Goudgravers Hellendoorn in de bergen en Nijverdal van Sahara, eens een bloeiende tuin? Alles wat blonk moest goud zijn Schrikbewind in de jungle D' R' Enkele ondiepe kuilen en een hotel herinneren aan de De goldrush van de N.V. Eureka Na een jaar kwam de ontgoocheling D' MAAR GOD ZIET HET HART AAN I Op 1200 meter boorde men water Een Frans experiment dat belangstelling verdient D ïPAoMy," de duuwte bandiet man ïïlaiabba Aan hef werk Volop goud De ontgoocheling Toch gouden bergen Gas uit onderaardse kolenlagen Succes van geleerden in V.S. Werk zal geweldige bedragen vorderen 5^lEaag.d& 6-oling.eti £m w-a&ltijnótijt 1 7ATii:i?nAft IK xroviTAmTr.i?. IQ«* Het koffiehuis van Budde, waar in de dagen van de goldrush op de bergen van Hellendoorn en Nij verdal, nu een halve eeuw ge leden, de gouddelvers bijeen kwamen. De eigenaar van het koffiehuis droomde zich reeds gouden bergen. Hij werd door de goudkoorts bevangen en liet zijn zaak ijlings belangrijk uitbreiden. (Van één onzer verslaggevers) rR zit goud in de bergen van Hellendoorn en Nijverdal. Goudaders zijn er onidekl, maar om ie voorkomen dai hier morgen een legertje goudzoekers hun geluk zullen beproeven, moeten we er direct bijvertellen, dat dit al zo n halve eeuw bekend is. Maar dat niet alleen. Ook is er al zo'n soort „goldrush" geweest in die bergen. Dat was omstreeks de eeuwwisseling. Tientallen hebben toen diep in de bodem gegraven en koortsachtig naar goud gezocht Na korte tijd zijn ze echter verdwenen. Toch moet er goud gedolven zijn. Niet in klonten of brokken maar in gruis. Het delven heeft echter de moeite klaarblijkelijk niet geloond, want Nijverdal is geen tweede Klondyke geworden Drie dingen herinneren er nog slechts aan deze korte „goldrush": het toenmalige goudzoekerskoffiehuis van Budde aan de voet van de Nijverdal se berg, de naam Alaska van een villatje ergens tussen de bossen en de kuilen, die men hier en daar nog in de heuvelrug kan ontdekken DE goudaders, die er wel degelijk zijn, zijn sindsdien onaangetast gebleven. Gegraven wordt er al lang niet meer, maar toch toehoort de toenmalige gouddelverij tot de meest sensationele gebeurtenissen uit de jongste geschiedenis van de gemeente Hellendoorn. Enkele bejaarden kunnen zich nog herinneren hoe op een goede dag een paar Amsterdamse heren intrek namen in het koffiehuis van Budde. Het wa ren de directeuren van de in 1904 in Amsterdam opgerichte N.V. „Eureka", hetgeen betekent „Ik heb gevonden". Het doel van deze onderneming was niets minder dan goudzoeken. Goud, dat zich in de heuvelrug moest bevin den. weike Twente en Salland scheidt. Het gerucht verspreidde zich als een lopend vuurtje en het was spoedig het gesprek van de dag. Men droomde van ongekende rijkdommen en een enorme vlucht van het kleine Nijverdal. Een deel van de bevolking was door de goudkoorts gegrepen, maar anderen moesten eerst de illusies werkelijkheid zien worden. De eigenaar van het kof fiehuis van Budde, beïnvloed door de sterke verhalen van de directeuren van de N.V. Eureka, de heren Ompers en Frank uit Amsterdam, meende ech ter alvast maatregelen te moeten nemen voor de toekomstige bloei van Nijver dal dank zij de gouddelvers. Hij ver bouwde zijn koffiehuis tot een hotel met twee verdiepingen, hetgeen in die dagen iets buitengewoons was. iE eerste grond, welke aan een on derzoek werd onderworpen, werd aangekocht van de landbouwer Rutgers te Hellendoorn, bij de inwo ners van Hellendoorn en Nijverdal be kend als wijlen Kupers Teunies. De grond was gelegen bij het zgn. Stort te Nijverdal, waar thans de landhuisjes staan aan de Trompweg. Onder leiding van een opzichter