Goudgravers
Hellendoorn
in de bergen
en Nijverdal
van
Sahara, eens een bloeiende tuin?
Alles wat blonk
moest goud zijn
Schrikbewind in de jungle
D'
R'
Enkele ondiepe kuilen en een hotel herinneren aan de
De goldrush van de N.V. Eureka
Na een jaar kwam
de ontgoocheling
D'
MAAR GOD ZIET HET HART AAN
I
Op 1200 meter boorde men water
Een Frans experiment dat
belangstelling verdient
D
ïPAoMy," de duuwte
bandiet man ïïlaiabba
Aan hef werk
Volop goud
De ontgoocheling
Toch gouden bergen
Gas uit onderaardse
kolenlagen
Succes van geleerden in V.S.
Werk
zal geweldige
bedragen vorderen
5^lEaag.d& 6-oling.eti
£m w-a<ijnótijt
1
7ATii:i?nAft IK xroviTAmTr.i?. IQ«*
Het koffiehuis van Budde, waar
in de dagen van de goldrush op
de bergen van Hellendoorn en Nij
verdal, nu een halve eeuw ge
leden, de gouddelvers bijeen
kwamen. De eigenaar van het
koffiehuis droomde zich reeds
gouden bergen. Hij werd door de
goudkoorts bevangen en liet zijn
zaak ijlings belangrijk uitbreiden.
(Van één onzer verslaggevers)
rR zit goud in de bergen van Hellendoorn en Nijverdal. Goudaders
zijn er onidekl, maar om ie voorkomen dai hier morgen een
legertje goudzoekers hun geluk zullen beproeven, moeten we er
direct bijvertellen, dat dit al zo n halve eeuw bekend is. Maar dat
niet alleen. Ook is er al zo'n soort „goldrush" geweest in die
bergen. Dat was omstreeks de eeuwwisseling. Tientallen hebben
toen diep in de bodem gegraven en koortsachtig naar goud gezocht
Na korte tijd zijn ze echter verdwenen.
Toch moet er goud gedolven zijn. Niet in klonten of brokken
maar in gruis. Het delven heeft echter de moeite klaarblijkelijk
niet geloond, want Nijverdal is geen tweede Klondyke geworden
Drie dingen herinneren er nog slechts aan deze korte „goldrush":
het toenmalige goudzoekerskoffiehuis van Budde aan de voet van
de Nijverdal se berg, de naam Alaska van een villatje ergens tussen
de bossen en de kuilen, die men hier en daar nog in de heuvelrug
kan ontdekken
DE goudaders, die er wel degelijk
zijn, zijn sindsdien onaangetast
gebleven. Gegraven wordt er al
lang niet meer, maar toch toehoort de
toenmalige gouddelverij tot de meest
sensationele gebeurtenissen uit de
jongste geschiedenis van de gemeente
Hellendoorn.
Enkele bejaarden kunnen zich nog
herinneren hoe op een goede dag een
paar Amsterdamse heren intrek namen
in het koffiehuis van Budde. Het wa
ren de directeuren van de in 1904 in
Amsterdam opgerichte N.V. „Eureka",
hetgeen betekent „Ik heb gevonden".
Het doel van deze onderneming was
niets minder dan goudzoeken. Goud,
dat zich in de heuvelrug moest bevin
den. weike Twente en Salland scheidt.
Het gerucht verspreidde zich als een
lopend vuurtje en het was spoedig het
gesprek van de dag. Men droomde van
ongekende rijkdommen en een enorme
vlucht van het kleine Nijverdal. Een
deel van de bevolking was door de
goudkoorts gegrepen, maar anderen
moesten eerst de illusies werkelijkheid
zien worden. De eigenaar van het kof
fiehuis van Budde, beïnvloed door de
sterke verhalen van de directeuren
van de N.V. Eureka, de heren Ompers
en Frank uit Amsterdam, meende ech
ter alvast maatregelen te moeten nemen
voor de toekomstige bloei van Nijver
dal dank zij de gouddelvers. Hij ver
bouwde zijn koffiehuis tot een hotel
met twee verdiepingen, hetgeen in die
dagen iets buitengewoons was.
iE eerste grond, welke aan een on
derzoek werd onderworpen, werd
aangekocht van de landbouwer
Rutgers te Hellendoorn, bij de inwo
ners van Hellendoorn en Nijverdal be
kend als wijlen Kupers Teunies. De
grond was gelegen bij het zgn. Stort te
Nijverdal, waar thans de landhuisjes
staan aan de Trompweg.
