Op zoek naar verantwoorde kinderfilms Nog te weinig voor Alphons genegenheid H Diepenbrock Internationale interesse voor probleem met zeer vele facetten ENNY HOLS-DE L VEERTIEN VROUWEN Regeringssubsidie voor verfilming van goede scenarios Haagse Comedie doet het zonder vrouw w „WEERZIEN DER MEESTERS" IN NEDERLANDSE GRAFIEK HET ADVIES V/ Dr BONTEKO De doelstelling van Film en Jeugd'' en Nuheeft liet ministerie van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen echter de Stichting Film en Jeugd een subsidie gegeven, om het mogelijk te maken, dat er goede scenario's gekocht en verfilmd worden. Het kiezen van deze scenario's zal evenals de productie van de films door een aparte commissie van deskundigen geschieden. Pirandello-succes voor Rotterdam Biennale-colleciie hangt in Fodor Publieke verantwoording van keuze-commissie Voorpost in de bergen Arisiocraat onder de componisten Prachtige muziek bij „Elektra" gINDS de toverlantaarn op kinderfeestjes het veld heeft moeten ruimen voor de film, is er ook in de opvoeding van het kind wel enige verandering geko men. Dit laatste heeft met zich meegebracht, dat men zich op een goed ogenblik ging afvragen, of al die films, waarover men de beschikking had, voor vertoning aan kinderen wel geschikt waren. Het was nauwelijks een knuppel meer te noemen, die hiermee in het hoenderhok werd geworpen, eerder een bom van Jlink kaliber! Want bij een nader en gedegen onderzoek bleek er nogal het een en ander aan te mankeren. En niet alleen aan de films in moreel en artistiek opzicht maar ook aan de diverse verhuurkantoren, die voor de verspreiding zorgen. Zowel internationaal als in nationaal verband is men nu al jaren doende de toestanden, die op dit gebied heersen te verbeteren. Dat er al enige veelbelo vende resultaten geboekt zijn, stemt hoopvol, vooral ook met het oog op het vele werk, dat er altijd nog te doen blijft. Daartoe moet in de eerste plaats het hier aanwezige materiaal groten deels buitenlands worden gekeurd. En dat heeft nogal wat voeten in de aarde. Want grote en kleine filmver huurkantoren hadden voor hun kinder films tot nu toe alleen de Centrale Commissie voor de Filmkeuring inge schakeld als controle. En die keurt de films nu eenmaal op andere gronden dan het Instituut Film en Jeugd het zou willen. Dus moest en moet men de verhuurders zo ver zien te krijgen, dat zij vrijwillig de bij hen aanwezige voorraad kinderfilms aan het Instituut lieten zien. Sommigen gingen hiertoe over en het resultaat is thans, dat men de beschikking heeft over 120 films ongeveer voor de leef tijdsgroepen 7-10 en 10-14 jaar, die alle het praedicaat: aanvaardbaar, geschikt of aanbevelenswaardig dragen. Een be oordelingsorgaan, met steeds enige besprekingen van die filmtechnische opgaven en kwalificaties wordt ver spreid onder diegenen, die door de aard van hun werk de films onder de kinderen brengen. Zij hebben nu dus een degelijke basis van waaruit zij verder kunnen gaan. Maar wat zij helaas dikwijls niet hebben is geld! achter en door elkaar gedraaid op zo'n middag in een klein benauwd zaaltje, waar de helft van het jonge publiek voor z'n paar dubbeltjes amper iets kan zien. Smaak, ogen en longen wor den er het nodige geweld aangedaan. Want de lucht in zo'n priipitief bios- coopje is met vijf a zes Voorstellingen per weekeinde niet fris meer! HEBT u er wel een," bij stilgestaan, wat nu eigenlijk een kinderfilm is? Aan welke eisen die moet voldoen? Ieder jaar op de Biënnale in Venetië breken ze zich daar o.a. het hoofd over! Landen als Engeland en Frankrijk zijn er vooral bij geïnteres seerd, omdat zij in staat zijn kinder films te produceren. Aan de hand van opgedane ervaringen en uitgewisselde gegevens tracht men het peil van de kinderfilms zo hoog mogelijk te bren gen; de films psychologisch verant woord te doen zijn en tegelijkertijd niet saai of te belerend. Moet de kinderfilm zo ztfn, dat zij voor