slETIE NA WESTERVELD EEN TWEEDE Sinds1945 bouwde ons land vierhonderd schepen ruim Xo-t (mui Xiinteïe ïïlaaAteti IEKEN CREMATORIUM IN DIEREN George Brennen Amersfoorts Amerikaanse bus-chauffeur ien ol - Een ijntje ng iot fief 'aatst kendeV.S. content zijn Ervaringen worden ten nutte gemaakt Een uitstekende ambassadeur Ulaai de. branding, pnqt, de. meeuw-en fagieti en men %,Cefi$,eê$ U Tekort aan geschoolde krachten remt de ontwikkeling Tot 1956 is er geen helling onbezet ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1953 premières te ko- ara" en met de iet Uw moorde- ït enige moderne dse Comedie is. het klassieke o! dan ook Trijntje Nederland. Van- voor oude stuk- ïn, totdat Berlijn, op volle toeren ele Nederlandse iangemeld? Het ictie bedroevend n komische rol over- iuf was onverbeter- itastisch als Bibber» er niet toe, dat van :rkenden eigenlijk al- ïge niveau baalde als en evenmin, dat Gi)s- le Nar volledig faalde, goede drietal en niet Shakespeare een flon- en stralende toneel- ng in herinnering zal >r Van Dalsums voor- daar want Trijntje •toire houden en komt erking voor een vol» )menade die weer» e de Nederlandse Co- ajoor Barbara in het in Amsterdam bracht, rederick Knott is de jster, Joan Remmelts, ans Kaart en Ina van rs. begint in tegenstelling hrillers met de opzet i daarna volgt het ple- rd. En het publiek is van overtuigd, dat de achter zal komen, hoe n elkaar zit, want die almaakte misdaad, vol- ijk alle opzichten. En ste halve minuut komt die ontknoping is zo o verrassend, dat men de een ovatie brengt, het slot der bedrijven applaudisseren, als ge- ■me spanning! uw moordenaar is in» treffelijke thriller, an- adembenemend. Meer niet van. Want het iet zien, in gezelschap van een spannende il de bezoekers van de ïlling al naar binnen uitroept: De buttler i! De buttler heeft het hie is een vervelende len niet de minste be- ;e imiteren. oningenavond" en „U moordenaar" zijn een ïbbel en dwars waard. eel niet toegekend. De este mannenrol kwam aanse acteur Fredrit vertolking van de titel- a Salesman (De dooi reiziger). Amerikaanse electie •eeg de prijs voor de iding als geheel, een van het feit, dat Ho'- ïetië altijd zijn beste t twee speciale prijzen aan de Britse fjhn lexander Mackendrick> bijzondere paedagogi- van dat werk over een dat leert spreken: de 'ranse gekleurde teken- et le Romanneur (He> n de schoorsteenveger' lult. Over die tekenfilm lijkheden geweest. Gn- tevergeefs, verzet te le film niet geheel wu producent ervan, Andre rd en dat nam hij niet- k over geprocedeerd en is dus te Venetië toen gebeurde dat met suc- toch wel een bijzonder inde zal zijn! e malen te Venetië de epte, heeft ook ditmaa s Jeux Interdits en L® werden nu bekroond' Nuit (De nachtelijke 'an René Clair, die..-- i vertoond. Uiteraar een keur van Franse t geen gewone pro» -nationale filmpers, ee die zich van dat be- (Van onze speciale verslaggever). DE Vereniging voor Facultatieve Lijkverbranding zal over gaan tot de bouw van een tweede crematorium, in het bij zonder bestemd voor het noorden, het oosten en het zuiden des lands. Als plaats van vestiging is gekozen Dieren, aan de spoorlijn ArnhemZutphen, waar de vereniging, dank zij de medewerking van de gemeente Rheden, waarvan de gemeente raad met 15 tegen 8 Stemmen de betreffende aanvraag goed keurde, de beschikking heeft verkregen over een terrein van 8% H.A., aan de Imbosweg, in de onmiddellijke nabijheid van de weg naar DierenLaag-Soeren (EerbeekLoenenApel doorn). Naar een ontwerp van architect H. C, P, Nuyten te 's-Gravenhage, zal daar een crematorium, met bijbehorende gebouwen en personeelswoningen