Hoe schrijf ik een roman?
Jan Mens, opnieuw op
zijn praatstoel
„VAN TEXEL BEGON DE VICTORIE"
Een indiscrete vraag met
een open antwoord
DE MAN DIE
TERUG KWAM
Zeven maanden concentratiekamp
NOVEMBER
BOEKENNUMMER
ZATERDAG 22 NOVEMBER
i van Dickens
Het schrijvershart als
televisiescherm
De haan kraait ten derde male
Een merkwaardige roman van veelbelovend
leraar-auteur Har Scheepens
Sa'amanc/er herdrukken
nieuwe impressies
Sober relaas van de Russenoorlog op het
gouden Waddeneiland
koen
•eeks, die 21 boe-
34 delen) omvat,
geopend en geslo
et een uitstekende
iuwing over de
schrijven. De mees-
l Dickens werken
na de eerste
:olf van enthou-
trouwe en
are lezers hebben
3en, ook al omdat
ir hun lage prijs en
smaakvolle uitvoe-
aantrekkelijk zijn.
Spectrum" verdient
waardering voor
geste. K.
1 van de hierboven
Dickens-serie heeft
pectrum" er toe ge-
het licht te doen
rijver D. de Lange
ïarles Dickens" be-
joogd ons nader tot
rr te brengen. Als
)e Lange „Een pó-
Wij kunnen niet
Jat de auteur in de
jn werk begrensde,
is geslaagd in zijn
leven van Dickens,
;m, die Dickens al
tijd ten deel viel,
:aken van dit onge-
'rijpt al schrijvend
ip de gegevens en
ten van Dickens
en romans, enkele
>n en een grote
elwerk") zelf. Het
igina's tellend ge-
;e, voorzien van di-
nteressante illustra-
is buitengewoon
;rvoor mogen we
D. de Lange dank-
erij heeft de won-
■eldberoemde Kerst-
ns in één boek uit-
opnieuw in het Ne-
Jor de beste Neder-
boekje is een deel
3 welke door „Het
itgegeven, maar het
aar.
geleden, dat we dat
„A Christmas Ca-
i en nu kregen we
gen in een Neder-
e echter zo buiten-
te zijn en zo volko
ran typische proza-
dat we het ver
hebben uitgelezen,
ïrliaal, maar ook de
ickje zijn afgedrukt,
Haard", „Het Caril-
en „De Bezeten
beste gerekend
dit genre zijn ge-
schreef: „Dickens
haard-verlichte
donkerrode jnwe-
tieke noodzakelijk-
e uitgave verdient
en de mogelijk"
r lage prijs van het
Protestnota van
Jac. Broersen
GEWERD DE OPDRACHT, voor dit speciale boeken-
nummer een antwoord te geven op de vraag: hoe schrijf je
een roman? De vraag kon niet op zo onschuldige toon worden
gesteld, of ik ontwaarde al dadelijk addertjes onder het gras.
Óm te beginnen moet het stellen van een dergelijke vraag aan
een auteur in feite ontoelaatbaar worden geacht. Je kunt hem
veel eerder vragen „schrijf een roman" en zo zijn geestelijk en
stoffelijk bezit in onevenredige verhouding tot elkaar staan,
wat overigens bij lieden van dit slag geenszins tot de uitzonde
ringen behoort, hebt ge gerede kans, dat zijn antwoord bevesti
gend zal zijn. Maar wanneer ge met de vraag komt aandragen,
hóe hij dit wel doet, dan schuilt daarin iets onredelijks, waar ik
bij voorbaat tegen protesteren wil.