Onder leiding van een opzichter uit
Hilversum, die in café Budde in pen
sion was, begon een 25-tal arbeiders
met het werk. Arbeiders die f 7.
per week verdienden, wat voor grond
werkers in die tijd een hoog loon was.
Er werden loopgraven gemaakt en later
groef men trechtervormige putten tot
een diepte van ongeveer 12 meter. Een
deel van de grond alsmede de gedolven
stenen verdween in zakjes en de mon
sters werden per trein verzonden naar
een laboratorium aan het Molenpad in
Amsterdam. De beide directeuren, als
mede enige andere heren waar
schijnlijk de aandeelhouders kwamen
regelmatig poolshoogte nemen en na
dat de opgang van de berg doorzocht
was ging men in Noord Westelijke rich
ting verder zoeken alsmede ten Zuiden
van de straatweg ZwolleAlmelo.
DE leiders van de onderneming lie
ten het voorkomen alsof er volop
goud werd gevonden en toch had
van de arbeiders ooit iets ontdekt,
wat op goud leek. De verhalen wekten
echter grote verwachtingen. Vooral bjj
de weinige zakenmensen In Nijverdal
en Hellendoorn, die geloof hechtten aan
deze fantastische verhalen. De fantasie
werkte zover door, dat de arbeiders ln
alles wat maar glinsterde in de bodem
goud zagen.
Dat er in de bergen ongekende schat
ten lagen was zeker, meende men,
want op zekere dag ontdekte men op
5 meter diepte een prachtig fonteintje,
waaruit kristalhelder water stroomde.
E ontgoocheling kwam echter vrij
spoedig. Nadat ruim een jaar naar
het zo zeer begeerde goud was
gezocht, werden de werkzaamheden
plotseling gestaakt. De toekomstdromen
van velen werden wreed verstoord.
De directie van de N.V. Eureka deel
de mede, dat wel goud gëvonden was,
doch in zo'n geringe mate, dat het de
moeite niet loonde. De arbeiders wer
den ontslagen op één na. Dat was ar
beider Krukkert, die geruime tijd na
dien nog de gegraven gaten moest
dichtmaken. Daarna werden de mate
rialen van de N.V. Eureka verkocht en
was aan de geschiedenis van de goud-
graverij op de Nijverdalse berg een
einde gekomen.
De verschillende ondiepe kuilen, die
heden ten dage nog in de Nijverdalse
berg aangetroffen worden, alsmede het
goudgraverskoffiehuis van Budde, zijn
nog de enige herinneringen aan deze
tijd.
Het tegenwoordige geslacht heeft
echter het goud in de .bergen wel weten
op te sporen, zij het ook in figuurlijke
zin. We doelen hier op de schoonheid
van het landschap, de rust en de lan
delijkheid. Destijds had men daar nog
niet zo'n oog voor, maar achteraf heeft
men begrepen, dat het zo beter is!
Geleerden in dienst van de Ameri
kaanse regering zijn er in geslaagd,
synthetische gassen te produceren door
het verbranden van onderaardse kolen-
lagen. Uti deze gassen kunnen brand
stoffen en synthetische chemicaliën wor
den bereid. Het thans bereikte resul
taat is de vrucht van de proeven, wel
ke men de afgelopen zes jaar te Gor-
gas (Alabama) heeft gedaan.
Op deze wijze zal men millioenen
tonnen steenkool kunnen gebruiken,
die volgens de huidige methoden niet
gedolven kunnen worden wegens te
hoge kosten. Het is voor het eerst, dat
in de V.S. op deze wijze synthetische
gassen worden gewonnen.
De betrokken geleerden zijn van
oordeel, dat binnen dertig jaar volgens
de thans ontwikkelde methode gewon
nen producten op de markt kunnen
worden gebracht.
N 1 Samuel 167 lezen wij de
woorden: want de mens ziet aan
wat voor ogen is, maar de Here ziet
het hart aan.
De mens ziet aan wat voor ogen is.