verrijzen, dat, naar verwacht wordt, einde 1953 in gebruik zal kunnen worden genomen. In December van dit jaar zal met de bouw, waarmede zes en halve ton gemoeid zullen zijn, worden begonnen. DE voorzitter der vereniging, de heer A. H. Wegerif uit Den Haag, heeft enige bijzonderheden omtrent de plan- Ren voor Dieren medegedeeld. De heer Wegerif liet aan die details een kort historisch overzicht ten aan zien van de crematie in Nederland voor afgaan. Hij herinnerde aan de moeilijk heden, waarmede de Vereniging voor Facultatieve Lijkverbranding in het verleden te kampen heeft gehad, moei lijkheden en bezwaren, welke er ook nu zijn, nu de nog van kracht zijnde Be grafeniswet op de helling zal komen. (Van onze correspondent te New York) niets behoeft aan te VANMORGEN vroeg gingen er vijf namen, elk geschreven op een iden tiek wit papiertjedat zorgvuldig was toegevouwen, in de hoed van de alge mene bedrijfsleider van New York's Third Avenue Transit Corporation, Vier waren er van gehuwde buschauf feurs, de vijfde van een aangeleun deGeorge Edward Brennaneen boom van een kerel (1 meter 84), die misschien ook vanwege zijn lengte de gunst van vrouw Fortuna aantrok. De man, die zijn hand in de hoed stak, haalde Brennan's naam er uit. Een telegram werd ijlings verzonden en drie juryleden slaakten een zucht van I verlichting: aan een dilemma was een einde gekomen. Om van 3200 bus chauffeurs de ene man te vinden, die I representatief was voor al zijn colle- po's, bleek een bijna even moeilijke teak als om in Nederland een kabinet te vormen. George Brennan is dus de man, die een maand lang .de plaats zal innemen ren zijn Amersfoortse collega Jan van Gent, die zoals wij reeds meldden 'Woensdag naar New York is vertrok ken om Brennan een maand te ver- vangen. I ATER op de dag hebben wij Brennan wat uitvoeriger gesproken dan mo gelijk was geweest tijdens het „tribu- naai" waarvoor twaalf finalisten hun candidatuur om als ambassadeur van goeden wil naar Nederland te gaan, moesten verdedigen. Laten wij u het re- kas van de vele dropkens zweet bespa- Jen, die er mee gemoeid waren om van 3200 busschauffeurs twaalf finalisten tg vinden: twaalf New Yorkers wier staat van dienst als chauffeur en als mens on besproken was en die zich, om het en thousiasme dat zij in hun oorspronke lijke brief hadden weten weer te geven, een plaats onder de finalisten hadden verworven, George Brennan had geschreven: „Dit is een machtig idee en een prachtig idee. Ik kan goed met mensen opschie ten en het vervullen van een dergelijke ambassadeurstaak is een kolfje naar mijn hand, hoogachtend, George Brem nan" Toen wij hem, tijdens het „tribunaal" vroegen, hoe hij zijn taak dacht op te vatten, antwoorde Brennan: „Precies zoals ik mijn werk in New York doe. Rustig zijn, je niet van de kook laten brengen, en mij een waardig vertegen woordiger van onze chauffeurs en onze maatschappij tonen". DRENNAN is een man met een sterke zelfdiscipline. Zijn dertien-jarige dienstverband met de maatschappij is slechts onderbroken geweest door zijn dienst in het Amerikaanse leger. Hii was een infanterist en zwaaide af met een borst vol medailles en herinnerin gen aan vele veldslagen. „Gedurende de oorlogsjaren trok tk door Ierland. Engeland, Wales, Schot land, Frankrijk, Belgie en Luxemburg. Maar ik kan mij niet herinneren het vasteland gezien te hebben of met de bevolking ook maar enig contact te hebben gemaakt. Er waren bijna altijd loopgravenen wij moes ten steeds maar verder! In Nederland ben ik nog nooit geweest. Toen ik vanmorgen hoorde, dat de jury mij had uitgekozen, ben ik meteen naar de K.L.M. gegaan om wat literatuur over Nederland te vragen. De juffrouw ach ter de balie zei, dat zij wat zou gaan opzoeken. Zij bleef nogal lang weg. Ik begon net te concluderen, dat zij mij wel niet voor iemand zou aanzien, die een dure luchtreis gaat maken, toen zij met een stapel boekjes en folders kwam aandragen. En met een kaart van Nederland. Wij hebben samen naar Amersfoort gezocht (zij was ook een Amerikaanse), maar zonder de hulp van een ander K.L.M.