slETIE
NA WESTERVELD EEN TWEEDE
Sinds1945 bouwde ons land
vierhonderd schepen
ruim
Xo-t (mui Xiinteïe ïïlaaAteti
IEKEN
CREMATORIUM IN DIEREN
George Brennen Amersfoorts
Amerikaanse bus-chauffeur
ien
ol - Een
ijntje
ng iot fief
'aatst
kendeV.S.
content zijn
Ervaringen worden
ten nutte gemaakt
Een uitstekende
ambassadeur
Ulaai de. branding, pnqt, de.
meeuw-en fagieti en men
%,Cefi$,eê$ U
Tekort aan geschoolde krachten remt
de ontwikkeling
Tot 1956 is er geen
helling onbezet
ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1953
premières te ko-
ara" en met de
iet Uw moorde-
ït enige moderne
dse Comedie is.
het klassieke o!
dan ook Trijntje
Nederland. Van-
voor oude stuk-
ïn, totdat Berlijn,
op volle toeren
ele Nederlandse
iangemeld? Het
ictie bedroevend
n komische rol over-
iuf was onverbeter-
itastisch als Bibber»
er niet toe, dat van
:rkenden eigenlijk al-
ïge niveau baalde als
en evenmin, dat Gi)s-
le Nar volledig faalde,
goede drietal en niet
Shakespeare een flon-
en stralende toneel-
ng in herinnering zal
>r Van Dalsums voor-
daar want Trijntje
•toire houden en komt
erking voor een vol»
)menade die weer»
e de Nederlandse Co-
ajoor Barbara in het
in Amsterdam bracht,
rederick Knott is de
jster, Joan Remmelts,
ans Kaart en Ina van
rs.
begint in tegenstelling
hrillers met de opzet
i daarna volgt het ple-
rd. En het publiek is
van overtuigd, dat de
achter zal komen, hoe
n elkaar zit, want die
almaakte misdaad, vol-
ijk alle opzichten. En
ste halve minuut komt
die ontknoping is zo
o verrassend, dat men
de een ovatie brengt,
het slot der bedrijven
applaudisseren, als ge-
■me spanning!
uw moordenaar is in»
treffelijke thriller, an-
adembenemend. Meer
niet van. Want het
iet zien, in gezelschap
van een spannende
il de bezoekers van de
ïlling al naar binnen
uitroept: De buttler
i! De buttler heeft het
hie is een vervelende
len niet de minste be-
;e imiteren.
oningenavond" en „U
moordenaar" zijn een
ïbbel en dwars waard.
eel niet toegekend. De
este mannenrol kwam
aanse acteur Fredrit
vertolking van de titel-
a Salesman (De dooi
reiziger).
Amerikaanse
electie
•eeg de prijs voor de
iding als geheel, een
van het feit, dat Ho'-
ïetië altijd zijn beste
t twee speciale prijzen
aan de Britse fjhn
lexander Mackendrick>
bijzondere paedagogi-
van dat werk over een
dat leert spreken: de
'ranse gekleurde teken-
et le Romanneur (He>
n de schoorsteenveger'
lult. Over die tekenfilm
lijkheden geweest. Gn-
tevergeefs, verzet te
le film niet geheel wu
producent ervan, Andre
rd en dat nam hij niet-
k over geprocedeerd en
is dus te Venetië toen
gebeurde dat met suc-
toch wel een bijzonder
inde zal zijn!
e malen te Venetië de
epte, heeft ook ditmaa
s Jeux Interdits en L®
werden nu bekroond'
Nuit (De nachtelijke
'an René Clair, die..--
i vertoond. Uiteraar
een keur van Franse
t geen gewone pro»
-nationale filmpers, ee
die zich van dat be-
(Van onze speciale verslaggever).
DE Vereniging voor Facultatieve Lijkverbranding zal over
gaan tot de bouw van een tweede crematorium, in het bij
zonder bestemd voor het noorden, het oosten en het zuiden
des lands. Als plaats van vestiging is gekozen Dieren, aan de
spoorlijn ArnhemZutphen, waar de vereniging, dank zij de
medewerking van de gemeente Rheden, waarvan de gemeente
raad met 15 tegen 8 Stemmen de betreffende aanvraag goed
keurde, de beschikking heeft verkregen over een terrein van
8% H.A., aan de Imbosweg, in de onmiddellijke nabijheid van
de weg naar DierenLaag-Soeren (EerbeekLoenenApel
doorn). Naar een ontwerp van architect H. C, P, Nuyten te
's-Gravenhage, zal daar een crematorium, met bijbehorende
gebouwen en personeelswoningen verrijzen, dat, naar verwacht
wordt, einde 1953 in gebruik zal kunnen worden genomen. In
December van dit jaar zal met de bouw, waarmede zes en halve
ton gemoeid zullen zijn, worden begonnen.
