Wij passeren de boomgrens
Jonge mensen krijgen hef woord
/EDERZSMAAK
IEDER ZN VERPAKKING
Naar Afrika's eeuwige sneeuw (2)
Door uitgespoelde regengeulen
naar Peters hut
Op 4000 meter
Het gordijn gaat op
RINUS
De fruitexport naar
Duitsland
Misverstand en de feiten
Monument voor eerste
landbouwvlieger
Kansen in Arabiëvoorde
Nederlandse kaas
IJmuidens trawler maakte een verlaten
passagiersscheepje prijs
Losgeslagen van Duitse
sleepboot
D
Korwngin en Prins Zondag
naar president Auriol
!iiii!i!iiiiiiiiiiiiiiii!!ii!iiiiiiHiiii[iiiiiiiiiniiiiniiiiiiininiii[iniiiiiiniiii
■Minimin
Kunst en cultuur
Geen prijs in prijsvraag
Boekenweek-1953"
Gen. majoor Dürst Britt
gaat met pensioen
De nieuwe Hunter
een pure Virginia in
n handige schuif doos
II Hunter EXTRA M/tO
de bekende Virginia
in cupverpakking
f
DE EERSTE DAG van de drie, waarin we hoopten de top
van Alrika's hoogste berg te bereiken, lag achter ons.
Ruim 40 km nog hadden we te gaan en daarbij zou van
2700 tot bijna 6000 meter moeten worden geklommen. Al sedert
het midden van de vorige dag gingen we door een volkomen
onbewoond gebied, dat onherbergzamer werd naarmate wij vor
derden. Na enkele uren van gestadig omhoog gaan door het
oerwoud bereikten we in de loop van de ochtend reeds de
boomgrens, waar het bos vrijwel plotseling overgaat in een
golvend, met struiken bedekt heuvelland.
voorbereiden op de
klim.
eigenlijke laatste
MAARMATE we stegen veranderde ook
de aard van het terrein. De bloeien
de struiken maakten plaats voor een
heide-achtige vegetatie, die overal op
dook tussen de in het rond liggende
stenen. De tot nog toe glooiende dalen
werden steile ravijnen, in de regen
periodes uitgeslepen door het zich woest
omlaag stortende water.
Het gaan werd er niet gemakkelijker
op Vooral ook omdat wij ons langzamer
hand reeds bewogen op een hoogte van
meer dan 4000 meter en de ijle lucht
haar uitwerking deed gevoelen.
Ook het weer ging veranderen. Van
uit de zuidelijke diepten onder ons,
waar het verre Afrikaanse land toch
al door de heiigheid aan ons oog ont
trokken was, kwamen geweldige mist
banken opzetten, die al spoedig als
grijswitte sluiers alles overdekten. Het
werd koud en de aardigheid ging er
een beetje af.
Tegen een uur of vier zetten de dra
gers ineens de vaart erin en zij verdwe
nen in het volgende ravijn. Ze zouden
zorgen, tijdig de bagage ter plaatse te
brengen om dan, nog vóór de regens
kwamen, voldoende brandstof te kun
nen verzamelen waarop het eten kon
worden gekookt. De berghut die wij
zouden betrekken lag namelijk in een
gebied waar van plantengroei haast
geen sprake meer was en van kilome
ters ver zouden takken van de spaar
zame struiken moeten worden bijeen
gezocht.
BOOMGRENS OP WEG NAAR DE MAWENZ1
p)IE boomgrens bracht een geweldige
verandering. Hadden wij eerst vrij
wel een dag lang alle uitzicht moeten
ontberen, nu ontvouwde zich plotseling
een prachtig vergezicht. Het was ons
alsof een gordijn werd opgehaald dat
tot nog toe het zo in spanning verwach
te toneel aan ons oog onttrokken had.
Ver aan de einder van een zich over
tientallen kilometers uitstrekkend heu
velland verhief zich de Mawenzi, na de
Kibo de hoogste met sneeuw bedekte
top van het enorme Kilima-Ndjaro
complex. Wat bij ons gedurende de
nacht als regen was neergekomen, had
zich op de in het verre zonlicht blin
kende rotstoppen afgezet als sneeuw.
Toch was die Mawenzi nog niet ons
doel. De Kibo wilden we beklimmen.
Beide toppen vormen de eigenlijke Kili
ma-Ndjaro, welke naam zoveel bete
kent als „Witte berg" in de taal van
het land.
Zelfs geen vogels
\7AN een voetpad was allang geen
sprake meer. Door uitgespoelde re
gengeulen trokken we voort, zo goed
mogelijk van steen op steen stappend
om niet aan het begin van de dag reeds
natte voeten te krijgen.