-meisje hadden we het niet gevonden. Zij had gezegd, dat Amersfoort ergens bij Krooninken lag...." „Ik twijfel er niet aan, dat ik in menig opzicht in Nederland heel an dere levensomstandigheden zal aan treffen dan wij hier gewend zijn iets wat Jan van Gent precies zo zal ondervinden. Dait maakt het ontzaglijk interessant. Mijn kameraden hier heb ben mij al gevraagd om bij mijn terug keer een hele avond een lezing te houden. Dat zal ik graag doen." Brennan is een vertrouwensman van een groep van 225 New Yorkse bus chauffeurs. Als secretaris van deze groep heeft hij nauw contact met het Amerikaanse vakverenigingswezen en hij hoopt in de gêlegenheid te zijn con tact te maken met zijn tegenvoeters in Nederland. Een fraaie luchtopname van het crematorium „Westerveld" te Driehuis. Erkennende, dat de wetgever in prin cipe de eerste, zij het nog aarzelende stap doet op de weg, welke leidt tot erkenning van de crematie, leven bij de Vereniging voor Facultatieve Lijk verbranding tegen hetgeen nu wordt voorgesteld, bezwaren, welke bezwaren culmineren in de volgende punten: 1. De invoering van het codicil, een schriftelijke verklarti? van de be trokkene, dat het zijn wil is gecre meerd te worden. Is een dergelijk codicil niet aanwezig, dan kan tegen de crematie bezwaar gemaakt wor den. Zodat deze niet doorgaat. 2. Crematie van een kind is niet mogelijk, tenzij de ouders daartoe ver lof geven en er geen bezwaar binnen komt, van wie het laatste jaar met de opvoeding van het kind zijn belast geweest. Deze bepaling zou, naar de mening van de beer Wegerif, de ver antwoordelijkheid en de definitieve beslissing overhevelen van de ouders op derden, welke overheveling de voorstanders van de crematiegedachte niet kunnen aanvaarden. S. Het verbod voor de overheid een cre matorium te exploiteren. Deze bepa ling zou betekenen, aldus de heer We gerif, dat de exploitatie en houw van crematoria uitsluitend gelegd wordt in handen van particulieren. Wat, naar de mening van de heer Wegerif, niet aanvaard kan worden. Al was 't alleen maar uit sociaal-economische overweglngen. De minister van wederopbouw in het vorige kabinet heeft 24 Juni 1952 toe stemming gegeven tot de bouw van een crematorium, waarop zoals gezegd, me dewerking van het gemeentebestuur van Rheden volgde. Het hoofdgebouw, dat een oppervlakte zal beslaan van 35 bij 45 m., zal een aula krijgen van 16 bij 20 meteijomet 60 zit plaatsen en de nodige nïimte voor staanplaatsen. Voor de plaatsing van de kist is een podium ontworpen, waar twee deuren toegang zullen geven tot een ruimte daarachter en de ovenruimte. TEN bijzonderheid is, dat de "kist niet meer verticaal aan het oog onttrokken wordt, dus wegzakt, als op Westerveld, maar in horizontale richting door de deuren verdwijnt. De ontwerper meent,, dat daardoor de rust en de wijding van dc handeling verhoogd zullen worden. Aan de aula zullen de ontvangstzalen voor familieleden en anderen grenzen. Het zal niet meer nodig zijn, als op Westerveld, dat aan een speciale ont vangstzaal een stoet gevormd wordt. Dê lijkstoet zal tot voor de ingang van de aula kunnen rijden, waarna de familie en anderen naar binnengaan