MA MIJN HART op deze wijze te heb-
f hen vellicht, mnve ik vnnrnn stel-
ben gelucht, moge ik voorop
len, dat dit protest, zoals de argeloze
lezer mogelijk een wijle zou kunnen
denken, in generlei verband staat tot
enig beroepsgeheim. Een' dergelijk mo
tief moet hij eerder zoeken bij lieden
van het hocus-pocus-gilde, onder wel
ke oneerbiedige benaming ik manipu-
lateurs m„t hun aanverwanten begrijp,
omdat zij leven bij de gratie van hun
truc en derhalve doodsbenauwd zijn
om ook maar een tipje te lichten van
de sluier, die hun geheimenissen om
hult. Nu plukken deze illusionisten of
hoe zij zich ook mogen noemen de
guldens nog met ontstellend gemak
uit de lucht, doch gaven zij hun ge
heim prijs, dan zouden deze heren uit
geplukt zijn en waarschijnlijk de vlug
ge handen kunnen ophouden bij Maat
schappelijk Hulpbetoon of bij een in
stelling van charitatieve aard.
IJ VOELT REEDS dadelijk, dat hier de
schoen niet wringt en dat de be
zwaren, die ik poneer, gezocht dienen
te worden op ander terrein. Daarmee
9laat ge de spijker precies op de kop,
want vaak is het zo, dat iemand maar
al te gaarne zou vertellen hoe hij iets
tot stand heeft gebracht, zo hij zich dit
maar realiseren kon.
Duizenden auteurs schreven tiendui
zenden romans en ieder deed dit naar
zijn eigen trant. Ai waren zij ook al
len onderworpen aan de voorwaarden
van compositie, karaktertekening en
stijl, binnen dit kader waren de mo
gelijkheden onbegrensd en daarbij
werd een schrijver, wiens geest werd
opgezweept door de noden van het
volk, voor gans andere problemen ge
steld dan bij voorbeeld een Couperus,
die tegen het leven glimlachen kon.
Een Vestdijk en een De Hartog worden
met heel verschillende facetten van
het leven geconfronteerd en zij zien
deze ook op een heel verschillende
manier, waarmee slechts gezegd wil
zijn, dat voor het schrijven van een
roman geen vast recept bestaat.
UN NU de vraag hoe ik een roman
schrijf, een vraag, die ik in be
scheidenheid beantwoorden wil, om
dat ik zelf aan mijn werk het
schrijven van streekromans niet
veel meer dan locale betekenis toeken.
Hoe schrijf ik een roman?
Welnu, alle min of meer literaire
pretenties ter zijde stellend, kan het
antwoord even eenvoudig zijn als kort:
door het hart open te stellen voor alle
mensen en dingen, die rondom mij
zijn, door een studie te maken van ze
den en gewoonten en door te trachten
iets te ervaren van wat er leeft in de
ziel, die ook in vele dingen is. Door
om het maar eens heel populair te
zeggen het hart te gebruiken als
televisiescherm. De geest zendt beel
den uit, die het hart ontvangt.
Want het schrijven van romans mo
ge nog zo zeer afhankelijk zijn van
een scherpe geest, bovenal blijft het
een zaak van het hart. Het sentiment
speelt bij het schrijven een beduidende
rol. Ik stel het, waar het 't scheppen
GRILLIG GELD
HAR SCHEEPENS, een HBS-leraar
uit Alkmaar, is de auteur van „Grillig
Geld", dat in derde druk in de „Nim
mer Dralend"-reeks bij Nijgh en Van
Ditmar verscheen. Deze roman speelt
in een klein dorp, in het Zuiden des
lands. In de hoofdpersoon, Max Govers,
vinden we de tegenhanger voor de soe
zerige sfeer in het dorp met zijn ge
ijkte ingezetenen, die evenwel soms
tot vreemde dingen in staat zijn. Het
is knap geschreven; met openhartig
heid en met kennis van de Brabantse
volksaard. Een zeer sterke climax.
van een roman betreft, in vele geval
len zelfs primair.
't Is alles zo heel simpel, want de
beelden, die eerst nog maar vaag zijn
omlijnd, nemen allengs vorm en ge
stuite aan, zij worden wezens van
vlees en bloed, mensen met hun grote
noden, met hun kleine vreugden en
met hun conflicten onderling.
JE ZIET HET geheel reeds groeien,
J nietwaar, en ook de auteur van Uw
streekroman vormt zich in de geest
een stramien, waarop hij zo aanstonds
zal kunnen voortborduren. Hij bereikt
hiermede het stadium, waarop hij zijn
gedachten gaat toevertrouwen aan het
papier.
