Nederlandse fruittelers hebben het ilijk zeer moe Een billijk winterpension Prij zen ingestort door grote oogst en gebrek aan export Onze politieke tijdschriften maken de balans op „In de Fragchtwagen" ie Hoorn Mijn dochter lacht Productie per hectare is verdubbeld Vragen staat vrij Kamerverkiezingen en andere binnenlandse vraagstukken onder de loupe Doorbraak en haar grens Belangrijke uitbreiding bij het P.E N. Een oude schuur waar het goed rusten is Verdwijnt het Museum van de Arbeid? NEDERLANDSE FRUITTELERS hebben het op het ogenblik uitermate moeilijk, doordat er onvoldoende afzet voor hun producten is. Ten aanzien van de teelt van peren kunnen we zelfs van een ramp spreken. Men kan de telers de schuld voor deze moeilijkheden niet geheel in de schoenen schuiven. De fruitoogst is dit jaar uitstekend geweest. De aanvoer van appels en peren is enorm, maar Engeland en Duitsland hebben er hun grenzen voor gesloten. Was dat niet het geval geweest, dan zouden de kwekers een best jaar hebben gehad. Aan de andere kant is inderdaad de oppervlakte met vruchtbomen beplante gronden sterk toegenomen. Zij bedroeg in 1912 pl.m. 24.430 hectare. In 1939 was zij gestegen tot 50.778 hectare en voor 1951 is de raming 70.500 hectare. De laatste jaren is het areaal echter vrijwel niet meer uitgebreid. Appels zijn er het meest aangeplant, daarop volgden de peren. Pruimen bleven constant en kersen zijn zelfs teruggelopen. maakt, zijn zeker niet hoog, maar de moderne bedrijven, die zich toeleggen op een uitstekende kwaliteit en die tij dig bijgeplant hebben, ontvangen voor Cox Orange Pippin toch wel 40 cent per kg, waartegenover de productie kosten circa 25 cent bedragen. In Roo sendaal bijvoorbeeld heeft zich een nieuw fruitcentrum gevormd. Daar gaat het wel goed; er zijn echter niet veel zulke moderne bedrijven. Goed betaald worden nog de rassen Cox Orange Pippin, Jonathan, Golden Delicious, James Grieve en Schone van Boskoop. De laatste soort is een goudreinet. Trouwens van de goudrei- netten zijn de verwachtingen niet on gunstig, mits men er niet op dit ogen blik mee op de markt komt, maar bij voorbeeld in December. Tot zo lang kunnen zij goed overdekt bewaard worden. W/AT echter belangrijker is, is dat in de periode van 1939 tot thans de productie per ha is verdubbeld. De opbrengst van appels bedroeg van 1935 tot 1939 gemiddeld 2900 kg per ha en van 1946 tot 1950 7000 kg. Dat is een toeneming met 141%. Voor peren be draagt dit percentage 151%, voor prui men 136 en voor kersen zelfs 268%. Deze productieverhoging per ha is het gevolg van beter onderwijs, van het nuttige werk van de Rijksvoorlich tingsdiensten en van de fruittelersorga nisaties en van het intensieve onder zoek naar ziekten en het aangeven van de bestrijdingsmiddelen. De hogere productie is dus niet uit sluitend het gevolg van aanplant, doch in sterke mate van de toegenomen op brengst per ha. Het spreekt vanzelf, dat daardoor de kostprijs per kg ge daald is. Daar staat tegenover, dat een goede appel op de veiling en in de winkel op het ogenblik evenveel kost als vóór de oorlog, hoewel de lonen en de an dere kosten zeker drie maal zo hoog zijn. De fruitteler is zich blijven in spannen een beter product te leveren voor dezelfde prijs. Topoogsi r\E oorzaak van de slechte prijzen van thans ligt in de sterk gestegen productie. Vóór de oorlog was een to tale opbrengst van 275.000.000 kg een topoogst. Thans is 500.000.000 kg nor maal en in dit goede fruitjaar zal de