Als we een heuvel hadden beklom
men, was daar achter altijd weer een
volgende, die pas beklommen kon wor
den na eerst de er voor liggende diepte
te zijn doorgegaan.
Overal om ons heen struiken en vaak
'n infct...
VANMIDDAG zijn wij eens gaan
kijken in het expositiezaaltje van
Hup meer en Kolenbtazer te Haar
lem (N.-H.J, waar enig werk hing
van de jonge futurist Rinus Lelie
knetter. Rinus, waarde lezer, schil
dert omdat hij niet ander kan. Van
's morgens zes tot 's avonds elf uur
knijpt hij zijn tubes en zichzelf leeg
op het palet. Met ruig penseel
werpt hij zijn reeds zo befaamde
bruinen en blauwen op het linnen.
vreemd aandoende planten en daartus
sen hoog opschietend gras, waarin we
talloze sporen ontdekten van olifanten.
Zrnder er echter ooit een te ontwaren.
Geen enkel dier trouwens kwamen
we tegen. Van herten, die toch overal
zijn in Afrika, was geen spoor te be
kennen en de zo gevreesde wilde buffel
en neushoorn lieten zich al evenmin
zien. Zelfs vogels merkten we niet op.
Maar overigens was om ons heen een
natuurtafereel van een bijzondere oe-
koring. In de verte steeds de blinkende
toppen van de Mawenzi, dichtbij het
met gele bloemen overladen struikge
was. En over dat alles heen de koepel
van een prachtige, diep-blauwe lucht
met grote witte wolkgevaarten.
Lof voor dragers
VOOR ons uit trokken de dragers, de
grote zakken met bagage balance
rend op hun hoofd. Hoewel wij Afrika
al wel wat kenden, was het ons toch
weer opnieuw een openbaring hoe onze
zwarte broeders het klaarspeelden om
blootvoets en welgemoed converserend
die veertig kilogrammen op hun hoofd
te houden zo'n ganse lange dag.
Ons tempo was hun te langzaam en
zo waren ze ons meestal een belangrijk
stuk vooruit en troffen we ze bij tijd
en wijle nóg luider converserend aan,
de sigaretten dampend die de blanke
.Boeana" en „Memsahib" als een extra
attentie hadden uitgedeeld.
Waar ze overigens de stof voor hun
conversatie vandaan haalden bleef ons
een raadsel, omdat wij hun Bantoe-taal
niet machtig waren.
Tegen de middag werden al de heu
vels en dalen ons 'wel wat machtig.
Steeds maar weer doken ze op tussen
óns en de lokkende sneeuwtoppen aan
de kim. En daarbij leken die bergen
naar niet nader te willen komen.
„Nog een paar uurtjes", stelde Daoédi
>ns gerust, en dan zouden we de tweede
berghut bereiken, waar we ons zouden
Peters hut
CN ZO zagen we op de reeds gevor-
derde achtermiddag eindelijk de klei
ne plaatijzeren hut, waar we die tweede
nacht van onze tocht zouden gaan door
brengen: „Peters Hut".
Peters Hut bleek, hoe primitief ook,
een afdoende beschutting te geven tegen
de elementen die, kort nadat wij de
warme maaltijd binnen hadden, over
ons losbarstten.
De ganse nacht kle.terde de zware
hagel op het plaatijzer neer en dreun
den donderslagen dooi de uitgestorven
heid van de steenmassa's om ons heen.
In de hut lag een journaal, waarin
we onze naam en bevindingen noteer
den. Ook krasten we een herinnering
tussen die van onze voorgangers op
het hout van de brits waarop we slapen
En daarna lagen we, niet ontkleed,
doch wegens de koude met alles wat
we maar hadden aan en óver ons, te
slapen. Om in de nacht krachten op te
doen voor de zware dag die te komen
stond. W. H. VAN ZADELHOFF.
Ook in West-Duitsland is de fruit-
'oogst dit jaar bijzonder groot. De in
voer van buitenlands fruit bedreigt,
aldus het Westduitse ministerie van
Voedselvoorziening in ernstige mate de
economie van het land. De Westduitse
fruittelers ondervinden door buiten
landse concurrentie enorme moeite om
het eigen fruit op de markt te brengen.
Het ministerie zwaait de Nederlandse
regering lof toe, dat zij de invoer in
Duitsland van appelen en peren tot 15
November heeft stop gezet en vindt dit
besluit „een werkelijk b'djrip voor in
ternationale samenwerking".