Dit is naar mijn mening het critieke
stadium, omdat nu de fantasie op de
voorgrond treedt, die zich niet laat
breidelen, zelfs niet door een stramien,
hoe wel-ovenvogen dit ook moge zijn.
De fantasie, die heel de entourage
schept, die nieuwe figuren tot leven
wekt en andere verdwijnen Iaat, al
naar het gevalt. Die aan plaats noch
tijd gebonden is en die somwijlen we
gen inslaat, welke bij de aanvang zelfs
voor de auteur als terra incognita
moesten worden aangemerkt. Die
ten slotte nieuwe conflicten en
nieuwe problemen doet ontstaan, welke
een oplossing vragen, omdat men deze
nu eenmaal verlangt.
JK KEN benijdenswaardige collega's,
die precies weten wat zij gaan
doen. Die hun roman reeds bij voor.
baat tot in details hebben „gepland".
Voor wie het een rekensommetje is ge
worden: zoveel pagina's in zoveel tijd.
Die geen duimbreed wijken van wat
zij zich hebben voorgesteld van hoofd
stuk vier en die hun stof beheersen
tot op de pagina, die de achteromslag
dekt.
Deze bewonderenswaardige gave
ik wil eerlijk zijn is mij vreemd.
Zelfs tijdens het schrijven dienen nog
nieuwe problemen zich aan en deze
laten mij niet met rust. Zelfs niet als
de roman ten einde is en tot gemeen
goed wordt verklaard.
Hiermede is voor mij alles gezegden
heb ik onder het eerder genoemde
protest aan mijn opdracht voldaan,
zij het ook niet voor de volle honderd
procent. Want in dit geval zou ik moe
ten ingaan op de techniek van het
schrijven en al wat daarmee samen
hangt. En deze ontrafeling lijkt mij
minder gewenst, omdat er ten slotte
toch iets dient te resten van de poëzie,
die ook in het proza schuilt.
JAC. BROERSEN.
gezin
Strijd van een moeder
om haar zoon
pVfOUD SPEELMAN, auteur van „De
grote zonde", is een vlot stylist, die
zijn onderwerpen wél weet te kiezen.
Hiervan getuigt ook zijn nieuwe roman,
die thans voor ons ligt en die onder de
titel „De man die terugkwam" werd
uitgegeven in de Schakelserie van de
Uitg. Mij „West-Friesland" te Hoorn.
Deze roman, het verhaal van een
vrouw, die een wanhopige strijd om
haar zoon voert tegen diens vader, die
is weggegleden in een milieu, waaraan
zij zich zelf heeft ontworsteld, een
strijd, waaruit zij ten slotte zegevierend
te voorschijn treedt, heeft alle kleur en
fleur, welke men maar verlangen kan
en het moge Ewoud Speelman als een
verdienste worden aangerekend, dat hij
zijn figuren goed uit de verf heeft ge
haald. Zijn karaktertekening is scherp
en de „couleur locale", die de figuren
omgeeft, levert het bewijs, dat de
auteur geenszins een vreemde is in het
Noordhollandse polderland. Hij kent de 1 i
boeren ten voeten uit, hij weet van hun r
zeden en van de intieme roerselen hun
ner ziel. In een fel realisme schetst hij
de strijd van Martha Janssen, die de
zelfkant van de stad verliet en weer
keerde naar het platteland, waar zij
naar geluk aan de zijde van Dirk Roo-
ker vindt, naast wie zij ploetert en
zwoegt op het boerderijtje tot hij na
twintig jaren de strijd moet opgeven
voor goed. Er blijven twee kinderen
vl !r? v.an wie de oudste, Herke, de
j r-is van baar niet vlekkeloze
iii'rt Herke dreigt weer af te
„„t™ ?aar bet milieu, waaraan hii
vJW* an het is voor hem, dat zij
ieu»»-,®"3 strijd voert, waarin zij wel-
nnr-btL0VerWint' maar die van haar
nochtans een groot offer vraagt.
