EEN CIRCUS TREKT DOOR NEDERLAND Minister Lieftinck opent zijn politiek testament Met Frans Mikkenie op tournee Frans Mikkenie Talrijke problemen werden opgelosi Aluminiumconstructie kan tegen een stootje Er is nog sfeer MOEILIJKE TAAK NA DE OORLOG Strijd in parlement boeide hem zeer ft Commissie vakopleiding landarbeiders ingesteld Kantoorbediende stal vijf jaar lang boeken JJAAR waar zoeven nog het witte tentzeil zachtjes op en neer bolde tussen het zilvergrijze geraamte van Europa's modernste circus, schijnt nu alles bespannen te zijn met het diep- awart fluweel van een hemel, waarin op deze kille Junl-avond geen ster twinkelt. Mysterieus, dat hoog naar boven torenende bouwsel van alumi nium palen en spanten tegen die don ker# achtergrond van de oneindigheid. Maar hier beneden werkt de mens: het Nationale Nederlandse Circus Frans Mikkenie heeft nog geen uur geleden zijn laatste voorstelling in Gouda gegeven en waar zo pas nog enige duizenden toeschouwers waren, zijn nu tientallen werkers bezig de zitplaatsen weg te slopen. In de nog steeds hel verlichte piste takelen de „Meteors" de vliegende waaghal zen van daarstraks hun ingewikkeld instrumentarium af en het amphithea- 'WIJF jaar is het geleden, dat Frans Mikkenie zijn Nationale Nederlandse Circus oprichtte. Maar het eerste contact, dat deze zoon van een Maastrichts hote lier met de circus-wereld had, is reeds vijf-en-twintig jaar ge leden. Frans Mikkenie voelde maar heel weinig voor het vak van zijn vader. Zijn hart trok in z'n jonge jaren naar de journa listiek en later legde hij door zijn perfecte kennis van Frans en Duits hij spreekt en schrijft het net zo gemakkelijk als zijn moedertaal gemakkelijk con tact met buitenlandse artisten, waarvoor hij als impressario op trad. In 1934 startte hij met een cir cus-programma in Scheveningen en later was hij het, die van de Nederlandse regering concessie kreeg om buitenlandse circxissen te engageren. Zo kwamen Strass burger naar ons land, de grote, ongeëvenaarde Sarrasani en het Franse reuzen-circus van de ge broeders Bouglione. Na een lange samenwerking met Strassburger stichtte Mikkenie in 1047 zijn eigen circus. Hij begon met groot succes in Rotterdam en maakte daarna zijn eerste tour nee door Nederland. Vervolgens trok hij naar Belgie en begon daar zijn voorbereidingen voor een gigantische tournee n aar Spanje. In Barcelona, Valencia en Madrid waren de resultaten fantastisch. Na Spanje kwamen er tijdens de tournee in Frank rijk grote moeilijkheden door de vernietigende concurrentie van de Franse collega's. Maar Mikkenie zette door, ging naar Italië en veroverde met één slag het Italiaanse publiek in Rome, Firenze, Pisa, Livorno en Genua. In 1951 reisde het circus met uit stekende resultaten in Belgie en Luxemburg. En nu, in 1952, met de Brits- Indische filmster Sabu in het oli fanten-nummer, door Nederland, Een kroon op het doorzettings vermogen van Frans Mikkenie, de man, die niet versaagde, maar zich door alles heenbeet met een ongeëvenaarde 'wilskracht. ter wordt rustig, maar in een nooit af latend tempo afgebroken. Losse werk krachten worden gedirigeerd door spreek-stalmeester Hommerson, die nog in rok rondloopt, en mensen van ad ministratie en van de circuskapel sjou wen de stoelen ge zat in geen circus ooit zo gemakkelijk naar de tapis sières, waar ze zorgvuldig worden ge borgen. Daarbuiten in het licht van enkele grote lampen dreunen de mo toren van de tractoren, die zich moei zaam met hun zware