Westerling schreef „Mémoires" DE VUREN SPREKEN Tristan da Cnnhaeenzaamste woonoord op aarde KIDNAP STERKE STAALTJES VAN OUDE EN NIEUWE SPIONNEN Voortreffelijke oerwbudverhalen uit geheimzinnig Nieuw Guinea BOEKENNUMMER ZATERDAG 22 NOVEMBER Massamoordenaar of Ratu Adil van de Indonesische boeren? Vechtersbaas met grote liefde voor Indonesië GEBRANDMERKT De roes der misdaad 'n de schaduw van de Interessant doch niet volkomen betrouwbaar gevangenis Banda de dochter van... Mata Hari .Oog der Dageraad PAPOEA'S WAREN MIJN MAKKERS I Margaretha Geertrulda Zelle, alias „Mata Hari" (hetgeen zoveel zeg gen wil als „Oog der Dageraad"), het Leeuwarder meisje, dat via een Haagse pettenwinkel voor een Frans vuurpeloton terecht kwam. Gedurende de eerste wereldoorlog speelde zij een grote rol in diverse spionnage-affaires, daar zij door haar verleidelijke dansen menig hooggeplaatst officier het hoofd op hol wist te brengen. Bijkans nog fantastischer dan de carrière van deze spionne is het verhaal, dat de schrijver Kurt Singer ons in zijn hieronder besproken boek „Vrou wen en spionnage" van de dochter van Mata Hari opdist. JJE VEELBESPROKEN JEUGDIGE EX-KAPITEIN van het K.N.I.L., Paul Pierre Westerling, oftewel „De Turk", heeft in „Mijn mémoires" een autobiografie neergelegd, waarvan de pièee de resistance wordt gevormd door het verslag van zijn ervaringen in Indonesië en welke verscheen bij de uitgeversmij, P. Vink. Westerling, enerzijds zelfs in de kringen der V.N. gebrandmerkt als de moordenaar van 42.000 Indonesiërs op Celebes, anderzijds geprezen als de man, die de eenvoudige tani bevrijdde van de terreur der extremisten, als de Ratu Adil (rechtvaardige vorst), de Messias van de Indonesische boeren, wiens komst in eeuwenoude Javaanse geschriften reeds werd voorspeld, poogt in dit boek ver antwoording af te leggen van zijn daden in Indonesië als KNIL-officier, die de opdracht had de wrede terreur van de chaos de kop in te drukken. deze mensen aan meer bevoegde instan ties uit te leveren. Westerling zegt, dat hij hiermee de belangen diende van de Indonesische bevolking, van de Neder landers, en van zijn slachtoffers zelf, die na een meer of min langdurig ver blijf in een gevangenis toch zouden zijn veroordeeld en geëxecuteerd. Men kan het optreden van de KNIL- kapitein niet zonder méér veroordelen. Het is zeer moeilijk het toenmalige ge beuren in Indonesië thans van het klei ne, kalme en gezapige Nederland uit in het juiste licht te zien. Een chaotische, revolutionaire tijd, vol haat, hartstocht en wreedheid, een tijd, waarin de erfe nis van de Japanners hoogtij vierde en 7IJN MEMOIRES laten er geen twijfel over bestaan, of hij is inderdaad een heethoofd en een fanatieke vechters baas. „De Turk" zegt echter, dat er geen sprake van is, dat er door zijn toe doen op Celebes 42.000 mensen zijn om gebracht. Deze cijfers zouden uit repu blikeinse, anti-Nederlandse bronnen stammen in de dagen dat de Indonesi sche affaire in het middelpunt der po litieke en voor een groot deel on gezonde belangstelling van de gehele wereld stond. Westerling geeft toe, dat hij cr ongeveer zeshonderd op zijn naam heeft staan. Hij zegt, dat dit allen gevaarlijke terroristen waren, en hij be schrijft nauwkeurig verschillende ge vallen, waarin hij korte metten met hen maakte, zonder zich in te spannen om BEREND DE GRAAFF heeft met zijn boek „Gebrandmerkt" (Uitgeverij „De Muidertoren" te Amsterdam) niet goed de weg geweten. Hij heeft het ten