Jongeren kiezen hun mooiste boek DE VERMISTE De heer D. L. Daalder morgen 65 Een vraag die moeilijk ie beantwoorden was De vergeien caiegorie Pirn. Pan. Pom in liet nipiiwi' liuis Arbeid in dienst van het kind Met VELPON zie je er geen barst van! De Bijbel Het waarom Dichterkeur £tt tlu de %eüde (cvmeiiie genéést Het Radioprogramma £uMek eetiótiaa^ Dames! Toeral nu TERUGBLIK OP EEN BOEIEND LEVEN DOOR. PATRICIA WENTWORTH ISIS Reinig Uw ingewanden voorkom verstopping. Neem eens per week 1 of 2 DONDERDAG 20 NOVEMBER 1952 Winterhanden £JE meeste brieven, die ik deze week ontving, beginnen met de constatering, dat de vraag: Welk boek vind je het mooist en waarom? uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk te beantwoorden is. „Er zijn zoveel mooie boeken", zegt de een; „vergelijking van tot verschillende categorieën behorende hoeken is eigenlijk uitgesloten", meent de an der. En schriftelijk en mondeling is mij vele malen verzekerd, dat de vraag anders had moeten luiden om een algemene beantwoording mogelijk te maken, n.l.: welk sóórt van boeken lees je het liefst en waarom? Ik ge loof, dat die opmerking juist is. En wij zullen in overeenstemming met de goede zaak handelen. Daarom ne men wij deze week de drie brieven op, die ons het belangrijkst lijken en vrijwel rechtstreeks op onze vraag antwoorden. De rest bewaar ik zuinig en voeg die toe aan de inzendingen van de volgende dagen. A.s. Donderdag, 27 November, komt dan het iiteratuurvraagstuk in zijn volle omvang aan de orde. Allereerst geven we het woord aan een 15-jarig meisje: UET liefst lees ik: „Het boek der Boeken: de Bijbel". Dat vind ik het mooiste boek van de hele wereld. Omdat het in blijdschap en droef heid tot ons spreekt. Vindt U het Kerstverhaal ook niet mooi? Meneer, ik ben een meisje en heet Engeltje, ik ben 15 jaar en werk bij mijn moeder in de huis houding. ENGELTJE DE BOER, Vijzelstraat 8, Den Helder. Dan volgt de brief van een 16- jarige jongen. LIET is naar mijn mening niet mak- kelijk in kort bestek te zeggen, waarom je een boek mooi vindt, want als ik een boek mooi vind, dan is dat voor mij meestal louter een gevoelskwestie, mijn bewondering zal ik niet gauw beredeneren. Toch zal ik proberen aan te to nen, waarom „Het Schip" van C. S. Forester voor mijn gevoel een uitzonderlijk knap en nobel boek is. Het behandelde onderwerp spreekt mij bijzonder aan, aange zien ik me veel bezig houd met zeegeschiedenis, maar ik heb ver schillende anderen waaronder verscheidene meisjes, helemaal niet ,sea-minded" hun mening ge vraagd en iedereen was bijna even enthousiast. Zij waren evenals ik, tussen de eerste bladzijde en de laatste niet langer thuis; maar aan boord van H.M.S. „Artemis", die op die dag in 1942, 't jaar waarin Engeland's toekomst meer bedreigd werd dan ooit, een convooi naar Malta escor teerde. Zij waren ontroerd bij t vernemen van de levensgeschiede nis en 't zien van de dood van de dichter-matroos Presteign, die met zijn vrienden omkwam, toen een zware granaat hun luchtafweer- kanon irt splinters sloeg: „en hun bloed vloeide samen in de spuiga ten, zodat ze in hun dood verenigd waren", Ze kregen ook dat vreemde, warme gevoel van schnonheidsont- i roering en schrik tegelijk, toen een zusterschip van de „Artemis" haar in een rookgordijn bijna aanvoer en de schepen op 20 meter afstand met hoge vaart langs elkaar snel- i den. ..Het schip" leert ons de ver- 1 schrikking van de oorlog kennen, maar het leert ons ook meevoelen met de mensen, die haar vochten, uit liefde voor hun land en voor de vrijheid. En dat is nu naar mijn mening juist het mooie, dat Forester ons doet