lasten over de verende veengrond voortbewegen, wor den de stallen afgebroken en is het een heen-en-weer gedraaf van vele tientallen; schijnbaar zonder enig systeem. Maar toch kent ieder zijn taak, de taak van al zo heel veel ke ren. De taak van Rotterdam, Middel burg, Brussel, Ostende, Barcelona, Va lencia, Madrid, Romeen nu van Gouda. Het eindpunt van dit alles vindt ge op het stations-emplacement, waar de oranje-wagens zich aaneen rijen en als geduldige, logge dieren slaan te wachten op hun beurt om heel voorzichtig de lange platte wa gens van de spoorwegen te worden opgereden. Met z'n handen diep in zijn jekker gestoken staat daar lading-meester Erkrath. Herkent ge hem? Ja, het is de man die vóór de voorstelling op onmogelijk lange stelten programma's staat te verkopen. Hier, tijdens dit wel zeer belangrijkeonderdeel van de af bouw zwaait hij de scepter. Heel rus tig, heel gemoedelijk. Maar er komt geen wagen scheef te staan en op geen tournee werden ze beter verankerd dan deze, de jubileumtournée. En ze zijn het er allemaal over eens: Erkrath is een prima vakman. „Het loopt lekker" MIENEER KERSTEN, htt manusje- van-alles van Circus Mikkenie: voor-reiziger, reclameman, perschef, is dik tevreden. Het loopt alles lekker. Hij was net nog wel even bang ge weest toen er een kameel een rare sprong maakte en in plaats van in de wagon er naast scheen te komen. Maar het liep alles nog juist goed af en een kameel is niet goedkoop.... Ip de restauratie wordt er gauw even een kopje koffie gedronken. De concurren- tie wordt besproken en het feit, dat je nu nooit van je leven schijnt te kunnen bepalen of een speelstad „goed" of „slecht" zal zijn. De route voor Noord-Holland wordt nog eens bezien en in de gauwigheid gewijzigd, omdat je nu eenmaal op die en die dag in die en die stad niet behoeft te komen. Meneer Kersten is één van die geluk kige mensen, die van zichzelf weten, dat ze niet volmaakt zijn en dat er anderen zijn die al dat werk van hem veel beter kunnen doen. „Ik werk harder dan ooit, maar wat ik in tien uur klaar speel, dat doet Bouman in vijf minuten. „En dan komt het ge sprek op die Bouman, die nu niet Strassburger in België zit, omdat hij als tournée-expert lot in zijn vinger toppen, ook daar de provincie kent als z'n eigen broekzak. Op de weg van het station naar het speelterrein priemen de felle lichten van de tractoren zich door het duister, terwijl ze nijdig brommend hun zware vrachten achter zich aan sleuren. Je bedenkt spijtig hoe romantisch dat vroeger toch wel moet zijn ge weest toen die enorme wagens wer den getrokken door een span van vier, zes paarden, die met hun hoeven het vuur uit de straatstenen lieten opspat ten, opgejaagd door het geschreeuw ACROBATIEK AAN DE LOPENDE BAND Het alluminium „geraamte" van Mikkenie's circus wordt opgezet. van de voerman en het knallen van de zweep. Een andere wereld MAAR HEUS, alle sfeer van vroeger en al die romantiek is nog niet ver dwenen. Stap daar op de hoek dat kleine cafeetje maar eens binnen en ga zitten kijken naar het partijtje bil jart van acrobaten en clowns. Ze heb ben de stamgasten van hun tafels ver dreven, maar die zitten bewonderend en tevreden toe te kijken op een meer bescheiden plekje, vlak bij de tapkast en eigenlijk zijn ze in hun hart maar wat trots, dat juist „hun zaak" de uit verkoren pleisterplaats van al die ar tisten is geweest. Dat eosmopolitische gezelschap brengt kleur en verve in dit anders maar zo heel sobere cafeetje. Het