goede, dat wy hier boven van
nfet 3 Werk hebben gezegd, wil
bP,„™Pllceren' dat wij geheel zonder
bezwaren zijn. Wanneer hij bijvoor-
tno «.Tv11 dit Seldt zün beide tot nu
ai» arscbenen romans naast de zon-
?e Jncetten van het menselijke leven
- andere eens meer onder de
=™»»werper zou willen plaatsen, zou
jn werk hierdoor ongetwijfeld nog
meer aan waarde winnen,
bach van I*ans Borre-
IN DEZE OMVANGRIJKE roman van
Har Scheepens, die door Nijgh en
Van Ditmar N.V. te Den Haag en Rot
terdam is uitgegeven, heeft deze Alk-
maarse H.B.S.-leraar opnieuw blijk van
een opmerkelijk talent gegeven. De
roman omvat de levensgeschiedenis
van de kinderen uit een katholiek ge
zin, waarvan de voornaamste figuren
een jongen en een meisje zijn, tweelin
gen, die bijzonder aan elkaar gehecht
zijn, maar innerlijk van een geheel ver
schillende geaardheid zijn. De-jongen
is een stoere knaap met avontuurlijke
neigingen, het meisje een gebrekkige,
die nooit zal kunnen lopen, maar m ai
haar gemis en al haar afhankelijkheid
een berusting, een blijmoedigheid, een
liefde en een offervaardigheid toont,
die haar het cachet van een heilige ge
ve Thijs, de jongen, is de voornaamste
figuur uit deze roman. De schrijver
tekent hem in het ouderlijk huis, als
leerling van de H.B.S. en als vrijwilli
ger in de Spaanse burgeroorlog waar
hij ten slotte deserteert omdat hij voor
de martelingen van het volk, dat in
de zogenaamde strijd voor de_ heiligs.e
goederen ten onder gaat, niet langer
medeverantwoordelijk wil zijn. wat
drar in Spanje gebeurde, het ruw ge
beld en de massaslachting van duizen
den onschuldigen, is als 't ware met
bloed geschreven en van een rauwe
werkelijkheid, die het niet licht doet
vergeten. Tqch is het maar een episode
uit het leven van Thijs Maarlevelt, die
de verlopen brouwerij van zijn vader
tot bloei brengt en een rijke en sensuele
vrouw trouwt uit wier dagboek rui
later te veten komt, dat zij hem niet
uit liefde heeft genomen. Naarmate hij
meer kinderen krijgt vervreemdt hij van
waarin zijn vrouw en de
ment.
verdient een
bijzonder compli-
Jac. B.
in"bH0NTtJUR MET TITIA", de roman
Simen Vn ya.n Henriëtte
even ®st.dlik> naar or
plekken heeft. Het huwelijk van Maaij-
ke met de oude H.B.S.-directeur is
iets, dat men maar moeilijk kan aan
vaarden en het wordt evenmin dui
delijk hoe het vrijwillige offer van
Maaiike's leven de vrijheid van haar
geliefde broer uit Duitse handen kan
betekenen, tenzij men aanneemt, dat
een hogere macht het leven van de
één tegen dat van de ander heeft wil-
1 m ruilen. Er zijn vele merkwaardige
figuren op het tweede plan. Mien, de
zuster van Maaijke, de opofferende
tante Geertje met haar man Dirk Wil-
lems, die het leven door een rose glaasje
bekijkt, dj daglonersjongen Gerrit
Speek, die in het leven van Thijs als
een trouwe en tot alles bereide waak
hond naast deze gaat, zijn daarvan de
voornaamste. Het zijn figuren met een
zeer verdienstelijke typering.
Een merkwaardig boek van deze
jonge schrijver, dat beloften voor de
toekomst inhoudt. Tj. A.