het kind ieder probleem oplost en hem het eigen gevecht met de men tale moeilijkheden en emoties ont houdt? Daar men met geen enkele stelligheid kan beweren, wat nu wel precies schadelijk is voor kinderen en wat niet, zullen pogingen om het kinu door middel van de film geestelijk te beschermen, zeer waarschijnlijk geen enkel resultaat hebben. Nog afgezien van het feit, dat men dan films zou kragen, die nergens een aansluiting op onze eigen tijd zouden zijn. En dit het leven om hem heen is juist iets wat het kind graag op de film ziet. Wel liefst met z'n eigen ogen; de ouders jong, sportief, knap, sympa thiek; de misdadigers vuil en in lom pen; het goed en kwaad duidelijk her kenbaar afgeschilderd. In Engeland is het vooral Bank, die met zijn films voor kinderen pogingen in het werk stelt zo verantwoord mo gelijke resultaten te krijgen. „De klei ne Ballerina", en „Circusjongen" zyn belde films, die niet alleen de aspira ties van het kind prikkelen, maar ook voor de en t wikkeling in aesthetisch opzicht de grondslag leggen. Uit Frankrjjk is vooral heel bekend ge worden „Bim", de film over het Alge rijnse jongetje en de ezel. „piLM EN JEUGD" is de naam van een Nederlandse Stichting (geves tigd Nassauplein 3, Den Haag), die zich ten doel stelt ouders, verzorgers, verenigingen en jeugdleiders voorlich ting te geven bij de keuze van films voor kinderen. In 1949 heeft men te Rotterdam een congres gehouden, waar men aan vertegenwoordigers van onderwijs, kerk, overheid, jeugd zorg, filmbedrijf en bioscoopexploitan ten de vraag stelde of zij, en in hoe verre verantwoordelijkheid hadden ten opzichte van de films, die via hen aan de kinderen getoond worden. Toen men er over ging praten bleek eerst goed, welke chaotische toestan den er op dit gebied in ons land heersten. Een wetenschappelijke com missie werd samengesteld, die sinds dien o.a. door middel van een enquête die binnenkort in druk zal verschij nen de normen tracht te vinden, wat nu precies in ons land het beste zal voldoen als kinderfilm. De a.s. kroning van Koningin Eli zabeth II van Engeland werkt in spirerend op de Britse kunstenaars. Hierboven het jongste borstbeeld van de vorstin. Want het is duur om goede films te huren. En een arme jeugd- of wijk- vereniging, die dat geld niet heeft, maar toch in zijn ideëel streven de kinderen van de straat wil houden, belandt door de noodzaak gedwon gen bij de kleine filmverhuurkan toren, die voor z'n smalle beurs altijd wel iets te leveren hebben. Een verre gend gooi-en-smijtverhaal, een knok partij, een liefdesidylle.... alles wordt Financiële steun van de overheid MAAR zelfs de gekeurde films zijn niet van alle smetten vrij. Immers de import brengt met zich mee, dat de gesproken taal een vreemde is. De Nederlandse onderschriften zijn voor kinderen veel te kort zichtbaar en vaak te onduidelijk, om hen voldoende wegwijs te maken in het verhaal. En nasynchroniseren wordt te duur. Het meest ideale zou dus zijn: een Neder landse kinderfilm. Die zijn er wel, maar helemaal beantwoorden aan de eisen doen ze niet. Of ze zijn niet le vendig genoeg, of ze bleven te veel een onder-onsje, dat bij voorbaat elke allure de kop indrukte. En al is dit nu nog niet eens zo heel verre toekomstmuziek, hiermee zal in ons land een eerste begin zijn gemaakt om het kind een verantwoorde film voor te zetten. Geen overschot van vroeger, geen A films, die onze bios copen voor alle leeftijden draaien, maar dit practisch nooit zijn. Behalve de Nederlandse kinderen hoopt men er ook die van Vlaanderen, Zuid-Afrika, Suriname en de Antillen en Duitsland een plezier mee te doen. Misschien dat we dan net als in Engeland tot eigen filmclubs voor kinderen komen, in officiële bioscoop zalen, met medewerking van de di recties. Dat zal niet alleen de vele jeugdleiders, die nu door gebrek aan geld, medewerking en kennis van za ken dikwijls ongeweten verkeerde toé- standen in de hand