bedenken, hoeveel wij, ook wij hier in Noord-Holland, te danken hebben aan die onbekende afweer- schutters, bankwerkers, verpleeg sters, die duizenden van overal ter wereld, die hun plicht deden, niets anders dan hun plicht, maar dan ook tot het uiterste, tot de dood soms. Ook worden we vervuld met be wondering voor die schitterende organisatie: de Royal Navy, waar aan de namen verbonden zijn van Drake, Nelson, Beatty, maar ook van stoker Simms. Alle Seaman Giles en Petty Officer Hodson, on danks dat zij uiteindelijk een in strument om te vernietigen is, toch een wezenlijk grootse prestatie van menselijk saamhorigheidsgevoel en vaderlandsliefde. En 't is mijn vaste overtuiging, dat een boek, dat ons vervult van dankbaarheid en bewondering en geschreven is met nobele mense lijkheid een goed boek is, dat iemand zijn hele leven kan en mag bijblijven als „het mooiste boek" FLIP BOSSCHER, V ALPHA R.K. Lyceum, Alkmaar, 16 jaar. En ten slotte de mening van een meisje, dat als een echte vrouw haar leeftijd niet opgeeft, maar wel pl.m. 17 jaar zal zijn. IJ heeft mij met uw vraag „Welk boek vind je het mooist?" wel even in verlegenheid gebracht. Ik lees tamelijk veel, maar ik kan niet zeggen: „Dat boek vind ik nu het mooist van allemaal". Het was zo veel eenvoudiger geweest, als n naar het soort boeken gevraagd had. Weet u, ik heb genoten van de manier waarop het ontroerend jon ge hertje Bambi, uit het gelijknami ge boek, de wereld bekijkt. Maar kan ik dit boek vergelijken met „De bruiloft der zeven zigeuners" van Den Doolaard? De prachtige boeken „De wonde ren van het dierenrijk", waardeer ik niet om hun inhoud (ik lees cr zelden in), maar om dë foto's. Met deze voorbeelden probeer ik aan te tonen, dat het bijna niet mo gelijk is over „het mooiste boek" te sDreken. Je waardeert een boek in zijn soort en ook in dit waarderen zijn weer varianten. Toch moet ik u bekennen, dat er in mijn boekenkast een boek staat, dat ik niet hèt mooist vind, maar dat ik toch boven alle andere boe ken verhef. Het heet „Dichterkeur" en het is een keuze uit verzen van deze eeuw, verzameld door dr. W. L. Brandsma. Ik lees bijna iedere dag in dit boek en ik houd er van omdat het nooit uit is. Iedere keer ontdek ik iets: Een dichter (es), die hetzelfde voelde als ik, een gedicht, dat ik vroeger nooit begreep, maar dat ik nu zelf geschreven zou kun nen hebben. Ziet u, daarom houd ik van „Dich- terkëur". Om zijn verrassingen, om zijn gedichten, die me uit een onte vreden stemming kunnen halen, om zijn gedichten, die me iets geven: Werkelijke diepe vreugde. LYDIA DE BRÜYN, Westfries Lyceum, klasse IV, Hoorn, Nieuwe Noord 57. nimiiiniiniiiniiiiliiniiiiiiiiiiiiiiiniiiuiiiiiiJÜ IE HIER dan het verantwoorde oordeel van een drietal jonge men- sen, die, zfj het met moeite, wèl een keuze wisten te doen. En nu verwacht ik opnieuw een grote verzameling brieven over het onder- 1 werp van deze keer (vóór Dinsdagmiddag aan D. L. Daalder, Kom- laan 8. Bergen (N.H.) papier aan één zijde beschrijven, zoals het I een goed journalist betaamt; naam, adres, leeftijd en sexe vermelden; ook inzendingen onder pseudoniem worden aanvaard.) I De zesde kwestie: Welke sóórt boeken lees je het liefst en waarom? iiiiliiiiiliiiiliiiiiiiiniii'iiiiiitiniiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiNiiiiiiiniiiiiiiiii (Advertentie, ing Med.) VRIJDAG 21 NOVEMBER HILVERSUM I. 402 m.: 7.00—24.00 KRO. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram.muziek. 7.45 Morgengebed en Liturgische kalen der. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram.muziek. 9.00 Voor de huisvrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40 Gram.muziek. 