MOEDER LEER ME NOC
EENS LOPEN
FENAND VAN DEN OEVER heeft
tij de, lii* ge ver G. F. Callenbach N.V. te
Nijkerk deze roman uitgegeven. Het is
de geschiedenis van enkele trawlervis
sers. stammend uit Egmond en wonend
IJmuiden, die aan de walvisvangst
deelnemen. Van dat bedrijf wordt maar
weinig verteld. De schrijver heeft voor
namelijk het licht laten vallen op de
innerlijke belevenissen van deze man
nen en hun vrouwen. De zee en de vis
serij zijn hier bijzaken, niet meer dan
de achtergronden van een zieleleven
van mensen wier innerlijke conflicten
van aile zijden belicht worden. Vissers
oi) de grote vaart worden in de regel
als mannen getekend die meer belang
stelling voor Trijntje en biertje hebben
dan voor de stem van hun geweten,
waar zij niet altijd naar willen luiste
ren. De vrome Scheveningers maken
hierop een uitzondering maar het ruwe
zeemansbestaan heeft ook hen het leven
in al zijn variaties doen kennen. De
vele korte zinnen, telkens op een
nieuwe regel, werken wat storend bij
het lezen. Het boek staat een beetje
vreemd in de lectuur over zee en
wind, vissen en mannen, die uiteraard
het leven in zijn ruwe vormen hebben
leren kennen. Tj. A.
van Annie Schmidt
Zó SIMPEL is de ziel van Annie M.
G. Schmidt nu weer niet, dat de
schrijfster niet graag venijnigheden op
alle mogelijke gebeurtenissen in het
dagelijkse leven los laat. Zij doet dit
charmant, zijn doet het vrolijk en wat
misschien de bêlangrjjkste eigenschap
van deze impressies is, is dat zij kort
zijn en als het ware in één adem kun
nen worden uitgelezen. Querido in
Amsterdam gaf ze uit.
De geschiedenis van de „Manshande"-trilogie
JAN MENS
...geboren verteller..
Rector van Alkmaais gymnasium beschreef zijn
ervaringen in een afschuwelijk verleden
P)E BEKENDE EN BEMINDE rector van het Murmellius
gymnasium in Alkmaar, dr J. Hemelrijk sr, heeft in
de afgelopen oorlog groot leed over zichzelf en zijn
familie zien gaan. Na de bevrijding moet hij verhalen
over wat hem in Duitse concentratiekampen is over
komen in kringen van zijn familie en van de naastt
vrienden hebben verteld aan de hand van de notities,
die hij naar ik aanneem reeds ter plaatse heeft gemaakt.
De heer Hemelrijk zegt, dat hij er tenslotte toe is
overgegaan deze herinneringen te rangschikken en te
herschrijven voor zijn familie en zijn naaste vrienden,
maar dat het hem was gebleken, dat er in ruimer kring
belangstelling voor bestond. Daarom liet hij het manus
cript onlangs vermenigvuldigen. Het werd gezet en ge
drukt bij de fa N. J. Hofman in Alkmaar.
Ik geloof, dat niemand van mij zal verwachten dat
ik het eerste deel, dat tot ondertitel draagt „Heinkel
fabrieken" aan een critische beschouwen onderwerp. Het
is namelijk alsof ik een blik heb mogen werpen in een
zo persoonlijke levensstatus gedurende de oorlog en in
zo persoonlijke reacties op de afschuwelijke omstandig
heden waaronder zo velen met de heer Hemelrijk hebben
moeten leven, dat ik mij bij het lezen van deze eerste ver
zameling herinneringen bijna van beroeps-onbescheiden
heid betichtte. Deze gedachte ging zo ver, dat ik mijzelf
beklaagde dat men mij dit boekje had toegezonden, dat
ik niettemin verder las. Tot het einde toe.
Dat ik met name herlezen heb ('e prachtige exclamaties
van een gevangene, die klaarblijkelijk al met het leven
heeft afgerekend, is alleen een gevolg van de idee, dat
het goed is op bepaalde ogenblikken duidelijk in de her
innering terug te roepen welk een ontzaglijk leed er nog
maar zo kort geleden over de wereld is gegaan, opdat
wij zeer goed weten wat de bevrijding en het herkrijgen
van de vrijheid voor ons heeft betekend en opdat wij
ons zelf en allen die ons lief zijn beloven ieder op zijn
plaats onze krachten in te spannen om een dergelijk onheil in de toekomst te
voorkomen.