werken, tot steun zijn, maar ook de werkelijk kwaajwil- lenden de wind uit de zeilen nemen en het kind beveiligen tegen zichzelf in zijn zo natuurlijke zucht naar avon tuur. Voor kinderen door kinderen. Een scène uit een van de films, die door Rank in Engeland geproduceerd worden. AAR is de tjjd, dat Enny Mois-de Leeu- we triomfen oogstte in draken als De Rozenkrans naar de beroemde roman van Florence Barclay? Men dacht toen wel eens, dat deze actrice haar toe schouwers aan het snik ken kreeg enkel en alleen door de sentimentaliteit van het stuk, dat zij speelde. Enny de Leeuwe echter heeft zich in de loop der jaren wel dege lijk een actrice van for maat getoond, die terdege weet wat toneel is en wat het van zijn dienaren vraagt. Twee jaar achter een verrast zij nu reeds met een stuk, een mono loog zou men kunnen zeggen, waarin zij in haar eentje de rollen van ver scheidene zeer uiteen lopende vrouwentypen speelt! Verleden jaar speelde zij aldus „De ap pels van Eva", thans brengt zij „Parijs 1890" op de planken en zij speelt er de rollen in van niet minder dan veer tien vrouwen De nuchtere criticus is bij voorbaat geneigd om te zeggen, dat zij dan ditmaal toch te veel hooi op haar vork heeft ge nomen, want dat nie mand in staat is om in de korte spanne tijds, waaruit een toneelavond nu eenmaal bestaat, veertien totaal verschil lende vrouwen inder daad tot levende gestal ten te maken. En deze nuchtere criticus heeft gelijk. Wij weten natuur lijk niet, wat de Ameri kaanse actrice Cornelia Otis Skinner, die het stuk voor zichzelf schreef, in deze merk waardige transformatie reeks gepresteerd heeft. Maar mevrouw Mols kreeg het, toen wij haar in Den Haag aan het werk zagen, niet hele maal uit de verf. PN tochtoch brengt zij zoveel levend toneel, zoveel echts en gaafs, dat men als het doek valt al leen maar vervuld is van een diepe bewondering voor zoveel toneelvaar digheid, zoveel veelzijdigheid en zo veel prachtig benaderde realiteit. Het stuk verplaatst zijn toeschou wers naar Parijs fin de siecle. De tijd van Toulouse Lautrec, Aristide Bru- ant, Yvette Guilbert, Mistinguett in haar prille jeugd, het Parijs der laat ste romantiek. En daar komen dan de verschillende vrouwentypen uit die le ger darische periode! Ern Poilse Jodin en een leeuwentemster, een oude, arme, dove zielepoot, een straatvlin der, een wasvrouw, een danseres en een zangeres, in totaal veertien stuks, lawaaierig,, heldhaftig, geknauwd door het leven, navrant, geslepen, al naar het type. En het moge dan waar zijn, dat Enny Mols-De Leeuwe aan de op pervlakte blijft, alleen de buitenkant schildert, soms is zjj ongelooflijk raak en alleen al door het verbluffende tempo, waarin zij van de ene huid in de andere kruipt, krygt zij haar pu bliek volkomen in haar macht. STALAG 17 CTEL tegenover deze ene vrouw, die veertien andere vrouwen speelt de Haagse Comedie! Zij komt voor hnt voetlicht met een stuk zonder ook maar het kleinste vrouwenrolletje Twee Amerikanen, die zelf geïnter neerden waren in de oorlog, schreven een stuk over het leven in een concen tratiekamp met tot besluit een buiten gewoon spannende ontsnapping. Het is geen groot stuk geworden. Maar niet temin heeft het bij de Amerikanen een daverend succes behaald en dat zal het ook in Nederland wel doen. Want de Haagse Comedie speelt het onder regie van Paul Steenbergen vlot en knap en ten slotte verschillen de Nederlandse toneelliefhebbers nu niet zo heel veel van de Amerikaanse. KO VAN DIJK ALS HENDRIK IV jy^AAR de besten van die toneellief hebbers zullen toch liever naar het Rotterdams Toneel gaan kijken, dat Pirandello de hem toekomende eer be wijst door zijn Hendrik de Vierde weer op het repertoire te zetten. Nog altijd is dat drama een van de beste stukken van de grote Italiaan en de Rotter dammers hebben er een buitengewoon knappe opvoering van gebracht, Ko van Dijk in de titelrol, Loudy Ny- hoffe Ko Arnoldi en Dick