Westerling schreef „Mémoires"
DE VUREN SPREKEN
Tristan da Cnnhaeenzaamste woonoord op aarde
KIDNAP
STERKE STAALTJES VAN OUDE
EN NIEUWE SPIONNEN
Voortreffelijke oerwbudverhalen uit
geheimzinnig Nieuw Guinea
BOEKENNUMMER
ZATERDAG 22 NOVEMBER
Massamoordenaar of Ratu Adil
van de Indonesische boeren?
Vechtersbaas met grote
liefde voor Indonesië
GEBRANDMERKT
De roes der misdaad
'n de schaduw van de
Interessant doch niet volkomen betrouwbaar
gevangenis
Banda de dochter van...
Mata Hari
.Oog der Dageraad
PAPOEA'S WAREN MIJN
MAKKERS
I
Margaretha Geertrulda Zelle, alias
„Mata Hari" (hetgeen zoveel zeg
gen wil als „Oog der Dageraad"),
het Leeuwarder meisje, dat via een
Haagse pettenwinkel voor een
Frans vuurpeloton terecht kwam.
Gedurende de eerste wereldoorlog
speelde zij een grote rol in diverse
spionnage-affaires, daar zij door
haar verleidelijke dansen menig
hooggeplaatst officier het hoofd op
hol wist te brengen. Bijkans nog
fantastischer dan de carrière van
deze spionne is het verhaal, dat de
schrijver Kurt Singer ons in zijn
hieronder besproken boek „Vrou
wen en spionnage" van de dochter
van Mata Hari opdist.
JJE VEELBESPROKEN JEUGDIGE EX-KAPITEIN van het K.N.I.L., Paul Pierre
Westerling, oftewel „De Turk", heeft in „Mijn mémoires" een autobiografie
neergelegd, waarvan de pièee de resistance wordt gevormd door het verslag van
zijn ervaringen in Indonesië en welke verscheen bij de uitgeversmij, P. Vink.
Westerling, enerzijds zelfs in de kringen der V.N. gebrandmerkt als de
moordenaar van 42.000 Indonesiërs op Celebes, anderzijds geprezen als de man,
die de eenvoudige tani bevrijdde van de terreur der extremisten, als de Ratu
Adil (rechtvaardige vorst), de Messias van de Indonesische boeren, wiens komst
in eeuwenoude Javaanse geschriften reeds werd voorspeld, poogt in dit boek ver
antwoording af te leggen van zijn daden in Indonesië als KNIL-officier, die de
opdracht had de wrede terreur van de chaos de kop in te drukken.
deze mensen aan meer bevoegde instan
ties uit te leveren. Westerling zegt, dat
hij hiermee de belangen diende van de
Indonesische bevolking, van de Neder
landers, en van zijn slachtoffers zelf,
die na een meer of min langdurig ver
blijf in een gevangenis toch zouden zijn
veroordeeld en geëxecuteerd.
Men kan het optreden van de KNIL-
kapitein niet zonder méér veroordelen.
Het is zeer moeilijk het toenmalige ge
beuren in Indonesië thans van het klei
ne, kalme en gezapige Nederland uit in
het juiste licht te zien. Een chaotische,
revolutionaire tijd, vol haat, hartstocht
en wreedheid, een tijd, waarin de erfe
nis van de Japanners hoogtij vierde en
7IJN MEMOIRES laten er geen twijfel
over bestaan, of hij is inderdaad een
heethoofd en een fanatieke vechters
baas. „De Turk" zegt echter, dat er
geen sprake van is, dat er door zijn toe
doen op Celebes 42.000 mensen zijn om
gebracht. Deze cijfers zouden uit repu
blikeinse, anti-Nederlandse bronnen
stammen in de dagen dat de Indonesi
sche affaire in het middelpunt der po
litieke en voor een groot deel on
gezonde belangstelling van de gehele
wereld stond. Westerling geeft toe, dat
hij cr ongeveer zeshonderd op zijn
naam heeft staan. Hij zegt, dat dit allen
gevaarlijke terroristen waren, en hij be
schrijft nauwkeurig verschillende ge
vallen, waarin hij korte metten met hen
maakte, zonder zich in te spannen om
BEREND DE GRAAFF heeft met zijn
boek „Gebrandmerkt" (Uitgeverij „De
Muidertoren" te Amsterdam) niet goed
de weg geweten. Hij heeft het ten
slotte als „roman" aan de openbaar
heid prijs gegeven, maar het zou met
hetzelfde recht een boek voor oudere
jongens kunnen heten. Het pijnlijke
hierbij is, dat men deze indicatie kan
bevestigen aan slechts de helft van het
aantal hoofdstukken. Het lijkt me, dat
De Graaff dit zelf heeft gevoeld. Hij
voert een intellectuele oplichter in het
gewaad van dokter het 18e eeuwse
Brouwershaven binnen, viraar de man
zulke geraffineerde stunts uithaalt,
waarbij het toeval hem zó gunstig is,
dat de volwassene één en ander wei
gert te accepteren. Daarnaast wordt de
oudere jeugd (gesteld, dat het woord
„roman" bij ongeluk op het schutblad
terecht kwam) weer geconfronteerd
met passages, die we voorlopig nog
maar beter aan de ouderen ter beoor
deling kunnen geven. Het boek is niet
temin onderhoudend geschreven. De
Graaff wist er sfeer in te leggen. Het
is keurig uitgegeven.