totale productie wel ongeveer 630.000.000 kg bedragen. Nu kan Nederland zelf wel nog meer fruit gebruiken, maar de binnenlandse consumptie zal stellig niet stijgen van 40 op 80 kg per jaar. Toch is het ver bazingwekkend, wat de Nederlandse markt dit jaar opneemt. De geweldige oogst heeft onvermijde lijk tot een prijsinstorting geleid. De grootste moeilijkheid leveren de peren op, die altijd voor een groot deel naar Engeland werden uitgevoerd. Dit land heeft in 1951 echter zijn grenzen ge sloten. Verleden jaar bedroeg de perenoogst 85.000.000 kg en dit jaar 190.000.000 kg Het behoeft geen betoog, dat dan het sluiten van de Engelse grens funest is. Appelen zijn op allerlei wijzen te be waren. Peren kunnen alleen geconser veerd worden, als men ze koelt. Maar zo veel koelhuizen zijn er niet voor al die peren. Dit is het grote drama. Ongeveer een maand geleden zette Duitsland de fruitimport uit alle lan den stop, met uitzondering van Ne derland. Doch het wenste van ons land de garantie, dat het fruit op de veilin gen een minimum-exportprijs moest maken van 20 cent per kg. Dat gaf Duitsland namelijk de zekerheid, dat Nederland niet zou dumpen. Op de Ne derlandse veilingen werd tengevolge van de grote aanvoer echter geen 20 cent per kg gemaakt. Tot overmaat van ramp verhoogde Duitsland dit bedrag kort geleden tot 30 cent per kg. Met de peren is het dientengevolge een ho peloos geval geworden. Goede peren „doen" op de veiling 12 tot 14 cent per kg, terwijl de productiekosten 17 tot 20 cent bedragen. Het zogenaamde ondereind wordt dus doorgedraaid. Aooels gunstiger DIJ de appels ligt de zaak iets gunsti- ger. De prijzen, die men ervoor De oglossinq? MEDERLAND kan wat zijn kwaliteit en zijn prijzen betreft in Europa voortreffelijk mee. Maar wat moet het beginnen, als de andere landen hun grenzen sluiten? Gelukkig gaat Zweden op 1 Novem ber zijn perenimport liberaliseren. De minimum-veilingprijs, die voor export naar Duitsland gemaakt moet worden, wordt op 15 November van 30 cent ver laagd tot 15 cent. Dan kan men weer uitvoeren. Van 1 September tot 1 November is geheel Europa overvoerd met fruit. Het slechte fruit moet zo spoedig mogelijk geconsumeerd worden, hoe dan ook. Het goede fruit kan men bewaren. Hier liggen de kansen voor Nederland. Wij moeten leveren na 1 December, want dan is er vraag in alle Europese landen. Van groot belang is dus het fruit van prima kwaliteit in de koel huizen op te slaan. Voor de toekomst is modernisering van de bedrijven nodig. Verleden jaar is de Nederlandse fruittelers-organisa tie begonnen met een grote rooi-actie. De boeren hebben daarover thans na gedacht. Nu zij bovendien slechte prij zen maken, zijn velen reeds tot het inzicht gekomen, dat zij inderdaad rooi en moeten. Deze winter gaan zij aan de slag. In de plaats van de gerooide bomen kunnen zij nieuwe - betere - rassen aanplanten. Aangezien de slechte boom gaarden op grasland zijn aangelegd, is het ook mogelijk dit grasland te scheu ren. Op deze grond krijgt men name lijk een prachtig gewas aardappelen. Vaak schrijven Nederlandse jongens in een kleurrijke taal, die bijna gelijk is aan Engels, aan Britse fabrieken om gegevens en foto's van elk nieuw type vliegtuig. De Bristol-fabrieken hebben thans een speciale man belast met de beantwoording van deze verzoeken. Tot zijn verrassing heeft hij bij de stapel een brief gevonden, waarin wordt ge vraagd om de Encyclopaedia Brittan- nia. Nu kost gezegde encyclopaedic bijna