Ja, zó gaat het vaak in onze menselij
ke verhoudingen. Hoe vaak is daar een
oordeel over elkaar, dat door allerlei
uiterlijke factoren wordt bepaald. Al
zijn wij wel wat democratischer ge
worden in onze gevoelens wordt
toch niet heel vaak iemands waarde en
betekenis afgemeten naar zijn geld en
goed, stand en positie? De klasse-voor
oordelen spelen ook in onze samenle
ving nog maar een al te grote rol. En
ook naar allerlei andere factoren be
oordelen en waarderen wij vaak el
kaar; ais iemand een knap voorkomen
heeft, prettige manieren, een vlotte
omgang. Dat maakt hem populair en
gewild in de ogen van zijn medemen
sen. En daar kunnen we elkaar zo heel
erg mee miskennen. Want ais wij
iemand maar menen te kunnen beoor
delen (en vaak veroordelen!) naar wat
wij van zijn leven menen te zien en te
begrijpen, dan kunnen we zo vreselijk
fout en onbillijk zijn in ons oordeel.
Zoals iemand, die ik in de gevangenis
bezocht, eens tot mij zei: „iedereen
neemt maar de vrijheid in mijn leven
om te woelen, mij te beoordelen en
met stenen naar mij te gooien maar
ze weten en begrijpen nog geen tiende
deel van de achtergrond van mijn le
ven en van de strijd, die ik heb door
gemaakt." De noodkreet van deze mens
was echt en waar. Wij zetten vaak de
mensen in keurige afgesloten vakjes:
hier heb je de nette burgersen
daar heb je de boeven. Hiér de vrome,
fatsoenlijke lieden en daar de satans
kinderen. Net als de farizeërs dat de
den. En we zijn daarin ook vaak fari
zeërs. Want: al is ons uiterlijke leven
misschien beter is ons hart ook zo-
Een schilderachtig plekje op de gouden bergen van Nijverdal en Hellendoorn
7USSEN de Atlantische Oceaan en het Nijldal strekt zich als
een reusachtige verkeersbelemmering de Sahara uit en ver
deelt de Afrikaanse bezittingen in een noordelijk en een zuidelijk
gedeelte. Deze woestijngordel beslaat ongeveer zes millioen vier
kante kilometer. Het is begrijpelijk, dat de Fransen van oudsher
pogingen gedaan hebben deze woestijn, die eens een bloeiende
tuin was, weer bebouwbaar te maken, maar waar geen wafer is,
wil ook geen halmpje groeien. Wel werden hier en daar Artesische
putten aangelegd, maar ze waren niet voldoende voor grotere
irrigatiewerken. Toen dook in 1927 in Algiers een Frans geoloog
op, Savornin genaamd Hij verklaarde, dat hij als jong student in
Zuid-Algeriè een onderaards waterbekken ontdekt bad. Het zou
afkomstig zijn van de watermassa s, die op de Zuidelijke hellingen
van bet Atlasgebergte neervallen en die niet in de aarde weg
sijpelen, maar een geweldig waterreservoir vormen.
iROFESSOR SAVORNINS theorieën
zijn gebaseerd op het feit, dat onze
planeet in de ioop van duizenden
jaren vele veranderingen heeft onder
gaan. Volgens de mening van de geo
loog, die thans een oud man is, was de
Sahara eens een groot zoetwatermeer
vol vissen en reusachtige reptielen, wat
overigens ook door andere geleerden
wordt aangenomen. In het land van de
Sahara zijn fossielen van vissen en
reptielen gevonden, waaruit men be
langrijke conclusies heeft kunnen trek
ken. Versteende overblijfselen van
pijnbomen bewijzen, dat het meer in
een gematigde zone lag.
Later verdween het meer onder dikke
aardkorsten. Toen veranderde de Sa
hara weer van gezicht en werd een
groen oerwoud met olifanten, nijlpaar
den en andere oerwoudbewoners. Ten
slotte vormde de Sahara een woestijn,
zoals ze nu nog is. Daaronder, beweert
professor Savornin, is nog steeds een
laag water te vinden. Deze waterlaag
loopt van de voet van het Atlas
gebergte met een zwakke daling in
Oostelijke richting af naar de Libyse
Woestijn en in zuidelijke richting naar
Frans-West-Afrika. Hij daalt naar het
Oosten af, zodat hij zich aan de Libyse
grens op een diepte van rond 1300
meter onder het aardoppervlak bevindt.