en het stoffelijk overschot achter wordt bin nen gedragen. De aula zal voorzien wor den van een fraai orgel. Bijzondere aan dacht zal besteed worden aan de dag verlichting van de aula, waarvoor een bijzondere achterwand is geprojecteerd. Het terrein zal ten dele benut worden voor de bouw van een Colombarium. Op Westerveld vinden per dag gemid deld vijf tot tien crematies plaats. Voor Dieren wordt voorlopig gerekend met een aantal van twee per dag. De heer Wegerif wees in het bijzon der op de uiterst prettige samenwerking tussen zijn vereniging en de V-ereniging voor Lijkverbranding A.V.V.L. Deze heeft ruim 33.000 leden, de Vereniging voor Facultatieve Lijkverbranding ruim 46.000. iillllBliBiiOBiiiiiiiiniiiffliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim WAT WIJ DEZE ZOMER BELEEFDEN niniiiiniiliBimiinnïïminnnniininïïllimiiniiraffliinmuiiwiiiiniiïï PINTERE MAARTEN is een goedheilig man geweest. Naar verluidt heeft hij een arme bedelaar de helft van zijn mantel cadeau gedaan. Er wordt niet bij verteld, of hij deze weldaad in het be gin van November heeft verricht dan wel in een Noordelijke zomer. Noch, of een man dan wel een heel gezin het slachtoffer van deze goedheid is geworden. Ook weten we niet, of de mantel van katoen dan Wel van wol is geweest. Zou een aantal van deze vragen het antwoord erlangen, dat uw penneslaaf als het meert juis te beschouwt, dan... Ja, dan ziet het er naar uit dat. Uw dienaar heeft name lijk zijn vacantie doorge bracht in iets, dat waar schijnlijk is samengesteld ge weest uit die halve mantel en uit de wandelstok van de gelukkige bedelaar. De tijd des jaars moet ongeveer half November zijn geweest, al vermeldde de kalender een datum ergens in Juli. Want het woei en het regende overvloedig en Sintere Maartens mantel klepperde en dreunde, alsof er een veldslag gaande was. Over de temperatuur zullen we slechts zeggen, dat we trui en te weinig hadden meege bracht. En we hadden toch een grote kist warme spul len bij ons Voorhands lijkt dit ver haal nog niet erg op een dankwoord aan Sint Maar ten. Voor d« objectiviteit leek het ons achter wense lijk het zuur voorop te zet ten en daarna tot vermel ding van al het zoet over te gaan. Want er is veel re den tot lof jegens de bis schop van Tours. Viervoudig heeft hij zijn naam gegeven aan een der heerlijkste stre ken van ons gewest. Rijke troost deelt hij uit aan de gekwelde stedelingen, die de bevolking geleerd, dat badgasten lieden zijn, die men straffeloos kan ontdoen van zijn geld op een manier, die zekere professor Piet en zijn onderzaten tot kleine kinderen op het gebied der belastingheffing maakt. En bijna overal kan men toch steeds weer ervaren, dat de mens een kuddedier is, die zinsgelijken ontvliedt om er zich elders met hartstocht weer bij aan te sluiten. Want daar hun schaarse vrije da gen komen doorbrengen. Wat wil men meer dan rust en stilte in zijn vacan tie? Overal langs onze kust vindt men die gelukkige combinatie van duinland en poldergebied vain dor geel zand en grazige weiden, die deze landouwen zo aantrek kelijk maakt. Overal langs onze stranden kan men zout water proeven en met zijn kinderen forten opwerpen die dan later door de bran ding weer worden weggesla gen. Maar bijna overal heeft de gezelligheid vain al onze badplaatsen steekt niet in de rust, die men er vindt, maar in de massa's homines sa- pientes die men er ontmoet en in het lawaai dat er wordt voortgebracht. Welnu, tot lof van de be keerde krijgsheld uit Tours dient te worden gezegd, dat in de streek, waar zijn naam wordt verheerlijkt, een bij na gewijde stilte heerst. Men hoort