Ik geloof niet, dat er iemand zal zijn die dit boekje uit een oogmerk van
sensatie lezen zal. Ik hoop dat het in handen komt van hen, die zich op een
bepaald ogenblik kunnen losmaken uit de zorgen van iedere dag om zich te
realiseren, dat alle zorgen van 1000 dagen ons liever zijn dan één dag beleve
nissen van dr Hemelrijk in een concentratiekamp, hoewel hij zelf zegt daar veel
wijsheid te hebben opgedaan en veel liefde te hebben ondervonden. H. M. K.
Dr. J. HEMELRIJK
van Eyk en
onze smaak al
ander- ,fmig. Seslaagd als de meeste
twee nt perlmentele onder-onsjes van
gevoelig- mïr auteurs, en het fijn-
Zernikf ••BFuldstiid" va" Elisabeth
- ^schonen beide als herdruk
van Em Queri-
i.1 d» ."«sencnen bei
Jo's „u„ manderreeks
nitgeversmij.
HAR SCHEEPENS
....opmerkelijk talent....
gebrekkige Maaijke zich steeds nauwer
aaneensluiten. In de verzetstijd wordt
hij zijn vrouw ontrouw. Zijn maitresse,
die op het punt staat hem in Duitse
handen te spelen, wordt tijdig door de
vrienden van Thijs geliquideerd, maar
toch loopt hij met zijn groepje in de
val en komt eerst tot bezinning als hij,
machteloos in ketenen geklonken, in
eon bunker is gesloten.
Er zijn prachtig geschreven episoden
in dit boek, dat ook zijn zwakkere
W/IJ OP HET „vaste land
van Nederland" heb
ben niet vermoed, dat er
zulk een felle strijd gestre
den is in het laatste jaar
vein de oorlog op het eiland,
dat ons om heel andere
redenen bijzonder lief is.
Wanneer wij aan Texel den
ken, herinneren wij ons een
vacantie in de zon en den
ken wij aan een bijzonder
rustige journalistieke repor
tage van de gouddelverij uit
de Lutine door middel van
de baggermolen Ksirimata!
Wij kunnen ons nauwe
lijks voorstellen, dat op dit
vredige eiland, waar de
mannen iets van de zee in
hun ogen hebben en de
vrouwen de kracht, die
eilandbewoners eigen is. in
April 1945 een bataljon bij
de Duitse legermacht inge
lijfde Russen tegen zijn
overheersers ten strijde is
getrokken op een wijze, die
de gehele bevolking heeft
geraakt. Wij kunnen wel
zeggen, dat wij van deze
gebeurtenissen pas hebben
kennis genomen, toen wij
de roman lazen, die door
Piet van As voor de Uitge
versmaatschappij West-Fries
land te Hoorn onder de
titel ..Van Texel begon de
victorie" is ffescbrevpn.
In zes weken tijds vonden
d^ar 117 Nederlanders 5K5
GerilHeerden en 800 Din
ners de dood en werden de
boerderijen tnt ruïnes of in
-"kende puinhopen veran
derd.
r>E SCHRIJVER heeft deze
gehele historie norsoon-
lijk beleefd, maar hij heeft
er van afgezien een ge
trouwe afspiegeling van
deze strijd te geven. Daar
door is deze roman geen
historische in de gewone
zin vcm het woord gewor
den, maar een bijzonder
leesbaar boek, dat voor een
groot deel op de basis van
het feitelijke verleden
voortsproot aan de verbeel
ding van de auteur.
Wij geloven, dat de hoofd
figuur uit deze roman, de
jonge Nol Roeper, in de ge
dachten zal blijven voortle
ven van hen, die dit boek ter
hand nemen. Jonge men
sen van dit formaat zijn
er in de oorlog wellicht zeer
veel geweest. Hun geschiede
nis zal niet worden beschre
ven, omdat hun daden onbe
kend zijn gebleven. Het is
volkomen begrijpelijk, dat
Piet van As de afschuwelijke
situatie van het eiland van
goud heeft aangegrepen voor
het samenstellen van een
verhaal, dat de lezer als het
ware „In één teug" uit zal
lezen.
