Op zoek naar verantwoorde
kinderfilms
Nog te weinig
voor Alphons
genegenheid H
Diepenbrock
Internationale interesse voor probleem
met zeer vele facetten
ENNY HOLS-DE L
VEERTIEN VROUWEN
Regeringssubsidie voor verfilming
van goede scenarios
Haagse Comedie doet
het zonder vrouw
w
„WEERZIEN DER MEESTERS"
IN NEDERLANDSE GRAFIEK
HET ADVIES V/
Dr BONTEKO
De doelstelling van
Film en Jeugd''
en
Nuheeft liet ministerie van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen
echter de Stichting Film en Jeugd een
subsidie gegeven, om het mogelijk te
maken, dat er goede scenario's gekocht
en verfilmd worden. Het kiezen van
deze scenario's zal evenals de productie
van de films door een aparte commissie
van deskundigen geschieden.
Pirandello-succes
voor Rotterdam
Biennale-colleciie hangt in Fodor
Publieke verantwoording
van keuze-commissie
Voorpost in de bergen
Arisiocraat onder
de componisten
Prachtige muziek bij
„Elektra"
gINDS de toverlantaarn op kinderfeestjes het veld heeft moeten ruimen voor
de film, is er ook in de opvoeding van het kind wel enige verandering geko
men. Dit laatste heeft met zich meegebracht, dat men zich op een goed ogenblik
ging afvragen, of al die films, waarover men de beschikking had, voor vertoning
aan kinderen wel geschikt waren. Het was nauwelijks een knuppel meer te
noemen, die hiermee in het hoenderhok werd geworpen, eerder een bom van
Jlink kaliber! Want bij een nader en gedegen onderzoek bleek er nogal het een
en ander aan te mankeren. En niet alleen aan de films in moreel en artistiek
opzicht maar ook aan de diverse verhuurkantoren, die voor de verspreiding
zorgen. Zowel internationaal als in nationaal verband is men nu al jaren doende
de toestanden, die op dit gebied heersen te verbeteren. Dat er al enige veelbelo
vende resultaten geboekt zijn, stemt hoopvol, vooral ook met het oog op het vele
werk, dat er altijd nog te doen blijft.
Daartoe moet in de eerste plaats het
hier aanwezige materiaal groten
deels buitenlands worden gekeurd.
En dat heeft nogal wat voeten in de
aarde. Want grote en kleine filmver
huurkantoren hadden voor hun kinder
films tot nu toe alleen de Centrale
Commissie voor de Filmkeuring inge
schakeld als controle. En die keurt de
films nu eenmaal op andere gronden
dan het Instituut Film en Jeugd het
zou willen. Dus moest en moet
men de verhuurders zo ver zien te
krijgen, dat zij vrijwillig de bij hen
aanwezige voorraad kinderfilms aan
het Instituut lieten zien. Sommigen
gingen hiertoe over en het resultaat is
thans, dat men de beschikking heeft
over 120 films ongeveer voor de leef
tijdsgroepen 7-10 en 10-14 jaar, die alle
het praedicaat: aanvaardbaar, geschikt
of aanbevelenswaardig dragen. Een be
oordelingsorgaan, met steeds enige
besprekingen van die filmtechnische
opgaven en kwalificaties wordt ver
spreid onder diegenen, die door de
aard van hun werk de films onder de
kinderen brengen. Zij hebben nu dus
een degelijke basis van waaruit zij
verder kunnen gaan. Maar wat zij
helaas dikwijls niet hebben is geld!
achter en door elkaar gedraaid op zo'n
middag in een klein benauwd zaaltje,
waar de helft van het jonge publiek
voor z'n paar dubbeltjes amper iets
kan zien. Smaak, ogen en longen wor
den er het nodige geweld aangedaan.
Want de lucht in zo'n priipitief bios-
coopje is met vijf a zes Voorstellingen
per weekeinde niet fris meer!