van Veen in de overige rollen. Van Dijk was groots als Hendrik de Vierde, zonder inzin kingen. Hij heeft in Loudy Nyhoff als Mathilde een groot tegenspeelster en voornamelijk brengen zij deze opvoe ring dan ook tot bijna tastbare reali teit. De beide anderen, bij wie zich nog Kitty Knappert en Frans Vorstman voegden, waren goed. Het publiek be groette deze Pirandello met grote dankbaarheid en de Rotterdammei s hebben er vermoedelijk een goede greep aan gedaan. MISLUKKING MERKWAARDIG hoe in deze einde loze premièrereekg het Amsterdams Toneel Gezelschap een zeldzame mis lukking te registreren kreeg met Hil da Crane, een stuk van de Amerikaan Samson Raphaelson. Het stuk had het misschien nog wel kunnen doen, als men het maar modern gebracht had: zakelijk, nuchter. Maar het A.T.G. bracht het onder Defresne ouderwets. Caro van Eijck, Hetty Beck, Marie Hamel, zij werkten allemaal met het zwaarste geschut. Het melodrama lag er duimen dik op. Alleen Hans Tie- meyer bewaarde zijn zelfbeheersing. Maar één man kon dit stuk niet red den. Het publiek verveelde zich ken nelijk. Het gelooft niet meer in de stijl van 1880 op de planken. Waarom pro beerde Defresne het dan in deze stijl te veroveren? Een sterk speelstuk noemt men Hilda Crane. Het is moge lijk. Maar niet als men zijn heil zoekt in overdrijving. En dat deed men helaas. (Van onze redacteur beeldende kunst) J^EDERLAND is deze zomer op de Biennale di Venezia, de bekende tweejaar- lijkse internationale kunstmanifestatie in de Lagunenstad, vertegenwoordigd geweest door een collectie grafisch werk. De vorm van deze representatie vloeide evenzeer voort uit een bewust besluit van de Nederlandse Raad voor de Kunst als uit de practische overweging, dat het ter beschikking staande paviljoen de uitzending van enigermate kostbare en omvangrijke kunstwerken gewenst noch verantwoor maakte. Het gebouwtje verkeert namelijk in een arbarmelijke staat van verwaarlozing. Bij regenweer stroomt het water binnenshuis even hard als buiten. Nu nog bleek het ternauwernood mogelijk, de ingezonden werken voor waterschade te behoeden. J7R is over het besluit van de Raad maar nog meer over de wijze, waarop de keuzecommissie zich uit zijn naam van haar taak heeft gekwe ten, heel wat te doen geweest. Bij alle waardering, die men voor bepaalde onderdelen van de collectie kan heb ben, is toch meer dan eens de vraag gerezen, of dit nu wel de meest repre sentatieve collectie grafiek moest wor den genoemd. Met andere woorden oi de'heren jhr W. J. H. B. Sandberg, W. Jos de Gruyter, en J. C. Ebbinge Wubben zich niet al te veel hebben laten leiden door wat zij in het kader van hun speciale voorkeur belangrjjk genoeg achtten om te worden uitge zonden. Het moet ons van het hart, dat die vraag thans, bij het „weerzien der meesters", nog sterker naar voren komt. Men zal er in het buitenland misschien van ganser harte „ja" op zeggen. Gezien de waardering, die de Venetiaanse jury voor het abstracte werk van Wally Elenbaas aan de dag heeft gelegd gezien ook het betrek kelijk grote aantal aankopen juist van deze kunstenaar en van de Braque- volgeling Den Dikkenboer zou men de neiging krijgen, eigen bedenkingen dan in vredsnaam maar naar de ach tergrond te dringen. Die neiging wordt te sterker, wanneer men hoort dat ae Duitse inzending door de Nederlandse en andere critici zeer waarderend ont vangen, doch in eigen land afgekraaki werd. Inderdaad waar ligt dan eigenlijk het gelijk? CR zal in de komende weken voor wie er belangstelling en tijd voor heeft gelegenheid zijn, het oordeel der critici te vergelijken met zijn eigen reacties. De keuzecommissie heeft na melijk met medewerking van het Itijk en dank zij het plotseling vrijkomen van expositieruimte in het Museum Fodor te Amsterdam de hele collectie gedurende enige weken ter bezichti ging kunnen stellen. Er was na al het geen er over is geschreven behoefte aan een soort publieke