slotte als „roman" aan de openbaar heid prijs gegeven, maar het zou met hetzelfde recht een boek voor oudere jongens kunnen heten. Het pijnlijke hierbij is, dat men deze indicatie kan bevestigen aan slechts de helft van het aantal hoofdstukken. Het lijkt me, dat De Graaff dit zelf heeft gevoeld. Hij voert een intellectuele oplichter in het gewaad van dokter het 18e eeuwse Brouwershaven binnen, viraar de man zulke geraffineerde stunts uithaalt, waarbij het toeval hem zó gunstig is, dat de volwassene één en ander wei gert te accepteren. Daarnaast wordt de oudere jeugd (gesteld, dat het woord „roman" bij ongeluk op het schutblad terecht kwam) weer geconfronteerd met passages, die we voorlopig nog maar beter aan de ouderen ter beoor deling kunnen geven. Het boek is niet temin onderhoudend geschreven. De Graaff wist er sfeer in te leggen. Het is keurig uitgegeven. HET FEIT, dat commissaris Voorde wind na zfjn eerste boek over beleve nissen tijdens zijn diensttijd bij de Am sterdamse politie zo'n grote lezerskring trok. dat hij als het ware werd gedwon gen nog enkele keren in nieuwe boeken „door" en „verder" te vertellen, bewijst dat er bij het brede publiek voortdu rend grote belangstelling bestaat voor net (speciaal dat onzichtbare) werk *an de politie en Justitie. Gp hetzelfde gebied, doch toch weer geheel anders getint, liet Philip Kru- semans t'itgevers Mij. te Den Haag on langs een Nederlandse vertaling ver schijnen van een werk van de Franse politieman H. Ashton Wolfe, getiteld "c i roes der misdaad". Over de psy chologie van de misdaad geeft de a? die op het gebied van het re cherchewerk zelf een deskundige met Jarenlange ervaring is, in zijn inleiding enkele opmerkingen weg, die alleen al tot een zeer uitgebreide discussie aan leiding zouden geven. Het boek bevat een groot aantal verslagen van grote, v.n.l ip Frankrijk plaats gehad heliben- oe misdaden, geeft daarbij boeiende k'Jkjes achter de schermen en is voor- St1 van ?en groot aantal foto's, die ent voor zich reeds tot lezen prikkelen. Kurt Singer over Vrouwen en Spionnage" 70LANG ER OORLOGEN ZIJN GEVOERD heeft de wereld spionnen en contra-spionnage gekend. Vroeger waren de spionnen vermomde soldaten, die door de linies van de vijand slopen en daar geheimen verzamelden of brandjes stichtten. Tegenwoordig zijn zij, op het eerste gezicht, nette mensen, die met microfoto's en ingewikkelde wiskundige formules omgaan, die geheime zenders bedienen, brieven schrijven in codeschrift en met röntgenapparaten dwars door muren kijken. Soms zijn zij avonturiers en gelukszoekers, soms idealisten. Geleerden vindt men in het spionnengilde en zeelieden, huisvrouwen en secretaressen. Ja. ook vrouwen. Veel vrouwen zelfs, omdat zij over een wa pen beschikken, waartegen de mannen met geheimen maar al te vaak machte loos staan: de verleiding. H /^ORDEWIND, de vertellende com- van l?"is van Politie, die Willem heeft :ei1 daal n°g meer kan vertellen, soon Va? ?°'iega gekregen in de per- missaris Misset, oud-noofdcom- gens nniit-an POli'ie. die achtereenvol- sterdam etsten verrichtte in Am- redacte.'- Haag en Indonesië, staf- Handèlshiaaas van het Soerabaja's en m, 1,7, en de Indische Courant ruste ij "li kgmond aan de Hoef in niet zo In letteren dient. Nog eerste geleden verscheen zijn niet een rk 'Si Piet"- Ditmaal siert slag, maar meisjeskopje de om- de louche hiil lezer 00g in oog met hoofden?? Van een boef. De oud- beleve„!?missa!''s heeft 22 markante 6«steld n" zÜn loopbaan te boek is waar" ie n van mijn vernaieri foorwnnis fermeldt Misset in zijn deliiik 1 willen hieraan onmid- °ud-honfa??0e8e"' dat wij van een hadden comm'ssaris niet anders Misl ?rwacht- stof tl? een gezellige verteller en 1 als an?