Op andere plaatsen is hij dichter bij de
oppervlakte en kan dus gemakkelijker
aangeboord worden. De uit zandsteen
en kiezel bestaande bedding is ondoor
dringbaar en de bedekkende laag voor
komt verdamping. Er is geen afvoer
naar de zee, maar in de zuid-westelijke
helft, waar de waterlaag toijna tot aan
de oppervlakte komt, gaan ieder jaar
milliarden kubieke meter door ver
damping verloren. Dit verlies wordt
weer aangevuld door de jaarlijkse toe
voer van tien milliard kubieke meter
water uit het Atlas-gebergte. Daaruit
blijkt, dat het waterbekken onder de
Sahara nooit leeg zal raken. Na twee
vergeefse boringen werd in 1948 een
nieuwe boring uitgevoerd, die succes
had.
IN de buurt van de oase Zelfana wer
den boorputten gemaakt van bijna
1200 meter diepte, waarbij men op
water stuitte. Daarna verrichtte men
nog op andere plaatsen boringen, die
eveneens met succes bekroond werden.
Inmiddels werd een gebied afgebakend
ter grootte van ongeveer 600.000 vier
kante kilometer, groter dus dan Frank
rijk. Dit gebied zal een oase-paiadijs
worden, een vruchtbare tuin temidden
van de woestijn-
Wat een gigantisch project! Maar er
zijn geweldige bedragen voor nodig.
Zeer waarschijnlijk zullen de Franse
middelen niet voldoende zijn om de
revolutionnaire plannen uit te voeren.
Er zullen ongeveer 1500 oases aange
legd worden; dit zullen gedeeltelijk
nieuwe zijn en gedeeltelijk zullen de
oases, die vroeger bestaan hebben, maar
riEZER dagen is een geologen-
congres gehouden, waaraan
ongeveer 1200 gedelegeerden
deelnamen. De belangstelling
richtte zich vooral op het Franse
experiment om met behulp van
onderaards water een gedeelte
van de Sahara weer vruchtbaar
te maken.
nu verzand zijn, weer bebouwd wor
den. Ze zullen door goede wegen met
elkaar verbonden worden. Iedere oase
zal een moskee, een school, een zieken
huis, een café en een radiostation krij
gen en de woningen van de inboorlin
gen zullen van eenzelfde type zijn.
DAARDOOR zou dus een algemene
„woestijnstijl" ontstaan, zoals de
Italianen reeds in Libye ingevoerd
hebben. De oases zullen op plaatsen,
waar de natuurlijke waterdruk groot ge
noeg is, door Artesische putten be
vloeid worden; waar de druk te zwak
is, zullen pompen aangebracht worden,
die het water naar de oppervlakte
brengen. Iedere familie zal een hectare
grond voor eigen bebouwing in pacht
krijgen.
Men wil een serieuze poging doen
om de Nomaden van de woestijn tot een
bevolking met een vaste woonplaats te
maken. Het zal niet eenvoudig zijn dit
doei te hereiken, maar misschien slaagt
men er in de loop der jaren in. Alleen
al het feit, dat een reusachtig woestijn
gebied vruchtbaar gemaakt zal worden,
is een plan, dat de grootste aandacht en
zeker ook internationale steun verdient.
veel beter? Is 't ónze verdienste, dat
wij staande bleven? Of leeft de kiem,
waaruit elke misdaad voortkomt, niet
in ons allen? En wat het oordelen over
elkaar betreft: wat weten wij vaak van
iemands persoonlijke levensomstandig
heden? Wat weten wij van zijn inner
lijke strijd? Wat weten wij van allerlei
factoren, waardoor dit leven juist zó
geworden is! Wat weten wij van wat
er leeft en werkt in het diepste van
een mensenhart? Zie dat is het heel
gebrekkige van onze omgang met el
kaar: dat we vaak zo weinig de diepte
zoeken, vaak zo weinig in staat en be
reid zijn om het hart van onze naaste
aan te zien. En ik geloof als we dit
werkelijk zouden doen, dat we dan
nooit anders meer zouden kunnen, dan
met innerlijke ontferming over die an
der bewogen zijn wie hij ook is en
wat hij ook deed!
MAAR dan staat tegenover de opper-
vlakkigheid, waarmee wij mensen
vaak elkaar kennen, het diepe wéten
en begrijpen, waarmee God ons kent.
Maar de Here ziet het hart aan.