HEBT u er wel een," bij stilgestaan,
wat nu eigenlijk een kinderfilm
is? Aan welke eisen die moet
voldoen? Ieder jaar op de Biënnale in
Venetië breken ze zich daar o.a. het
hoofd over! Landen als Engeland en
Frankrijk zijn er vooral bij geïnteres
seerd, omdat zij in staat zijn kinder
films te produceren. Aan de hand van
opgedane ervaringen en uitgewisselde
gegevens tracht men het peil van de
kinderfilms zo hoog mogelijk te bren
gen; de films psychologisch verant
woord te doen zijn en tegelijkertijd
niet saai of te belerend.
Moet de kinderfilm zo ztfn, dat zij
voor het kind ieder probleem oplost
en hem het eigen gevecht met de men
tale moeilijkheden en emoties ont
houdt? Daar men met geen enkele
stelligheid kan beweren, wat nu wel
precies schadelijk is voor kinderen en
wat niet, zullen pogingen om het kinu
door middel van de film geestelijk te
beschermen, zeer waarschijnlijk geen
enkel resultaat hebben. Nog afgezien
van het feit, dat men dan films zou
kragen, die nergens een aansluiting
op onze eigen tijd zouden zijn. En dit
het leven om hem heen is juist
iets wat het kind graag op de film
ziet. Wel liefst met z'n eigen ogen; de
ouders jong, sportief, knap, sympa
thiek; de misdadigers vuil en in lom
pen; het goed en kwaad duidelijk her
kenbaar afgeschilderd.
In Engeland is het vooral Bank, die
met zijn films voor kinderen pogingen
in het werk stelt zo verantwoord mo
gelijke resultaten te krijgen. „De klei
ne Ballerina", en „Circusjongen" zyn
belde films, die niet alleen de aspira
ties van het kind prikkelen, maar ook
voor de en t wikkeling in aesthetisch
opzicht de grondslag leggen. Uit
Frankrjjk is vooral heel bekend ge
worden „Bim", de film over het Alge
rijnse jongetje en de ezel.
„piLM EN JEUGD" is de naam van
een Nederlandse Stichting (geves
tigd Nassauplein 3, Den Haag), die
zich ten doel stelt ouders, verzorgers,
verenigingen en jeugdleiders voorlich
ting te geven bij de keuze van films
voor kinderen. In 1949 heeft men te
Rotterdam een congres gehouden,
waar men aan vertegenwoordigers
van onderwijs, kerk, overheid, jeugd
zorg, filmbedrijf en bioscoopexploitan
ten de vraag stelde of zij, en in hoe
verre verantwoordelijkheid hadden
ten opzichte van de films, die via hen
aan de kinderen getoond worden.
Toen men er over ging praten bleek
eerst goed, welke chaotische toestan
den er op dit gebied in ons land
heersten. Een wetenschappelijke com
missie werd samengesteld, die sinds
dien o.a. door middel van een enquête
die binnenkort in druk zal verschij
nen de normen tracht te vinden,
wat nu precies in ons land het beste
zal voldoen als kinderfilm.
De a.s. kroning van Koningin Eli
zabeth II van Engeland werkt in
spirerend op de Britse kunstenaars.
Hierboven het jongste borstbeeld
van de vorstin.
Want het is duur om goede films te
huren. En een arme jeugd- of wijk-
vereniging, die dat geld niet heeft,
maar toch in zijn ideëel streven de
kinderen van de straat wil houden,
belandt door de noodzaak gedwon
gen bij de kleine filmverhuurkan
toren, die voor z'n smalle beurs altijd
wel iets te leveren hebben. Een verre
gend gooi-en-smijtverhaal, een knok
partij, een liefdesidylle.... alles wordt
Financiële steun van
de overheid
MAAR zelfs de gekeurde films zijn
niet van alle smetten vrij. Immers
de import brengt met zich mee,
dat de gesproken taal een vreemde is.
De Nederlandse onderschriften zijn
voor kinderen veel te kort zichtbaar en
vaak te onduidelijk, om hen voldoende
wegwijs te maken in het verhaal. En
nasynchroniseren wordt te duur. Het
meest ideale zou dus zijn: een Neder
landse kinderfilm. Die zijn er wel,
maar helemaal beantwoorden aan de
eisen doen ze niet. Of ze zijn niet le
vendig genoeg, of ze bleven te veel een
onder-onsje, dat bij voorbaat elke
allure de kop indrukte.