DE voorzitter der vereniging, de heer
A. H. Wegerif uit Den Haag, heeft
enige bijzonderheden omtrent de plan-
Ren voor Dieren medegedeeld.
De heer Wegerif liet aan die details
een kort historisch overzicht ten aan
zien van de crematie in Nederland voor
afgaan. Hij herinnerde aan de moeilijk
heden, waarmede de Vereniging voor
Facultatieve Lijkverbranding in het
verleden te kampen heeft gehad, moei
lijkheden en bezwaren, welke er ook nu
zijn, nu de nog van kracht zijnde Be
grafeniswet op de helling zal komen.
(Van onze correspondent te New York)
niets behoeft aan
te
VANMORGEN vroeg gingen er vijf
namen, elk geschreven op een iden
tiek wit papiertjedat zorgvuldig was
toegevouwen, in de hoed van de alge
mene bedrijfsleider van New York's
Third Avenue Transit Corporation,
Vier waren er van gehuwde buschauf
feurs, de vijfde van een aangeleun
deGeorge Edward Brennaneen
boom van een kerel (1 meter 84), die
misschien ook vanwege zijn lengte de
gunst van vrouw Fortuna aantrok. De
man, die zijn hand in de hoed stak,
haalde Brennan's naam er uit. Een
telegram werd ijlings verzonden en
drie juryleden slaakten een zucht van
I verlichting: aan een dilemma was een
einde gekomen. Om van 3200 bus
chauffeurs de ene man te vinden, die
I representatief was voor al zijn colle-
po's, bleek een bijna even moeilijke
teak als om in Nederland een kabinet
te vormen.
George Brennan is dus de man, die
een maand lang .de plaats zal innemen
ren zijn Amersfoortse collega Jan van
Gent, die zoals wij reeds meldden
'Woensdag naar New York is vertrok
ken om Brennan een maand te ver-
vangen.
I ATER op de dag hebben wij Brennan
wat uitvoeriger gesproken dan mo
gelijk was geweest tijdens het „tribu-
naai" waarvoor twaalf finalisten hun
candidatuur om als ambassadeur van
goeden wil naar Nederland te gaan,
moesten verdedigen. Laten wij u het re-
kas van de vele dropkens zweet bespa-
Jen, die er mee gemoeid waren om van
3200 busschauffeurs twaalf finalisten tg
vinden: twaalf New Yorkers wier staat
van dienst als chauffeur en als mens on
besproken was en die zich, om het en
thousiasme dat zij in hun oorspronke
lijke brief hadden weten weer te geven,
een plaats onder de finalisten hadden
verworven,
George Brennan had geschreven: „Dit
is een machtig idee en een prachtig
idee. Ik kan goed met mensen opschie
ten en het vervullen van een dergelijke
ambassadeurstaak is een kolfje naar
mijn hand, hoogachtend, George Brem
nan"
Toen wij hem, tijdens het „tribunaal"
vroegen, hoe hij zijn taak dacht op te
vatten, antwoorde Brennan: „Precies
zoals ik mijn werk in New York doe.
Rustig zijn, je niet van de kook laten
brengen, en mij een waardig vertegen
woordiger van onze chauffeurs en onze
maatschappij tonen".
DRENNAN is een man met een sterke
zelfdiscipline. Zijn dertien-jarige
dienstverband met de maatschappij is
slechts onderbroken geweest door zijn
dienst in het Amerikaanse leger. Hii
was een infanterist en zwaaide af met
een borst vol medailles en herinnerin
gen aan vele veldslagen.
„Gedurende de oorlogsjaren trok tk
door Ierland. Engeland, Wales, Schot
land, Frankrijk, Belgie en Luxemburg.