schijnt nu niet meer van Gouda le zijn, maar van een andere wereld. Een wereld, die niet die is van de stamgast, maar waar hij in zijn hart zo vaak naar kan verlangen. Waar het leven zo veel eenvoudiger lijkt, waar sleur een ongekend begrip moet zijn. Ze zijn er een beetje stil van, die stamgasten en ze filosoferen zo wat over hun glaasje bier, terwijl ze be denken hoe dat alles morgen weer voorbij zal zijn. Het zal er weer even kaal en ongezellig zijn als vóór die eerste avond, toen de Zacchinis bin nen stapten. Binnen zal een achtergelaten kring van een glas bier de enige stille ge tuige zijn, precies als daar buiten op het weiland de kring van de piste de enige herinnering zal zijn, dat de ko medianten hier voorbij trokken Maar nu klinkt daarbuiten nog het lied van de afbouw, is er nog acroba tiek aan de lopende band als die ke rels daar hoog boven in de aluminium bouw de pinnen los slaan van dit enorme mecano-werkstuk. Dat knappe staal van vindingrijkheid en kennis van Nederlandse ingenieurs, dat stor men verdroeg, waartegen een gewoon chapiteau het reeds lang had moeten afleggen. Spreek maar eens met de mensen van Mikkenie, die de tournee in Frankrijk hebben meegemaakt, over Toulon, waar een orkaan de palen van de binnenste ring centimeters hoog liet dansen. Steeds eenzamer wordt het om het langzaam kleiner tent-geraamte. In een hoek staan nog een paar van die luxueuze „campings", die morgen over de weg naar Leiden zullen gaan, evenals de zware „Macks" met hun aanhangwagens, die er al zullen zijn vóór de circustrein het emplacement van Leiden komt binnenrollen. Het circus-festijn voor Goud* is voorbij; een gebeurtenis in het leven van de stedeling, een korte episode in de geschiedenis van het Nationale Ne derlandse Circus Frans Mikkenie, dat dit seizoen het vijfde jaar van zijn bestaan viert. Leiden wacht met spanning Kn wij in Noord-Holland ook! Z. Nieuw baliet van Kurt Jooss In de opera te Essen is dezer dagen onder groot enthousiasme van het pu bliek de premiere gegaan van een nieuw ballet van Kurt Jooss: „Der Weg im Nebel" (de weg in de mist). De in houd is samen te vatten in de volgen de woorden: Terreui; en oorlog ver woesten het leven van de enkeling door ballingschap en concentratiekam pen. In het leven van de achterblijven- den rijzen steeds weer de schimmen van hen, die zijn heengegaan. Na de grote catastrophe is opgaan in het werk voor de ontredderden de enige mogelijkheid tot een nieuw leven. Het ballet-Jooss zal de komende dagen in ons land verschillende voorstellingen geven en o.m. dit ballet ten tonele brengen. Dan zal ook het ballet Dithy- rambus worden vertoond. Voorstellin gen: 2 Juli Utrecht, 3 Juli Rotterdam, 9 Juli Amsterdam. Mevrouw Vibek» Mikkenie met de panter, die zij als verjaardagsgeSchenl ontving van John Ringling, directeur van het bekende circus Barnum and Bailley. (Van onz» Haagse redacteur) £R lagen drie grote, dikke plakboeken op de tafel voor minister Lieftinck, toen hij dezer dagen de parlementaire en financiële redacteuren der dag- en weekbladen om zich had verzameld om afscheid te nemen van hen vóór zijn vertrek naar Ankara. In die boeken waren netjes gerangschikt honderden spot prenten en caricaturen van Nederlands meest omstreden minister, ais evenzovele bewijzen, dat deze bewindsman gedurende zeven Jaren In het middelpunt van de belangstelling heeft gestaan en hem gedurende die tijd de critiek en zelfs de verguizing niet bespaard ls gebleven. Prof. Lieftinck moge vaak