9.45 Schoolradio. 10.00 Pianorecital. 10.10 Klein vrouwenkoor. 10.30 Gram.muziek. 11.00 Voor de zieken. 11.40 Omroeporkest. 12.00 Angelus. 12.03 Metropole-Orkest en soliste. 12.30 Land en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Salon- orkest en soliste. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en Katholiek nieuws. 13.20 Actu aliteiten. 13.25 Gram.muziek. 13.45 Voor de vrouw. 14.00 Sopranen, piano en gitaar. 14.45 Gram.muziek. 15.00 Schoolradio. 15.30 Sopraan en piano. 15.40 Amuse mentsorkest. 16.00 Voor de zieken. 17.00 Voor de jeugd. 17.15 Kinderkoor. 17.35 Operette-muziek. 18.00 Militaire repor tage. 18.10 „Wijsjes uit het Oosten ge bracht door Twentse jongens en meisjes. (In de pauze: Reis Z.K.H. Prins Bernhard naar Midden- en Zuid-Amerika.) 18.52 Actualiteiten. 19.00 Nieuws. 19.10 Rege ringsuitzending: Verklaring en Toelich ting. 19.30 Gram.muziek. 20.25 De gewone man zegt er 't zijne van. 20.30 Promenade- Orkest en koor. 21.00 Sport. 21.10 Bra bantse uitzending. 21.40 Weense muziek. 21.55 „Om de toekomst van Nederland", causerie. 22.15 Kamerkoor. 22.45 „Ik ge loof in ene heilige, Katholieke Kerk", causerie. 23.00 Nieuws. 23.15 Wereldkam pioenschap Dammen. 23.2024.00 Gram. muziek. HILVERSUM n, 298 m.: 7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA, 12.00 AVRO, 16.00 VARA, f9.30 VPRO, 21.00 VARA, 22.40 VPRO, 23.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram.muziek. 7.15 Ochtend gymnastiek. 7.30 Gram.muziek. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.18 Gram. muziek. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.05 Gram.muziek. 9.40 Voor de kleuters. 10.00 .Thuis", causerie. 10.05 Morgenwijding. 10.20 Gram.muziek. 10.30 Schoolradio. 10.50 Gram.muziek. 11.25 Voordracht. 11.45 Gram.muziek. 12.00 Lichte muziek. 12.30 Land- en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Sport en prognose. 12.48- Gram. muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelin gen of gram.muziek. 13.20 Dansmuziek. 13.50 Gram.muziek. 14.00 Kookpraatje. 14.20 Viool en piano. 14.50 Voordracht en muziek. 15.10 Pianotrio. 15.30 Amuse mentsmuziek. 16.00 Gram.muziek. 16.30 Voor de jeugd. 17.00 Orgelspel. 17.20 Mu zikale causerie. 18.00 Nieuws. 18.15 Feli citaties. 18.45 „Denk om de bocht". 19.00 Meisjeskoor. 19.15 „Het volle pond", cau serie. 19.30 „Moreel beraad", causerie. 19.50 Berichten. 20.00 Nieuws. 20.05 Boek bespreking. 20.10 Bariton en piano. 20.30 110. „Ja baron, U hebt altijd teveel op Uzelf geleefd", ging Pim door „U moet zich meer met Uw medemensen bemoeien. U zult zien hoeveel vrijer Uw leven dan wordt". „Ach het is te proberen". De baron knikte. „Om nu te zeggen, dat ik de laatste jaren ge lukkig ben geweest, zou onzin zijn. Ik wil dat wel aan jou bekennen, BE- TERE-IK. Ik ben een eenzaam man en heb eigenlijk weinig vreugde gekend in het leven. Alleen is maar alleen. Het eerste wat ik morgen doe is mijn trouwe bediende terugnemen. Hij heeft me altijd zo goed verzorgd en ik heb hem weggedaan om nog meer geld bij elkaar te kunnen schra penPlotseling maakte Pim een beweging om op te staan. „Wat is er BETERE-IK? Voel je je niet prettig?" vroeg de baron bezorgd. Die sigaar was toch heus goed!" „Nee, nee jokte Pim. „Ik denk dat het de plotse linge ommekeer in U is. Daar heb ik altijd al op gehoopt. Maar nu moet ik er van door! Welterusten baron, slaapt U lekker!' In een oogwenk was Pim bij de deur en maakte dat hij weg kwam. Hij was plotseling zo misselijk van de sigaar van de baron geworden, dat hij het geen ogenblik meer in de kamer van de baron kon uithouden. LIEDEREN VAN