Toen het (bruilofts)mopje nog een
mopsje
was
De vacantiebesteding is geen zaak
meer van de vacantiegangers alleen
W IE TEGENWOORDIG als familielid van een frouw-
lüslige wordt uitverkoren totceremoniemeesterstaat
voor een betrekkelijk eenvoudige taak. Men gaat naar de
een of andere winkel in feestartikelen, om daar bruilofts
liederen, feestneuzen en ander materiaal tegen een aan
vaardbare prijs en in voldoende mate te kopen. Men kan
er een handig boek/e bij nemen waarin de taak van de
ceremoniemeester wordt omschreven. Hij vindt er een keur
van moppen in, een paar aanwijzingen omtrent de meest
effectvolle grimassen en gezegden en tenslotte ook het één
en ander omtrent het protocol van de doorsnee-bruiloft.
ledereen kan het, succes verzekerd staat er op de omslag
van die boekles. En in de meeste gevallen lukt het ook
wel. Iedere bruilottsganger is immers in hei beste humeur
en derhalve zeer mild gestemd.
Kijkf goed uit en bereidt u
Rotterdam bouwt aan
een enorm ziekenhuis
WEER BEHOEDT
„DE FAUSTUS"
M'
Wulpse liedjes
prijkten naast
een keur van psalmen
Speelnoots stonden
voor zware taak
s en wijs
Baarsmaat met 4 cm
verhoogd
Modern complex met nieuwste snufjes
Wintervacht en molenpracht
NOG niet zo lang geleden beteken
de het een zware opgave, als men
als „speelnoot-hoog" of „speel
noot-laag" de taak opgedragen kreeg
een Westfriese bruiloft volgens de ge-
Ijkte stijl te leiden. Tot kort voor de
eeuw-wisseling toen de boeren-
schots werd verdrongen door die wufte
walsen uit Wenen was een Westfrie
se bruiloft één ingewikkeld geheel van
vormen en verplichtingen. De beide
speelnoots, die de functie van onze te
genwoordige ceremoniemeester eerlijk
samen deelden, moesten een uitermate
omslachtig protocol voor overtredingen
behoeden, en wee hun als het eens
verkeerd liep! Beter een mislukte vee
koper da.i een mislukte speelnoot.
Reeds lang voor de bruiloft gingen
de speelnoots bij iedereen om raad. Ze
leercten, dat de bruiloft om half-elfjes-
tijd moest beginnen; om pas de volgen
de dag, laat in de middag, te eindigen.
Men vertelde hen, dat tegen vijf uur
in de morgen na de bruiloft, de bruide
gom even alleen met zijn bruid mocht
zijn en dat het jonge paar dan onder
een van, lakens gemaakt baldakijn
weer naar de feestzaal moest worden
teruggebracht.
Maar vooral moesten ze de psycho
logische momenten weten te kiezen
voor het gebruik van het „Mopsje",
hun toevlucht voor het geval er „een
dominee" („op sokken", zoals de aan
vulling luidt) het huis van de feestvie
renden mocht passeren. Het mopsje
was voor hen, wat voor ons de confe
rencier of desnoods de gramofoon is,
op bruiloften, die niet erg willen vlot
ten.
Wulp
EVEN gezellig als zijn naam is dit
mopsje. Het is een klein, dik boek
je, dat vroeger even onmisbaar in het
huisgezin was als de oude familiebij
bel. Bij iedere bruiloft kwam het te
voorschij i en niet zelden werd het op
dezelfde wijze gebruikt als de waaier
bij de dames, die aan het hof van de
Zonnekoning vertoefden. De Westfrie
se schonen coquetteerden met het klei
ne boekje, dat niet zelden zeer kost
baar was uitgevoerd. Schalks lieten de
dames de heren soms raden welk lied
ze nü opsloegenDit bood allerlei
mogelijkheden voor de mannelijke
bruiloftsgangers, want het „mopsje"
bevatte zowel psalmen als zéér com
promitterende liederen, dit alles in een
beminnelijke eerlijkheid naast elkaar.