Maar ik kan mij niet herinneren het
vasteland gezien te hebben of met de
bevolking ook maar enig contact te
hebben gemaakt. Er waren bijna
altijd loopgravenen wij moes
ten steeds maar verder! In Nederland
ben ik nog nooit geweest. Toen ik
vanmorgen hoorde, dat de jury mij had
uitgekozen, ben ik meteen naar de
K.L.M. gegaan om wat literatuur over
Nederland te vragen. De juffrouw ach
ter de balie zei, dat zij wat zou gaan
opzoeken. Zij bleef nogal lang weg. Ik
begon net te concluderen, dat zij mij
wel niet voor iemand zou aanzien, die
een dure luchtreis gaat maken, toen zij
met een stapel boekjes en folders
kwam aandragen. En met een kaart
van Nederland. Wij hebben samen naar
Amersfoort gezocht (zij was ook een
Amerikaanse), maar zonder de hulp
van een ander K.L.M.-meisje hadden
we het niet gevonden. Zij had gezegd,
dat Amersfoort ergens bij Krooninken
lag...."
„Ik twijfel er niet aan, dat ik in
menig opzicht in Nederland heel an
dere levensomstandigheden zal aan
treffen dan wij hier gewend zijn
iets wat Jan van Gent precies zo zal
ondervinden. Dait maakt het ontzaglijk
interessant. Mijn kameraden hier heb
ben mij al gevraagd om bij mijn terug
keer een hele avond een lezing te
houden. Dat zal ik graag doen."
Brennan is een vertrouwensman van
een groep van 225 New Yorkse bus
chauffeurs. Als secretaris van deze
groep heeft hij nauw contact met het
Amerikaanse vakverenigingswezen en
hij hoopt in de gêlegenheid te zijn con
tact te maken met zijn tegenvoeters in
Nederland.
Een fraaie luchtopname van het
crematorium „Westerveld" te
Driehuis.
Erkennende, dat de wetgever in prin
cipe de eerste, zij het nog aarzelende
stap doet op de weg, welke leidt tot
erkenning van de crematie, leven bij
de Vereniging voor Facultatieve Lijk
verbranding tegen hetgeen nu wordt
voorgesteld, bezwaren, welke bezwaren
culmineren in de volgende punten:
1. De invoering van het codicil, een
schriftelijke verklarti? van de be
trokkene, dat het zijn wil is gecre
meerd te worden. Is een dergelijk
codicil niet aanwezig, dan kan tegen
de crematie bezwaar gemaakt wor
den. Zodat deze niet doorgaat.
2. Crematie van een kind is niet
mogelijk, tenzij de ouders daartoe ver
lof geven en er geen bezwaar binnen
komt, van wie het laatste jaar met
de opvoeding van het kind zijn belast
geweest. Deze bepaling zou, naar de
mening van de beer Wegerif, de ver
antwoordelijkheid en de definitieve
beslissing overhevelen van de ouders
op derden, welke overheveling de
voorstanders van de crematiegedachte
niet kunnen aanvaarden.
S. Het verbod voor de overheid een cre
matorium te exploiteren. Deze bepa
ling zou betekenen, aldus de heer We
gerif, dat de exploitatie en houw van
crematoria uitsluitend gelegd wordt
in handen van particulieren. Wat,
naar de mening van de heer Wegerif,
niet aanvaard kan worden. Al was 't
alleen maar uit sociaal-economische
overweglngen.
De minister van wederopbouw in het
vorige kabinet heeft 24 Juni 1952 toe
stemming gegeven tot de bouw van een
crematorium, waarop zoals gezegd, me
dewerking van het gemeentebestuur van
Rheden volgde.
Het hoofdgebouw, dat een oppervlakte
zal beslaan van 35 bij 45 m., zal een aula
krijgen van 16 bij 20 meteijomet 60 zit
plaatsen en de nodige nïimte voor
staanplaatsen. Voor de plaatsing van de
kist is een podium ontworpen, waar
twee deuren toegang zullen geven tot
een ruimte daarachter en de ovenruimte.
TEN bijzonderheid is, dat de "kist niet
meer verticaal aan het oog onttrokken
wordt, dus wegzakt, als op Westerveld,
maar in horizontale richting door de
deuren verdwijnt. De ontwerper meent,,
dat daardoor de rust en de wijding van
dc handeling verhoogd zullen worden.
Aan de aula zullen de ontvangstzalen
voor familieleden en anderen grenzen.