HUGO WOLF. Schubert moge een welhaast vol maakt liederencomponist zijn ge weest, wat Hugo Wolff in dit genre heeft geschapen behoort tot het nobelste uit de muzieklitera tuur. Hij heeft er zeer mooie mu ziek voor geschreven. Bijzondere waarde ontlenen zijn liederen aan de zorgvuldige wijze, waarop hij zijn teksten koos. Wolf had een scherp gevoel voor het wezenlijk waardevolle in de dichtkunst. Lau rens Bogtman zal de liederen zin gen en daardoor zijn noblesse paren aan die van Wolf, hetgeen een grootse uitvoering waarborgt. Vrijdag 2.10, over Hilversum II, 298 m.) „Europa één", causerie. 20.40 „Leven op de aarde", causerie. 21.00 Fragm. „Tief- land", opera. 22.00 Buitenlands overzicht. 22.15 Lichte muziek. 22.40 „Vandaag", causerie. 22.45 Avondwijding. 23.00 Nieuws. 23.15 „In huwelijk en gezin", causerie. 23.30—24.00 Gramofoonmuziek. Experimenteel Televisieprogramma van de KRO. 20.15—21.45: 1. Gastenboek: 2. Weeroverzicht; 3. Film of actualiteit. - Pauze. - 4. „De Harp", televisie-spel. Hamea-Gelei voor Uw handen (Advertentie. Ing. Med.) (Van een onzer redacteuren.) toen nog niet door de toerist ontdekte eiland, bracht hij zijn jeugdjaren door. Heerlijke herinneringen aan die tijd bleven hem zijn gehele leven verge zellen en inspireerden hem tot het schrijven van verschillende boeken als „Schimmenspel" en het eerst onlangs verschenen kinderboek „Fijn en Grof" de geschiedenis van een Texelse jon gen en een Texels meisje. Uit een onderwijzersmilieu voort- Ij wordt Vrijdag vijf en zestig jaar en daarom willen wij graag eens een praatje met u maken, zeiden wij door de telefoon, toen wij een nummer in Bergen hadden gedraaid, het bellen stopte en aan de andere kant van de lijn een stem zei: „Met Daalder". „Helaasis dat zo", luidde het antwoord. waarna het aan gene zijde van de lijn een ogenblik stil werd. en ook wij in- v w, tuitief zwegen. Wij begrepen het. Zolang je het zelf nog alleen maar dénkt dat komend",""'lag"het* als'"het"*ware in"'de je <tl een dergelijke gevorderde leeftijd gaat bereiken, kun je er jezelf nog mee jjjn dat' do jonge Daalder ook school- verzoenen, maar als daar dan met nogal enige nadruk over wordt gesproken, meester zou worden. Dank zij een stu- moet je jezelf realiseren hoe dat eigenlijk is: een dag te bereiken, waarop men diebeurs kon hij naar Haarlem trekken als het ware heel beleefd, met de hoed in de hand. maar toch dwingend komt en daar de Kweekschool bezoeken. In zeggen, dat het nu tijd is dat je de opdracht, die de gemeenschap je heeft op- 1906 had hij de akte in zijn zak en de gelegd, dient terug te geven, dat je wordt bedankt. Dikwijls zou je het dan volgende twee jaar stond hij voor de willen uitroepen: Nee, nee, stop. Wees stil! Ongezien zou je de wijzers van de klas op Texel zelf, in Zandvoort en in tijd minstens twintig jaar terug willen draaien om nog eens een start te mogen 's-Gravenzande nemen met een rijpere ervaring en met even gloeiend enthousiasme. Misschien overkomt dit niet elke vijf en zestig-jarige, maar zij, die de heer D. L. Daalder Tolstoiaan. uit Bergen kennen, zullen zich kunnen indenken, dat hem dit zeker zó te \UF.RKELIJKE bevrediging, vertelde moede zal zijn. r\E volgende morgen zaten wij tegen- teur is En daar hoorden wij hoe wls- over de heer Daalder in zijn met selvallig, boeiend en welbesteed dit doeken van Bergense schilders versier- leven wel is geweest, de werkkamer (een voormalige keu- De heer Daalder werd geboren in ken) in een der bijgebouwtjes van de 1887 op Texel, waar zijn vader onder- aan van de pen te gaan leven. Ik hield Middelbare Meisjesschool aan de Ron- wijzer was in het dorp Oostcrend. Op