En al is dit nu nog niet eens zo heel
verre toekomstmuziek, hiermee zal in
ons land een eerste begin zijn gemaakt
om het kind een verantwoorde film
voor te zetten. Geen overschot van
vroeger, geen A films, die onze bios
copen voor alle leeftijden draaien, maar
dit practisch nooit zijn.
Behalve de Nederlandse kinderen
hoopt men er ook die van Vlaanderen,
Zuid-Afrika, Suriname en de Antillen
en Duitsland een plezier mee te doen.
Misschien dat we dan net als in
Engeland tot eigen filmclubs voor
kinderen komen, in officiële bioscoop
zalen, met medewerking van de di
recties. Dat zal niet alleen de vele
jeugdleiders, die nu door gebrek aan
geld, medewerking en kennis van za
ken dikwijls ongeweten verkeerde toé-
standen in de hand werken, tot steun
zijn, maar ook de werkelijk kwaajwil-
lenden de wind uit de zeilen nemen en
het kind beveiligen tegen zichzelf in
zijn zo natuurlijke zucht naar avon
tuur.
Voor kinderen door kinderen. Een scène uit een van de films, die door Rank
in Engeland geproduceerd worden.
AAR is de tjjd, dat
Enny Mois-de Leeu-
we triomfen oogstte in
draken als De Rozenkrans
naar de beroemde roman
van Florence Barclay?
Men dacht toen wel eens,
dat deze actrice haar toe
schouwers aan het snik
ken kreeg enkel en alleen
door de sentimentaliteit
van het stuk, dat zij
speelde. Enny de Leeuwe
echter heeft zich in de
loop der jaren wel dege
lijk een actrice van for
maat getoond, die terdege
weet wat toneel is en wat
het van zijn dienaren
vraagt. Twee jaar achter
een verrast zij nu reeds
met een stuk, een mono
loog zou men kunnen
zeggen, waarin zij in haar
eentje de rollen van ver
scheidene zeer uiteen
lopende vrouwentypen
speelt! Verleden jaar
speelde zij aldus „De ap
pels van Eva", thans
brengt zij „Parijs 1890"
op de planken en zij
speelt er de rollen in van
niet minder dan veer
tien vrouwen
De nuchtere criticus
is bij voorbaat geneigd
om te zeggen, dat zij dan
ditmaal toch te veel hooi
op haar vork heeft ge
nomen, want dat nie
mand in staat is om in
de korte spanne tijds,
waaruit een toneelavond
nu eenmaal bestaat,
veertien totaal verschil
lende vrouwen inder
daad tot levende gestal
ten te maken. En deze
nuchtere criticus heeft
gelijk. Wij weten natuur
lijk niet, wat de Ameri
kaanse actrice Cornelia
Otis Skinner, die het
stuk voor zichzelf
schreef, in deze merk
waardige transformatie
reeks gepresteerd heeft.
Maar mevrouw Mols
kreeg het, toen wij haar
in Den Haag aan het
werk zagen, niet hele
maal uit de verf.
PN tochtoch brengt zij zoveel
levend toneel, zoveel echts en
gaafs, dat men als het doek valt al
leen maar vervuld is van een diepe
bewondering voor zoveel toneelvaar
digheid, zoveel veelzijdigheid en zo
veel prachtig benaderde realiteit.
Het stuk verplaatst zijn toeschou
wers naar Parijs fin de siecle. De tijd
van Toulouse Lautrec, Aristide Bru-
ant, Yvette Guilbert, Mistinguett in
haar prille jeugd, het Parijs der laat
ste romantiek. En daar komen dan de
verschillende vrouwentypen uit die le
ger darische periode! Ern Poilse Jodin
en een leeuwentemster, een oude,
arme, dove zielepoot, een straatvlin
der, een wasvrouw, een danseres en
een zangeres, in totaal veertien stuks,
lawaaierig,, heldhaftig, geknauwd door
het leven, navrant, geslepen, al naar
het type. En het moge dan waar zijn,
dat Enny Mols-De Leeuwe aan de op
pervlakte blijft, alleen de buitenkant
schildert, soms is zjj ongelooflijk raak
en alleen al door het verbluffende
tempo, waarin zij van de ene huid in
de andere kruipt, krygt zij haar pu
bliek volkomen in haar macht.