De auteur slaagde er in
Vanaf de vuurtoren van
De Cocskdorp heeft men
een fraai vergezicht
over het verlaten Noor
delijke deel van Texel,
op welk eiland kort voor
de bevrijding zo'n felle
strijd woedde.
alle sensaitie te vermijden.
Er is geen sprake van enige
overprikkeling, noch van
enige overdrijving. Integen
deel, op sommige momenten
hebben wij het zelfs wel
als een bezwaar gevoeld,
dat de schrijver zoveel af
stand van zijn onderwerp
wist te nemen, klaarblijke
lijk met de bedoeling zich
niet in fantEEmen te laten
gaan.
Wij gelóven, dat de uit
geverij West-Friesland ple
zier van dit boek zal be
leven, omdat het temidden
van een zee van oorlogsver
halen sober bleef en kenne
lijk ook niet de pretentie
heeft méér te zijn dan een
eerbewijs aan si degenen,
die in het voorjaar van 1945
op Texel streden voor de
vrijheid van geheel Neder
land. H. M. K.
„rRIET MANSHANDE en haar ge-
heimen". Bevattende een aantal
prijzende en lakende epistels, geschre
ven naar aanleiding van het verschij
nen van een trilogie; benevens enige
bescheiden opmerkingen en toelichtin
gen betreffende dezulke, mitsgaders
enige stokpaardjes, gefokt en bereden
door Jan Mens". Een uitgebreide titel
voor een boek, hoewel op de band typo
grafisch uitstekend gebracht en een
duidelijke imeiding tot dat wat Jan
Mens, een der succesvolste schrijvers,
die ons land op het ogenblik telt, gaat
zeggen. En dat is een gezellig voor elke
Jan Mens-vriend (dat zijn er in ons
land tienduizenden!) interessant, soms
ontgoochelend en dan weer verrassend
verhaal. Jan Mens is een geboren ver
teller en een ras-Amsterdammer. Het
kan daarom niet anders of hij moet u
onuitsprekelijk boeien als hij als het
ware bij de kachel op zijn praatstoel
gaat zitten en begint: „Het moet in het
prille voorjaar van 1939 geweest zijn,
dat ik argeloos mijn schreden richtte
naar het oude BickerseilandDan
toont ge u een graag en bewonderend
luisteraar en dat blijft zo, totdat Jan
Mens zijn pijp voor de laatste maal (op
blz. 118) uitklopt en gij als toehoorder
weer tot de werkelijkheid moet terug-
1- eren.
VELE PERSONEN uit „De Gouden
Reaal", „De Blinde Weerelt", en
„Het goede inzicht", Jan Mens' beken
de Griet Manshande-trilogie, worden
opnieuw ten tonele gevoerd. We krijgen
daarenboven te horen op welke soms
hoogst toevallige wijze Jan Mens aan
zijn figuren kwam, hoe hij niet die
naam maar juist een andere koos, wel
ke reacties hij van vele zijner lezers
mocht ontvangen en wat hij erzelf na
het voltooien van zijn werk van denkt.
Hij geeft daarenboven al naar het uit
komt heerlijke beschrijvingen ten beste
van het oude Amsterdam en sterke
verhalen, die op de Eilanden, in de Jor-
daan en rondom de Noordermarkt tot
op de dag van heden de ronde doen.
Hij zwerft met ons ook vérder: naar
Waterland, de Beemster, de Zaanstreek,
Pen Helder hetgeen dit boekje, dat wij
van harte kunnen aanbevelen, juist
voor ons Noordhollanders nog des te
aantrekkelijker maakt. Evenals alle Jan
Mens-boeken is het een uitgave van de
NV „Kosmos" (AmsterdamAntwer
pen).