er de branding op het strand dreunen, men hoort er boven de wateren de meeuwen krijsen en bo ven het land de leeuweri ken jubelen. Andere gelui den hoort men er niet. Mea is er volkomen bevrijd vaal de tallozen, die men drie honderd dagen per jaar moet begroeten zonder dat men iets als een band voelt. Men ontmoet er slechts zich zelf en die enkelen, met wie men tafel en bete deelt. Die ontmoeting is op zich zelf een verrassing. Want in die stilte ontdekt men vaak, hoe sterk men in dit jachtige le ven vervreemdt van wie u het liefst en het naast moes ten zijn. Och nee, schokkende din gen beleeft men niet in het gebied van de heilige Mar- tinus, in en om die vriende lijke, boeiende streek die viervoudig zijn naam draagt. Men speelt er met zijn kin deren op het strand, ontdekt er dode bruinvissen en aan geschoten zeemeeuwen, vindt er een mooie schelp of een ander klein zeewonder men kust er zijn vrouw en is dankbaar, dat het mo gelijk is dit feest tezamen te beleven. Laat dit dan, ondanks de kou en de regen, ondanks de eigenlijk veel te kleine behuizing, worden gezegd tot lof van Sint Maarten: dat het er goed is te zijn in de luttele dagen, waarin men „het leven" achter zich laat en eindelijk zichzelf mag zijn. (Van onze speciale verslaggever). TUFFEND en hijgend trekt een nietig motorbootje een houtvlot door het brede water van het Rotterdamse haven gebied, Een kleine terrier, vasthoudend en onverstoorbaar, Een zware zeesleper schiet met een sierlijke zwaai achter het vlot langs. Een schuimende voor en een heftige deining tekenen de speelweg, die deze machtige vertegenwoordiger van Hol lands glorie zich door het rusteloze water ploegt. Een sleep van diepgeladen Rijnaken hier, hoog uit het water oprijzende zee schepen daar en dat alles tegen een achtergrond van loodsen en kranen bepalen verder het zo karakteristieke beeld van Neerlands eerste zeehaven, waaromheen zich de stad groepeer de, die de Duitsers in 1940 van de aardbol dachten te vegen. DE Koninklijke Rotterdamse Lloyd N.V. is één van de machtige bedrij ven dezer Maasstad, die kleur en leven geven aan dit havenbeeld. Eén en der tig eigen" schepen telde de Lloyd-vloot in 1940 en verder nog zeven, die haar door de regering in beheer gegeven waren. Negentien van de eigen schepen en de zeven, die haar in bruikleen wa ren afgestaan, overleefden de strijd van '40'45 niet. „Vergaan", heet het een voudig in de annalen. Geen Neder landse rederij werd in die jaren zwaar der getroffen dan deze Koninklijke Rotterdamse Lloyd. Na de bevrijding is met man en macht gewerkt om de vloot weer op peil te brengen. Dezer dagen heeft het 35ste schip van de Lloyd zee gekozen. Het was het fraaie trotse m.s. „Wonosari", een tienduizendtonner, die onmiddellijk na de overdracht gedirigeerd werd naar de Golf van Mexico. Met groeiende bewondering hebben wij door de „Wonosari" gedwaald door de doelmatig ingerichte hutten van de officieren, matrozen en olielieden, langs de technische snufjes, waarmee de outillage van het schip naar de modern ste eisen is uitgerust; door dc gerieflijke verblijven, die voor hooguit twaalf pas sagiers in de toeristenklasse zijn inge richt en langs de bundels staaldraad en touwen ter waarde van zeker tienduizend gulden, welke zo'n schip op slechts een enkele zeereis kan verslijten. Een we reldje op zichzelf: zo fris en stoer, dat men de lust in zich voelt opkomen er maar dadelijk mee weg1 te trekken over de zeven wereldzeeën, die onze aardbol omspannen. „Het schip is voor Lloyd's rekening gebouwd op de werf van de Howaldts- werke A.G. te Hamburg". Wanneer men dat leest wrijft men zich even