STALAG 17
CTEL tegenover deze ene vrouw, die
veertien andere vrouwen speelt de
Haagse Comedie! Zij komt voor hnt
voetlicht met een stuk zonder ook
maar het kleinste vrouwenrolletje
Twee Amerikanen, die zelf geïnter
neerden waren in de oorlog, schreven
een stuk over het leven in een concen
tratiekamp met tot besluit een buiten
gewoon spannende ontsnapping. Het is
geen groot stuk geworden. Maar niet
temin heeft het bij de Amerikanen
een daverend succes behaald en dat
zal het ook in Nederland wel doen.
Want de Haagse Comedie speelt het
onder regie van Paul Steenbergen
vlot en knap en ten slotte verschillen
de Nederlandse toneelliefhebbers nu
niet zo heel veel van de Amerikaanse.
KO VAN DIJK ALS
HENDRIK IV
jy^AAR de besten van die toneellief
hebbers zullen toch liever naar het
Rotterdams Toneel gaan kijken, dat
Pirandello de hem toekomende eer be
wijst door zijn Hendrik de Vierde weer
op het repertoire te zetten. Nog altijd
is dat drama een van de beste stukken
van de grote Italiaan en de Rotter
dammers hebben er een buitengewoon
knappe opvoering van gebracht, Ko
van Dijk in de titelrol, Loudy Ny-
hoffe Ko Arnoldi en Dick van Veen in
de overige rollen. Van Dijk was groots
als Hendrik de Vierde, zonder inzin
kingen. Hij heeft in Loudy Nyhoff als
Mathilde een groot tegenspeelster en
voornamelijk brengen zij deze opvoe
ring dan ook tot bijna tastbare reali
teit. De beide anderen, bij wie zich nog
Kitty Knappert en Frans Vorstman
voegden, waren goed. Het publiek be
groette deze Pirandello met grote
dankbaarheid en de Rotterdammei s
hebben er vermoedelijk een goede
greep aan gedaan.
MISLUKKING
MERKWAARDIG hoe in deze einde
loze premièrereekg het Amsterdams
Toneel Gezelschap een zeldzame mis
lukking te registreren kreeg met Hil
da Crane, een stuk van de Amerikaan
Samson Raphaelson. Het stuk had het
misschien nog wel kunnen doen, als
men het maar modern gebracht had:
zakelijk, nuchter. Maar het A.T.G.
bracht het onder Defresne ouderwets.
Caro van Eijck, Hetty Beck, Marie
Hamel, zij werkten allemaal met het
zwaarste geschut. Het melodrama lag
er duimen dik op. Alleen Hans Tie-
meyer bewaarde zijn zelfbeheersing.
Maar één man kon dit stuk niet red
den. Het publiek verveelde zich ken
nelijk. Het gelooft niet meer in de stijl
van 1880 op de planken. Waarom pro
beerde Defresne het dan in deze stijl
te veroveren? Een sterk speelstuk
noemt men Hilda Crane. Het is moge
lijk. Maar niet als men zijn heil zoekt
in overdrijving. En dat deed men
helaas.
(Van onze redacteur beeldende kunst)
J^EDERLAND is deze zomer op de Biennale di Venezia, de bekende tweejaar-
lijkse internationale kunstmanifestatie in de Lagunenstad, vertegenwoordigd
geweest door een collectie grafisch werk. De vorm van deze representatie vloeide
evenzeer voort uit een bewust besluit van de Nederlandse Raad voor de Kunst
als uit de practische overweging, dat het ter beschikking staande paviljoen de
uitzending van enigermate kostbare en omvangrijke kunstwerken gewenst noch
verantwoor maakte. Het gebouwtje verkeert namelijk in een arbarmelijke staat
van verwaarlozing. Bij regenweer stroomt het water binnenshuis even hard als
buiten. Nu nog bleek het ternauwernood mogelijk, de ingezonden werken voor
waterschade te behoeden.