De wulpse liederen, die destijds heer
lijk dikwijls aanleiding tot blozen heb
ben moeten gegeven, maken op ons
niet de minste indruk, doch in de vo
rige eeuw was ook het badpak een be
denkelijk gewaad. En men sprak niet
over zulke dingen, tenzij men op een
bruiloft was. De ceremoniemeesters
van toen de sneelnoots dus had
den ?Ue mogelijkheden om het peil te
verheffen of het te doen dalen; dit al
les dank zij het mopsje. Dreigde de
stemming eruit te raken, dan kon men
het ondeugende ..Minnaers-aensnraeck
pen een klooster-klooien" (wijze; „Po
lyphemus aan de strande") aanheffen
en mocht men al te zeer verbeten, dat
men ook morgen plkaar zonder blozen
moet kunnen aankijken, dan zette de
sneelnoot éón van de „verscheyde
bruylofts-psalmen" in.
Moosus en Coridon
LIET MOPSJE heeft bij zijn geboorte
in het begin van de 17e eeuw. offi
cieel de naam „Hoorns liedboekje" ge
kregen. Alleen in W'st-Eries'and ging
men deze ruggesteun voor speelnoots
„mopsje" noemen, naar Mopsus. een
herder uit een gedicht, van Virgilius
Deze herder trad vpelvuldig in de ver-
penillende verzen on. aU een soort
Thomasvaer. Hii kijfde vinnig met Co
ridon. zijn geliefde, en vond ondertus
sen gelegenheid genoeg om bruidegom
en bruid snaakse onmerkingen toe te
voeven. Monsus heeft zich on tal van
bruiloften jarenlange roem verworven
omdat ziin woorren dikwijls veel mo-
gelükhedon onenden —nor improvisa
ties en guitige opmerkingen.
Het mopsje om het boekje hii zijn
meest vertrouwde naam te noemen
was vaak zeer kostbaar uitgevoerd
Sommige waren in groen fluweel ge
bonden. met fraai bewerkte slootjes en
rug. In deftige families deed men el-
mopsje met schildpad- of zilveren
kaft cadeau. Die boekjes hadden dan
natuurlijk gouden slootjes. Het is be
grijpelijk, dat déze vrij kostbare din
gen niet in grote oplagen werden ver
spreid. Men kocht er één of twee en
die liet men dan op het bruiloftsfeest
op een zilveren presenteerblad aanbie
den. De mopsjes in volks-uitgave, die
„gewone" leren of perkamenten kaften
hadden, werden door de dames in de
ebbenhouten of baleinen emmertjes
de voorgangsters van de ridicule
mee naar het feest genomen.
Lof aan keel en maaq
TEN KRONIEKSCHRIJVER vertelt
over een Westfriese boerenbruiloft
in de achttiende eeuw, dat hij niet
weet, wat nu eigenlijk de meeste be
wondering verdient; de keel of de
maag van de bruiloftsgangers. Het in
wendige van de mens werd voor een
krachtproef gesteld, door de feestmaal
tijd van grauwe erwten en rozijnen,
met een dessert, bestaande uit gigan
tische tulbanden en taarten. Soms een
etmaal lang werd er gedronken en ge
geten. De dansen wisselden elkander
voortdurend af en voortdurend werd
er naar het mopsje gegrepen voor het
al naar de aard van het gekozen
vers stemmig zingen of uitdagend
brullen van een op dat moment toepas
selijk lied.
Eén van deze „toepasselijke" liede
ren mag ik u niet onthouden. Het is
gewijd aan de Alcmaerder maeghden,
wier reserve destijds bijna spreek
woordelijk was. Waren er dames uit
het goede stadje op een bruiloft geno
digd, onvermijdelijk werd dan dit
luchtige lied aangekondigd.
Aen de Alckmaerder
Maeghden
Maeghdekens, die aen Alckmaers
[kant,
Woont heel cierlyck beplant,
Voor het trouwen
Schijnt te grauwen
Wat is d' oorsaeck, dat gy niet
volght 't geen de reden u gebiet?
Liefde dat is doch Godts gebodt,
Daer is geen grooter min naest Godt
dan getrouwden, 't samen houden.
Liefde was noyt op aerd soo groot
dan in d' echte mingenoot.
Sy kweeckt stammen door haer
[vlammen,
't houwelyck vermeerdert vreught,
Englen eeuwigh in haer jeught
Sulk vermaken nimmer smaken.