vijftienhonderd gulden. Alles 'wijst er bovendien op, dat de vraag- Xüstige jongeman niet zo zeer het voor nemen heeft gehad, een stapel kostbare boekwerken aan te vragen, dan wel wat plaatjes en feiten over de nieuwe Brittannia, het jongste vier-motorige verkeersvliegtuig van de Bristol.... (Van onze parlementaire redacteur) UITERAARD IS IN de Septembernummers van de grote politieke maandbladen Socialisme en Democratie, Katholiek Staatkundig Maandblad en Anti-Revo- Iutionnaire Staatkunde nog al wat aandacht besteed aan de belangrijkste ge beurtenissen tijdens de zomermaanden op het binnenlandse politieke front: de verkiezingen in Juni 1.1. en de daarop gevolgde langdurige kabinetsformatie. ,.De kracht van dit ministerie is niet zozeer van de volksvertegenwoordiging als van zichzelf afhankelijk. Ontstaat in de boezem van het kabinet geen breuk dan is het hoogst twijfelachtig of deze van buitenaf daarin zal worden geïntrodu ceerd." Tot deze conclusie komt de voorzitter van de Tweede Kamer, mr L. Kor- tenhorst, in zijn beschouwing over het derde kabinet Drees (KSM). middelbaar onderwijs en het voorberei dend hoger onderwijs besprekend, con stateert dat beide ontwerpen onderwijs kundig gezien veel goeds bieden. Maar zij brengen niet de beloofde en ver wachte gelijkstelling! Laatstgenoemde schrijver geeft een gedegen principiële en historische beschouwing over het vraagstuk der lijkverbranding. Partij-politieke vraagstukken komen in twee maandschriften ter sprake. In S en D zetten de heren A. A. van Ame- rongen, drs. D. Roemers en prof. dr. F. L. Polak de discussie over de heden daagse situatie van 't socialisme voort. In de rubriek Politieke Kanttekeningen (KSM) worden ook door andere par tijen ter harte te nemen opmerkingen gemaakt over de betekenis van het werkprogramma van de KVP voor de Kamerfractie, de partijleiding, het Centrum voor Staatkundige Vorming en het Vormingsinstituut, dat o.m. is belast met de kadervorming. r\E VOORZITTER van de PvdA, J. J. Vorrink, in S. en D. over hetzelfde onderwerp schrijvend, stelt dat zijns inziens de samenstelling van het kabi net, zoals die ten slotte is geworden, geen wezenlijk gevaar oproept voor ver lammende dicussies en wrijvingen op eigen bodem. „Er is alle reden te gelo ven in de mogelijkheid, dat uit dit ge zelschap een goed werkend team zal kunnen worden gevormd." In het bijzonder met de gevolgen van de verkiezingsuitslag voor de Protes tants-Christelijke en Katholieke Werk gemeenschappen in de PvdA houden beschouwingen van mr. G. E. van Wal- sum en mr. Th. J. A. M. van Lier in S en D zich bezig. Met name laatstge noemde maant tot bijzondere voorzich tigheid en tact, want „wij zouden de politieke doorbraak ernstig bemoeilij ken. wanneer wij haar grenzen uit het oog verloren". Een doorbraak ook op maatschappelijk en cultureel terrein acht mr. Van Lier bepaald ongewenst. Andere binnenlandse problemen wor den door prof. dr. J. J. Gielen (KSM) en burgemeester J. van Haar (ARS) onder de loupe genomen. Eerstgenoem de, de van prof. Rutten afkomstige wetsontwerpen inzake het algemeen Generaal J. H. Couzy, directeur van de Hogere Krijgsschool, wiens benoe ming wordt verwacht tot commandant van de eerste divisie in de plaats van generaal H. J. J. W. Dürst Britt, die met pensioen gaat. Europees perspectief Buitenlandse vraagstukken worden ditmaal, bij uitzondering, uitsluitend in S en D aangesneden. De directeur van de dr. Wiardi Beekman Stichting, J. M. den Uyl, ontleedt het