„Casl1 de avonturen, welke ^eleetde tomend journalist in Parijs Poütiemar, "aj'daden, welke hij als gen, ts tot klaarheid hielp bren- rën de gevarieerd. Hiermede wa- interessam ?Ia?r <;n yervuld voor een dachtige u stellig een aan- de keurige ^schare zal vinden. Voor kenrij te rU „gave verdient De Boe- °aarn een pluim. O VER DE VROUWEN in de spion- nenwereld heeft Kurt Singer een boek geschreven*). Hij beschrijft hier in de lotgevallen van ae vrouwen ach ter de moderne atoomspionnen Klaus, Fuchs, Dean Slack, Harry Gold, van de echtparen Rosenberg en Greenglass en van nog meer dames, die een rol speelden in het verraden van atoom geheimen en het vermoorden van poli tieke tegenstanders (als Trotzki), die de plannen van Roosevelt, Stalin en Churchill in de handen van Hitier speelden of de Japanners met licht signalen de weg wezen naar Pearl Harbour. Dankbare copy QE NAMEN VAN veel van deze da mes hebben de laatste jaren op de voorpagina's van onze kranten ge staan. En toch is geen van hen zo bekend als het Leeuwarder meisje, .at 35 jaar geleden in Vincennes voor de lopen stond, Margaretha Geertrui da Zelle, alias Mata Hari. Nog gere geld vindt men in allerlei tijdschriften en kranten artikelen over deze won derlijke vrouw, wier levensverhaal In de 35 jaar na haar dood steeds ro mantischer en fraaier is geworden. Dezer dagen kregen wij nog een exemplaar van „The Star" uit Johan nesburg toegezonden, waarin haar laatste uren in bloemrijke taal werden beschreven. |£URT SINGER, de „krachtpatser der spionnagegeschiedenissen-ver- halen", kon daarbij niet achterblijven. Een van de dertig vrouwen die hij in zijn boek de revue laat passeren ls daarom het legendarische „Oog der Dageraad". Hij vertelt het bekende verhaal: het meisje uit de pettenwinkel, dat naar Den Haag trok om daar een (ongeluk kig) huwelijk aan te gaan met de ko loniaal MacLeod, dat naar Indië ging, ontgoocheld terugkwam en toen als naaktdanseres in Parijs en Berlijn verzeild raakte. Hoge officieren trachtten haar gunsten te kopen (waarvoor zij niet zelden een greep deden ln de geheime staatsmiddelen) en dat werd haar ongeluk. Ze we.-a gearresteerd en ter dood veroordeeld. Een jongeman, Pierre de Morrisac, heeft toen nog geprobeerd haar te redden (aldus Singer). Hij werkte zorgvuldig een plan uit, om de execu tie met losse patronen te doen ge schieden, maar dat was te fantas, tisch. Misschien was het er wel de oorzaak van, dat Mata Hari zich in haar laatste ogenblikken zo kordaat gedroeg. Tot zover vertelt Kurt Sin ger niets (of ten minste zo goed als niets) nieuws. Maar wat daarna komt is dat wel en niet van licht kaliber. Kort vóórdat Mata Hari stierf, zo vertelt hij, schreef ze een brief aan haar doch ter, de zeventienjarige Banda, die bij familie in Djakarta werd opgevoed. Het mtisje 'as de brief en ontvluchtte haar verleden. Ze liep van huis weg, om samen te gaan wonen met een In dische ambtenaar, die liefst veertig jaar ouder was dan zijzelf. Ze leefde gelukkig met ue man die een van de drie intiemste medewerkers van de G.G. was totdat deze in 1935 overleed. Toen werd Banda onderwjj- deres. Tot 1939 kabbelde haar leven rustig verder, .naar toen kwamen de Jappen en Banda's huis werd een ver