HET FEIT, dat commissaris Voorde
wind na zfjn eerste boek over beleve
nissen tijdens zijn diensttijd bij de Am
sterdamse politie zo'n grote lezerskring
trok. dat hij als het ware werd gedwon
gen nog enkele keren in nieuwe boeken
„door" en „verder" te vertellen, bewijst
dat er bij het brede publiek voortdu
rend grote belangstelling bestaat voor
net (speciaal dat onzichtbare) werk
*an de politie en Justitie.
Gp hetzelfde gebied, doch toch weer
geheel anders getint, liet Philip Kru-
semans t'itgevers Mij. te Den Haag on
langs een Nederlandse vertaling ver
schijnen van een werk van de Franse
politieman H. Ashton Wolfe, getiteld
"c i roes der misdaad". Over de psy
chologie van de misdaad geeft de
a? die op het gebied van het re
cherchewerk zelf een deskundige met
Jarenlange ervaring is, in zijn inleiding
enkele opmerkingen weg, die alleen al
tot een zeer uitgebreide discussie aan
leiding zouden geven. Het boek bevat
een groot aantal verslagen van grote,
v.n.l ip Frankrijk plaats gehad heliben-
oe misdaden, geeft daarbij boeiende
k'Jkjes achter de schermen en is voor-
St1 van ?en groot aantal foto's, die
ent voor zich reeds tot lezen prikkelen.
Kurt Singer over Vrouwen en Spionnage"
70LANG ER OORLOGEN ZIJN GEVOERD heeft de wereld spionnen
en contra-spionnage gekend. Vroeger waren de spionnen vermomde soldaten,
die door de linies van de vijand slopen en daar geheimen verzamelden of
brandjes stichtten. Tegenwoordig zijn zij, op het eerste gezicht, nette mensen,
die met microfoto's en ingewikkelde wiskundige formules omgaan, die geheime
zenders bedienen, brieven schrijven in codeschrift en met röntgenapparaten
dwars door muren kijken. Soms zijn zij avonturiers en gelukszoekers, soms
idealisten. Geleerden vindt men in het spionnengilde en zeelieden, huisvrouwen
en secretaressen. Ja. ook vrouwen. Veel vrouwen zelfs, omdat zij over een wa
pen beschikken, waartegen de mannen met geheimen maar al te vaak machte
loos staan: de verleiding.
