur, slenter wat door die oude dorpsachtige straatjes van de butte Montmartre. zoek er een klein eethuisje voor het déjeuner, ga daar na nog eens voor de Sacré Coeur over Parijs kijken, zak de heuvel af en ver maak je wat op die won derlijk cosmonolistische boulevard de Clichv, waar het bijna altijd kermis is. 's Avonds ziet het er daar in Montmartre heel anders uit. dan is het het centrum, van het nachtleven. Heb je erg veel geld op zak, dan zal je door een bezoek aan een nachtclub heus niet slechter'worden. Maar denk er om, dat het duur is. Het Casino de Paris in de rue de Clichy zal je minder van de franken beroven. WOENSDAG moet je nodig eens over de grote bou levards gaan flaneren. Van Etoile naar de Concorde, via de rue Royale naar de Vil Ie Lumiere is thans het mooist Madeleine (die je kunt be zichtigen) dan naar de Opéra en van de Parijse Opéra naar de Comédie Francaise. Als je dan ook nog wat van de winkels wilt zien, ben je daar wel een hele dag mee kwijt, 's Avonds ben je vrij om naar een toneelstuk of een concert te gaan. Donder dagmorgen bezoek je Mont parnasse, de wijk van de schilders en hun lieve vrien dinnetjes. Donderdagmid dag het Quartier Latin, dat is dus de studentenwijk Wil je zien waar Frankrijke grootste mannen begraven zijn. ga dan naar het Panthéon en als je tijd over hebt, kun je nog naar de Dome des Invalides (op de place des Invalides) gaan, waar Napoleon zijn praal graf heeft. Ben je daarna niet te moe, breng dan de avond door in de wijk van de existentialisten. St. Ger main des Prés. Ga rond negen uur een kopje koffie drinken op het terras van Les Deux Magots, waar je dan tevens die wonderlijke exemplaren wel zult zien rondlopen. Daarna wil de gewoonte, dat je tegen elf uur naar een van de exis tentialistische kelders gaat, tenminste wanneer je van dansen houdt. ALS HET Vrijdag mooi weer is, ga dan naar Versailles. Van bijna alle stations (Gare Montpar nasse, Gare St. Lazare) gaan er regelmatig trein tjes, die je er in een kwar tiertje brengen. In Versail les bezichtig je het paleis van de Zonnekoning, maar vooral ook het prachtige park, dat er achter ligt. Dan breekt je laatste dag al weer aan. Zaterdagmor gen moet je wat inkopen doen. Het is wel gezellig om dan bijvoorbeeld naar een van die reusachtige wa renhuizen te gaan, waar je alles maar dan ook alles kunt kopen en waar de prijzen betrekkelijk laag zijn. Zaterdagmiddag merk je tot je schrik, dat je de parken nog niet gezien hebt en je gaat van de Tuilerieen naar de Jardin du Luxem bourg of de Buttes Chau- mont. Je laatste avond slen ter je wat rond op de plek ken die je het meest beval len zijn en de volgende morgen stap je voldaan maar toch wel wat ver moeid in de trein. Denk njet dat je dan heel Parijs ge zien hebt. Je hebt slechts een flauw idee gekregen van wat je een volgende keer eens wat meer op je gemak zou kunnen bezoe ken. Maar je bent zeker tot de Parijsminnaars gaan be horen. tot hen die met veel gevoel kunnen zingen: J'ai deux amours C'est Paris et mon pays. die ziet daar niets van. Wat weet die van de zes paren zwarte kraaien, die in zes bosjes huizen, daar in dat ene stuk van dat reservaat? Ze leven trouwer dan de meeste mensen, want zwarte kraaien zijn getrouwd voor het leven. Ze leven in die bosjes, slaper er, krij gen er hun kinderen en gaan er dood. Zes paren, niet meer en niet minder. Maar de andere kraaien van Am sterdam? Die hebben geen woonge bied in het Amsterdamse Bos. Dia hebben ergens anders hun huis ge zocht en gevonden. Weet u waar? In 't Bijenpark aan de Sloterstraatweg. Daar slapen 400 Amsterdamse kraaien in een soort, door hen zelf gesticht kraaien-asyl. Noem het een kraaien- flatgebouw. Voor hén was er geen plaats in dat