harde maat regelen getroffen hebben, in de dagelijkse omgang is bij een goedmoedig mens. De in platen vastgelegde spot is hem dan ook niet bijzonder onaangenaam ge weest, zo verklaarde hij. Trouwens.er is ook wei eens wat vriendelijks van hem gezegd. zo zeide hij is hij voor talrijke problemen geplaatst geweest, lang niet altijd liggend op zuiver financieel ter rein. Na de oorlog is de taak van een minister veel omvangrijker geworden dan daarvóór. Vóór 1940 lag het zwaar tepunt op de begroting en op de mid delen. Na 1945 eiste vooral het mone taire beleid zijn volle aandacht op. Men denke hierbij aan de verstoorde valu ta-verhoudingen en de ongunstige be talingsbalans, waarmede men vroeger nimmer te maken kreeg. Vóór de oor log bestond er ook geen oorlogsschade vraagstuk en waren er geen subsidie kwesties. Daarnaast moest hij zich bezig hou den met de problemen van de finan ciën buiten de overheidssector, zoals de herstelfinanciering, de financiering van de woningbouw, grote projecten in het ecoomiscbe leven, als de Spoorwegen, deK. L. M., de Artillerie-inrichtingen en Breedband. Vraagstukken van het rechtsherstel en van juridisch-finan- ciële aar'd vroegen sterk de aandacht. Hierover hoopte hij nog nota's aan de Kamer aan te bieden, waarin hij rekening en verantwoording van het gevoerde beleid aflegt. Ook internationaal heeft minister Lieftinck veel arbeid moeten verrich ten; hij stond aan de wieg van het in ternationale monetaire fonds en van de internationale bank voor herstel en -ontwikkeling. Talrijke internationale conferenties vereisten zijn aanwezig heid elders. De bewindsman had de indruk, dat tal van vraagstukken thans opgelo-# zijn: er is een monetair evenwicht en. er is evenwicht in de begroting. Het betalings-balansprobleem staat ar thans veel gunstiger voor dan enige tijd geleden. Het moeilijke blijvende dollarvraagstuk is nog niet opgelost, maar dat geldt ook voor andere lan den. Is het verstandig al dit werk nu los ie laten? vroeg prof. Lieftinck zich af. Hij vertrouwde ons toe, dat hij reeds verleden jaar bij de kabinets formatie een sterke neiging bij zich voelde opkomen om te zeggen: „Ik doe het niet )fnger". Hij kon namelijk geen verantwoordelijkheid dragen, ais er geen zekere stabiliteit was. Ook ■was hij buitengewoon moe. Niettemin heeft hij zich weer laten „inhuren", evenwel op de nadrukke lijke voorwaarde, dat hij eventueel niet gehouden zou zijn de volle vier jarige periode uit te dienen. Toch is hij tot het einde gebleven en hij is daar naar hij verzekerde niet treurig om. De oplossing van een aantal kwesties kon daardoor voltooid worden. Ook heeft hij nog kunnen meemaken de uitslag van deze verkie zing. die aldus de bewindsman het beleid van de P. v. d. A. niet zo sterk heeft veroordeeld als de verkie- zingslectuur van een aantal partijen zou hebben doen vermoeden. Thans heeft prof. Lieftinck grote be- Wat de minister verder aan de jour nalisten toevertrouwde, werd tot een soort politiek testament. Hij vestigde er de aandacht op, dat hij zeven jaar achtereen aan het bewind geweest is en dat hij gedurende die tijd het voor recht gehad heeft samen te werken met dr Drees en de heer Mansholt, die eveneens van de bevrijding af aan een portefeuille hebben beheerd. Daar door heeft er continuïteit bestaan, het geen van1 groot belang was voor de ge zamenlijke verrichte arbeid. In de afgelopen zeven jaren heb ik drie ambtgenoten door de dood verlo ren aldus prof. Lieftinck. Het waren de