H /^ORDEWIND, de vertellende com-
van l?"is van Politie, die Willem
heeft :ei1 daal n°g meer kan vertellen,
soon Va? ?°'iega gekregen in de per-
missaris Misset, oud-noofdcom-
gens nniit-an POli'ie. die achtereenvol-
sterdam etsten verrichtte in Am-
redacte.'- Haag en Indonesië, staf-
Handèlshiaaas van het Soerabaja's
en m, 1,7, en de Indische Courant
ruste ij "li kgmond aan de Hoef in
niet zo In letteren dient. Nog
eerste geleden verscheen zijn
niet een rk 'Si Piet"- Ditmaal siert
slag, maar meisjeskopje de om-
de louche hiil lezer 00g in oog met
hoofden?? Van een boef. De oud-
beleve„!?missa!''s heeft 22 markante
6«steld n" zÜn loopbaan te boek
is waar" ie n van mijn vernaieri
foorwnnis fermeldt Misset in zijn
deliiik 1 willen hieraan onmid-
°ud-honfa??0e8e"' dat wij van een
hadden comm'ssaris niet anders
Misl ?rwacht-
stof tl? een gezellige verteller en
1 als an?„Casl1 de avonturen, welke
^eleetde tomend journalist in Parijs
Poütiemar, "aj'daden, welke hij als
gen, ts tot klaarheid hielp bren-
rën de gevarieerd. Hiermede wa-
interessam ?Ia?r <;n yervuld voor een
dachtige u stellig een aan-
de keurige ^schare zal vinden. Voor
kenrij te rU „gave verdient De Boe-
°aarn een pluim.
O VER DE VROUWEN in de spion-
nenwereld heeft Kurt Singer een
boek geschreven*). Hij beschrijft hier
in de lotgevallen van ae vrouwen ach
ter de moderne atoomspionnen Klaus,
Fuchs, Dean Slack, Harry Gold, van
de echtparen Rosenberg en Greenglass
en van nog meer dames, die een rol
speelden in het verraden van atoom
geheimen en het vermoorden van poli
tieke tegenstanders (als Trotzki), die
de plannen van Roosevelt, Stalin en
Churchill in de handen van Hitier
speelden of de Japanners met licht
signalen de weg wezen naar Pearl
Harbour.
Dankbare copy
QE NAMEN VAN veel van deze da
mes hebben de laatste jaren op de
voorpagina's van onze kranten ge
staan. En toch is geen van hen zo
bekend als het Leeuwarder meisje,
.at 35 jaar geleden in Vincennes voor
de lopen stond, Margaretha Geertrui
da Zelle, alias Mata Hari. Nog gere
geld vindt men in allerlei tijdschriften
en kranten artikelen over deze won
derlijke vrouw, wier levensverhaal In
de 35 jaar na haar dood steeds ro
mantischer en fraaier is geworden.
Dezer dagen kregen wij nog een
exemplaar van „The Star" uit Johan
nesburg toegezonden, waarin haar
laatste uren in bloemrijke taal werden
beschreven.
|£URT SINGER, de „krachtpatser
der spionnagegeschiedenissen-ver-
halen", kon daarbij niet achterblijven.
Een van de dertig vrouwen die hij in
zijn boek de revue laat passeren ls
daarom het legendarische „Oog der
Dageraad".
Hij vertelt het bekende verhaal: het
meisje uit de pettenwinkel, dat naar
Den Haag trok om daar een (ongeluk
kig) huwelijk aan te gaan met de ko
loniaal MacLeod, dat naar Indië ging,
ontgoocheld terugkwam en toen als
naaktdanseres in Parijs en Berlijn
verzeild raakte. Hoge officieren
trachtten haar gunsten te kopen
(waarvoor zij niet zelden een greep
deden ln de geheime staatsmiddelen)
en dat werd haar ongeluk. Ze we.-a
gearresteerd en ter dood veroordeeld.
Een jongeman, Pierre de Morrisac,
heeft toen nog geprobeerd haar te
redden (aldus Singer). Hij werkte
zorgvuldig een plan uit, om de execu
tie met losse patronen te doen ge
schieden, maar dat was te fantas,
tisch. Misschien was het er wel de
oorzaak van, dat Mata Hari zich in
haar laatste ogenblikken zo kordaat
gedroeg. Tot zover vertelt Kurt Sin
ger niets (of ten minste zo goed als
niets) nieuws.
Maar wat daarna komt is dat wel
en niet van licht kaliber. Kort vóórdat
Mata Hari stierf, zo vertelt hij,
schreef ze een brief aan haar doch
ter, de zeventienjarige Banda, die bij
familie in Djakarta werd opgevoed.