J7R is over het besluit van de Raad
maar nog meer over de wijze,
waarop de keuzecommissie zich uit
zijn naam van haar taak heeft gekwe
ten, heel wat te doen geweest. Bij alle
waardering, die men voor bepaalde
onderdelen van de collectie kan heb
ben, is toch meer dan eens de vraag
gerezen, of dit nu wel de meest repre
sentatieve collectie grafiek moest wor
den genoemd. Met andere woorden oi
de'heren jhr W. J. H. B. Sandberg,
W. Jos de Gruyter, en J. C. Ebbinge
Wubben zich niet al te veel hebben
laten leiden door wat zij in het kader
van hun speciale voorkeur belangrjjk
genoeg achtten om te worden uitge
zonden.
Het moet ons van het hart, dat die
vraag thans, bij het „weerzien der
meesters", nog sterker naar voren
komt. Men zal er in het buitenland
misschien van ganser harte „ja" op
zeggen. Gezien de waardering, die de
Venetiaanse jury voor het abstracte
werk van Wally Elenbaas aan de dag
heeft gelegd gezien ook het betrek
kelijk grote aantal aankopen juist van
deze kunstenaar en van de Braque-
volgeling Den Dikkenboer zou men
de neiging krijgen, eigen bedenkingen
dan in vredsnaam maar naar de ach
tergrond te dringen. Die neiging wordt
te sterker, wanneer men hoort dat ae
Duitse inzending door de Nederlandse
en andere critici zeer waarderend ont
vangen, doch in eigen land afgekraaki
werd. Inderdaad waar ligt dan
eigenlijk het gelijk?
CR zal in de komende weken voor
wie er belangstelling en tijd voor
heeft gelegenheid zijn, het oordeel der
critici te vergelijken met zijn eigen
reacties. De keuzecommissie heeft na
melijk met medewerking van het Itijk
en dank zij het plotseling vrijkomen
van expositieruimte in het Museum
Fodor te Amsterdam de hele collectie
gedurende enige weken ter bezichti
ging kunnen stellen. Er was na al het
geen er over is geschreven behoefte
aan een soort publieke verantwoording.
Daarmee komt dus de samenstelling,
alsmede het niveau ervan, opnieuw
in discussie.
Over het niveau behoeft niet meer
te worden gesproken. Bij alle bezwa
ren die we tegen abstracten en experi
mentelen hebben valt niet te ontken
nen, dat deze 'collectie voortreffelijk
van gehalte is. Gezette bestudering van
de tentoongestelde werken heeft ech
ter geen enkel nieuw gezichtspunt naar
voren doen komen ten aanzien van de
opvattingen, die de commissie hebben
geleid.
Bedoeling was. dat zij zich in haar
keus zou aansluiten bij de algemene
tendenz van de Biennale, die sterk op
het expressionisme gericht heet te zijn.
Van die aansluiting is weinig te mer
ken. Twee der vertegenwoordigde kun
stenaars verdienen de kwalificatie ex
pressionist, met name de Groninger
Johan Dijkstra, van wie overigens al
leen ouder werk aanwezig is, en van
zijn vriend Jan Wiegers, die thans in
Amsterdam werkt. Wijlen hun vriend
H. N. Werkman moge dan evenals zij
uit de Groninger groep De Ploeg
voortkomen, met het expressionisme
heeft zijn werk geen enkele band meer.
Zijn drukken bewijzen het: hij is vol
komen non-figuratief. Deze stukken
stellen meteen een nieuw twistpunt
aan de orde, dat we hier overigens al
len maar signaleren: In hoeverre kan
men deze met inktrol en kleine stem
pels vervaardigde werken nog tot de
grafiek rekenen?
r\E rest van het gezelschap valt met
geen mogelijkheid tot de expres
sionisten te rekenen noch heeft het
daar enige aansluiting mee. De com
missie moge uit reverentie tegenover
voortreffelijke overleden kunstenaars
als Arend Hendriks, Joh. Proost en S.