Van bevoegde zijde in Den Haag ver
nemen wij echter, dat deze Duitse
zienswijze deels op een misverstand be
rust. De Nederlandse regering heeft in
geen geval het besluit genomen de uit
voer van appelen en peren naar West-
Duitsland tot 15 November te staken.
Wel is om een verstoring van de West
duitse fruitmarkt te voorkomen beslo
ten de minimum-exportprijzen voor
appelen en peren voor de periode van
15 October tot 15 November te verho
gen, een maatregel die zeker verminde
ring van de uitvoer tot gevolg zal heb
ben.
In de Noord-Oostpolder is gistermid
dag een gedenkteken overgedragen
aan het openbaar lichaam van de pol
der ter nagedachtenis van de vlieger
A. W. Hamming, die op 5 Juli 1950 bij
een bespuitingsvlucht met een hef-
schroefvliegtuig nabij Emmeloord ver
ongelukte. De heer Hamming, die de
eerste Nederlandse landbouwvlieger
was, heeft bekendheid verworven
door zijn grote activiteit op het gebied
van het onderzoek naar de gebruiks
mogelijkheden van vliegtuigen in de
Nederlandse landbouw en kan be
schouwd worden als de grondlegger
van de landbouwluchtvaart in ons
land. Hij bereikte de leeftijdvan 35
jaar.
De heer Ch. O. van der Plas, tot
voor kort hoofd van de „Mission of the
Food and Agricultural Organisation"
der Verenigde Naties in Arabië, heeft
gisteren op een lezing voor de Neder
landse Maatschappij voor Nijverheid
en Handel te Amsterdam verklaard,
dat hij voor de Nederïandse handel
zeker mogelijkheden in Arabië zag, al
moest rekening worden gehouden met
het karakter van land en volk. Neder
landse producten zijn er zeer gewild,
aldus de heer Van der Plas, en onze
kaasinvoer b.v. is nog lang niet wat hij
zou kunnen zijn.
(Advertentie, Ing. Med.)
E keuzecommissie, heeft, gezien de
enorme productie van Rinus, een
greep gedaan in zijn werk van gis
teravond en hedenmorgen. Toch
stond men nog raar te kijken, toen
tegen twaalf uur de vrachtwagen
van Van Gend en Loos de doeken
kwam brengen.
UET moet ons direct van 't hart
Rinus' doeken zitten lekker in de
verf. We zagen zijn „lucifer met
hangend naakt", waarop nog restan
ten van enkele tubes waren blijven
kleven. Rinus schildert impulsief;
met onbesuisde scheppingsdrang,
Dit blijkt wel uit zijn olieverf je
„Naakt met gebarsten fluitketel'
dat hij in de haast vergeten heeft
op linnen te schilderen. Nu was het
deksel van zijn schilderskist ge
exposeerd.
COMMIGE van Lelieknetters werken
wijzen op een terugkeer naar zijn
cubistische periode. Rinus is even
wel in de eerste plaats nudist. El
ders vinden we echter ook zijn
rijpere doekjes; stuk voor stuk be
wijzen, dat Rinus in het diepst van
zijn hart toch futurist is. Zijn
„Naakte leidekker met schenkkurk
(zeldzaam fraai van colorietbe
weegt zich voor het merendeel bui
ten de lijst, die in een sober groen
is uitgevoerd. Het naakt van zijn
„Lopend naakt met wafelijzer",
kwamen wij zelfs buiten op straat
tegen, hetgeen ons even vreemd
deed opkijken.
DOCH er z i t iets in Rinus Lelieknet-
u ter. Let op, u zult nog van hem
horen!
Koningin Juliana en Prins Bernhard
der Nederlanden zullen tijdens het ko
mende weekeinde, tezamen met de her
tog van Edinburgh, de gasten zijn van
de Franse president Vincent Auriol, op
diens paleis te Rambouillet.
Er zal op de bij het paleis van Ram
bouillet behorende jachtgrond gejaagd
worden op korhoenders en fazanten.
Onder de andere gasten van president
Auriol tijdens het komende weekeinde
bevinden zich de ambassadeurs te
Parijs van Groot-Brittannië, India en
Nederland, Sir Oliver Ervey, Sar-
dar Hardit Singh Malik en mr. C. G.
W. H. baron van Boetzelaer van Oos
terhout.
Eén op vijf gezinnen nog
met wonmgmoeilijkheden
Op gezette tijden vraagt het NIPO
aan mannen en vrouwen uit alle lagen
van de bevolking: „ondervindt u per
soonlijk moeilijkheden door gebrek aan
woning of niet?"