zamelplaats van diplomaten, spionnen journalisten en andere nieuwsgieri gen. Pearl Harbour kwam en Banda moest haar schooltje sluiten. Een oom kwam en Banda ging in de spion nage Goudvoorraad £)AT KWAM ZO, de oom dreigde haar afkomst te zullen verraden, als ze niet voor de Jappen ging wer ken. Dat was Banda te erg en ze zwichtte. Maar toch weer niet hele maal. Ze leerde een zekere Abdul ken nen (nu een man veel jonger dan zij zelf) en ging met hem samenwerken tegen de Jappen. Ze organiseerde een Indonesisch vrijheidsleger en verstrekte o.a. ge wichtige inlichtingen over de Japanse troepenbewegingen bij Guadalcanal. Japan capituleerde, maar met de oorlog was niet de rol van Banda af gelopen. Zjj richtte haar blik nu naar de Ne derlanders, die immers de Indonesi sche onafhankelijkheid bedreigden, en ging een compagnonschap aan met een zekere Mato, een Koreaan, die op het bureau van „de Nederlandse Gouver neur" werkte. Met haar Abdul die later een van de voormannen van het nieuwe Indonesië zou worden spion- neerde zij tegen de Nederlanders, tot dat de grond haar te heet onder de voeten werd en ze naar Amerika ver trok. En passant verzamelde ze hier enorme bedragen voor de Indonesische strijd, waarvoor vliegtuigen werden gekocht eii waarvoor ze de hulp kreeg van een filmster, die getrouwd was met een groot zakenman. Dan komt er nog een jacht op een goudvoorraad van 750.000 dollar, die Banda van de Ne derlanders won en toen was Indonesië vrij. China en Korea DANDA GING WEER rustig leven. Maar niet lang, want er kwam een Amerikaan, die haar in opdracht van zijn regering vroeg een speciale missie te vervullen. Banda zei ja en trok naar China, waar ze tegen de WESTERLING ...irriterend zelfbewust.... communisten spionneerde. In Maart 1950 werd ze overgeplaatst. Naar Ko rea. Ze waarschuwde de Amerikanen, dat er een overval van de Noord- Koreanen op Zuid-Korea op komst was, maar Truman wilde niet naar haar luisteren. Toen kwam die overval. En Mato kwam terug, de Koreaanse commu nist, die Banda in Indonesië had leren kennen. Hij herkende haar en arres teerde haar. Zo eindigde het leven van Banda, voor een vuurpeloton in Korea, 's Morgens om 5.45, op de zelfde tijd als haar moedervoegt Singer er als treffende bijzonderheid aan toe MU ZIJN WIJ van spionnen heel wat gewend, maar dit verhaal wordt ons toch wel wat te gortig, temeer, daar niemand (en ook zij, die geacht kun nen worden goed op de hoogte te zijn van het leven van Margaretha Zelle) beter weet, dan dat de enige dochter van Mata Hari in Augustus 1919 aan een hartverlamming is overleden. De enige oplossing van dit mysterie zal wel zijn, dat de heer Singer een betere duim heeft dan relaties in krin gen van de Secret Service, waaraan hij dit verhaal ontleent. Dat is jam mer, want als alle verhalen, die hij in zijn boek oplepelt, waar zouden zijn, (vooral dat van de familie Eisler wier ene zoon thans in Oost-Duitsland de scepter zwaait en de dochter in Amerika tegen de Russen werkt), was het een prachtig boek, zelfs meer dan dat, een interessante bijdrage aan ds pogingen om iets te weten te komen van de grote strijd, die de wereld thans in haar ban houdt. Kurt Singer: Vrouwen en Spion nage. Uitgeverij-drukkerij Hollandia, Baarn. slechts sprake kon zijn van het „oog om oog en tand om tand". Men kon hier nauwelijks met westerse maatstaven meten en de gevolgen van het feit, dat dit toch nog veel te veel is geschied door politici en militairen, die niets wisten