Jessurun de Mesquita een aantal hun
ner werken hebben opgehangen
haar hart is toch bij grafici als Elen-
taas, Den Dikkenboer, Disberg, bij een
experimentele als Constant voor
wiens werk we nog het minst van al
waardering kunnen opbrengen.
Men duide het ons niet euvel, dat ons
hart uitgaat naar de fraaie stemmings
volle etsen van Dijkstra en Wiegers,
naar de knappe gravures van Hendriks,
naar de houtsneden van Tamus Oud en
W. J. Rozendaal, naar de bizarre
schoonheid van Prange's litho's. Dis-
bergs dierenprentjes zijn geestig. Of
geef ons de sprekende etsen van Ap
Sok en Proost.
Van Kruiningen c.s. mag men dan van
ons ten geschenke hebben. Van W.
Film over het Nederlandse
sanatorium in Davos
Over het werk van het Nederlandse
sanatorium in Davos is een film ver
vaardigd onder de algemene titel
„Voorpost in de Bergen". Deze docu
mentaire is vervaardigd door Polygoon-
Profilti onder productieleiding van Jan
Jansen, metCecs Kerkhof aan de
camera, naar een scenario van Melsvan
de Meeberg. De film is in het Haagse
Studiotheater voor de eerste maal ver
toond voor een publiek van vooraan
staande belangstellenden en vertegen
woordigers van de pers.
De film is bedoeld als propaganda
materiaal. De toeschouwers moeten er
door worden gebracht tot steunver
lening aan dit prachtige werk. De rol
prent geeft een beeld van het leven der
Nederlandse tuberculose-patiënten, die
in de hoge Zwitserse bergen in een Ne
derlandse omgeving en onder Neder
landse hoede genezing zoeken. Daarbij
worden de inrichting van het gebouw,
van het ontspanningswerk, van de cul
turele en geestelijke verzorging der
patiënten, het welzijnswerk en al het
geen er verder aan de verzorging van
langdurig zieken verbonden is, ge
toond.
tmJ een
ET Residentie-orkest heeft korte
lings onder Van Otterloo een van
de laatste composities uitgevoerd,
symphonische suite door Eduard
Reeser samengesteld uit de muziek bij
„Elektra" van Sophocles. Na afloop van
de uitvoering was het applaus aller
hartelijkst Van Otterloo werd zelfs
teruggeroepen doch de vraag rijst:
gold deze dank uitsluitend dirigent en
orkest voor de voortreffelijke uitvoe-
ring, of was het applaus wellicht ook
MET eerbied spreekt men m deze tijd over Alphons Diepenbrock en terecht, bedoeld als een hulde aan Diepen-
want hij is een van de weinigen in ons land, die tot die groten onder de broek'
toondichters gerekend mogen worden, wier werken hun eigen tijd hebben nit laatst* mó*t h*t oovnl cwwoost
overleefd. Daarom is het begrijpelijk, dat men in de meeste Nederlandse hand- Znn dat kan niet anderf u-|nt een
boeken over muziek van Diepenbrock, en zijn composities grote aandacht schenkt werk als dit is in staat om alle critiek
maar.helaas is dat niet voldoende! Er moet niet alleen over zijn muziek ge
sproken worden in het meer of minder theoretische vlak van de vakliteratuur,
doch zij is het ook waard, dat zij voor de gemiddelde concertbezoekers evenveel
van vakman en leek het zwijgen op te
leggen, ja om de luisteraar in vervoe-
- --- ----- ring te brengen. Deze meesterlijke mu-
gaat, betekenen als bijvoorbeeld die van Beethoven en van Brahms. Zover is ziek rukt de gehele Diepenbrock-
verering uit de theorie van het hand
boek en plaatst haar in de actualiteit:
deze klanken zijn prachtig! Hartstoch
telijk, fel en bewogen (merkwaardig
in dit verband: de hoorns ontbreken!)