het enige maanden vol, toen ging het delaan in Bergen, waarvan hjj direc- dit schone en aan bijzondere folklore, niet langer. Juist was in die dagen in de heer Daalder, vond ik nog niet. In die eerste jaren van deze eeuw kwam in ons land de Tolstoiaanse be weging tot bloei. Ik kwam er sterk van onder de indruk, verliet de school, vestigde me in Laren en besloot voort- 40) „Goed, u zegt, dat u In het bos was. Wélk bos?" „Het Dodemansbosje.. aan de andere kant van de Laan". „Wat deed u daar?" „Ik zocht Albert". „Waarom dacht u, dat hij daar was?' Weer ging haar hand naar de keel. u,y,0elde -ze n'et meer, maar een ogenblik herinnerde ze zich, hoe hevig d'e PW was geweest. Toen antwoordde „a! lan§' dat hij daarheen ,en dat alleen de afspraak met een meisje hem er toe zou brengen. De mensen gaan met graag die kant op. ook de meisjes met. maar Mary Stokes kL»Sr ™Pi onverschillige soort: Hel zou J'®' ™.n'Et kunnen schelen. Daarom m„t ril t, ZU wel zou zÜn- Als ze d® b?W on eieren kwam, zou ik eens op Albert letten. Woensdag kocht ik wat eieren van haar en liet haar even alleen, terwijl ik wisselgeld haal- f„_ oen .!15 'n de keuken terugkwam, legde ze juist Albert's tabakszak op de plank, maar ze wist niet, dat ik het gezien had. Zodra ze weg was, keek ik wit Z0 e? ™nd eon stukje papier ..en de tabak, met de woorden: „Vrijdag.... zelfde tijd, zelfde plaats". „Hm, u dacht, dat het een afspraak VriidTc ,°m Mary Stokes die moeten? ?T i H,oujvestershuis te ont wonden ki,at daar Berust op ant- daar omda we weten, dat hij kwL mPt ha« samen'- drogen ach?erge)aten"Veral Vingeraf- „He"enk0Sdedrenilfop afn"."' „E vertelt alles heel duidelijk. Zegt u nu eens. wat u die Vrijdag over kwam". „Om circa halfvjjf kwam ik bij juf frouw Grey vandaan. Albert had de auto schoongemaakt;; de binnenplaats was helemaal nat. Ik vroeg hem, of hij met de thee, dat is om halfzes, thuis zou zijn en ik wilde iets voor hem klaar maken, maar hjj zei, dat hij uitging. Ik vroeg toen, wanneer hij te rugkwam, maar hij riep terug: „Be moei je met je eigen zaken!" Bij zijn thuiskomst keek hij me niet aan en sprak geen woord. Hij nam zijn fiets en ging door de'achterdeur weg". „Hoe laat was dat, juffrouw Cadd ie?" „t Zal wel over vijven geweest zijn". „Welke kleren had hij aan?" „Zijn blauw serge pak. Daardoor wist ik zeker, dat hij een afspraak mei haar had. Als hij naar de kroeg was gegaan, zou hij het niet hebben aange trokken". „Trok hij een overjas aan?" „Ja, zijn uniformjas: het was koud buiten". Er ging een rilling door haar lichaam, maar ze bleef kalm en dof van geest. „Ga voort, juffrouw Caddie. Uw man ging er dus met de fiets op uit. Wat heb u toen gedaan?" „Ik ging hem achterna, trok mijn mantel aan, zette mijn hoed op en rende het hek uit. Ik dacht, dat ik zijn achterlicht zou zien, maar er was niets en ik had niet vermoed, dat het zo donker zou zijn. Dus ging ik terug om mijn zaklantaarn te halen. Ik kon het ding niet vinden en het zoeken moet me bijna een half uur hebben gekost. Eindelijk ging ik maar weer naar bui ten, maar toen ik bij het Dodemans bosje kwam en toevallig de hand in mijn mantelzak stak, bleek ze daarin te zitten. Ik moet ze er zelf hebben in gestoken, maar ik weet niet waarom en hoe". „Omdat u zich zorgen maakte, dat is de hele kwestie. Maar vertelt u ver der". „Ik stak de lantaarn aan om de weg door de struiken te vinden en liep het bos in...." „Een ogenblik, juffrouw Caddie Kwam u in de Laan een auto tegen of zag u er daar een?' „Neen, meneer". „Zou u zo'n auto gezien hebben als er een geweest was?" Enigszins weifelend klonk het ant woord: „Ik zou de lichten hebben