Bevanisme in de Engelse Labour Partij en prof. mr. dr. J. Barents gaat uitvoerig in op de ver dedigbaarheid van West-Europa. Boven dien betoogt een Nederlander, die sinds vele jaren in het buitenland werkzaam is, onder het pseudoniem F. H. van Mar schrijvend, dat voor de socialisten hef hebben van een Europees perspectief volstrekt noodzakelijk is. Want: „de ironie, dat notoire conservatieven tot de beste pleitbezorgers der staatkundi ge progressie behoren en hun socialis tische landgenoten daarbij in het eer ste gelid tegenover zich vinden, toont de omvang aan van de achterstand, die het socialisme moet inlopen om aan spraak te kunnen maken op het poli tieke leiderschap in Europa en om op deze taak te zijn voorbereid." Wijzen wij ten slotte op de gebruike lijke boekbesprekingen en met name op de zeer uitvoerige verhandeling van prof. dr. P. S. Gerbrandy (ARS) over de Rechtsgeleerde Opstellen, enige tijd geleden aan prof. dr. H. Dooyeweerd aangeboden, en op het eerste deel van de beschouwing van de heer A. W. H. J. Quaadvlieg (KSM) over het drie- -delige werk „Geestelijke vrijheid", van wijlen dr. J. H. van der Hoop. Verschenen is de begroting van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf over het dienstjaar 1953, waarop voor uit breidingswerken f 6.430.000.is uitge trokken. Door Ged. Staten wordt er hierbij op gewezen, dat er binnen af zienbare tijd behoefte bestaat aan uit gaande richtingen in de 50 kV schakel stations op het Centrale terrein te Vel- sen. Deze zullen nodig zijn wegens de versterking van de voeding van het 50 kV net van de provincie, alsmede van de Hoogovens. Voor het vergroten van het tweede 50 kV schakelstation en het gedeeltelijk inrichten ervan is een be drag van f 900.000 nodig. Het wijzigen van het 50 kV opstijgstation Kromme nie in een 50/10 kV schakelstation vraagt een bedrag van f 720.000. De stelpost voor diverse uitbreidingen en verbeteringen van laagspanningsnetten bedraagt f 1.700.000. Over bovengenoemd perceel, „In de Fragchtwagen", dat ongetwijfeld een der mooiste, althans merkwaardigste is van Hoorn, is de laatste tijd veel te doen, omdat het in desolate toestand verkeert. De gemeente Hoorn, aan wie het pand toebehoort, laat zich aan het onderhoud, weinig gelegen liggen. Reeds jaren bestaan er plannen om tot algehele restauratie van het perceel over te gaan, maar telkens weer worden deze op de lange baan geschoven. Hoe weinig men zich. het lot van dit historische pand heeft aangetrokken, moge blijken uit het feit, dat het houtwerk, voor de laatste maal in 1929 geschilderd werd. QRIJZE regenwolken hangen boven het kale land. Aan het eind van de landweg staat een oude scheefgezak te schuur. De wind kan door de kie ren en spleten in dit vervallen bouw werk zijn lusten botvieren. Juist ais wij de schuur zullen passeren, wordt zij ons een welkome schuilplaats want een fikse bui overvalt ons. Wjj haas ten ons naar binnen en als wjj zitten te wachten op een hoop stro tot het droog zal worden, z(jn wij dankbaar voor de wankele muren die tezamen met het rafelige dak ons het gevoel geven door een veilige mantel omslo ten te zjjn. Van de oude muur gaat iets per soonlijks uit. Het lijkt of zij in haar gebrekkigheid een taak te vervullen heeft. Als de wind er aan alle kan ten doorfluit, lijkt het of zij spreekt. Tegen wie? Heeft zij ons iets te zeg gen en misschien nog aan vele ande ren? Het is of zij bedenkt hoe groot de moeilijkheden zijn om de winter heelhuids door te