en tegelijkertijd voornaam-beheerst
vertellen zij van de wraak van Orestes
„Mijn muziek ziet er zo raar uit als ik en diens zuster Elektra, welke uitein-
ze pas heb opgeschreven. Het is een delijk de dood van hun ontrouwe moe-
compacte massa voor ik er zelf uit kan der en haar minnaar tot gevolg heeft,
kpmen. Ik ken soms mijn eigen muziek Het is niet de bedoeling om hier
nietHij kon soms vreemde dingen nader in te gaan op de betekenis van
voor de zangstem schrijven, bijvoor- Diepenbrock voor het Nederlandse
het echter nog niet, ondanks het onverzettelijke volhouden van bekwame Diepen-
broek-vereerders. Eerbied heeft men in de concertzaal wel voor deze Neder
landse componist, maar dat is iets anders dan genegenheid.
het rijk van de toonkunst binnen geko
men. Aaltje Noordewier heeft eens ver
teld, hoe Diepenbrock soms verzuchtte:
LANGE tijd heeft ook bij de vakman
wanbegrip anders kan men dit
verschijnsel toch niet noemen? be
staan voor de werken van Diepenbrock,
vooral omdat deze een buiten-muzikale
verschijning was. Dat wil zeggen géén
man, die uit het muzikantenvak was \"anneer
voortgekomen, maar een wetenschaps
mens, die in de toonkunst verzeild was
geraakt en zonder de nodige „onder
grond" als componist optrad. „Een di-
beeld zó, dat er in een bepaalde pas
sage geen tijd was om adem te halen.
mevrouw Noordewier hem
daarop attent maakte, schrok hjj en
zei: „Dat had ik moeten weten".
Aan zijn tijdgenoot, Johan Wagenaar,
zo noemde men hem, omdat de vakman tot in de vingertoppen, zou
nétier niet zo virtuoos be- ,.r
lettant"
hij het métier niet zo virtuoos be- iets dergelijks niet overkömen'z'ijn,' om-
heerste als diegenen, die van hun prille ^at deze precies en nauwkeurig had
jeugd af bassen hadden uRgewerkt^en geieerd wat wél en wat niét met de
muziekleven, alleen willen wij uit
drukkelijk vaststellen dat de schoon
heid van deze „Elektra-suite" de groot
heid van haar schepper klaar en helder
in het licht stelt.
Aan Diepenbrock's vakmanschap be
hoeft in dit werk niet te worden ge
twijfeld: de zoekende, tastende com
ponist is tenslotte een toondichter met
een sterk eigen-geluid geworden. An-
volgens oude en beproefde methoden stem kon worden gedaan. Ook op het Ae.fen heeft hij niet slaafs geïmiteerd,
waren opgeleid. Hij mocht dan een terrein van de instrumentatie had Die-
voortreffelijk geleerde zjm, een penbrock moeilijkheden, maar door re-
scherpe geest met een brede belang- gelmatig contact met Mengelberg en
stelling wanneer men zijn geschrif- kct Concertgebouworkest kwam hij
ten doorleest, verbaast men zich over steeds verder. Willem Pijper heeft Die-
d' veelheid van onderwerpen, waar- penbrock's instelling tot het „vakman-
over Diepenbrock heeft geschreven en scjiap" eens scherp geanalyseerd en er
gepolemiseerd als musicus echter, daarbij op gewezen, dat Diepenbrock
zo redeneerde men, was hij met be- jlet niet meer heeft beleefd, dat zijn
kwaam genoeg. technisch arsenaal de gereedschappen
INDERDAAD was zijn muzikale op- voor alle voorkomende situaties be-
leiding niet langs gebaande wegen vatte: tot in zijn laatste werken bleef
gegaan: stap voor stap, zoekend, tas- hij experimenteren. Hij heeft het mé
tend, aarzelend en studerend, was lijj tier overschat.
hij heeft niet geschreven in een Wag
neriaanse, Mahleriaanse of Debussiaan-
se stijl, maar heeft invloeden van de
ze componisten op een persoonlijke
manier tot zijn eigendom gemaakt.