uit Hilversum, die in café Budde in pen sion was, begon een 25-tal arbeiders met het werk. Arbeiders die f 7. per week verdienden, wat voor grond werkers in die tijd een hoog loon was. Er werden loopgraven gemaakt en later groef men trechtervormige putten tot een diepte van ongeveer 12 meter. Een deel van de grond alsmede de gedolven stenen verdween in zakjes en de mon sters werden per trein verzonden naar een laboratorium aan het Molenpad in Amsterdam. De beide directeuren, als mede enige andere heren waar schijnlijk de aandeelhouders kwamen regelmatig poolshoogte nemen en na dat de opgang van de berg doorzocht was ging men in Noord Westelijke rich ting verder zoeken alsmede ten Zuiden van de straatweg ZwolleAlmelo. DE leiders van de onderneming lie ten het voorkomen alsof er volop goud werd gevonden en toch had van de arbeiders ooit iets ontdekt, wat op goud leek. De verhalen wekten echter grote verwachtingen. Vooral bjj de weinige zakenmensen In Nijverdal en Hellendoorn, die geloof hechtten aan deze fantastische verhalen. De fantasie werkte zover door, dat de arbeiders ln alles wat maar glinsterde in de bodem goud zagen. Dat er in de bergen ongekende schat ten lagen was zeker, meende men, want op zekere dag ontdekte men op 5 meter diepte een prachtig fonteintje, waaruit kristalhelder water stroomde. E ontgoocheling kwam echter vrij spoedig. Nadat ruim een jaar naar het zo zeer begeerde goud was gezocht, werden de werkzaamheden plotseling gestaakt. De toekomstdromen van velen werden wreed verstoord. De directie van de N.V. Eureka deel de mede, dat wel goud gëvonden was, doch in zo'n geringe mate, dat het de moeite niet loonde. De arbeiders wer den ontslagen op één na. Dat was ar beider Krukkert, die geruime tijd na dien nog de gegraven gaten moest dichtmaken. Daarna werden de mate rialen van de N.V. Eureka verkocht en was aan de geschiedenis van de goud- graverij op de Nijverdalse berg een einde gekomen. De verschillende ondiepe kuilen, die heden ten dage nog in de Nijverdalse berg aangetroffen worden, alsmede het goudgraverskoffiehuis van Budde, zijn nog de enige herinneringen aan deze tijd. Het tegenwoordige geslacht heeft echter het goud in de .bergen wel weten op te sporen, zij het ook in figuurlijke zin. We doelen hier op de schoonheid van het landschap, de rust en de lan delijkheid. Destijds had men daar nog niet zo'n oog voor, maar achteraf heeft men begrepen, dat het zo beter is! Geleerden in dienst van de Ameri kaanse regering zijn er in geslaagd, synthetische gassen te produceren door het verbranden van onderaardse kolen- lagen. Uti deze gassen kunnen brand stoffen en synthetische chemicaliën wor den bereid. Het thans bereikte resul taat is de vrucht van de proeven, wel ke men de afgelopen zes jaar te Gor- gas (Alabama) heeft gedaan. Op deze wijze zal men millioenen tonnen steenkool kunnen gebruiken, die volgens de huidige methoden niet gedolven kunnen worden wegens te hoge kosten. Het is voor het eerst, dat in de V.S. op deze wijze synthetische gassen worden gewonnen. De betrokken geleerden zijn van oordeel, dat binnen dertig jaar volgens de thans ontwikkelde methode gewon nen producten op de markt kunnen worden gebracht. N 1 Samuel 167 lezen wij de woorden: want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan. De mens ziet aan wat voor ogen is. Ja, zó gaat het vaak in onze menselij ke verhoudingen. Hoe vaak is daar een oordeel over elkaar, dat door allerlei uiterlijke factoren wordt bepaald. Al zijn wij wel wat democratischer ge worden in onze gevoelens wordt toch niet heel vaak iemands waarde en betekenis afgemeten naar zijn