van de volksaard, het karakter, de adat en de onderlinge verhoudingen van de talrijke volkeren en kasten van het land, dat eens de „Gordel van sma ragd" heette, zijn dan ook niet uit gebleven. HE HARDHANDIGE "Westerling werd de afgod van talloze tani's, de een voudige Indonesische boeren, die in hem een Messias zagen. Geheel Celebes en een groot gedeelte van West-Java wist hij met het tegen de aan het land onmetelijke schade berokkenende ter reur der extremisten gerichte schrik bewind van zijn eigen Commando-troe pen veilig te maken, zodat de boer weer ongestoord zijn land kon bewerken en de Chinees zijn handel drijven. Westerling was een uitstekend mili tair. Reeds op 27-jarige leeftijd was hij kapitein en viermaal werd hij door generaal Spoor voor de Militaire Wil lemsorde voorgedragen, doch in Ne derland had men minder waarder 'mg voor het optreden van de vechters baas. Westerling was en is nóg een heethoofd, doch hij zag Indonesië niet als een vrolijke schiettent. Hij zegt in zijn Mémoires, dat hij werd geleid door een grote liefde voor het vreedzame, vriendelijke Indonesische volk, welks onmetelijke land op zo wrede wijze een politiek en militair strijdtoneel werd. Ook zijn optreden in Bandung met zijn APRA aan het einde van 1949, toen hij reeds enige tijd geen militair meer was. werd naar zijn zeggen geleid door zijn liefde voor de Indonesiërs, wier onder drukking en terroristische uitbuiting hij niet kon aanzien. Aan het slot van zijn boek zegt Wes terling dan ook, dat hij niets liever wil dan Indonesisch staatsburger worden, en dat misschien nog eens de gelegen heid voor hem komt om naar dit eilan denrijk terug te keren. Niet om het aan de Nederlanders, die het door eigen schuld verloren, te helpen teruggeven, aldus de Turk, maar om het Indonesi sche volk een zelf gekozen, federale regering te helpen bezorgen. Een van de grootste bezwaren van zijn boek is de dikwijls irriterende zelf bewuste toon, waarin hot is geschre ven, en de nadrukkelijke uiteenzetting van zijn persoonlijke bekwaamheden. De titel „Mijn mémoires" is reeds ty perend voor de gehele stijl van het werk. Westerling geeft ten slotte, tussen de ik-bedrijven door, een beknopte ge schiedschrijving van Indonesië in de ja ren '4550, waarvan de objectieve juistheid geheel voor zijn eigen verant woordelijkheid blijft. B. D. Plezierige dwaasheid van Piel Bakker DONDWEG onverholen vreugde hebben wij beleefd aan het be spottelijke boek, dat Piet Bakker bij Elsevier liet verschijnen en dat hij „Kidnap" doopte. Wij heb ben eerlijk gezegd niet het flauw ste vermoeden of onze collega journalist dit boek ernstig bedoeld heeft. Tot onze ontsteltenis zagen wij namelijk in een enkel blad een fel afkeurende critiek, met name om het feit dat de beoordelaars in deze bladen klaarblijkelijk ge schokt waven door de omstandig heid dat Piet Bakker een aantal louche Indonesiërs het zoontje van een „rijkaard" laat ontvoeren, wel ke rijkaard in een zeer moeilijke financiële manipulatie met de In donesische regering gewikkeld is. Men kan zijn liefde voor het volk van Indonesië toch ook wel wat te ver voeren! Wij zijn er zeker van dat Piet Bakker alleen maar een prettig boek heeft willen schrijven, dat bovendien een beeld geeft van de Amsterdamse onderwereld en van de wijze waarop de beroemde Am sterdamse recherche bü haar aan gebrachte zaken pleegt te onder zoeken. Wij zijn gewoon „in een ander journalistiek leven" aan politiek te doen. Maar wij zijn van