Daardoor is zijn stijl on-Nederlandset
dan die van zijn tijdgenoten in den
lande, aristocratischer ook. Is het wel
licht daarom, dat bij de gemiddelde
concertbezoeker het respect voor Die-
penbrock niet altijd vergezeld gent
van een diepe genegenheid? Veel luis
teren is nodig.maar dan zijn ook
vele uitvoeringen noodzakelijkl
fïNNODIG aan Noordhollandei
vragen waar in 1573 de vii
begon, maar minder bekend is da
geveer honderd jaar later een gei
Alkmaarder, Dr. Bontekoe, „het t
tente Kruyd Thee" haar victorie
beginnen. Cornells Bontekoe, N
lands geneesheer, later hooglerat
Franeker, had de bijnaam „de 5
dokter". Hij, die thee als een un
seel geneesmiddel beschouwde, rc
zijn patiënten het drinken van
lijke koppen thee per dag, aan.
Wat te zeggen van een dokte-
k-uialen in de destijds gangbare di
tische termen, als de pijnen dei
lijks, de last van zware dromen
mede het verteren van alle r
vochtigheid wilde verdrijven doo
zieken 50 a. 60 kopjes thee per
voor te schrijven.
Thee was toen nog maar kort v
ze landen bekend. In de tijd va
Oost-Indische Compagnie brachte
rijke kooplieden en gezagvoerders
de vloot dit kruid als een curio
mee van hun reizen naar Chin
Japan. Slechts de vrouwen van
triciërs waren in de gelegenheid l
ontvangst van gasten het thee dri
tot het hoogtepunt te maken. Ofsi
er hier ën daar wel gezellige
salets" waren, gaf de onbekenc
van het artikel ook wel eens ac
ding tot vreemde situaties.
Hoe zoudt U het vinden op ee
ner genood te worden en thee
groenten voorgezet te krijgen? Di
beurde in ongeveer 1650 in Enge
waar de gastvrouw de theeblade
andijvie gekookt, het water afgei
en de zogenaamde groenten op
schotel gegarneerd had. Zoudt l
genover de gastvrouwdie in de
ning vs-.-keerde iets heel bijzonder
geschept te hebben, de juiste hoi
weten te vinden? Zoudt U, nog i
zonder blikken of blozen haar ge
eer aan kunnen doen?
En zie, daar kwam Dr. Bonteki
beijverde zich dit exotische pn
van genot- tot geneesmiddel te m
Van de tafel der rijken naar het
bed van iedereen. Hij schreef ir,
tractaat zoveel voordelen voor
theetheorie neer dat hij wel een
tal voorstanders moest maken. V(
waarom de goede raad niet een.
probeerd als het „alle duizelinge
Pijnen des hoofds verligt en gei
alle verstoptheid wegneemt de
zachtelijk purgeert". Men moet
deze onaangenaamheden maar
nebben! En Bontekoe, toen lijfart.
Heuruorst van Brandenburg
dok niet de eerste de beste. D
Bontekoe's tractaat wist nog veel
te vertellen wat de mens van nu
«JW. „Thee maakt het gezicht 1
uwert de verbrande humeuren,
Juagt de dommigheid, doet de
wijken, scherpt het vernuft, vet
Kert het verstand, verdrijft overt
siaap,
Pr' Bontekoe gaf een raad waa
mets op tegen kunnen hebben, z
van misschien dat het aantal k
inee ons wat te veel zou zijn. Mac
zijn dan ook allang tevreden ai
drank voldoet aan wat de Er
staatsman Gladstone er van zei:
indien ge koud zijt, zal thee U
verwa
indien ge verhit zijt, zal thee U
verki
indien ge terneergeslagen zijt,
T_:i. thee U opbc
inaien ge opgewonden zijt, zal t
U kaïn
Dat ons treksel geen naar of
heedrankje wordt, hebben wij in
and. Het juiste theerecept gaf
hÜut r?e, er niet bii- maar miss
nebt U het wel sens van Uw
moeder gehoord: „Een schepje
nVt» ?PJe> Plus een schepje voi
fisii t i wor(tt de drank vol er
en zal ze zeker volger
zu i,»r "dt verbrande humi
zuiveren en het harte couragere;