heren Huismans, Fiévez en Van Maarseveen. Ook met hen had hij pret tig samengewerkt en daarom wilde hij hen gedenken. Men heeft eens geprobeerd uit te rekenen, hoeveel collega's ik gehad heb. zo vervolgde hij. Hët waren er 37. Met veel genoegen denk ik aan hen terug. Op het departement van Financien en met name op de thesaurie was de minister langzamerhand een van de veteranen geworden. Vroeger „ver sleet" een thesaurier-generaal soms vier ministers. Welnu, prof. Lieftinck heeft vier thesauriers-generaal en boven dien nog drie secretarissen-generaal „versleten". Ook heeft hij verscheide ne hoofden van afdelingen zien komen en gaan. Dankbaar was de minister voor de samenwerking op zijn departement. Ongeacht de eigen politieke overtui ging zijn alle ambtenaren bezield ge weest met bet. sterke besef van de ge meenschappelijke verantwoordelijkheid. Men liet zich steeds leiden door de liefde voor het werk. Een van de boeiendste kanten van zijn werk noemde hij het contact met de beide kamers van de Staten-Gene- raal. Prof. Lieftinck houdt van ae parle mentaire strijd, al was deze niet altijd even gemakkelijk; men denke slechts aan de belastingontwerpen en de cre- diet-contröle. De regering is steeds ge dwongen de medewerking van de Ka mers te verwerven. Telkens moet een bewindsman door die vuurproef. Met trots gewaagde hij ervan, dat hij nim mer de strijd om een wetsontwerp ver loren heeft. Wei kreeg hij meermalen moties en amendementen te incasseren. Hij betreurde het, dat enkele keren de krachten tegen hem werden geeon- sentreerd. niet naar hii vermoedde uit zakelijke, maar uit politieke overwegingen. Doch ook daar is hij doorheengekomen. De bewindsman achtte het overbodig een overzicht te geven van alle be langrijke wetsontwerpen, waarin hij de hand gehad heeft. In het algemeen hoef te zijn werk neer te leggen. Hij kon zijn ontslagaanvrage ook niet langer uitstellen, omdat de internatio nale bank voor herstel en ontwikkeling reeds enige tijd geleden een beroep op hem gedaan heeft, om als adviseur van de Turkse regering op te'treden. Hij had reeds uitstel gekregen, omdat de bank de situatie, waarin hij ver keerde, begreep. Gaarne heeft prof. Lieftinck zijn nieuwe functie aanvaard. In de "eerste plaats omdat hij nu, zoals tijdens zijn hoogleraarschap, de gelegenheid zal PROF. LIEFTINCK ....keert „Financiën" de rug toe..., krijgen tot rustige bezinning op de grote vraagstukken van financiële, economische en internationale aard en in de tweede plaats, omdat hij, gelooft, dat hij in Turkije nuttig en belangrijk werk zal kunnen verrichten. Niet al leen ten bate van het land zelf, maar van de gehele wereld. Dit aspect heeft hem zeer aangetrokken. Turkije had geen bezwaar om hem te ontvangen. De .bewindsman ver wachtte, dat er in Turkije goede voor uitzichten zijn. Hij was er allerminst rouwig om, dat de kabinetsformatie „dat zijp altijd heel vervelende dingen" nu aan hem voorbij gaat. Op enkele hem gestelde vragen ant woordde prof. Lieftinck tenslotte, dat hij zich als de ontwikkeling dit toe laat nog met de desbetreffende com missie uit de Tweede Kamer in ver binding zal stellen over het effecten- rechtsherstel. Tegenover de Benelux stond hij niet zonder vertrouwen. Maar er moeten nog tal van vragen worden opgelost. De Economische Unie is niet alleen afhankelijk van de interne voor waarden, die in de drie landen verwe zenlijkt moeten worden, maar ook van politieke en economische aard op Europees terrein. Op zeer korte