Het zal niet meer nodig zijn, als op
Westerveld, dat aan een speciale ont
vangstzaal een stoet gevormd wordt. Dê
lijkstoet zal tot voor de ingang van de
aula kunnen rijden, waarna de familie
en anderen naar binnengaan en het
stoffelijk overschot achter wordt bin
nen gedragen. De aula zal voorzien wor
den van een fraai orgel. Bijzondere aan
dacht zal besteed worden aan de dag
verlichting van de aula, waarvoor een
bijzondere achterwand is geprojecteerd.
Het terrein zal ten dele benut worden
voor de bouw van een Colombarium.
Op Westerveld vinden per dag gemid
deld vijf tot tien crematies plaats. Voor
Dieren wordt voorlopig gerekend met
een aantal van twee per dag.
De heer Wegerif wees in het bijzon
der op de uiterst prettige samenwerking
tussen zijn vereniging en de V-ereniging
voor Lijkverbranding A.V.V.L. Deze
heeft ruim 33.000 leden, de Vereniging
voor Facultatieve Lijkverbranding
ruim 46.000.
iillllBliBiiOBiiiiiiiiniiiffliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim WAT WIJ DEZE ZOMER BELEEFDEN niniiiiniiliBimiinnïïminnnniininïïllimiiniiraffliinmuiiwiiiiniiïï
PINTERE MAARTEN is een
goedheilig man geweest.
Naar verluidt heeft hij een
arme bedelaar de helft van
zijn mantel cadeau gedaan.
Er wordt niet bij verteld, of
hij deze weldaad in het be
gin van November heeft
verricht dan wel in een
Noordelijke zomer. Noch, of
een man dan wel een heel
gezin het slachtoffer van
deze goedheid is geworden.
Ook weten we niet, of de
mantel van katoen dan Wel
van wol is geweest. Zou een
aantal van deze vragen het
antwoord erlangen, dat uw
penneslaaf als het meert juis
te beschouwt, dan... Ja, dan
ziet het er naar uit dat.
Uw dienaar heeft name
lijk zijn vacantie doorge
bracht in iets, dat waar
schijnlijk is samengesteld ge
weest uit die halve mantel
en uit de wandelstok van de
gelukkige bedelaar. De tijd
des jaars moet ongeveer half
November zijn geweest, al
vermeldde de kalender een
datum ergens in Juli. Want
het woei en het regende
overvloedig en Sintere
Maartens mantel klepperde
en dreunde, alsof er een
veldslag gaande was. Over
de temperatuur zullen we
slechts zeggen, dat we trui
en te weinig hadden meege
bracht. En we hadden toch
een grote kist warme spul
len bij ons
Voorhands lijkt dit ver
haal nog niet erg op een
dankwoord aan Sint Maar
ten. Voor d« objectiviteit
leek het ons achter wense
lijk het zuur voorop te zet
ten en daarna tot vermel
ding van al het zoet over
te gaan. Want er is veel re
den tot lof jegens de bis
schop van Tours. Viervoudig
heeft hij zijn naam gegeven
aan een der heerlijkste stre
ken van ons gewest. Rijke
troost deelt hij uit aan de
gekwelde stedelingen, die
de bevolking geleerd, dat
badgasten lieden zijn, die
men straffeloos kan ontdoen
van zijn geld op een manier,
die zekere professor Piet en
zijn onderzaten tot kleine
kinderen op het gebied der
belastingheffing maakt. En
bijna overal kan men toch
steeds weer ervaren, dat de
mens een kuddedier is, die
zinsgelijken ontvliedt om er
zich elders met hartstocht
weer bij aan te sluiten. Want
daar hun schaarse vrije da
gen komen doorbrengen.
Wat wil men meer dan
rust en stilte in zijn vacan
tie? Overal langs onze kust
vindt men die gelukkige
combinatie van duinland en
poldergebied vain dor geel
zand en grazige weiden, die
deze landouwen zo aantrek
kelijk maakt. Overal langs
onze stranden kan men zout
water proeven en met zijn
kinderen forten opwerpen
die dan later door de bran
ding weer worden weggesla
gen. Maar bijna overal heeft
de gezelligheid vain al onze
badplaatsen steekt niet in de
rust, die men er vindt, maar
in de massa's homines sa-
pientes die men er ontmoet
en in het lawaai dat er
wordt voortgebracht.