geld en goed, stand en positie? De klasse-voor oordelen spelen ook in onze samenle ving nog maar een al te grote rol. En ook naar allerlei andere factoren be oordelen en waarderen wij vaak el kaar; ais iemand een knap voorkomen heeft, prettige manieren, een vlotte omgang. Dat maakt hem populair en gewild in de ogen van zijn medemen sen. En daar kunnen we elkaar zo heel erg mee miskennen. Want ais wij iemand maar menen te kunnen beoor delen (en vaak veroordelen!) naar wat wij van zijn leven menen te zien en te begrijpen, dan kunnen we zo vreselijk fout en onbillijk zijn in ons oordeel. Zoals iemand, die ik in de gevangenis bezocht, eens tot mij zei: „iedereen neemt maar de vrijheid in mijn leven om te woelen, mij te beoordelen en met stenen naar mij te gooien maar ze weten en begrijpen nog geen tiende deel van de achtergrond van mijn le ven en van de strijd, die ik heb door gemaakt." De noodkreet van deze mens was echt en waar. Wij zetten vaak de mensen in keurige afgesloten vakjes: hier heb je de nette burgersen daar heb je de boeven. Hiér de vrome, fatsoenlijke lieden en daar de satans kinderen. Net als de farizeërs dat de den. En we zijn daarin ook vaak fari zeërs. Want: al is ons uiterlijke leven misschien beter is ons hart ook zo- Een schilderachtig plekje op de gouden bergen van Nijverdal en Hellendoorn 7USSEN de Atlantische Oceaan en het Nijldal strekt zich als een reusachtige verkeersbelemmering de Sahara uit en ver deelt de Afrikaanse bezittingen in een noordelijk en een zuidelijk gedeelte. Deze woestijngordel beslaat ongeveer zes millioen vier kante kilometer. Het is begrijpelijk, dat de Fransen van oudsher pogingen gedaan hebben deze woestijn, die eens een bloeiende tuin was, weer bebouwbaar te maken, maar waar geen wafer is, wil ook geen halmpje groeien. Wel werden hier en daar Artesische putten aangelegd, maar ze waren niet voldoende voor grotere irrigatiewerken. Toen dook in 1927 in Algiers een Frans geoloog op, Savornin genaamd Hij verklaarde, dat hij als jong student in Zuid-Algeriè een onderaards waterbekken ontdekt bad. Het zou afkomstig zijn van de watermassa s, die op de Zuidelijke hellingen van bet Atlasgebergte neervallen en die niet in de aarde weg sijpelen, maar een geweldig waterreservoir vormen. iROFESSOR SAVORNINS theorieën zijn gebaseerd op het feit, dat onze planeet in de ioop van duizenden jaren vele veranderingen heeft onder gaan. Volgens de mening van de geo loog, die thans een oud man is, was de Sahara eens een groot zoetwatermeer vol vissen en reusachtige reptielen, wat overigens ook door andere geleerden wordt aangenomen. In het land van de Sahara zijn fossielen van vissen en reptielen gevonden, waaruit men be langrijke conclusies heeft kunnen trek ken. Versteende overblijfselen van pijnbomen bewijzen, dat het meer in een gematigde zone lag. Later verdween het meer onder dikke aardkorsten. Toen veranderde de Sa hara weer van gezicht en werd een groen oerwoud met olifanten, nijlpaar den en andere oerwoudbewoners. Ten slotte vormde de Sahara een woestijn, zoals ze nu nog is. Daaronder, beweert professor Savornin, is nog steeds een laag water te vinden. Deze waterlaag loopt van de voet van het Atlas gebergte met een zwakke daling in Oostelijke richting af naar de Libyse Woestijn en in zuidelijke richting naar Frans-West-Afrika. Hij daalt naar het Oosten af, zodat hij zich aan de Libyse grens op een diepte van rond 1300 meter onder het aardoppervlak bevindt. Op andere plaatsen is hij dichter bij de oppervlakte en kan dus gemakkelijker aangeboord worden. De uit zandsteen en kiezel bestaande bedding is ondoor dringbaar en de