bos. Wel, ze zochten zich zelf een nachtverblijf. Dat zijn alle kraaien uit het Vondelpark en heel Amsterdam-Zuid. Er zijn niet veel mensen, die dit weten: wist u dat in het Amsterdam se Bos dit voorjaar 30 paren wielewa len broedden? Misschien zegt het u iets als ge weet dat bijvoorbeeld in een bosrijke streek als Bergen-Schoorl slechts 7-10 paren broeden. Wist u dat dit bos 200 paren van de fitis kent? Enslechts 12 broe dende roodborstjes? Tegen de winter komen er een 200 uit Skandinavie bij. En wist u, dat het eerste positieve broedgeval van de appelvink in West- Nederland plaats vond indat dooie Amsterdamse Bos? {-JET is allemaal erg klein enheel erg mooi. Misschien wel mooier dan de Leidse- en de Kalverstraat. En zo weinigen, die er van weten, ook Amsterdammers, die maar bitter wei nig van hun bos kennen. Maar er zijn. mensen bezig daarin verandering te brengen. Zij proberen de jeugd van ds Jordaan hierheen te brengen. En de jeugd van de eilanden. Die taak is vol teleurstelling. Omdat men heeft te vechten tegen duizend andere „schoon heden": tegen de revolverhelden van vijf-los-van-de-heup, die de Nieuwen- dijkse volksbioscopen volknallen; tegen de patates-frites-kraampjes; tegen het scharrelen langs de straten; en voor al: tegen de verbijsterende onwetend heid van al die kleine wonderen, die vlak bij huis plaatsvinden, ieder uur van elke dag. Men is abuis als men denkt, dat men naar de Matto Grosso in Brazi- lia moet gaan om daar de wonderen der natuur te aanschouwen; men is abuis als men denkt, dat alleen Cen traal Nieuw-Guinea mysteries te zien geeft. Wonderen en mysteries vinden óók plaats in het Amsterdamse Bos. Men behoeft er alleen heen te gaan, op een vroege morgen in het voorjaar of de zomer en een nieuwe wereld gaat open. Een betere dan in de stoffig- gore woestijnen van Amsterdam-Cen trum, Noord, West, Oost en Zuid. Ik heb diepe bewondering voor die paar mensen, die bezig zijn daaraan iets te doen. Ten slotte zijn we tegen woordig allemaal bezig met onszèlf, onze eigen zaken, onze eigen plannen en onze eigen zorgen. Als de jeugd af zakt en verkommert is dat altijd voor het grootste deelonze schuld. Omdat we geen tijd voor haar heb ben! Mochten er lezers zijn, die meer van dit „werken-aan-het-wonder" willen weten, dan kunnen ze zich richten tot die ene boswachter, die ons aan de poorten van die andere wereld die dingen van Amsterdam liet zien: P. W. Brander, Willemsparkweg 4 boven, Amsterdam. Hij heeft een film van al deze merkwaardige kleine Amster dammers gemaakt en hij is bereid voor iedereen die poorten wjjd open te gooien. Het heeft misschien ook voor u zin daar eens een keer aan te klop pen. Toen de Haagse politie in Augustus van het vorige jaar door een inval in de speelclub „Aristo" te Scheveningen te verstaan gaf, dat het hazardspel ook in verenigingsverband haar goedkeu ring niet kon wegdragen, sloten bijna alle speelclubs in Den Haag de deuren. Zo ook de speelclub „Entre Nous". Eni ge maaden na de sluiting van de club wendde het bestuur zich tot de officier van justitie met het verzoek weer te mogen openen. Een antwoord bleef uit maar aangezien tal van clubs onder tussen het balletje weer lieten draaien, heropende ook „Entre Nous", ditmaal in een perceel aan de Stadhouderslaan. Enkele weken later deed de politie een inval, yoor het Haagse gerechtshof is gistermiddag in hoger beroep tegen de voorzitter en penningmeester, resp. de 51-jarige vertegenwoordiger J. N. D. en de 55-jarige aannemer H. O B., beiden uit Den Haag een onvoorwaardijlke ge vangenisstraf van drie maanden geëist. Het Hof zal op 20 Juni uitspraak doen. I II t a 3 n al 1- t- n cl e at a- 0- 3e se ot

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 5