komen, voor de vele levende wezens, die hier 's zomers in vrolijke overmoed of luchtige spelerij. voorbij trekken. De wind laat haar niet lang deze rust. Waarom dit verlangend uitkijken? Waar wordt op gewacht? Is dit win terpension al niet behoorlijk volge boekt? Die kleine slaapmuis, die zo juist nog zijn nieuwsgierig snuitje uit het stro liet zien, behoeft zich toch niet eenzaam te voelen? Zijn gehele familie heeft zich ingegraven en zij kunnen in het warme nestje gerust de lente afwachten. Hoeveel kevers en torren zullen zich tussen de rietstengels van het dak reeds verborgen hebben? J-JANGEN daar al niet, als een fan tastische versiering, aan spijkers, latten en in donkere dakhoekjes tien tallen vleermuizen? Zij waren de eer sten, die in hun oude winter-pension voor vijf of zes maanden hun intrek namen. Zij hangen er aan één been met de kop naar beneden en rusten uit van hun nuttig zomerwerk, hun onvermoeid jagen op vliegen, motten en insecten. Zij willen nu wel eens volop van hun vacantie genieten nu zij niet steeds naar die vervelende uilen, die ruzie met hen willen maken behoeven uit te kijken. Zij hebben zi _h heerlijk in hun vlieghuid gerold cn kunnen zo heel wat kou verdragen. Zij vertrouwen op het rieten dak. dat hen wel beschermen zal, want zij zouden het vreselijk vinden als zij in het hartje van de winter nog genoodzaakt waren een warmer heenkomen te zoe ken. Toen de winterinvasie van de vleermuizen begon, heeft de egel de drukte van onder zijn beukenheg be keken. Niet dat hij bang voor vleer muizen is, wel neen. Hij, die zich meester weet over muizen, adders, ja zelfs over jonge wezels, kijkt min achtend neer op die rare rondvliegen de spoken. Neen, hij houdt nu een maal niet van al dat gefladder en ge ronk boven zijn hoofd en hij vond bet maar het beste die juffers eerst tot rust te laten komen en ze te laten in dutten. Trouwens voor hem is drie of vier maanden slaap meer dan genoeg. Zijn jachtterrein wordt door hun ver dwijning van het strijdtoneel steeds overvloediger. Nu staan lekkere hap jes als torren, spinnen en kevers op zijn menu. Hij vindt dat dit hem toe komt, want zelf is hij overtuigd van zijn groot nut voor de mensheid. Tot op deze dag is hij gewend geweest zijn eigen pad te zoeken bij nacht en ontij, maar vandaag voelt hij zich el lendig. Welk beest zou nu ook op zo'n regenval gesteld zijn? Hij schudt zijn pennen zodat de druppels in het rond vliegen en schuifelt dan vastbesloten de landweg af. Het is tijd om een be ter onderdak te zoeken. Voor de stekelridder is altijd nog een plaatsje. Het is of de schuur op hem heeft gewacht. Een egel in huis, verlicht het huishoudelijk werk ten zeerste. Het beest weet wat van hem verwacht wordt. Het gaat onmiddel lijk aan de slag en werpt zich harts tochtelijk op de najaarschoonmaak. Overal op de grond liggen uitgedroog de bessen en van dat vervelende on gedierte, dat hier maar onbezorgd pret heeft gemaakt. Will Pas als hij zich heerlijk rond gege ten heeft, rolt hij zich tot een bal letje en graaft zich een hol onder een hoop blad. Laat nu de winter maar komen! Laat nu de wind maar waaien en de regen het land doorweken! TUIST als wij bedenken hoe gemak kelijk deze beesten zich door een maandenlange slaap aan de winterse moeilijkheden onttrekken, zingt de wind een vibrerend lied langs de oude wanden. De schuur is tevreden. Zoals een kloek haar kinderen met zorg om ringt, heeft zich zich over de winter slapers ontfermd. Zij neemt hen op in een