mening, dat Piet Bakker's bedoe lingen zeker niet anti-Indonesisch zijn geweest. Dat gaat ons veel te ver. MEEN „Kidnap" is nu werkelijk een volkomen ongecompliceerd boek, zo dwaas van opzet en zo volslagen ontwapenend, dat wij ons hebben ontdaan van wat men dan wel eens kunstgevoel pleegt te noemen en ons royaal een aap hebben gelachen. Er worden he den ten dage in ons land helaas niet veel boeken uitgegeven waar aan wij zulk een eerbetoon kunnen bewijzen. Hier geen afschuwelijke problemen, geen brandende harts tochten, geen laaiende en dan na tuurlijk onbeantwoorde liefdes, hier alleen maar twee onvergete lijk grappige jongetjes, één rijk en één arm, van wie de laatste de gehele Amsterdamse onderwereld, zijn ouders en de recherche aan zijn laars lapt om zijn vriendje te helpen. Deze Flippi de Brander is ons lief geworden en hij zal het blijven, omdat hij zo'n echt Am sterdams knaapje is, op wie geen mens ooit boos kan worden. H. M. K. Liet moet volkomen begrijpelijk wor- gekomen door de bekende werken W/iM zï /7/ié zïrt fli/ivlioï/i/vi i(é iron A n+jirmiT trnvo ^nvnionn den genoemd, dat de verhalen uit den vreemde grote belangstelling van de lezers hebben. De werkelijkheid van iedere dag eist de mens wel zó volledig op, dat hij in zijn vrije ogen blikken zich gaarne overgeeft aan de romantiek „van wat hij niet weet", de romantiek van het avontuur, waar dan ook ter wereld beleefd. Wij geloven, dat wij in deze catego rie moeten rangschikken het voortref felijke boek van J. van der Hoeven „De vuren spreken", dat bij de Uit geverij C. de Boer Jr. te Amsterdam is verschenen en typografisch uitnemend werd verzorgd. Het zijn oerwoudver- halen van Nieuw-Guinea, een land dat misschien wel in de belangstelling is REEDS VEEL is er geschreven over de nog wilde, geheimzinnige binnen landen van Nederlands Nieuw-Guinea er een belangrijke bijdrage op dit ge bied leverde de Zweedse zwerver en schrijver Eric Lundquist, die in 1940 in opdracht van een Nederlandse hout aankoop-maatschappij de jungle door zwierf en die de ervaringen van zijn exploratietocht op boeiende wijze te boek heeft gesteld. Hij schetst de Pa poea's als kinderlijke en vrolijke men sen, die soms echter bezeten zijn door een dierlijke wreedheid en bloeddorst. Heel het boek ademt, door de sugges tieve verteltrant, de verstikkende at mosfeer van het oerbos, dat de entou rage vormt voor menig adembenemend avontuur. Het boek, dat werd uitgege ven door W. de Haan N.V. te Utrecht, is met een groot aantal door de schrij ver zelf gemaakte exclusieve foto's ge ïllustreerd. rtp DRIEDUIZEND kilometer van twee Amerikanen, van wie er een, Jo- telde Tristan da Cunha nog slechts een V.„\A.Afrika „n on nnv erotere af- nathan Lambert, officieel bezit vanhet ->■ Zuid-Afrika en op nog grotere af stand van Zuid-Amerika, ergens ver loren in de Zuid-Atlantische Oceaan, ligt het eilandje Tristan da Cunha, dat als het eenzaamste woonoord ter we reld geldt. Het beeld van het eiland woidt beheerst door een machtige berg. een uitgedoofde vulkaan, die zich een paar duizend meter boven de eiland nam. De geschiedenis van dit hoogst merkwaardige eiland en van zijn latere bewoners is door Jan Brander naar een Engelse uitgave bewerkt en aan gevuld tot 1951. Zij is niet slechts in teressant. maar tevens van groot be lang, mede in verband met de rol, die Hollandse zeevaarders en wij noe- zeespicgel verheft. Vele eeuwen kende men hier in het bijzonder de naam men het bestaan van