verantwoording. Daarmee komt dus de samenstelling, alsmede het niveau ervan, opnieuw in discussie. Over het niveau behoeft niet meer te worden gesproken. Bij alle bezwa ren die we tegen abstracten en experi mentelen hebben valt niet te ontken nen, dat deze 'collectie voortreffelijk van gehalte is. Gezette bestudering van de tentoongestelde werken heeft ech ter geen enkel nieuw gezichtspunt naar voren doen komen ten aanzien van de opvattingen, die de commissie hebben geleid. Bedoeling was. dat zij zich in haar keus zou aansluiten bij de algemene tendenz van de Biennale, die sterk op het expressionisme gericht heet te zijn. Van die aansluiting is weinig te mer ken. Twee der vertegenwoordigde kun stenaars verdienen de kwalificatie ex pressionist, met name de Groninger Johan Dijkstra, van wie overigens al leen ouder werk aanwezig is, en van zijn vriend Jan Wiegers, die thans in Amsterdam werkt. Wijlen hun vriend H. N. Werkman moge dan evenals zij uit de Groninger groep De Ploeg voortkomen, met het expressionisme heeft zijn werk geen enkele band meer. Zijn drukken bewijzen het: hij is vol komen non-figuratief. Deze stukken stellen meteen een nieuw twistpunt aan de orde, dat we hier overigens al len maar signaleren: In hoeverre kan men deze met inktrol en kleine stem pels vervaardigde werken nog tot de grafiek rekenen? r\E rest van het gezelschap valt met geen mogelijkheid tot de expres sionisten te rekenen noch heeft het daar enige aansluiting mee. De com missie moge uit reverentie tegenover voortreffelijke overleden kunstenaars als Arend Hendriks, Joh. Proost en S. Jessurun de Mesquita een aantal hun ner werken hebben opgehangen haar hart is toch bij grafici als Elen- taas, Den Dikkenboer, Disberg, bij een experimentele als Constant voor wiens werk we nog het minst van al waardering kunnen opbrengen. Men duide het ons niet euvel, dat ons hart uitgaat naar de fraaie stemmings volle etsen van Dijkstra en Wiegers, naar de knappe gravures van Hendriks, naar de houtsneden van Tamus Oud en W. J. Rozendaal, naar de bizarre schoonheid van Prange's litho's. Dis- bergs dierenprentjes zijn geestig. Of geef ons de sprekende etsen van Ap Sok en Proost. Van Kruiningen c.s. mag men dan van ons ten geschenke hebben. Van W. Film over het Nederlandse sanatorium in Davos Over het werk van het Nederlandse sanatorium in Davos is een film ver vaardigd onder de algemene titel „Voorpost in de Bergen". Deze docu mentaire is vervaardigd door Polygoon- Profilti onder productieleiding van Jan Jansen, metCecs Kerkhof aan de camera, naar een scenario van Melsvan de Meeberg. De film is in het Haagse Studiotheater voor de eerste maal ver toond voor een publiek van vooraan staande belangstellenden en vertegen woordigers van de pers. De film is bedoeld als propaganda materiaal. De toeschouwers moeten er door worden gebracht tot steunver lening aan dit prachtige werk. De rol prent geeft een beeld van het leven der Nederlandse tuberculose-patiënten, die in de hoge Zwitserse bergen in een Ne derlandse omgeving en onder Neder landse hoede genezing zoeken. Daarbij worden de inrichting van het gebouw, van het ontspanningswerk, van de cul turele en geestelijke verzorging der patiënten, het welzijnswerk en al het geen er verder aan de verzorging van langdurig zieken verbonden is, ge toond. tmJ een ET Residentie-orkest heeft korte lings onder Van Otterloo een van de laatste composities uitgevoerd, symphonische suite door Eduard Reeser samengesteld uit de muziek bij „Elektra" van Sophocles. Na afloop van de uitvoering was het applaus aller hartelijkst Van Otterloo werd zelfs teruggeroepen doch de vraag rijst: gold deze dank uitsluitend dirigent en orkest voor de voortreffelijke uitvoe- ring, of was het applaus wellicht ook MET eerbied spreekt men m deze tijd over Alphons Diepenbrock en terecht, bedoeld als een hulde aan Diepen- want hij is een van de weinigen in ons land, die tot die