Welnu, tot lof van de be
keerde krijgsheld uit Tours
dient te worden gezegd, dat
in de streek, waar zijn naam
wordt verheerlijkt, een bij
na gewijde stilte heerst.
Men hoort er de branding
op het strand dreunen, men
hoort er boven de wateren
de meeuwen krijsen en bo
ven het land de leeuweri
ken jubelen. Andere gelui
den hoort men er niet. Mea
is er volkomen bevrijd vaal
de tallozen, die men drie
honderd dagen per jaar
moet begroeten zonder dat
men iets als een band voelt.
Men ontmoet er slechts zich
zelf en die enkelen, met wie
men tafel en bete deelt. Die
ontmoeting is op zich zelf
een verrassing. Want in die
stilte ontdekt men vaak, hoe
sterk men in dit jachtige le
ven vervreemdt van wie u
het liefst en het naast moes
ten zijn.
Och nee, schokkende din
gen beleeft men niet in het
gebied van de heilige Mar-
tinus, in en om die vriende
lijke, boeiende streek die
viervoudig zijn naam draagt.
Men speelt er met zijn kin
deren op het strand, ontdekt
er dode bruinvissen en aan
geschoten zeemeeuwen,
vindt er een mooie schelp of
een ander klein zeewonder
men kust er zijn vrouw
en is dankbaar, dat het mo
gelijk is dit feest tezamen
te beleven.
Laat dit dan, ondanks de
kou en de regen, ondanks
de eigenlijk veel te kleine
behuizing, worden gezegd
tot lof van Sint Maarten:
dat het er goed is te zijn in
de luttele dagen, waarin men
„het leven" achter zich laat
en eindelijk zichzelf mag
zijn.
(Van onze speciale verslaggever).
TUFFEND en hijgend trekt een nietig motorbootje een
houtvlot door het brede water van het Rotterdamse haven
gebied, Een kleine terrier, vasthoudend en onverstoorbaar,
Een zware zeesleper schiet met een sierlijke zwaai achter het
vlot langs. Een schuimende voor en een heftige deining tekenen
de speelweg, die deze machtige vertegenwoordiger van Hol
lands glorie zich door het rusteloze water ploegt. Een sleep van
diepgeladen Rijnaken hier, hoog uit het water oprijzende zee
schepen daar en dat alles tegen een achtergrond van loodsen
en kranen bepalen verder het zo karakteristieke beeld van
Neerlands eerste zeehaven, waaromheen zich de stad groepeer
de, die de Duitsers in 1940 van de aardbol dachten te vegen.
DE Koninklijke Rotterdamse Lloyd
N.V. is één van de machtige bedrij
ven dezer Maasstad, die kleur en leven
geven aan dit havenbeeld. Eén en der
tig eigen" schepen telde de Lloyd-vloot
in 1940 en verder nog zeven, die haar
door de regering in beheer gegeven
waren. Negentien van de eigen schepen
en de zeven, die haar in bruikleen wa
ren afgestaan, overleefden de strijd van
'40'45 niet. „Vergaan", heet het een
voudig in de annalen. Geen Neder
landse rederij werd in die jaren zwaar
der getroffen dan deze Koninklijke
Rotterdamse Lloyd.
Na de bevrijding is met man en macht
gewerkt om de vloot weer op peil te
brengen. Dezer dagen heeft het 35ste
schip van de Lloyd zee gekozen. Het
was het fraaie trotse m.s. „Wonosari",
een tienduizendtonner, die onmiddellijk
na de overdracht gedirigeerd werd naar
de Golf van Mexico.
Met groeiende bewondering hebben
wij door de „Wonosari" gedwaald door
de doelmatig ingerichte hutten van de
officieren, matrozen en olielieden, langs
de technische snufjes, waarmee de
outillage van het schip naar de modern
ste eisen is uitgerust; door dc gerieflijke
verblijven, die voor hooguit twaalf pas
sagiers in de toeristenklasse zijn inge
richt en langs de bundels staaldraad en
touwen ter waarde van zeker tienduizend
gulden, welke zo'n schip op slechts een
enkele zeereis kan verslijten. Een we
reldje op zichzelf: zo fris en stoer, dat
men de lust in zich voelt opkomen er
maar dadelijk mee weg1 te trekken over
de zeven wereldzeeën, die onze aardbol
omspannen.