Gods blik, waarmee Hij ons aanziet,
gaat door alles heen. Van de Heer Je
zus wordt gezegd: Hij wist wat er in
een hart was. Dat is de diepte en de
volkomenheid van het weten Gods,
waarmee Hij ons kent en doorgrondt,
waarmee Hij „ons hart en onze nieren
proeft" zegt de Schrift.
En dat is voor ons een troostrijke en
bemoedigende zekerheid.
Laten de mensen dan van de buiten
kant tegen ons aankijken God kent
ons door en door. Hij weet wat er in
ons leeft aan ernstig bedoelen, aan lief
de tot Hem, aan oprechte begeerte om
Zijn Rijk te zoeken.
Wij hebben het er misschien steeds
meer moeilijk mee om door de mensen
begrepen te worden. Zelfs Christus, die
volmaakte Liefde was en van Wie een
stroom van liefde uitging tot ieder
mensenkind zelfs Hij werd volko
men misverstaan in Zijn heilige en
heilzame bedoelingen. Hoe zouden wij,
in wier liefde en goede bedoeling toch
ook altijd nog zoveel onzuivere, zelf
zuchtige en eigengerechtigde elemen
ten zitten, dan wél altijd door de men
sen begrepen worden? Maar dat is dan
ook niet zo erg meer, en dat wordt niet
meer als èrg gevoeld door de mens,
die gelooft: de Here ziet mijn hart aan,
voor Hem zijn mijn diepste bedoelin
gen niet verborgen, bij Hem behoef ik
géén wanbegrip en géén miskenning te
vrezen.
T"\E Here ziet het hart aan. Dat bete-
kent ook dit: het gaat niet om vro
me woorden, niet om daden van uit
wendige godsdienstigheid, niet om
goede werken van menselijk idealisme
't gaat over het klein worden voor
God, om het geloof in Jezus; 't gaat er
om uit welke kracht wij leven en met
welke troost wij eens hopen te sterven.
't Gaat over de diepste keuze van dat
hart van ons. En dat leven van ons
hart komt dan óók te staan in het hart
van ons leven. Daar straalt iets van.
door in onze levenshouding, in onze
omgang met elkaar ja, ook in de
meest-gewone dingen zal er iets van
blijken of ons hart vóór God is en of
Christus daar leeft.
Het leven immers wordt vanuit het
hart bepaald. Aan de vruchten zal de
boom worden gekend. Ten volle door
God toch ook enigszins door onze
medemensen. Als het hart van een
mens waarlijk met God leeft, dan zal
dat innerlijke leven zijn zegen uitbrei
den over heel ons bestaan, of, zoals één
van onze oude psalmen het zo stoer en
eenvoudig zegt: „dan zal zich 't hart
met onze daden paren".
Mijn lezer: de Here ziet ook uw hart
aan! Laat Hij daar mogen vinden: een
diep besef van onze eigen armoede, een
innige geloofsverbondenheid met Chris
tus, een brandende begeerte Hem ge
heel toe te behoren en te dienen, en
een groted ankbaarheid, omdat ons le
ven mag rusten in Zijn eeuwig erbar
men.
W. BROER, Hoorn.
E LAATSTE grote actie
van de Britten, in hun
nu reeds jaren duren-
JJ
de strijd tegen de communis
tische terroristen op Malak-
ka, is gericht op het onscha
delijk maken van één der
gevaarlijkste ondergrondse,
rode leiders. Het is de
Chinees Kuk, alias Fong
Kim Chuen, alias Ooi Chai Fong, alias Fong Fong en
alias Yoong. Er is een premie van honderd en vijftig
duizend Straits-Dollars (f 200.000.uitgeloofd voor de-
geen, die deze bandietenleider levend in handen van de
autoriteiten speelt. Het portret van Kuk (om deze naam
aan te houden) is duizendvoudig over het gehele schier
eiland verspreid. Tot diep in de jungle, in verlaten
kampongs en in de steden ziet men het aanplakbiljet
met Kuks foto. Het is geen echte bandietentronie, die u
van de grote affiches aanblikt. Kuk behoort ongetwijfeld
tot de beminnelijkste Chinezen van Malakka. Naar het
uiterlijk althans.