Het mtisje 'as de brief en ontvluchtte
haar verleden. Ze liep van huis weg,
om samen te gaan wonen met een In
dische ambtenaar, die liefst veertig
jaar ouder was dan zijzelf. Ze leefde
gelukkig met ue man die een van
de drie intiemste medewerkers van
de G.G. was totdat deze in 1935
overleed. Toen werd Banda onderwjj-
deres. Tot 1939 kabbelde haar leven
rustig verder, .naar toen kwamen de
Jappen en Banda's huis werd een ver
zamelplaats van diplomaten, spionnen
journalisten en andere nieuwsgieri
gen. Pearl Harbour kwam en Banda
moest haar schooltje sluiten. Een oom
kwam en Banda ging in de spion
nage
Goudvoorraad
£)AT KWAM ZO, de oom dreigde
haar afkomst te zullen verraden,
als ze niet voor de Jappen ging wer
ken. Dat was Banda te erg en ze
zwichtte. Maar toch weer niet hele
maal. Ze leerde een zekere Abdul ken
nen (nu een man veel jonger dan zij
zelf) en ging met hem samenwerken
tegen de Jappen.
Ze organiseerde een Indonesisch
vrijheidsleger en verstrekte o.a. ge
wichtige inlichtingen over de Japanse
troepenbewegingen bij Guadalcanal.
Japan capituleerde, maar met de
oorlog was niet de rol van Banda af
gelopen.
Zjj richtte haar blik nu naar de Ne
derlanders, die immers de Indonesi
sche onafhankelijkheid bedreigden, en
ging een compagnonschap aan met een
zekere Mato, een Koreaan, die op het
bureau van „de Nederlandse Gouver
neur" werkte. Met haar Abdul die
later een van de voormannen van het
nieuwe Indonesië zou worden spion-
neerde zij tegen de Nederlanders, tot
dat de grond haar te heet onder de
voeten werd en ze naar Amerika ver
trok. En passant verzamelde ze hier
enorme bedragen voor de Indonesische
strijd, waarvoor vliegtuigen werden
gekocht eii waarvoor ze de hulp kreeg
van een filmster, die getrouwd was
met een groot zakenman. Dan komt er
nog een jacht op een goudvoorraad van
750.000 dollar, die Banda van de Ne
derlanders won en toen was Indonesië
vrij.
China en Korea
DANDA GING WEER rustig leven.
Maar niet lang, want er kwam
een Amerikaan, die haar in opdracht
van zijn regering vroeg een speciale
missie te vervullen. Banda zei ja en
trok naar China, waar ze tegen de
WESTERLING
...irriterend zelfbewust....
communisten spionneerde. In Maart
1950 werd ze overgeplaatst. Naar Ko
rea. Ze waarschuwde de Amerikanen,
dat er een overval van de Noord-
Koreanen op Zuid-Korea op komst
was, maar Truman wilde niet naar
haar luisteren.
Toen kwam die overval. En Mato
kwam terug, de Koreaanse commu
nist, die Banda in Indonesië had leren
kennen. Hij herkende haar en arres
teerde haar. Zo eindigde het leven
van Banda, voor een vuurpeloton
in Korea, 's Morgens om 5.45, op de
zelfde tijd als haar moedervoegt
Singer er als treffende bijzonderheid
aan toe
MU ZIJN WIJ van spionnen heel wat
gewend, maar dit verhaal wordt
ons toch wel wat te gortig, temeer, daar
niemand (en ook zij, die geacht kun
nen worden goed op de hoogte te zijn
van het leven van Margaretha Zelle)
beter weet, dan dat de enige dochter
van Mata Hari in Augustus 1919 aan
een hartverlamming is overleden.
De enige oplossing van dit mysterie
zal wel zijn, dat de heer Singer een
betere duim heeft dan relaties in krin
gen van de Secret Service, waaraan
hij dit verhaal ontleent. Dat is jam
mer, want als alle verhalen, die hij
in zijn boek oplepelt, waar zouden
zijn, (vooral dat van de familie Eisler
wier ene zoon thans in Oost-Duitsland
de scepter zwaait en de dochter in
Amerika tegen de Russen werkt), was
het een prachtig boek, zelfs meer dan
dat, een interessante bijdrage aan ds
pogingen om iets te weten te komen
van de grote strijd, die de wereld
thans in haar ban houdt.