Laat dit strecken en u wecken
om de trouw te weig'ren niet,
Soo als 't de reden u gebiedt!
MARIUS DE KEMPENAER.
De foto toont duidelijk de gezellig-kleine afmetingen van het mopsje, dat
slechts weinig groter is dan een normaal lucifersdoosje. Dit exemplaar is
in fraai bewerkt leer gebonden, en voorzien van een zilveren slotje.
yOOR de leek heeft het de schijn, als
of er weinig schot zit in de werk
zaamheden bij de „Faustus" die tussen
de pieren van Hoek van Holland op de
bodem van de monding van de Nieuwe
Waterweg ligt. Zo is bijvoorbeeld de
zandzuiger „Ahoy" nog steeds niet met
zuigen begonnen en ligt nog kalm aan
de fruitsteiger gemeerd. De kwestie is,
dat het ankermateriaal zodanig moet
worden aangebracht, dat de „Ahoy"
zich daarvan gemakkelijk kan losmaken.
Het gevaar zou n.l. niet denkbeeldig
zijn, dat bij het intreden van een nieu
we periode van storm de zuiger niet
alleen grote schade zou krijgen, maar
zelf zou kunnen zinken. Dit zou uiter
aard zowel het wwk als de scheep
vaart voor nieuwe moeilijkheden stel
len.
Het ankermateriaal wordt thans op
maat gereed gemaakt en reeds is ge
tracht dit ter plar-tse met een bak aan
te brengen. Door de grote deining ech
ter, die nog steeds in de monding van
de Nieuwe Waterweg siaat, was dit nog
niet mogelijk. Gisteren is er een bok
uitgevaren, maar onverrichter zake te
ruggekeerd.
Van de zijde van Rijkswaterstaat deelt
men ons mede, dat weliswaar voor de
buitenstaander de indruk gewekt wordt,
dat met de werkzaamheden niet de no
dige voortvarendheid wordt betracht,
maar men wijst op de ervaring van de
Nederlandse waterbouwkundige inge
nieurs, die toch een waarborg moet
zi.jn, dat niet alleen de grootst moge
lijke spoed wordt betracht, mai" tevens
alle maatregelen worden getroffen om
verdere stagnatie en eventualiteiten te
voorkomen. Wat het gat in de pier be
treft, het tweede zinkstuk ligt reeds
twee dagen gereed in dc Berghavon,
maar het zijn alweer de ongunstige
weersomstandigheden, die de oorzaak
zijn, dat het nog niet kon worden aan
gebracht. Intussen gaat men met stor
ten van steen op het eerste zinkstuk
voort waardoor de uiteinden, die zoals
men weet. enigszins waren omgekruld,
zijn beveiligd.
Bij Koninklijk Besluit van 13 October
is bepaald, dat de minimum-maat van
baars, welke men mag vervoeren, van
18 cm op 22 cm wordt gebracht. Enige
maanden geleden was reeds de wense
lijkheid bepleit, van een baars-maat-
verhoging voor het IJselmeergebied.
Thans geldt echter voor het gehele land,
dat baarzen van minder dan 22 cm
niet mogen worden meegenomen, doch
weer in het water moeten worden te
ruggeworpen. Deze maatregel is geno
men met het oog op de bescherming
van de visstand, voornamelijk voor wat
baars betreft.
Inauguratie van mevrouw
Willinge-Prins-Visser
Op 9 December zal mevrouw C. W.
Willinge Prins-Visser openlijk het ambt
aanvaarden van hoogleraar in de land-
bouwhuishoudkunde aan de landbouw
hogeschool te Wageningen. Mevrouw
Willinge-Pris was tot voor kort voor
zitster van de Ned. Plattelandsvrouwen
bond.