DE WITTE VROUW
BIJ DE uitgeverij Kosmos te Amster
dam verscheen van de hand van Jan
Mens de roman „De Witte Vrouw", het
geromantiseerde levensverhaal van
Wendelmoet Klaasdochter van Monni
kendam, die als eerste vrouw in de la
ge landen de brandstapel besteeg en
wier sterke geloofsovertuiging de au
teur tot het schrijven van deze boeiende
historische roman heeft aangezet. Op
gevoelige wijze heeft Jan Mens de
hoofdfiguur voor ons getekend en haar
gezet tegen een achtergrond zó be
weeglijk en kleurrijk, dat men weinig
moeite heeft'zich in gedachte naar het
begin van de zestiende eeuw te ver
plaatsen. Daar in Monnikendam groeit
Weintjen Klaas op in een wereld, waar
in men de twijfel over het Katholieke
geloof langzamerhand voelt toenemen.
Zij is één dergenen, die de vrijheid
van het denken verdedigt met al de
hartstocht, die zij van haar vader, de
stoere Noordhollandse visserman, heeft
geërfd. Soms ook overvalt haar de
vraag of zij wel de juiste weg is inge
slagen, maar in haar diepste wezen
weet zij daarop steeds een bevstigend
antwoord. Jan Mens houdt niet van
harde, koude kleuren op zijn palet. Hij
laat het zwart niet plotseling wit wor
den, maar zoekt zorgvuldig naar de
grijze tussentinten. Daarom is de over
gang, die zich in het denken van
Weintjen Klaas voltrekt zo begrijpelijk
weergegeven. Jan Mens heeft er angst
vallig voor gewaakt zijn hoofdpersoon
als „heldin" uit te heelden. Hij heeft
haar geschetst als een eenvoudige
vrouw met een standvastig en dapper
karakter, waarvoor men een steeds
toenemende bewondering gevoelt. Een
menselijke roman, die natuurlijk
zouden wij willen zeggen gedeelte
lijk speelt in Amsterdam, vol van de
bonte schakeringen, die de zestiende
eeuw weet te bieden. W.K.
1
ZOU JAN MENS nooit anders heb
ben geschreven dan dit boekje, ziin
weldaad tegenover ons zou reeds vol
komen zijn geweest. In honderd en een
fijne trekjes legt hij heel de jongens
ziel voor ons bloot met een waarachtig
heid en een humor, die onnavolgbaar
zijn. Die Koen het Amsterdamse
straatjoch, is er een van het zuiverste
ras en het deed ons deugd, nogmaals
met hem naar Opoe de Veer op bezoek
te gaan, rond te dwalen op het Amstel-
veld of uit te zien naar het geldschïp,
dat maar niet komen wou. Het is alle
maal zo eerlijk en levensecht, dat het
je méér doet dan tien geleerde vee
handelingen over 't zieleleven van het
kind.
Het weTkje beleefde hij de Uitg. Mi)
„Kosmos" te Amsterdam nu reeds zijn
vijfde druk en wij voorspellen, dat dit
heus de laatste nog niet zal kjjn.
Papieren harten
INA VAN DER BEUGEL is een de*
ontwapenendste schrijfsters van deze
tijd. Zij heeft de gave ernstige dingen
op een zo geestige manier te zeggen,
dat zelfs degenen, die het niet mei
haar eens zijn, geneigd zijn zich gewon
nen te geven.
In haar boekje „Papieren harten",
dat bij De Boekerij in Baarn is uitge
komen, neemt zij alle romanschrijvers
op de hak, die goochelen met harten
en met liefde. Wij stellen ons Ina van
der Beugel voor als een jonge vrouw,
die in een wat men dan noemt keurig
gezelschap de ontzettendste dingen kan
zeggen, uitsluitend omdat zij daartoe
door de zotheid der omstandigheden
wordt geprikkeld. En aangezien de Ne
derlandse literatuur zich in het alge-
n een zeer ernstig neemt, is het goed
dat ergens een schrijfster is, die deze
letterkunde zalig belachelijk weet te
maken.
Js_