Kurt Singer: Vrouwen en Spion
nage. Uitgeverij-drukkerij Hollandia,
Baarn.
slechts sprake kon zijn van het „oog om
oog en tand om tand". Men kon hier
nauwelijks met westerse maatstaven
meten en de gevolgen van het feit, dat
dit toch nog veel te veel is geschied
door politici en militairen, die niets
wisten van de volksaard, het karakter,
de adat en de onderlinge verhoudingen
van de talrijke volkeren en kasten van
het land, dat eens de „Gordel van sma
ragd" heette, zijn dan ook niet uit
gebleven.
HE HARDHANDIGE "Westerling werd
de afgod van talloze tani's, de een
voudige Indonesische boeren, die in
hem een Messias zagen. Geheel Celebes
en een groot gedeelte van West-Java
wist hij met het tegen de aan het land
onmetelijke schade berokkenende ter
reur der extremisten gerichte schrik
bewind van zijn eigen Commando-troe
pen veilig te maken, zodat de boer weer
ongestoord zijn land kon bewerken en
de Chinees zijn handel drijven.
Westerling was een uitstekend mili
tair. Reeds op 27-jarige leeftijd was hij
kapitein en viermaal werd hij door
generaal Spoor voor de Militaire Wil
lemsorde voorgedragen, doch in Ne
derland had men minder waarder 'mg
voor het optreden van de vechters
baas.
Westerling was en is nóg een
heethoofd, doch hij zag Indonesië niet
als een vrolijke schiettent. Hij zegt in
zijn Mémoires, dat hij werd geleid door
een grote liefde voor het vreedzame,
vriendelijke Indonesische volk, welks
onmetelijke land op zo wrede wijze een
politiek en militair strijdtoneel werd.
Ook zijn optreden in Bandung met zijn
APRA aan het einde van 1949, toen hij
reeds enige tijd geen militair meer was.
werd naar zijn zeggen geleid door zijn
liefde voor de Indonesiërs, wier onder
drukking en terroristische uitbuiting
hij niet kon aanzien.
Aan het slot van zijn boek zegt Wes
terling dan ook, dat hij niets liever wil
dan Indonesisch staatsburger worden,
en dat misschien nog eens de gelegen
heid voor hem komt om naar dit eilan
denrijk terug te keren. Niet om het aan
de Nederlanders, die het door eigen
schuld verloren, te helpen teruggeven,
aldus de Turk, maar om het Indonesi
sche volk een zelf gekozen, federale
regering te helpen bezorgen.
Een van de grootste bezwaren van
zijn boek is de dikwijls irriterende zelf
bewuste toon, waarin hot is geschre
ven, en de nadrukkelijke uiteenzetting
van zijn persoonlijke bekwaamheden.
De titel „Mijn mémoires" is reeds ty
perend voor de gehele stijl van het
werk.
Westerling geeft ten slotte, tussen de
ik-bedrijven door, een beknopte ge
schiedschrijving van Indonesië in de ja
ren '4550, waarvan de objectieve
juistheid geheel voor zijn eigen verant
woordelijkheid blijft. B. D.
Plezierige dwaasheid
van Piel Bakker
DONDWEG onverholen vreugde
hebben wij beleefd aan het be
spottelijke boek, dat Piet Bakker
bij Elsevier liet verschijnen en
dat hij „Kidnap" doopte. Wij heb
ben eerlijk gezegd niet het flauw
ste vermoeden of onze collega
journalist dit boek ernstig bedoeld
heeft. Tot onze ontsteltenis zagen
wij namelijk in een enkel blad een
fel afkeurende critiek, met name
om het feit dat de beoordelaars in
deze bladen klaarblijkelijk ge
schokt waven door de omstandig
heid dat Piet Bakker een aantal
louche Indonesiërs het zoontje van
een „rijkaard" laat ontvoeren, wel
ke rijkaard in een zeer moeilijke
financiële manipulatie met de In
donesische regering gewikkeld is.
Men kan zijn liefde voor het volk
van Indonesië toch ook wel wat
te ver voeren!
Wij zijn er zeker van dat Piet
Bakker alleen maar een prettig
boek heeft willen schrijven, dat
bovendien een beeld geeft van de
Amsterdamse onderwereld en van
de wijze waarop de beroemde Am
sterdamse recherche bü haar aan
gebrachte zaken pleegt te onder
zoeken. Wij zijn gewoon „in een
ander journalistiek leven" aan
politiek te doen. Maar wij zijn van
mening, dat Piet Bakker's bedoe
lingen zeker niet anti-Indonesisch
zijn geweest. Dat gaat ons veel te
ver.