WIE VROEGER, vóór de eerste wereldoorlog, naar het groep kampeerders-van-het-goede-spoor: de mensen met
buitenland wilde reizen, had aan een bewijs van Ne- een Icampeerpaspoort op zak. En wie meent, dat hij zon
derlanderschap méér dan voldoende; wie nu over der meer ergens kan gaan baden, dat hjj zijn vacantie
de grens gaat, is uitgerust als een diplomaat: met een maar kan nemen, wanneer het hem goeddunkt, dat elk
(duur) paspoort, in vele gevallen een visum en met een wandelbos voor hem open staat, die heeft nog maar weinig
toeristendeviezenboekje. Wie vroeger, tot kort voor de begrip van „vacantie-houden". De vaeantie-besteding is
tweede wereldoorlog, wilde gaan kamperen, zette z'n niet meer een zaak van de vacantie-ganger alleen; het is
tentje maar ergens neer en „vlijde zich ter ruste"; wie nu in dit dichtst-bevolkte landje van de aarde, waar vijf a
in een linnen huisje belieft te wonen, moet ten minste een
kampkaart hebben als hij nee, niet z'n tent ergens
neer wil zetten (maar als hij op een kampeerterrein toe
gelaten wil worden. Het „maar zo ergens kamperen" ts
het benijdenswaardige privilege geworden van een kleine
zes millioen mensen „met vacantie gaan" en waar vorig
jaar bovendien nog bijkans een half millioen buitenlanders
een kijkje kwam nemen (met achterlating van 104 millioen
gulden aan deviezen!), nu eenmaal niet meer mogelijk
dót te. doen, wat men zelf graag wil.
EN kan het verlies van de vrijheid
van kamperen, baden en wande
len en van de vrije keus van va-
cantie-dagen betreuren, men kan het
buitenland prijzen om zijn ruimere_ op
vattingen op dit gebied het gaat in
ons land nu eenmaal niet zonder rege
lingen van boven-af. De bona fide toe
rist zal het moeten beamen: werd de
situatie langzamerhand niet zo. dat hij
de dupe dreigde te worden van de lie
den. die het al te bont maakten in de
kampeer- en watersportcentra? Nóg
zijn er tal van misstanden op toeristisch
gebied - zo bijvoorbeeld in de wereld
van de „reisbureau's"
De zomermaanden geven in Neder
land het beeld te zien van een volksver
huizing, waarbij die van de Hunnen,
Vandalen. Alemannen, Bourgondiërs,
Angelsen, Saksen, Longebarden enz.,
n vijftienhonderd jaar geleden, nog maar
kinderspel was, al duurde ze dan ook
een eeuw In het een wonder, dat tal
van lieden zich opwerpen als „verhui
zers" van deze volksmassa's, dat de
touringonr ondernemingen en „reisbu
reau's" als paddenstoelen uit de grond
schieten? Laat ons voorop stellen, dat
op een groot gedeelte van de reisbu
reau's en touringcar-bedrijven niet dat
is aan te merken; integendeel: zij hel
pen de mensen, die maar geen hoogte
kunnen krijgen van de papierpoespas,
waarme" men de toerist heeft gezegend,
waar zü beioen kunnen. Maar er is ook
een categorie, die met minder oirbare
kaar bij een naderende bruiloft een bedoelingen aast op de groepen vacan-
tie-gangers, die hutje bij mutje hebben
gelegd om ook eens het genot van rei
zen en trekken deelachtig te worden
en die op dat gebied nog net niet ge
noeg ervaring hebben om de practij-
ken van de heren te doorzien. Tiental
len „nieuwelingen", die zich vol moed
op het toeristische pad hebben ge
waagd, zijn ontgoocheld thuisgekomen
of teleurgesteld thuisgebleven, beroofd
van hun vacantie-ideaal, van het vacan-
tiegenot en niet zelden ook nog van
hun vacantie-centjes.
Kamerleden weten het altijd zo stijl
vol te zeggen. „Zeer vele leden (zo le
zen wij in het Voorlopig Verslag van
de Tweede Kamer over de begroting
1953 van Verkeer en Waterstaat) vroe
gen met nadruk de aandacht van de
minister voor de ernstige misstanden bij
het toeristenvervoer naar het buiten
land, waardoor niet alleen Nederlandse
toeristen worden gedupeerd, maar ook
de reputatie van het Nederlandse ver
voerwezen in het buitenland wordt
aangetast. Welke maatregelen denkt de
minister te nemen om tegen deze mis
standen op te treden?"