dit onbewoonde eiland niet, tot het in Maart 1506 door van Pieter Groen van Katwijk bij de uitbouw en de opbloei van deze de Portugese admiraal Tristan da Cun- jonge volksplanting hebben gespeeld, ha, wiens handelsvloot op de oceaan uit de koers was geslagen, werd ont dekt en zo werd het naar hem ge noemd. DEN ENKELE maal daarna werd een d* landing beproefd, die maar zelden slaagde; vermoedelijk waren het in 1643 voor het eerst Hollanders, onder wie Claes Gerritse Bierenbroodspot van Hoorn, die er voet aan land heb ben gezet. De eerste bewoning dateert van 1810, toen de „Baltic" van Boston er drie man afzette, een Italiaan en zulks onder vaak zeer moeilijke om standigheden als gevolg van het isole ment. JN EEN KLOEK BOEK van 450 pagi na's, uitstekend gedocumenteerd en rijkelijk van illustratiemateriaal voor zien, schets* Brander ons de strijd van de pioniers tegen de ongunstige klima- bevolking van 16 zielen maar die heeft stand gehouden en die thans on geveer 250 leden kent, onder wie een arts, een verpleegster, een landbouw- leraar en twee onderwijzeressen. Uiter aard is het isolement niet meer zo groot als voorheen en doen provianderings schepen op gezette tijden het eiland aan, maar toch was de situatie zo, dat b.v. de laatste wereldoorlog reeds ent ge jaren op gang was voor en aleer de eerste bijzonderheden hun weg naar het eiland hadden gevonden. Jan Brander heeft het verhaal van deze eenzame volksplanters aan de vergetelheid ontrukt op een wijze, waarvoor wij hem slechts dankbaar kunnen zijn Dit boek, dat door de Uitg. Mij. „West-Friesland" te Hoorn in een voortreffelijk kleed werd ge stoken, heeft niet slechts documentai re waarde doch het verdient de be langstelling in de brede kring van al- van Anthony vain Kampen. Deze verhalen maakten op ons de indruk van genoteerde waarheid. De schrijver, een jong medicus, heeft zich tegenover de bevolking niet als meer dere voorgedaan, maar eenvoudig als mens tegenover een ander mens, wiens problemen hij tot dan toe nog niet kende. Op deze wijze heeft hij de levensomstandigheden en de vele ge heimen, die in het volk der Papoea's leven, bestudeerd. De verhalen in zija boek zijn van deze studie een roman tische weergave. Hij noteerde boven dien de geschiedenissen, de de Papoea's elkaar vertellen en die voortleven in hun liederen. Dat eenvoudige waar heid spannend kan zijn, heeft de auteur ten volle bewezen. Hij ver luchtte zijn boek met een aantal voor treffelijke foto's en hij voegde er een korte lijst bij van woorden, die zon der vertaling voor de Nederlandse lezer onbegrijpelijk zouden zijn. Wij menen, dat om deze redenen dit boek zijn weg naar de lezer wel zal vinden, bovendien omdat het tot een tologische omstandigheden en tegen de len, wiér belangstelling uitgaat naar eenzaamheid. Deze factoren hebben de wat er op het eenzaamste woonoord grondslag gelegd voor het vestigen van ter wereld, sinds eeuwen omspoeld een hechte gemeenschap, die in den door de golven van de Oceaan, leeft beginne nog zeer klein was in 1822 en streeft. Jac. B. PAPOEA vrolijk, soms wreed van de grootste taken van Nederland, dus van iedere Nederlander, be hoort. land en volk van Nieuw-Guinea zo te ontwikkelen, dat de Papoea's te eniger tijd in staat zijn zelf over eigen lot te beslissen. En het is geen geringe verdienste, dat de auteur van dit boek een grote bijdrage tot de kennis van Nieuw-Guinea heeft geleverd. H. M. K.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 15