MEEN „Kidnap" is nu werkelijk
een volkomen ongecompliceerd
boek, zo dwaas van opzet en zo
volslagen ontwapenend, dat wij
ons hebben ontdaan van wat men
dan wel eens kunstgevoel pleegt
te noemen en ons royaal een aap
hebben gelachen. Er worden he
den ten dage in ons land helaas
niet veel boeken uitgegeven waar
aan wij zulk een eerbetoon kunnen
bewijzen. Hier geen afschuwelijke
problemen, geen brandende harts
tochten, geen laaiende en dan na
tuurlijk onbeantwoorde liefdes,
hier alleen maar twee onvergete
lijk grappige jongetjes, één rijk
en één arm, van wie de laatste de
gehele Amsterdamse onderwereld,
zijn ouders en de recherche aan
zijn laars lapt om zijn vriendje
te helpen. Deze Flippi de Brander
is ons lief geworden en hij zal het
blijven, omdat hij zo'n echt Am
sterdams knaapje is, op wie geen
mens ooit boos kan worden.
H. M. K.
Liet moet volkomen begrijpelijk wor- gekomen door de bekende werken
W/iM zï /7/ié zïrt fli/ivlioï/i/vi i(é iron A n+jirmiT trnvo ^nvnionn
den genoemd, dat de verhalen uit
den vreemde grote belangstelling van
de lezers hebben. De werkelijkheid
van iedere dag eist de mens wel zó
volledig op, dat hij in zijn vrije ogen
blikken zich gaarne overgeeft aan de
romantiek „van wat hij niet weet", de
romantiek van het avontuur, waar dan
ook ter wereld beleefd.
Wij geloven, dat wij in deze catego
rie moeten rangschikken het voortref
felijke boek van J. van der Hoeven
„De vuren spreken", dat bij de Uit
geverij C. de Boer Jr. te Amsterdam is
verschenen en typografisch uitnemend
werd verzorgd. Het zijn oerwoudver-
halen van Nieuw-Guinea, een land dat
misschien wel in de belangstelling is
REEDS VEEL is er geschreven over
de nog wilde, geheimzinnige binnen
landen van Nederlands Nieuw-Guinea
er een belangrijke bijdrage op dit ge
bied leverde de Zweedse zwerver en
schrijver Eric Lundquist, die in 1940 in
opdracht van een Nederlandse hout
aankoop-maatschappij de jungle door
zwierf en die de ervaringen van zijn
exploratietocht op boeiende wijze te
boek heeft gesteld. Hij schetst de Pa
poea's als kinderlijke en vrolijke men
sen, die soms echter bezeten zijn door
een dierlijke wreedheid en bloeddorst.
Heel het boek ademt, door de sugges
tieve verteltrant, de verstikkende at
mosfeer van het oerbos, dat de entou
rage vormt voor menig adembenemend
avontuur. Het boek, dat werd uitgege
ven door W. de Haan N.V. te Utrecht,
is met een groot aantal door de schrij
ver zelf gemaakte exclusieve foto's ge
ïllustreerd.
rtp DRIEDUIZEND kilometer van twee Amerikanen, van wie er een, Jo- telde Tristan da Cunha nog slechts een
V.„\A.Afrika „n on nnv erotere af- nathan Lambert, officieel bezit vanhet ->■
Zuid-Afrika en op nog grotere af
stand van Zuid-Amerika, ergens ver
loren in de Zuid-Atlantische Oceaan,
ligt het eilandje Tristan da Cunha, dat
als het eenzaamste woonoord ter we
reld geldt. Het beeld van het eiland
woidt beheerst door een machtige
berg. een uitgedoofde vulkaan, die
zich een paar duizend meter boven de
eiland nam.