LS wij het hadden moeien zeggen.
zouden we minister Algera ge
vraagd hebben: Is bet de minister
bekend, dat voor de verkoop van een
kilo suiker een middenstands-diploma
nodig is en dat Jan en alleman die kun
nen aantonen, dat ze beschikken over
vakbekwaamheid (wat is vakbekwaam
heid hier?), credietwaardigheid en han
delskennis, zich maar kunnen bezig
houden met het „uitmelken" van vacan
tiegangers, die een jaar lang hebben ge
spaard om óók eens in het buitenland
te kunnen zien en met het verknoeien
van de vacantievreugd van lien, die
zich een jaar lang of langer zich
op deze vacantie hebben verheugd?
Zó zit het en het leek ons niet on
dienstig om hen, die hun zinnen op 't
buitenland gezet hebben, te zeggen hoe
de zaken er voor staan, voordat we in
de volgende artikelen beginnen met de
lezers op te wekken, hun vacantie hier
(in het binnenland) of daar (in bet bui
tenland) door te brengen. Trouwens:
ook wat de vacantie in het binnenland
betreft, hebben heel veel mensen erva
ringen opgedaan, die zich moeilijk la
ten voegen in het beeld, dat men zich
van een blijmoedige en zorgeloze va
cantie had gemaakt. Ervaringen met
hotels en pensions en niet in de laatste
nlaats teleurstellingen als gevolg van,
laat ons zeggen, een zekere „financiële
zelfoverschatting". Vacantie-kosten om
vatten nu eenmaal méér dan wat men
uitgeeft voor de reis en voor het hotel
of pension!
Daarom: begin nu al met te bepalen
waar ge de volgende vacantie wilt
doorbrengen, hoe ge er heen zult gaan
en hoe ge wilt overnachten (in hotel,
pension, huurhuisje, kampeerhuis,
tent of jeugdherberg). En.. begin er
mee, een vacanfienntje tevo-men Een
vscant'e is namriiik al voo>* nrgonti"
procent geslaagd, ale ze goed is voor
bereid!
(Van onze speciale verslaggever)
^IET ver van de Ahoy-hallen, dicht bij de hoge Westzeedijk, op wat de oudere
Rotterdammers kennen als „het land van Hoboken", zal in de altijd drukke
Maasstad een nieuw, groot ziekenhuis verrijzen. Rotterdam is de periode van
het plannen maken voorbij; men steekt er de armen uit de mouwen om de vele
projecten voor kleine en grote gebouwen te verwezenlijken. Het nieuwe zieken
huis Dijkzigt wordt een grootse schepping. Als men waarde hecht aan grote
getallen, dan zij vermeld, dat de kosten van de bouw tussen de twintig en de
dertig millioen liggen en dat men als het geheel bedrijfsklaar zal zijn dus
met de gehele inventaris in de veertig millioen zal hebben geteld. Het zal
overigens nog zeven en een half jaar duren, voordat de eerste patiënten opge
nomen kunnen worden.
Werk van tientallen
millioenen
EEN MAAND geleden werd de eerste
paal geslagen. Er volgen er daarna
nog 2528, waarvan 182 palen van ge
wapend beton, 420 houten palen en 1926
zogenaamde „vibro" palen met een ge
zamenlijke lengte van ongeveer 28.000
meter. Vibro-palen zijn palen, die inde
grond worden gegoten, zodat men ze
onmiddellijk op de juiste lengte kan
maken. Negen maanden zal men alleen
met het heien van deze palen bezig
zijn. Bovendien moet er 70.000 m3 grond
worden weggegraven.
Het spreekt vanzelf, dat het zieken
huis Dijkzigt één van de best geoutil
leerde en modernste van ons land zal
worden. Dat is Rotterdam trouwens aan
zijn reputatie verplicht. Want al in 1851
dus ruim honderd jaar geleden
werd er het eerste grote, modernste
ziekenhuis van Nederland geopend. De
stoot daartoe had gegeven de geniale
directeur dr Molenwater, die zijn tijd
ver vooruit was.
Het karakter van de ziekenhuizen is
sedertdien en vooral in de laatste de
cennia sterk veranderd. Vroeger wer
den er opgenomen de mensen, die el
ders geen verzorging en verpleging
konden vinden. Het waren meestal de
armsten en van de ziekenhuizen ging
doorgaans geen bijster goede roep uit.