„Het schip is voor Lloyd's rekening
gebouwd op de werf van de Howaldts-
werke A.G. te Hamburg". Wanneer
men dat leest wrijft men zich even de
ogen uit.
Heeft niet de eigen Nederlandse
scheepsbouw een wereldnaam? Moet
de Nederlandse reder te biecht komen
bij de buitenlandse werven?, vraagt
men zich met enige verbazing af.
Het ruim 10.000 ton metende
m.s. „Wonosari", de nieuwste aan
winst van de vloot der Konink
lijke Rotterdamse Lloyd N.V. Het
fraaie, sierlijke schip werd voor
rekening van de Lloyd gebouwd
op de werf van de Howaldtswer-
ke A.G. te Hamburg en is onmid
dellijk na de levering in de vaart
gebracht.
iiiiiiiiiiimiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiniliiiiiiiiinniiiiiiiiiiiiiiiiiiiniminiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiniinniiiiiniiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Ja, zo is het!", wordt ten antwoord
gegeven, wanneer men deze vragen
aan ingewijden voorlegt. „De Duitse
werf kon het schip ongeveer een jaar
eerder opleveren dan enige Neder
landse werf! De Duitse werven werken
met drie ploegen en de Nederlandse
slechts met één, eenvoudig omdat er
hier geschoolde arbeiders tekort zijn
om meer dan één ploeg te formeren.
Alleen aan de Waterweg liggen zes
hellingen ongebruikt, terwijl de Ne
derlandse 'werven toch al contracten
afsluiten voor levering niet vóór 1956".
De keerzijde.
pEN vrij somber beeld. Inderdaad,
maar de werkelijkheid is minder
zwart dan deze feiten doen veronder
stellen. Want ook vóór de oorlog wer
den er voor Nederlandse rekening vele
schepen op buitenlandse werven ge
bouwd. Na '14'18 zelfs een gelijke
tonnage aan Nederlandse schepen in
het buitenland als aan buitenlandse
schepen hier.
Deze verhouding heeft zich na 1945
in gunstige zin gewijzigd. Er worden
thans op de Nederlandse werven voor
buitenlandse rekening belangrijk meer
schepen gebouwd dan Nederlandse
schepen op buitenlandse werven. Het
aantal werkers op m die Nederlandse
werven is groter dan vóór de oorlog,
zij het dan dat het aantal geschoolden
kleiner is dan dat der ongeschoolden.
Ondanks dat hebben de Nederlandse
werven in de na-oorlogse jaren een
hogere productie weten te halen dan
vóór de oorlog, terwijl de kwaliteit na
tuurlijk de wereldfaam kon behouden,
die ze sinds jaren heeft. De komende
periode van vier of vijf jaar zullen er
weinig lege hellingen op de werven te
zien zijn. Er wordt inderdaad al ge
contracteerd voor 1956. Maar deze si
tuatie mag ons er niet toe brengen te
vreden te zijn. De scheepsbouw en de
scheepvaart zijn voor ons land van
enorm belang, nu Indonesië als be
langrijke welvaartsbron op de achter
grond is geraakt.
TIEN grote Nederlandse rederijen
tezamen brachten in 1951 niet
minder dan 555 millioen aan de
viezen ons landje binnen. Dat voor
wat de scheepvaart betreft. Maar
de scheepsbouw mag ook meetel
len. Daar profiteert het hele land
van. Nagenoeg elke industrie heeft
leveranties aan de scheepsbouw
maatschappijen.
Tegen deze achtergrond bekeken
mag men zich afvragen, of er re
den tot klagen is, wanneer men
nagaat, dat er in ons land in 1950
niet minder dan 120 zeeschepen
groot en klein gebouwd werden
met een capaciteit van 228.118 ton
totaal, tegen 142 schepen met een
tonnage van 239.845 ton in 1938.
Ondanks de desolate toestand,
waarin ons land na 1945 verkeerde,
heeft Nederland de vijfde plaats
op de wereldranglijst voor wat de
scheepsbouw betreft, weten te be
zetten. Vierhonderd en vijf zee
schepen leverden de werven sinds
1945 af. Voorwaar een voorbeel
dige vitaliteit. Maar toch: zouden
de jongelui met een technische
knobbel en belangstelling voor de
scheepsbouw niet eens gaan kijken,
of er in deze branche niet een toe
komst voor hen op te bouwen valt?