De geschiedenis van dit hoogst
merkwaardige eiland en van zijn latere
bewoners is door Jan Brander naar
een Engelse uitgave bewerkt en aan
gevuld tot 1951. Zij is niet slechts in
teressant. maar tevens van groot be
lang, mede in verband met de rol, die
Hollandse zeevaarders en wij noe-
zeespicgel verheft. Vele eeuwen kende men hier in het bijzonder de naam
men het bestaan van dit onbewoonde
eiland niet, tot het in Maart 1506 door
van Pieter Groen van Katwijk bij
de uitbouw en de opbloei van deze
de Portugese admiraal Tristan da Cun- jonge volksplanting hebben gespeeld,
ha, wiens handelsvloot op de oceaan
uit de koers was geslagen, werd ont
dekt en zo werd het naar hem ge
noemd.
DEN ENKELE maal daarna werd een
d* landing beproefd, die maar zelden
slaagde; vermoedelijk waren het in
1643 voor het eerst Hollanders, onder
wie Claes Gerritse Bierenbroodspot
van Hoorn, die er voet aan land heb
ben gezet. De eerste bewoning dateert
van 1810, toen de „Baltic" van Boston
er drie man afzette, een Italiaan en
zulks onder vaak zeer moeilijke om
standigheden als gevolg van het isole
ment.
JN EEN KLOEK BOEK van 450 pagi
na's, uitstekend gedocumenteerd en
rijkelijk van illustratiemateriaal voor
zien, schets* Brander ons de strijd van
de pioniers tegen de ongunstige klima-
bevolking van 16 zielen maar die
heeft stand gehouden en die thans on
geveer 250 leden kent, onder wie een
arts, een verpleegster, een landbouw-
leraar en twee onderwijzeressen. Uiter
aard is het isolement niet meer zo groot
als voorheen en doen provianderings
schepen op gezette tijden het eiland
aan, maar toch was de situatie zo, dat
b.v. de laatste wereldoorlog reeds ent
ge jaren op gang was voor en aleer de
eerste bijzonderheden hun weg naar het
eiland hadden gevonden.
Jan Brander heeft het verhaal van
deze eenzame volksplanters aan de
vergetelheid ontrukt op een wijze,
waarvoor wij hem slechts dankbaar
kunnen zijn Dit boek, dat door de
Uitg. Mij. „West-Friesland" te Hoorn
in een voortreffelijk kleed werd ge
stoken, heeft niet slechts documentai
re waarde doch het verdient de be
langstelling in de brede kring van al-
van Anthony vain Kampen.
Deze verhalen maakten op ons de
indruk van genoteerde waarheid. De
schrijver, een jong medicus, heeft zich
tegenover de bevolking niet als meer
dere voorgedaan, maar eenvoudig als
mens tegenover een ander mens, wiens
problemen hij tot dan toe nog niet
kende. Op deze wijze heeft hij de
levensomstandigheden en de vele ge
heimen, die in het volk der Papoea's
leven, bestudeerd. De verhalen in zija
boek zijn van deze studie een roman
tische weergave. Hij noteerde boven
dien de geschiedenissen, de de Papoea's
elkaar vertellen en die voortleven in
hun liederen. Dat eenvoudige waar
heid spannend kan zijn, heeft de
auteur ten volle bewezen. Hij ver
luchtte zijn boek met een aantal voor
treffelijke foto's en hij voegde er een
korte lijst bij van woorden, die zon
der vertaling voor de Nederlandse
lezer onbegrijpelijk zouden zijn.
Wij menen, dat om deze redenen dit
boek zijn weg naar de lezer wel zal
vinden, bovendien omdat het tot een
tologische omstandigheden en tegen de len, wiér belangstelling uitgaat naar
eenzaamheid. Deze factoren hebben de wat er op het eenzaamste woonoord
grondslag gelegd voor het vestigen van ter wereld, sinds eeuwen omspoeld
een hechte gemeenschap, die in den door de golven van de Oceaan, leeft
beginne nog zeer klein was in 1822 en streeft. Jac. B.
PAPOEA
vrolijk, soms wreed
van de grootste taken van Nederland,
dus van iedere Nederlander, be
hoort. land en volk van Nieuw-Guinea
zo te ontwikkelen, dat de Papoea's te
eniger tijd in staat zijn zelf over eigen
lot te beslissen. En het is geen geringe
verdienste, dat de auteur van dit boek
een grote bijdrage tot de kennis van
Nieuw-Guinea heeft geleverd. H. M. K.