ge zien". „Dat denk ik ook. Maar als er geen lichten geweest waren? Hoe donker was het? Zou u een stilstaande auto hebben opgemerkt?" Ze schudde het hoofd. „Er zijn daar allemaal bomen, 't Was erg donker". „Goed, gaat u voort', zei Lamb, 'weer achterover leunend. „Dus u liep het bos in. Waar wilde u heen?" Haperend antwoordde juffrouw Caddie: „Ik dacht, dat ze in het huls zouden zijn'". „Welnu?" „Ik hield de lantaarn naar omlaag Toen ik een eindje was voortgelopen, hoorde ik iets. Ik doofde de lantaarn. Even zag ik, een licht tussen hot kreu pelhout. Toen verdween het. Ik hoor de iemand door het bos weglopen" „Welke kant op?" „Door het ojjen veld. Ik hoorde hem regelrecht weggaan. Als het Albert was, meende ik, heeft hij misschien zijn fiets op het pad gelaten, dat op de Laan uitkomt, maar ik wist niet, of het Albert was. Ik liep in de richting, waar ik het licht gezien had. Er is daar een heel dichte massa hulstbomen en toen ik op de plaats kwam, waar ik dat licht had opgemerkt, dacht ik: Mis schien ontmoeten ze elkaar hier. Om te zien of daar ook enige aanwijzing voor was, stak ik mijn lantaarn weer aan en toen zag ik, dat er wat bladeren tussen de hulstbomen waren opgesta peld. Ze met de voeten wegschuivend, raakte ik plotseling wat aan en toen ik in het licht van de lantaarn nader toe zag, vond ik het lijk van een meisje met ingeslagen hoofd. Op de bladeren zat bloed en ik denk, dat ik daarin ge knield heb. Ik meende, dat het Mary Stokes was en dat Albert haar ver moord had, maar toen ik dichterbij kc*-'k, bemerkte ik, dat het een vreemde was. Ze had een diamanten oorring, ge heel bezet met kleinstenen. Ik wist niet, waarom Albert haar vermoord zou hebben, want hij was niet uitge gaan om haar te ontmoeten, maar Mary Stokes. Dus kwam ik tot de conclusie, dat Albert niet de moordenaar was en ik er niets mee te maken had. Ik be dekte het lichaam weer met de blade ren en ging naar huis. Maar ik kon de herinnering niet van me afzetten". „Het was uw plicht geweest, de po litie te waarschuwen", zei Lamb, met gefronst voorhoofd. Daarop had juffrouw Caddie niets te zeggen ze zat maar op haar harde, ongemakkelijke stoel met de handen in de schoot. Lamb besloot het gesprek. ZO GOED LIJMT VELPON VRAAG DE JUISTE SOORT (Advertentie, Ing. Med.) het Gooi de eerste z.g. Humanitaire school van ons land gesticht. Het onder wijs was er op moderne leest geschoeid. De leerlingen waren voornamelijk kin deren afkomstig uit de z.g. kolonie van prof. Van Rees in Blaricum en nit artistenkringen. Daar werd ik toen on derwijzer. Dat ging overigens zo maar niet. Jc moest aan velerlei voorwaarden voldoen. Alleen zij, die vegatariër, ge heelonthouder, feminist, anti-militai- rist waren en niet rookten konden voor een benoeming in aanmerking komen. Ik voldeed daaraan en werd geaccep teerd. Je was aan die school niet verbon den in de eerste plaats om je broodje te verdienen, maar omdat je idealist was, omdat je mede wilde helpen met de experimenten, met de pogingen tot vernieuwing van het onderwijs. Denkt u eens in: mijn eerste vrouw was aan dezelfde' school onderwijzeres en samen verdienden we toen f 600.per jaar, zodat een dubbeltje voor de tram er meestal niet op kon overschieten. Wij bleven er van 1908 tot 1915. Het was een prachtige tijd en we hebben er waarschijnlijk meer geleerd dan we de schooljeugd bijbrachten. We waren er vrienden met Jan Ligthart, die in het Gooi zijn vacanties doorbracht en met de nu zo bekende schrijver Cor Bruin. Frans Netscher schreef eens over die periode in de Hollandse Revue „Zet een hek om het Gooi, dan heb je een gekkenhuis".... TOCH beviel het