rijk gebaar van gastvrijheid en verzekert hen rust en vrede. Al ver breekt een langsscherende Vlaamse Gaai of Ekster wel eens de winterse stilte, zolang de zonnewarmte niet te rugkeert blijven deze beesten onder gedoken. Behoedzaam sluiten wij de deur achter ons. Het lijkt of het dak nog verder overhangt dan straks: als een pet die over de oren is getrokken van één, die zelf ook rusten wil. PETRA. JONDAGMIDDAG kwamen de famt- L lieleden tot in de derde graad, om getuige te zijn van De Lach. Misschien had u het hier of daar al gehoord, maar mijn dochter Lachtl Een pralen de, zonnige Lach, die begint met een twinkeling in het donkerblauw van de ogen zich dan als een koesterend schijnsel over het gezichtje beweegt, om te eindigen in een eindeloos blij ge- gekrijt en een vreugdevol zwaaien van armpjes en beentjes. Ja, mijn dochter lacht! Soms zonder enig rede lijk motief; meestal zomaar uit louter geluk. V/ij, mijn vrouw en ik, zijn in alle zeven hemelen en derhalve heb ben we uitnodigingen verstuurd naar allen, die op enigerlei wijze blijken van belangstelling hebben gegeven na de geboorte ran onze dochter; om thans De Lach te komen zien. Zo hadden we Zondag negen bezoe kers, waarvan drie heren. De laatsten kwamen voor de borrel, die ik hen in een P.S. onder de uitnodigingsbrief had beloofd. Maar de zes dames gaven ons meer reden tot tevredenheid dan we ooit hadden durven hopen. Als roofgierige Bedouünen belegerden ze de wieg, onbegrijpelijke klanken uit stotend: „Koere;eloerissie, grote meitie van je tante Margrietepietje. Doe dan 's effies lachies tegen me." En dan meelevend met het gebarenspel, dat mijn dochter intussen vertoonde: „Oele oele, pijnie in me bolleknollesie. Ef fies grijpies doenies an me oor tie, lek kertje!" Laat ik u verzekeren, dat ik een min of meer geciviliseerde Gibbon prima kan begrijpen, als hij me maar recht aankijkt. Maar het gelurk van de tantes en nichten rond de wieg was mij volkomen onverstaanbaar; laat sttaan voor mijn dochter, die nauwelijks zes weken telt. Mijn vrouw was verrukt, daar niet van. „Wat keuvelt u leuk met 'r", zei ze tegen nicht Anna, die een paardengezicht trok, om onze dochter aan het schateren te brengen. Hoezeer nicht Anna en de andere da mes zich echter ook inspanden, er kwam geen spoor van een lach op het gelaat van onze dochter. Hoogst ernstig, ja bezorgd zelfs, lag ze haar verwanten aan te kijken, als dacht ze: „Wat moeten jullie je lam voelen, met zulke rare gezichten!" Ik opperde tac tisch om de hoek van de deur: ,,'t Is 'r dag niet, vandaag. Op Zondag is ze altijd slecht gehumeurd". De dames waren evenwel onver saagd. Oudtante Brigitta ging scheel kijken, hetgeen vooral succes had bij mij. Ik zou in schateren zijn uitgebar sten als er niet een dikke erfenis van af had gehangen. Mijn dochter bleef volkomen onbewogen, alsof ze lag uit te rekenen wat ze déze maand nu eens van het kinderbijslaggeld zou kopen. „Als ze haar flesje heeft gehad is ze wel vriendelijker"zei mijn vrouw mild. Eendrachtig besloten de dames daar nog even op te wachten en terwijl ze de trap afdaalden begonnen ze zich gevallen te herinneren van andere kindertjes, iVe óók alleen maar lach ten als ze pas gedronken hadden. Het etensuur van mijn dochter had iets van een massabetoging, waarbij de demonstranten, met tot waanzin op- gezwiept idealisme elkaar de spandoe ken betwisten. Jammer alleen, dat mijn dochter nu als spandoek fungeerde. Hoe het zij; ze kreeg een op de lange duur ijskoude