In Augustus 1946 waren 33% met wo-
ningmoeilijkheden, in April 194!' 36%
in Aivjustus 1948 31%, in Juni 1950 35%,
in Augustus 1951 24% en nu 20%. In
1946 had nog 1 op de 3 gezinnen wo
ning-moeilijkheden, twee jaar geleden
nog 1 op de 4 gezinnen en nu 1 op de 5.
Het NIPO heeft ook gevraagd- „Wat
vindt u: wordt de woningnood erger óf
minder erg?" Dit zijn de antwoorden:
erger 16%, minder erg 52%, het zelfde
26%, geen antwoord 6%.
Een meerderheid 52% vindt dus
dat de woningnood afneemt. Maar een
minderheid 16% is pessimistisch
en gelooft dat de woningnood erger
wordt.
RUST IN HET HEUVELLAND
Gistermiddag arriveerde in IJmuiden
de Nederlandse motortrawler „Allan
Water" met een twee a driehonderd ton
groot passagiersscheepje op sleeptouw.
Schipper Ouwehand van de „Allan
Water" vond h<l, passagiersscheepje
Dinsdagmorgen om tien uur bij de 54ste
breedtegraad en het bleek volkomen
verlaten te zijn. Met veel moeite heeft
men het vaartuig dat „Nordan" heet en
naar later bleek Maandag ter
hoogte van Hull was losgeslagen van de
Duitse sleepboot „Bülk", op sleeptouw
gekregen, waarna de terugreis naar
IJmuiden over een ruwe zee werd aan
vaard.
Twee leden van de bemanning van de
trawler zijn met kunst en vliegwerk op
de „Nordan" overgestapt en hebben
ruim een etmaal op het stuurloze schip
gebivakkeerd.
De verbinding met de slepende traw
ler is tot twee keer toe afgebroken. Ge
wapend met zwemvesten en een fikse
dosis koelbloedigheid hebben de beide
Een u-elg-eten categ,aüe
r\E kranten - ook, en in toenemende
mate, de onze - huldigen de
oude levensleus: Elck wat wils. De
heer des huizes en een enkele keer
moeder de vrouw kan er zich ver
diepen in de gewoonlijk onverkwik
kelijke en meestal neerdrukkende
gebeurtenissen in verband met de
„koude" en in Korea verschroeien
de oorlog of, als zijn horizon be
perkter is, in de strubbelingen der
plaatselijke politiek. De dames
kunnen er zich bedwelmen door
onder te duiken in bespiegelingen
over modeshows, Parijse japonnen
en hemelse recepten, om over de
advertenties maar te zwijgen.
Boeren vinden er de marktberich
ten, vissers de prijzen van tarbot en
makreel, muziekliefhebbers be
schouwingen over concerten en het
radioprogram, zeelui het scheep-
vaartnieuws. En voor de kinderen
is er een afzonderlijke „krant", er
zijn niet immer artistieke maar
altijd sensationele strips en ten
slotte kunnen ze zich amuseren met
het uitknippen van „de plaatjes"
voor het vrije werk op school en
het vouwen van papieren mutsen.
Maar wat biedt de dagelijkse gast
aan de 14 tot 18-jarigen? De inter
nationale politiek is voor de meesten
van hen te gecompliceerd en te
ontmoedigend, de plaatselijke te
krenterig en te beschimmeld; de
meeste meisjes interesseren zich nog
niet voldoende voor Jacques Fath
en Christian Dior en helemaal niet
voor amandeltjespudding en ge
vulde tomaten. Ze voelen zich
mijlenver verheven boven het ge
leuter voor de kleine kinderen („al
dat gezemel over elfjes en kabou
ters"), negeren alle mededelingen
over de prijsschon.melingen en voor
de strips hebben ze geen goed woord
over al laten ze die nimmer onbe-
keken. Eigenlijk is er maar één
krant per week, die de meesten on
der hen interesseert: het Maandag
nummer met de sportverslagen, en
dan nog maar in hoofdzaak de
jongens.
Onze hoofdredacteur, die van onze
krant er een wil maken met grootse
allure en alle categorieën in Noord-
Holland wenst te bereiken, is van
mening, dat deze toestand verande
ren moet. Hij wil óók de 14 tot 18-
jarigen hun competente portie
geven. Naar zijn mening moet er
niet alleen vóór hen geschreven
worden in zijn dagblad, maar ook
dóór hen. Ongetwijfeld hebben zij
wat te vertellen en zullen zij hun
oordeel niet onder stoelen of ban
ken willen steken. En daarom is
hij bij mij gekomen, wetende, dat
ik het grootste deel van mijn leven
tussen jonge mensen van deze leef
tijd heb gewerkt en heeft hij mij
gevraagd, de redactie van deze ru
briek op mij te nemen, een ver
erende opdracht, die ik dankbaar
heb aanvaard.