ons op de duur niet. We zaten er teveel op een kluitje, terwijl onze ideeën juist dienden ver spreid te worden. Ik trok met mijn ge zin, aldus de heer Daalder naar Java. Was er eerst werkzaam aan een ULO in Surabaja en daarna toen men er mij in de pas opgerichte schutterij wilde plaatsen, naar Bandung. Wij hadden vijf kinderen toen mijn eerste vrouw stierf en ons moederloze gezin naar Holland terugkeerde. Daar studeerde ik voor mijn akte Ne derlands M.O. en hertrouwde na een jaar. Nu hebben we negen kinderen en acht daarvan zijn op hun beurt ook weer getrouwd.... Weer Noord-Holland. TN 1921 kwam mijn benoeming af tot leraar Nederlands aan de RHBS in Alkmaar. Ik werd toen meer hokvast dan in het verleden en bleef aan deze school tot 1947. Toen werd het Bergen. Uitvoerig ging de heer Daalder in op het ontstaan van de Bergense Mid delbare Meisjesschool, die onder zijn inspirerende leiding tot een onderwijs instituut is geworden met een in heel de provincie uitstekende naam. Béter dan eiders was hij hier in de gelegen heid zijn vele gedachten ter vernieu wing van het onderwijs in praktijk te brengen. Waar men vol van is, loopt de mond van over en ook nu weer zette de heer Daalder zijn gedachten daaromtrent uit een. Zelfwerkzaamheid en dus kleinere „klassen" zijn nodig om de leraar in staat te stellen elke leerling te kunnen observeren en zich van elk kind een persoonlijkheidsbeeld te vormen waar na selectie kan plaats hebben en het kind dat onderwijs krijgt, dat het beste aansluit met aanleg en karakter. Dit in het belang var het kind zelf en de gemeenschap, waarin het straks zal worden opgenomen. Straks. TN September zal de heer Daalder zijn werk bij het onderwijs te Bergen neerleggen. Het moge moeilijk zijn, maar men kan ervan verzekerd zijn, dat de heer Daalder die vrijgekomen tijd evenzeer zal verwelkomen. Zijn grote kennis van het Nedeilandsa kin derboek is in heel het land bekend. Hij is op dit gebied een autoriteit, getuige o.a. zijn in 1950 verschenen unieke stu die „Wormcruyt met suyeker". getuige ziin talrijke lezingen over dit onder werp, zijn bijdragen in vele paedago- gische tiidschriften, in het op stanel staande tweede deel van -ie Winkler Prins voor de Vrouw en ziin voor kin deren vertelde bewerkingen van Mid deleeuwse ridderverhalen In deze richting hoopt de heer Daal der te kunnen doorwerken. Binnenkort verschijnt v?n hem bij Van Goor een bewerking van de beroemde Reinaert- geschiedenis. Talrijke Keltische en Noorse mythen en iegenden liggen om voor de jeugd opnieuw te vertellen geleed. En over de onlangs door hem in onze krant begonnen en reeds nu zo succesvolle jongerenrubriek „De Ver geten Categorie" is hij enthousiast! Maar het Is nog geen September. De deur van de directeurskamer viel ach ter ons dicht. We liepen door de gang van <Je school (we voelden het: e<;n school met sfeer!) en naman afscheid bij het lokaal, waar de meisjes hun leraar wachtten. Daar namen we af scheid van een man, die zonder schroom zal kunnen zeggen niet ver geefs gearbeid te hebben. (Advertentie, ing. Med.j Als U de 40 gepasseerd bent is oppassen dvbbel geboden. Dan hunt U eigenlijk niet buiten Kruschen Salts. Rheumatisehe pijnen vinden in veel gevallen hun oorzaak in onzuiver bloed. De aansporende werking van Kruschens zes minerale zouten geven de bloed-zuiverende organen nieuwe kracht en energie. Als U die weer goed op gang brengt met de kleine dagelijkse dosis Kruschen, worden on zuiverheden in het bloed op natuur lijke wijze verwijderd en daarmee ook de oorzaak van uw slopende pijn. (Advertentio, ing. Mod.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 5