termijn zullen zich geen grote perspectieven openen, maar op de lange duur komen we steeds dichter bij de Benelux-gedachte. Uiteraard zal prof. Lieftinck geen Eerste Kamerzetel aanvaarden. Hij staat evenwel op de lijst van de P. v. d. A„ omdat niet te zeggen valt, hoe lang hij in Ankara zal vertoeven. De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening heeft een com missie ingesteld om hem te adviserea over de mogelijkheden van de oplei ding tot vakbekwame landarbeiders met subsidie van overheidswege. Voor zitter der commissie is ir N. van Vliet, directeur van het landbouwonderwijs secretaris de heer P. van der Schans, adjunct-secretaris van de hoofd-afde- ling sociale zaken van de Stichting voor de Landbouw. Premie uit Terlingenfonds voor woningverbetering In verhand met een verruiming van de middelen van het Terlingen-fonds zal het mogelijk zijn op een ruimers schaal premiën toe te kennen voor ver betering van slechte woningen van bo nafide eigenaren, die niet in staat zijn uit eigen middelen de noodzakelijke verbeteringen te bekostigen. Aanvragen voor dergelijke premiën moeten bij de gemeentebesturen wor den ingediend. Voorwaarde is o.m. dat met de verbouwing geen aanvang is gemaakt op het ogenblik van indiening van het verzoek. De beslissing of da aanvrager voor toekenning van een premie in aanmerking komt, berust ibij de gemachtigde van het Terlingen- fonds (particuliere schenking). Het toe te wijzen premiebedrag zal ten hoogste de helft'van de gemaakt» kosten kunnen bedragen met een maximum van 50 pet. van f 2800. Een Leidse kantoorbediende heeft er vijf jaar een gewoonte van gemaakt boeken te stelen uit Haagse boekwin kels. Later verkocht hij de boeken. Op deze manier heeft hij voor een waard» van 35.000 a 40.000 gulden bijeengekre gen. Toen hij hoorde dat iemand an ders voor dergelijke diefstallen gear resteerd was. hield hij er mee op. Nu heeft de politie hem toch nog kunnen aanhouden. „Derde Weg" wil Nederlandse troepen in Korea terugtrekken De vredesbeweging „De Derde Weg" heeft in een telegram, gericht aan mi nister-president Drees, onmiddellijk terugtrekking gevraagd van de Neder landse troepenmacht uit Korea. De be weging zegt van mening te zijn, dat de Amerikaanse luchtaanvallen op da electrische centrales aan de Jaloe als onderdeel van de militaire actie van de Verenigde Naties in Korea, het gevaar van uitbreiding van de oorlog buiten Korea belangrijk vergroten en dat deza operaties er belangrijk toe bijdragen de deelnemende landen in geheel Azi» gehaat te maken. Hoger pensioen Kamerleden Bij de Tweede Kamer is een voorstel van de regering ingediend, om het pensioen voor leden dezer Kamer te verhogen van f 187.50 tot f 207.50 per jaar voor elk jaar, dat zij ztting hebben gehad, zulks tot een maximum van f 3750.Reeds verleende pensioenen alsmede pensioenen voor weduwen en wezen van Kamerleden zouden dien overeenkomstig dienen te worden ver hoogd. Weer interimregeling inzake ziektekosten rijkspersoneel De ministerraad heeft besloten ook voor 195a een interimregeling ziekte kosten voor het betreffende rijksperso neel in het leven te roepen. Het ligt in het voornemen bij deze regeling, Welke in hoofdzaak gelijk zal zijn aan dia voor 1951, uit te gaan van een ver hoogd percentage van 1,9 pet. van da bezoldiging op het loon en gelijktijdig de maxinum-bedragen op te voeren tot f 60.— (gehuwden) onderscheidenlijk f 30.(ongehuwden) per jaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 9