En nu richt ik mij dus tot de
journalisten in de dop, tot élie 14-
18-jarige, jongens en meisjes, scho
lieren van allerlei soort, jongeren,
die in het bedrijfsleven zijn op
genomen, meisjes, die thuis op een
huwelijkscandidaat zitten wachten,
gelovigen en ongelovigen, roden,
witten en zwarten en ik vraag hun:
schrijf, volkomen eerlijk, je mening
uit over de kwesties, die wij in deze
rubriek aan de orde stellen.
Let wel: het gaat hier niet om
de manier, waarop je de dingen
zegt, al vinden we dat wel belang
rijk, maar in de eerste plaats om
het oordeel, dat je uitspreekt. Zeg
dus niet: „ik heb weinig geleerd
ik kan niet schrijven" vraag je
zelf alleen af: „heb ik over dit pro
bleem een mening?" en zo ja,
schrijf dan je inzicht op zo goed
en zo kwaad als dat gaat.
Wees ook niet bang voor moei
lijkheden, die door je uitingen zou
den kunnen ontstaan. Je naam
wordt alleen dan in de krant ver
meld, als je daar geen bezwaar tegen
hebt alleen de redacteur van
deze rubriek moet weten wie je
bent.
We werken zó: iedere week wordt
in het nummer van Donderdag een
nieuw probleem onder jullie aan
dacht gebracht je schrijft zo
spoedig mogelijk je antwoord en
zendt dat naar Komiaan 8, Bergen
(N.-H.). De beste drie antwoorden
worden de week daarna geplaatst,
onafhankelijk van de vraag, of w\j
het er mee eens zijn of niet; de
krant betaalt aan deze inzenders
2.50 per artikeltje. De overige
meningen worden samengevat en
nader besproken.
Niet altijd is de kwestie, waar
over wij schrijven, voor alle groe
pen van betekenis. Maar ieder krijgt
zijn beurt.
Deze keer zijn het voornamelijk
de scholieren, die hun mening kun
nen uitspreken. Onze vraag is
namelijk:
IS SPIEKEN GEOORLOOFD?
WAAROM WèL? WAAROM NlèT?
Antwoord zo kort en zo snel moge
lijk.
D. L. DAALDER.
Komiaan 8, Bergen N.H.
opvarenden van de „Allan Water" ten
slotte de „Nordan" in de haven van
IJmuiden binnengebracht. Tussen de
pieren ging het blanke scheepje ver
schrikkelijk te keer, maar om twee uur
gistermiddag lagen sleper en buit vei
lig voor de wal in IJmuiden.
De „Allan Water" zou, toen hij het
passagiersscheepje vond, juist met de
visserij beginnen, maar vermoedelijk is
deze opbrengst van de reis heel wat
beter dan de lagere haringvangsten, die
de trawlers de laatste tijd boeken.
Ook dit jaar heeft de Commissie voor
de Propaganda van het Nederlandss
Boek een novelleprijsvraag uitgeschre
ven met de bedoeling de bekroonde no
velle tijdens de Boekenweek 1953 ais
geschenk aan het Nederlandse publiek
aan te bieden. Dertien manuscripten
werden ingezonden, maar de jury, be
staande uit Anna Blaman, C. J. Kelk, A.
Kossmann, Michel van der Plas, F. J.
Dupont, Chr. Leefiang en W. J. Schou
ten heeft geen van de inzendingen be-
Ttroond. Er zal dan ook geen novelle
worden uitgegeven.
Het bleek zelfs niet mogelijk, een der
ingezonden verhalen om te werken.
De commissie kon niet afzien van het
traditionele geschenk en heeft daarom
prof. dr N. A. Donkersloot uitgenodigd
een bundel samen te stellen van een
aantal, zoals de commissie zegt „ten on
rechte weinig bekende" reeds geschre
ven korte verhalen van levende Neder
landse auteurs.
MlffllllllBIIIIIIIIllllllllllllMllllllMllllllllHIHIIIIIIIininillllllllllllll
MET ingang van 1 November zal
de oud-commandant van de
bekende Zeven-Decemberdivisie,
generaal majoor H. J. J. Dürst
Britt, met pensioen gaan. De gene
raal is thans Commandant van de
vierde militaire afdeling te Gronin
gen en oorlogs-commandant van
de eerste divisie van de strijd
krachten te velde.
i toe, dat die koffers
it. Dan rijdt hij de
:et haar dwars ovur
DONDERDAG 16 OCTOBER 1952
F 162.-,
i5.— en högcei