Trouwens van de verpleging ook lang
niet altijd
Korte verpleegduur
DE VERPLEEGDUUR is in verge
lijking met weleer aanzienlijk
verkort, ook voor chirurgische pa
tiënten, vooral dank zij de snelle vor
deringen, die de medische wetenschap
gemaakt heeft. De genezing wordt te
genwoordig veel meer functioneel be
keken. Het gevolg daarvan is, dat de
behoefte aan laboratoria voor onder
zoek sterk is toegenomen. Ook wordt
er veel meer geopereerd dan vroeger,
men schrikt zelfs al niet meer terug
voor chirurgisch ingrijpen in het in
wendige van het hart. Doch aan inge
wikkelde operaties gaat een nauwkeu
rig onderzoek vooraf en tal van voor
bereidingen van de meest uiteenlopen
de aard moeten worden getroffen. Het
aantal medewerkers aan een operatie
is veel groter geworden.
Dat alles betekent, dat een modern
ziekenhuis dient te beschikken be
halve uiteraard over liggelegenheid
voor de patiënten over zeer veel
ruimte voor al die bijkomende dingen.
Bij het opstellen van het project voor
het ziekenhuis Dijkzigt is daarmede
rekening gehouden. Hoewel geen lijders
aan oogziekten zullen worden opgeno
men men heeft voor hen in Rotter
dam een goed ziekenhuis en geen oI
weinig rheumapatiënten en zieke kin
deren, omdat voor hun verpleging ge
legenheid bestaat respectievelijk in
Zuiderziekenhuis en het kinderzieken
huis aan de Gordelweg, zal het nieuve
ziekenhuis Dijkzigt, als het eenmaal
klaar is, toch een zeer grootse indruk
maken. Wel krijgt het neurologische
en psychiatrische afdelingen.
Dertien verdiepingen
DE TOTALE capaciteit wordt 850 i
900 bedden. De eigenlijke verzor-
gingsafdeling, het zogenaamde
beddenhuis, wordt dertien verdiepingen
höog. Voor de verpleegsters is een zus
terhuis van negen verdiepingen gepro
jecteerd. Er komen voorts twee grote
vleugels, onderwijsruimte, een college
zaal, een kapel, werkplaatsen enz. Er
is naar gestreefd de afstanden van ét
ene plaats van het complex naar de
andere zo kort mogelijk te houden en
kruising van „bedrijfswegen" is in dit
ziekenhuis vermeden. Voor het eerstin
ons land wordt het dubbele corridor
systeem toegepast. Hierbij zijn de bij
en nevenvertrekken gelegen in het
midden van het verpleeggebouw tussen
twee gangen, waarlangs de ziekenver
trekken elk met vier bedden zijn
geprojecteerd. Deze ziekenvertrekken
komen daardoor alle onmiddellijk uit
aan de buitenzijde van het hoogopgaan-
de en langgerekte gebouw.
Zeven en een half jaar zal de Maas
stad nog-moeten wachten, doch dan be
schikken de Rotterdamers over een
ziekenhuis, voor menige grote stad in
binnen- en buitenland om jaloers op te
zijn.
NIEUWE ZWEEDSE GEZANT TE
DEN HAAG
Het hoofd van de politieke afdeling
van het Zweedse ministerie van Bjj
tenlandse Zaken, Sven Werner Dam
man, is gisteren benoemd tot Zwee
gezant te Den Haag.
Het Hollandse landschap is nu eenmaal niet echt zo het niet door een molen
wordt gestoffeerd en het wint nog in waarde wanneer zoals dezer dagen
- de velden door sneeuw zijn gedekt. Hoewel de foto dus decoratief aan
alle te stellen eisen voldoet is dit niet de enige reden, waarom wij hieraan
een plaatsje verlenen. Er m°et namelijk nog een andere waarde aan worden
toegekend, want de afgebeelde molen, staande in de Braakvolder te Obdam,
is een zogenaamde wipmolen, van welk type Noord-Holland, als wij goed
zijn ingelicht, er nog slechts twee bezit. De molen verkeert in goede staat
en hopelijk zal hij nog vele jaren het landschap sieren.