de ogen uit. Heeft niet de eigen Nederlandse scheepsbouw een wereldnaam? Moet de Nederlandse reder te biecht komen bij de buitenlandse werven?, vraagt men zich met enige verbazing af. Het ruim 10.000 ton metende m.s. „Wonosari", de nieuwste aan winst van de vloot der Konink lijke Rotterdamse Lloyd N.V. Het fraaie, sierlijke schip werd voor rekening van de Lloyd gebouwd op de werf van de Howaldtswer- ke A.G. te Hamburg en is onmid dellijk na de levering in de vaart gebracht. iiiiiiiiiiimiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiniliiiiiiiiinniiiiiiiiiiiiiiiiiiiniminiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiniinniiiiiniiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Ja, zo is het!", wordt ten antwoord gegeven, wanneer men deze vragen aan ingewijden voorlegt. „De Duitse werf kon het schip ongeveer een jaar eerder opleveren dan enige Neder landse werf! De Duitse werven werken met drie ploegen en de Nederlandse slechts met één, eenvoudig omdat er hier geschoolde arbeiders tekort zijn om meer dan één ploeg te formeren. Alleen aan de Waterweg liggen zes hellingen ongebruikt, terwijl de Ne derlandse 'werven toch al contracten afsluiten voor levering niet vóór 1956". De keerzijde. pEN vrij somber beeld. Inderdaad, maar de werkelijkheid is minder zwart dan deze feiten doen veronder stellen. Want ook vóór de oorlog wer den er voor Nederlandse rekening vele schepen op buitenlandse werven ge bouwd. Na '14'18 zelfs een gelijke tonnage aan Nederlandse schepen in het buitenland als aan buitenlandse schepen hier. Deze verhouding heeft zich na 1945 in gunstige zin gewijzigd. Er worden thans op de Nederlandse werven voor buitenlandse rekening belangrijk meer schepen gebouwd dan Nederlandse schepen op buitenlandse werven. Het aantal werkers op m die Nederlandse werven is groter dan vóór de oorlog, zij het dan dat het aantal geschoolden kleiner is dan dat der ongeschoolden. Ondanks dat hebben de Nederlandse werven in de na-oorlogse jaren een hogere productie weten te halen dan vóór de oorlog, terwijl de kwaliteit na tuurlijk de wereldfaam kon behouden, die ze sinds jaren heeft. De komende periode van vier of vijf jaar zullen er weinig lege hellingen op de werven te zien zijn. Er wordt inderdaad al ge contracteerd voor 1956. Maar deze si tuatie mag ons er niet toe brengen te vreden te zijn. De scheepsbouw en de scheepvaart zijn voor ons land van enorm belang, nu Indonesië als be langrijke welvaartsbron op de achter grond is geraakt. TIEN grote Nederlandse rederijen tezamen brachten in 1951 niet minder dan 555 millioen aan de viezen ons landje binnen. Dat voor wat de scheepvaart betreft. Maar de scheepsbouw mag ook meetel len. Daar profiteert het hele land van. Nagenoeg elke industrie heeft leveranties aan de scheepsbouw maatschappijen. Tegen deze achtergrond bekeken mag men zich afvragen, of er re den tot klagen is, wanneer men nagaat, dat er in ons land in 1950 niet minder dan 120 zeeschepen groot en klein gebouwd werden met een capaciteit van 228.118 ton totaal, tegen 142 schepen met een tonnage van 239.845 ton in 1938. Ondanks de desolate toestand, waarin ons land na 1945 verkeerde, heeft Nederland de vijfde plaats op de wereldranglijst voor wat de scheepsbouw betreft, weten te be zetten. Vierhonderd en vijf zee schepen leverden de werven sinds 1945 af. Voorwaar een voorbeel dige vitaliteit. Maar toch: zouden de jongelui met een technische knobbel en belangstelling voor de scheepsbouw niet eens gaan kijken, of er in deze branche niet een toe komst voor hen op te bouwen valt?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 9