fles toegediend, uit zes paar handen. De drinkgeluidjes wer den opgewonden nagebootst en als men niet beter wist, zou men zeggen dat de tantes en nichten zelf nog da gelijks hun 750 gram Nutricia (één op anderhalf) nuttigden. Hoe het zij, het ceremonieel kreeg een einde. De baby werd op tafel gelegd voor de verwisseling van een bemod- derd stuk textiel. „Wat legt ze d'r mooi bij!" constateerde nicht Miep, alsof mijn dochter een zeiljacht was. Haar opmerking ging goeddeels verloren in de luidruchtige belangstelling, welke ontstond toen mijn dochter een boer tje produceerde. Het duurde lang eer de vreugde wat geluwd was, om plaats te maken voor de gespannen verwach ting in verband met DE LACH. We derom begon het ritueel, dat zich bo ven bij de wieg reeds had afgespeeld. Nicht Anna begon weer met haar paardengezicht en Bertha deed Kieke boe boven de tafelrand uit, terwijl ze een luier, gelijk een volgeling van de Dalai Lama, rond haar pieterige krul len drapeerde. Géén lach! Nicht Miep begon „boeéééé" te roe pen, waarbij ze haar mond in een hoek van 45 graden bracht. Géén lach! Het was om moedeloos bij te wor den. De tantes begonnen hoe langer hoe gekker te doen. Een stuk ijzer van drie duim dik zou in schateren zijn uit gebarsten. Mijn dochter keek als een ambtenaar van Invoerrechten en Accijnzen. Doch plotseling een waarschuwende kreet van mijn vrouw. „Ze begint!" Er trok een spier ergens in het kaakje van mijn dochter. De dames bogen zich met opgewonden blikken over de ta- fel. „Hatsjie!!!" brulde het hoopje mens op de tafel. Zes ontstelde, met wit, vlokkig gedoe bedekte gelaten wendden zich af. Een kwartier later was ons huis verlaten. Op de tafel lag mijn dochter. En lachen! Ze kón niet meer! ALBERIK Uit mededelingen aan de Provinciale Staten van Noord-Holland blijkt, dal 't bestuur van de vereniging „Het museum van den Arbeid" te Amsterdam dit col lege heeft medegedeeld, dat het beslo ten heeft het museum te sluiten, aange zien 'n efficiënte exploitatie piet meer mogelijk is. Het Rijk betwijfelt bet be staansrecht van het museum en heeft voor het jaar 1953 beëindiging van de subsidiëring ad. f 12000 per jaar in het uitzicht gesteld. Onder deze omstandig heden kan ook de provincie Noord- Holland subsidiëring niet langer voort zetten, waarom intrekking wordt voor gesteld. Intussen worden door het gemeente bestuur van Amsterdam en Amsterdam se industriëlen pogingen gedaan om het museum te behouden, zoda' d« vereni ging nog niet is overgegaan tot haar eigen liquidatie. Emigrantenscholing in de Beemster Canadese, Australische en Nieuw Zeelandse vertegenwoordigers hebben een bezoek gebracht aan veertien ad- spirant-emigranten, die in de Beemster als proefneming in een kamp zijn ge huisvest en er hun scholing ontvangen. De adspirant-emigranten, die kennis moeten krijgen van de landbouw zijn te werk gesteld bij landbouwers en veehouders en ontvangen in de avond uren verschillende lessen: kennis van de landbouw in het algemeen, onder wijs in het gebruik van motoren en landbouwwerktuigen, kennis over plan tenziekten. De Rijkslandbouwconsulent Noordholland-Zuid, ir Hartman, ver leent zijn medewerking. De cursus is in het laatst van Augustus begonnen. RAAD VOOR HET RECHTSHERSTEL Bij K B. is op zijn verzoek, aan mr. L. A. Donker, met ingang van 2 Sep tember 1952. eervol ontslag verleend uit zijn functie van lid en voorzitter van de Raad voor het Rechtsherstel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 9