OND ZIJN PERSOON heeft men een heel net van
legenden geweven. De inlandse bevolking beschouwt
hem als iemand die een verbond met de duivel
heeft gesloten. Daardoor is hij zo vriendelijk zegt men,
want het is bekend, dat de duivel zich steeds in de meest
charmante vormen aan ons presenteert. En charmant
is Kuk zeker. Hij is allesbehalve een afkeer inboezemen
de figuur. Hij is 29 jaar oud en meet nauwelijks één
rr-eter dertig. Deze geringe afmetingen hebben hem de
bijnaam „Shorty" (de korte) bezorgd. Shorty heeft een
vrouwelijk-zacht gelaat, welgevormde handen en ietwat
weemoedige ogen. Men kan hem niet onontwikkeld noe
men. Hij spreekt althans goed Engels, is een geboren
volksmenner en organisator en heeft goede manieren.
Er is het verhaal van een kamponghoofd, dat in handen
van Shorty's mannen was geraakt. De gevangene had
tegen de ijzeren tuchtregels van Shorty gezondigd, door
alarm te slaan, toen Shorty's mannen de kampong bin
nendrongen en roofden wat zij konden, zogenaamd vooi
de ravitaillering van de bevrijdingsstrijdkrachten
„Ik werd heel netjes behandeld", vertelde het kam
ponghoofd later, nadat hij toevallig door Britse troepen
was bevrijd. „Men legde mij uit, dat Shorty en zijn
mannen vochten voor de bevrijding van Malakka en dal
iedereen aan die strijd deel moest hebben. Ik kreeg ge
legenheid om me aan te sluiten. Men gaf me veertien
dagen tijd om mijn besluit te overdenken. Als ik het
niet deed, zou ik worden gedood. Dat laatste werd me
door Shorty zelf mede
gedeeld en hij bracht zijn
boodschap met zóveel mede
leven, dat het me was, als
of hij een broer van hem
ter dood veroordeelde".
Onder de bevolking
van Malakka wordt Shorty
dan ook niet beschouwd
als een „terrorist" in
de betekenis van dat woord. Het maakt op vele in
landers een diepe indruk, dat hij zijn „eigen oorlog" zo
correct voert. Hier geen sprake van redeloze wraakacties-
Shorty's slachtoffers worden even netjes verhoord als
de arrestanten van Scotland Yard. Er is hier echter maar
één vonnis; de doodstraf. In enkele gevallen, zoals dat
van het kamponghoofd, wordt gelegenheid gegeven tot
inlijving. Door dit „nette" optreden is Shorty echter tot
één van de gevaarlijkste communisten op Malakka ge
worden. Hij is een obsessie voor de autoriteiten, die
voortdurend stuiten op onwil en vrees van de bevolking,
als er een onderzoek naar Shorty's verblijfplaats wordt
ingesteld. ,v
Shorty is één der belangrijkste vertegenwoordigers
van het Kremlin in dit verre deel van de wereld. Hij
is één der leidende figuren in de communistische partij
Johore-Malakka. Als lid van het centrale comité van
deze partij houdt hij direct contact, met de oorlogs-
afdeling van het communistische Centrale Politburo De
ondergrondse strijd op Malakka wordt voor het grootste
deel door deze merkwaardige kleine man geleid. Het
zijn de hersens van Shorty, die de plannen uitwerken
voor overvallen, brandstichtingen, aanslagen op treinen
enz. enz., die zich voordoen in het district Koeala Loem-
poer, waar zijn hoofdkwartier gevestigd moet zijn.
HET GEVAAR dat hij vormt wordt uitgedrukt in de
premie welke op zijn hoofd is gesteld. Een derge
lijk hoog bedrag is hier nog nimmer voor de uit
levering van een bandiet uitgeloofd. De 150.000 dollars
zijn voor iedereen, die erin slaagt „Shorty" levend te
doen arresteren. Degeen die kans ziet de nu vogelvrije
bandiet te doden, ontvangt de helft van het uitgeloofde
bedrag.
Hoewel het reeds enige tijd geleden is, dat de grote
actie tegen Shorty is begonnen, slaagde men er nog niet
in hem levend of dood in handen te krijgen. Nog steeds
gaat de beminnelijke bandiet voort met zijn onder-
grondse activiteit, geheel volgens de bevelen van de
eiding in Moskou. Zo gaat het in tientallen landen in
het Oosten De wereld gaat eraan voorbij. Is eraan ge-
woon geraakt
i