bedekkende laag voor komt verdamping. Er is geen afvoer naar de zee, maar in de zuid-westelijke helft, waar de waterlaag toijna tot aan de oppervlakte komt, gaan ieder jaar milliarden kubieke meter door ver damping verloren. Dit verlies wordt weer aangevuld door de jaarlijkse toe voer van tien milliard kubieke meter water uit het Atlas-gebergte. Daaruit blijkt, dat het waterbekken onder de Sahara nooit leeg zal raken. Na twee vergeefse boringen werd in 1948 een nieuwe boring uitgevoerd, die succes had. IN de buurt van de oase Zelfana wer den boorputten gemaakt van bijna 1200 meter diepte, waarbij men op water stuitte. Daarna verrichtte men nog op andere plaatsen boringen, die eveneens met succes bekroond werden. Inmiddels werd een gebied afgebakend ter grootte van ongeveer 600.000 vier kante kilometer, groter dus dan Frank rijk. Dit gebied zal een oase-paiadijs worden, een vruchtbare tuin temidden van de woestijn- Wat een gigantisch project! Maar er zijn geweldige bedragen voor nodig. Zeer waarschijnlijk zullen de Franse middelen niet voldoende zijn om de revolutionnaire plannen uit te voeren. Er zullen ongeveer 1500 oases aange legd worden; dit zullen gedeeltelijk nieuwe zijn en gedeeltelijk zullen de oases, die vroeger bestaan hebben, maar riEZER dagen is een geologen- congres gehouden, waaraan ongeveer 1200 gedelegeerden deelnamen. De belangstelling richtte zich vooral op het Franse experiment om met behulp van onderaards water een gedeelte van de Sahara weer vruchtbaar te maken. nu verzand zijn, weer bebouwd wor den. Ze zullen door goede wegen met elkaar verbonden worden. Iedere oase zal een moskee, een school, een zieken huis, een café en een radiostation krij gen en de woningen van de inboorlin gen zullen van eenzelfde type zijn. DAARDOOR zou dus een algemene „woestijnstijl" ontstaan, zoals de Italianen reeds in Libye ingevoerd hebben. De oases zullen op plaatsen, waar de natuurlijke waterdruk groot ge noeg is, door Artesische putten be vloeid worden; waar de druk te zwak is, zullen pompen aangebracht worden, die het water naar de oppervlakte brengen. Iedere familie zal een hectare grond voor eigen bebouwing in pacht krijgen. Men wil een serieuze poging doen om de Nomaden van de woestijn tot een bevolking met een vaste woonplaats te maken. Het zal niet eenvoudig zijn dit doei te hereiken, maar misschien slaagt men er in de loop der jaren in. Alleen al het feit, dat een reusachtig woestijn gebied vruchtbaar gemaakt zal worden, is een plan, dat de grootste aandacht en zeker ook internationale steun verdient. veel beter? Is 't ónze verdienste, dat wij staande bleven? Of leeft de kiem, waaruit elke misdaad voortkomt, niet in ons allen? En wat het oordelen over elkaar betreft: wat weten wij vaak van iemands persoonlijke levensomstandig heden? Wat weten wij van zijn inner lijke strijd? Wat weten wij van allerlei factoren, waardoor dit leven juist zó geworden is! Wat weten wij van wat er leeft en werkt in het diepste van een mensenhart? Zie dat is het heel gebrekkige van onze omgang met el kaar: dat we vaak zo weinig de diepte zoeken, vaak zo weinig in staat en be reid zijn om het hart van onze naaste aan te zien. En ik geloof als we dit werkelijk zouden doen, dat we dan nooit anders meer zouden kunnen, dan met innerlijke ontferming over die an der bewogen zijn wie hij ook is en wat hij ook deed! MAAR dan staat tegenover de opper- vlakkigheid, waarmee wij mensen vaak elkaar kennen, het diepe wéten en begrijpen, waarmee God ons kent. Maar de Here ziet het hart aan. Gods blik, waarmee Hij ons aanziet, gaat door alles heen. Van de Heer Je zus wordt gezegd: Hij wist wat er in een hart was. Dat is de diepte en de volkomenheid van het weten Gods, waarmee Hij ons kent en doorgrondt, waarmee Hij „ons hart en onze nieren proeft" zegt de Schrift. En dat is voor ons een troostrijke en bemoedigende zekerheid. Laten de mensen dan van de buiten kant tegen ons aankijken God kent ons door en door. Hij weet wat er in ons leeft aan ernstig bedoelen, aan lief de tot Hem, aan oprechte begeerte om Zijn Rijk te zoeken. Wij hebben het er misschien steeds meer moeilijk mee om door de mensen begrepen te worden. Zelfs Christus, die volmaakte Liefde was en van Wie een stroom van liefde uitging tot ieder mensenkind zelfs Hij werd volko men misverstaan in Zijn heilige en heilzame bedoelingen. Hoe zouden wij, in wier liefde en goede bedoeling toch ook altijd nog zoveel onzuivere, zelf zuchtige en eigengerechtigde elemen ten zitten, dan wél altijd door de men sen begrepen worden? Maar dat is dan ook niet zo erg meer, en dat wordt niet meer als èrg gevoeld door de mens, die gelooft: de Here ziet mijn hart aan, voor Hem zijn mijn diepste bedoelin gen niet verborgen, bij Hem behoef ik géén wanbegrip en géén miskenning te vrezen. T"\E Here ziet het hart aan. Dat bete- kent ook dit: het gaat niet om vro me woorden, niet om daden van uit wendige godsdienstigheid, niet om goede werken van menselijk idealisme 't gaat over het klein worden voor God, om het geloof in Jezus; 't gaat er om uit welke kracht wij leven en met welke troost wij eens hopen te sterven. 't Gaat over de diepste keuze van dat hart van ons. En dat leven van ons hart komt dan óók te staan in het hart van ons leven. Daar straalt iets van. door in onze levenshouding, in onze omgang met elkaar ja, ook in de meest-gewone dingen zal er iets van blijken of ons hart vóór God is en of Christus daar leeft. Het leven immers wordt vanuit het hart bepaald. Aan de vruchten zal de boom worden gekend. Ten volle door God toch ook enigszins door onze medemensen. Als het hart van een mens waarlijk met God leeft, dan zal dat innerlijke leven zijn zegen uitbrei den over heel ons bestaan, of, zoals één van onze oude psalmen het zo stoer en eenvoudig zegt: „dan zal zich 't hart met onze daden paren". Mijn lezer: de Here ziet ook uw hart aan! Laat Hij daar mogen vinden: een diep besef van onze eigen armoede, een innige geloofsverbondenheid met Chris tus, een brandende begeerte Hem ge heel toe te behoren en te dienen, en een groted ankbaarheid, omdat ons le ven mag rusten in Zijn eeuwig erbar men. W. BROER, Hoorn. E LAATSTE grote actie van de Britten, in hun nu reeds jaren duren- JJ de strijd tegen de communis tische terroristen op Malak- ka, is gericht op het onscha delijk maken van één der gevaarlijkste ondergrondse, rode leiders. Het is de Chinees Kuk, alias Fong Kim Chuen, alias Ooi Chai Fong, alias Fong Fong en alias Yoong. Er is een premie van honderd en vijftig duizend Straits-Dollars (f 200.000.uitgeloofd voor de- geen, die deze bandietenleider levend in handen van de autoriteiten speelt. Het portret van Kuk (om deze naam aan te houden) is duizendvoudig over het gehele schier eiland verspreid. Tot diep in de jungle, in verlaten kampongs en in de steden ziet men het aanplakbiljet met Kuks foto. Het is geen echte bandietentronie, die u van de grote affiches aanblikt. Kuk behoort ongetwijfeld tot de beminnelijkste Chinezen van Malakka. Naar het uiterlijk althans. OND ZIJN PERSOON heeft men een heel net van legenden geweven. De inlandse bevolking beschouwt hem als iemand die een verbond met de duivel heeft gesloten. Daardoor is hij zo vriendelijk zegt men, want het is bekend, dat de duivel