groten onder de broek' toondichters gerekend mogen worden, wier werken hun eigen tijd hebben nit laatst* mó*t h*t oovnl cwwoost overleefd. Daarom is het begrijpelijk, dat men in de meeste Nederlandse hand- Znn dat kan niet anderf u-|nt een boeken over muziek van Diepenbrock, en zijn composities grote aandacht schenkt werk als dit is in staat om alle critiek maar.helaas is dat niet voldoende! Er moet niet alleen over zijn muziek ge sproken worden in het meer of minder theoretische vlak van de vakliteratuur, doch zij is het ook waard, dat zij voor de gemiddelde concertbezoekers evenveel van vakman en leek het zwijgen op te leggen, ja om de luisteraar in vervoe- - --- ----- ring te brengen. Deze meesterlijke mu- gaat, betekenen als bijvoorbeeld die van Beethoven en van Brahms. Zover is ziek rukt de gehele Diepenbrock- verering uit de theorie van het hand boek en plaatst haar in de actualiteit: deze klanken zijn prachtig! Hartstoch telijk, fel en bewogen (merkwaardig in dit verband: de hoorns ontbreken!) en tegelijkertijd voornaam-beheerst vertellen zij van de wraak van Orestes „Mijn muziek ziet er zo raar uit als ik en diens zuster Elektra, welke uitein- ze pas heb opgeschreven. Het is een delijk de dood van hun ontrouwe moe- compacte massa voor ik er zelf uit kan der en haar minnaar tot gevolg heeft, kpmen. Ik ken soms mijn eigen muziek Het is niet de bedoeling om hier nietHij kon soms vreemde dingen nader in te gaan op de betekenis van voor de zangstem schrijven, bijvoor- Diepenbrock voor het Nederlandse het echter nog niet, ondanks het onverzettelijke volhouden van bekwame Diepen- broek-vereerders. Eerbied heeft men in de concertzaal wel voor deze Neder landse componist, maar dat is iets anders dan genegenheid. het rijk van de toonkunst binnen geko men. Aaltje Noordewier heeft eens ver teld, hoe Diepenbrock soms verzuchtte: LANGE tijd heeft ook bij de vakman wanbegrip anders kan men dit verschijnsel toch niet noemen? be staan voor de werken van Diepenbrock, vooral omdat deze een buiten-muzikale verschijning was. Dat wil zeggen géén man, die uit het muzikantenvak was \"anneer voortgekomen, maar een wetenschaps mens, die in de toonkunst verzeild was geraakt en zonder de nodige „onder grond" als componist optrad. „Een di- beeld zó, dat er in een bepaalde pas sage geen tijd was om adem te halen. mevrouw Noordewier hem daarop attent maakte, schrok hjj en zei: „Dat had ik moeten weten". Aan zijn tijdgenoot, Johan Wagenaar, zo noemde men hem, omdat de vakman tot in de vingertoppen, zou nétier niet zo virtuoos be- ,.r lettant" hij het métier niet zo virtuoos be- iets dergelijks niet overkömen'z'ijn,' om- heerste als diegenen, die van hun prille ^at deze precies en nauwkeurig had jeugd af bassen hadden uRgewerkt^en geieerd wat wél en wat niét met de muziekleven, alleen willen wij uit drukkelijk vaststellen dat de schoon heid van deze „Elektra-suite" de groot heid van haar schepper klaar en helder in het licht stelt. Aan Diepenbrock's vakmanschap be hoeft in dit werk niet te worden ge twijfeld: de zoekende, tastende com ponist is tenslotte een toondichter met een sterk eigen-geluid geworden. An- volgens oude en beproefde methoden stem kon worden gedaan. Ook op het Ae.fen heeft hij niet slaafs geïmiteerd, waren opgeleid. Hij mocht dan een terrein van de instrumentatie had Die- voortreffelijk geleerde zjm, een penbrock moeilijkheden, maar door re- scherpe geest met een brede belang- gelmatig contact met Mengelberg en stelling wanneer men zijn geschrif- kct Concertgebouworkest kwam hij ten doorleest, verbaast men zich over steeds verder. Willem Pijper heeft Die- d' veelheid van onderwerpen, waar- penbrock's instelling tot het „vakman- over Diepenbrock heeft geschreven en scjiap" eens scherp geanalyseerd en er gepolemiseerd als musicus echter, daarbij op gewezen, dat Diepenbrock zo redeneerde men, was hij met be- jlet niet meer heeft beleefd, dat zijn