zich steeds in de meest charmante vormen aan ons presenteert. En charmant is Kuk zeker. Hij is allesbehalve een afkeer inboezemen de figuur. Hij is 29 jaar oud en meet nauwelijks één rr-eter dertig. Deze geringe afmetingen hebben hem de bijnaam „Shorty" (de korte) bezorgd. Shorty heeft een vrouwelijk-zacht gelaat, welgevormde handen en ietwat weemoedige ogen. Men kan hem niet onontwikkeld noe men. Hij spreekt althans goed Engels, is een geboren volksmenner en organisator en heeft goede manieren. Er is het verhaal van een kamponghoofd, dat in handen van Shorty's mannen was geraakt. De gevangene had tegen de ijzeren tuchtregels van Shorty gezondigd, door alarm te slaan, toen Shorty's mannen de kampong bin nendrongen en roofden wat zij konden, zogenaamd vooi de ravitaillering van de bevrijdingsstrijdkrachten „Ik werd heel netjes behandeld", vertelde het kam ponghoofd later, nadat hij toevallig door Britse troepen was bevrijd. „Men legde mij uit, dat Shorty en zijn mannen vochten voor de bevrijding van Malakka en dal iedereen aan die strijd deel moest hebben. Ik kreeg ge legenheid om me aan te sluiten. Men gaf me veertien dagen tijd om mijn besluit te overdenken. Als ik het niet deed, zou ik worden gedood. Dat laatste werd me door Shorty zelf mede gedeeld en hij bracht zijn boodschap met zóveel mede leven, dat het me was, als of hij een broer van hem ter dood veroordeelde". Onder de bevolking van Malakka wordt Shorty dan ook niet beschouwd als een „terrorist" in de betekenis van dat woord. Het maakt op vele in landers een diepe indruk, dat hij zijn „eigen oorlog" zo correct voert. Hier geen sprake van redeloze wraakacties- Shorty's slachtoffers worden even netjes verhoord als de arrestanten van Scotland Yard. Er is hier echter maar één vonnis; de doodstraf. In enkele gevallen, zoals dat van het kamponghoofd, wordt gelegenheid gegeven tot inlijving. Door dit „nette" optreden is Shorty echter tot één van de gevaarlijkste communisten op Malakka ge worden. Hij is een obsessie voor de autoriteiten, die voortdurend stuiten op onwil en vrees van de bevolking, als er een onderzoek naar Shorty's verblijfplaats wordt ingesteld. ,v Shorty is één der belangrijkste vertegenwoordigers van het Kremlin in dit verre deel van de wereld. Hij is één der leidende figuren in de communistische partij Johore-Malakka. Als lid van het centrale comité van deze partij houdt hij direct contact, met de oorlogs- afdeling van het communistische Centrale Politburo De ondergrondse strijd op Malakka wordt voor het grootste deel door deze merkwaardige kleine man geleid. Het zijn de hersens van Shorty, die de plannen uitwerken voor overvallen, brandstichtingen, aanslagen op treinen enz. enz., die zich voordoen in het district Koeala Loem- poer, waar zijn hoofdkwartier gevestigd moet zijn. HET GEVAAR dat hij vormt wordt uitgedrukt in de premie welke op zijn hoofd is gesteld. Een derge lijk hoog bedrag is hier nog nimmer voor de uit levering van een bandiet uitgeloofd. De 150.000 dollars zijn voor iedereen, die erin slaagt „Shorty" levend te doen arresteren. Degeen die kans ziet de nu vogelvrije bandiet te doden, ontvangt de helft van het uitgeloofde bedrag. Hoewel het reeds enige tijd geleden is, dat de grote actie tegen Shorty is begonnen, slaagde men er nog niet in hem levend of dood in handen te krijgen. Nog steeds gaat de beminnelijke bandiet voort met zijn onder- grondse activiteit, geheel volgens de bevelen van de eiding in Moskou. Zo gaat het in tientallen landen in het Oosten De wereld gaat eraan voorbij. Is eraan ge- woon geraakt i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 5