kwaam genoeg. technisch arsenaal de gereedschappen INDERDAAD was zijn muzikale op- voor alle voorkomende situaties be- leiding niet langs gebaande wegen vatte: tot in zijn laatste werken bleef gegaan: stap voor stap, zoekend, tas- hij experimenteren. Hij heeft het mé tend, aarzelend en studerend, was lijj tier overschat. hij heeft niet geschreven in een Wag neriaanse, Mahleriaanse of Debussiaan- se stijl, maar heeft invloeden van de ze componisten op een persoonlijke manier tot zijn eigendom gemaakt. Daardoor is zijn stijl on-Nederlandset dan die van zijn tijdgenoten in den lande, aristocratischer ook. Is het wel licht daarom, dat bij de gemiddelde concertbezoeker het respect voor Die- penbrock niet altijd vergezeld gent van een diepe genegenheid? Veel luis teren is nodig.maar dan zijn ook vele uitvoeringen noodzakelijkl fïNNODIG aan Noordhollandei vragen waar in 1573 de vii begon, maar minder bekend is da geveer honderd jaar later een gei Alkmaarder, Dr. Bontekoe, „het t tente Kruyd Thee" haar victorie beginnen. Cornells Bontekoe, N lands geneesheer, later hooglerat Franeker, had de bijnaam „de 5 dokter". Hij, die thee als een un seel geneesmiddel beschouwde, rc zijn patiënten het drinken van lijke koppen thee per dag, aan. Wat te zeggen van een dokte- k-uialen in de destijds gangbare di tische termen, als de pijnen dei lijks, de last van zware dromen mede het verteren van alle r vochtigheid wilde verdrijven doo zieken 50 a. 60 kopjes thee per voor te schrijven. Thee was toen nog maar kort v ze landen bekend. In de tijd va Oost-Indische Compagnie brachte rijke kooplieden en gezagvoerders de vloot dit kruid als een curio mee van hun reizen naar Chin Japan. Slechts de vrouwen van triciërs waren in de gelegenheid l ontvangst van gasten het thee dri tot het hoogtepunt te maken. Ofsi er hier ën daar wel gezellige salets" waren, gaf de onbekenc van het artikel ook wel eens ac ding tot vreemde situaties. Hoe zoudt U het vinden op ee ner genood te worden en thee groenten voorgezet te krijgen? Di beurde in ongeveer 1650 in Enge waar de gastvrouw de theeblade andijvie gekookt, het water afgei en de zogenaamde groenten op schotel gegarneerd had. Zoudt l genover de gastvrouwdie in de ning vs-.-keerde iets heel bijzonder geschept te hebben, de juiste hoi weten te vinden? Zoudt U, nog i zonder blikken of blozen haar ge eer aan kunnen doen? En zie, daar kwam Dr. Bonteki beijverde zich dit exotische pn van genot- tot geneesmiddel te m Van de tafel der rijken naar het bed van iedereen. Hij schreef ir, tractaat zoveel voordelen voor theetheorie neer dat hij wel een tal voorstanders moest maken. V( waarom de goede raad niet een. probeerd als het „alle duizelinge Pijnen des hoofds verligt en gei alle verstoptheid wegneemt de zachtelijk purgeert". Men moet deze onaangenaamheden maar nebben! En Bontekoe, toen lijfart. Heuruorst van Brandenburg dok niet de eerste de beste. D Bontekoe's tractaat wist nog veel te vertellen wat de mens van nu «JW. „Thee maakt het gezicht 1 uwert de verbrande humeuren, Juagt de dommigheid, doet de wijken, scherpt het vernuft, vet Kert het verstand, verdrijft overt siaap, Pr' Bontekoe gaf een raad waa mets op tegen kunnen hebben, z van misschien dat het aantal k inee ons wat te veel zou zijn. Mac zijn dan ook allang tevreden ai drank voldoet aan wat de Er staatsman Gladstone er van zei: indien ge koud zijt, zal thee U verwa indien ge verhit zijt, zal thee U verki indien ge terneergeslagen zijt, T_:i. thee U opbc inaien ge opgewonden zijt, zal t U kaïn Dat ons treksel geen naar of heedrankje wordt, hebben wij in and. Het juiste theerecept gaf hÜut r?e, er niet bii- maar miss nebt U het wel sens van Uw moeder gehoord: „Een schepje nVt» ?PJe> Plus een schepje voi fisii t i wor(tt de drank vol er en zal ze zeker volger zu i,»r "dt verbrande humi zuiveren en het harte couragere;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 6